Parkrijklaan 121 D 1567 HD Assendelft
[email protected] Datum: september 2013
START Inhoudsopgave: Hoofdstukken: Pagina 1. Algemene doelstelling 3 2. Uitgangspunten 3 3. De groei van de Meander 4 4. Facilitering 4 5. Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben 4 5.1 Wanneer is een kind een leerling die extra ondersteuning nodig heeft? 4 5.2 Visie op verwijzen naar een speciale basisschool 6 5.3 Visie op leerlingen met specifieke behoefte op gedragsgebied 7 5.4 Visie op leerlingen met gedragsproblemen 7 5.5 Visie op leerlingen met dyslexie 7 5.6 Visie op hoogbegaafde leerlingen 8 5.7 Visie op leerlingen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap 8 5.8 Visie op ontwikkeling van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften 9 6. Kwaliteitzorg 10 6.1 Opbrengstgericht werken 10 6.2 Passend onderwijs 10 6.3 Groepsplannen 12 6.4 Criteria waarop leerlingen worden geplaatst in een groepsplan 12 6.5 Referentieniveaus 13 7. W.S.N.S. Samenwerkingsverband 14 7.1 Taakomschrijving 14 7.2 Scholingsbeleid 15 7.3 Taken en verantwoordelijkheden van groepsleerkrachten (vakleerkrachten, specialisten) 15 7.4 Taken en verantwoordelijkheden van teamleiders 16 7.5 Taken en verantwoordelijkheden van intern begeleider 17 7.6 Taken en verantwoordelijkheden van de zorgcoordinator 18 7.7 Taken en verantwoordelijkheden van het ondersteunend personeel (administratie) 19 7.8 Taken en verantwoordelijkheden van de I.C.T. coördinator 19 7.9 Taken en verantwoordelijkheden van de directie 19 7.10 Taken en verantwoordelijkheden van de projectgroepen 20 7.11 Taken en verantwoordelijkheden van de bouwen 20 7.12 Taken en verantwoordelijkheden van de rekenspecialist 20 7.13 Taken en verantwoordelijkheden van de taal/leesspecialist 21 8 Taken en verantwoordelijkheden van het Klein Begeleidingsteam (KB) en het Groot Begeleidingsteam (GB) 21 8.1 Niveaus van ondersteuning 22 9 Afspraken in verband met de vertrouwelijkheid 24 9.1 Afspraken in verband met het inlichten/informeren van de ouders(s) / verzorgers 25 10 Afspraken over groepsverlenging 25 11 Motorische Remedial Teaching 26 12 Screening logopedie 26 13 Schoolarts 26 14 Maatschappelijk werk 27 15 Dossiervorming 27 16 Methodes en Leerlingvolgsystemen 28 16.1 Toetsen voor de groepen 1 en 2 28 16.2 Aanvankelijk en voorgezet lezen 28 16.3 Begrijpend lezen 29 16.4 Spelling 29 16.5 Rekenen en wiskunde 30 16.6 Taal 30 16.7 Speciale toetsen 30 17 Sociaal Emotionele Ontwikkeling 30 18 Verwerking toetsresultaten 31 19 Bespreking toetsresultaten 31 20 Start nieuw schooljaar / uitwisselen van gegevens 31 21 Evaluatie 32 Bijlagen
vanaf 33
2
1.
Algemene Doelstelling:
Onze school is een nieuwe school in een nieuwe wijk. Het is ook niet zomaar een school, maar een school met een eigen visie en een eigen gezicht. Wij stimuleren en begeleiden onze kinderen met het doel hen maximaal te ontplooien op het gebied van rekenen, taal, lezen en schrijven waarbij wij gebruikmaken van de nieuwste methoden, ook op het gebied van spel en beweging. Vandaar het motto van onze school: De Meander, dé gezonde sportieve school, dé school in beweging! Deze kenmerken zijn vooral terugvinden in de dagelijkse praktijk op onze school. In alle groepen wordt elke dag aandacht besteed aan beweging. Kinderen willen van nature bewegen en wij geven daar graag gehoor aan door dat op verschillende manieren aan te bieden. Waarom sport en bewegen? Sport en bewegen geeft gezondheid, energie en brengt jonge mensen in balans. Bewegen is een uitlaatklep voor kinderen. Gezonde voeding past bij een gezonde leefwijze. Kinderen kunnen zich onderscheiden en leren omgaan met verschillen. Samenspel wordt naar mate de kinderen ouder worden steeds belangrijker. Sport en spel is ook karaktervormend. Jonge mensen leren zich in te spannen, vol te houden, tegenslagen te overwinnen, zich te houden aan spelregels en omgaan met elkaar. Ook onze leerkrachten hebben allemaal een bepaalde affiniteit met sport en beweging en kunnen door hun persoonlijke kwaliteiten op dat gebied het beoogde profiel van de school waarmaken. De keuze voor sport en beweging is dus geen toevallige keuze. Het is een doordachte keuze die voortkomt uit een bepaalde kijk op onderwijs en opvoeding. Wij zien het als onze missie om binnen de gegeven mogelijkheden van de school dit ‘extra’ van onze school te geven. Onze school is een school voor iedereen. Voor kinderen die aanleg hebben voor spel en sport en degenen die er minder aanleg voor hebben. Voor alle kinderen vinden wij het van belang dat ze een gezonde geest ontwikkelen in een gezond lichaam. Deze doelstellingen zijn een schets waarin de visie en missie van ons team voor de komende jaren is uitgewerkt. Dit is wat wij als team uitstralen. Niet alles wat beschreven staat is al werkelijkheid; we zijn samen met de ouders bezig om de laatste ontwikkelingen vorm te geven. Als school vormen we een lerende organisatie; dat wil zeggen de leerkrachten studeren, volgen cursussen en wisselen hun ervaringen uit met elkaar. Hiermee wordt hun deskundigheid vergroot en zijn ze steeds beter in staat om van De Meander een school te maken waar kinderen zich naar lichaam en geest optimaal kunnen ontwikkelen. De Meander staat niet stil. De Meander blijft in beweging. Afgelopen schooljaar hebben we de ambitie uitgesproken om een excellente school te worden. Dit jaar zullen we gebruiken om ons te orienteren en te informeren hoe we onze uitgangspunten kunnen verwreken op de weg naar excellentie. 2. Uitgangspunten: Om deze doelen te kunnen bereiken, dienen we ons (in het kader van passend onderwijs) bij de keuze van school- en groepsorganisatie, groepsindelingen, methoden en manier van instructie geven, voortdurend af te vragen of de te maken en gemaakte keuzes tegemoet komen aan alle leerlingen. Onze school gaat daarbij uit van handelingsgericht werken en opbrengstgericht werken, waarbij de uitgangspunten van de lerende school gelden. De 7 uitgangspunten van handelingsgericht werken (Pameijer e.a.) zijn: 1. Uitgaan van onderwijsbehoeften 2. Het gaat om afstemming en wisselwerking (deze leerling in deze klas, bij deze leerkracht, in dit lokaal, met deze ouders) 3. De leerkracht doet er toe 3
4. 5. 6. 7.
Positieve aspecten zijn van groot belang We werken constructief samen Ons handelen is doelgericht De werkwijze is systematisch en transparant
Begeleiding vindt binnen de groep plaats. Wanneer dit niet voldoende rendement oplevert, kan een leerkracht via de leerlingbespreking en het Klein Begeleidingsteam (KB) handelingsadviezen krijgen. Hoewel de intern begeleider een belangrijke rol heeft ten aanzien van kinderen die meer ondersteuning nodig hebben, blijft de groepsleerkracht eindverantwoordelijk voor het functioneren van het kind. HANDREI
3
De groei van de Meander:
De Meander’ heeft vanaf het begin een grote groei gekend. De school groeide met gemiddeld 100 leerlingen per jaar. Na vijf jaar is het leerlingen aantal van bijna 550 leerlingen bereikt. Sinds de start van de school hebben we te maken gehad met een aantal verhuizingen. Na anderhalf jaar gewerkt te hebben met twee locaties, is de school weer gehuisvest in één gebouw. De afgelopen twee jaren was voor ons een periode waarin de rust in school was weergekeerd. In deze periode hebben we ervoor gezorgd dat we weer in aanmerking kwamen voor een basisarrangement. Dit kwam ten goede aan de continuiteit van ons onderwijs. Komend schooljaar gaan we gebruiken om ontwikkeling door te zetten en onze school te ontwikkelen naar het niveau ‘ecxellente school’. 4.
Facilitering:
Het dalende leerlingenaantal (een aantal van onze onderbouwgroepen hebben de overstap naar obs ‘de Delta’ gemaakt, noodzaken ons om dit schooljaar te werken met twee combinatiegroepen. Het gaat hierbij om een groep 3-4 en een groep 5-6. Door inzet van onderwijsassistenten in opleiding, PABO-studenten of (onbetaalde) LIOstagiaires van de PABO kunnen wij onze collega’s de ruimte te geven de zorg binnen de groep te optimaliseren. Zij zullen op dusdanige wijze de collega’s in de onderbouw ondersteunen, dat zij in kunnen spelen op de specifieke behoeften van een zorgleerling. Wij zijn als school een lerende organisatie. Wij stimuleren de collega’s bij elkaar in de groepen te kijken en te leren van elkaar. Om aan de behoefte aan scholing omtrent omgaan met gedrag te voldoen, hebben we dit tot speerpunt van onze nascholing gemaakt. In ons Meerjaren Schoolplan (MS) hebben wij scholing omtrent dit gebied opgenomen. De interne begeleiders en de teamleiders hebben als procesbewakers een belangrijke rol hierin. 5.
Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben:
5.1
Wanneer is een kind een leerling die extra ondersteuning nodig heeft?
Een kind is een leerling die extra ondersteuning nodig heeft als het niet voldoende heeft aan het reguliere onderwijsprogramma en daarom een aangepast onderwijsprogramma moet worden aangeboden. Hieronde vallen de volgende leerlingen: 1. Kinderen die problemen hebben met de sociaal emotionele ontwikkeling
4
2. Kinderen die problemen hebben met gedrag, deze kunnen zowel naar binnen als naar buiten gericht zijn. 3. Kinderen die problemen hebben met hun werkhouding 4. Kinderen die problemen hebben met de motoriek 5. Kinderen die problemen hebben met de spraak/taalontwikkeling 6. Kinderen die juist te makkelijk met de grote groep mee kunnen, snelle leerders. 7. Kinderen die niet met de grote groep mee kunnen qua tempo of inhoud. 8. Kinderen waar na de methode gebonden toets verschil is op te merken met de toets (en) ervoor 9. Kinderen die op de CITO toets een IV of een V score behalen 10. Kinderen die op de CITO toets een ander resultaat halen dan verwacht 11. Kinderen met een OPP 12. Kinderen met een LGF-fincanciering Punt 1 tot en met 5: Voor deze kinderen wordt het model: de vijf stappen van de ondersteuning Punt 6: Voor deze kinderen worden de stappen van het hoogbegaafdheidsprotocol (Zaan Primair) gevolgd. Punt 7: De kinderen die niet met de grote groep kinderen mee kunnen komen, staan in het groepsplan vermeld onder de instructieafhankelijke groep. Deze kinderen krijgen extra instructiemomenten en begeleiding van de leerkracht. Punt 8: Als kinderen een methode gebonden toets maken wordt deze door de leerkracht goed geanalyseerd. Als blijkt dat onderdelen van de toets onvoldoende gemaakt zijn wordt hier in de klas meteen aandacht aan besteed. Deze opmerkingen worden in het groepsplan geschreven en de acties zijn terug te vinden in de weekplanning. Punt 9 Kinderen die een V score behalen op de CITO toets hebben extra begeleiding nodig. Dit is terug te vinden in de groepsplannen en de weekoverzichten van de groep. Samen met de intern begeleider wordt goed geanalyseerd wat de vaardigheidsgroei is ten opzichte van de vorige toets. Welke groei had de leerling moeten behalen, is deze groei behaald of niet en waardoor komt dit? Is de leerling in dezelfde normgroep ( V- score) blijven steken of is hij gegroeid ( naar bijv. IV-score). Heeft een leerling onvoldoende groei doorgemaakt, dan wordt er een apart handelingsplan voor de leerling opgesteld. Punt 10. Als kinderen een CITO toets hebben gemaakt wordt er per kind gekeken naar de resultaten, in vergelijking met de resultaten van de CITO toets van de periode ervoor. Dit gebeurt tijdens de groepsbespreking met de intern begeleider. Heeft de leerling de beoogde vaardigheidsgroei gemaakt? Zo ja en zo nee waardoor komt dat? Is de leerling in de zelfde norm gebleven? ( I norm, de II norm, III norm, IV norm of de V norm) of is hij juist gegroeid of afgezakt? Hoe komt dit? Als leerlingen een norm zijn afgezakt wordt hiervan een aantekening gemaakt in het groepsplan en behoeft deze leerling extra zorg. Dit is terug te vinden in het groepsplan en in de weektaak van de groep. Wordt er naast deze tegenvallende
5
resultaten ook een terugval opgemerkt in de methodegeboden toetsen dat wordt de leerling besproken in een leerlingbespreking. Punt 11 Kinderen die na veel extra interventies en individuele handelingsplannen toch stagneren worden besproken in een KB en vandaar uit in het GB. Na een intelligentieonderzoek kunnen deze leerling op een OPP (ontwikkelperspectief) geplaatst worden. We streven ernaar dit niet vóór groep 5 te doen omdat we er van overtuigd zijn dat leerlingen het meeste oppikken als ze met de groep kunnen meedoen. Ook is het mogelijk dat kinderen in een andere groep instructie en verwerkingsmomenten halen. Bij twee maal een onvoldoende op de methode gebonden toets wordt er gesproken met de intern begeleider. Twee maal per jaar vindt er een grote evaluatie plaats waarin ook de ouders betrokken worden. Als het tussendoor niet goed gaat met de leerling worden de ouders daarover geïnformeerd. Punt 12 Kinderen met een rugzak worden begeleid door mensen vanuit het REC en daarvoor aangestelde collega’s. De vorderingen worden met de leerkracht goed doorgesproken. Ook deze leerlingen worden 2x per jaar geëvalueerd, waarbij ook de ouders betrokken worden. Als het tussendoor niet goed gaat met de leerling worden de ouders daarover geïnformeerd. 5.2
Visie op verwijzing naar een speciale basisschool:
De centrale doelstelling van het WSNS project is: “Een continuϋm van zorg tot stand te brengen zodat iedere leerling tijdig, thuisnabij en op adequate wijze de onderwijszorg en begeleiding krijgt die hij/zij nodig heeft”.1 In het kader hiervan, proberen wij onze leerlingen die (om wat voor reden ook) meer hulp nodig hebben, zoveel mogelijk bij ons op school op te vangen. Dit betekent, dat wij accepteren dat er kinderen zijn die meer dan de gemiddelde leerlingen grote behoefte hebben aan:
duidelijkheid omtrent het doel van de les meer tijd om het werk af te maken verlengde instructie vergroten van de aandachtsspanning ondersteuning van de motivatie het expliciet aanleren en gebruiken van deelvaardigheden structurering van het leergedrag
Deze leerlingen (voorheen zorgleerlingen genoemd) noemen wij leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. De wijze waarop wij met hun onderwijsbehoeften omgaan staat omschreven in het groepsplan (zie 6.3. groepsplannen). Soms kan het zijn dat een kind buiten het groepsplan om, kortstondig extra begeleiding nodig heeft. Voor die periode wordt een handelingsplan opgesteld. Om tegemoet te komen aan de behoefte van deze leerling, is het noodzakelijk dat de leerkrachten competent genoeg zijn om deze leerlingvraag om ondersteuning te herkennen en dat de interne begeleider extra begeleiding aan de leerkracht kan bieden. De directie zorgt ervoor dat het team geschoold wordt (in teamverband of op individueel niveau, afhankelijk van de vaardigheden en behoeften van de leerkracht). Omdat van ons gevraagd wordt om vanaf 2014 passend onderwijs te geven aan alle leerlingen die bij ons aangemeld gaan worden, zijn wij ons als team aan het buigen over de 1
WSNS Meerjaren zorgplan Samenwerkingsverband 2701, periode 2012 -2013 versie mei 2012
6
vraag wat wij kinderen aan ondersteuning kunnen bieden en wat de grenzen van onze ondersteuning zijn. Als het niet lukt om (ondanks alle extra hulp) deze leerlingen aan de minimum doelen te laten voldoen, dan kan er een traject in gang gezet worden om een leerling geplaatst te krijgen op een andere basisschool of een speciale basisschool. Dit besluit wordt genomen op GB niveau. In dit verband hebben wij een ‘schoolondersteuningsprofiel’ opgesteld.2 5.3
Visie op leerlingen met specifieke onderwijsbehoefe:
Als leerlingen bij ons op school instromen, neemt de intern begleider contact op met de chool van herkomst. Op het moment dat een ouder bij inschrijving aangeeft dat het kind geen zorgdossier heeft en de school van herkomst het kind wel aanmerkt als zorgleerling, houden wij ons het recht voor om deze leerling eventueel te weigeren. Mocht het een leerling betreffen die ondersteuning nodig heeft, dan zal de intern begeleider de directeur adviseren bij de afweging of de school de ondersteuning kan bieden. Is dat niet het geval, dan zullen wij samen met de ouders op zoek gaan naar een school die de ondersteuning wel kan bieden. Zijn we in staat om de leerling op te vangen, dan zal de de leerkracht (eventueel samen met de intern begeleider) met de ouders in gesprek gaan over de te halen tussendoelen en het geschatte einddoel aan het eind van het leerjaar. Mocht het een leerling met een eigen leerlijn betreffen, dan gaan wij er vanuit dat we deze leerlingen binnen onze school kunnen opvangen en begeleiden.3 De leerling zal worden gevolgd door het KB-team. Alleen als het welbevinden in het geding komt, zal de leerling in het GB worden besproken. Het advies zou dan kunnen zijn: zoeken naar een andere basisschool, een speciale basisschool of ondersteuning in de klas.
5.4 Visie op leerlingen met specifieke behoefte op gedragsgebied We hebben gemerkt dat er behoefte bestaat bij het team om te worden ondersteund bij gedragsproblemen van kinderen. Ook bleek er veel behoefte te bestaan aan duidelijke afspraken hoe we als team professioneel in gesprek gaan met ouders en kinderen. Daarom volgen we leerlingen op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling door middel van het leerlingvolgsysteem “Kijk”. Op basis van de resultaten van “Kijk” worden de leerlingen van groep 1 t/m 8 actief begeleid in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Wij kunnen leerlingen met een gedragsprobleem opvangen. In somige gevallen zal er een ‘rugzak’ subsidie aangevraagd worden, waarbij ondersteuning ingekocht kan worden. Op het moment dat het voor het kind (of zijn omgeving) niet meer veilig is, zal door het GB en de directie -in overleg met de ouders- gekeken worden naar een veilige plek waar het kind de juiste zorg kan krijgen. Dit kan zijn op een andere basisschool, een crisis opvang in het SbaO of een school voor speciaal onderwijs (REC 4) 5.5
Visie op leerlingen met dyslexie:
Landelijk valt waar te nemen dat de resultaten op lees –en spelling gebied afnemen. Ook wij zijn ons er van bewust dat de leesresultaten voldoende moeten zijn om goed aan ons taal- en rekenonderwijs deel te kunnen nemen. We zijn daarom pro-actief extra aandacht gaan besteden aan ons leesonderwijs. Er zijn veel nieuwe, aantrekkelijke boeken aangeschaft, die we didactisch hebben geordend. We hebben niet alleen gekeken naar leesniveau, maar ook of een boek past bij de belevingswereld van een kind dat op dat niveau leest. De collega’s van de onderbouw zijn door de onderwijs begeleidingsdienst bijgeschoold op het gebied van lezen. 2 3
WSNS Meerjaren zorgplan Samenwerkingsverband 2701 periode 2012-2013 Bijlage 1 activiteit 4. Zie 5.6. Visie op ontwikkeling van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften.
7
Het Dyslexieprotocol (verspreid door het Ministerie van Onderwijs) is daarbij als uitgangspunt genomen. Daaruit voortvloeiend worden collega’s getraind in Connect en Ralfi lezen. Daarnaast is het traject “VNL” (Veel Lezen Niveau omhoog, Leesplezier) gestart. D.m.v. observeren bepaalt de leerkracht wanneer een kind toe is aan een hoger AVI niveau. De leerkracht gaat weer “leesles” geven. Lessen waarin op toon lezen en verschillende technieken van begrijpend lezen aan de orde komen. Het VNL lezen vindt plaats in de groepen 3 t/m 8 Er zijn leerlingen waarvan we vermoeden dat er sprake is van dyslexie. Dat kan naar voren komen uit observaties van de leerkracht, uit de resultaten van de toetsen of naar aanleiding van signalen van ouders. Vanaf het moment dat er sprake is van een vermoeden van dyslexie, wordt de leerling extra gevolgd. Het kind krijgt specifieke ondersteuning en gedurende een half jaar wordt er aan dossieropbouw gedaan. De resultaten worden besproken in het GB. Indien nodig wordt er door school een dyslexieonderzoek aangevraagd. Tot het moment van onderzoek wordt een leerling behandeld als een kind met dyslexie. Dat houdt in dat de leerling meer tijd krijgt bij het maken van toetsen of dat de toetsen bij hoge uitzondering (onderzoek is afgerond, we wachten op de officiele verklaring) Vooraf door de leerling gelezen mogen worden. Een groot deel van de boeken worden door de leerkrachten gescand, zodat het digitale bord ook kan worden ingezet ter ondersteuning. 5.6
Visie op hoogbegaafde leerlingen:
Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat in iedere klas op de basisschool 1 a 2 hoogbegaafde leerlingen voorkomen. Op De Meander spreken we liever van “snelle leerders” omdat je daarmee een grotere doelgroep aanspreekt. Er is een protocol hoogebegaafdheid en snelle leerders opgesteld, dat draagvlak heeft onder het hele team. Er zijn materialen aangeschaft en door middel van een specifiek leerlingvolgsysteem worden leerlingen gesignaleerd en wordt er een voorlopige diagnose gesteld.4 De Meander heeft materialen aangeschaft die aantrekkelijk zijn voor snelle leerders. Afspraak is, dat leerlingen niet alleen maar vooruitwerken, maar door middel van extra materiaal en opdrachten zich meer gaan verdiepen in de stof die aan de groep wordt aangeboden. Een voorbeeld is het gebruik van de website www.acadin.nl . Deze leerlingen zijn in ons groepsplan opgenomen. Afhankelijk van hun compenserende en belemmerende factoren zullen ze worden geplaatst in de basisgroep of de instructieonafhankelijke groep. De intern begeleider heeft als procesbewaker een belangrijke rol. Leerlingen (vanaf groep 5) die een i.q. hebben dat 130 of meer bedraagt, en waar uit observatie blijkt dat zij meer dan gemiddeld beschikken over grote woordenschat, extra kennis, voldoende motivatie, een zelfstandige werkhouding en een meer dan gemiddelde nieuwsgierigheid, melden wij aan voor de plusklas van Zaan Primair. Een toelatingscommissie gaat na of een kind geplaatst kan worden in de plusklas. Wordt een kind om welke reden dan ook niet geplaatst, dan gaan wij met ons eigen plan van aanpak aan de gang.
5.7
Visie op leerlingen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap
Uit het opstellen van het Schoolondersteuningsprofiel is gebleken dat het team eenduidig denkt over het opnemen van leerlingen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap. Ieder kind is in principe welkom, maar we zullen bij ieder kind individueel kijken wat wij kunnen bieden en waar onze grenzen liggen.
4
Digitaal handelingsprotocol hoogbegaafdheid, E. van Gerven en S. Drent.
8
5.8
Visie op ontwikkeling van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
Bij ons op school treffen wij voorzieningen om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften passend onderwijs te bieden. Onder specifieke onderwijsbehoefte verstaan wij: “Leerlingen die maximaal het eindniveau van groep 7 halen en zelfs niet deels het leerstofaanbod van groep 8 krijgen voor het betreffende vakgebied”.5 Het betreft leerlingen die op termijn naar het leerwegondersteunend onderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs dan wel het praktijkonderwijs zullen gaan. Deze leerlingen hebben bijvoorbeeld een SO- of SBaO-indicatie, een ‘rugzak’, of cognitieve of sociaal-emotionele belemmeringen op één of meerdere van de vakgebieden rekenen en wiskunde, technisch lezen of begrijpend lezen.6 De school brengt ieder jaar in kaart hoeveel leerlingen met speciale onderwijsbehoeften er bij ons op school zitten. Voor al deze leerlingen stelt de school, na bespreking in het Groot Begeleidingsteam, een realistisch ontwikkelperspectief op. Met ‘ontwikkelperspectief’ bedoelen wij: “Een eigen leerlijn voor het betreffende vakgebied dat is bepaald aan de hand van het verwachte uitstroomniveau van de leerling met tussendoelen die bepaald zijn aan de hand van het ontwikkelingsperspectief met daarbij een beredeneerd, gepland aanbod dat is bepaald op basis van tussendoelen”.7 We raadplegen externe deskundigen, waarbij overleg met de eigen psycholoog het meest voor de hand ligt. De school of ouders kunnen ook kiezen voor het inschakelen van andere externe deskundigen Criteria die wij hanteren bij het opstellen van een ontwikkelperspectief: Er is sprake van een realistisch onderbouwd ontwikkelperspectief. Wij gebruiken hiervoor als basis de tabel 31 op blz. 47 uit de brochure “Analyse van de waardering en opbrengsten”, september 2012 van de Inspectie van het onderwijs. Raadplegen van externe deskundigheid, waarbij overleg binnen het samenwerkingsverband, met de schoolbegeleider, met de psycholoog die lid is van het GB, is daarbij het meest voor de hand liggend. De tussendoelen, afgeleid van het ontwikkelperspectief, zorgen ervoor dat we de vorderingen van de leerlingen goed kunnen volgen. Via het KB en GB volgen we de ontwikkeling van deze leerlingen aan de hand van de tussendoelen en de verwachte uitstroom van een leerling. We kijken of deze leerlingen zich naar verwachting ontwikkelen. Er wordt minimaal 3 keer per jaar geëvalueerd. De school hanteert bij het vaststellen van een ontwikkelingsperspectief een hoog ambitieniveau. Het streven is dat leerlingen ruim uitkomen boven het verwachte rendement bij dit ambitieniveau. Op dit moment schrijven wij ontwikkelperspectieven uit vanaf groep 5. Nu gaat dit nog op basis van de uitslag van een psychologisch onderzoek. In de toekomst proberen wij ons dusdanig te ontwikkelen dat wij dit ook onderbouwd kunnen uitschrijven zonder dat er een psychologisch onderzoek heeft plaatsgevonden. De intern begeleider zet (in overleg met de groepsleerkracht) het ontwikkelperspectief op papier.
5 6 7
Zie: Inspectie: “Analyse en waardering van opbrengsten”, september 2010. Zie: Inspectie: “Analyse en waardering van opbrengsten”, september 2010. Op basis Inspectie: “Analyse en waardering van opbrengsten”, september 2010.
9
6 Kwaliteitzorg Als school zijn wij volop in ontwikkeling om het schrijven van groepsplannen en ontwikkelperspectieven te realiseren. We stellen doelen, die staan genoemd in het plan van aanpak, de groepsplannen, handelingsplannen en ontwikkelperspectieven. In de plannen omschrijven wij hoe wij die doelen willen realiseren en op welke momenten wij evalueren en eventueel bijstellen. Wij leggen als school verantwoording af aan het bestuur. In gesprekken met onze clusterdirecteur geven wij weer hoe wij de resultaten bekijken, analyseren en opnemen als ontwikkelpunt. We gebruiken onze meetresultaten om ons onderwijs bij te kunnen sturen. Het bestuur geeft sturing en legt verantwoording af aan de inspectie van onderwijs. Ieder jaar schrijven wij een Meerjaren Schoolplan (M.S.) en een Jaar Schoolplan(J.S.) Daarin geven wij aan wat onze plannen zijn op korte- en langere termijn (1 jaar en 4 jaar). Daarbij hanteren we een Plan van Aanpak, dat met name de praktische aanpak op onderwijskundig gebied omschrijft. Bestuursbreed is afgesproken dat bij alle kleuters (ook bij de leerlingen van groep 1) de Cito toets Taal voor Kleuters (TvK) en Rekenen voor Kleuters (RVPK) wordt afgenomen. We maken gebruik van de toetsen van Cito en houden de resultaten bij in het systeem ESIS. De ontwikkeling van de kleuters wordt gevolgd en vastgelegd in KIJK en ESIS. In de groepen acht worden de eindopbrengsten gemeten met de M8 toetsen. Vanaf schooljaar 2014-2015 wordt de eindtoets Cito afgenomen. Deze toets geeft (samen met de Saqi, de NIO en het advies van de leerkracht) richting aan het advies voor voortgezet onderwijs. 6.1 Opbrengstgericht werken. Omgaan met verschillen in leren tussen leerlingen in de klas is en blijft één van de speerpunten van het schoolbeleid. Het gaat het om het verbeteren, versterken en borgen van de leerresultaten van de leerlingen. Opbrengstgericht werken is geen doel op zich, maar een middel om tot nog betere resultaten te komen. Opbrengstgericht werken verloopt via een aantal stadia: - We leggen vooraf doelen vast - We verzamelen informatie (we observeren, we nemen methode gebonden toetsen en landelijk genormeerde toetsen (Cito) af - We houden de vorderingen bij - We analyseren de vorderingen (hoe is er gescoord, wat is er goed gegaan, wat zijn verbeterpunten?) - We nemen beslissingen (hoe kunnen we ons onderwijs bijsturen? Hoe kunnen wij invloed uitoefenen op het leerproces?) - We evalueren of onze inzet voldoende rendement brengt. De Meander streeft naar opbrengstgericht werken. Het team is bezig zich in een hoog tempo te ontwikkelen ten einde snel de kwaliteit van ons onderwijs te kunnen verbeteren en vasthouden. 6.2. Passend onderwijs. Er zullen altijd leerlingen blijven die meer- of andere aandacht nodig hebben dan het gemiddelde kind in de klas. Dan stelt de leraar zich niet alleen de vraag of het om taal of rekenen of gedrag gaat, maar zoekt naar een antwoord op de vraag hoe je als professional met die leerling omgaat. Passend onderwijs voor elke leerling beperkt zich niet tot het omgaan met leerlingen met een fysieke handicap, met leermoeilijkheden of oppositioneel gedrag, maar richt zich ook op de basisvaardigheden en op het gedrag en handelen van de leraar.8 8
Op basis van PO-Raad: “Handreiking werken met groepsplannen”, blz.3
10
Het is belangrijk dat dit op effectieve, systematische en planmatige wijze gebeurt. Dit betekent inhoudelijk dat er in ieder geval sprake moet zijn van: meer instructietijd; een goede opbouw in de instructie die wordt gegeven; gerichte begeleiding en ondersteuning; voldoende tijd en mogelijkheden om te oefenen. Evaluatie Hieronder een concrete uitwerking: Zoals in het Meerjaren Schoolplan beschreven is ons onderwijsaanbod afgestemd op al het hier boven genoemde. Onze leerkrachten in de groepen 1 en 2 werken thematisch, waarbij de thema’s deels aansluiten bij de thema’s van groep 3 t/m 8. De leerkrachten handelen volgens een vaste dagplanning. Elke dag wordt een taal- of rekenactiviteit aan de gehele groep aangeboden. Dat gaat volgens de punten uit het model van de directe instructie (oriëntatie, doel, instructie, interactie, geleide oefening, zelfstandig werken, nagesprek) . Vervolgens wordt op basis van de groepsplannen de taal- of rekenactiviteit verder uitgewerkt met een groepje leerlingen, waarbij de andere leerlingen in kleine groepjes zelfstandig spelen en of werken. Elke dag staat naast de reken- of taalactiviteit ook een bewegingsactiviteit en een (buiten) speelactiviteit op het rooster. Deze manier van aanbieden is al ver ontwikkeld, hoewel er nog ontwikkelpunten zijn (o.a. het houden van een goed nagesprek). Onze leerkrachten in groep 3 t/m 8 handelen ook volgens het model van directe instructie, niet alleen vanuit thema’s maar ook vanuit methodes. Effectieve instructietijd. . Centrale instructie voor de gehele groep. . Verlengde instructie voor de leerlingen die daar behoefte aan hebben. . Individuele instructie waar dat (nog) nodig is. Een goede opbouw in de instructie die wordt gegeven. De lessen beginnen met een oriëntatie op de stof en het noemen van het doel. Daarna volgt de interactieve instructie en de controle of de instructie begrepen is. Gerichte begeleiding en ondersteuning. Na de centrale instructie volgt begeleide inoefening en vervolgens zelfstandige verwerking. Daarna volgt de verlengde instructie voor de leerlingen die dat nodig hebben. Voldoende tijd en mogelijkheden om te oefenen. Het grootste deel van de les zijn de leerlingen bezig met de zelfstandige verwerking. Leerlingen die daar mee klaar zijn, werken aan verdiepings- of verrijkingsstof. De leerkracht stelt eisen aan de kwaliteit en de hoeveelheid te maken verdiepings- of verrijkingsstof. Dit is verwerkt in het groepsplan en terug te vinden in de weekplanning. Evaluatie. Aan het eind van de lessen wordt er geëvalueerd. De leerkracht stelt vragen om te kijken of het doel wel of niet behaald is en hoe dat dan kwam.
11
Zelfstandig werken: De leerkrachten hanteren elementen van het GIP-model. De leerlingen hebben rood/groene kaartjes op de tafel liggen. Op het moment dat de leerkracht rondes door de klas loopt of zijn groep observeert, tijdens het zelfstandig verwerken, kan een kind doormiddel van dit kaartje aangeven of het een vraag heeft (kaartje op rood). Op het moment dat de leerkracht een verlengde instructie geeft, verschijnt er een teken voor uitgestelde aandacht op het bord (stoplichtmodel). De leerlingen weten dat de leerkracht op dat moment niet gestoord mag worden. Leerlingen mogen elkaar onderling ook helpen. Naast leerlingen met taal/lees/rekenproblemen zitten er ook altijd leerlingen in de groep die opvallen omdat ze een sterke taal/lees/rekenontwikkeling hebben. Deze leerlingen vragen ook om aanpassingen in het gangbare taal/lees/rekenonderwijs. Gebeurt dit niet, dan is de kans groot dat zij gaan onderpresteren, met alle mogelijke gevolgen van dien. Goed taal/lees/rekenonderwijs vraagt in ieder geval van leerkrachten sterke vaardigheden op het punt van differentiatie. Deze differentiatie kan op verschillende manieren vorm krijgen. Bij ons op school kiezen we voor een convergente differentiatie. Daarmee bedoelen we: “Bij convergente differentiatie proberen leraren leerlingen zoveel mogelijk als groep bij elkaar te houden en passen zij differentiatie toe door bijvoorbeeld gebruik te maken van minimumprogramma’s en extra uitdagende programma’s”9 Goede differentiatie is alleen mogelijk als de leerkracht beschikt over gegevens van leerlingen. Op basis van deze gegevens kunnen leerkrachten vanuit een goed groepsoverzicht vaststellen waar de onderwijsbehoeften van de leerlingen liggen. 6.3. Groepsplannen. Onder een groepsplan verstaan wij: “Een middel om planmatig tegemoet te komen aan de verschillende onderwijsbehoeften van alle leerlingen in een heterogene groep, behalve leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte”.10 Met andere woorden: wat heeft deze leerling nodig om het doel aan het eind van deze periode te behalen? Door het benoemen van onderwijsbehoeften kunnen leerkrachten vaststellen welke initiatieven moeten worden genomen om leerlingen optimaal te laten groeien in hun taal/lees/rekenontwikkeling. Bij het benoemen van onderwijsbehoeften van een leerling zegt de leerkracht iets over: de doelen die in de komende periode voor het kind worden nagestreefd wat het kind nodig heeft om deze doelen te bereiken. In iedere groep zitten leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften. Bij ons op school worden de leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften geclusterd. Omdat wij meer dan drie verschillende niveaus niet verantwoord vinden, leidt dit tot differentiatie in drie groepen. 6.4. Criteria waarop leerlingen worden geplaatst in een groepsplan. In het groepsplan hanteren we de volgende indelingscriteria: Compenserende en belemmerende factoren 11 Resultaten behaald op de landelijke CITO toetsen (vaardigheidsscores) Resultaten behaald op de methode gebonden toetsen Observaties door de leerkracht Gesprekken met kinderen (ouders) 9
Inspectie van het Onderwijs: “Opbrengstgericht werken in het basisonderwijs” blz. 5 Op basis van PO-Raad: ”Werken met groepsplannen”.
10
11
Zie bijlage didactisch pedagogisch groepsoverzicht
12
Op basis van bovenstaande criteria komen we tot 3 instructiegroepen: Instructie onafhankelijke leerlingen. Dit zijn de goede leerlingen die vaak voldoende hebben aan een korte instructie. Instructiegevoelige leerlingen. Dit is de basisgroep, waartoe over het algemeen het merendeel van de leerlingen behoort. Zij ontvangen de basisinstructie. Instructieafhankelijke leerlingen. Dit zijn de leerlingen die meer instructie en begeleiding van de leerkracht nodig hebben. Zij ontvangen naast de basisinstructie verlengde instructie.12 In het groepsplan staat precies welke stof deze leerlingen aangeboden krijgen en op welke manier en op welke tijd. De leerkracht volgt altijd de volgende stappen voor het werken met een groepsplan: Gegevens verzamelen Analyse van de resultaten Inventariseren onderwijsbehoeften Definitieve clustering Schrijven groepsplan Uitvoeren groepsplan Evalueren Deze cyclus doorlopen we twee keer per jaar. D In februari en juni vinden de resultaatgesprekken plaats tussen de groepsleerkracht en de teamleider aan de hand van een vaste agenda. Daarna schrijven de leerkrachten de nieuwe groepsplannen De groepsplannen worden tijdens de groepsbesprekingen met de intern begeleider bijgesteld. In oktober en april worden de groepsplannen besproken door de groepsleerkracht en de intern begeleider. De documenten worden opgeslagen in Esis. De resultaten en opbrengsten worden beschreven in het jaarverslag ‘resultaten en opbrengsten’. 6.5 Referentieniveaus Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft referentieniveaus laten ontwikkelen. Uitgangspunt is, dat met doorlopende leerlijnen en referentieniveaus voor de hele onderwijsketen de kansen van leerlingenop een optimale schoolloopbaan wordt vergroot. Een expertgroep heeft niveaus beschreven voor de volgende leeftijden: op de leeftijd van 12, 16 en 18 jaar. Voor elk moment is het niveau aangegeven waaraan alle leerlingen op dat moment zouden moeten voldoen, de fundamentele niveaus (F). Voor leerlingen die meer aan kunnen zijn er streefniveaus geformuleerd (S). 13 Wat houden de referentieniveaus voor taal en rekenen in? De referentieniveaus voor taal en rekenen zijn ingedeeld in domeinen, met per domein een nadere beschrijving. De niveaus 1F en 1S zijn van toepassing op het einde van het basis- en speciaal (basis) onderwijs. Het is de bedoeling dat alle leerlingen het fundamentele niveau 1F halen. Maar uiteraard willen we dat zoveel mogelijk leerlingen een zo hoog mogelijk niveau halen.14De taal- en rekenspecialsten hebben het team geinformeerd. De intern begeleider heeft tijdens een andere teambijeenkomst de collega’s nogmaals geinformeerd. De brochure ‘van kerndoel tot leerlijn’ is verspreid en besproken. De brochure wordt gebruikt bij het opstellen van de groepsplannen. Schooljaar 2013-2014 12
Op basis van de PO-Raad: “Handreiking werken met groepsplannen”, blz. 5 en 6
13
Kwaliteitskaart doorlopende leerlijnen taal en rekenen, kennismaken met de Referentieniveaus voor Taal en Rekenen in het primair onderwijs. 14 vragen en antwoorden. Pag. 2 en 3.
14
Kwaliteitskaart doorlopende leerlijnen taal en rekenen, kennismaken met de Referentieniveaus voor Taal en Rekenen in het primair onderwijs. 14 vragen en antwoorden. Pag. 2 en 3. 13
gaan wij gebruiken om de tussen- en einddoelen nog concreter te verwoorden in de groepsplannen. Wij streven ernaar dat iedere leerling minimaal het fundamentele niveau (1F) haalt. Voor de snelle leerders hanteren wij het streefdoel (1S).
7.W.S.N.S. Samenwerkingsverband: De Meander maakt in het kader van “Weer Samen Naar School” deel uit van samenwerkingsverband 2705 van het openbaar- en bijzonder primair onderwijs in Zaanstad, Oostzaan en Wormerland. Het samenwerkingsverband werkt onder leiding van een coördinator. De intern begeleider woont een aantal keren per jaar een IB-netwerk bij. Onder leiding van de coördinator van WSNS krijgt de intern begeleider informatie rondom leerlingenondersteuning. Ook kunnen de interne begeleiders ervaringen en kennis uitwisselen tijdens het netwerk. WSNS organiseert 2x per jaar een IB/directeurendag. Op die dag volgen directieleden en intern begeleiders diverse workshops rondom leerlingenondersteuning. 7.1 Taakomschrijving Om het team goed aan te sturen, is het voor de directie noodzakelijk om de diverse taken te verdelen tussen groepsleerkracht, teamleider, i.c.t.’er, intern begeleider en directie. Om goed inzicht te krijgen hebben we hieronder de taken en verantwoordelijkheden omschreven. Wij hebben daarvoor het volgende organogram voor ontwikkeld:
organogram o.b.s. “de Meander” vanaf 19-08-2013 Ron Directeur
Teamleiders
I.B.en specialisten
beleidsmatig en organisatorisch
Onderwijsinhoudelijk en zorg
Leerkrachten en OPP
Leerkrachten en OPP
14
7.2
Scholingsbeleid
De leerkrachten van de Meander zijn goed opgeleid en kundig. Wij zijn structureel tijdens studiedagen en teambijeenkomsten met elkaar in gesprek om inhoudelijk ons onderwijs op elkaar af te stemmen en te verbeteren. Wij vinden het belangrijk dat collega’s bij elkaar kijken en leren van elkaar en stimuleren initiatieven op dat gebied. Ook stimuleren wij collega’s die nascholing willen volgen en trachten daar zoveel mogelijk bij te faciliteren. Voor het hele team organiseren wij jaarlijks een aantal bijeenkomsten waarbij wij zoveel mogelijk leren van elkaar. De afgelopen twee jaar zijn wij bezig geweest met het vergroten van onze vaardigheden op reken/taal/leesgebied en het inzetten van groepsplannen. De komende jaren zal ons beleid er op gericht zijn om de leerkrachten te scholen in het kader van de ontwikkelpunten die in ons plan van aanpak zijn opgenomen. Ons meerjaren schoolplan (M.S.P.) is (buiten de punten van Zaan Primair) onder andere afgeleid van het plan van aanpak dat we het afgelopen jaar hebben uitgevoerd en heeft onze ontwikkelpunten en nascholingsplannen opgenomen. De school heeft de ambitie uitgesproken om een excellente school te worden. Schooljaar 2013-2014 wordt uitgetrokken om onszelf te informeren d.m.v. schoolbezoeken en literatuurstudie. We gebruiken het jaar ook voor het schrijven van een ondernemerplan waarin o.a. een tijdpad en planning wordt opgenomen.
7.3 Taken en verantwoordelijkheden van groepsleerkracht (vakleerkrachten, specialisten): Algemeen: De leerkracht zorgt voor een pedagogisch en didactisch klimaat waarin een kind zich veilig en prettig voelt, opdat het zich goed kan ontwikkelen. Specifieke taken: Geven passend onderwijs aan kinderen vanuit de visie van de school Zorgen voor goede resultaten en opbrengsten Houden een duidelijke administratie bij van hun dagelijkse werkzaamheden met kinderen: groepsplannen; dag- en weekrooster; eventueel eigen leerlijnen Voeren hun toetsgegevens in ESIS Analyseren hun toetsgegevens Schrijven 2x per jaar groepsplan rekenen, taal, lezen, spelling Stellen 2x per jaar de groepsplannen bij Vullen 2x per jaar KIJK in Houden resultaten bij via Kleuterplein Zorgen voor een goede sfeer en leerklimaat in hun groep Houden minimaal drie oudergesprekken per schooljaar over de voortgang van hun kinderen Maken twee keer per schooljaar een rapport over de vorderingen van hun leerlingen Neemt deel aan leerlingenbesprekingen, KB, en GB. Maakt notulen van bouwvergaderingen Leveren gegevens aan voor het personeelsdossier Voeren groepsbesprekingen met de intern begeleider Voeren niet lesgebonden taken uit rond taakbeleid Zijn bereid een maatje te zijn voor een collega Zijn lid van de team/bouwvergadering
15
Stelt handelingsplannen/OPP op voor zorgleerlingen uit zijn/haar groep, in overleg met de intern begeleider
Verantwoordelijk: Voor het welzijn van de kinderen in hun groep (sfeer, leerklimaat) Voor een goede verslaglegging van de resultaten van de kinderen Voor het informeren van de ouders rond de voortgang van de kinderen Voor het informeren van de intern begeleider rond de voortgang van de kinderen Voor kwalitatief goed passend onderwijs aan kinderen van onze school Voor het uitdragen van de visie van onze school Voor goede communicatie naar collega’s Voor goede communicatie naar kinderen Voor goede communicatie naar de ouders van de kinderen 7.4
Taken en verantwoordelijkheden van de teamleider:
Algemeen: De teamleider initieert en voert al datgene uit wat nodig is voor het goed functioneren van de leerkrachten. Uiteraard met in achtneming van datgene wat in beleid en kaders is vastgelegd. Specifieke taken: Maakt de jaarplanning per bouw en draagt zorg voor de evaluatie Coördineert het taakbeleid binnen de bouw en geeft advies voor een goede taakverdeling en draagt zorg voor de evaluatie van commissies en werkgroepen Adviseert de directie m.b.t. de formatie Mede overleggen over regeling bij langdurig zieken Teamleider is aanspreekpunt voor leerkrachten, directie en intern begeleider Spreekt intervisie momenten af, m. b. v klassenbezoek a. d. v. een vastgesteld thema inzake de uitvoering van het onderwijs met teamleider als gespreksleider Teamleider zal niet deelnemen aan commissies. Teamleider is lid van het MT en legt verantwoording af aan de directie over de uitgevoerde werkzaamheden Houdt feedbackgesprekken, een op een, binnen de gestelde kaders, over afspraken en zaken die voortvloeien uit besluiten van de bouw/teamvergaderingen, dan wel zaken m.b.t. het schoolbelang De teamleider zal deelnemen aan de sollicitatiecommissie bij een vacature in de bouw. Invulling studiedagen i.s.m. directie en intern begeleider Coördineert in overleg met de directie de eerste dagopvang bij ziekte van leerkrachten 7.5
Taken en verantwoordelijkheden van de intern begeleider
Algemeen: De intern begeleider is onder verantwoordelijkheid van de directie belast met het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van het (bovenschools) ondersteuningsbeleid,de coördinatie en uitvoering van het ondersteuningsbeleid in de school en de begeleiding en professionalisering van leerkrachten.
16
Specifieke taken: 1. Bijdrage beleidsvoorbereiding (bovenschools) ondersteuningsbeleid. Analyseert de ondersteuningsactiviteiten, toetsresultaten en leerling-besprekingen en werkt op basis daarvan didactische leerlijnen uit in samenspraak met de leerkracht. De intern begeleider is waar mogelijk de voorzitter van een leerlingbespreking. Adviseert de directie bij het ontwikkelen van onderwijs en ondersteuningsbeleid in de school en het bovenschoolse ondersteuningsbeleid. Stelt jaarlijks het ondersteuningsplan op binnen de kaders van het meerjaren(bovenschools) beleidsplan. Gaat bij aanmelding van nieuwe leerlingen na bij de oude school of er ondersteuning verleend moet worden en adviseert de directeur t.a.v. de aanname van nieuwe leerlingen Vertegenwoordigt de school in intern en extern overleg over ondersteuningsbeleid. 2. Coördinatie en uitvoering ondersteuningsbeleid in de school Coordineert de activiteiten rondom de voorbereiding van de toetsafname, door middel van CITO-brieven. Draagt zorg voor opzet en uitwerking van het leerlingvolgsysteem volgens afspraken in het ondersteuningsplan Organiseert onderzoek en speciale hulp m.b.t. leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben (bijv. rugzak leerlingen), zorgt voor dossiervorming t.b.v. deze leerlingen. Is voorzitter bij leerlingbesprekingen, groepsbesprekingen en bereidt de bijeenkomsten voor. De directie is voorzitter van het GB en KB. De intern begeleider levert de stukken aan. Coördineert aanmeldingen en verwijzingen van leerlingen Initieert en coördineert de indicatieaanvragen voor REC-scholen of LGF-leerlingen. Coördineert de begeleiding die door externen wordt verzorgd Organiseert en neemt deel aan extern overleg m.b.t. zorgleerlingen. Coördineert activiteiten m.b.t. schoolverlaters, bewaakt de procedure van aanmelding voor het LWOO/praktijkgericht onderwijs. Coördineert de terugplaatsing van leerlingen vanuit het speciaal onderwijs in het regulier basisonderwijs. Houdt een eigen budget bij. 3. Begeleiding en ondersteuning leerkrachten
Draagt kennis over leerlingondersteuning over aan leerkrachten binnen de school Ondersteunt leerkrachten bij het zoeken van lesmateriaal ter ondersteuning van deze leerlingen. De leerkracht blijft proces eigenaar. Adviseert leerkrachten over leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, didactische vragen en dergelijke en organiseert collegiale consultatie. Dit in samenspraak met de teamleider. Begeleidt en coacht leerkrachten bij het interpreteren van gegevens over de ontwikkeling van leerlingen, het opstellen en uitvoeren van handelingsplannen en het bewaken van het vervolg daarop. Begeleidt leerkrachten bij het uitvoeren van groepsplannen. Begeleidt en coacht leerkrachten in het afnemen van diagnostische toetsen en het invullen van observatieformulieren. Observeert klassensituaties teneinde advies te geven aan leerkrachten voor aanpak van specifieke leerlingen, specifieke situaties en het vergroten van de leerkrachtvaardigheden. De observatie kan gericht zijn op het gedrag van de leerling en/of de leerkracht. 17
De intern begeleider is SVIB gecertificeerd. (Psychologische) onderzoeken worden samen met (psycholoog/orthopedagoog), leerkracht, intern begeleider en ouders besproken. Leerkrachten kunnen de intern begeleider inschakelen bij oudergesprekken. In overleg met de leerkracht zal worden afgesproken wie het gesprek zal leiden. De intern begeleider verduidelijkt en ondersteunt tijdens het gesprek. Soms leidt de intern begeleider het gesprek.
4. In samenwerking met teamleiders/specialisten op taal- en rekengebied: Overleg met (en aanspreekpunt voor) teamleiders m.b.t. de zorg en coaching in de bouw. Er zal een structureel overleg plaatsvinden tussen intern begeleider, teamleiders en specialisten. Invulling studiedagen: er zal een jaarplan over de invulling vóór de start van het nieuwe schooljaar aan het team gepresenteerd worden. 5. Professionalisering Houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit. Neemt deel aan scholing- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie en intervisie. Bestudeert relevante vakliteratuur. Verantwoordelijkheden: Kader: het ondersteuningsplan en de beleidslijnen van de school. Beslist bij/over: het analyseren van de ondersteuningsactiviteiten, toetsresultaten en leerling-besprekingen en het op basis daarvan uitwerken van didactische leerlijnen. Draagt zorg voor de opzet en uitwerking van het leerlingvolgsysteem volgens afspraken die in het ondersteuningsplan staan. Observeert klassensituaties teneinde leerkrachten te kunnen adviseren bij de aanpak van specifieke leerlingen. Verantwoording: aan de directie van de school voor wat betreft: kwaliteit van de bijdrage aan de ontwikkeling van het bovenschools ondersteuningsbeleid de coördinatie en uitvoering van het ondersteuningsbeleid binnen de school begeleiding en professionalisering van leerkrachten de coaching van leerkrachten 7.6
Taken en verantwoordelijkheden van de Zorgcoördinator:
Algemeen Neemt namens de intern begeleider deel aan het MT Informeert de intern begeleider na afloop van een MT vergadering Coordineert de overlegmomenten tussen de intern begeleiders en de specialisten Is contactpersoon naar Zaan Primair toe 7.7
Taken en verantwoordelijkheden van het Onderwijs ondersteunend personeel (administratie)
Algemeen Sorteert de binnengekomen post (ook e-mail) Neemt alle binnenkomende telefoongesprekken aan Houdt de leerlingen administratie bij Onderhoudt de financiële administratie Houdt de maandkalenders voor ouders actueel Houdt de agenda van de directie actueel 18
Voert de absenten in en draait lijsten uit voor de leerkrachten Belt voor vervanging van leerkrachten met Syntact Houdt de vervangingsstaat actueel Bouwt de administratie verder uit Zorgt ervoor dat kopieerwerk voor de leerkrachten gedaan wordt. Doet huishoudelijke klussen bij afwezigheid van de conciërge Ondersteunt de intern begeleider op diens verzoek
Verantwoordelijk Voor de directie administratie van de school Huishoudelijke zaken (samen met de conciërge) 7.8
Taken en verantwoordelijkheden van de I.C.T.er:
7.9
Bijhouden van ontwikkelingen rond ICT en onderwijs Na overleg met de directie voorbereiden en uitwerken van ICT-beleid Adviseren over gewenste inzet en implementatie van ICT Voorzitter van de onderwijswerkgroep ICT Plannen en bewaken van de uitvoering van het ICT beleid Begeleiden van ICT-projecten (workshops) Voorstellen doen aan de directie voor aanschaf hard- en software Installatie en onderhoud apparatuur en programmatuur Beheer en onderhoud van de website Beheer van licenties Beheer van Basisschoolnet Taken en verantwoordelijkheden van de directie:
Algemeen: Het scheppen van voorwaarden om te komen tot de meest maximale vorm van uitvoering van ondersteuningsactiviteiten. Specifieke taken: Geeft leiding aan een team van professionals vanuit de visie van de school Bewaakt de kwaliteit van het totale onderwijs en het personeel Motiveert en stimuleert positieve ontwikkelingen die goed zijn voor de school Koppelt financiën aan ontwikkelingen Bepaalt het beleid van de school op korte en lange termijn Zorgt voor transparant en evenwichtig taakbeleid in de school Vertegenwoordigt het bevoegd gezag naar het team en de ouders Maakt het meerjarenplan en jaar ontwikkelplan Houdt functionerings-, voortgangs- en beoordelingsgesprekken Maakt de jaarlijkse begroting voor de school Is voorzitter van het MT, de teamvergadering en de Begeleidingsteams Zorgt voor een positieve uitstraling van de school Verantwoordelijk Voor het welzijn van de kinderen, personeel en ouders Voor de kwaliteit van het totale onderwijs en het personeel van de school Voor de financiën van de school Voor de sfeer in de school Voor innovatieve ontwikkelingen binnen de school Voor goede communicatie intern en extern Voor taakbeleid binnen de school
19
7.10 Taken en verantwoordelijkheden van de Projectgroepen Ontwikkelen van onderwijsvernieuwingen of verbeteringen Leden Eén leerkracht uit elke bouw Eén directielid per werkgroep Eventueel externen Verantwoordelijk voor: Heldere doelstellingen, omschreven in een projectplan Voor een reële planning Voor de goede uitvoering Voor een goed resultaat Voor eventueel toegekend budget Tussentijdse presentaties en evaluaties 7.11
Taken en verantwoordelijkheden van de Bouwen
Zorgen voor een goede afstemming binnen de groepen van de bouw Maken afspraken, plannen activiteiten tijdens overleggen Invullen van taakbeleid
Leden Teamleider Leerkrachten van de betreffende bouw Verantwoordelijk Voor de dagelijkse gang van zaken in de bouw Voor een goede afstemming en planning van activiteiten Voor goede communicatiestructuur binnen de bouw 7.12 De taken van een rekenspecialist: Aansturen projectgroep rekenen en het verdelen van taken. Waarborgen van de ontwikkelingen op rekengebied (d.m.v. klassenbezoeken). Afspraken/ontwikkelingen laten terugkomen in bouwvergaderingen en teamvergaderingen. Afspraken borgen door regelmatig te evalueren (MT, bouwvergadering; in overleg met de teamleiders). Evalueren van de ingezette trajecten door middel van een vast vergaderpunt op de bouwvergaderingen. Ondersteuning/begeleiding collega's bij het geven van goed rekenonderwijs volgens de schoolbrede afspraken. Overleg met de intern begeleider naar aanleiding van hun bevindingen betreft monitoring en de (trend)analyses. Aanschaf van diverse rekenmaterialen in overleg met intern begeleider en directie. Kennis hebben van de doorgaande leerlijn van groep 1 tot en met 8. Zorgen dat de leerkrachten op de hoogte zijn van de eigen leerlijn en die van de aangrenzende leerjaren. Hier is de leerkracht zelf verantwoordelijk voor. De rekenspecialist houdt hierbij toezicht. Ondersteuning van de intern begeleider bij het opstellen van de groepsplannen. Overgang van groep 2 naar 3. Op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen. Coördinatie/meedenken aanschaf + evalueren nieuwe methode. 20
Schrijven en actueel houden van het beleidsplan voor rekenen. Het actueel en toegankelijk houden van het borgingsdocument. Schrijft naar aanleiding van de klassenbezoeken een algemeen verslag in de interne nieuwsbrief bestemd voor alle collega’s. Plannen van afspraken met MT, directie, intern begeleider, leerkrachten in de jaarkalender.
7.13 De taken van een taal/leesspecialist: Zichzelf blijven scholen op taal/leesgebied Aansturen projectgroep taal/lezen en het verdelen van taken. Waarborgen van de ontwikkelingen op taalgebied (d.m.v. klassenbezoeken). Afspraken/ontwikkelingen laten terugkomen in de projectgroep, de bouw,- en teamvergaderingen. Afspraken borgen door regelmatig te evalueren (MT, bouwvergadering; in overleg met teamleider). Evalueren van de ingezette trajecten door middel van een vast vergaderpunt op de bouwvergaderingen. Ondersteuning/begeleiding collega's bij het geven van goed taal/leesonderwijs volgens de schoolbrede afspraken. Overleg met intern begeleider naar aanleiding van hun bevindingen betreft monitoring en de (trend)analyses. Aanschaf van diverse materialen in overleg met intern begeleider en directie. Kennis hebben van de doorgaande leerlijn van groep 1 tot en met 8. Zorgen dat de leerkrachten op de hoogte zijn van de eigen leerlijn en die van de aangrenzende leerjaren. Hier is de leerkracht zelf verantwoordelijk voor. De taal/lees coördinator houdt hierbij toezicht. Ondersteuning van de intern begeleider bij het opstellen van de groepsplannen. Op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen. Coördinatie/meedenken aanschaf + evalueren nieuwe methode. Schrijven en actueel houden van het beleidsplan voor taal/lezen. Schrijft naar aanleiding van de klassenbezoeken een algemeen verslag in de interne nieuwsbrief bestemd voor alle collega’s. Plannen van afspraken met MT, directie, intern begeleider, leerkrachten in de jaarkalender.
8. Taken en verantwoordelijkheden van van het Klein Begeleidingsteam (KB) en Groot Begeleidingsteam (GB) Algemeen: Het KB en het GB neemt een eigen plek in op school met betrekking tot de zorgstructuur. De taken en verantwoordelijkheden staan omschreven in ‘de vijf niveaus van ondersteuning’ 8.1
Niveaus van ondersteuning:
1e niveau: ondersteuning op groepsniveau: De leerkracht speelt een centrale rol en neemt maatregelen waarmee problemen van leerlingen, die uit het dagelijks onderwijs voortvloeien, voorkomen worden. De interventies die worden gepleegd, komen voort uit het groepsplan. Aan het eind van de periode wordt het groepsplan door de leerkracht geevalueerd en bespreekt het resultaat met de intern begeleider. 21
2e niveau: extra ondersteuning in de groep: adviezen via de leerlingbespreking: De leerkracht geeft extra hulp aan kinderen die dat nodig hebben. Hij/zij geeft deze extra begeleiding op basis van systematisch verkregen signaleringsgegevens uit toetsen en observaties. Systematisch wil zeggen: op regelmatige tijdstippen, via gestandaardiseerde werkwijzen. Bij twijfel over voortgang of verdere aanpak, zal de leerkracht tijdens de 10-minuten gesprekken zijn/haar zorg voorleggen aan ouders en het kind bespreken in de leerlingbespreking. De leerlingbespreking wordt gevormd door de leerkracht van de leerling en de collega’s die ervoor worden uitgenodigd (bijv. parallelcollega’s of de vorige leerkracht van het kind). De leerkracht bereidt de leerlingbespreking voor en brengt het kind in. De intern begeleider is bij de bespreking aanwezig. De leerlingbespreking wordt gehouden volgens de incidentmethode (zie bijlage).
De leerkrachten blijven zelf de leerlingbesprekingen organiseren. Zij doen dit in overleg met de intern begeleider. De intern begeleider wordt uitgenodigd en schuift indien mogelijk bij. De leerlingbespreking vindt 1x per maand plaats. Het leerlingbespreekformulier wordt ingevuld. De leerlingbespreking vindt plaats aan de hand van de incidentmethode. Naar aanleiding van de tips wordt in ieder geval één doel gesteld. Afspraak om te evalueren wordt gemaakt. Binnen acht weken wordt er geëvalueerd, liefst met de zelfde personen. Leerlingbespreekformulier wordt geactualiseerd. Vervolgens wordt het volgende doel gesteld en een evaluatieafspraak gemaakt. Binnen acht weken wordt ook dit doel geëvalueerd en het leerlingbespreekformulier geactualiseerd. Als er voldoende vooruitgang is stopt de leerlingbespreking. Dit gaat in overleg met de intern begeleider. Als er onvoldoende vooruitgang is geboekt volgt aanmelding bij het KB. De intern begeleider meldt de leerling aan bij het KB. Het leerlingbespreekformulier wordt geactualiseerd. De leerkracht is aanwezig tijdens de bespreking van de leerling in het KB. Het KB formuleert adviezen. Er worden afspraken gemaakt. Er komt een verslag van het KB in het leerlingdossier bij de intern begeleider. Er worden weer doelen gesteld. Binnen acht weken wordt er geëvalueerd. Vervolgens wordt het volgende doel gesteld. Binnen acht weken wordt ook dit doel geëvalueerd. Als dan nog onvoldoende vooruitgang is volgt aanmelding bij GB. De intern begeleider meldt de leerling aan. Het leerlingbespreekformulier wordt geactualiseerd. Het GB handelt volgens de geldende afspraken. Dat betekent dat er handelingsadviezen worden gegeven of dat er onderzoek wordt gedaan. De leerling komt terug in het GB. De bevindingen worden besproken. Enkele weken later worden de bevindingen besproken.
3e niveau: speciale ondersteuning: adviezen en activiteiten van het Klein Begeleidingsteam (KB). Na evaluatie van de extra begeleiding van de leerkracht in de klas kan blijken dat er geen adequate hulp voor het kind gevonden wordt. De intern begeleider meldt het kind aan bij het KB. Dit KB wordt gevormd door de intern begeleider en de specialisten. De leerkracht is bij de bespreking aanwezig en levert het leerlingbespreekformulier aan. Samen wordt getracht om te komen tot een geïntegreerd beeld van de leerling (rol individuele factoren, de omgevingsfactoren en evt. de thuissituatie bij de problemen). Men formuleert handelingsadviezen en maakt een planning voor de uitvoering er van. (Wie doet wat? Is er Pedagogisch Didactisch Onderzoek nodig? Welke? Wanneer evaluatie?) 22
De intern begeleider heeft vanuit het KB een begeleidende/sturende rol. Bijvoorbeeld in de begeleiding van de leerkracht die de handelingsadviezen moet uitvoeren: in het formuleren van het handelingsplan in het prepareren van het werk voor de leerling in het doen van pedagogisch didactisch onderzoek in het uitvoeren van een observatie in het opstellen van beloningsprogramma’s in het voeren van gesprekken met ouders inschakelen van externe instanties (schoolarts, logopedist, ambulante begeleiders enz.) De leerkracht draagt de verantwoordelijkheid voor de controle van de uitvoering van de handelingsadviezen. De intern begeleider maakt een verslag van de bespreking van elk kind dat is besproken. 4e niveau: het Groot Begeleidingsteam (GB). De intern begeleider brengt (met instemming van het KB) het kind in, voor overleg in het GB. Ouders geven hiervoor schriftelijk toestemming. De leerkracht is standaard aanwezig bij de bespreking. De ouder(s) kunnen voor deze bespreking worden uitgenodigd. Het Groot Begeleidingsteam (GB) bestaat uit de volgende leden:
de directeur (voorzitter) de intern begeleider een psycholoog van de School Begeleidingsdienst een verpleegkundige van de GGD evt. andere deskundigen op afroep (schoolarts, School Maatschappelijk Werk, Bureau Jeugdzorg.) de leerkracht (standaard) de ouders van de leerling (op uitnodiging)
De leerkracht zorgt voor het geactualiseerde leerlingbespreekformulier. In dit overleg worden kinderen besproken waarbij sprake is van “grote zorg”. Deze kinderen kun je bestempelen als “risicokinderen”. De kinderen functioneren niet goed in de huidige setting en op de eerste drie ondersteuningsniveaus kan men niet uit de voeten met de compenserende factoren die tot dan toe er voor zorgden dat de kinderen konden functioneren op onze school. Voor deze kinderen is specifieke hulp nodig. De leerkrachten van deze leerlingen hebben specifieke handelingsadviezen nodig. In deze fase worden (onafhankelijk van de hulpvraag) externe hulpbronnen geconsulteerd. (schoolarts, logopedist, maatschappelijk werk, enz.). Kenmerken van ondersteuning op dit niveau: -
De intern begeleider coördineert het geheel: samenstelling agenda, data, uitnodigingen, documenten, verslag enz. De intern begeleider brengt de leerlingen in op advies van het KB De leerkracht formuleert, ondersteund door het KB de hulpvraag, inventariseert de voorgeschiedenis en zorgt dat deze relevante informatie vooraf bij de betrokkenen komt. De intern begeleider ziet toe dat de leerkracht de ouders informeert en uitnodigt waar nodig.
23
-
Er wordt gestreefd naar handelingsgerichte advisering naar de leerkracht en andere betrokkenen. De leerkracht is bij deze bespreking aanwezig. Er is sprake van een strakke handelingsplanning (evaluatie-data worden afgesproken). Er wordt bepaald of er aanvullend onderzoek nodig is en wie dat gaat uitvoeren (P.D.O. wordt door school zelf uitgevoerd, specialistisch onderzoek als bijv. psychologisch onderzoek wordt door externe deskundigen gedaan) De uitslag van het onderzoek wordt eerst door de psycholoog met de ouders besproken, voordat het verslag in het GB aan de orde komt. Er worden na de evaluatie uitspraken betreffende de voortgang gedaan. De intern begeleider zorgt er bij verwijzing voor dat het Onderwijskundig Rapport ingevuld, volledig en juist gedateerd is. De intern begeleider koppelt met de leerkracht het gesprek dat binnen het GB is gevoerd, terug naar de ouders (indien nog nodig).
5e niveau: externe zorg; aanmelden bij het Zaans Netwerk Als de Meander meent het kind niet verder verantwoord te kunnen begeleiden, adviseren we een speciale (basis)school. Na bespreking in het GB volgt een bespreking met de ouders. (door de intern begeleider en de groepsleerkracht, soms door de directie en/of de schoolpsycholoog). Nadat de ouders toestemming hebben gegeven, stuurt de intern begeleider het met pré-advies geformuleerde en door ouders en GB-leden ondertekende Onderwijskundig Rapport op naar Het Zaans Netwerk. Die stuurt, na controle van de procedure, het verslag naar de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) of CvI (Commissie van Indicatiestelling). De PCL of CvI geeft bij akkoord binnen zes weken een beschikking af voor plaatsing op één van de scholen voor speciaal basisonderwijs af. Als ouders er prijs opstellen, vergezelt de intern begeleider de ouders tijdens een kennismakingsgesprek op een speciale basisschool.
9.
Afspraken in verband met de vertrouwelijkheid.
Omtrent het begrip “vertrouwelijkheid” heeft het team de volgende uitgangspunten geformuleerd: -
-
-
-
De pedagogische, didactische en onderwijskundige visie van het team is er op gericht dat teamleden in alle openheid de maximale bekende informatie over (zorg)leerlingen aan elkaar doorgeven. Indien een ouder vertrouwelijke informatie kwijt wil bij een teamlid dan moet dat teamlid aangeven dat die informatie beschikbaar is voor het hele team en dat die informatie binnen school blijft. De informatie wordt opgenomen in het actiejournaal van de individuele leerling. De teamleden gaan in alle gevallen zorgvuldig om met de private vertrouwelijkheid die mogelijk bij de bespreking van (zorg)leerlingen op tafel komt. Het team kiest altijd voor het belang van het kind, ook al is dat belang misschien pas op langere termijn zichtbaar en ‘botst’ dat met het belang van de ouders. In een gesprek met ouders zal duidelijk naar voren komen waarom school kiest voor dit besluit. Het team is in de informatie-overdracht omtrent (zorg)leerlingen naar ‘buiten’ eenstemmig. Verslagen van gesprekken, onderzoeken enz. door deskundigen worden alleen met ouders en/of collega’s besproken na schriftelijke toestemming van de maker.
24
-
9.1
-
Ouders krijgen geen kopie van het verslag mee naar huis. Ouders kunnen dit opvragen bij de externe instantie. Verslagen van onderzoeken door interne deskundigen worden alleen met ouders en/of collega’s besproken. Ouders krijgen na ondertekening een kopie van het verslag mee naar huis. Afspraken i.v.m. het inlichten / informeren van de ouder(s)/verzorgers:
In onze organisatie zal de ondersteuning omtrent een leerling al met ouders besproken worden op niveau 2. (het niveau waarop de leerkracht signaleert dat de ontwikkeling van een leerling niet naar verwachting verloopt). Op het moment dat externen ingeschakeld worden (niveau 4) bij besprekingen over (zorg)leerlingen is het van belang dat de ouders goed geïnformeerd zijn. Er zal dan middels een handtekening van de ouders toestemming voor de verdere procedureafwerking, o.a. psychologisch onderzoek, observatie door een externe deskundige, gevraagd moeten worden. De intern begeleider wordt altijd op de hoogte gehouden omtrent gesprekken met ouders van zorgleerlingen. Waar nodig wordt de intern begeleider bij het gesprek met de ouders uitgenodigd. Deze gesprekken worden zo goed mogelijk voorbereid. Dit is vaak noodzakelijk indien de zorgleerling niveau 3 bereikt (KB) Alle gesprekken en afspraken met de ouders van leerlingen die extra begeleiding nodig hebben, moeten op dit niveau worden vastgelegd. Ouders hebben inzagerecht en kunnen alle officiële rapportage (dus niet de werkaantekeningen) over hun kind als kopie in hun bezit krijgen. Verslagen van buitenaf (schoolbegeleidingsdienst, psycholoog, collegiaal consultant WSNS, kinderarts e.d.) mogen alleen ingezien en/of meegegeven worden met toestemming van de makers. Ook voor de Saqi (in verband met de schoolkeuze voor voortgezet onderwijs) zal aan de ouders van groep 8 een akkoordverklaring worden gevraagd. 10.
Afspraken rondom groepsverlenging:
In een aantal gevallen kan besloten worden tot groeps- of bouwverlenging. In januari geeft de leerkracht bij de ouders aan dat het kind wellicht in aanmerking komt voor verlenging. Vóór 15 mei volgt het definitieve besluit. Hoewel de leerkracht eindverantwoordelijk is voor de leerling, wordt deze beslissing niet alleen genomen. Het advies wordt onderbouwd d.m.v. verslagen van leerlingbesprekingen en door uitvoeren en evalueren van handelingsplannen. Voor de kleuterbouw kan als extra onderbouwing nog een schoolrijpheidsonderzoek worden afgenomen door de intern begeleider. Het uiteindelijke besluit wordt genomen in het KB. Omdat ouders vanaf het begin op de hoogte worden gehouden, kunnen de meeste ouders zich vinden in dit besluit. Indien dit niet het geval is, volgt na een gesprek met de intern begeleider en de leerkracht eventueel nog een gesprek met de directie. Uitgangspunt is dat school zorgt voor een doorgaande lijn in de ontwikkeling van het kind en dat de directie uiteindelijk beslist in welke groep het kind wordt geplaatst. Bij verlenging wordt extra ondersteuning geboden. Deze ondersteuning staat beschreven in het groepsplan. 11
Motorische Remedial Teaching:
Sport en bewegen geeft gezondheid, energie en brengt jonge mensen in balans. Bewegen is een uitlaatklep voor kinderen. Kinderen kunnen zich onderscheiden en leren omgaan met verschillen. Samenspel wordt naar mate de kinderen ouder worden steeds belangrijker. Sport en spel is ook karaktervormend. Jonge mensen leren zich in te spannen, vol te houden, tegenslagen te overwinnen, zich te houden aan spelregels en om te gaan 25
met elkaar. Niet alle kinderen ontwikkelen zich in het zelfde tempo op dezelfde wijze. Er zijn ook leerlingen die op De Meander binnenstromen met een achterstand die niet vanzelf weer ingelopen wordt. In ons M.B.P. (Meerjaren Beleid Plan) hebben we voor de komende jaren de M.R.T. opgenomen. Dit jaar heeft de onderwijswerkgroep Sport en beweging voorbereidingen getroffen om komend schooljaar te kunnen handelen. Men is bezig geweest met het omschrijven van beleid, heeft uitgezocht welke scholing voor de collega’s van belang is en heeft geparticipeerd bij het opzetten van spel op het schoolplein. We screenen kleuters op motorisch gebied. Vanuit de screening komen we tot zelf behandelen of verwijzen naar externen over te gaan. Dit gaat uiteraard in overleg met de ouders. 12.
Screening Logopedie:
Ieder jaar worden de oudste kleuters gescreend door de logopediste. Indien nodig wordt een kind na verloop van tijd nog een keer gezien door de logopediste. De verslaggeving is te vinden in het schoollogopedisch archief. (in dossierkast bij de intern begeleider). De logopediste spreekt de kinderen door met de groepsleerkracht. Kinderen die logopedie nodig hebben, worden door de logopediste doorverwezen naar een particuliere praktijk. De logopediste geeft haar advies door aan de leerkracht. De leerkracht gaat met de ouders een gesprek aan en geeft het advies van de logopediste door. Als ouders dit advies opvolgen, dient dit te gebeuren via de huisarts. Die schrijft een verwijsbrief. Met deze verwijsbrief kunnen ouders zich aanmelden voor logopedie. De groepsleerkracht informeert de intern begeleider. Indien de leerkracht zelf vermoedt dat logopedie wenselijk is, wordt ouders geadviseerd dit te melden bij de huisarts. 13.
Schoolarts:
De assistente van de schoolarts gaat ieder jaar met de leerkrachten van de leerlingen van groep 2 en 7 in gesprek. De intern begeleider is daarbij aanwezig. Tijdens de 10-minuten gesprekken worden de bevindingen met de ouders besproken. Valt de screening niet samen met de 10-minuten gesprekken, dan zal de leerkracht (indien noodzakelijk) tussentijds met de ouders in gesprek gaan. De intern begeleider kan namens het KB of GB de schoolarts verzoeken een leerling op te roepen. De schoolarts stuurt een verslag naar school als het een leerling van het GB betreft, in andere gevallen is er telefonisch contact met de intern begeleider. Op aanvraag kan een schoolarts ook aanwezig zijn bij het GB. 14.
Maatschappelijk werk:
Iedere school kan een beroep doen op schoolmaatschappelijk werk. De schoolmaatschappelijk werkster werkt nauw samen met de maatschappelijk werkster van Bureau Jeugdzorg. Er kan advies gevraagd worden. Als dit anoniem gebeurt, hoeft er geen toestemming te komen van de ouders. In alle andere gevallen dienen de ouders schriftelijk toestemming te geven. Bij het invullen van een Onderwijskundig Rapport gaat de maatschappelijk werkster (indien noodzakelijk) op huisbezoek en stuurt een verslag naar het GB. Op aanvraag kan een maatschappelijk werkster uitgenodigd worden bij het Groot Begeleidingsteam.
26
15.
Dossiervorming:
Doelstelling is dat van iedere leerling een digitaal dossier wordt aangelegd door de leerkracht zelf. Op dit moment gebeurt dit alleen voor de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en voor leerlingen met een handelingsplan. In 2013 hopen we alle leerling gegevens gedigitaliseerd te hebben. (Alle aantekeningen worden nu nog bewaard in een multomap). Naarmate een leerling meer een zorgleerling wordt, zal het totale dossier van die leerling groeien. De persoonlijke aantekeningen die ook in een multomap worden bijgehouden,worden in een kast bewaard die op slot kan. De opzet is, alle informatie van de leerlingen digitaal op te slaan en te bewaren. Aan het eind van het schooljaar wordt de informatie doorgegeven aan de volgende leerkracht. Verslagen van externe instanties worden bewaard in een speciaal dossier bij de intern begeleider, i.v.m. de wet op de privacy. (bijv. gedragsvragenlijsten, verslagen van observaties, verslagen psychologisch onderzoek, dyslexieverslagen enz.). Dit dossier omvat ook de p.d.o.- en observatieverslagen van de intern begeleider. Waar wordt wat bewaard?
Cito-toetsboekjes: kantoor intern begeleider en werkruimte beneden. Individuele resultaten van leerlingen, groepsresultaten en foutenanalyses in Esis Rapporten:bij de administratie. AVI-toetsen: individuele resultaten van leerlingen en groepsresultaat in ESIS. Methodegebonden toetsen: de groepsleerkracht bewaart de individuele leerling resultaten middels een digitaal groepsoverzicht. Sociaal emotionele ontwikkeling. Kijk: de leerkrachten houden digitaal de vorderingen op sociaal emotioneel gebied bij op de server. (gr. 1 t/m 8). De hogere groepen vullen de vragenlijsten van Kijk in. In de groepen acht wordt ook de Saqi afgenomen. Handelingsplannen: Per leerling (ondertekend door ouders) in de leerlingenmap bij de groepsleerkracht. Kopie bij de intern begeleider. Onderwijskundig Rapport: Bij instromers: in de dossierkast bij de administratie Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben: in het dossier bij de intern begeleider. Bij schoolverlaters: de leerkracht vult een onderwijskundig rapport in, de intern begeleider zendt dit naar de volgende school. Bij eindgroep: in een dossier bij de intern begeleider. Na vijf jaar worden de gegevens vernietigd. Verslagen besprekingen: Leerlingbespreking: digitaal KB: digitaal GB: digitaal Verslagen oudergesprekken: Ondertekend door ouders in leerlingdossier P.D.O. gegevens: In het leerlingdossier bij de intern begeleider. Psych. onderzoek: In leerlingdossier bij intern begeleider. Gegevens overige instanties: In leerlingdossier bij intern begeleider. Logopedisch schoolarchief: Bij intern begeleider. Groepsmap: 27
Bij de groepsleerkracht. De volgende gegevens worden verzameld en doorgegeven aan het voortgezet onderwijs: Soc.emot.ontw: Begrijpend lezen: Rekenen/Wiskunde: Spelling: Technisch lezen: Eindtoets groep 8 16.
Schoolvragenlijst (Saqi), afname door school Cito BL 2012, afname door school Cito RW 2012, afname door school. Cito SP 2012, afname door school. CITO DMT 2009, Afname door school. NIO: afname door extern bureau
Methodes en Leerlingvolgsystemen
Op ‘de Meander’ wordt gebruik gemaakt van de volgende methodes: Aanvankelijk lezen: ‘Veilig Leren Lezen’ Rekenen: Pluspunt Taal/Spelling: Taaljournaal Begrijpend lezen: Nieuwsbegrip XL, oefenboekjes Cito begr.lezen Geschiedenis: Speurtocht (als bronnenboek, vanaf groep 7) Aardrijkskunde:Hier en Daar (als bronnenboek, vanaf groep 7) Biologie: Leefwereld (als bronnenboek, vanaf groep 7) Op ‘de Meander’ wordt gebruik gemaakt van de volgende toetsen: 16.1 Toetsen voor de groepen 1 en 2: Cito RvK 2012 (Rekenen voor Kleuters) 2011, afname 2x per jaar Cito TvK 2011 (Taal voor Kleuters), afname 2x per jaar Lettertoets eind groep 2 De intern begeleider neemt bij twijfel de schoolrijpheidstoets af
16.2
Aanvankelijk lezen en voortgezet lezen:
groep 3 Methode afhankelijk: Toetsen “Veilig Leren Lezen” Methode onafhankelijk: Cito DMT 2009 (Drie Minuten Toets), afname 2x per jaar AVI- toetsen, afname 2x per jaar Grafemen/lettertoets onderdeel van dyslexieprotocol Groep 4 t/m 6: Methode onafhankelijk: AVI-toetsen, afname 2 x per jaar. In groep 6 is de laatste afname alleen bedoeld voor die leerlingen die het eindniveau nog niet hebben behaald. Cito DMT 2009 (Drie Minuten Toets) afname 2x per jaar
28
Groep 7: Methode onafhankelijk: Cito DMT 2009 (Drie Minuten toets) afname 2x per jaar. AVI-toetsen aangeboden aan die leerlingen die het eindniveau nog niet behaald hebben. groep 8: Methode onafhankelijk: Cito DMT 2009 (Drie Minutentoets) afname 1x per jaar AVI-toetsen aangeboden aan die leerlingen die het eindniveau nog niet behaald hebben. 16.3
Begrijpend lezen:
Groep 3: Methode onafhankelijk: Cito BL 2012 afname 1x per jaar Groep 4 t/m 8: Methode afhankelijk: De toetsen van de methode “Nieuwsbegrip XL” Methode onafhankelijk: Cito BL 2012 (groep 4), afname 2x per jaar Cito BL 2012 (groep 5 t/m 8) afname 1x per jaar 16.4
Spellen:
Groep 3: Methode afhankelijk: Toetsen Taaljournaal Groep 4 t/m 8: Methode afhankelijk: Dictees van de methode Taaljournaal onderdeel spelling Groep 3 t/m 8: Methode onafhankelijk: Cito SP 2012 afname 2x per jaar 16.5
Rekenen en wiskunde:
Groep 3 t/m 8: Methode afhankelijk: Alle toetsen die behoren tot de methode “Pluspunt” Groep 3 t/m 8: Methode onafhankelijk: Cito RW 2012 afname 2x per jaar (groep 8 1x per jaar)
29
16.6
Taal:
Groep 3: Methode afhankelijk: Alle toetsen die behoren tot de methode “Veilig Leren Lezen” Groep 4 t/m8: Methode gebonden: Alle toetsen die behoren tot de methode “Taaljournaal” 16.7
Speciale toetsen:
Op ‘de Meander’ maken wij gebruik van ‘Toetsen voor speciale leerlingen’ voor funtioneringsniveaus groep 3 t/m 8. Dit zijn toetsen die zijn bestemd voor alle speciale leerlingen in het primair en speciaal (basis) onderwijs, die extra steun nodig hebben in hun ontwikkeling. Dit zijn leerlingen met een vertraagde ontwikkeling, een beperkte concentratieboog of een grote behoefte aan structuur. De toetsen zijn gebaseerd op die van het Cito Volgsysteem voor het primair ondewijs. Belangrijk uitgangspunt is dat de resultaten van de toetsen voor speciale leerlingen te vergelijken zijn met de resultaten van de reguliere toetsen en de onderliggende vaardigheden. Voorbeeld: er zijn toetsen voor de functioneringsniveaus M6 en E6, maar nu ook voor E5/M6 en M6/E6. Een leerling die kleinere leervorderingen laat zien kan op deze manier een voor hem/haar nieuwe toets maken. 15 Wij zetten deze toetsen alleen in voor leerlingen met een ontwikkelperspectief gebaseerd op een psychologisch onderzoek. 17.
Sociaal Emotionele Ontwikkeling:
Groep 1 t/m 8: Vanaf schooljaar 2012-2013 werken we in de groepen 1 t/m 8 met het leerlingvolgsysteem “Kijk”. De leerkrachten houden digitaal de vorderingen bij. In groep 8 wordt ook nog de Saqi afgenomen. 18. Verwerking toetsresultaten: De groeps- en schoolresultaten komen aan de orde in een bespreking met het Management Team (M.T.)
15
-
De groepsoverzichten (toetsgegevens) worden verzameld en bewaard in ESIS. Twee keer per jaar vindt een groepsbespreking tussen leerkracht en intern begeleider plaats. Deze bespreking vindt plaats op basis van de groepsplannen, met daarin de onderwijsbehoeften (met de daarbij horende compenserende en belemmerende factoren) van de leerlingen en de gestelde doelen. De leerkracht stelt in overleg met de intern begeleider voor iedere leerling nieuwe doelen vast. De overzichten worden 2 keer per jaar met de directie besproken. Deze besprekingen zijn opgenomen in de jaarkalender. De resultaten worden 2 keer per jaar gepresenteerd aan het team. 1x per jaar worden de resultaten besproken met de clusterdirecteur van ons bestuur.
-
Twee keer per jaar vindt een resultaatgesprek tussen de leerkracht en de directie plaats. In dit gesprek legt de leerkracht verantwoording af over de behaalde resultaten in relatie tot zijn/haar rol als leerkracht. Schooljaar 2013-2014 wordt ge-
Informatiefolder Cito: toetsen voor speciale leerlingen, pag. 1 en 2
30
bruikt om een vorm te vinden waarbij de groepsbesprekingen en de resultaatgesprekken kunnen worden gekoppeld. -
19.
Bespreking toetsresultaten: -
-
-
20.
Iedere leerkracht heeft in de groepsmap de meest relevante gegevens die nodig zijn om het kind goed te kunnen begeleiden. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de groepsleerkracht.
Als de toetsen van het LVS zijn afgenomen, worden de resultaten hiervan met de intern begeleider besproken. De groepsleerkracht en de intern begeleider bereiden het gesprek aan de hand van de groepsplannen en de ESIS-uitdraaien voor. Er wordt melding gemaakt van afwijkende resultaten op leerling- en groepsniveau. Er wordt gekeken of dit volgens verwachting is. De groepsleerkracht legt aan de intern begeleider voor welke aanpak hij/zij zal volgen. De groepsplannen van de eerder genoemde vakgebieden zijn de basis. De leerkracht bepaalt voor iedere leerling de te behalen doelen voor dat schooljaar. De intern begeleider ondersteunt eventueel bij het invullen van een groepsplan. De gemaakte afspraken worden vastgelegd in de groepsplannen en handelingsplannen en in het verslag van de groepsbespreking. De CITO- gegevens zijn bedoeld ter informatie en ondersteuning voor de leerkracht, om het beeld van iedere leerling compleet te krijgen. De resultaten worden vermeld op het formulier dat gebruikt wordt bij de tien minuten gesprekken. De resultaten worden mondeling toegelicht tijdens de spreekavond. (Leerkrachten van de groepen 8 zullen dit bij de spreekavond in januari doen.) Wanneer een grote achterstand of voorsprong geconstateerd is bij een leerling, zal (evt. in overleg met de intern begeleider) een hulpaanbod gegeven worden door de leerkracht. Dit is ook voor ouders belangrijk om te weten. Op basis van de resultaten worden geen uitspraken over mogelijke onderzoeken en/of advies over voortgezet onderwijs gedaan. Start nieuw schooljaar / uitwisseling van gegevens:
Aan het eind van het schooljaar wisselen leerkrachten onderling leerlinggegevens uit. Dit houdt in, dat zij een overdrachtsformulier invullen in ESIS. In de laatste week van de zomervakantie dienen alle leerlingen doorgesproken te zijn. Voor leerlingen die een handelingsplan hebben, zorgt de overdragende leerkracht voor een nieuw handelingsplan en een pakket met werk voor de eerste week van het nieuwe schooljaar. De leerkracht zorgt ervoor dat de nieuwe leerkracht start met een nieuw opgesteld groepsplan. Na de vakantie nemen de oude en de nieuwe leerkracht na drie weken contact met elkaar op om de groep nog eens kort door te spreken. Informatie wordt uitgewisseld. 21. Evaluatie: Tijdens de laatste GB-vergadering vergadering en tijdens de Kritische Zelfevaluatie van elk schooljaar wordt de werking van de omschreven zorgstructuur geëvalueerd. Zowel positieve als negatieve ervaringen worden geïnventariseerd. Zonodig wordt de structuur bijgesteld. Bij het Groot Zorgteam wordt gebruik gemaakt van de “Quick Scan”. 31
Bijlagen: Formulier: Leerlingbespreekformulier, tevens bespreekformulier KB. en GB. Incidentmethode Pedagogisch didactisch overzicht Groepsplan Handelingsplan Toetskalender 2012-2013 Toestemmingsformulier bespreking GB en toestemmingsformulier voor het uitvoeren en/of opvragen van onderzoeken voor GB Agenda groepsbesprekingen
32
FORMULIER LEERLINGBESPREKING [server: team op server. Map: formulieren 2010-2012] Datum: Naam: Geboortedatum: Groep: Schoolloopbaan: Voor- en achternaam leerkracht: Naam eventuele andere inbrenger: Leesstuk / Bespreekstuk 1.Wat is de probleemstelling? Welke problemen zijn er in de klas met deze leerling?
Wat zijn belemmerende factoren voor de leerling?
Wat zijn compenserende factoren voor de leerling?
Waar liggen de onderwijsbehoeften van de leerling? Bijlage: Uit ESIS relevante toetsgegevens i.v.m. doorgemaakte groei en vaardigheidsscores
Waarom breng ik deze leerling in? Vra(a)g(en) aan de collega’s:
2.Wat is mijn reactie tot nu toe als leerkracht op het probleem? Wat roept het beschreven probleem bij de leerkracht op?
3.Wat heb ik al gedaan? Welke pedagogische of didactische middelen heeft de leerkracht geprobeerd? Wat is de haalbaarheid van de middelen?
4.Wat zijn de effecten daarvan? Hoe reageert de leerling op de pedagogische of didactische middelen?
5.De contacten met de ouders? Hoe zijn de contacten met de ouders wanneer het probleem ter sprake kwam? Staan de ouders open voor het probleem?
33
6.Besluiten op leerkrachtniveau Welke besluiten worden tijdens de bespreking genomen? Wat ga ik anders doen om verder te komen met de leerling?
7.Taakverdeling schoolniveau Wie voert welke besluiten uit?
8.Voortgangsbespreking op: Datum waarop de besluiten worden geëvalueerd.
34
Leerlingbespreking met de incident methode Fase 1 (max. 5 min) Inbreng van de probleemsituatie De inbrenger vertelt het incident tot op het moment waarop hij besloot probleemoplossend te gaan handelen Hij eindigt met de vraag: “wat te doen” Fase 2 (max. 10 min)
Informatiefase Iedere gespreksdeelnemer schrijft 1 of 2 informatieve vragen op (vragen over feiten, geen suggestieve vragen). Daarna volgt een informatieve ronde, alle vragen worden zoveel mogelijk door de inbrenger beantwoord om een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen van het probleem. In deze fase mag er nog niet worden gediscussieerd.
Fase 3 (max. 10 min)
Situatie analyse (de inbrenger mag niet meepraten) Groepsleden analyseren het incident (in duo’s) o wat voor soort probleem is het o wat zijn de verschillende kanten/aspecten ervan Ze noteren de uitkomst van de analyse.
Fase 4 (max. 5 min)
Oplossingsfase Elk duo schrijft op wat zij in die situatie zou doen op het moment dat de inbrenger zei: “wat te doen” (1 of 2 oplossingen per duo).
Fase 5 (max. 15 min)
Evaluatie fase inventarisatie De inbrenger vertelt wat hij dacht dat het probleem was en op welke wijze hij daarom heeft gehandeld. Elk duo leest de eigen analyse en de mogelijke aanpakken op. De inbrenger krijgt de papieren.
Reflectie en discussie De inbrenger reflecteert op de aangedragen oplossingen/handelswijzen. Geeft aan welke oplossing hem het meest aanspreekt en waarom. Vervolgafspraken: -Datum om gekozen aanpak te evalueren. -Inbrenger actualiseert leerlingbespreekformulier.
35
Groep: Leerkracht(en): Klassenmanagement:
Naam leerling
S
Toets I t/m V
dl
Didactisch pedagogisch groepsoverzicht Ontwikkelingsgebied: Datum: Datum evaluatie gepland Periode: Datum uitvoering evaluatie: 1 = instructieonafhankelijke groep 2 = instructiegevoelige groep 3 = instructieafhankelijke groep 4 =individuele leerlijn Compenserende facBelemmerende factoOnderwijsbehoeften: toren ren -
-
36
Groepsplan Groepsplan groep: Ontwikkelgebied: Leerkracht: Ingangsdatum:
Subgroep/ namen
Duur groepsplan: Evaluatie datum:
Wat wil ik bereiken? Doel
Inhoud (wat)
Aanpak/methodiek (hoe)
Organisatie
Basisgroep (instructiegevoelige leerlingen):
Instructieafhankelijke leerlingen:
Instructieonafhankelijke leerlingen:
Leerlingen met een Individuele leerlijn:
37
Individueel Handelingsplan OBS De Meander Leerling: Groep: Leerkracht: Uitgevoerd door:
Geboortedatum: Didactische leeftijd: Periode: Akkoord ouders:
Probleemomschrijving:
Doelstelling: (volgens het SMART principe) S: Specifiek M: Meetbaar A: Acceptabel / Aanwijsbaar S: M: A: R: T: Organisatie: Dag:
Tijd:
Wat:
R: Reëel
Waar:
T: Tijdgebonden
Wie:
Gebruikte materialen:
Evaluatie:
38
Toetskalender 2012-2013 Oktober 2012
Groe p1 Groe p2
Groe p3
Groe p4
November 2012
Januari 2013 CITO Invoerdatum 25 jan 2013 Periode 16/1 – 27/1 -RVK M1 -TVK M1
Februari 2013
KIJK
-RVK M2 -TVK M2
Lettertoets
-KIJK Herfstsignalering VLL
-DMT a -AVI a -Spelling M3 -Rekenen M3
WinterSignalering VLL
KIJK
Motorische scree ning
KIJK
-DMT a -AVI a -Spelling M4 -Rekenen M4 Begrijpend lezen M4
Maart 2013
April Mei 2013
Juni 2013 CITO Invoerdatum 21 jun 2013 Periode 11/6-25/6
Mei: KIJK
-RVK E1 -TVK E1 -KIJK -RVK E2 -TVK E2 -KIJK -17 juni Lettertoets
April: Schoolrijpheid t.b.v. groep3
Lentesignalering VLL
Mei: KIJK April: Tussenmeting DMT c Mei: KIJK
April: Tussenmeting DMT c Mei: KIJK
Eindsignalering VLL -AVI b -DMT b -Spelling E3 -Rekenen E3 Begrijpend lezen E3 -DMT b -AVI b -Spelling E4 -Rekenen E4 Begrijpend lezen E4
39
Oktober 2012
Groe p5
Groe p6
Groe p7
Groe p8
November 2012
KIJK
KIJK
KIJK
KIJK -NIO (of januari) -Saqi
Januari 2013 CITO Invoerdatum 25 jan 2013 Periode 16/1– 27/1 -DMT a -AVI a -Spelling M5 -Rekenen M5 Begrijpend lezen M5 -DMT a -AVI a -Spelling M6 -Rekenen M6 Begrijpend lezen M6 -DMT a -AVI a -Spelling M7 -Rekenen M7 Begrijpend lezen M7 Start soms eerder -DMT a -Spelling M8 -Rekenen M8 Begrijpend lezen M8 Werkwoordspelling M8
Februari 2013
Maart 2013
April Mei 2013
Juni 2013 CITO Invoerdatum 21 jun 2013 Periode 11/6-25/6
April: Tussenmeting DMT c
-DMT b -AVI b -Spelling E5 -Rekenen E5
Mei: KIJK
Mei: KIJK
Mei: KIJK
-DMT b -AVI b -Spelling E6 -Rekenen E6
-DMT b -AVI b -Spelling E7 -Rekenen E7 Werkwoordspelling E7
Eindtoets CITO Mei: KIJK
40
TOESTEMMINGSFORMULIER BESPREKING GROOT BEGELEIDINGSTEAM (GB)
41
Naam leerling
___________________________________
Geb. datum
______-______-___________
School
obs De Meander
Adres Parkrijklaan 121 D _________________________________ Postcode
_1567 HD_________________________________
Woonplaats
_Assendelft__________________________________
De ouder(s), verzorger(s) van __________________________ geven toestemming voor het bespreken van deze leerling in het GB
(plaats),
______________________
(datum) _______-_______-________________
Handtekening ouder(s), verzorger(s)
42
TOESTEMMINGSFORMULIER VOOR HET UITVOEREN EN/OF OPVRAGEN VAN ONDERZOEKEN VOOR BEGELEIDINGSTEAMBESPREKING. Naam leerling
__________________________________
Geb. datum
_______-_______-__________
School
obs De Meander
Adres
Parkrijklaan 121 D
Postcode
1567 HD
Plaats
Assendelft
De ouder(s), verzorger(s) van ___________________________________ (Het rondje inkleuren wat van toepassing is)
O geven toestemming voor het afnemen van een peda-
gogisch-didactisch onderzoek.
datum
handtekening
O geven toestemming voor het afnemen van een psy-
chologisch onderzoek door de SB ZaanstreekWaterland. O geven toestemming voor het voeren van een ver-
kennend gesprek door de schoolmaatschappelijk werker betreffende het functioneren van dit kind in het gezin.
O geven toestemming voor het opvragen van het pe-
dagogisch- didactische onderzoek bij: (naam instelling) O geven toestemming voor het opvragen van het psychologisch onderzoek bij: (naam instelling)
43
O geven toestemming voor het opvragen van leerling
relevante gegevens bij de volgende maatschappelijke instellingen : O geven toestemming voor het opvragen van sociaal-
medische en/of psychiatrische gegevens bij de volgende instellingen : O geven toestemming voor het opvragen van de
schoolgegevens bij de door deze leerling eerder bezochte school (scholen) :
44
(team op server/IB groepsplannen 2011 2012/ formulieren)
versie 2012 - 2013
Agenda groepsbespreking groep 1 t/m 8 Doelen: -Kijken naar functioneren van de groep -Kijken naar functioneren van de leerlingen -Kijken naar het handelen van de leerkracht -Maken tekst per groepsplan (t.b.v. document overzicht resultaten en opbrengsten voor de inspectie en voor Zaan Primair) Datum: Groep: Aanwezige collega(‘s): Duur: 1 uur Deel 1 (5 minuten): Afspraken: -Hoe voelt je groep? -Pedagogisch didactisch groepsoverzicht (onderwijsbehoeften): Deel 2: groepsplannen (4 of 5 keer 10 minuten): Groepsplan: Afspraken: Groepsplan: Afspraken: Groepsplan: Afspraken: Groepsplan: Afspraken: Groepsplan: Afspraken: Deel 3: ‘screenen leerlingenlijst + afAfspraak: spraak maken om te bespreken Deel 4: Evaluatie ( 5 minuten): Afspraken: Tips en tops Afsluiting Afspraken: Voorbereiding: Leerkracht neemt mee: Groepsplannen (zie team op server map IB groepsplannen 2011 2012) Pedagogisch didactisch groepsoverzicht (zie team op server zelfde map) Gegevens van Marian Intern begeleider neemt mee: Historie van de groep Trendanalyse leerjaar Trendanalyse leerlingen Cirkeldiagram dwarsdoorsnede Controle op de invoer van de toetsresultaten Agenda bespreken groepsplan(nen): Wat is je opgevallen bij het invullen van het pedagogisch didactisch groepsoverzicht? Is daar iets van terug te vinden in het groepsplan? Analyse Wat viel je op bij het bekijken van de groepsresultaten? Viel dat mee of juist tegen? Interpretatie van de intern begeleider. Als het goed gaat, waar ligt dat dan aan volgens jou. En wat is jouw rol? OF als het niet goed gaat , waar ligt dat dan aan volgens jou? En wat is jouw rol? Enkele mogelijke oorzaken: foutencategorieën; interactie leerkracht-leerling(en); klassenorganisatie enz. Trend Zijn er verschillen met voorgaande jaren? Trendanalyse bekijken. Doelstelling Wat verwacht je de komende periode (zie groepsplan)? Welk streefdoel is realistisch (ook kijken naar categorieën of ABCDE percentages). Plan van aanpak Samenvatten en afspraken maken, bijvoorbeeld over wijzigingen groepplan; wijzigingen weekrooster; eventuele ondersteuning enz.
45
46