Padloper Nieuwsbrief 03.12.2014 Inhoud : -
afdeling Groningen.
van het bestuur Excursieverslagen
Beste mensen, Helaas moeten we beginnen met een droevig bericht:
In Memoriam. Op 21 november is Marjan van Oosten onverwacht overleden. Marjan nam, altijd enthousiast, aan de meeste excursies, lezingen en afdelingskampen deel. Bij de muizeninventarisatie in ’t Stort was zij het die ook midden in de nacht de vallen controleerde, zodat de gevangen muizen weer levend teruggezet konden worden. Marjan was heel secuur met elke determinatie. Ook bij de cursus Wilde bijen was ze kortgeleden nog aanwezig met doosjes en potjes vol verzamelde insecten. Haar passie was vleermuizen en de vleermuizenopvang mist nu haar stuwende kracht. We verliezen met Marjan een gedreven veldbiologe. Aan “de kleine donder”
Beste dwaze, dwarse en drieste Marjan Je had veel emotie, ernst en engagement Veel vlinders en vleermuizen heb je gekend Zelfredzaam, zinvol en zorgvol was je leven Ik zal je gedenken en huilen, voor even
Lieve, lastige, gave en gekke Marjan Ik ben er helemaal nog niet aan gewend Dat je er zo snel tussenuit geknepen bent. Ik wil je toeroepen : “blijf nog even, als je kunt’ Maar luisteren was nooit je sterkste punt. Vaarwel………….
Bonny.
De laatste excursie van november maakte ons duidelijk dat de winter is ingetreden. Dat betekent naderend einde kalenderjaar, dus lopende zaken afsluiten en denken over het nieuwe verenigingsjaar. 2014 Is het laatste jaar van de inventarisatie van ’t Stort. Werkgroepen en individuele leden hebben dit terrein 3 jaar lang met tussenpozen bezocht en daar waarnemingen gedaan. Van deze waarnemingen wordt een rapport opgesteld en naar de provincie gezonden, de eigenaar. We hebben in 2013 verzocht om een jaar verlenging omdat m.n. de insecteninventarisatie nog niet was afgerond. Door gebrek aan menskracht zijn er helaas weinig insecten aan de verzamellijsten toegevoegd. Op 10 dec. a.s. wordt, desondanks, op de werkgroepenbijeenkomst de eerste aanzet voor het rapport gegeven. Als er bij U nog gegevens over flora en /of fauna van ’t Stort aanwezig zijn, dan ontvangen we die graag op
[email protected] of G.J.Herder Oostumerweg 21 9893 TB Garnwerd. We hebben U in de vorige Padloper gemeld dat door omstandigheden de NHsecretaris in september en de excursiecommissie de activiteiten met ingang van het nieuwe jaar zullen beëindigen. René had aangegeven het 1 jaar te proberen naast werk en studie, maar continuering zit er helaas niet in. Dat betekent, dat de afdeling per 01.01.2015 zonder excursiecommissie zit. Dit is een zeer ongewenste situatie en daarom deed het bestuur in de vorige Padloper een oproep om U aan te melden voor de excursiecommissie en/of NHsecretaris. Daarop zijn geen aanmeldingen ontvangen. Om de leden toch een mooi excursie- en lezingenprogramma te kunnen aanbieden, doen we bij deze een nieuwe oproep om U voor de commissie of de bestuursfunctie van natuurhistorisch secretaris aan te melden. Het kost U slechts 3 à 4 bijeenkomsten per jaar en het levert veel voldoening op! We rekenen op Uw aanmelding op
[email protected] of telefoon 050-4031953. Vastgelegd is de snertwandeling : zondag 11 januari 2015 in de Zeegser duinen (zie de agenda) Opgaven met vermelding van aantal deelnemers en al dan niet vegetarische snert/soep bij :
[email protected] of telefoon 050-4031953. En dan nog dit :
Aan alle KNNV’ers en IVN’ers. Houd je van kamperen? Houd je van de natuur? Vind je het leuk om met andere mensen op excursie te gaan?
Overweeg dan eens mee te gaan met een kampeervakantie, georganiseerd door een aantal enthousiaste leden van de KNNV. Je kiest dan voor een vakantie in een mooi natuurgebied ergens in Europa en kampeert in een tent, caravan, camper of eventueel een huisje of appartement in de buurt. Met elke dag de mogelijkheid met andere natuurliefhebbers te gaan wandelen of fietsen in de omgeving van de camping. Het programma wordt grotendeels door de deelnemers zelf bepaald. Ieder jaar worden er ongeveer 15 bestemmingen aangeboden. Variërend van een paar dagen tot twee weken. In Nederland, Frankrijk of elders in Europa. Maar altijd in een schitterend gebied. Je
reist er zelf heen en zorgt voor je eigen eten en drinken. En iedere dag is er de mogelijkheid mee te gaan met een (deel van de) groep en te kiezen uit één van de excursies, die een excursieregelaar voor je uitzoekt. Je kunt je wensen voor het programma ‘s avonds bij de koffie of chocolademelk, die we meestal gezamenlijk drinken, kenbaar maken. Kamperen is sowieso een goedkope manier van vakantievieren, heel dicht bij de natuur. Omdat de kampeervakanties voor en door leden van de KNNV en IVN worden georganiseerd kunnen de inschrijfkosten worden beperkt tot een paar tientjes. Daarvoor krijg je de gezelligheid en kennis van de andere deelnemers. Kijk eens op www.knnv.nl/kampeervakanties. Daar zijn ook de e-mailadressen en telefoonnummers te vinden waar je met vragen terecht kunt. Kort geleden ontvingen we het volgende bericht : Beste Anneke en GeertJan, Stel dat het Nederlands Genootschap voor Microscopie in Groningen een afdeling Noord opricht, zou dat dan voor jullie (de KNNV) interessant kunnen zijn? Ik ben die optie voorzichtig wat aan het verkennen nu enkele leden uit 'het hoge noorden’ behoefte krijgen aan een plek in de buurt voor workshops en dergelijke. We hebben een afdeling in Zoetermeer en in Eindhoven (in Eindhoven samen met het KNNV), maar voor onze noordelijke leden is dat niet echt handig. Zie ook onze website: www.ngvm.nl Vriendelijke groet, Rob van Es voorzitter Nederlands Genootschap voor Microscopie tel 06 54344137 Als U interesse heeft, kunt U zich aanmelden :
[email protected] of 050-4031953. De Groen en Doen-cursussen waren een succes en zijn afgerond. Eunice (spinnen), Anne Jan (bijen) en Inge (paddenstoelen) bijzonder bedankt voor jullie geweldige inzet. Voor nieuwe Groen en Doen-cursussen 2015 kunt U ideeën en voorstellen indienen bij de secretaris:
[email protected] of 050-4031953. De fotokalender van de fotowerkgroep nadert zijn voltooiing . U ziet daar binnenkort meer van! Het Bestuur. Excursieverslagen : Zaterdag 18 oktober : vogelexcursie waterberging Enumatil.
Via een landelijke route (Hoogkerk, de Poffert, Oostwold) aankomst op het startpunt: kruising van Lettelberter Diep en de A7. Onder de A7 is een ruime faunapassage gerealiseerd (EHS) Met het suizen van de A7 in de rug lopen we over het fietspad langs de 3 Polders van SBB, met mooi aangelegde verlandende petgaten, naar het hoogholtje over het Lettelberter Diep. Op het water
groepjes wilde eend en krakeend met daarboven veel doortrekkende kolganzen. Na de klaphekjes stappen we de ringdijk op en worden geconfronteerd met flinke velden Grote waternavel (Hydrocotyle ranunculoides) een invasieve waterplant uit Zuid-Amerika. Het meertje, door buizen verbonden met de waterberging, is grotendeels bedekt met deze exoot , die zich snel kan vermeerderen. De aalscholver op de roofvogelkast houdt alles goed in de gaten en het mauwen van een buizerd klinkt boven de mechanische autogeluiden uit. Muizen genoeg dit jaar! We lopen onderlangs de dijk, om zo weinig mogelijk te verstoren, langs een Dooiergele mestzwam (Bolbitius titubans) en meer leuke paddenstoelen, maar de vogels trekken. Letterlijk en figuurlijk. Over het dijkje heen zien we flinke groepen krak-, kuif-, slob- en wilde eend, wintertaling en smient. Aan de oevers blauwe en zilverreiger en op een eilandje aalscholvers. Speciaal voor de bezoekers zeilen twee lepelaars over het eilandje en beginnen driftig te pluizen en toilet te maken op de slikkige oever. Er zijn door de lage waterstand veel van die oevers, maar we zien geen steltlopers. Kieviten en goudplevieren laten zich wel horen en vliegen boven de weilanden grenzend aan de waterberging. Natuurlijk blazen er nijlganzen over onze hoofden en in de ruige begroeiing binnendijks zien we regelmatig groepjes graspieper invallen en weer vertrekken. Watersnip en rietgors benutten bies en riet eveneens. Groepen kol- en brandganzen vullen regelmatig hun foeragerende soortgenoten aan, die op de goedbemeste ‘vette’ weilanden hun kostje bijeenscharrelen. Ze zijn zeer attent en als we achter de schapen boven de dijk uitkijken gaan veel kopjes omhoog , glimlachen naar de camera’s en gaan door met de dis. Na een grote oppervlakte oud verruigd weiland, extensief begraasd, met mooi verlandende sloten komen we weer bij open water met meerkoet en wintertaling en een schuilhut van de Agrarische natuurvereniging Boer & Natuur Zuidelijk Westerkwartier (weidevogelbescherming) geflankeerd door een compleet hunebed aan zwerfstenen, die bij de aanleg van de waterberging zijn opgegraven. Langs het Hoendiep bereiken we het Lettelberter Diep weer. En wat zien we? Ook hier eilandjes Grote waternavel. Daar zal toch echt iets aan gedaan moeten worden anders raakt het water overgroeid. Over het fietspad langs het Diep lopend zien we in de bergboezem: zilverreiger, meerkoet, slobeend, wilde eend, wintertaling en kuifeend. Rondom een campinkje vliegen merel en kramsvogel en in het riet laat een paapje zich langdurig bekijken. Een mooi rondje, dat ook in het voorjaar veel interessante waarnemingen kan opleveren. G.J. Dinsdag 21 oktober: Lezing : Mora, mora in Madagaskar door Thorhold Souilljee. Op deze intrigerende titel kwamen een twintigtal leden af, die door Thorhold een boeiend reisverslag kregen voorgeschoteld. Als inleiding een stukje geologie: Madagaskar blijft met India over na de deling(- 162 milj.) van Gondwanaland en na de breuk met India (- 88 milj.) blijft het als uniek en zelfstandig eiland over. Madagaskar wordt achtereenvolgens gekoloniseerd door lemuren (-60-50 milj.), tenreks(-42-25 milj.), knaagdieren (-24-20 milj.) en carnivoren(-26-19 milj.) Er worden overblijfselen van veel soorten sauriërs gevonden evenals van b.v. de Olifantsvogel, die pas in 15001600 is uitgestorven. Vanaf 0 A.D. is het eiland achtereenvolgens bevolkt door volken uit de Indo-Maleisische archipel, Arabieren, Oost-Afrikanen en Europeanen en is nu een staat met 17 bevolkingsgroepen met autonoom bestuur. Door de invloed van de mens is veel natuur verdwenen, b.v. dwergnijlpaard + 500 n. Chr. en de grote Lemuursoorten. Het noorden en oosten zijn het natst, naar het zuiden en westen wordt het steeds droger in dit land met een oppervlakte van Frankrijk+ de Benelux dat wel het 8e continent wordt genoemd. Het ligt in de (sub)tropische luchtstreek. De hoogvlakte is grotendeels in cultuur gebracht, natuur bevindt zich op de minder bruikbare bodems. Een prachtige stoet endemische dieren en planten wordt op het scherm getoverd, voorzien van interessante informatie en het fascinerende geluid van de Indri indri. We zien planten die bestoven worden door lemuren, aaibare maki’s en tijdens een nachtexcursie een Grote dwerglemuur en de Bright Eyed Frog. Wat betreft voorkomen en zeldzaamheid van m.n. de fauna schijnt er nog weinig onderzoek te zijn gedaan.
Via Bladstaart- en Satansgecko komen in het regenwoud met schroefpalmen, boomvarens, bonte maki en Kroonsifaka, die zo is aangepast aan het leven in bomen dat het bekken is vergroeid. De voortbeweging over de bodem wordt door Thorhold treffend geïmiteerd. Na prachtige bloemen uit een orchideeënpark is er tijd voor pauzekoffie en geanimeerde gesprekken over land en reis. De tafel met fotoboeken, gidsen en standaardwerken nodigde daar bijzonder toe uit. Dan naar het noorden met wevervogels, gordelhagedis, moeder met kalf bultrug (in zee dus!), honingzuigers, verschillende boababs en een prachtige foto van op sneeuw gelijkende nimfen van een lantaarndrager, Flatted Leavebug. In het Montagne d’Ambre komen we kortstaartkameleon, bladstaartgecko (20 cm) en fruitetende lemuren tegen, die de betreffende bloemen gelijk bestuiven. In het fantastisch geërodeerde karstlandschap van Tsingi zien we o.a. paradijs monarch, haaksnavelen sikkelfanga, de bladetende, traag bewegende en nachtactieve Kroonmaki, ringmangoesten en een prachtig gecamoufleerde nachtzwaluw. Als afsluiting presenteert Nosey Bay ons nog een tsjiktsjak (hagedis), kuifdrongo (vogel) en de panterkameleon, die de grootste van zijn soort kan worden. Plaatjes? Internet geeft U vast mooie illustraties, maar zoals Thorhold ons liet zien, is zelf beleven een ultieme ervaring. Dank dat je dit met ons wilde delen. G.J.
Zondag 2 november : Practicum natuurfotografie (Natuurfotowerkgroep) Voor het tweede practicum staan 5 leden klaar bij de ingang van het Scharlakenbos in Haren. Het doel : flora en fauna op een mooie en/of duidelijke (determineerbare) wijze in beeld te vangen en van elkaar te leren. Het is een prachtige windstille dag en de spiegeltjes van het water in het voormalige buitenbad glimmen ons tegemoet. Daar maken we enthousiast gebruik van! Evenals van de creatieve waterdruppels op diverse bladeren en in webben. Het licht is sprookjesachtig en we proberen allerlei tegen-, zij- en strijklichten vast te leggen. Doorvallend licht door bladeren levert naast de mooie herfstkleuren onbetaalbare schilderijtjes op. Ook dood hout met mossen en paddenstoelen en al die woeste mineergangen in braam- en hulstbladeren worden digitaal mee naar huis genomen. Dan verbazen we ons over de prachtige structuur onder de doolhofzwam aan een eenzaam bankje; de camera’s klikken in koor! Lastig hoor om onder een paddenstoel te fotograferen. Tip: met een smartphone gaat het prima! Na een leuk berkenspiegeltje (foto) lopen we het bos weer uit en vinden een fraaie serie paddenstoelen langs de Geertsemaweg. Een leerzame ochtend en de resultaten becommentariëren we op de eerstvolgende bijeenkomst. Heeft U ook interesse om deel te nemen aan de Natuurfotowerkgroep, dan kunt U zich aanmelden bij de coördinator, Paul Valens valens@xs4all.
Foto’s GeertJan. Zaterdag 8 november : vogelwerkgroep Sassenhein Op 8 november j.l. - een zonovergoten dag - maakten 12 leden van de vogelwerkgroep de door Erik uitgezette wandeling vanaf Sassenheim. De tocht ging via de Lutsborgweg naar het Quintusbos en vervolgens over de dijk langs de Drentse Aa en de A-28 terug naar Sassenheim. In totaal werden 41
vogelsoorten waargenomen (zie onderstaande lijst). Met de ijsvogel (in noordwestelijke puntje van Sassenheim) als meest spectaculaire waarneming en de boomklever en grote bonte specht als opvallende afwezigen. Tevens werden, met dank aan Bé, enkele leuke paddenstoelwaarnemingen gedaan: kale inktzwam, paarse schijnridder, botercollybia en nevelzwam. Ook werden nog enkele bloeiende zomerplanten gezien: witte koekoeksbloem, dagkoekoeksbloem, rode klaver, berenklauw en madeliefje, en een zich in de zon opwarmende atalanta (klaar voor de trek naar het zuiden?). De wandeling werd op de gebruikelijke wijze gezellig afgesloten met koffie met appeltaart of iets vergelijkbaars in café Sassenhein. Gustaaf Biezeveld.
foto Gustaaf Waargenomen vogels: huismus Vlaamse gaai kolgans nijlgans pimpelmees vink roodborst putter
merel spreeuw houtduif
sperwer (2x waargenomen) wilde eend kuifeend aalscholver grote zilverreiger stormmeeuw kokmeeuw knobbelzwaan
ijsvogel roek
fazant grauwe gans Canadese gans koolmees blauwe reiger winterkoninkje boomkruiper sijsje
Fuut voert jong ^ goudhaantje
buizerd smient krakeend meerkoet staartmees zilvermeeuw witte kwikstaart koperwiek
kauw zwarte kraai foto’s Paul
Zondag 9 november : Mossenexcursie o.l.v. Dirk Blok. Overwinningsplein – Stort is een stief kwartiertje en daar zat Dirk al te wachten op het bankje . En Andre kwam net op tijd aanfietsen. Een korte kennismaking, uitleg over het gebied en een lijst met 61 reeds gevonden mossoorten en door het spaarzaam geopende hek trekken we de ruigte in. Hoewel……… in het najaar valt het aan deze zijde (west) van ’t Stort nog wel mee met de ruige begroeing; de schapen doen hun best. De eerste mossen groeien gewoon voor onze voeten : klauwtjes-, haarmuts- en klein laddermos en
foto’s GeertJan Klauwtjesmos met korstmos Cladonia na een rietveld met schapenpad betreden we het bos. Wilg, esdoorn, vlier en meidoorn-opschot vormen de basis voor veel mossen. Prachtige Nederlandse namen komen voorbij : gewoon dikkopmos, sikkelsterretje, gedrongen kantmos en het puntmos met zijn oranje steel en de fraaie doorzichtige blaadjes. Handig dat verschillende hoge bomen horizontaal liggen, zo kun je makkelijk bekijken welke soorten er op hoogte voorkomen. Zo bereiken vlier- en iepenmos wel een hoogte van 15 meter. We dringen verder het bos in en ontdekken het blauw boomvorkje, knikkersterretje , de boomsoort gewoon kantmos met hele spitse blaadjes en de grondsoort gedrongen kantmos, die op rottend hout voorkomt. Gewoon sterrenmos is hier niet algemeen en parapluutjesmos met bekertjes en gemmen staat net in het aangrenzende kilometerhok. Leuk om te zien dat de grote bloedsteelmycena (paddenstoel) ook echt bloedt. Dan klimmen we de kade op die rond het hele gebied ligt en struinen door riet, distels en brandnetels naar het droge ‘steppe’achtige deel , dat steeds verder dichtgroeit met riet. De pluimzeggepollen in combinatie met hoog riet levert een aardige steeple chase-parcours op! En o.a. purpersteeltje en broedkroesmos. Langs de uitzichttoren komen we over het fietspad makkelijk bij onze vervoermiddelen. We hebben uiteindelijk 26 soorten uitgebreid kunnen bekijken door de vele informatie die de excursieleider ons verstrekte. P.S. Die schreeuwende havik met prooi verstoorde even het loepwerk, maar we namen het hem/haar niet kwalijk. G.J. Een ‘van alles wat’- lijstje met dank aan Andre. mossen vogels diversen Broedkroesmos Grote Bonte Specht Hennegras Gewoon Dikkopmos 2 Havik Heermoes Gewoon Purpersteeltje Boomklever Pluimzegge gedraaid knikmos Wilde Zwaan Hondsdraf Gewoon Sterrenmos Grauwe Gans Gewone vlier Gerimpeld Boogsterrenmos Winterkoning Echt judasoor Fijn Laddermos Sijs Grote bloedsteelmycena Parapluutjesmos Putter Echte honingzwam Gewoon Haakmos Pimpelmees Eenstijlige meidoorn Groot Rimpelmos Koolmees Gewone glimmerinktzwam Glad Dikkopmos Staartmees Suikermycena Gewoon Pluisdraadmos Koperwiek Echte honingzwam Gewoon Kantmos Gaai Grote parasolzwam Vliermos Roodborst Staafjesiepenmos Buizerd Bleek Boomvorkje Merel Knikkersterretje Grijze Haarmuts Gedrongen Kantmos Gewoon Puntmos Gewoon Sikkelsterretje
Gewoon Dikkopmos Gewone Haarmuts Gesnaveld Klauwtjesmos Blauw boomvorkje Knikkersterretje Zaterdag 15 november : Nanninga’s Bosch o.l.v. allen. Een (natuur)historisch bijzonder stukje bos. Aangelegd op het zand onder het afgegraven veen. In dat vroegere veen lag het Bolmeer en na het afgraven bleef een mooie ronde pingo over, 300 meter ten oosten van het oorspronkelijke meer: het huidige Bolmeer. Naast het informatiebord verzamelen zich 7 deelnemers en onder een grijze hemel stappen we het bos van het Groninger Landschap in. Binnen enkele meters bewonderen we de glinsterende champignon parasol een klein paddenstoeltje en de nog kleinere sparren-stink-taailing, die inderdaad stinkt en een klein hoedje op een heel dun steeltje heeft. Verderop onder de naaldbomen klinkt een verraste uitroep : er staat een echte (wrsch.!) kopergroenzwam. Ook de muizenstaartzwam doet zijn naam eer aan: hij heeft een worteltje, dat precies op een muizenstaartje lijkt. Al met al zijn we dan 3 meter verder! Dat belooft wat. Want ook de fotografen liggen meer op hun knieën dan dat ze lopen. Veel soorten mycena, het minieme hulst-deksel-bekertje, trechter- en schelpzwammen en russula’s ontdekken we langs het pad. En dan natuurlijk de natte-zoen-zwam oftewel de botercollybia of vettige diksteel. Prachtige Nederlandse namen dus!! Er ligt erg veel blad, m.n. van de Amerikaanse eik, dat het zicht op de paddenstoelen verspert. Helaas zien we de koningsmantel niet terug, maar wel de draadknotszwam en tot slot de nevelzwam, die het einde van het paddenstoelenseizoen aankondigt. Motregen en zicht op de auto’s doet de mooie excursie eindigen. Veel zwammen gezien m.n. door de deskundigen onder ons. Hartelijk dank. G.J.
kleinsporige trechterzwam
G.J.
Donderdag 27 november : Lezing Wilde bijen, wespen en andere bloembezoekers door Anne Jan Loonstra. Zaal 3 in het Gorechthuis is vol als de eerste bijen en daarop lijkende insecten op het scherm verschijnen met de logische vraag: Wat zijn de verschillen? En met elkaar komen we er wel uit : voelsprieten lang bij de bij, de dubbele vleugels, de ‘wespen’taille en de dikke dijen. Veel meer prachtige foto’s volgen en we leren veel over levenscycli en levensbehoeften als nestplaatsen, voedsel, warmte en nestmaterialen. Bijzonder om te zien is de mimicry van veel andere bloembezoekende insecten, zodat ze b.v. gebruik kunnen maken van de kennis/angst bij predatoren voor de angel van de bij. Mooie overeenkomstige kleur- en vormpatronen zoals bij vliegen: wolzwevers, dazen, wapen-, blaaskop-, roof- en sluipvliegen , die allen een paar vleugels en een paar haltertjes (overblijfselen van vleugels, die nu dienen voor de stabiliteit). Mimicry treffen we ook aan bij wespen n.l. blad- en sluipwespen (geen angel maar een legboor) en kevers waar de penseelkever en de wespenboktor mooie voorbeelden zijn. Een belangrijk onderdeel is de hulp aan bijen, wat kunnen we doen om insecten in je eigen tuin of omgeving te krijgen. Kijk eerst eens welke insecten en waardplanten er in de omgeving voorkomen. Uitgangspunt is inheems materiaal en b.v. geen cultivars met dichte kronen. Let op de bloeitijd van
de planten en op je maaibeleid en dat van je omgeving. Het mooiste is als je voor een continu voedselaanbod kan zorgen. Anne Jan Laat veel voorbeelden zien van kruidachtige planten als bolgewassen, jacobskruiskruid, kruipende boterbloem, bosandoorn, raap-/koolzaad, smeerwortel, Phacelia, klokjesfamilie, grote ratelaar en de lipbloemen in de kruidentuin. Ook bloeiende bomen en struiken zijn in trek: sleedoorn, braam, wilg, klimop. Nesthulp in de de eigentuin door kleine stammetjes, takken, snoeihout. Maar maak gaten zonder splinters. Let bij gekochte bijenhotels speciaal op de afwerking. Aanrader : Boek Bijenhotels van Pieter van Breugel, uitgave Naturalis. In de pauze worden vele boeken en determinatiewerken bekeken en tot slot gezellig nagepraat over deze bijzonder informatieve en fraai geïllustreerde avond. G.J.
Zaterdag 29 november: vogelexcursie Ezumakeeg e.o. Het lijkt wel winter als we op de P bij de Bantpolder de andere deelnemers van de excursie de hand drukken. 13 man/vrouw sterk klimmen we de dijk op en waaien er bijna weer net zo snel af. De bergeenden, pijlstaarten, wulpen en tureluurs trekken zich daar op het wad helemaal niets van aan! Op de dijk zowaar een witte en een donkere sneeuwzwam. Het is er fris genoeg voor.
Sneeuwzwam O. Ezumakeeg O. Achter de Kolken G.J. Langs de ventweg bekijken we, met claxonnerende passanten in de rug, de verzamelde brandganzen, grauwe ganzen, smienten, wintertalingen, wilde en krakeenden en een dodaars. Wulpen vliegen af en aan, een torenvalk jaagt een groep fraters(?) op en gaat aan de overkant van de snelweg zitten poseren op een paaltje. Net gemopperd over afwezige rotganzen, vliegen er 5 over! Verderop blijkt de polder erg droog, maar niet voor wulpen, die er met grote aantallen foerageren. De dijk over en daar staan naast de weg enkele prachtige rotganzen te pronken en elkaar lastig te vallen, wat een deelnemer de opmerking : “Het is echt te koud om nu al te baltsen, hoor!” ontlokt. Tussen Anjum en Oostmahorn wordt het aantal kolganzen stevig groter. Tussen grote groepen brandganzen door en langs een groepje laveiende reeën rijden we naar de ‘kijkbanken’ van Ezumakeeg. Geen overmaat, maar wel leuke waarnemingen: blauwe en een ‘verlate’ bruine kiek, wilde zwaan en het getinkel van een baardmannetje. Daarna de Sylkajut, waar het water wel hoger was, maar de vogels op afstand bleven behalve de graspieper vlak voor de hut. De kijkkleppen bleven meestentijds dicht en binnen zagen we over de lunch heen een buizerd boven water (?) jagen . De voortzetting langs het “roofvogelveld”, ingezaaid met o.a. zonnebloemen als wintervoer, levert een grote groep vinken op heen weer vliegend tussen de erfbeplanting en de gedekte tafel met zaden. Een enkele koolmees en groenling eet ook mee. Achter de Kolken treffen we grote groepen brand- en kolganzen aan, kieviten en goudplevieren en een knetterende antieke brommerclub aan. Wat die tussen de ganzen moesten? Bij Tibma een poging gedaan om tussen de enorme aantallen brandjes en kollen dwergganzen te ontdekken, maar helaas niet aangetroffen.
Ganzen bij Tibma G.J. Uikijkheuvel Kollumerpomp O. De laatste halte is Kollumerpomp, even warmlopen in het bos en een majestueuze zilverreiger langs zien zeilen en op de kijkheuvel : wilde en kleine zwaan die voor elkaar langskruisen en zo de verschillen duidelijk laten zien. Ook leuk: rond de foeragerende wilde zwaan maken duikeendjes (kuifeenden) gebruik van het andere opgewoelde voedsel aan dezelfde tafel. Fuut en vrouwtjes nonnetje maken het plaatje bijna compleet, want daar klinkt: “Een grote rover boven het bos” . En jawel daar verheft de zeearend zich in de mistige lucht en klapwiekt richting noord. Met een voldaan gevoel dalen we af en vergapen ons in het bos nog aan een grote groep putters op de elzenproppen. Het was weer mooi vandaag ondanks het mistige en koude weer. G.J. (foto’s: Onno en GeertJan)