[255. 4.]
28
Verzekering van personen, werkzaam in liet zeevaartbedrijf,
tegen
geldelijke gevolgen van
bedrijfsongevallen.
(25.5. 4.)
Hi.iLAtiE VAN Dl
MEMORIE VAN TOKMCIITINI;.
Overzicht van de buitenlandsche wetgeving ten aanzien van de verzekering tegen geldelijke gevolgen van bedrijfsongevallen in de zeevaart.
IMiitst hluml. De Duitsche ongevallenverzekering van zeevarenden is geregeld bij de wet van 30 Juni 1900 (Ite/c/nsgeset:b/att, n u . 2 0 : Seeunfallveisicheiungsgesetz). Deze wet regelt in bet algemeen de verzekering van personen bij de zeevaart betrokken. De wet van 30 Juni 19U0 is eene uitbreiding van bet Seeuniallversicberungsgesetz van. 13 Juli 1887. Daar eenzelfde regeling voor de groote en kleine zeevaart niet wenschelijk scbeen, is voor deze laatste (waaronder ook de zeevisscherij valt, voorzoover niet uitgeoefend met stoomscbepen in volle zee of met baringloggers) de wet dan alleen van toepassing, indien daarvoor geen afzonderlijke voorschriften zijn gegeven. Zoodoende bevat de wet van 30 Juni 1900 eenzelfde regeling voor de koopvaardij vaart en voor de zeevisscherij uitgeoefend met stoomschepen in volle zee of met baringloggers; voor de visscberij met andere vaartuigen geldt zij slechts voor zooverre daarvan niet door de daarnaast opgenomen bepalingen is afgeweken.'Jlet Seeunfallversicherungsgesetz is in werking getreden op 1 October 1900, met uitzondering van de bepalingen betrekking kebl>ende op de verzekering van personen werkzaam in de kustvaart en in de klein© zeevissoberij, wier verzekering eerst is aangevangen met 1 Januari 1902. (Zie Amtlicbe Nachrichten 1901, bladz. G50). Omvang der verzekering. Verzekerd is in de eerste plaats de bemanning van Duitsche zeeschepen; de schipper alleen dan, indien bij loon verdient. De verzekering strekt zich ook uit over personen, die niet tot de bemanning bchooren, maar op Duitsche zeeschepen in Duitsche havens werkzaam zijn, voor zoover deze personen niet krachtens de bepalingen van eene andere wet zijn verzekerd. Hieronder vallen bijv. de personen, die het vaartuig schoonmaken, bewaken, aftakelen, enz. In de derde plaats zijn verzekerd zij, die in drijfdokken en dergelijke inrichtingen of bij het loodswezen werkzaam zijn; eveneens de personen welke in dienst worden gesteld voor de redding of berging van personen of goederen bij schipbreuk, voor de bewaking1, verlichting of instandhouding van wateren, voor het zeeverkeer dienende. Voor l>ovenstaande verzekerden gelden de algemeene bepalingen der wet. Ten aanzien van de drie na te melden categorieën gelden die algemeene bepalingen alleen dan, indien hiervan niet uitdrukkelijk bij de wet zelve is afgeweken. De verzekerden voor wie afzonderlijke regelen zijn gesteld, zijn :
a. de bemanning van zeeschepen, welke niet meer dan 50 M:' bruto inhoud hebben en die tevens niet behooren bij een grooter vaartuig, noch door een krachtwerktuig worden voortbewogen; b. de bemanning van vaartuigen, welke gebezigd worden voor de uitoefening der visscberij op zee, in de inhammen, baaien (Haffen) en op de wadden, voor zooverre die visscberij niet wordt uitgeoefend met stoomschepen in volle zee of met baringloggers. De bemanning van deze beide laatste soorten van vaartuigen zijn verzekerd volgens de algemeene bepalingen der wet; c. de.bemanning van vaartuigen, die de vissc-herij uitoefenen op andere dan de genoemde wateren, voorzoover die wateren in verbinding staan met de zee en gelegen zijn binnen de grenzen door den Bondsraad aangewezen. (De grenzen zijn vastgesteld bij Bekanntmachung vom 26 Juli 1901; zie Amtliche Nachricbten 1901, bladz. 449). De statuten der See-Berufsgenossenschaft kunnen de verzekering verplichtend stellen voor den eigenaar, die tot de bemanning van het vaartuig behoort, indien op dat vaartuig in den regel, buiten den eigenaar, niet meer dan twee personen werkzaam zijn. (Dit is geschied in § 52 van het Revidirtea Statut der See-Berufsgenossenschaft). De wet schrijft imperatief de verzekering voor van de ondernemers der onder , // ©n c bedoelde bedrijven, voor zoover deze ondernemers behooren tot de bemanning van het vaartuig en gewoonlijk bij de uitoefening van hun bedrijf geen of niet meer dan twee werklieden gebruiken. De wet kent verder aan eigenaren van vaartuigen en aan ondernemers van verzekeringsplichtige bedrijven, die niet verzekerd zijn volgens de bepalingen der wet, alsmede aan loodsen, die hun bedrijf voor eigen rekening uitoefenen, het recht toe zich volgens de bepalingen der wet te verzekeren. De verzekering strekt zich ook uit over huiselijke en andere diensten, waartoe de verzekerden, buiten de werkzaamheden in het l>edrijf, door hunne werkgevers gebruikt worden en eveneens over de diensten, door de verzekerden zonder opdracht van hunne werkgevers verricht bij het redden of l>ergen van personen of goederen. De verzekering duurt van het begin tot het einde der dicnstlx:trekking, waaronder begrepen is het gaan van den wal naar het vaartuig en omgekeerd. Ook strekt zich de verzekering uit over l>edrijfsongevallcn, welke aan een verzekerde overkomen
Hjjlageii.
|*55.
4.]
Verzekering van |H:rsonon, werkzaam in I •«-1 eeevaartbedrijf, op een Duitsoh zeeschip, waarop hij werkzaam is, tonder tot de bemanning van dat vaartuig te behooren, alsmede over
ongevallen, welke aan Duitaohe ■ealiodon overkomen lijden* den hun l»ij reraohilleude wetten gewaarborgden vrijen over(,,( lil op Duitsehe Mhepen als gevolg van oen hun overkomen
zeeramp. .Niet onder de verzekering vallen de ongevallen den ver zekerde overkomen in den tijd dat hij «ion onbevoegd van
boord verwijderd beeft en die, welke hem overkomen in den tijd van zijn verlof aan land, het vaartuig heeft verlaten. De verzekering strekt zich dienste van 3000 mark of daar de verzekering tot een hooger
wanneer hij voor eigen, zaken uit over een jaarlijks!du» ver beneden. Door de statuten kan bedrag worden uitgebreid
Organiiati». De uitvoering der verzekering is opgedragen aan de See-Berufsgenossensehaft. Voor tle kleine zeevaart, waaronder de geheele zeevisscherij, met uitzondering van die op stoomvuartuigeii en op haringloggers moet worden verstaan, is in de See-Berufsgenossen sehaft een Yersicherungsanstalt opgericht, welke een onder deel uitmaakt van de Berutsgenossensciiaft en welke lndieerd wordt door het bestuur en de ledenvergadering der Berutsgenossensohaft. De Anstalt heelt eigen inkomsten en uitgaven en haar vermogen wordt afzonderlijk beheerd. De administra tiekosten van de Versieherungsanstalt komen ten laste van de
BerufagenoMenschaft. Voor de overige zeevaart, waaronder dus ook de zeevisscherij met stoomschepen en met haringloggers valt, is de uitvoering der verzekering opgedragen aan de See-Berufsgenossensehaft. De Berufsgenossenschaft stelt in eene ledenvergadering haar statuten vast, waarbij de inwendige organisatie wordt geregeld. Leden der Gonossenschaft zijn de werkgevers, die een, veraekeringaplichtig bedrijf uitoefenen. De leden worden in een „Kataster" ingeschreven. Tegen bet opnemen in liet „Kataster" kan do werkgever in beroep komen bij het Iieichs-Versicherungsamt. Toezicht. De Genossenschaft staat onder toezicht van bet Beiehs-Yersicherungsamt, waarin o. a. twee leden der SeeBerufsgenossensehaft en twee verzekerde werklieden zitting hebben. Ten aanzien van het toezicht van het Reichs-Yersicherungsaint o]) de See-Boruisgenossenschaft bepaalt de wet o. a. dat het Keiehs-Yersicherungsamt bevoegd is ten allen tijde inzage van de boeken en bescheiden der Genosseiisehaft te nemen en. dat de bestuursleden, de Verirauoiisinifnner en de ambtenaren verplicht zijn alle stukken betreffende de administratie, Ie vaststelling der schadeloosstellingen en de bijdragen der werkgevers, desgevraagd, aan het Reiehs-Versicherungsaint over te leggen. Hot Reichs-Yoisichoiungsanit beslist alle geschillen betref fende de toepassing der statuten en die gerezen bij de ver kiezingen. Schadeloosstellingen. De schadeloosstellingen, waarop de getroffene kan aanspraak maken, bestaan in kostclooze genees kundige behandeling en in eene rente Geene aanspraak komt den verzekerde en zijne nagelaten Intrekkingen toe, wanneer hij het ongeval opzettelijk veroorzaakt heeft. Indien het ongeval lichamelijk letsel ten gevolge heeft, ontvangt de getroffene na afloop van den wettelijken voor zorgsplicht van den eigenaar of, zoo die plicht niet bestaat, van het begin der veertiende week na het ongeval af: 1°. kostclooze geneeskundige behandeling, geneesmiddelen en de benoodigde hulpmiddelen (krukken, enz.); 2°.
eene rente voor den duur der ongeschiktheid tot werken.
De rente bedraagt in geval van geheele ongeschiktheid tot werken 66!}- pet. van het jaarloon (Vollrente); in geval van Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen 1906—1907.
'i'
Tweede Kamer.
29
togen geldelijke gevolgen van bedrij f«ingevallen,
gedeeltelijke ongecohiklheid een deel der Vollrente naar mate ras de geschiktheid tot werken (Theilrentej, Is de getroffene ten gevolge van het ongeval niet alleen
ongeschikt tot werken, maar tevens zoo hulpbehoevend geworden, dat hij vreemde hulp en verpleging noodig heelt, dan wordt gedurende den tijd van zijn hulpbehoevendheid de rente tot 10U pot. van zijn jaarloon verhoogd.
Zoolang de getroffene ten gevolge van het ongeval werkelijk en buiten zijn schuld zonder werk is, kan het bestuur der
Berufsgenossensohaft de Tbeilrente tot het bedrag der Vollicntc tijdelijk verhoogen. Bent na afloop der dertiende week na het ongeval komt in de Duitsehe ongevallen verzekering de zorg van den dooreen onge val gel lofton verzekerde ten laste van de Bedrij fsvereeniging. De e e n t e dertien weken komen ten laste der ziekteverzekering. Deze regel geldt principieel ook voor do See-Unfallversichorung. .Maar nu is volgens het Ivrankenvorsicherungsgci-etz niet
onderworpen aan do ziekteverzekering de bemanning van zeetchepen, waarop de voorschriften van $ -18 en § 49 der Seemaunsordnung van toepassing zijn. Dienovereenkomstig heelt
de reeder de kosten van verpleging te dragen en wel gedurende drie of zes maanden. Deze wettelijke verplichting van den reeder is ook in het Seeunfallversicherungsgesetz onveranderd gelaten. Heeft hot ongeval den dood ten gevolge, dan wordt uitge keerd : a. indien de reeder niet volgens de bepalingen van het llaiidelsgosetzbucli of van de Seemannsordnung de begrafenis kosten moet dragen, als begrafenisgeld, wanneer de begrafenis aan land plaats heeft, voor zeelieden 2/'3 van hot maandloon, voor de overige verzekerden '/ir, v a " het jaarloon, maar ten minste 60 mark. Voor de personen werkzaam in de kleino zeevaart bedraagt hot begratenisgeld het twintigvoud van het dagloon, welk bedrag echter niet minder dan .30 mark mag bedragen; b. eene rente aan de iiagelaten betrekkingen van den dag van hot overlijden af. Eene weduwe totdat ze hertrouwt en elk nagelaten kind tot zijn zestiende levensjaar, ontvangen 20 pet. van het jaarloon. Hertrouwt de weduwe dan ontvangt ze als afkoopsom 60 pet. van het jaarloon. Indien de vrouw de kostwinner was en sterft ten gevolge van een ongeval, dan ontvangt haar man eene rente van 20 pet. Laat de gestorvene ascendenten na of ouderlooze klein kinderen, dan wordt, indien hij hun kostwinner was, aan do gezamenlijke ascendenten 30 pet. en aan de gezamenlijke kleinkinderen eenzelfde bedrag toegekend. De renten aan de nagelaten betrekkingen gaan te zamen 60 pet. van bet jaarloon niet te boven. De nagelaten betrekkingen hebben eveneens aanspraak op eene rente, indien de verzekerde zich bevonden heeft op een vaartuig, dat vergaan is of geacht wordt te zijn vergaan en sinds het vergaan, of sinds de laatste berichten van dat vaar tuig één jaar is verloopen zonder dat van het in leven zijn van den vermiste bericht is ingekomen. In verba.nd met de ziekteverzekering is de regeling gedu rende de eerste 19 weken na het ongeval, in hoofdtrokkcn, als volgt : De verzekerde, die volgens de bepalingen van het Kranken■versiehorungsgesotz verzekerd is, heeft recht op kostelooze geneeskundige behandeling en op een ziekengeld van den derden dag zijner ziekte af, ten bedrage van de helft van het dagloon. Bij ziekte ten gevolge van een bedrijfsongeval wordt dit ziekengeld van de 6de week af tot aan de J4de week na het ongeval verhoogd tot ten minste 2/:l van zijn loon. Heeft de verzekerde in geval van ziekte geen wettelijke aanspraak op ondersteuning tegenover den reeder of do ziekenkassen, dan heeft hij aanspraak op ondersteuning op kosten van den onder nemer, in wiens onderneming hem het ongeval is overkomen. De aard dier ondersteuning wordt voor zeelieden geregeld naar
I
•Ai)
[255.
4.]
Venekering van personen, werkzaam in het zcovaartbcdrijf, togen geldelijke gevolgen van bedrijfsongevallen! de bepalingen van liet Ilaüdelsgcsctzliucli en van ile Sceniannsordnung; voor do overige verzekerden naar ile bepaliugeu vaji
eveneens uit de middelen worden gedekt. Geldt voor de koopvaardij vaart en de visscherij op itoomeohepen en
het lürankenversicherungagesets, met tlien verstande; dat ook haringloggen liet „Umlageverfahren", ten. aanzien der kleine hier de vijlde week een verhoogd liekenfeld wordt gegeven. zeevaart en overige zeevisschci IJ IVorden de middelen tot dekVoor de kleine Navaart zijn voor de eerate 13 weken na het king opgebracht volgens het „Kapitaldeckungsvorfahren". ongeval de in liet Krankciiversiclieningsgesetz vermelde kosten der geneetkundtge hulp en van het ziekengeld gelegd op do gemeenten, binnen wier territoir de onderneming is gevestigd, VOOr zoover de getroffene zich niet in het buitenland bevindt of op grond van de ziekteverzekering of van andere verplichtingen aanspraak kan maken op gelijke vergoeding. Voor zoo\ere deze verplichtingen niet door de daartoe aangewezen personen worden nagekomen, moet de gemeente deze overnemen met recht van verhaal op de nalatigeu.
Hier worden de middelen opgebracht door bijdragen, welke door het Iteichs- Versicherungsamt ten minste allo vijf jaren vooruit worden vastgesteld en zoo berekend worden, dat daardoor, buiten de overige verplichtingen van de Versicherungsaustalt, de kapitaalwaarde der vermoedelijk toe te kenIM-II renten gedekt wordt. Kust bij de groote zeevaart de last der verzekering geheel op den werkgever, bij de kleine zeevaart is dit anders. Uier worden de bijdragen opgebracht door de gezamenlijke kustgewesten der aan zee gelegen staten. (Die lieitrage sind nach naherer Bestinimung der Landes-Zentralbehörde von den Küstenbezirke umfassenden weiteren Koinmunalverbanden der Seeuferstaaten zu entrichten und werden auf dieselben nach der Zahl derjenigen Personen vertheilt, welche in ihren Bezinken in Betrieben der im § 1 62 bezeichneten Art, als erwerbsthatige Personen besehaftigt sind). De Bondsraad kan voorschrijven, dat die verdeeling met inachtneming van den duur der uitoefening van het bedrijf en- van het bedrag der dagloonen geschiedt. In de „weitere Kommunalverbande" worden de bijdra gen voor de helft opgebracht door de Kommunalverbande, en voor de andere helft door de werkgevers door tusschenkomst van de betrokken Kommunalverbande of gemeenten. Deze laatsten kunnen echter ook de lasten geheel of gedeeltelijk uit eigen middelen bestrijden. In elk geval zijn zij aansprakelijk voor de oninbare bijdragen. Ten aanzien van de groote zeevaart zij, wat het opbrengen der middelen aangaat, nog het volgende opgemerkt. Voor elk vaartuig, met uitzondering van de schepen gebezigd in het sleepers- en lichtersbedrij f, wordt het gemiddeld aantal leden der bemanning geschat, dat als bemanning voor het vaartuig noodig is. De taxatie geschiedt naar klassen. De statuten kunnen bepalen dat er gevarenklassen gevormd zullen worden, waarnaar de grootte der bijdrage is te regelen. De Genossensekaftversammlung kan voor sommige ondernemers naar maatstaf van de ongevallen, die op hunne schepen zijn voorgevallen, de bijdrage verhoogen of verlagen. De statuten, kunnen bepalen, dat bij bijzonder gevaarlijke lading of bij reisen in bijzonder gevaarlijke wateren of jaargetijden voor den duur dier reizen een hoogere bijdrage gevorderd zal worden. Voor de berekening der bijdragen wordt als maatstaf aangenomen voor de groote zeeschepen de som der gefingeerde loonen, verdiend door de voor het vaartuig geschatte leden der bemanring. Voor de andere verzekeringsplicktigen, geldt als grondslag der berekening het werkelijke loon. Voor vaartuigen, die langer dan 14 dagen niet in het bedrijf gebruikt zijn, wordt de bijdrage in verhouding tot den tijd, 14 dagen te boven gaande, verminderd. Verlaging der bijdragen heeft eveneens plaats voor vaartuigen, welke in den loop van liet. boekjaar vergaan of vermist zijn.
Berekening van het loon. Voor verschillende categorieën van verzekerden wordt een verschillende maatstaf aangenomen. Als jaarloon voor den tot de bemanning van een vaartuig behoorenden persoon geldt het elfvoud van het door tien ltijkskanselier vastgestelde yemiddelde bedrag, dat bij nanmonstering gemiddeld per maand als loon of gage is bedongen, waarbij dan als vergoeding voor de op zee gewaarborgde voeding gevoegd wordt een bedrag gelijkstaande met 2 / 5 van het voor volmatrozen geldende gemiddelde loonbedrag. Voor die klassen der bemanning, die boven hun loon of gage gewoonlijk nevenverdiensten hebben, moet bij de vaststelling van het gemiddelde bedrag ook de gemiddelde geldswaarde dezer bijzondere inkomsten in rekening worden gebracht. liet gemiddelde bedrag wordt door den Kijkskanselier, na raadpleging van de Landes-Zentralbehürden, gelijkelijk voor de geheele Duitsche kust vastgesteld. Als grondslag wordt genomen het loon van volmatrozen op Duitsche schepen, gedurende de laatste drie jaren, waarin geen mobilisatie van Duitsche strijdkrachten heeft plaats gehad. Herziening vindt ten minste eens in de vijf jaren plaats. De vaststelling geschiedt afzonderlijk voor volmatrozen, stuurlieden, machinisten, de overige scheepsofficieren en den schipj>er. (Jok kunnen meer onderscheidingen gemaakt worden naar de soort van vaartuigen of naar de klassen der bemanningen. Voor personen, tot de bemanning behoorende, voor wie geen afzonderlijk gemiddeld l>edrag is vastgesteld, komt in aanmerking 3 / 4 gedeelte van het voor volmatrozen vastgestelde gemiddelde bedrag. Voor de overige verzekerden en de personen werkzaam in bet sleepers- en lichtersbedrij f, geldt, behalve de later te noemen uitzonderingen, de volgende regeling: Als jaarloon wordt aangenomen, voor zoover dit niet berekend kan worden uit bedragen, welke ten minste bij de week worden vastgesteld, het driehonderdvoud van de gemiddelde dagelijksche verdienste. In bedrijven, waarin gewoonlijk een grooter of geringer aantal dagen in het jaar gearbeid wordt, wordt het werkelijk aantal werkdagen als grondslag van de berekening van het jaarloon aangenomen. Tevens stelt de wet regelen ter berekening van het loon van den werkman, die op het tijdstip van. het ongeval nog geen vol jaar is werkzaam geweest. Voor de personen, werkzaam in de kleine zeevaart, (dus ook voor den zeevisscher met uitzondering van hem, die werkOnderzoek en aangifte der ongevallen. Ieder ongeval, dat zaam is op een stoomschip of haringlogger) wordt het jaar- aan een lid der bemanning overkomt, en dat den dood of ongeloon berekend naar het driehonderdvoud van het dagloon van schiktheid tot werken van meer dan drie dagen medebrengt, een gewoon werkman ter plaatse, waar de onderneming is moet in het scheepsjournaal ingeschreven worden. gevestigd. Is geen journaal aan boord, dan moet de gezagvoerder eene afzonderlijke verklaring van het ongeval opmaken. Opbrengen der middelen. De middelen worden door bijAfschrift uit het journaal of van de verklaring wordt door dragen opgebracht, welke jaarlijks over de leden der Berufs- den gezagvoerder overhandigd aan het Seemannsamt, waarbij genossensoliaft worden omgeslagen. De middelen dienen tot dit het eerst kan plaats hebben. dekking van de schadeloosstellingen, van de administratie- \ Gebeurt het ongeval in Duitschland vóór of na de reis, dan kosten, van de premiën voor de redding van verongelukten en geschiedt de aangifte aan het Seemannsamt of, is er geen van de onkosten gemaakt ter voorkoming van ongevallen, als- Se emannsamt op de plaats van het ongeval, aan de plaatselijke mede tot het vormen van een reservefonds. Tevens k u i m n , politie en aan het bij de statuten aangewezen orgaan der met toestemming van het Beiohs-Versicherungsamt, dotlswBe Qenoaaenachaft, Genossenschaft worden opgericht sanatoria, waarvan de kosten Hei Seemannsamt of do plaatselijke politie zendt de aangifte
4.j
[**a. Venekering van personen, werkzaam is hei ■eevaartbedrijf,
„
tegen geldelijke gevolgen van bedrij f•ongevallen'.
naar Int Seemannsamt van ds naren, waai- bei vaartuig tehuis
Schadeloosstellingen. Do veraekerde, die gewond of ziek
uehoort. Ten aanzien van werklieden, die geen zeelieden zijn, geldt de regel, dat de aangifte moet geschieden bij de politie. l i e t Seemannsamt of de politie slelt een onderzoek in naar het ongeval. Moet het onderzoek in het buitenland plaats hebbeu, dan is de gezagvoerder van- het vaartuig verplicht met twee getuigen voor het Seeinannsaint, waarvoor dit het eerst kan geschieden, eene beëedigde verklaring af te leggen. Geschiedt het onderzoek in Duitsehland, dan wordt eene soortgelijke verklaring voor het Soeniamisaint of de politie afgelegd. Afschrift van liet proees-verbaal van het onderzoek wordt gezonden aan het bestuur der Berufsgcnossenschaft.
wordt ten gevolge van ecu bedrijfsongeval of een gevaar aan de uitoefening van liet bedrij 1 verbonden, heelt reent op eene geldelijke schadeloosstelling bij tarief vastgesteld, welke ver schilt naar mate \an de ongeschiktheid tot werken. Hij voort durende ongeschiktheid tol werken wordt eene rente gegeven;
Vaststelling der schadeloosstellingen. Do schadeloosstellingen Worden door het bestuur der Genossenschaft vastgesteld. • De belanghebbende kan, in beroep komen bij het Schiedsgericht en in hoogste instantie bij het Keiehs-Y'ersicherungsamt. De uitbetaling der schadeloosstellingen geschiedt door tusschenkoinst van de postkantoren. Voorzorgsmaatregelen. De See-Berufsgenossenschaft is be voegd voorschriften te geven tot het voorkomen van ongevallen en omtrent de uitrusting van vaartuigen. Ingeval van niet nakoming der voorschriften kan de Ge nossenschaft den betrokkene, nadat deze vruchteloos aange maand is, straffen met eene geldboete tot 1000 mark of zijn onderneming in een hoogere gevarenklasse plaatsen; zijn er geen gevarenklassen of is de onderneming reeds in de hoogste gevarenklasse geplaatst, dan kan de bijdrage worden verhoogd tot het tweevoud. De voorschriften kunnen zoowel algemeen gegeven worden alsook voor bepaalde ,,Bezir>ke" of voor be paalde soorten van vaartuigen of ondernemingen. Naast den eigenaar kan ook de gezagvoerder van het vaar tuig voor eene goede uitvoering van sommige voorschriften verantwoordelijk worden gesteld. Aan de beraadslaging over en de vaststelling van de voor schriften nemen een gelijk aantal vertegenwoordigers der ver zekerden en leden van het bestuur der Genossenschaft deel; het Keichsversicherungsamt kan de beraadslagingen bijwonen. De voorschriften behoeven de goedkeuring van het EeichsVersioherungsamt. De straffen, gesteld op niet nakoming der voorschriften door den eigenaar, worden uitgesproken door het bestuur der Berufsgenossenschaft met beroep op het Reichs-Yersioherungsamt. Hetzelfde geldt ten aanzien van de plaatsing in een hoogere gevarenklasse en de verhooging der bijdrage. Straffen aan den gezagvoerder worden opgelegd door het Seemannsamt; de gezagvoerder en de eigenaar kunnen van de den gezagvoerder opgelegde straf in beroep komen bij de autoriteit, die toezicht uitoefent op het Seemannsamt. Het toezicht op de naleving der voorschriften is opgedragen aan de Genossenschaft.
Frankrijk. In Frankrijk is de verzekering voor zeevarenden geregeld bij de wet van 29 December 1905: Loi du 29 décembre 1905 sur la Caisse de prévoyanoe des marins francais contre les risques et accidents de leur profession. Er bestaat een kas (Caisse nationale de prévoyanoe), die ver bonden is aan de Caisse des invalides de la marine maar afzon derlijk wordt beheerd.
bij tijdelijke ongeschiktheid eene tijdelijke uitkeering per dag. Du weduwe van den verzekerde (zoo het huwelijk vóór het onstaau van do verwonding of de ziekte is geslolen) heeft nelii,
echtgenoot is overleden ten gevolge van de verwonding of de ziekle of terwijl hij in het genot was van eene rente. Hert rouwt zij en wordt zij «ederom weduwe, dan kan zij, uil hoofde van haar tweede huwelijk, geen tweede rente van dezelfde soort vorderen, tenzij zij afstand doet van de rente, welke zij reeds genoot. Na het overlijden van den vader en de moeder of wanneer de weduwe-moeder wegens echtscheiding of scheiding van latei en IMMI geen recht op rente heeft, hebben de kinderen van den overledene, indien deze gestorven is ten gevolge van de ver wonding of de ziekte, of terwijl hij in het genot was van eene ïente, recht op eene uitkeering gelijk aan die der weduwe, tot dat het jongste kind zijn ltide jaar voleindigd heeft, niet dien verstande, dat wanneer de oudste kinderen IC jaren worden, hun deel verdeeld wordt over de jongere kinderen. De natuurlijke kinderen, erkend vóór het tijdstip van het ongeval of de ziekte, hebben dezelfde aanspraken als de wettige kinderen. De ver zekerde en zijne weduwe ontvangen voor elk kind beneden de l(j jaren eene jaarlijksche toelage van 50 fr. Laat de verzekerde geene weduwe en kinderen na, dan ont vangen de ascendenten eene rente volgens tarief; do ouders gaan daarbij vóór de grootouders. De ascendenten kunnen geen recht doen gelden indien zij niet ten minste tiO jaren oud zijn en recht op onderhoud zou den gehad hebben. Het recht op eene rente sluit niet uit, dat de belanghebbende, volgens het gemeene recht, vergoeding vraagt aan de verant woordelijke personen voor de schade, welke het gevolg is van het ongeval of de ziekte; het te dier zake verschuldigde komt in mindering van hetgeen krachtens deze wet gevorderd kan worden. De reeder of de eigenaar van het vaartuig is echter — in afwijking van de desbetreffende bepalingen van het Bur gerlijk Wetboek en van het Wetboek van Koophandel — niet civielrechtelijk aansprakelijk voor de verzuimen van den gezagvoerder of de bemanning. Hij is alleen verantwoordelijk voor eigen opzet of grove schuld ; in dit geval wordt bij de vaststelling der schadeloosstelling rekening gehouden met het geen de betrokkene krachtens deze wet geniet. De renten en andere uitkeeringen beginnen te loopcn voor de verzekerden van den dag af, dat zij opgehouden hebben h u n loon te ontvangen, overeenkomstig art. 262 Code de Commerce (dit artikel luidt: Ie matelot est payé de ses lovers, traite et pansé aux dépens du navire, s'il est tombe ma lade pendant Ie voyage, ou s'il est blessé en combattant contre les ennemis et les pirates); de overige rechthebbenden ontvangen hunne rente van den dag af van het overlijden van den verzekerde, of, bij vermissing, van den dag af, dat voor het laatst van den ver miste is gehoord. liet tarief, dat de schadeloosstellingen vaststelt, varieert naar gelang van den rang en de bekwaamheden van de ver zekerden van fr. 2200 tot fr. 390 voor de verzekerden ; van fr. 1100 tot fr. 360 voor de weduwe of de weezen, en van fr. 550 tot fr. 180 voor de ascendenten. Middelen tot dekking. opgebracht:
De middelen tot dekking worden
Omvang der verzekering. Bij deze kas zijn krachtens de wet 1°. door de eigenaren of reeders van vaartuigen, bestemd verzekerd alle voor den dienst ter zee ingeschreven zeelieden van voor de groote vaart, de groote en kleine kustvaart, de groote hun tiende jaar af, zoomede de niet-ingeschreven bemanning en kleine visscherij en den loodsdienst en door de eigenaren van Fransche zeeschepen, met uitzondering van oorlogsschepen I van pleiziervaartuigen, waarop gemonsterd wordt; deze werk» en schepen uitsluitend in publieken dienst gebezigd gevers dragen 37 2 pet. bij van het loon van hunne werklieden;
[*aa. 4.]
32
Verzekering ran pennoen, werkzaam in bet seevaartbedrijf, 2°. door < 1-■ t 11 verzekerde; de bijdrage bestaat l>ij de grooto vaan uii een rast percentage van Int loon, ten bedrage ran J percent voor de hoogere <'n *j4 percent voor de lagere rangen en bij de kl<'iiic vaart uil een vaste som per maand, bedragende .'iT1,., <■■*■ iit voor den schipperen dalende tot 5 cent voor den scheepsjongen; verder beetaao de middelen i 3". uit giften ran particulieren en sübsidiën van publiek» rechtelijke lichamen of vereeaigingeo; l". uil bepaalde bij de wet aangewezen inkometen en uit de intereeten ran het kapitaal van de ka»; •V'.
zoo noodiff, uit een renteloos voorschot van (k-u Staat.
Adminidrati* der luit. De Caisse il<' prévoyanoe staat onder beheer van. den Minister van Marine. Hij wordt ter zijde gestaan dooi- de ambtenaren belast met het beheer der Caisse Bes invalides de la marine. De financieele controle is bij de oommission supérieure de 1'établissement des invalides de la marine. Voor de Caisse de prévoyanoe is een afsonderlijke raad van beheer ingesteld, waarin, behalve Leden van den conseil supérieur de 1'établisse ment des invalides en eenige ambtenaren, senatoren, afgevaar digden, <'ii/,., tevens zitting hebben een gelijk aantal readers en zeelieden, die voor den tijd van drie jaren worden benoemd. Deze raad van beheer wordt, in liet bijzonder geraadpleegd over het gebruik en de belegging van de fondsen der kas en adviseert omtrent zaken betreffende de organisatie der instelling.
tegen geldelijke gevolgen van bedrijfsongevallen,
bet eene exemplaar wordt ter hand gesteld aan de maritieme, consulaire of koloniale autoriteit van de plaats, welke het vaartuig het eerst aandoet, en londer uitstel door bedoelde autoriteit gezonden aan den commissaris van het distriet, waar de zeeman is ihg<-< hieven, om ter beschikking te worden ge steld van den belangheblien/do of zijne rechtverkrijgenden. Het andere exemplaar van bet rapport wordt gehecht aan de monsterro. van het vaartuig, om later dienst te doen bij de afmonstering. Wordt een Bnoman gewond of ziek aan land gezet of achter gelaten, dan worden in een geneeskundig attest de wijze van behandeling en, ingeval de patiënt mocht overlijden, de oor zaak van zijn dood vermeld, liet attest w;ordt op verzoek van en onder het visum van de maritieme, koloniale of consulaire autoriteit opgemaakt. Een afschrift van dit attest wordt bewaard door bedoelde autoriteit, die het oorspronkelijke zendt aan den commissaris van het district, waar de zeeman is ingesohreven, om ter beschikking te worden gesteld van den belanghebbende of zijne rechtverkrijgenden. Hij de aanvrage om schadeloosstelling moet de belanghebbende bovenbedoeld rapport of attest overleggen. Denemarken. In Denemarken is de ongevallenverzekering voor zeevaren den geregeld bij de wet van 1 April 1906.
Omvang iler verzekering. De bemanning van Deensehe vaartuigen is verzekerd tegen geldelijke gevolgen van bedrijfs ongevallen. De bemanning van oorlogsschepen en bepaalde schepen in. Staatsdienst, benevens de bemanning van schepen in gebruik bij de Staataspoorwegen, vallen niet onder deze wet. Evenmin de bemanning van duikerschepen en reddingbooten, Aanvraag <mi vergoeding. Om zijn aanspraken te doen gel voor zooveel zij niet reeds uit anderen hoofde is verzekerd. den moet de verzekerde zieh binnen zes maanden na zijn terug De geheide bemanning (kapitein* matroos, dokter, timmer keer wenden tot den administrateur de 1'insöription maritiine. man, hof meester, enz.), valt onder de verzekering. Van de Tot denzelfden ambtenaar hebben zieh eveneens de nage verzekering zijn uitgezonderd zij, die meer dan '^4UÜ kronen laten lietrekkingen van den verzekerde te wenden. In geval per jaar verdienen en zij die vallen onder de wet van 3 April van overlijden van den verzekerde moet het verzoek binnen één 1UU0 tot verzekering van zeevisschers tegen geldelijke gevol jaar na den dag van het overlijden geschieden; in geval van gen van bedrijfsongevallen. vermissing binnen twee jaren nadat voor het laatst van den l>e kapitein-eigenaar van een schip met kleiner inhoud dan verzekerde is geboord. I n geval van vermissing wordt het ver 300 ton is verzekerd. zoek om rente eerst onderzocht na de beslissing van den De passagiers van het schip zijn niet verzekerd, behalve Minister van Marine, waarbij de vermissing is geconstateerd. wanneer zij werken aan boord en dientengevolge niet het volle De tijdelijke schadeloosstellingen worden, toegekend door reisgeld betalen, mits hun naam voorkomt op de nionsterrol. een ambtenaar, met lx;roep op den Minister van Marine, voor Indien een verzekerde ten gevolge van een bedrijfsongeval niet langer dan 4 maanden. Bij ïninisterieele beschikking kan overlijdt, hebben zijne nagelaten betrekkingen recht op schade na afloop van dien termijn de tijdelijke schadeloosstelling loosstelling, mits zij op het tijdstip van het ongeval Deensehe telkens voor (i maanden hernieuwd worden, telkens na vooraf onderdanen zijn of hun verblijf hebben in Denemarken, op gaand onderzoek. de Fcme-eilanden, op IJsland, op Groenland of in de WestDe renten worden toegekend door bijzondere coiumissiën Indische koloniën. Wonen de nagelaten betrekkingen elders, overeenkomstig de regelen, welke gelden voor het toekennen dan hebben zij aanspraak op vergoeding, indien de getroffene burger w-as van een Staat, die aan de nagelaten betrekkingen van eene invaliditeitsrente (demi-soldej. Na drie jaren wordt de tijdelijke rente opgeheven of in eene van Deensehe zeelieden, in geval van een bedrijfsongeval, onder dezelfde voorwaarden vergoeding toekent als aan ('e vaste rente veranderd. De renten en andere vergoedingen worden om de drie maan onderdanen van dien Staat. den uitbetaald. De veeman is verzekerd tegeu de gevolgen van ongevallen De administratiekoeten van de kas worden door haar zelf welke hem treffen in verband met de uitoefening van de zee vaart, waaronder de wet ook brengt het laden en lossen, het gedragen. vervoer van en naar het schip, het redden van schipbreuke Aangifte van het ongeval. (Deze is geregeld bij deereet lingen en het bergen van koopwaren door de bemanning van van 20 December 1
Bijlagen.
[255.
4.]
V< T/.ekeriug van personen, werkzaam in het zcevaartbedrijf, een* per week l>etaald, den eersten keer met hot einde der 11 de week. Wordt de getroffene in bet buitenland verpleegd door tusschen komst van den Dcenschen consul, dan wordt de uitkeering overgemaakt aan dien consul, die de kosten der behaudeling op die uitkeering inboudt en bet oversebot uitkeert aan den getroffen». Do getroffene is gebouden) met aanvang der 14de week een geneeskundige verklaring over te leggen, waaruit blijkt, dat bij aanspraak beeft op schadeloosstelling. Betaalt de werkgever aan den getroffene bet volle loon, ook over den tijd dat deze niet in staat is te arbeiden, of laat hij den getroffene in bet buitenland voor zijne rekening behandelen, dan heeft hij reoht op de schadeloosstelling, welke de getroffene ingevolge de wet ontvangt, over den tijd, dat hij aan den getroffene het volle loon uitbetaalt of. hem voor zijne rekening doet behandelen. Indien bet ongeval naar het oordeel van den Verzekeringsraad ten gevolge heeft eene blijvende invaliditeit, heeft de getroffene recht op een kapitaal, berekend naar zijne jaarlijksche inkomsten. In geval van geheelc ongeschiktheid tot werken bedraagt het kapitaal zesmaal het jaarloon, maar ten minste 18U0 en ten hoogste 4200 kronen. I n geval van gedeeltelijke ongeschiktheid tot werken wordt het kapitaal verminderd in verhoudiug tot de verloren geschiktheid. liet jaarloon wordt berekend uit de inkomsten in geld en in natura van den zeeman; het logies aan boord wordt niet hooger berekend dan 15 kronen per maand, de voeding niet hooger dan 35 kronen per maand. In geval van overlijden hebben de nagelaten betrekkingen van den getroffene aanspraak op een kapitaal van viermaal bet jaarloon van den overledene, doch niet minder dan 1200 en niet meer dan 2800 kronen. Bestaan er verschillende rechthebbenden, dan bepaalt de Verzekeringsraad op welke wijze het kapitaal onder hen zal worden verdeeld. Bij ontstentenis van eene weduwe en van kinderen wordt het kapitaal uitgekeerd aan hen, in wier levensonderhoud de getroffene voorzag, met dien verstande, dat geen dier personen meer dan 800 kronen kan ontvangen. Gedurende de eerste 13 weken na het ongeval is op den getroffene van toepassing de wet, welke het üeensche zeerecht regelt. De getroffene, die den leeftijd van 30 jaren heeft bereikt maar nog geen 56 jaren is, heeft het recht te eischen dat het kapitaal, waarop hij aanspraak heeft, voor hem wordt omgezet in eene lijfrente. Wat betreft de getroffenen beneden en boven de gestelde leeftij dsgrenaen, heeft de Verzekeringsraad de bevoegdheid aan hen een lijfrente toe te kennen, ook indien zij eene uitkeering in eens verkiezen. Indien de Verzekeringsraad, met het oog op den geestelijken toestand van den getroffene, van oordeel is, dat hem geen kapitaal behoort te worden uitgekeerd, is hij bevoegd hem een lijfrente toe te kennen, welke ook de leeftijd van den getroffene zij. Aan vrouwen en minderjarigen wordt de schadeloosstelling in den meest geschikten vorm 'uitgekeerd, betzij aan ben zelven, hetzij aan hunne vertegenwoordigers. Wijze van verzekering. Met uitzondering van den Staat en de gemeenten is de werkgever gehouden het risico der verzekering zijner werklieden over te dragen aan eene onderlinge verzekeringsvereeniging van werkgevers of aan eene naamlooze vennootschap, door den Minister van Binnenlandsche Zaken gemachtigd om dergelijke verzekeringen over te nemen. De statuten van eene onderlinge verzekeringsvereeniging moeten worden goedgekeurd door bedoelden Minister. De naamlooze vennootschappen moeten voldoen aan bepaalde voorwaarden, welke voor elke vennootschap afzonderlijk door dien Minister worden geregeld. Eene erkende onderlinge verzekeringsvereeniging ontvangt, behoudens in de wet bepaalde uitzonderingen, van den Staat subsidie als tegemoetkoming in de kosten van de verHandelingen der Staten-Generaal. Bijlagen 1906—1907.
tegen
Tweede Kamer 33 geldelijke gevolgen van
bedrijfsongevallen.
Bekering ren die werkgeveiij wier vaartuigen niet doorstoom, gas, electriciteit, enz. worden bewogen. Deze subsidie bedraagt ten hoogste 12 kronen per jaar en per verzekerde. Op elk vaartuig, welks bftfflMining onder de vcrzekeriug valt, moet op eene plaats, toegankelijk voor de bemanning, eene kennisgeving hangen, waaruit blijkt dat het vaartuig aan de verzekering is onderworpen en bij welke vereeniging of maatschappij de verzekering is gesloten. Eveneens moet een uittreksel uit de wet aan boord zichtbaar worden opgehangen. Dit uittreksel wordt door genoemden Minister vastgesteld in de Deensche en Engelsche taal. De kapitein moet ten minste één gebonden exemplaar van de wet aan boord hebben. De leden der bemanning hebbeu het leeht dat exemplaar in te zien. Aangifte en onderzoek van het ongeval. De werkgever, de kapitein of diens plaatsvervanger, geeft van elk voorgekomen ongeval kennis aan den Verzekeringsraad. De kennisgeving geschiedt binnen 8 dagen na het ongeval of, indien het ongeval buiten de haven voorvalt, binnen 8 dagen nadat het scjiip eene haven aandoet. In eene buitenlandsche haven, waar een Deensche consulaire ambtenaar is, geschiedt de kennisgeving aan dien ambtenaar. Bij de kennisgeving moet een
medische verklaring worden overgelegd.
De kapitein moet in het scheepsjournaal aanteekenen op welk tijdstip de verzekerde ten gevolge van het ongeval ongeschikt is geworden tot werken en wanneer die ongeschiktheid is geëindigd. De getroffene moet zich zoo spoedig mogelijk geneeskundig doen onderzoeken en zich onderwerpen aan de voorgeschreven geneeskundige behandeling, oj> straffe van geheel of gedeeltelijk verlies van zijne aanspraken. De werkgever of de verzekeringmaatsehappij heeft het recht den getroffene geneeskundig te doen onderzoeken. Het onderzoek van het ongeval, waarvan een proces-verbaal wordt opgemaakt, geschiedt door den consul, indien deze aanwezig is in de haven van het onderzoek; anders geschiedt het door tusschenkomst van den kapitein door het bevoegde plaatselijke gezag. Een afschrift van het proces-verbaal wordt gezonden aan den naasten consul of aan den Verzekeringsraad. Indien een verzekerde vermist wordt, hetzij ten gevolge van het vergaan van het vaartuig, hetzij ten gevolge van een© onbekende oorzaak, zal hij geacht worden te zijn overleden, indien na verloop van 2 jaren, nadat voor het laatst van hein gehoord is, geen bericht van zijn in leven zijn is ingekomen. Verzekeringsraad. Eene bijzondere af deeling van den A'erzekeringsraad is belast met de uitvoering van deze wet. Deze afdeeling bestaat uit den voorzitter van den raad, twee leden van den raad, aangewezen door den Koning, en vier leden, aangewezen door den Minister van Binnenlandsche Zaken, waarvan twee de werkgevers en twee de werklieden vertegenwoordigen. De afdeeling beslist over de toekenning of weigering der schadeloosstellingen, het bedrag en den duur der uitkeering en beslist de geschillen, welke rijzen over de toegekende schadeloosstellingen per dag. Van de beslissing staat beroep open op den Minister van Binnenlandsche Zaken, die de beslissing kan vernietigen en do zaak naar de afdeeling voor een nieuw onderzoek kan terugwijzen. De wet van 30 Maart 1906 geeft aan ]>ersonen, bij de zeevaart betrokken, die niet vallen onder de wet van 1 April 1905, (zeelieden op pleiziervaartuigcn, duikers bij het bergen van goederen, enz.) de bevoegdheid, zicb tegen eene premie van 5 kr. per jaar te verzekeren, overeenkomstig de bepalingen der Deensche Zeevisschers-( Ingevallen wet van 3 April 1900. Finland. Omvang der verzekering. De verzekering van zeevarenden is geregeld bij de wet van 10/23 Januari 1902. Volgens deze wet
:;»
4.j
[955. Verzekering van Demonen, werkzaam !n lid leevaartbedrijf,
zijn do bepalingen van de wet van ö De<ember 18D5 betieffende do verantwoordelijkheid van ondernemers VOO* do ongevallen
aan liunnc arbeiden overkomen, welke eene voortdurende geheele of gedeeltelijke invaliditeit of eene daarmede galükpatelde ziekte of den «lood van den getroffene ten gevolge lebben, van tntpiuting op do bemanning van een Finse!» lohip, «an welk» hoofd een gediplomeerd geaegvoerder staat, voor
I
■oover geene afwijkende roonchriften zijn gegeven hij eerst genoemde wet. Du wet beschouwt niet als leden der beman ning : scheepsloerlingen, die op het sohip eene opleiding ont vangen en geen loon hebben., en den hofmeester, die aan boord voor eigen rekening levensmiddelen verkoopt, benevens het personeel dat hij in zijn dienst heeft. Geene schadeloosstelling wordt verleend, indien de ver zekerde opzettelijk of door grove nalatigheid het ongeval heeft veroorzaakt. Evenmin wordt schadeloosstelling verleend, indien de verzekerde door een ongeval wordt getroffen in den tijd, dat hij met of zonder verlof van boord is.
U-^HII
geldelijke gevolgen van bedrijfsongevallen.
Middelen tot dekking der uitgaven.
Dooi- den teeder worden
tweeërlei premiën opgebreoht: a. voorschot pit in n i, welke voor den eenten keer wordt betaald binnen 110 dagen nadat het verzoek om eene venekering te sluiten is toegestaan, en daarna, eens per jaar, in de maand December; b. sujipletoirt premie, welke ieder jaar wordt betaald op een bepaald tijdstip. Deee beide premiën dienen tot «lekking der schadeloosstel lingen en der administratiekosten. De premiën worden in de jaarvergadering van de leden der vereeniging vastgesteld en houden verband met de soort en de grootte van de Vaartuigen. Aangifte en onderzoek van het ongeval. Van het ongeval wordt, zoo mogelijk, melding gemaakt in het scheepsjournaal; het re laas wordt onderteekend door den kapitein en door de scheepsofticieren en leden der bemanning, die bij het omgeval tegenwcxmlig waren. De aangifte van het ongeval geschiedt bij de daarvoor aangewezen plaatselijke autoriteit van de Einsche haven, waar het ongeval is voorgevallen, of welke het schip na het ongeval het eerst aandoet. Doet het schip binnen 30 dagen na het ongeval geene Einsche haven aan, dan wordt van uit de eerste haven, vanwaar uit het geschieden kan, bericht van het ongeval gezonden aan de verzekeringsvereeniging. De directie van de verzekeringsvereeniging onderzoekt de ingekomen aangiften van ongevallen en keert, indien uit het ingestelde onderzoek blijkt, dat de aanspraak gegrond is, de schadeloosstelling uit. Jlet onderzoek naar het ongeval wordt ingesteld, door de bevoegde politiei-autoriteit.
Schadeloosstellingen. In geval van voorbijgaande geheele ongeschiktheid tot werken ontvangt de verzekerde, met aan vang van den zevenden dag na het ongeval, eene uitkeering van 00% van zijn gemiddeld loon, tot een maximum van 1 gulden 25 cent per dag; in geval van voorbijgaande ge deeltelijke ongeschiktheid eene uitkeering in verhouding tot de verloren geschiktheid tot werken. I n geval van voortdurende ongeschiktheid tot werken ont vangt hij eene rente van ten hoogste 60% van zijn jaarloon. De rente gaat in met den 21sten dag na het ongeval, indien de getroffene op dien dag nog niet is hersteld. De weduwe van den verzekerde, die ten gevolge van een bedrij f songeval overlijdt, ontvangt tot haar opvolgend huwe lijk per jaar een schadeloosstelling van 2 0 % van het jaarloon van haar echtgenoot en ieder kind, dat den leeftijd van 15 jaren niet heeft bereikt, ontvangt 10 % van dat jaar loon, indien de moeder nog leeft en 20%, indien het ouder Spanje. loos is. De gezamenlijke schadeloosstellingen voor de nagelaten Volgens de wet van 30 Januari 1900 is het vervoer te land betrekkingen bedragen in geen geval meer dan 40 % van het en te water (zee- en binnenvaart) verzekeringsplichtig. jaarloon van den overledene. Genoemde wet regelt eveneens de verzekering der werklieden De nagelaten betrekkingen hebben eveneens recht op schade in verschillende industrieele bedrijven. Eene afzonderlijke loosstelling indien gedurende een bepaalden tijd geene tijding regeling voor het zeevaartbedrijf bestaat in Spanje niet; van den verzekerde of van het sohip, waarop hij tehuis be evenmin houdt genoemde wet van den regel afwijkende hoort, is ingekomen of hét schip is vergaan en daarna niets bepalingen in voor dat bedrijf. meer van den verzekerde wordt gehoord. Schadeloosstellingen. Heeft het ongeval voorbijgaande onge Organisatie. De reeder is verplicht voor zijne verzekerde schiktheid tot werken ten gevolge, dan is de werkgever ver werklieden eene verzekering te sluiten bij eene onderlinge ver- plicht den getroffene van den dag van het ongeval af tot den zekeringsvereeniging voor zeelieden. dag waarop de getroffene weder in staat is te werken, de helft Dij besluit van den Finschen Senaat van 9 Üctober 1002 zijn van diens dagloon uit te keeren. nadere voorschriften gegeven omtrent die verzekeringsverBestaat de ongeschiktheid tot werken nog na verloop van eeniging. één jaar, dan wordt dezelfde schadeloosstelling gegeven, die De reeder, die eene verzekering bij die vereeniging heeft gegeven zoude zijn, indien de getroffene voort durend onge gesloten, is daarvan lid en zijne rechten en verplichtingen schikt tot arbeiden was geweest. gaan over op zijne erfgenamen. Heeft het ongeval ten gevolge voortdurende geheele onge Wordt het vaartuig, voor welks bemanning eene verzeke schiktheid tot werken, dan is de werkgever verplicht den ring is gesloten, prijs gemaakt of in eene haven verlaten, dan getroffene tweemaal het jaarloon te betalen; de schadeloos eindigt de verzekering met den dag waarop de bemanning is stelling is echter beperkt tot 18 maanden loon, indien de ontslagen en ophoudt te werken. Wordt het vaartuig in open getroffene zijn vroeger werk niet meer kan doen maar wel in zee verlaten, dan eindigt de verzekering met den dag, waarop süiat is ander werk te verrichten. de bemanning eene haven heeft bereikt. Heeft het ongeval ten gevolge voortdurende gedeelte Aan het hoofd der vereeniging staat eene directie van drie lijke ongeschiktheid tot arbeid, welken de getroffene leden. Den eersten keer worden de leden aangewezen door de vroeger verrichtte, dan is de werkgever verplicht, öf den constitueerende vergadering, daarna door de jaarvergadering getroffene met behoud van zijn vroeger loon, ander werk te der leden. verschaffen, öf eene schadeloosstelling van eenmaal het jaar De directie sluit de verzekeringen, betaalt de schadeloos loon uit te betalen. stellingen, stelt de premie voorloopig vast, beheert de bezit De werkgever is tevens verplicht aan den getroffene genees tingen van de vereeniging en heeft de leiding der dagelijksche kundige hulp en geneesmiddelen te verschaffen. zaken. Ingeval het ongeval den dood ten gevolge heeft, is de werk De ledenvergadering heeft verschillende bevoegdheden, o. a. gever verplicht de begrafeniskosten te dragen tot een bedrag de vaststelling der premiën. van 100 Pesetas. Tevens ontvangen de weduwe, de deseenden-
4.]
[255. Verzekering' van personen, werkzaam in liet zecvaartlK'ilrijf, ten beiLtxk*!! de 16 jaar, alsmede de ouders en grootouders M M schadeloosstelling. Laat ilc overledene ccne weduwe en kinderen of ouderloozo kleinkinderen na, wier kostwinner hij was, dan keert de werkgever eene som uit, gelijk aan het gemiddelde daglooiii over tweo jaren; laat de overledene slechts kinderen of kleinkinderen na, dan wordt 18 maanden loon uitgekeerd. Eenmaal het jaarloon wordt uitgekeerd, wanneer de overledene eene weduwe zonder kinderen of andeie descendenten nalaat. De ouders of grootouders van den overledene ontvangen lü maanden loon, indien er geene weduwe of descendenten zijn, mits de ascendenten GO jaren, oud en hehoeftig zijn; is slechts één asceudent in leven, dan wordt aan hem zeven maanden loon uitgekeerd. In plaats van de bovengenoemde schadeloosstellingen aan de nagelaten betrekkingen, kan de werkgever de navolgende lijfrenten uitkeeren, wanneer hij voor de nakoming zijner verplichtingen, ten genoegen van den getroffene of van zijne nagelaten betrekkingen zekerheid stelt: 1°. 40 % van het jaarloon van den overledene, uit te betalen aan de weduwe en aan de kinderen of kleinkinderen beneden de 16 j a r e n ; 2°. 2 0 % van het jaarloon uit te betalen aan de weduwe, indien er geene descendenten zijn; 3°. 10 % van het jaarloon uit te betalen aan eiken behoeftigen 60-jarigen ascendent, indien de overledene geene weduwe of descendenten nalaat, met dien verstande, dat het gezamenlijk bedrag dezer renten 30 % van het jaarloon niet te boven gaat. De betaling der rente aan de weduwe houdt op, wanneer zij hertrouwt. Voor de vaststelling der schadeloosstellingen geldt als loon de verdienste van den arbeider in geld of in natura. Het dagloon wordt gacht te bedragen ten minste 1 Peseta 50 centimes, ook indien geen of een geringer loon wordt verdiend. De werkgever is bevoegd ter nakoming van zijne verplichtingen, eiken verzekerde in zijn dienst tegen de bovenomschreven geldelijke gevolgen van bedrijfsongevallen te doen verzekeren bij eene door den Minister van Binnenlandsohe Zaken erkende verzekeringmaatschappij, onder voorwaarde, dat de schadeloosstellingen door die maatschappij uit te keeren, in geen geval geringer zullen zijn dan de door de wet gewaarborgde vergoedingen. De aangifte m/i het ongeval. Deze geschiedt door den werkgever bij de bevoegde autoriteit. \ oor de zeevaart zijn geen bijzondere bepalingen hieromtrent voorgeschreven.
Italië. In dit land bestaat geen afzonderlijke wet regelende de verzekering van zeevarenden. De zeevaremlen zijn met de werklieden in de bedrijven te land in ééne wet opgenomen. Slechts daar waar zulks noodzakelijk was, zijn bijzondere voorschriften gegeven voor de zeebedrijven. De ongevallenverzekering van zeevarenden is geregeld in de wet van 29 J u n i 1903. Deze wet wijzigt de ongevallenwet van 17 Maart 1898 op verschillende punten en breidt het aantal verzekeringsplichtige bedrijven uit. Zoo neemt, onder meer, de wet van 29 J u n i 1903 (de wet van 17 Maart 1898 en de wet van 29 J u n i 1903 zijn bij Koninklijk besluit van 31 Januari 1904 in ééne wet opgenomen) onder de verzekeringsplichtige bedrijven op de scheepvaart ter zee, de vissoherij, uitgeoefend op meer dan 10 kilometers van de kust, benevens de sponsen- en koraalvisscherij, voor zoover genoemde bedrijven met meer dan vijf werklieden worden uitgeoefend.
tegen
geldelijke gevolgen van bedrij l'siiiigcv allen.
In het algemeen gelden voor da zeevaart dezelfde In-palingen als voor de land bedrij ven. lii da wet zijn echter enkele afwijkende voorschriften gesteld ten aanzien van het vervoer tor zee. Deze afwijkingen hebben hoofdzakelijk betrekking on de regeling der schadeloosstellingen en de aangifte van de ongevallen, terwijl tevens enkele voorschriften zijn gegeven voor het geval, dat het \ aai tuig vergaan of vermoedelijk vergaan is. De regeling der venekering voor de zeevarenden is in hoofdtrekken de volgende: Verzekerde personen. Als werklieden worden beschouwd alle personen, die deel uitmaken van de bemanning van een vaartuig, dat onder Italiaansche vlag vaart, hetzij dat de bemanning per dag, hetzij dat zij per maand wordt betaald, met uitzondering van den beroepsloods. Zij, die jaarlijks meer dan 2100 lires verdienen, zijn niet verzekerd. Als ondernemers in oen zin der wet worden beschouwd de reedcrs der vaartuigen of zij die daarmede zijn gelijkgesteld. De werkgever is verplicht op zijne kosten zijne werklieden te verzekeren tegen de geldelijke gevolgen van bedrijfsongevallen, welke den dood of lichamelijke verwonding van meer dan vijf dagen ten gevolge hebben. Deze verzekering ontheft den reeder niet van de verplichtingen voortvloeiend uit de artt. 537 en 539 van het Wetboek van Koophandel. Organisatie der verzekering. lietlen verzekeren bij :
De werkgever kan zijne werk-
1°. La Cassa Nationale di assicurazione per gl'infortuni degli operai sul lavoro. Jlij deze Bank moeten verzekerd worden de werklieden in bedrijven, uitgevoerd voor rekening van den Staat, de provincie of de gemeente, tenzij deze verzekerd zijn bij eene instelling als bedoeld onder 2°. of 3°.; 2°. eene wettelijk of Koninklijk goedgekeurde kas, zoo deze voortdurend meer dan 500 arbeiders omvat en schadeloosstellingen waarborgt, welke niet geringer zijn dan die toegekend! door de wet; 30. eene onderlinge verzekeringsvereeniging van werkgevers, welker statuten door den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel zijn goedgekeurd. Deze vereeniging moet ten minste 4000 werklieden omvatten. De onder 2°. en 3°. genoemde kassen moeten zekerheid stellen voor de nakoming harer verplichtingen; 4°. eene erkende particuliere verzekeringmaatschappij volgens de voorschriften en onder de waarborgen te stellen bij een reglement. Bij Koninklijk besluit kan, na ingewonnen advies van de Kamers van Koophandel, de Provinciale Staten en den Raad van State, de oprichting van eene onderlinge verzekeringskas van werkgevers, die een bepaald bedrijf uitoefenen, verplichtend worden gesteld, wanneer de aard van het bedrijf en de plaatselijke omstandigheden dit vereischen en daardoor eene betere uitvoering van de ongevallenverzekering kan worden verkregen. Deze verplichte kassen moeten ten minste 15 000 werklieden omvatten. Hetzelfde Koninklijk besluit, dat de oprichting voorschrijft, stelt de zekerheid vast, welke gesteld moet worden voor de nakoming der verplichtingen. Schadeloosstellingen. De kosten van geneeskundige hulp, noodig geworden di>or een bedrijfsongeval, komen ten laste van den ondernemer. In geval van voortdurende geheele ongeschiktheid tot werken ontvangt de getroffene het viervoud van zijn jaarloon, doch niet minder dan 2000 lires. Is de voortduren de on geschikt-
36
[255. 4.] V'ersekering van personen, werkzaam in 1 ■ «*t ■nciTrarthedrjjf.
tegen geldelijke gevolgen van bedrij fsongevallen.
De schadeloosstellingen worden eveneens toegekend, indien Leid tot werken slechts partieel, dan ontvangt hij het viervoud van hol bedrag waarmede zijn jaarloon is verminderd, maar het ongeval plaats vindt tijdens de terugreis, die ten gevolge van een oorzaak, onafhankelijk van den wil van den werkman, niet minder dan Ó00 lues. In geval van overlijden ontvangen zijne rechtverkrijgenden over land geschiedt of op een ander vaartuig dan dat, waarop de schepeling was aangemonsterd. het drievoud van zijn jaarloon. Hij tijdelijke geheele ongeschiktheid tot werken ontvangt de getroliene gedurende den tijd van zijne ongeschiktheid een Berekening van liet loon. Onder jaarloon is te verstaan, voor daggeld, dat gelijk is aan de helft van het loon, dat hij ver- de werklieden, die gedurende de 12 maanden voorafgaande aan ilnnde op het tijdstip van het ongeval. het ongeval, in eenzelfde onderneming zijn werkzaam geweest, Hij tijdelijke gedeeltelijke ongeschiktheid tot werken ont het werkelijke loon, dat hun, hetzij in geld, hetzij in natura, vangt hij gedurende den tijd van zijne ongeschiktheid een in de onderneming is uitbetaald, tot een maximum van 2000 daggeld gelijkstaande met de helft van het loon, dat hij ten lires. gevolge van het ongeval derft. Is de werkman langer dan ü' maanden doch korter dan De schadeloostellingen aan den getroffene toegekend in geval 12 maanden in de onderneming werkzaam geweest, dan be van geheele of gedeeltelijke voortdurende ongeschiktheid tot draagt zijn jaarloon het driehonderdvoud van zijn dagloon, tot werken worden den getroffene in den vorm van een lijfrente een maximum van 2000 lires; geniet hij in de onderneming een vast jaarlijksch loon, dan geldt dit — tot een bedrag van uitgekeerd. Bij tijdelijke ongeschiktheid tot werken, gaat in de gevallen, 2000 lires — als grondslag. Het dagloon van den werkman wordt gevonden door zijne bedoeld in art. üo7 van het Wetboek van Koophandel, de uit keering in op den dag, waarop volgens het bepaalde in dat verdiensten over de twaalf maanden, voorafgaande aan het ongeval, te deelen door het aantal dagen, dat hij in dat tijdvak artikel de uitbetaling van het loon ophoudt. Leerlingen ontvangen bovenstaande schadeloosstellingen be heeft gewft*kt. Is de werkman korter dan ti maanden in eene onderneming rekend naar de laagste loonen van de werklieden in hetzelfde werkzaam geweest, dan worden zijn jaar- en dagloon vast bedrijf en van de categorie, waartoe de leerling behoort. Binnen twee jaren na het ongeval, kunnen de werkman en gesteld overeenkomstig regelen te bepalen bij verordening. de instelling waarbij hij verzekerd was, herziening der schade Aangifte van het ongeval. De schipper of ondernemer ia loosstelling vragen op grond, dat de eerste beslissing onjuist was of dat de gezondheidstoestand van den werkman is ver verplicht binnen drie dagen kennis te geven aan de plaatse anderd. Hij overlijden van den werkman komt die Irevoegd- lijke politie, indien het ongeval den dood of eene ongeschikt heid tot werken van meer dan vijf dagen ten gevolge heeft. heid tevens toe aan zijne rechtverkrijgenden. Valt het ongeval voor gedurende de reis, dan vangt de ter Is het vaartuig vergaan of wordt het geacht te zijn vergaan volgens liet bepaalde van art. I>:'<:> van het Wetboek van Koopmijn van drie dagen aan met den dag, waarop het vaartuig handel en zijn van den dag af van de schipbreuk of van den eene Italiaansche haven binnenloopt of een buitenlandsche dag af, waarop voor het laatst van het vaartuig is gehoord, zes haven, waar een Italiaansch consulaat is gevestigd. In het maanden verkropen zonder dat er tijding is ingekomen, van laatste geval zal de aangifte geschieden bij den consulairen de bemanning, dan kunnen de rechtverkrijgenden van de ambtenaar. De schipper of ondernemer moet alle omstandigheden, waar vermiste schepelingen aanspraak op schadeloosstelling maken. De schadeloosstelling wordt niet uitbetaald dan onder de onder het ongeval aan boord van het vaartuig heeft plaata noodige waarl>orgen, welke door partijen of door den rechter gehad, vermelden in zijn scheepsjournaal. liet relaas wordt door twee getuigen geteekend. Is er een worden vastgesteld. De duur van deze zekerheid is drie jaren. Komt het vaartuig, dat men verloren waande, terug of komen dokter aan boord, dan wordt ook diens mede-onderteekening er betrouwbare berichten in, dan worden, rekening houdende vereischt. Afschrift van het relaas wordt bij de aangifte gevoegd. met de gevolgen van het ongeval, de finaneieele betrekkingen geregeld tussehen de verzekeringsinstelling, de personen die schadeloosstelling ontvangen hebben en hem, dien men ver loren waande.