Armenkamers Overzicht van de Armenkamers op Texel in een brief aan de Landdrost van Amstelland in het Koninkrijk Holland, vanwege veranderde wetgeving. Aan den Heer Landdrost Dat dezelve Armen Gestigten, in welke behoeftige om niet worden onderhouden, by de Nieuwe aanslag met de Verponding zyn bezwaard, ofschoon daaraan voorheen niet subject waaren‐ De Suppl. op fundament van de Wet op het stuk van Verponding van 20 Januarij 1808 art. 9 mitsgaders die der remissien van 21 April daar aan volgende art. 18, als nu verzogt dat de Armegestigten‐ Aan den Burg in de Molenstraat bestaande in 9 Kamers, en met N. 35 tot 43 ingesloten aangeslagen ieder tegen f 1.8‐ in de Waalderstraat 3 Kamers van en met N 133 tot en met 135 mede ieder tegens f 1.8‐ ’t Arme Huisje in de Waalderstraat N 145 tegens f 1.16‐ ’t Famielje dito in de Weverstraat N 204 tegens f 2.4‐ Aan ’t Kerkhof 3 Kamers van en met N 241 tot en met N 243 En in de Warmoesstraat 3 Kamers v e m N 309 t e m N 311 ieder tegens f 1‐ Aan de Waal 2 Kamers N 2 en 3 ieder a f 1.8‐ Oosterend 1 Kamer naast het Spin of Werkhuys N 33 en 4 Kamers in de Peperstraat ieder a f 1‐ Hoorn 1 armeHuisje op den Dyk N 21 a f 1.16‐ en 2 Kamers in de Kerkstraat N 32 en 33 a ‐.12‐ Mogte blyven Jouisseeren van de remissen, van Verponding waarvan zy tot Heede het volle genot hebben gehad Vergadering den 9 October 1795 De Vrouw van Jan Kikkert vraagt om een Ledigstaande Kamer in de Mulderstraat Is niet op gedisponeerd Vergadering den 2 December 1795 Eenige Lysten ingekomen zynde van bedeelde Arme persoonen‐ zyn deselve naargezien en geoordeeld de volgende bequaam tot S’ Lands dienst te zyn, als Jan Troost Simon de Wyn Lammert Mulder en zyn zoons De zoon van Dieuwertje Lely Alle woonende in de Kamers van de Mulderstraat, de eerste bovendien nog genietende onderstand van de Diaconie en de andere van de Roomsche Gemeente Jacob Koger‐ wonende in de ArmeKamer van de Waalderstraat De zoon van Willem Schaatsenberg wonende in de ArmeKamer van de Warmoesstraat 4a Vergadering 8 January 1796 De navolgende Solicitanten om Armekamer aan den Burg hebben zig aangediend Cornelis Kluyver, Jan Zomer, Griet Matthysse, alle deselve gerenvoyeerd naar de Voogden van de Molenstraat Gemelde Voogden vervolgens zig hebbende doen aandienen, geeve by de Sollicitanten nog op Gerritje van Bruggen, en Buurs Neel Naar met hun hier over gesprooken was, werd 6 geresolveerd de fundator van die Kamer naartezien, en den aanstaande dingsdag daarover resolutie te neemen‐
Vergadering den 12 January 1796 Hendrik Brouwer hebbende eene gebrekkige Vrouw Grietje Leuters, versoekt omme een der ArmeKamers van de Molenstraat‐ gerenvoyeert naar de Voogden van die Kamer 10a binnen gestaan de voogden over de Kamers in de Molenstraat‐ naar dat met hun over de Ledigstaande Kamer en de Sollicitanten daarover gesproken was, als mede de fundator van die Kamer, welke de begeeving daarvan bepaaldelyk steld aan geboorene Texelaars, zyn onder de Sollicitanten daartoe geregtigd bevonden Jan Zomer, Neeltje Buysman, Antje Caspers Dan alzo in de gedaane Stemming van dit Committé met de Voogden, de Stemmen gelyk stonden‐ is by Loting de Kamer begeven aan Jan Zomer‐ 11 Vergadering 15 January 1796 Binnen gestaan Frederik du Gordyn en Cornelis Cornelisz Kalis, als voogden over de Kamers van de Waalderstraat‐ daar eene dier Kamers ledig staat, omme die wederom te begeeven. Met dit Committé in onderhandeling komende werd alvorens de fundator van die Kamers naargezien; en dewyl daaruit 12 bleek, dat dezelve fundator alleen maar spreekt dat aan de Gasthuismeesteren (waarin men de Voogden verstaat) de begeeving der Vacante Kameren afhangt‐ is zulks by meerderheid ook alzo begreepen, mits gehouden weesende behoorlyke verantwoording bewys en reliqua doende van adminstratie en Reekening aan het Committé van Algemeen Welzyn deeses Eilands. 52 Vergadering den 11 Maart 1796 Present alle de Leeden, demto P. Alb. Kikkert en de Maire die van ’t Eiland was Vrydag morgen om 10 uuren De Notulen der voorgaande Vergadering zyn geleesen en goedgekeurd Secreet: Hendrik Boon Voogd over het ArmeHuysje in de Waalderstraat te kennen hebbende gegeven, dat ‘er aan het zelve Huijsje door het Weeshijs was opgebragt f 100 welke hetzelve Weeshuijs op Intrest had gehad‐ vraagt zo hy eene der Kamers van de wed. Verberne kogt omme aan deselve f 100‐ op Intrest te mogen hebben. Waarop gedelibereerd zynde, merkte men aan, dat zo zulks geaccordeerd wierd, men even zoude handelen, als die dan het vorige bewind, het welk oorsaake van het totaal verval der Capitalen van alle de Armekamers is geweest, dat ze de gelden uitzettende op effecten die er de Eigenaaren nimmer in staat waaren, van ze te kunnen voldoen‐ weshalven den zelve Hendrik Boon is aangezegt men zyn versoek van de Hand wees.‐ en dat hy zoude hebben te zorgen dat die penningen niet op Intrest wierden gegeven dan met voorkennisse van dit Committé 45a Vergadering 24 December 1798 Gehuurd tot een Wagthuys voor de Militairen een Kamer van Margaretha de Vry op de Groenplaats voor f 25‐ tot 1 January 1800‐ onder deese mits dat de Municipaliteit hem in ordre zal laten brengen onder afkorting van de Huur en by het eyndigen der Huurtyd deselve Kamer wederom in ordre opleverd‐ 12a Vergadering den 16 Augustus 1796 Naar de vacante Kamer in de Molenstraat zyn sollicitanten Engeltje Troost, Grietje Leuters de vrouw van Hendrik Brouwer. 24a Vergadering 23 Augustus 1796 Voorts zal Heede Middag Dieuwertje Lely en Lammert Mulder in de ArmeKamers wonende aan den Burg in de Molenstraat, alhier ontboden worden; en hun aangezegt indien zy nu niet beide haar Jongens aan deese Vergadering willen overgeven, omme daar door het onderhoud van de ArmeKas te verligten, en in S’ Lands dienst geplaast te worden, dat zy dan dadelyk uit de Kamers zullen worden gezet‐
Binnen gestaan Lammert Mulder, en is hem de resolutie heede morgen by het Committé van Algemeen Welzyn ten opzigte van zyne Jongen genomen aangezegt‐ en dus 3 maal 24 uure tyd vergund zig te verklaaren. Idem aan Dieuwertje Lely, dog welke laatste voorgevende, met iemand over hare jongen in gesprek te zyn en hem dus weigerende in S’ Lands dienst te geven, zulks aangemerkt wordende als een voorwendsel te zyn. Haar door den precident aangezegd dat als zy nu ilico, de ArmeKamer zoude hebben te verlaten, of dat men anders genoodzaakt zou zyn, haar met geweld daaruit te doen vertrekken. De Voogden van de ArmeKamers in de Molenstraat berigten dat by hun ter vervulling van de ledig gewordene ArmeKamer van de Molenstraat voorn. hadde geaddresseert Neeltje Cornelis, Jantje Cornelis, Tryntje Gerrits wed. C. Staal, Martje Cornelis, Cornelis Kortgeld, Engeltje Troost, Hendrik Brouwer, Jan Kikkert, Antje Kopjes 48a Vergadering 13 September 1796 Is wyders geresolveerd ter aanstaande Vergadering te begeven de vacante Arme Kamer in de Molenstraat S’ morgens om 11 uuren‐ en de Voogden hier by te versoeken. 56 Vergadering den 19 September 1796 Aan de Ordre van den dag zynde, de begeving der ArmeKamer van de Molenstraat, is na met de Voogden daar over gesproken te hebben gesamentlyk die Kamer begeven aan Antje Cornelis. 105a Vergadering den 15 November 1796 present P.A. Kikkert, Jan Wilkes, Sybrand Keyser Woensdag Morgen 10 uuren Binnen gestaan de Armevoogden van de Kamers in de Waalderstraat, zig beklagende dat zy nog belast waaren, met het naargelatene Innocente Kind van Antje Caspers, dat zy het zelve aan de Gereformeerde Diaconie van den Burg hadde opgedaan, dog dat die het zelve volstrekt weigerden aanteneemen‐ versoekende dus ten spoedigste van het zelve Kind ontlast te worden. Daar een der Kamers in de Molenstraat vacant is zal denselve ter naaster Vergadering begeven, en de voogden tot dat eynde versogt worden aanstaande Vergadering S’ middags 3 uuren‐ 118 Vergadering den 13 December 1796 De Secretaris produceerd Maandceel van Hendrik Mulder, zoon van de gealimenteerde in de Kamers van de Molenstraat Lammert Mulder, by welke Maandceel blykt dat dezelve 7 gl. S’ maands heeft, ingegaan zynde met den 31 Augustus 1796 En is geresolveert dezelve Maandceel aan de Voogden van die Kamers ter handen te stellen omme daar uit de Vader eene meerdere ondersteuning en de Jongeling van tyd tot tyd verversching te doen toekennen. De Sollicitanten naar de vakante Kamer in de Molen Straat zyn als volgt Neeltje Cornelis, Tryntje Gerrits, Martje Crelis, Crelisje Jans, Dieuwertje Rinks, Grietje Matthys, Aaltje Cornelis, Engel Troost en Jan Kikkert En is de Kamer unaniem, met en benevens 120 de Voogden, begeeven aan Neeltje Cornelis 163a Vergadering 11 April 1797 De precident geeft kennisse, dat den Burger Pieter Kikkert, Lid deeser Vergadering, met de Scheepen en Kamervoogden aan den Hoorn, de begeving hadde gedaan, van een vacante Armekamer aldaar, vraagende of de Vergadering hier toe aan den Burger Kikkert qualificatie had verleend? De Vergadering verklarende daar van niet te weeten, werd also geconcludeerd: de begeving dier Armekamer als zonder voorkennisse deeser Vergadering geschied te zyn, te houde voor Nul en van
Onwaarde‐ en tegens de naastvolgende Ordinaire Vergadering, S’ morgens ten 11 uuren de Kamervoogden opteroepen, tot begeving van deselve Armekamer De Vergadering geinformeerd wordende: dat ‘er eene ArmeKamer aan de Koog vacant is; waarna zig iemand tot Sollicitant aangegeven heeft En hier op de fundator naargezien zynde, welke de begeeving van zodanige vacante Kamer steld aan de Pastoor, Scheepenen met de ArmeVoogden van de Koog‐ Dan gelet dat hier geene geestelyke meer te pas komt, maar al zodanige begeving aan het Committé is gedemandeerd Is de Boode gelast zig te infomeeren wie dat ArmeVoogden aan de Koog zyn‐ 172a Vergadering 25 April 1797 Aan de Ordre van den dag zynde dat de Kamer en Armevoogden op Texel Reekening moesten doen‐ zyn eerstelyk binnen gestaan Kamer Voogden aan de Hoorn dewelke Reekening hebben gedaan aan de aankomende Arien Jansz Bakker‐ waarby bleek dat by Casse bleef omme te verantwoorden bye ene volgende Reekening f 7.13.4 En is de afgaande Theunis List voor zyne getrouwe administratie bedankt geworden Met deselve Voogden overgegaan zynde, tot begeeving der Vacante Kamer, waarna Sollicitanten waaren Rynoutje Wiebers en Siebrig Lap, is deselve begeeven aan de Eerste De Boode brengt ter Tafel Missive van H.L. Glasvoort zig teekenende Pastor Texel Cogensis‐ vragende de reedenen te mogen weeten, waaromme dat Kamervoogden gerequireerd werden‐ naar deselve Missive geseponeerd was‐ 173 werd geresolveerd Kamervoogden van de Koog door de Boode te doen requireeren met aanzegging; zo deselven niet goedvonden aanstonds Heede middag te compareeren, dat men dan ten opzigten van haar middelen van Constrainte zoude te werk stellen 5a Vergadering den 1e Juny 1797 In de Molenstraat eene ArmeKamer vacant zynde, waarna Sollicitanten waaren de Wed. Coenraad Staal, Tryntje Gerrits en Rynoutje Pieters Zyn de voogden van gemelde Kamer binnen gestaan, als wanneer met hen die Kamer begeeven is aan de wed. Coenraad Staal. 54a Vergadering 14 November 1797 56 met Communicatie van de Scheepen en ArmeVoogden van de Koog, de vacante armeKamer aldaar begeeven aan Crelisje Jansz Spigt 128a Vergadering 24 April 1798 131 Cornelis Jansz Verberne Armevoogd van de Kamers in de Molenstraat geeft kennis dat Dieuwertje Lely, aan wien een dier Kamers tot inwooning was gegeven, al zederd langer dan een Jaar daar niet inwoond‐ weshalven hy versoekt dat deselve vacant mag worden verklaard, en aan een ander begeven‐ en is conform geconcludeerd zynde die Armekamer begeven aan Rynoutje Rademaker‐ 18 Vergadering 18 October 1798 Naar de vacante Kamer in de Molenstrtaat solliciteerd Hendrik van Bruggen 25 Vergadering 30 October 1798 Hendrik van Bruggen solliciteerd naar een vacante Kamer in de Molenstraat, en is aan dezelve met Communicatie van de Voogden de opgenoemde Kamer begeven‐ 66a Vergadering 26 february 1799
70a de Armekamers Molenstraat blyken doende, dat hunne uitgave verre hunne inkomste te boven gingen‐ versogte Vrydom van Impositie‐ geaccordeerd 93 Extra Vergadering dingsdag 30 April 1799 S’ nademiddags 3 uuren Binnen gestaan de voogden over de Armekamers Molenstraat, kennis gevende, dat naar de vacante Kamer zig tot sollicitanten hadde aangediend Evertje Theunis, Dieuwertje Mout, Rempje Huybers, Gerrit Gorter en Cornelisje Bakker alias Klyn Mot En is deselve Kamer begeven aan Dieuwertje Mout Idem de voogden over de Armekamers aan ’t Kerkhof kennis gevende al mede, dat de volgende Sollicitanten naar de vacante Kamer zig hadde aangegeven Isbrand Bakker, Rempje Huybers, Cornelisje Bakker alias Klyn Mot En is deselve Kamer begeven aan Rempje Huybers 134 Vergadering 28 October 1800 Binnen gestaan Willem Schaatsenberg weduwnaar en hebbende een ArmeKamer in de Waalderstraat, versoekende daar hij met Grietje Jans de Wit weduwe en hebbende een ArmeKamer in de Molenstraat van sints waaren te Trouwen, om in de ArmenKamer te mogen blyven woonen, en is het zelve verzoek geaccordeerd 148 Vergadering 2 Dec. 1800 Thans aan de Ordre zynde in overweeging te neemen: de Voordragt van de Armevoogden in de Molenstraat aan den Burg betreffende de Som van f 200‐ omme die onder Borgtogt by Obligatie op Intrest uittegeven, is het zelve in deleberatie gebragt, en uit aanmerking, dat onder het voorige bestuur met het uitzetten dier Armen Gelden te los tewerk is gegaan, waardoor oorsake is gegeven, dat veele Capitalen ten eenemale, andere gedeeltelyk zyn verlooren geraakt, maar men ter Contrairie: niet genoegsaam voor het behoud der Armegestigten en derselver Casse zorgen moest‐ is geaccordeerd: dat van nu voortaan, by enige Armestigten 150 onder administratie deezer Vergadering geene gelden op Intrest zullen mogen worden uitgegeven, dan op suffisante Hypotheecquen‐ zullende van deese resolutie voorn. Armegestigten Extract werden gegeven, tot derselver informatie en narigt respective‐ Thans aan de Ordre zynde de begeeving der Vacante Armekamer in de Molenstraat, zyn binnen gestaan de Voogden van deselve Kamers, en met hun uit de voorhenden zynde Sollicitanten, de begeeving gedaan an Marrytje Verberne weduwe Cornelis Sluysman‐ 34a Vergadering 28 April 1801 Binnen gestaan Vrouw Jans, Huisvrouw van de Verlatene Riske Baas, zig beklagende over Diaconen der Hervormde Gemeente, ten opzigte van het weigeren van onderhoud aan het door haar bij Riske Baas verwekte Kind‐ en daar zy nergens een woning konde krygen, versogt zy deswegens de voorsiening van deeze Vergadering Waarover zynde gedelibereerd, is besloten Diaconen der Hervormde te doen aanzeggen: voor het Kind van Riske Baas, die hunne Lidmaat is, onderstand te moeten geven, of dat anders de vergadering ten haare Kosten, daar in zal voorsien‐ en zo zy deswegens weigeragtig zyn, zig dan Heede 14 dagen voor deese Vergadering te moeten sisteeren‐ Voorts wat de voorsiening van deeze Vergadering met een Woning voor haar aangaat, dat zo ras ‘er aan den Hoorn een ArmeKamer vacant komt, zy zo daarnaar kont solliciteeren, met de byvoeging daaraan met alle anderen gelyk staat
Binnen gestaan Dirk Rynders en Symon Jansz Verberne Voogden over de ArmeKamers in de Molenstraat aan den Burg, te kennen gevende dat een der Vacante Kamers diende te worden begeven, waartoe reeds verscheidene Sollicitanten zyn‐ bestaande in de volgende Cornelis Zoetelief, Meynoutje Kikkert wed. de Jong, Cornelis C. Rob, Dirkje de Haan, Lambert Hin, Aafje Gielis Waarover zynde gedelibereerd, is gesamentlyk met de Voogden deselve Kamer begeven aan Meynoutje Kikkert wed. de Jong 43 Vergadering 12 Mey 1801 Binnen gestaan de Voogden over de Kamers in de Warmoesstraat, kennis gevende, dat uit hoofde ‘er een kamer vacant is, de naarvolgende Solicitanten zig hadde aangegeven als Engeltje Troost, Aafje Gielis, Hendrik Boon of Boontje, Lammert Hin, Bregje Pieters, zo voor zig als voot haare oude Moeder En is dezelve Kamer begeven aan Engeltje Troost‐ 137a Vergadering 27 October 1801 Binnen gestaan de Voogden over de Armekamers in de Waalderstraat te kennen gevende, dat ‘er een Kamer vacant is, waarna zig een 141 aantal Sollicitanten hadde opgedaan, bestaande in Lammert Hin, Vriese Tryn, Isbrand Bakker, Neeltje Turks, Lysbet Hendriks, Dirk Jansz Bakker, Crelisje Clynmot, Aarjen Plavier, Hendrik Frans Zynde alzo de Kamer gesamentlyk begeven aan Neeltje Turks 13 Vergadering 9 Maart 1802 Binnen gestaan de KamerVoogden over de Molenstraat te kennen gevende: dat tot Sollicitanten van de vacante Kamer zig hadde aangediend Antje Jacobs Knaap, Dirkje Jans de Haan, Dirk Bakker en Lammert Hin En is met en benevens de Voogden Kamer die vacant was begeeven aan Antje Jacobs Knaap 22a Vergadering 23 Maart 1802 De Voogden over de Kamers in de Molenstraat aan deeze vergadering kennis gevende, dat de vacante Kamer by voorige Vergadering begeven aan Antje Jacobsz Knaap, deselve die Kamer niet begeerde te hebben‐ weshalven zy versogten, dat daarop nieuw over zoude worden worden gedisponeerd‐ en is also deselve Kamer dadelyk begeven aan Dirkje de Haan 35a Vergadering 20 April 1802 36 Binnen gestaan Klaas Plavier en Ryer H. Dyt Voogden over de ArmeKamers van ’t Kerkhof aan den Burg‐ te kennen gevende: dat naar de vacante Kamer onder hunne administratie zig als Sollicitanten aangediend hadden Lysbet Brouwer, Hendrik C. Boon en Lammert Hin En is deselve Kamer begeven aan Lysbet Brouwer‐ Daar meermalen by ondervinding is gebleeken dat bewoonders van ArmeKamers op deeze Eilande geduurende hunne Inwooning derselver Goederen verkoopen of willekeurig over disponeeren strydig de fundator en tot agterdeele der Armen‐ is geresolveerd: en dadelyk gearresteerd: dat niemand een ArmeKamer met ‘er woon betrekkende, van zyne in of mede gebragte goederen, zal vermogen te verkoopen of willekeurig over disponeeren direct of indirect, zonder voorkennisse of meede weten van de Voogden, welke by de inkomsten der armen gehouden zullen weesen, alle hunne Goederen op Inventaris te neemen‐ en zullen aan de Voogden van alle ArmeKamers onder oppertoeversigt van deeze Vergadering staande, van deeze Resolutie by Extract worden kennis gegeven, met last: aan de Bewoonders hunner ArmeKamers hier van Communicatie te doen niet alleen, maar onverwyld alle dezelver goederen onder behoorlyke Inventaris te neemen
Vergadering 16 November 1802 Binnen gestaan Cornelis P. Koger zo voor zig als zyne MedeKamerVoogden aan den Hoorn, kennis gevende: dat Rynoutje Wybrands, in eene der Kamers zynde overleeden, dezelve alzo Vacant is, en dat de navolgende Sollicitanten daartoe zig hebben opgedaan als Anne Claes, wed. Jan Puijman Antje Jacobs, wed Barend Bakker en Tryntje Jacobs, wed. Christoffel Spalthoff Waarover zynde gedelibereerd, en naar hem was gerecommandeerd, voortaan tydiger opgave van de Vacatuures te doen‐ is unaniem de Kamer begeeven aan Tryntje Jacobs, wed. Christoffel Spalthoff Wyders is hem gelast ingevolge resolutie van 20 April jongstleden, waar van bij hun ook Extract gegeven is, te zorgen dat hunne Goederen, by de Inkomste wordt geinventariseerd, en ook van alle andere in de armekamers reeds met ‘er woon hebbende betrokken‐ ten einde die goederen niet willekeurig vervreemd worden, tot agterdeele van deselve Kamers 197a Vergadering 29 November 1803 Binnen gestaan Voogden over de Armekamers aan ‘Kerkhof tot het begeeven der Vacante Kamer‐ waar van Sollicitanten zyn Riekje Plavier, P.J.Th. de Boer, Sijm Blauw en Aarj. Abr. Plavier‐ En is gesamentlyk met de Voogden 202 deselve Kamer begeven aan Riekje Plavier 486a Vergadering 13 Augustus 1805 Binnen gestaan Jannetje Minnes Brouwer wed Jacob Troost bewoneresse van een ArmeKamer van de Waalderstraat, en is dezelve gecorrigeerd opzigtelyk het losbandig gedrag haarer in huis zynde dogter, zynde haar aangezegt, daar zy maar bij toelating in de Kamer woond, dat haare dogter over 8 dagen uit dezelve Kamer by haar van daan zal moeten zyn, of dat zy zelve anders zal moeten delogeeren‐ En heeft zy beloofd te zorgen dat haar dogter weg is, en over haar geene klagten meer bestaan‐ [Jacob Cornelisz Troost (1756‐1791) sinds 1781 echtgenoot van Jannetje Minnes Brouwer (17xx‐1807). Twee dochters: Trijntje en Antje] 49 Vergadering 29 January 1806 Binnen gestaan H.M. Ahlé fungeerende Diacon van de Gereformeerde Gemeente aan den Burg, te kennen gevende dat Dieuwertje Mout tot hunne gemeente behoorende, de inwooning genoot en verdere voordeelen in de Armekamers van de Molenstraat 52a welke Vrouw ten eenemale door de Diaconie Cas in de Kleederen moest worden gestooken als zynde byna naakt, dog dat zy dagten, dat gemelde Vrouw in haare hooge Jaaren en geleeden gebrek en ongemak niet lang meer zoude leeven dewyl de Fundator dier Kamers medebrengt, dat alles war haare Arme Inwoonderen agterlaten aan de Kamers komt te desolveeren en te versterven‐ zo versogte zy in Cas van opkomende sterfgeval, deselve Kleederen te mogen reclameeren en te rug vorderen Waar over zynde gedelibereerd, en in aanmerking genomen: dat de Godsdienstige Corporatien in allen gevallen niet alleen voor Voedsel, Deksel en Kleeding maar ook voor Huisvesting van hunne Armen en behoeftige Leeden geobligeerd zyn te zorgen Dat daar ook deeze Vrouw in de ArmeKamers voorniet gelogeerd word, en even als de andere Inwoonende, de voordeelen zo van Brand als Eetwaaren komt te genieten‐ de Diaconie alzo uit hoofde van dit zig niet moesten veroorloven aantedringen‐ als zullende in cas van Sterfgeval, deese Kleedertjes een gering recompens maken, voor hetgeen die Vrouw qua Lidmaat de gereformeerde genooten heeft‐ welk een en ander 53 by de Vergadering zo zwaar pondereerd, dat men zig genoodzaakt vind, het versoek van de Gereformeerde Diaconen van den Burg te moeten wysen van de hand‐ [Dieuwertje Jans Mout (1737‐1807), was de weduwe van Klaas IJsbrandsz Slot (17xx‐1793). Zij was zodoende de schoonmoeder van Meynoutje Kikkert, die weduwe was van Jan Klaasz Slot (1773‐ 1797). Dieuwertje en Klaas waren in 1770 getrouwd en hadden na Jan nog 2 kinderen, Trijntje en IJsbrant. Dieuwertje kon haar nieuw kleren nog een jaar zelf dragen]
74 Vergadering 15 Maart 1806 Binnen gestaan de Voogden over de Kamers in de Waalderstraat en is met dezelve de vacant gewordende Kamer begeeven aan Neeltje Sluijsman‐ 240 Vergadering 19 Maart 1807 De precident geevt kennis dat de Leeden van den Burg met de Bailliuw en Secretaris benevens de Voogden over de ArmeKamers aan de Molenstraat de vacante Kamer aldaar hadde begeven aan Mys Koenraads‐ geapprobeerd [Dieuwertje Mout overleden op 14 januari] 302a Vergadering 30 September 1807 303a Binnen gestaan de Voogden over de Armekamers in de Waalderstraat‐ te kennen gevende: dat door het overlyden van Jannetje Minnes een der Kamers vacant zyn, sustineerende kragtens de fundator, aan haar alleen de begeving eener Vacante Kamer toekomt, en heeft de Vergadering haar gevoelen in advys gehouden tot nader Na het vertrek der Voogden het zelve in deliberatie gebragt zynde, en in overweeging genomen dat het Eilands regeeringsreglement van den jaare 1804 aan het Gemeentebestuur toekent: het oppergezag over de Armegestigten, met de aan en afstellingen der Voogden over deselve, zo als van oudsher altoos is geweest‐ is besloten Arme Voogden van de Kamers in de Waalderstraat te doen aanzeggen: dat de Vacante Kamers onder hunne administratie zullen begeven werden op de oude voet 305a Vergadering 14 October 1807 307 Binnen gestaand Risje Maartens wonende aan den Hoorn, pretendeerende de nalatenschap haarer Moeder Tryntje Jacobs de Leeuw in eene der Armekamers aan den Hoorn voornoemd overleden, ter voldoeninge van het Vaderlyk bewys door denzelve haare Moeder, by hertrouwen gedaan, aanneemende alsdan de doodschulden te voldoen‐ Waar over zynde gedelibereerd, is begreepen: daar de overledene Tryntje Jacobs de Leeuw zo lange de voordeelen en het genot der Armekamer genoten heeft, deselve Armekamer word verklaard alleen geregtigd te zyn tot haare nalatenschap‐ Zullende de Voogden hier van worden kennis gegeven, omme zig daar na te gedragen‐ 332 Vergadering 5 January 1808 Binnen gestaan Frans Jansz Witte Kamervoogd aan den Hoorn, te kennen gevende: dat de Voogden by provisie in de vacante Kamer onder hunne administratie hadde laten wonen zekere Pietertje en dat zy onder het welmeenen deser Vergadering van oordeel waaren, dat het al aan geen beter Voorwerp kon vergund worden, en te meer nog: daar deese Pietertje te vooren reeds met haare Zuster de Kamer bewoondede‐ En heeft de Vergadering met deese provisioneele begeving genoegen genomen en de Kamer aan deselve Pietertje begeven‐ 370a Vergadering 19 April 1808 De wed. Cornelis Leendertsz Vos aan den Hoorn met veele Schulden bezwaard, versogt hebbende eene Armen Kamer‐ dan deselve met haar geringe Inboedeltje zynde ingetrokken, komt te overlyden‐ geduurende haare Inwooning verkrygt zy zekere Erffportie‐ werd gevraagd: aan wien kont deselve Erffportie toe‐ Na hier over zynde gedelibereerd, is verstaan: dat de Kamer wel geregtigd was tot het geene zy ten tyde haarer Inkomst in de Kamer heeft gebragt, en met haare dood heeft naargelaten‐ maar geensints dat geene haar inmiddels door Erffportie ten beurt viel‐ Zynde het wyders voor als nog gehouden in advys‐ tot de precident daar na meerder ondersoek gedaan zal hebben‐
33 Vergadering 15 November 1808 Binnen gestaan Frans J. Witte benevens Gerbrand van Grouw, Kamer Armevoogden aan den Hoorn, te kennen gevende: dat eene der Armenkamers aan de Hoorn door overlijden van Antje Michiels vacant zijnde geworden, daarna de volgende Sollicitanten zijn: Jan van Straaten, Stijntje de Vries, Crelisje Schellevis, weduwe Klaas Abbenes en is dezelve Kamer begeven aan Stijntje de Vries. 86 Vergadering 14 Lentemaand 1809 Op voorstel van den precident is besloten omtrent de remissen van Verponding voor alle de Armekamers op Texel, zig te addresseeren aan den Koning‐ vooraf hier op naziende het Placaat van de remissien
Armenkamers In de Brievenboeken vrijwel niets over de Armenkamers, alleen: 4‐8‐1831 Dat wij adviserende krankzinnige Commies Berg niet in de Armenkamers van de Koog te plaatsen. De Koog is juist de minst geschikte plaats van het geheele eiland, omdat het slechts een klein gesticht zijnde, waarvan de mannen dikwijls allen op den dag in het veld zijn, zoo een krankzinnige zonder naauwkeurig toezicht de grootste ongeregeldheden en ongelukken zouden kunnen tegenstellen. De Armenkamer is een bouwvallig gebouw. Huisvesting aan de Koog volstrekt geen gelegenheid. De gemeente Texel besliste wie een Armenkamer kreeg toegewezen. B&W 17‐4‐1876. Voorzitter zegt: dat de Heeren Voogden over de Armkamers in de Waalderstraat ‘zich tot hem hebben vervoegd met mededeeling dat 3 sollicitanten zich hebben voorgedaan, voor de kamer door de weduwe Wilner verlaten, die daarvoor had bedankt, en wel Jan Smit, Matje Moojen en Dirkje Schagen, dat hun idee was om dezelve aan Jan Smit en vrouw te geven, als waardoor 2 menschen werden verzorgt, dat zij echter alvoren dezelve te gunnen, het gevoelen van de Heeren Burgemeester en Wethouders wenschten te kennen’. Discussien enz. De Voorzitter moet met de Amenvoogden spreken. B&W 28‐1‐1878. 6 De Voorzitter bericht dat voor het Familiehuisje Weverstraat, vroeger bewoond door W. Faas, zich 2 sollicitanten hebben voorgedaan als P. Kalis en Dirkje Schagen. Het huisje gaat naar P. Kalis. Voorzitter berigt tevens dat in de Molenstraat eene armenkamer open is, daar Jannetje Klik in het Gesticht is opgenomen. Men zou aldaar Dirkje Schagen in kunnen plaatsen. B&W 20‐4‐1878. Bespreking met den Heer Pieter Paulusz Kikkert, Kamervoogd van het familiehuisje in de Weverstraat. Pieter Kalis mag er in. B&W 19‐8‐1878. 5 Aanbeveling van Heeren Bestuurders der Armenkamers in de Molenstraat, ter bewoning van eene kamer aldaar, waarop geplaatst zijn H. de Ruiter, Cornelis Gielis, wed. K. Slot, wed. G. Logman. Kamer gaat naar Wed. K. Slot. B&W 2‐10‐1878. 9 Armenkamer Molenstraat, dat Bestuurders dezer Kamer alsnog geen voornemen hebben de weduwe Klaas Slot daarin te nemen. Men besluit eenparig het besluit van HH B & W te handhaven. B&W 23‐10‐1878. 3 De Voorzitter deelt mede dat de ArmeKamer aan de Molenstraat nog steeds onbewoond is, en Heeren Kamervoogden niet zeer genegen zijn de Weduwe van Klaas Slot daarin te laten wonen. Wordt besloten aan de Heeren Kamervoogden te schrijven met kennisgeving dat HH B & W bij hun besluit blijven en de kamer aan de Weduwe Klaas Slot aftestaan. [Rob Gomes: Klaas Jansz Slot was getrouwd met Vrouwtje Zoetelief (1842‐1898). Hij was geboren in 1847 en gestorven op 7‐9‐1876. Er waren in 1878 3 kinderen in leven, Antje (1871‐1951), Jan (1873‐1961) en Maria Elisabeth (1875/76‐ 1890). Waarom wilden ze haar die woning niet geven?] B&W 22‐11‐1878. 4 Voorzitter: voordragt aan Kamervoogden ter bewoning der Kamer vroeger bewoond geweest door Cornelis Kerssemaker. 1 weduwe G. Logman, 2 Huibertus de Ruiter en 3 Cornelis Gielis. Naar weduwe G. Logman. 23‐11‐1878 Aan de Kamervoogden der Armenkamer in de Warmoesstraat Armenkamer in de Warmoesstraat gegund aan Jannetje Verberne weduwe G. Logman. [Rob Gomes: Gerrit Logman (1825‐1877) was getrouwd met Jannetje Verberne (1828‐1896). Ze hadden 8 kinderen, waarvan zeker 3 maar kort geleefd hebben. Johannes, Pieter, Martinus en Jacob trouwden op Texel. Van Cornelia is verder niets bekend] B&W 18‐6‐1879. 8 Verbeteren en veranderen der Armenkamers op het Kerkhof. Aanhouden.
Armenkamers in de Molenstraat Aan den Burg in de Molenstraat bestaande in 9 Kamers, en met N. 35 tot 43 ingesloten Deze huisjes waren werkelijk niet meer dan kamers, een deur en een raam aan de straat, geschikt als woning voor een of twee personen, oud of gebrekkig. Sommige bewoners waren bejaard, maar andere niet. Dieuwertje Mout was de oudste, geboren in 1737. De huisjes werden ook toegewezen aan weduwen met jonge kinderen. Er waren weduwvrouwen bij uit 1756, 1760 en 1767 die een Kamer in de Molenstraat kregen. Er woonden zo heel wat kinderen in die kleine huisjes. Zonder echtgenoot kon een vrouw niet bestaan. Geen werk, geen geld, geen huis, geen eten. Mannen kwamen niet vaak in zo'n Kamer terecht. Wie in een Kamer kwam wonen, moest al het eigendom als het ware afstaan aan de stichting. Bij overlijden werden de spulletjes verkocht. Het was niet de bedoeling dat men zelf nog wat geld binnen haalde met de verkoop daarvan. Zoiets was in 1802 aan de hand, waarop de regels werden aangescherpt en men inventaris opmaakte van de goederen die de bewoners hadden ingebracht. De Kamervoogden hielden toezicht op letterlijk handel en wandel. Wangedrag werd niet getolereerd. Vergadering den 9 October 1795 De Vrouw van Jan Kikkert vraagt om een Ledigstaande Kamer in de Mulderstraat Is niet op gedisponeerd Vergadering den 2 December 1795 Eenige Lysten ingekomen zynde van bedeelde Arme persoonen‐ zyn deselve naargezien en geoordeeld de volgende bequaam tot 's Lands dienst te zyn, als Jan Troost Simon de Wyn Lammert Mulder en zyn zoons De zoon van Dieuwertje Lely Alle woonende in de Kamers van de Mulderstraat, de eerste bovendien nog genietende onderstand van de Diaconie en de andere van de Roomsche Gemeente [Lammert Cornelisz Mulder (17xx‐voor 1800) weduwnaar van Antje Hendriks Visser, getrouwd in 1774, zoons Cornelis, Hendrik en Pieter] [Dieuwertje Cornelis Mulder of Lely (1745‐1821), weduwe van Simon Willemsz Lely (17xx‐1781), getrouwd in 1768. Hun zoons waren Willem (1775‐1866) en Pieter (1780‐1xxx)] Vergadering 8 January 1796 De navolgende Solicitanten om Armekamer aan den Burg hebben zig aangediend Cornelis Kluyver, Jan Zomer, Griet Matthysse, alle deselve gerenvoyeerd naar de Voogden van de Molenstraat Gemelde Voogden vervolgens zig hebbende doen aandienen, geeve by de Sollicitanten nog op Gerritje van Bruggen, en Buurs Neel Naar met hun hier over gesprooken was, werd geresolveerd de fundator van die Kamer naartezien, en den aanstaande dingsdag daarover resolutie te neemen‐ Vergadering den 12 January 1796 Hendrik Brouwer hebbende eene gebrekkige Vrouw Grietje Leuters, versoekt omme een der ArmeKamers van de Molenstraat‐ gerenvoyeert naar de Voogden van die Kamer
Binnen gestaan de voogden over de Kamers in de Molenstraat‐ naar dat met hun over de Ledigstaande Kamer en de Sollicitanten daarover gesproken was, als mede de fundator van die Kamer, welke de begeeving daarvan bepaaldelyk steld aan geboorene Texelaars, zyn onder de Sollicitanten daartoe geregtigd bevonden Jan Zomer, Neeltje Buysman, Antje Caspers Dan alzo in de gedaane Stemming van dit Committé met de Voogden, de Stemmen gelyk stonden‐ is by Loting de Kamer begeven aan Jan Zomer‐ Vergadering den 16 Augustus 1796 Naar de vacante Kamer in de Molenstraat zyn sollicitanten Engeltje Troost, Grietje Leuters de vrouw van Hendrik Brouwer. Vergadering 23 Augustus 1796 Voorts zal Heede Middag Dieuwertje Lely en Lammert Mulder in de ArmeKamers wonende aan den Burg in de Molenstraat, alhier ontboden worden; en hun aangezegt indien zy nu niet beide haar Jongens aan deese Vergadering willen overgeven, omme daar door het onderhoud van de ArmeKas te verligten, en in 's Lands dienst geplaast te worden, dat zy dan dadelyk uit de Kamers zullen worden gezet‐ Binnen gestaan Lammert Mulder, en is hem de resolutie heede morgen by het Committé van Algemeen Welzyn ten opzigte van zyne Jongen genomen aangezegt‐ en dus 3 maal 24 uure tyd vergund zig te verklaaren. Idem aan Dieuwertje Lely, dog welke laatste voorgevende, met iemand over hare jongen in gesprek te zyn en hem dus weigerende in 's Lands dienst te geven, zulks aangemerkt wordende als een voorwendsel te zyn. Haar door den precident aangezegd dat als zy nu ilico, de ArmeKamer zoude hebben te verlaten, of dat men anders genoodzaakt zou zyn, haar met geweld daaruit te doen vertrekken. De Voogden van de ArmeKamers in de Molenstraat berigten dat by hun ter vervulling van de ledig gewordene ArmeKamer van de Molenstraat voorn. hadde geaddresseert Neeltje Cornelis, Jantje Cornelis, Tryntje Gerrits wed. C. Staal, Martje Cornelis, Cornelis Kortgeld, Engeltje Troost, Hendrik Brouwer, Jan Kikkert, Antje Kopjes Vergadering 13 September 1796 Is wyders geresolveerd ter aanstaande Vergadering te begeven de vacante Arme Kamer in de Molenstraat 's morgens om 11 uuren‐ en de Voogden hier by te versoeken. Vergadering den 19 September 1796 Aan de Ordre van den dag zynde, de begeving der ArmeKamer van de Molenstraat, is na met de Voogden daar over gesproken te hebben gesamentlyk die Kamer begeven aan Antje Cornelis. Vergadering den 15 November 1796 Daar een der Kamers in de Molenstraat vacant is zal denselve ter naaster Vergadering begeven, en de voogden tot dat eynde versogt worden aanstaande Vergadering S' middags 3 uuren‐ Vergadering den 13 December 1796 De Secretaris produceerd Maandceel van Hendrik Mulder, zoon van de gealimenteerde in de Kamers van de Molenstraat Lammert Mulder, by welke Maandceel blykt dat dezelve 7 gl. 's maands heeft, ingegaan zynde met den 31 Augustus 1796 En is geresolveert dezelve Maandceel aan de Voogden van die Kamers ter handen te stellen omme daar uit de Vader eene meerdere ondersteuning en de Jongeling van tyd tot tyd verversching te doen toekennen. De Sollicitanten naar de vakante Kamer in de Molen Straat zyn als volgt
Neeltje Cornelis, Tryntje Gerrits, Martje Crelis, Crelisje Jans, Dieuwertje Rinks, Grietje Matthys, Aaltje Cornelis, Engel Troost en Jan Kikkert En is de Kamer unaniem, met en benevens de Voogden, begeeven aan Neeltje Cornelis Vergadering den 1e Juny 1797 In de Molenstraat eene ArmeKamer vacant zynde, waarna Sollicitanten waaren de Wed. Coenraad Staal, Tryntje Gerrits en Rynoutje Pieters Zyn de voogden van gemelde Kamer binnen gestaan, als wanneer met hen die Kamer begeeven is aan de wed. Coenraad Staal. [Coenraad Klaasz Staal uit Osnabruck trouwde in 1764 met Trijntje Gerrits Hoffman] Vergadering 24 April 1798 Cornelis Jansz Verberne Armevoogd van de Kamers in de Molenstraat geeft kennis dat Dieuwertje Lely, aan wien een dier Kamers tot inwooning was gegeven, al zederd langer dan een Jaar daar niet inwoond‐ weshalven hy versoekt dat deselve vacant mag worden verklaard, en aan een ander begeven‐ en is conform geconcludeerd zynde die Armekamer begeven aan Rynoutje Rademaker‐ Vergadering 18 October 1798 Naar de vacante Kamer in de Molenstraat solliciteerd Hendrik van Bruggen Vergadering 30 October 1798 Hendrik van Bruggen solliciteerd naar een vacante Kamer in de Molenstraat, en is aan dezelve met Communicatie van de Voogden de opgenoemde Kamer begeven‐ Extra Vergadering dingsdag 30 April 1799 's nademiddags 3 uuren Binnen gestaan de voogden over de Armekamers Molenstraat, kennis gevende, dat naar de vacante Kamer zig tot sollicitanten hadde aangediend Evertje Theunis, Dieuwertje Mout, Rempje Huybers, Gerrit Gorter en Cornelisje Bakker alias Klyn Mot En is deselve Kamer begeven aan Dieuwertje Mout [Dieuwertje Jans Mout (1737‐1807) weduwe van Klaas IJsbrandsz Slot (17‐1793), getrouwd in 1770, kinderen Jan, Trijntje en IJsbrant, die in 1799 allemaal gestorven waren] Vergadering 28 October 1800 Binnen gestaan Willem Schaatsenberg weduwnaar en hebbende een ArmeKamer in de Waalderstraat, versoekende daar hij met Grietje Jans de Wit weduwe en hebbende een ArmeKamer in de Molenstraat van sints waaren te Trouwen, om in de ArmenKamer te mogen blyven woonen, en is het zelve verzoek geaccordeerd [Willem Teunisz Schaatsenberg (1754‐1827) wed. van Antje Pieters Bakker, 6 kinderen en Aaltje Cornelis Zoetelief, 1 kind‐ en Grietje Jans de Wit (1751‐1829) wed. van Gerrit Mathijsz Rijk, 3 kinderen, en Lammert Cornelis Mulder, 3 kinderen] Vergadering 2 Dec. 1800 Thans aan de Ordre zynde de begeeving der Vacante Armekamer in de Molenstraat, zyn binnen gestaan de Voogden van deselve Kamers, en met hun uit de voorhanden zynde Sollicitanten, de begeeving gedaan aan Marrytje Verberne weduwe Cornelis Sluysman‐ [Marijtje Pieters Verberne (1760‐1813) in 1782 getrouwd met Cornelis Jacobsz Sluijsman (1751‐1800), 8 kinderen, de jongste 8 jaar oud (die stierf in 1811)] Vergadering 28 April 1801
Binnen gestaan Dirk Rynders en Symon Jansz Verberne Voogden over de ArmeKamers in de Molenstraat aan den Burg, te kennen gevende dat een der Vacante Kamers diende te worden begeven, waartoe reeds verscheidene Sollicitanten zyn‐ bestaande in de volgende Cornelis Zoetelief, Meynoutje Kikkert wed. de Jong, Cornelis C. Rob, Dirkje de Haan, Lambert Hin, Aafje Gielis Waarover zynde gedelibereerd, is gesamentlyk met de Voogden deselve Kamer begeven aan Meynoutje Kikkert wed. de Jong [Meijnoutje Paulus Kikkert (1756‐1829) in 1784 getrouwd met Hendrik de Jong (1755‐1790), kinderen Catrina en Paulus, en in 1795 met Jan Klaasz Slot (1773‐1797), kinderen Klaas (1796‐1895) en Jannetje] Vergadering 9 Maart 1802 Binnen gestaan de KamerVoogden over de Molenstraat te kennen gevende: dat tot Sollicitanten van de vacante Kamer zig hadde aangediend Antje Jacobs Knaap, Dirkje Jans de Haan, Dirk Bakker en Lammert Hin En is met en benevens de Voogden Kamer die vacant was begeeven aan Antje Jacobs Knaap Vergadering 23 Maart 1802 De Voogden over de Kamers in de Molenstraat aan deeze vergadering kennis gevende, dat de vacante Kamer by voorige Vergadering begeven aan Antje Jacobsz Knaap, deselve die Kamer niet begeerde te hebben‐ weshalven zy versogten, dat daarop nieuw over zoude worden worden gedisponeerd‐ en is also deselve Kamer dadelyk begeven aan Dirkje de Haan Vergadering 20 April 1802 Daar meermalen by ondervinding is gebleeken dat bewoonders van ArmeKamers op deeze Eilande geduurende hunne Inwooning derselver Goederen verkoopen of willekeurig over disponeeren strydig de fundator en tot agterdeele der Armen‐ is geresolveerd: en dadelyk gearresteerd: dat niemand een ArmeKamer met 'er woon betrekkende, van zyne in of mede gebragte goederen, zal vermogen te verkoopen of willekeurig over disponeeren direct of indirect, zonder voorkennisse of meede weten van de Voogden, welke by de inkomsten der armen gehouden zullen weesen, alle hunne Goederen op Inventaris te neemen‐ en zullen aan de Voogden van alle ArmeKamers onder oppertoeversigt van deeze Vergadering staande, van deeze Resolutie by Extract worden kennis gegeven, met last: aan de Bewoonders hunner ArmeKamers hier van Communicatie te doen niet alleen, maar onverwyld alle dezelver goederen onder behoorlyke Inventaris te neemen Vergadering 29 January 1806 Binnen gestaan H.M. Ahlé fungeerende Diacon van de Gereformeerde Gemeente aan den Burg, te kennen gevende dat Dieuwertje Mout tot hunne gemeente behoorende, de inwooning genoot en verdere voordeelen in de Armekamers van de Molenstraat, welke Vrouw ten eenemale door de Diaconie Cas in de Kleederen moest worden gestooken als zynde byna naakt, dog dat zy dagten, dat gemelde Vrouw in haare hooge Jaaren en geleeden gebrek en ongemak niet lang meer zoude leeven dewyl de Fundator dier Kamers medebrengt, dat alles war haare Arme Inwoonderen agterlaten aan de Kamers komt te desolveeren en te versterven‐ zo versogte zy in Cas van opkomende sterfgeval, deselve Kleederen te mogen reclameeren en te rug vorderen Waar over zynde gedelibereerd, en in aanmerking genomen: dat de Godsdienstige Corporatien in allen gevallen niet alleen voor Voedsel, Deksel en Kleeding maar ook voor Huisvesting van hunne Armen en behoeftige Leeden geobligeerd zyn te zorgen Dat daar ook deeze Vrouw in de ArmeKamers voorniet gelogeerd word, en even als de andere Inwoonende, de voordeelen zo van Brand als Eetwaaren komt te genieten‐ de Diaconie alzo uit hoofde van dit zig niet moesten veroorloven aantedringen‐ als zullende in cas van Sterfgeval, deese Kleedertjes een gering recompens maken, voor hetgeen die Vrouw qua Lidmaat de gereformeerde genooten heeft‐ welk een en ander
53 by de Vergadering zo zwaar pondereerd, dat men zig genoodzaakt vind, het versoek van de Gereformeerde Diaconen van den Burg te moeten wysen van de hand‐ [Dieuwertje Jans Mout (1737‐1807), was de weduwe van Klaas IJsbrandsz Slot (17xx‐1793). Zij was zodoende de schoonmoeder van Meynoutje Kikkert, die weduwe was van Jan Klaasz Slot (1773‐ 1797). Dieuwertje en Klaas waren in 1770 getrouwd en hadden na Jan nog 2 kinderen, Trijntje en IJsbrant. Dieuwertje kon haar nieuw kleren nog een jaar zelf dragen] Vergadering 19 Maart 1807 De precident geevt kennis dat de Leeden van den Burg met de Bailliuw en Secretaris benevens de Voogden over de ArmeKamers aan de Molenstraat de vacante Kamer aldaar hadde begeven aan Mys Koenraads‐ geapprobeerd [Dieuwertje Mout was overleden op 14 januari] [Meijs Coenraads (Staal) (1767‐1850) was in 1791 getrouwd met de weduwnaar Cornelis Barendsz Rijk (1751‐1804). Er waren al 2 kinderen, Jannetje en Thomas, en er kwamen nog 6, Jacob, Aaltje, Trijntje, Barend, Maarten en Cornelis, de jongste geboren in 1804. Aan de namen te zien waren deze kinderen in 1804 allemaal nog in leven. Haar moeder, de weduwe van Coenraad Staal, had in 1797 hier een Kamer gekregen.] Gemeenteraad beslist In 1878 was er onenigheid over de toewijzing van een Kamer aan een andere weduwe Slot. Deze Klaas Slot was een zoon van Jan Slot en Maria Elisabeth Barhorst, en een kleinzoon van de eerder genoemde Klaas Slot. B&W 19‐8‐1878. 5 Aanbeveling van Heeren Bestuurders der Armenkamers in de Molenstraat, ter bewoning van eene kamer aldaar, waarop geplaatst zijn H. de Ruiter, Cornelis Gielis, wed. K. Slot, wed. G. Logman. Kamer gaat naar Wed. K. Slot. B&W 2‐10‐1878. 9 Armenkamer Molenstraat, dat Bestuurders dezer Kamer alsnog geen voornemen hebben de weduwe Klaas Slot daarin te nemen. Men besluit eenparig het besluit van HH B & W te handhaven. B&W 23‐10‐1878. 3 De Voorzitter deelt mede dat de ArmeKamer aan de Molenstraat nog steeds onbewoond is, en Heeren Kamervoogden niet zeer genegen zijn de Weduwe van Klaas Slot daarin te laten wonen. Wordt besloten aan de Heeren Kamervoogden te schrijven met kennisgeving dat HH B & W bij hun besluit blijven en de kamer aan de Weduwe Klaas Slot aftestaan.