Nota rond meeruren/overuren (versie November 2011)
1. Doelstelling Deze nota heeft tot doel om de algemene regelgeving rond meeruren en overuren voor de beleidsondersteunende diensten te bundelen en steunt op de afspraken die in 1994 werden gemaakt met de sociale partners. De nota centraliseert vroegere richtlijnen, elementen uit de algemene principes van de planning en de geldende wetgeving. Omwille van de verscheidenheid aan activiteiten binnen het UZ Brussel en de vereiste aanwezigheid van medewerkers omwille van permanentie, dienstnoodwendigheid en / of continuïteit in zorg- of dienstverlening wil het UZ Brussel blijvend de nodige flexibiliteit hanteren ten aanzien van haar medewerkers. Deze nota heeft dan ook niet tot doel alomvattend te zijn, noch principes op te leggen die de normale werking van diensten in het gedrang zou brengen. Deze nota dient beschouwd te worden als een verzameling van standaardrichtlijnen die doorheen het UZ Brussel wordt gehanteerd en gerespecteerd. Afwijkingen van de principes die in deze nota worden vastgelegd zijn mogelijk op niveau van de dienst in zoverre ze niet onwettelijk zijn of niet in strijd zijn met regelgeving vastgelegd onder de vorm van CAO of algemeen geldende planningsregels. Deze nota gaat uit van transparantie en billijkheid en laat tegelijk toe dat diensten, door de aard van de taken die ze opnemen, eigen accenten kunnen leggen die deze minimumstandaard niet in het gedrang brengen. In geval van onduidelijkheid rond de implementatie van een afwijking op deze richtlijnen wordt het diensthoofd verzocht contact op te nemen met de personeelsdienst (HR) via de mailbox
[email protected] of met uw HR Business Partner.
2. Geldigheid Deze richtlijnen zijn van toepassing voor alle diensten binnen het UZ Brussel, tenzij anders vermeld. Zijn uitgesloten van deze regeling: -Kaderleden -Leidinggevenden -Medisch kaderpersoneel -Artsen in opleiding
2011 11 02_ Nota Meeruren_finaal.doc
Pagina 1 van 5
3. Algemene principes Werknemers van het UZ werken volgens de uurroosters zoals opgenomen in bijlage 2 van het Arbeidsreglement.
In functie van de concrete uitvoering van de planning worden alle medewerkers via een planningssystematiek, zoals vastgelegd in de ‘Algemene Principes Planning UZ Brussel’,
ingepland en geïnformeerd over hun uurroosterplanning. Planningen worden bijgehouden in het Health Care Planning System (HCPS-Saga).
Personen die met een leidinggevende functie belast zijn of een vertrouwenspost bekleden vallen niet onder de toepassing van deze diensttijdregelingen1.
4. Definities Jobtime: het percentage van een voltijdse tewerkstelling waarbij 38u/week de voltijdse opdracht is (100%)
Uurrooster: het overzicht met de te werken dagroosters en de gekende afwezigheiddagen
en dit over een periode die afgesproken en vastgelegd is per dienst, bijvoorbeeld voor
administratieve diensten is dit veelal 4 weken terwijl de meeste verpleegeenheden het op 6 weken houden.
5. Meeruren 5.1. Definitie
Meeruren zijn alle uren die meer gepresteerd worden dan voorzien in het dag- en uurrooster.
Meeruren zijn altijd aansluitend bij een geplande jobtime en gelden zodra er meer dan 15 minuten langer gewerkt wordt dan voorzien. Meeruren worden door de planner geregistreerd in HCPS volgens de code MU. Voor registratie wordt geteld in eenheden per blok van 15 minuten. Concreet betekent dit dat tussen de 15 en 29 minuten meerprestatie, 15 minuten meeruren geregistreerd kunnen worden. Vanaf 30 minuten wordt een 2e blok van 15 minuten geregistreerd en gelden dus 30 minuten meeruren, enz. . Meeruren leiden niet tot uitbetaling en kunnen enkel gerecupereerd worden, na akkoord van het diensthoofd. Deze worden geregistreerd in HCPS als minuren met de code R. De algemene planningsprincipes en arbeidstijdenregeling zijn van toepassing bij het registeren van meeruren. 1
Arbeidsreglement, Artikel 2.
2011 11 02_ Nota Meeruren_finaal.doc
Pagina 2 van 5
Meeruren kunnen niet gepresteerd worden op eigen initiatief van de medewerker (bv. medewerker kiest zelf om langer door te werken) maar vereisen een goedkeuring van de leidinggevende.
5.2. Aanvangstijden – eindtijd 5.2.1.
Op diensten waar de aanvangstijd omwille van noodzakelijke aanwezigheid (balie, service, permanentie, consultaties, etc.) een vaste aanvangstijd vereist, start de arbeidstijd steeds zoals voorzien in het geplande uurrooster. Vroeger starten wordt niet verrekend als meeruur. 5.2.2.
Op diensten waar omwille van de aard van het werk (back office taken, collectieve dienstverlening, etc) de aanvangstijd een mogelijkheid biedt tot “kleine variaties”, kunnen
personeelsleden mits akkoord van het diensthoofd of hun leidinggevende vroeger of later
dan het aanvangsuur voorzien in de planning het werk aanvatten, deze variatie is beperkt tot 30 minuten en geeft aanleiding tot meer- of minuren en wordt ook aldus geregistreerd. 5.2.3.
Op uitzonderlijk verzoek in functie van werkdruk, inhaalwerk, kan het diensthoofd tijdelijk
toestaan dat een medewerker een beperkte tijd meeruren inplant, evenwel zonder dat dit aanleiding geeft tot overuren.
5.3. Recuperatie meeruren Meer- en minuren dienen steeds binnen de voorziene planning ingehaald te worden, waarbij dit kan aan maximaal 90 minuten per dag. Overschrijding van dit maximum kan enkel na expliciete goedkeuring van het diensthoofd.
2011 11 02_ Nota Meeruren_finaal.doc
Pagina 3 van 5
6. Overuren 6.1. Wettelijk kader Prestatie en bezoldiging van overuren zijn in principe verboden. De arbeidswet laat echter toe dat dag- (7u36) en weekgrenzen (38u) van de arbeidsduur overschreden worden in sectoren waar deze normale grenzen niet kunnen worden toegepast. Dit vergt een toelating per Koninklijk Besluit (K.B.). Voor onze sector gaat het over het K.B. van 14/04/1988 betreffende arbeidsduur in de instellingen die geneeskundige, profylactische of hygiënische verzorging verlenen. Dit K.B. laat toe dat er tot 11u per dag en tot 50u per week mag gewerkt worden. Gedurende een kwartaal (periode van 13 weken) mag de grens van 494 uur echter niet overschreden worden. Uren die meer gepresteerd worden en de jobtime overschrijden maar geen aanleiding geven tot overuren, zijn meeruren.
6.2. Definitie Overuren worden dan ook als volgt gedefinieerd: → Alle uren boven de grens van 494 uur per kwartaal. → Alle uren boven de daggrens van 11uur. → Alle uren boven de weekgrens van 50 uur. Enkel bij overschrijding van deze grenzen eist de wet dat overloon wordt betaald en inhaalrust wordt toegekend. De wet bepaald dat de inhaalrust dient opgenomen te worden binnen het trimester zodat elk trimester wordt afgesloten met nul overuren. In toepassing van de CAO AZ-VUB van 21/04/1989 moeten deze uren bezoldigd worden aan 150% of 200% naargelang ze gepresteerd werden op respectievelijk werkdagen of zon- en feestdagen. Concreet bedraagt de loontoeslag dus 50% voor overuren op week- en zaterdagen en 100% voor zon-, feest- en vervangende feestdagen. De loontoeslagen worden berekend op normale loon. Dit betekent dat de percentages ook worden berekend op gebruikelijke premies die verbonden zijn met het loon voor de dag waarop het overwerk werd gepresteerd.
Er is geen overloon te betalen bij arbeidssystemen waar overschrijdingen van de arbeidsduur zijn ingebouwd. Deze arbeidssystemen kunnen steunen op één van de volgende toelatingen om overuren te presteren: -binnen een ploegcyclus;
-wegens werken die wegens hun aard niet mogen onderbroken worden (continuarbeid); -wegens werken waar de normale grenzen van de arbeidsduur niet kunnen worden toegepast.
2011 11 02_ Nota Meeruren_finaal.doc
Pagina 4 van 5
Er is met de werknemers overeengekomen om volgens dit uurrooster te werken. Dit wordt het gewone uurrooster en er is dus eigenlijk geen aanleiding tot de betaling van overloon.
6.3. Redenen: Er zijn 3 mogelijke redenen om overwerk te presteren:
1. Werken vereist door een “onvoorziene noodzakelijkheid”2 Begrip: een geval van overmacht, een niet te voorziene gebeurtenis die noodzaakt tot werken
buiten de voorziene grens. De kennisgeving gebeurt achteraf.
2. Werken om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dringend ongeval en werk aan machines in functie van normale werking bedrijf3.
Begrip: werken nodig om dringende gevolgen te beperken van dreigend ongeval, zowel betrekking hebbend op goederen of personen en machines. De kennisgeving gebeurt achteraf, er is geen inhaalrust voorzien.
3. Buitengewone vermeerdering van werk4 Begrip: niet regelmatig en niet te voorziene vermeerdering van werk. Deze reden voor presteren van overwerk vereist een voorafgaand akkoord syndicale delegatie.
2 3 4
Wet 16.03.1971, Art. 26 § 1,3° Art. 26 § 1, 1° en 2° Art. 25
2011 11 02_ Nota Meeruren_finaal.doc
Pagina 5 van 5