Overdenking avondmaalsviering Jozua 4:1-11 – Jozua 4 : 19-24 – Handelingen 4:5-12 Liturgie zondag 7 november 2010 - Houten - Ds. D. Vonck Votum/ zegengroet Gezang 145:1,2 Gezang 149 10 woorden Gezang 170: 1,2,3 Gebed Lezing Jozua 4:1-11 / 19-24 Hand. 4:5-12 Preek Psalm 118:8,9 Avondmaalsformulier III GK 171:1,3 (klaarmaken van tafel) Tijdens viering - Psalm 18:1,9,14 - GK. 89 Jezus leven van mijn leven - Opwekking 334 (Heer uw licht en uw liefde) Dankzegging: Psalm 118:10 Dankgebed en voorbede Collecte GK 165 Machtig God, sterke rots Zegen
Geliefde broers en zussen, Ik las gisteren in de krant opvallend nieuws: ‘De Stichting Wetenschap en Maatschappij kende deze week de Huibregtsenprijs toe aan het wetenschappelijk projekt dat het meeste bijdraagt aan het geluk in de maatschappij. Er kwam een volstrekt verrassende winnaar uit de bus: een archeoloog, een zekere professor Roymans. Hij had een ontdekking gedaan, niet eens zo heel spannend en daar een hele website omheen gebouwd. Op allerlei manieren had hij er dus voor gezorgd dat die vondst in het nieuws kwam, zodat je daar meer over kon ontdekken. De vraag kwam: maar hoe wordt je daar dan gelukkig van? Hoe word je gelukkig van nieuws uit tijden die al zo ontzettend lang geleden zijn. Professor Roymans zei: de kwaliteit van de woonomgeving draagt bij aan je gelukt. Je leeft niet in een anonieme wereld die overal hetzelfde is. Als je de geschiedenis kent en de verhalen die daarbij horen, dan kun je je in een landschap thuis gaan voelen. Hij zei dus: als je je bewust bent van je geschiedenis, waar je vandaan komt en wat daar allemaal gebeurd is, dan kun je je daarin thuis gaan voelen. Je kunt daar zelf een plek in gaan krijgen.
Op een heleboel manieren is dit best wel opvallend. Door allerlei professoren en in vele artikelen wordt gezegd dat we in ons land dat historisch bewustzijn een beetje zijn kwijtgeraakt. Wat voor ons telt is dat we nù leven. En we leven maar kort, dus we moeten nu ook snel zorgen dat we er wat van maken. Er komt bij dat er de laatste jaren een heleboel veranderingen geweest zijn en dat ons vooral nog een heleboel veranderingen te wachten staan. Daarom zijn we vooral heel erg bezig met wat er komen gaat, met het nù. Ik hoorde een liedje op de radio van Katy Perry ‘We can dance until we die’, laten we dat vooral doen. ‘Let’s run away and don’t ever look back’. Het liedje gaat over van alles en nog wat. Laten we niet achteruit kijken, maar vooruit kijken. Daar moeten we naar toe.
Jozua 4:1-11 – Jozua 4 : 19-24 Nu is het opvallende in het gedeelte wat we net gelezen hebben uit de bijbel, dat er alle reden lijkt om dat ook te doen: 40 jaar had het volk door de woestijn gezworven, 40 jaar lang hadden ze geleefde in de verwachting dat ze straks het beloofde land in mochten. En nu staan ze aan de grens van het beloofde land en de grens gaat open op een bijzondere manier. En dan zegt God via Jozua: Ho, dit is het moment om te zorgen dat we blijven terugkijken, blijven herdenken. Het volk Israël was de Jordaan overgetrokken nadat er een pad was ontstaan, dat lezen we in Jozua 4. De Jordaan was op dat moment op z’n breedste, de uiterwaarden waren ook helemaal volgelopen. De priesters waren met de ark – als teken van Gods aanwezigheid- door het water gelopen, het water was geweken en de priesters gingen in het midden van de Jordaan staan. God Zelf stelde zich daar in het midden, dat was de veiligheid dat het water niet zou komen. Het volk trok daar omheen naar de overkant. Jozua had van God de opdracht gekregen en gaf dat door: jullie moeten 12 grote stenen uit de Jordaan halen en meenemen. In vers 6 wordt dan gezegd dat deze stenen dienen als een gedenkteken. Wanneer je kinderen later vragen wat deze stenen betekenen, dan moet je ze vertellen wat hier gebeurd is: dat het water van de Jordaan werd tegengehouden door de aanwezig van de ark van het verbond met de Here. Wat hier duidelijk gemaakt wordt is dat het belangrijk is om tekens te hebben, zodat kinderen gaan vragen: wat is hier eigenlijk gebeurd? Zodat jongeren gaan vragen: waarom doen we dit eigenlijk? Zodat wij de vragen krijgen en moeten terugdenken aan wat er precies gebeurd is, waarom we doen wat we moeten doen. En als ze die stenen daar zo zagen staan, kwamen er in ieder geval twee dingen in de herinnering. Er wordt hier verteld dat het de 10e dag van de maand Nissan was. De 10e dag van de eerste maand staat in vers 19. En dat was ook precies het moment geweest dat het volk Israël 40 jaar geleden in Egypte de opdracht had gekregen om zich klaar te maken. Een paar dagen later hadden ze het Pesach gevierd met elkaar en waren ze uit het land Egypte getrokken. Bij de Schelfzee was het water geweken, had het een pad gemaakt en waren zij naar de overkant getrokken. Zoals ze uit Egypte zijn vertrokken, komen ze hier nu ook het land binnen. Dat moest de mensen aan het denken zetten: kijk, God heeft dat toen gedaan en nu dit! Kijk, die God van ons! Hij doet dit grote wonder niet één keer, het was geen toevalstreffer. Nee, onze God is zo machtig dat het water zo voor Hem aan de kant gaat!
En het moet hier nog een groter gevolg hebben, kijk maar in vers 24: want alle volken op aarde moeten weten hoe machtig de Heer, jullie God, is en jullie moeten altijd vol ontzag voor Hem zijn. En we zien dat het werkt in Jozua 5:1. Toen de andere koningen het hoorde, sloeg de angst voor Israël hen om het hart en werden ze door wanhoop bevangen. Over dat onbeduidende volkje dat door de woestijn was getrokken, worden zulke grote verhalen bekend: die God van hen… we moeten vrezen voor ons leven, voor ons land. Dat is het doel van die stenen: als je die stenen zag, moest je terugdenken en kwam je onder de indruk van God. En daarmee wijzen de stenen vooruit op Jezus. Handelingen 4 : 5-12 We hebben gelezen uit Handelingen 4. Hoe wordt Jezus daar genoemd? Jezus wordt daar de Hoeksteen genoemd. Het gedeelte uit Handelingen 4 is een aanhaling uit psalm 118. De oversten en de farizeeën wisten direkt dat dit gedeelte uit de psalmen kwam, uit de geschriften, uit de bijbel van toen. Wat zegt Petrus daarover? Vers 11: Jezus is de steen die door u, de bouwlieden, vol verachting is weggeworpen, maar die nu de hoeksteen geworden is. Jezus ging voor ons de dood in. Net zoals de ark daar stond in het midden van het water, zo stond Jezus daar in het midden van de dood. En de dood moest aan de kant, net zoals het water! Jezus bereidde de weg voor: Hij ging de dood in. Net zoals de priesters eerst met de ark de Jordaan in moesten, voordat het volk kon komen. En Jezus brengt ons naar het beloofde land, naar onze toekomst. Vers 11 maakt duidelijk dat alleen Jezus redding kan geven. Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn Naam is de enige die de mens op aarde redding geeft. Dat moet natuurlijk de hele wereld weten: God redt, God verlost! Als je daarover nadenkt, dan wordt je weer vol ontzag voor God. Vol bewondering. Het is mooi gezegd en we weten het ook allemaal. Maar is het zo? Is het zo dat, als de naam van Jezus klinkt, je vol ontzag raakt voor wie God is? En dat de mensen om je heen beseffen wie die God is? In mijn leven heel vaak niet in ieder geval. Er is meer voor nodig om dat te beseffen. Ik ben erg goed in het vergeten van een heleboel dingen. En vergeten is precies het tegenovergestelde van gedenken, herinneren. De oproep in de bijbel klinkt steeds weer: herinner je wat God allemaal gedaan heeft! En ook wij hebben dat heel hard nodig. Als we in ons dagelijks leven bezig zijn en ons druk maken over allerlei dingen … als we in ons leven geconfronteerd wordt met momenten waarvan je denkt: hoe kom ik hieruit; het kan een gevolg zijn van de zonde, van teleurstellingen of pijn of moeite; het kan ook de zonde zelf zijn ‘ik wilde dat ik het niet deed en toch doe ik het …’ en je kunt je zo schuldig voelen… dan kan de Naam van Jezus heel veel bij je oproepen, zonder dat je daar daadwerkelijk verder in komt. Dat is de reden waarom we avondmaal vieren deze morgen. Het gaat ook over gedenken, herinneren. Nadenken waar je vandaan komt, wat daar gebeurd is, zodat je helder krijgt waar je nu mag staan: als iemand die vergeven is. Als iemand wiens schuld
ook daadwerkelijk weggewassen is. Als iemand die ook daadwerkelijk bij Jezus Christus mag horen, die toegang heeft tot de Vader. En het opvallende is dat wij dat niet met elkaar bedacht hebben, maar dat God het zelf bedacht heeft dat het goed voor ons zal zijn. Net zoals God opdracht gaf om die stenen daar neer te zetten, zo heeft Jezus ons bevolen om het avondmaal te blijven vieren. Paulus zegt in 1 Korintiërs 11: wat ik heb ontvangen en aan u heb doorgegeven, gaat terug op de Heer zelf. Welke herinnering heeft hij overgeleverd gekregen? In de nacht waarin de Heer Jezus werd uitgeleverd nam hij een brood, 24 sprak het dankgebed uit, brak het brood en zei: ‘Dit is mijn lichaam voor jullie. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken.’ 25 Zo nam hij na de maaltijd ook de beker, en hij zei: ‘Deze beker is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt. Doe dit, telkens als jullie hieruit drinken, om mij te gedenken.’ 26 Dus altijd wanneer u dit brood eet en uit de beker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer, totdat hij komt. Het is opdracht van God zelf om dit te doen. Om te herinneren, om te beseffen waar je vandaan komt. En volgende week mogen we dopen. Ook dat is een gedenksteen. Ook dat moet beelden oproepen van vroeger, die gelden voor nu. Opdracht van onze Hoeksteen zelf. En daarom ligt hier ook een berg steentjes. Neem straks na het vieren van het avondmaal een steentje mee. Wanneer je vader of moeder bent, neem dan een paar stenen mee voor je gezin. Neem het mee, niet als heilig voorwerp of zo: het zijn gewone stenen en ze komen niet uit de Jordaan. Maar als je die stenen ziet, mag het een herinnering oproepen: o ja, God wil dat we af en toe stilstaan en terugdenken. En niet alleen dat. Het is ook bedoeld als een handreiking om daadwerkelijk met elkaar door te praten. In je huiselijke eredienst, om met je gezin of misschien met je wijkgroep, met je vrienden door te praten over wat je nu allemaal in je leven gezien hebt. Kijk eens terug in je leven naar wat God daar in gedaan heeft. Kun je hem herkennen als de machtige God, als de hoeksteen, als de basis, als degene die alleen jou kan redden. En jongeren en kinderen: stel die vragen! Daarvoor zijn die gedenkstenen bedoeld, zodat je zelf helder krijgt wat God allemaal gedaan heeft en doet, door de ervaring van anderen heen. Gebruik het ook om te getuigen. Want hier wordt duidelijk dat het niet alleen de bedoeling is dat wij vol ontzag komen, maar dat alle volken onder ontzag komen voor God. Geef het steentje een kleurtje, verf het, zet de naam Jezus erop ….neem het mee naar je werk, of leg het op een centrale plek in je huis. Op veel plaatsen wordt er op deze zondag nagedacht over ‘christen zijn op je werk’. Hoe gemakkelijk kan het zijn om het steentje mee te nemen en bovenop je computer te leggen. Het herinnert je er zelf aan als je achter de computer zit: waar ben ik mee bezig. En het is een mogelijkheid dat anderen je vragen wat die steen daar op je computer doet. Je kunt vertellen dat je avondmaal hebt gevierd … Jozua 4 is een overgangshoofdstuk: de belofte wordt vervuld, nieuw leven wacht.
Zo mogen u, jij en ik zo aangaan aan het avondmaal: een overgang. Mijn zonde was groot, maar Gods genade is groter. Mijn ellende en verdriet over de zonde is groot, maar de steen voor het graf is weggerold. Onze Heer leeft! Jezus is de hoeksteen, die vol verachting is weggeworpen, ook door ons; in ons gedrag, in ons leven. Maar die nu de hoeksteen is geworden; door niemand anders kunnen wij gered worden. Want Zijn Naam is de enige op aarde die mensen redding biedt. Kom, eet en drink voor je leven. Ga staan en leven vanuit Jezus, de hoeksteen. Vertel en getuig over de grote daden van God, vroeger, nu en straks. Getuig thuis aan kinderen, aan jongeren, collega’s en buren: God verandert niet. Zijn daden zijn machtig, altijd. Want machtig is Hij, onze rots!
Amen