Overdekte en ondergrondse parkings
1. Uw parking a. De ventilatie b. Het gebruik van de parking c. De nooduitgangen en de toegangen d. Het verkeer e. De markeringen en de bewegwijzering f. De brandbestrijdingsmiddelen en de voorzieningen tegen luchtverontreiniging g. De verlichting en de verwarming
2. Onderhoud en verplichte controles a. Algemeen onderhoud b. Onderhoud van de uitrustingen c. Onderhoud van het CO-detectiesysteem d. Onderhoud van de koolwaterstofscheider
3. De parking verbouwen 4. Wettelijke bases en referentiedocumenten
OK, wat u moet doen
verboden, te vermijden
BEHALVE = uitzonderingen, afwijkingen
Aanvullende informatie
Respecteer de voorwaarden van de milieuvergunning Snelle toegang
Legende
Klik op deze logo's in het document om de tekst te doen verschijnen.
U bent eigenaar van een overdekte of ondergrondse parking met minstens 10 plaatsen? Of het nu gaat om een garage, een parking voor een woon-, kantoor- of handelscomplex of een publieke parking, voor de exploitatie ervan hebt u een milieuvergunning nodig. U wilt de exploitatievoorwaarden beter begrijpen, die in de milieuvergunning worden vermeld? Deze gids zal u de opgelegde verplichtingen nader toelichten: eigenschappen van de parking, veiligheidsmaatregelen, (officieel aan te vragen) mogelijke afwijkingen, ...
Is dit op u van toepassing?? Deze voorwaarden zijn op u van toepassing als: - uw parking overdekt is of zich onder de grond bevindt; - de parking minstens 10 plaatsen telt; - de voertuigen bestuurd worden door personen en niet naar hun plaats geleid worden vanaf de ingang door automatische inrichtingen.
De voorwaarden respecteren: een wettelijke verplichting
Als u de voorwaarden niet respecteert, die in uw toelating of vergunning vermeld worden, dan bent u in overtreding en riskeert u sancties (boete, gevangenisstraf).
Waarom deze voorwaarden?
De voorwaarden die in deze milieuvergunningen worden vastgelegd, hebben tot doel om: de veiligheid van de gebruikers en de voetgangers te verzekeren; de hinder voor de buurt te beperken en de mobiliteit te bevorderen; het milieu te beschermen (vermijden van bodem-, water- en luchtverontreiniging); de energieafhankelijkheid te minimaliseren.
PAGINA 1 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Parking > Uw parking > Ventilatie __________________________
1. Uw parking a. De ventilatie Ventilatiesysteem Opteer voor een mechanische ventilatie, als de natuurlijke ventilatie ontoereikend is, en respecteer daarbij de opgelegde debieten en andere indicaties van uw vergunning.
Toereikende natuurlijke ventilatie, richtlijnen Open parkings: de openingen stemmen overeen met 1/3 van het muuroppervlak Parkings van woningen of kantoren met minder dan 50 plaatsen: 0,15 m2 opening per plaats Parkings van bestaande woningen of kantoren: de openingen stemmen overeen met 5% van het muuroppervlak
Ontoereikende natuurlijke ventilatie Opteer in dat geval voor een mechanische ventilatie: 200 m3/u per plaats
Ontwerp het systeem zodanig dat een volledige verversing van de lucht in de parking verzekerd is en dat elke stagnatie van gassen, zelfs lokaal, vermeden wordt. Ventileer de parking zodanig dat de atmosfeer nooit toxisch of explosief wordt: de gemiddelde concentratie aan koolstofmonoxide blijft onder normale gebruiksomstandigheden onder de drempel van 99 ppm over een periode van 15 minuten. Installeer het ventilatiesysteem zodanig dat een gemakkelijk onderhoud verzekerd is. Voor de nieuwe ventilatoren: ze hebben een variabele snelheid over een bereik van 50% van hun vermogen. De ventilatiegroepen zijn voorzien van een identificatieplaatje waarop de naam van de fabrikant, het jaar van fabricage en de technische gegevens vermeld staan.
Activering van het ventilatiesysteem Koppel het ventilatiesysteem ofwel aan de gebruiksuren van de parking, ofwel aan de opening van de deuren en de verlichting, ofwel aan een CO-detectiesysteem. Voor de grote parkings van categorie 2 installeert u een CO-detectiesysteem. Mocht het activeringssysteem uitvallen, moet de mechanische ventilatie automatisch tegen vol vermogen beginnen te werken en dat blijven doen, totdat het activeringssysteem gerepareerd is.
Laat de mechanische ventilatie niet onnodig werken, dit om energie te besparen.
PAGINA 2 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Parking > Uw parking > Ventilatie ___________________________
Luchtafvoer
De verontreinigde lucht wordt verticaal afgevoerd op minstens 8 meter afstand van vensters of luchtopeningen en dat tegen een voldoende snelheid om de buurt of voetgangers niet te hinderen.
Voor de nieuwe parking: de lucht moet via het dak worden afgevoerd. BEHALVE De deuren en ventilatiebuizen zijn voldoende lucht- en rookgasdicht. De ventilatiebuizen zijn niet uitgerust met een afsluitsysteem (met uitzondering van brandwerende systemen, zoals zwelroosters of brandwerende kleppen).
Toevoer van verse lucht
Zorg voor de toevoer van verse lucht via een toereikend aantal goed verspreide verluchtingsopeningen. Voorzie de buitenluchtinlaten op plaatsen waar de lucht van goede kwaliteit is, uit de buurt van de openingen waarlangs verontreinigde lucht wordt afgevoerd. Gebruik geen lucht van de parking zelf om andere ruimten te ventileren met uitzondering van aanpalende technische lokalen, op voorwaarde dat er niemand in verblijft. Voorzie in een onafhankelijke ventilatie van de exploitatie- of toezichtslokalen en zorg ervoor dat ze zich in overdruk bevinden ten opzichte van de parking. BEHALVE Voor de parkings met mechanische luchtverplaatsing Zie erop toe dat de lucht van de parking niet tot in de trappenhuizen/liftkokers, noch tot in het gebouw doordringt: respecteer de eisen van uw vergunning.
Voor de nieuwe boxen
Voorzie elke individuele box van een ventilatieopening van minstens 0,5 m2 die in verbinding staat met buiten of met de rijweg van de parking (in dat geval wordt de opening in de bovenste helft van de wand of deur aangebracht).
PAGINA 3 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Parking > Uw parking > Gebruik van de parking __________________________________
b. Het gebruik van de parking Parkeerplaatsen
Houd u aan het door uw vergunning toegelaten aantal parkeerplaatsen. Respecteer het gebruik dat in uw vergunning voor de plaatsen is voorzien: uw vergunning laat dit gebruik enkel daar toe. Maak uitsluitend gebruik van de parking om voertuigen te parkeren, tenzij uw vergunning uitdrukkelijk andere vormen van gebruik toelaat. Voor de gemengde parkings: respecteer het gedeelte van de plaatsen dat is voorbehouden voor de woningen en de kantoren/handelszaken. Zorg voor een visueel onderscheid tussen deze plaatsen in de parking en de andere (bv. door een andere vloermarkering).
LPG-voertuigen - Verbied de toegang voor LPG-voertuigen, tenzij uw parking voldoet aan het LPG-besluit. Elektrische voertuigen Als uw parking over laders voor elektrische voertuigen beschikt: Bescherm de laders tegen schokken. Plaats ze op een goed geventileerde locatie (hoge ventilatie) om te voorkomen dat er zich een explosieve mengeling van waterstof en zuurstof kan vormen. Voorzie een aangepaste blusinrichting (CO2). Onderhoud de laders volgens de eisen van het AREI. Gebruik geen gelijkstroomladers. Opslagverboden Sla geen brandbare producten of recipiënten op, die ontvlambare stoffen (oplosmiddelen, brandstof, ...) bevatten, in de parking of in de boxen. Sla geen archieven op in de parking. Plaats geen vuilniszakken of afvalcontainers in de parking. BEHALVE
PAGINA 4 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Parking > Uw parking > Nooduitgangen en toegangen ________________________________________________
c. De nooduitgangen en de toegangen
Nooduitgangen Voorzie voldoende nooduitgangen: minstens 2 per niveau (onder bepaalde voorwaarden kan de helling als nooduitgang dienen voor het niveau -1). Vanaf eender welk punt in de parking moet er zich op maximum 45 meter afstand een nooduitgang bevinden. Doe de vluchtwegen die naar buiten leiden (toegangen tot de trappen, uitgang van het gebouw, ...), niet op slot, wanneer de parking in gebruik is. BEHALVE Voorzie nooduitgangen van minstens 0,80 meter breed.
Maak het fysiek onmogelijk om voor de nooduitgangen te parkeren: plaats blokken, voorzie een voetpad, enz. Duid de uitgangen aan met behulp van pictogrammen: vanaf eender welk punt in de parking moet er een pictogram zichtbaar zijn.
In- en uitgangen Als de ingang is uitgerust met een slagboom of een ander obstakel, voorzie dan, indien nodig, een wachtzone, zodat de auto's het verkeer op de voetpaden of de weg niet hinderen.
Voorzie voldoende en oordeelkundig verspreide uitgangen om een gemakkelijke evacuatie en een snelle toegang voor de hulpdiensten mogelijk te maken.
Als de zichtbaarheid slecht is of de helling steil, installeer dan spiegels om de veiligheid van de voetgangers op het voetpad te verzekeren.
Houd de hellingen en de in- en uitgangen (zowel de berijdbare als die welke in geval van nood gebruikt moeten worden) volledig vrij: geen enkel voertuig mag de toegang ertoe blokkeren of hinderen.
PAGINA 5 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Parking > Uw parking > Verkeer ____________________________
d. Het verkeer Voetgangersverkeer Voorzie voetgangerstoegangen van minstens 0,80 meter breed naar de uitgangen en de lokalen die aan de parking grenzen (met uitzondering van individuele kelders).
Baken deze gangen af en beveilig ze door middel van een fysieke scheiding (barrière, muurtje, ...). Voorzie in de voetgangerszones een minimale afstand tot de vloer van 2 meter voor hangende obstakels (balk, leiding, koker, ...), behalve voor structurele elementen van bestaande parkings. Voor de niveaus met meer dan 50 plaatsen: voorzie beveiligde voetpaden en markeer ze op de vloer (gedifferentieerde markering). Voor de grote parkings (publieke parkings > 50 plaatsen en handelszaken > 200 plaatsen): zorg voor een fysieke afscheiding van de voetpaden ter hoogte van de hellingen en bochten door middel van een barrière, een muurtje, enz.
Autoverkeer Voorzie de hellingen van een schokbestendige borstwering, als de voertuigen naar beneden kunnen vallen. Als de parking lange rechte lijnen bevat, plaats dan verkeersdrempels. Vraag het advies van de DBDMH voor de installatie van een autolift. U dient misschien een wachtzone in te richten en strengere eisen op het vlak van ventilatie te respecteren.
Het manoeuvre om een parkeerplaats in of uit te rijden, mag hooguit de verplaatsing van één ander voertuig vereisen.
PAGINA 6 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
BEHALVE
Parking > Uw parking > Markeringen en bewegwijzering _______________________________________
e. De markeringen en de bewegwijzering
Zones en uitgangen
Baken de parkeerplaatsen en de laad-/loszones duidelijk af door middel van een markering op de vloer of via een andere vaste inrichting.
Maak het fysiek onmogelijk om voor de nooduitgangen te parkeren: plaats blokken, voorzie een voetpad, enz.
Gebruik verschillende markeringen om gemakkelijk het onderscheid te maken tussen de verschillende types van plaatsen. Voorzie een gedifferentieerde markering op de vloer om elke vorm van parkeren te vermijden, die de toegang tot de hellingen, de berijdbare in- en uitgangen en de brandblusapparaten hindert.
Uithanging van de verbodsregels
Hang het verbod om de motor te laten draaien van een stilstaand voertuig, voluit geschreven uit. Plaats 'Verboden te roken'-pictogrammen. Hang aan de ingang het verbod uit voor LPG-voertuigen om gebruik te maken van de parking, als uw parking niet voor dit type van voertuigen is uitgerust.
Geleidingssysteem
Voor de grote parkings (publieke parkings > 50 plaatsen en handelszaken > 200 plaatsen): installeer een geleidingssysteem dat minstens aangeeft of er nog plaatsen vrij zijn en op welke verdieping.
PAGINA 7 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Parking > Uw parking > De brandbestrijdingsmiddelen en de voorzieningen tegen luchtverontreiniging _______________________________________
f. De brandbestrijdingsmiddelen en de voorzieningen tegen luchtverontreiniging Op het vlak van brandpreventie Installeer op oordeelkundig gekozen locaties draagbare brandblusapparaten gevuld met 6 kg ABC-poeder en voorzien van het BENOR-label: minimum 1 brandblusser per 10 parkeerplaatsen (tenzij de DBDMH u strengere verplichtingen heeft opgelegd). Respecteer de voorgeschreven minimale brandwerendheid voor de deuren en wanden.
De leidingen, kokers en ventilatieroosters tussen de parking en de aangrenzende lokalen zijn uitgerust met brandwerende kleppen of smeltroosters die eenzelfde minimale brandwerendheid hebben als de deuren en wanden. Maak geen openingen tussen de deuren en wanden van de evacuatiewegen, zelfs niet wanneer deze met smeltroosters zijn uitgerust. Als u werken aan de wanden van de parking verricht, zie er dan op toe dat deze hun brandwerendheid handhaven of verbeteren.
Voor de grote parkings (publieke parkings > 50 plaatsen en handelszaken > 200 plaatsen): installeer een auditief en visueel alarmsysteem dat het bevel geeft om alle verdiepingen te evacueren in geval van brand of bij een ander incident.
Ter voorkoming van bodemverontreiniging Opteer voor een vloerbedekking in sterke materialen die voldoende glad zijn om een gemakkelijke reiniging toe te laten en die een verontreiniging van de bodem voorkomen.
Voorzie een voorraad aan absorberend materiaal (zand, zaagsel, ...) op een zichtbare plaats van de parking om onmiddellijk elk accidenteel olie- of brandstoflek aan te pakken.
PAGINA 8 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Parking > Uw parking > Verlichting en verwarming _____________________________________
g. De verlichting en de verwarming
Voorzie voldoende verlichting, zodat de gebruikers zich kunnen verplaatsen en gemakkelijk de uitgangen kunnen vinden.
Verwarm de parking niet, tenzij met behulp van een systeem dat de van het gebouw afkomstige lucht recycleert.
Als u schakelaars installeert, dienen deze voorzien te zijn van indicatielampjes. Installeer een noodverlichting die aan de geldende normen voldoet.
PAGINA 9 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
BEHALVE
Parking > Onderhoud en verplichte controles __________________________________
2. Onderhoud en verplichte controles a. Algemeen onderhoud
Zie erop toe dat de parking altijd in propere staat verkeert. Controleer regelmatig de goede staat van de markeringen op de vloer: parkeerplaatsen, rijstroken, voetpaden, verboden zones, ... Geef de gangen en toegangen jaarlijks een onderhoudsbeurt (inrichtingen ter hoogte van de in- en uitgangen van de parking, toegang tot de nooduitgangen, de blusapparaten, ...).
b. Onderhoud van de uitrustingen
Voorzie elk jaar een controle en onderhoud van: - de algemene verlichting en de noodverlichting; - het ventilatiesysteem: ventilatoren, leidingen, kokers, openingen voor luchttoevoer en -afvoer, activeringsmechanismen; - de brandbestrijdingsmiddelen: brandblussers, haspels, sprinklers, ...; - de eventuele beveiligde openingsmechanismen van de deuren.
c. Onderhoud van het CO-detectiesysteem Als er door uw vergunning een CO-detectiesysteem wordt opgelegd: Laat minstens één keer per jaar (of zo vaak als de fabrikant dit aanraadt) uw CO-detectiesysteem controleren, ijken en onderhouden door een bevoegde persoon. Bewaar de onderhoudsattesten en de facturen gedurende 2 jaar en houd ze ter beschikking in geval van controle. Als uw systeem gecentraliseerd is, bewaar dan gedurende 2 jaar het jaarlijkse overzicht van de door het apparaat geregistreerde CO-concentratieoverschrijdingen.
d. Onderhoud van de koolwaterstofscheider
Voorzie een jaarlijks onderhoud van het afvalwaterrecuperatiesysteem en leeg het, indien nodig. Laat het slib en de verzamelde koolwaterstoffen verwijderen door een erkende ophaler: het gaat immers om gevaarlijke afvalstoffen.
PAGINA 10 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Parking > De parking verbouwen _____________________
3. De parking verbouwen
Vraag om toelating (bij uw gemeente of bij Leefmilieu Brussel, al naargelang de herkomst van uw vergunning), vooraleer u: - de gebruiksuren of het type van gebruikers verandert; - in de parking een installatie of machine toevoegt, die de werking van de parking kan beïnvloeden (bv. koelgroep, ...); - de parkeerplaatsen reorganiseert; - de toegangen en de nooduitgangen van de parking verandert; - het ventilatiesysteem of de ventilatieopeningen wijzigt; - binnenmuren toevoegt; - garageboxen of lokalen creëert; - barrières plaatst aan de ingang van de parking; - werken uitvoert, waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is.
Wacht altijd op de officiële toelating om dergelijke wijzigingen uit te voeren.
PAGINA 11 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Parking > Wettelijke bases __________________
4. Wettelijke bases en referentiedocumenten LPG-besluit Brandnormenbesluit: bijlagen 2, 3 en 4 Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening, titel VIII Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming – ARAB (hoofdst. I, sectie V: brand) Lijst van de ingedeelde inrichtingen Gids van milieuvergunningen
PAGINA 12 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
____________________________________ EINDE __________________________________ Op de volgende pagina’s staat alleen de aanvullende informatie die is aangegeven door de logo’s
Aanvullende informatie De overdekte en ondergrondse parking maken deel uit van de ingedeelde inrichtingen die aan een toelating of milieuvergunning onderworpen zijn: - voor de parkings met 10 à 24 plaatsen: rubriek 68 A; - voor de parkings met 25 à 200 plaatsen: rubriek 68 B; - voor de parkings met meer dan 200 plaatsen: rubriek 224.
Als uw parking zich in de open lucht bevindt, lees: als de achteruitrij- en manoeuvreerzone zich in de open lucht bevindt, zijn deze voorwaarden niet op u van toepassing. In dat geval verwijzen we u graag naar de geldende voorwaarden voor parkings in de open lucht.
Categorieën van overdekte parkings Los van het aantal parkeerplaatsen maken we ook een onderscheid tussen 2 categorieën van parkings, al naargelang de gebruiksintensiteit: - categorie 1: parkings die minstens 75% parkeerplaatsen voor woningen of kantoren (of hiermee gelijkgestelde inrichtingen) bevatten, waar de voertuigbewegingen minder talrijk zijn - over het algemeen één in- en uitrit per dag per parkeerplaats; - categorie 2: parkings die meer dan 25% commerciële of publieke parkeerplaatsen bevatten, met talrijke voertuigbewegingen de hele dag door. Afhankelijk van de categorie waartoe uw parking behoort, dient u andere normen op het vlak van ventilatie te respecteren.
Terug
PAGINA 14 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Aanvullende informatie Voor het opleggen van deze eisen baseert Leefmilieu Brussel zich op verschillende Belgische wetteksten alsook op normen die in het buitenland zijn vastgelegd. Hieronder enkele referenties:
ARAB (titel I)
52.4 Toegang (opening van de deuren) 52.5 Uitgangswegen en ontruiming (aantal en breedte van de nooduitgangen) 52.9 Brandbestrijdingsmiddelen (brandblussers) 63 Verlichting, 63bis Noodverlichting
_
Brandnormen Koninklijk besluit van 19 december 1997: (Bijlage 2 § 5.2. parkings in lage gebouwen; Bijlage 3 § 5.2. parkings in middelhoge gebouwen; Bijlage 4 § 5.2 parkings in hoge gebouwen) Bepaalt de vorm en de brandwerendheid van de compartimenten, het aantal traphallen (2) en de scheiding met de technische lokalen.
GSV (21 november 2006) voor het aantal auto- en fietsstaanplaatsen en de leveringsplaatsen. Toegestaan aantal autostaanplaatsen, leveringsplaatsen (artikel 18) zie titel VIII.
_
LPG-voertuigenbesluit Koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de LPG-voertuigen. Dit besluit is van toepassing op overdekte of ondergrondse parkings met meer dan 10 voertuigen waar LPG-voertuigen geparkeerd worden. Het legt de aanwezigheid van LPG-detectoren, een mechanische ventilatie en een alarmsysteem op. Het definieert de installatie- en werkingsmodaliteiten van deze veiligheidsinrichtingen.
_
Normen in Frankrijk, Nederland en Duitsland.
_
CO-intoxicatierapport, Antigifcentrum, 2007.
Terug
PAGINA 15 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Aanvullende informatie Verzeker de veiligheid.
Bevorder de mobiliteit.
Voorkom hinder en bescherm het milieu.
- Voorkom de accumulatie van toxische gassen. - Voorzie de evacuatie in geval van brand. - Voorkom verkeersongevallen. - Zie toe op de veiligheid van de voetgangers.
- Verzeker de vlotheid van de lokale mobiliteit. - Bepaal het gepaste aantal plaatsen, gelet op de gewestelijke mobiliteitsdoelstelling (20 % minder verplaatsingen met de wagen). - Maak het voorzien van fietsstaanplaatsen verplicht.
- Beperk de geluidshinder. - Zorg voor de dispersie van de uitlaatgassen. - Voorkom dat deze gassen in de aanpalende gebouwen doordringen. - Voorkom dat accidentele olie- of koolwaterstoflekken in de bodem terechtkomen. - Beperk de lozingen in de riolering tot de grenswaarden.
. Terug
PAGINA 16 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Aanvullende informatie Zelfs stilstaand, met de motor uit, stoten voertuigen toxische en schadelijke polluenten uit. De parkings dienen dan ook natuurlijk of mechanisch geventileerd te worden, volgens de normen die afhangen van de categorie van parking (bepaald in functie van het type van gebruik). De parking wordt natuurlijk geventileerd, als de openingen aan beide uiteinden voor een permanente luchtstroom zorgen. Als de openingen te klein of onbestaande zijn en als de natuurlijke ventilatie bijgevolg ontoereikend is, dan zal uw milieuvergunning een mechanische ventilatie met een luchtafvoersysteem opleggen. In sommige gevallen zal uw vergunning eerder een verbetering van de natuurlijke ventilatie opleggen, al naargelang de technische haalbaarheid in uw gebouw. Een natuurlijke ventilatie volstaat voor: Type van parking De open parkings Een parking wordt als open beschouwd, als elk niveau aan alle vermelde voorwaarden voldoet.
De parkings van categorie 1, beperkt verkeer - Kleine parkings < 50 plaatsen,
- Bestaande parkings zonder mechanisch ventilatiesysteem (ofwel niet voorzien bij de bouw, ofwel niet in werkende staat)
Eigenschappen De tegenover elkaar gelegen gevels: a. bevinden zich over hun hele lengte op maximum 60 m van elkaar; b. zijn minstens 5 m verwijderd van buitenobstakels, zoals naburige gebouwen of taluds, ... (horizontale afstand in de open lucht); c. bevatten beide voldoende grote openingen. Opmerking: Er kunnen zich obstakels tussen deze 2 gevels bevinden, voor zover de nuttige oppervlakte voor de luchtdoorstroming (waarbij rekening gehouden wordt met een volledige bezetting van de parkeerplaatsen voor auto's) minstens gelijk is aan de voor de gevel vereiste oppervlakte van de openingen. De openingen: a. hebben een oppervlakte die minstens gelijk is aan 1/6de van de totale oppervlakte van de wanden; b. zijn gelijkmatig verdeeld over de lengte van elk van beide gevels.
De openingen: 2 a. hebben een oppervlakte van minstens 0,15 m per parkeerplaats; b. bevinden zich op maximum 20 meter van elkaar; c. geven rechtstreeks uit op buiten of zijn voorzien van een koker van maximum 2 m lang (als de koker langer is, moet de diameter ervan verdubbeld worden). De openingen: a. Aan elk uiteinde van de parking moet er minstens een opening zijn; b. De oppervlakte van de openingen moet minstens gelijk zijn aan 5 % van de oppervlakte van de wanden. De luchtkwaliteit: a. Er is geen sprake van een gasreukprobleem; b. Er is voor luchttoevoer gezorgd; c. De CO-concentratie is niet te hoog (=vergelijkbaar met de concentratie buiten het gebouw tijdens het spitsuur) en de CO-pieken verdwijnen snel.
Terug PAGINA 17 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Aanvullende informatie Het is niet altijd nodig om permanent mechanisch te ventileren. Omwille van energiebesparingsredenen is het beter dat het ventilatiesysteem zich op bepaalde momenten voor een bepaalde tijd automatisch activeert. Voor de parkings van categorie 1 of de kleine parkings van categorie 2 (max. 50 plaatsen), hebt u de keuze met betrekking tot de activering van het ventilatiesysteem. Voor de grote parkings van categorie 2 bent u verplicht om het ventilatiesysteem met een CO-detectiesysteem te verbinden.
Categorie 1 - woningen Het ventilatiesysteem begint op volle kracht te werken (200 m³/uur per parkeerplaats): - ofwel volgens een klokprogrammering die rekening houdt met het tijdschema van de gebruikers en een rationeel energiegebruik. De klok dient zodanig uitgerust te zijn met een batterij, dat het systeem ook na een stroompanne blijft werken; - ofwel automatisch, gedurende 15 minuten, na het sluiten van de deuren of het doven van de verlichting (gekoppelde systemen). U mag de ventilatie alleen met de verlichting verbinden, als dit laatste systeem zelf verbonden is met een tijdschakelaar.
Categorie 1 - kantoren en hiermee gelijkgeschakelde gebouwen Het ventilatiesysteem begint op volle kracht te werken (200 m³/uur per parkeerplaats): - ofwel volgens een klokprogrammering die rekening houdt met het tijdschema van de gebruikers en een rationeel energiegebruik. De klok dient zodanig uitgerust te zijn met een batterij, dat het systeem ook na een stroompanne blijft werken; -
ofwel automatisch, gedurende 15 minuten, na het sluiten van de deuren of het doven van de verlichting (gekoppelde systemen - opgelet, tijdschakelaar verplicht om de ventilatie aan de verlichting te mogen koppelen); - ofwel automatisch, gedurende 15 minuten, zodra één van de CO-detectiesensoren een momentane concentratie van 50 ppm meet. Los van deze automatische activering door de CO-detectoren, moet alle lucht ook minstens één keer per dag volledig ververst worden.
Categorie 2 - handelszaken en publieke parkings met minstens 50 plaatsen Het ventilatiesysteem begint op volle kracht te werken (200 m³/uur per parkeerplaats): - ofwel volgens een klokprogrammering die rekening houdt met het tijdschema van de gebruikers en een rationeel energiegebruik. De klok dient zodanig uitgerust te zijn met een batterij, dat het systeem ook na een stroompanne blijft werken; - ofwel automatisch, gedurende 15 minuten, na het sluiten van de deuren of het doven van de verlichting (gekoppelde systemen - opgelet, PAGINA 18 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
-
tijdschakelaar verplicht om de ventilatie aan de verlichting te mogen koppelen); ofwel automatisch, gedurende 15 minuten, zodra één van de CO-detectiesensoren een momentane concentratie van 50 ppm meet. Los van deze automatische activering door de CO-detectoren, moet alle lucht ook minstens één keer per uur volledig ververst worden.
Categorie 2 - handelszaken en publieke parkings met meer dan 50 plaatsen Het - per niveau berekende - vermogen op volle kracht van het luchtafvoersysteem moet minstens gelijk zijn aan 200 m³/uur per parkeerplaats. Tijdens uren dat de parking gebruikt worden, moet de luchtafvoer minstens 60 m3/u per plaats bedragen. Het mechanische ventilatiesysteem zorgt voor deze luchtverversing, als de natuurlijke ventilatie niet volstaat. Het ventilatiesysteem begint te werken, zodra de luchtkwaliteit van de parking dit vereist. Deze kwaliteit wordt voor elk niveau gemeten door COdetectiesensoren. Het ventilatiesysteem is verbonden met de detector en begint automatisch gedurende 20 minuten op volle kracht te werken: - ofwel zodra de momentane concentratie aan één van de sensoren meer dan 90 ppm bedraagt; - ofwel zodra de gemiddelde concentratie van de verschillende sensoren van een niveau gedurende 15 minuten meer dan 50 ppm bedraagt. U moet de meetresultaten registreren en minstens 48 uur lang bewaren. Het toestel of de detectiecentrale moet de overschrijdingen in de eigen historiek opslaan: u dient het jaarlijkse overzicht van de overschrijdingen gedurende 2 jaar bij te houden. Als de overschrijdingen zich frequent of regelmatig voordoen, dan: - moet u uw detectie- en ventilatiesysteem onmiddellijk laten controleren; - moet u de resultaten van de controle en de eventuele werken in uw onderhoudsregister documenteren; - moet u de overheid die verantwoordelijk is voor uw toelating of vergunning (uw gemeente of Leefmilieu Brussel), hiervan op de hoogte brengen, als de overschrijdingen nadien nog steeds frequent voorkomen, en aanpassingen voorstellen. Opmerking: als u ventilatoren van meer dan 20.000 m³/u gebruikt voor het verzekeren van de dagelijkse ventilatie, dan moet u bijkomende voorwaarden naleven. Terug
PAGINA 19 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Aanvullende informatie Voor de nieuwe parkings van categorie 2 met meer dan 50 plaatsen is een CO-detectiesysteem verplicht. Voor de andere parkings beslissen we geval per geval of we een dergelijk systeem al dan niet opleggen. Daarbij baseren we ons voornamelijk op de natuurlijke ventilatie van de parking en de voertuigbewegingen. Voor het koolstofmonoxidedetectiesysteem (CO) gelden de volgende instructies: Zorg voor een continue meting van de koolstofmonoxideconcentratie aan de hand van een installatie met vaste toestellen; Zorg voor een oordeelkundige plaatsing van een toereikend aantal sensoren in functie van de configuratie van de ruimten (maximum 400 m2 bestreken door een sensor); Plaats de sensoren op 1,50 m hoogte; Plaats de sensoren op gemakkelijk toegankelijke locaties: o uit de buurt van elke luchtverstoringsbron (toegangsdeuren, openingen, af- of toevoerinrichtingen, ...); o waar ze beschermd zijn tegen trillingen of snelle temperatuurschommelingen die het elektronische circuit zouden kunnen beschadigen; o op minstens 2 meter afstand van een hoek of hoekpunt; Bescherm de sensor tegen elke mechanische schade, zonder de doeltreffendheid ervan te verminderen; Leef strikt de aanbevelingen van de fabrikant na.
Terug
PAGINA 20 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
BEHALVE
Uw milieuvergunning kan u de toelating geven om elders lucht uit te stoten dan ter hoogte van het dak, mits de vervulling van bepaalde voorwaarden: Buiten een binnenterrein van een huizenblok: - De emissie gebeurt op een niet-hinderlijke plaats (niet tegen voetgangers aan, noch op een voetpad, ...); - De emissie gebeurt op minstens 8 meter afstand van een raam of een luchtinlaat. Op een binnenterrein van een huizenblok: - Het binnenterrein is langs minstens 2 kanten open; - Er bevindt zich geen ziekenhuis, school, woning of andere gevoelige functie op het binnenterrein. Om deze afwijking te verkrijgen, moet u ze wel officieel aanvragen. Ze wordt niet automatisch toegekend.
Terug
PAGINA 21 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
BEHALVE
Er kan u eventueel een afwijking worden toegekend op de verplichting om deze gebruikte lokalen in overdruk te zetten. Dat kan echter alleen voor een al bestaande situatie, waar gebleken is dat dit geen probleem vormt (meting van de luchtkwaliteit in de lokalen, geen klachten, ...). Om de afwijking te verkrijgen, moet u ze wel officieel aanvragen. Ze wordt niet automatisch toegekend.
Terug
PAGINA 22 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Aanvullende informatie Om erop toe te zien dat de lucht van de parking niet tot in de trappenhuizen/liftkokers, noch tot in het gebouw doordringt, kunnen we de verplichting opleggen dat: -
ofwel de luchtafvoer tegen een hoger debiet gebeurt dan de luchttoevoer en dat de respectieve inrichting begint te werken, zodra er lucht wordt aangeblazen; ofwel dat er overgedimensioneerde openingen en scheidingselementen (sas tussen de parking en de trappenhuizen en deur tussen het trappenhuis en de rest van het gebouw) worden voorzien bij een natuurlijke luchtuitlaat.
Op deze manier wordt de parking niet in overdruk gezet. In sommige gevallen kunnen we ook vragen dat de sassen in overdruk worden gezet ten opzichte van de parking, zodat de luchtstroom zich naar de parking toe begeeft bij het openen van de deur.
Terug
PAGINA 23 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Aanvullende informatie Om LPG-voertuigen te kunnen toelaten tot een overdekte parking of tot een bepaald deel van de parking, moet u de maatregelen voor de preventie van brand en ontploffing respecteren, die worden vastgelegd door het LPG-besluit van 17 mei 2007. Zo dient u met name te beschikken over: - een detectiesysteem voor LPG-gas; - een auditief en visueel alarmsysteem; - een ventilatiesysteem in overeenstemming met de specifieke LPG-eisen; - parkeerplaatsen die zijn voorbehouden aan LPG-voertuigen (tenzij uw volledige parking aan het besluit voldoet). Verder moet u ook toezien op het correcte en regelmatige onderhoud van deze installaties en dient u ervoor te zorgen dat de bewegwijzering duidelijk aangeeft, waar de plaatsen voor LPG-voertuigen zich precies bevinden. Als u LPG-voertuigen van uw parking gebruik wilt laten maken, dient u dat in uw vergunningsaanvraag te signaleren.
Terug
PAGINA 24 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
BEHALVE
Als de DBDMH hiermee instemt, kunt u een afwijking verkrijgen voor de opslag van afvalcontainers in de parking. In dat geval dient u de volgende voorwaarden na te leven: - De containers mogen niet groter zijn dan 1.100 liter; - Ze moeten bestemd zijn voor huishoudelijk afval, PMD (blauwe container) en papier/karton (gele container); - Ze mogen het voetgangers- en autoverkeer niet hinderen; - Ze moeten zich op locaties bevinden, die duidelijk zijn aangegeven door vloermarkeringen; - Ze dienen zich op een goed verluchte en propere plaats te bevinden en moeten zelf regelmatig schoongemaakt worden; - Het moet om gesloten containers gaan om te vermijden dat er dieren in kruipen; - In de onmiddellijke omgeving ervan dienen zich twee brandblussers te bevinden. Deze moeten jaarlijks onderhouden en gecontroleerd worden.
Terug
PAGINA 25 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Aanvullende informatie De voor de nooduitgangen geldende normen zijn vastgelegd in het besluit van 19 december 1997. Alle gebouwen die na deze datum werden opgetrokken, dienen er dan ook aan te voldoen. Voor oudere gebouwen bekijken we de situatie geval per geval, in samenspraak met de DBDMH, en leggen we specifieke eisen vast in de milieuvergunning. Terug
PAGINA 26 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Aanvullende informatie De deuren kunnen uitgerust zijn met een drukknop of een magnetisch systeem dat zich automatisch vergrendeld in geval van brand of bij een stroompanne. Ze worden dan niet beschouwd als zijnde 'op slot'.
BEHALVE
Een vergrendeling wordt uitzonderlijk toegestaan, als: - het om een bestaand gebouw gaat; - de deur naar een privatieve woninggang leidt; - elke gebruiker van de parking over de sleutel van de nooduitgang beschikt (identieke sleutel voor alle nooduitgangen); - er geen andere inrichting mogelijk is. Als u niet al deze voorwaarden naleeft, mag u de deuren van de nooduitgangen nooit op slot doen; u dient dan andere inrichtingen te voorzien om een vergrendeling van de deur te voorkomen. Als u een nieuw gebouw optrekt, moet u erop toezien dat de evacuatiewegen van de parking niet langs een privatieve woninggang leidt.
Terug
PAGINA 27 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
BEHALVE
Als de parking beheerd wordt door hotelbedienden en er meer dan 2 plaatsen achter elkaar zijn, kunt u afwijking aanvragen.
Terug
PAGINA 28 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Aanvullende informatie De normen met betrekking tot de brandwerendheid van de deuren en wanden werden vastgelegd in het besluit van 19 december 1997. Alle gebouwen die na deze datum werden opgetrokken, dienen er dan ook aan te voldoen. Voor oudere gebouwen bekijken we de situatie geval per geval en leggen we specifieke eisen vast in de milieuvergunning. Voor alle gebouwen opgetrokken na 1997: Brandweerstand van de wanden 2 uur
Brandweerstand van de deuren
Middelhoge gebouwen (10 m < h < 25 m)
1 uur
Een sas met 2 deuren, elk ½ uur
Lage gebouwen (< 10 m)
1 uur
½ uur
Hoge gebouwen (> 25 m)
Een sas met 2 deuren, elk ½ uur
Terug
PAGINA 29 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Aanvullende informatie De alarmposten moeten: - voldoende talrijk en oordeelkundig verdeeld zijn; - gemakkelijk toegankelijk zijn; - duidelijk aangegeven zijn; - goed functioneren en goed onderhouden zijn.
Terug
PAGINA 30 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Aanvullende informatie Normen: NBN EN 1838, NBN C71-100 en EN 60589-2-22 of eender welke andere norm die gelijkwaardige garanties biedt.
Terug
PAGINA 31 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
BEHALVE
Uw milieuvergunning kan u toelaten om systemen te installeren om de parking vorstvrij te houden.
Terug
PAGINA 32 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Aanvullende informatie De koolwaterstofscheider wordt niet langer beschouwd als de beste technologie om het probleem op te lossen van het afvalwater dat in de riolering wordt geloosd. In sommige gevallen is het gebruik ervan echter toch nog gerechtvaardigd, met name bij grote parkings waar er veel beweging is. We analyseren de dossiers geval per geval, in het kader van de effectenstudie, om de beste oplossing voor elke parking te bepalen. Meestal leggen we geen koolwaterstofscheider op. We geven de voorkeur aan een regelmatige - droge of natte - reiniging en het gebruik van inerte materialen om accidentele vloeistoflekken te absorberen. Terug
PAGINA 33 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING
Aanvullende informatie Als u de toelating aan Leefmilieu Brussel moet vragen, dient u uw verzoek te richten tot: Leefmilieu Brussel Afdeling Vergunningen en Partnerschappen Thurn & Taxis Site Havenlaan 86C, bus 3000 1000 Brussel
Wacht op het schriftelijke akkoord van Leefmilieu Brussel, alvorens de werken aan te vatten.
Terug
PAGINA 34 VAN 34 - 07/04/2015 OVERDEKTE PARKING