Overbruggingsreglement B Stichting Contractspelersfonds KNVB
In werking getreden per 1 januari 2011
1
Inhoud HOOFDSTUK I : BEGRIPPEN EN WERKINGSFEER .......................................3 Artikel 1: Begrippen ....................................................................................3 Artikel 2: Werkingsfeer ...............................................................................4 HOOFDSTUK II : AANSPRAKEN......................................................................4 Artikel 3: Aanspraken overbruggingsuitkering ...........................................4 Artikel 4: Aanspraken oudedags- en nabestaandenpensioen.......................4 HOOFDSTUK III : FONDSEN ..............................................................................5 Artikel 5: Deelnemerfondsen ......................................................................5 Artikel 6: Belegging & rendement ..............................................................5 HOOFDSTUK IV : OVERBRUGGINGSUITKERINGEN ...................................6 Artikel 7: Vaststelling overbruggingsuitkering ...........................................6 Artikel 8: Betaling van uitkeringen .............................................................7 Artikel 9: Slotuitkering................................................................................7 HOOFDSTUK V : ALGEMENE BEPALINGEN .................................................7 Artikel 10: Beëindiging huwelijk of geregistreerd partnerschap.................7 Artikel 11: Beëindiging samenlevingsovereenkomst ..................................8 Artikel 12: Overlijden .................................................................................8 Artikel 13: Waardeoverdracht .....................................................................9 Artikel 14: Afkoop ......................................................................................9 HOOFDSTUK VI: SLOTBEPALINGEN ..............................................................9 Artikel 15: Informatieverplichting ..............................................................9 Artikel 16: Onvoorziene gevallen .............................................................10 Artikel 17: In werking treden ....................................................................10
2
HOOFDSTUK I : BEGRIPPEN EN WERKINGSFEER Artikel 1: Begrippen In dit reglement wordt verstaan onder: Bestuur CFK-waarde
: :
Conversiedatum
:
Deelnemer
:
Kind
:
Deelnemersfonds
:
4%-fonds
:
Partner
:
Pensioendatum Scheiding
: :
Statuten Stichting Verzekeraar ASR Verzekeraar NN:
: : : :
Het bestuur van de Stichting Contractspelersfonds KNVB De som van de waarde van de bij verzekeraar ASR of verzekeraar NN verzekerde aanspraken conform artikel 4 van dit reglement en het saldo van het deelnemersfonds op de datum van scheiding. De datum waarop krachtens besluit van het bestuur een deelnemer recht heeft verkregen op een overbruggingsuitkering. Deelnemer van de stichting is een gewezen contractspeler die uit hoofde van zijn voormalige arbeidsovereenkomst met een club een aanspraak heeft opgebouwd op een overbruggingsuitkering, daartoe premies heeft afgedragen aan de stichting en voor wie de stichting een deelnemersfonds administreert. Alleen de deelnemers die vallen onder de werkingsfeer zoals genoemd in art. 2 kunnen rechten ontlenen aan dit reglement. Het deelnemerschap eindigt op het moment dat aan dit reglement niet langer aanspraken op een overbruggingsuitkering ontleend kunnen worden. Onder kind wordt verstaan het wettige kind van de deelnemer, alsmede het door hem gewettigde, geadopteerde en erkende kind alsmede het stief- en pleegkind van de deelnemer, dat door hem als eigen kind wordt onderhouden en opgevoed. Het bedrag dat de stichting onder zich heeft in verband met het aan een individuele deelnemer toegekende recht op een overbruggingsuitkering. Het deelnemersfonds is onderdeel van en wordt belegd in het 4%-fonds. Het beleggingsfonds dat wordt beheerd door de stichting Contractspelersfonds KNVB en waarvan het beleggingsbeleid wordt beschreven in het daarvoor bedoelde prospectus. Onder partner wordt in dit reglement verstaan de persoon met wie de deelnemer gehuwd is of een geregistreerd partnerschap heeft of een samenlevingsovereenkomst heeft, dan wel de persoon met wie de deelnemer volgens de gemeentelijke basisadministratie op hetzelfde adres woont, waarbij in de laatste twee gevallen tevens de volgende eisen gelden: a) de deelnemer en de persoon met wie hij samenwoont hebben met het samenwonen de intentie om een duurzaam partnerschap te voeren met de daarbij behorende verzorgingsgedachte. b) de deelnemer en de persoon met wie hij samenwoont zijn beiden ongehuwd en zijn geen geregistreerd partnerschap aangegaan én c) er is sprake van een relatie van twee personen die geen bloed- of aanverwanten in de rechte of in de tweede graad van de zijlijn van elkaar zijn. Verzekeraar NN en Verzekeraar ASR definiëren hun eigen partnerbegrip. Hiervoor wordt verwezen naar de door deze verzekeraars afgegeven reglementen. De dag waarop het recht op de AOW-uitkering ingaat. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van een geregistreerd partnerschap. Als datum van scheiding geldt de datum van inschrijving van de scheiding in de registers van de burgerlijke stand. Met een scheiding wordt gelijkgesteld een scheiding volgens buitenlands (niet Nederlands) recht. Als datum van scheiding volgens buitenlands recht geldt de datum van inschrijving van de daarvoor in aanmerking komende buitenlandse registers of bij gebreke daarvan een andere formele inschrijving of uitspraak die naar het oordeel van het Bestuur daarmee op één lijn is te stellen. De statuten van de Stichting Contractspelersfonds KNVB De Stichting Contractspelersfonds KNVB ASR Levensverzekering N.V., gevestigd te Utrecht. Nationale-Nederlanden Levensverzekering N.V., gevestigd te Rotterdam.
3
Artikel 2: Werkingsfeer Dit reglement is van toepassing op deelnemers met een reeds lopende overbruggingsuitkering die is aangevangen vóór 1 november 2008 en die geen gebruik gemaakt hebben van de eenmalige mogelijkheid om tussen 1 november 2008 en 1 juni 2009 de uitkeringsduur met 40% in te korten conform art. 5 lid 4 van het toen geldende Combinatiereglement.
HOOFDSTUK II : AANSPRAKEN Overbruggingsuitkering Verplichting stichting
Pensioen
Verzekeraar NN
Verzekeraar ASR
Artikel 3: Aanspraken overbruggingsuitkering 1. De uit dit reglement voortvloeiende aanspraak bestaat uit een tijdelijke overbruggingsuitkering die is ingegaan op de conversiedatum. 2. De stichting is op basis van de bepalingen van dit reglement slechts tot uitkering aan een deelnemer of diens nabestaanden verplicht indien en voor zover: a. deze uitkeringen kunnen worden verricht uit een daartoe bestemd deelnemerfonds en b. de deelnemer en andere rechthebbenden hun informatieverplichting jegens de stichting zoals in art. 15 van dit reglement bepaald, juist, volledig en tijdig zijn nagekomen. Artikel 4: Aanspraken oudedags- en nabestaandenpensioen 1. Deelnemers van wie het deelnemerschap is aangevangen voor 1 juli 2005 hebben mogelijk aanspraken op oudedagspensioen, nabestaandenpensioen en wezenpensioen opgebouwd op basis van hoofdstuk VI van het per 1 juli 1984 in werking getreden ‘Pensioenreglement’. De stichting heeft voor de pensioenaanspraken conform dit artikel verzekeringen op collectieve basis gesloten bij Verzekeraar NN respectievelijk Verzekeraar ASR. De deelnemer, zijn partner en zijn kinderen zijn hierbij als begunstigde aangewezen. Indien voor een toegekend pensioen door verzekeraar een bewijs van aanspraken is afgegeven, is de stichting van haar uit de betreffende aanspraak voortvloeiende verplichting bevrijd. 2. Indien de conversiedatum van de deelnemer voor 1 juli 2005 lag, zijn er op de conversiedatum voor de deelnemer mogelijk pensioenrechten ingekocht bij Verzekeraar NN ten laste van zijn deelnemersfonds. Deze rechten zijn per 1 januari 2011 beschreven in een door de Verzekeraar NN afgegeven pensioenreglement, dat de eerdere bepalingen hierover in het tot 1 januari 2011 van toepassing zijnde Combinatiereglement van de stichting vervangt. Het pensioenreglement van Verzekeraar NN omvat de volgende aanspraken: a. een levenslang oudedagspensioen voor de deelnemer; b. een levenslang nabestaandenpensioen voor zijn partner*; c. een tijdelijk wezenpensioen voor zijn kinderen. Indien de deelnemer de genoemde aanspraken heeft, gelden deze uitsluitend jegens Verzekeraar NN. Verzekeraar NN heeft in dat geval een of meerdere bewijzen van aanspraken afgegeven aan de deelnemer. * Het begrip ‘partner’ dat Verzekeraar NN gebruikt correspondeert niet volledig met het begrip ‘partner’ zoals in dit reglement van toepassing is. 3. Indien de conversiedatum van de deelnemer op 1 juli 2005 nog niet was bereikt, zijn er tussen 1 juli 2005 en 1 juli 2010 voor de deelnemer mogelijk pensioenrechten ingekocht bij Verzekeraar ASR ten laste van zijn deelnemersfonds. Deze rechten zijn beschreven in een door de Verzekeraar ASR per 1 januari 2005 afgegeven pensioenreglement. Laatst genoemd reglement omvat de volgende aanspraken: a. een levenslang oudedagspensioen voor de deelnemer; b. een levenslang nabestaandenpensioen voor zijn partner*; c. een tijdelijk wezenpensioen voor zijn kinderen. Indien de deelnemer de genoemde aanspraken heeft, gelden deze uitsluitend jegens Verzekeraar ASR. Verzekeraar ASR heeft in dat geval een of meerdere bewijzen van aanspraken afgegeven aan de deelnemer.
4
* Het begrip ‘partner’ dat Verzekeraar ASR gebruikt correspondeert niet volledig met het begrip ‘partner’ zoals in dit reglement van toepassing is.
HOOFDSTUK III : FONDSEN Administratie
Bijboekingen
Afboekingen
Belegging
Rendement
Verdeling
Artikel 5: Deelnemerfondsen 1. De stichting administreert ter bepaling van de rechten voor elke deelnemer afzonderlijk een deelnemerfonds. Een deelnemerfonds vormt het positieve verschil van de door de stichting uitgevoerde bij- en afboekingen. 2. De bijboekingen bestaan uit: a. voordelig netto rendement als bedoeld in artikel 6 van dit reglement; b. extra toevoegingen als gevolg van een besluit van het bestuur; c. overschotten in verband met waardeoverdracht als bedoeld in artikel 12 van het pensioenreglement van Verzekeraar ASR en artikel 13 van het pensioenreglement van Verzekeraar NN. 3. De afboekingen houden verband met: a. uitkeringen als bedoeld in de hoofdstukken IV & V van dit reglement; b. nadelig netto rendement als bedoeld in artikel 6 van dit reglement; c. tekorten in verband met waardeoverdracht als bedoeld in artikel 12 van het pensioenreglement van Verzekeraar ASR en artikel 13 van het pensioenreglement van Verzekeraar NN. Artikel 6: Belegging & rendement 1. De stichting zorgt voor de belegging van gelden die in de deelnemerfondsen zijn Geadministreerd. Belegging vindt uitsluitend plaats conform het beleggingsbeleid van het 4%-fonds. 2. De stichting is te allen tijde gerechtigd de keuze ten aanzien van de beleggingen te wijzigen. 3. Het beleggingsbeleid wordt bepaald door het bestuur en is beschreven in het prospectus van het 4%-fonds. 4. Nadat het resultaat van het 4%-fonds over het boekjaar is berekend, wordt het bruto jaarrendement vastgesteld per 1 juli van elk jaar. Voor de berekening van het resultaat worden prijsverschillen op obligaties tussen aankoopdatum en aflosdatum evenredig aan alle tussenliggende jaren toegekend. Tussentijdse koersfluctuaties zijn geen onderdeel van het resultaat. Vervolgens wordt het voordelig c.q. nadelig netto rendement bepaald. Dit is gelijk aan het bruto rendement waarop de kosten in verband met het beheer van het vermogen alsmede een door het bestuur te bepalen deel van de kosten van de stichting in mindering zijn gebracht. 5. Per 1 juli van elk jaar wordt het voordelig c.q. nadelig netto rendement bepaald. Dit is gelijk aan het bruto rendement waarop de kosten in verband met het beheer van het vermogen alsmede een door het bestuur te bepalen deel van de kosten van de stichting in mindering zijn gebracht. 6. Het bestuur van de stichting kan bepalen dat het uit de vastgestelde jaarrekening van de stichting over enig boekjaar blijkende voordelig c.q. nadelig netto rendement geheel of ten dele als rendement aan de geadministreerde deelnemerfondsen wordt toegevoegd dan wel in mindering wordt gebracht. Deze toevoeging / vermindering geschiedt alsdan per 1 juli van het betreffende jaar en wordt gebaseerd op het gemiddeld belegde vermogen van de deelnemers over het per 30 juni afgesloten boekjaar, zoals dit blijkt uit de administratie van de stichting.
5
HOOFDSTUK IV : OVERBRUGGINGSUITKERINGEN Aanvang en einde
Ex-partner
Verklaring
Bezwaren
Bedrag termijnen
Verkorting duur
Verlenging duur
Verlaging uitkering
Artikel 7: Vaststelling overbruggingsuitkering 1. De overbruggingsuitkering is ingegaan op de conversiedatum en eindigt nadat het voorziene aantal maanden zoals vermeld in de door de deelnemer ontvangen vaststellingsverklaring is verstreken dan wel bij eerder overlijden van de deelnemer. 2. De aanvang van de overbruggingsuitkering van de ex-partner, als bedoeld in artikel 10, lid 4, van dit reglement is gelijk aan de datum van splitsing van het deelnemerfonds. 3. Het bestuur heeft aan de deelnemer een vaststellingsverklaring verstrekt omtrent de toegekende overbruggingsuitkering. Bij wijziging van de uitkering wordt een nieuwe verklaring afgegeven. Deze vaststellingsverklaring behelst ondermeer: a. de datum waarop krachtens bestuursbesluit het recht ingaat; b. het voor de overbruggingsuitkering beschikbare bedrag (deelnemersfonds); c. het bedrag van de overbruggingsuitkering(en); d. de datum waarop de eerste en de laatst te verwachten uitkering zal plaatsvinden; e. de wijze waarop uitbetaling zal plaatshebben. 4. De deelnemer dient binnen één maand nadat de in lid 3 bedoelde verklaring aan hem is toegezonden zijn eventuele bezwaren schriftelijk aan het bestuur kenbaar te maken. Indien binnen deze termijn door de stichting geen reactie wordt ontvangen, wordt de deelnemer geacht met de inhoud van de verklaring in te stemmen. 5. Bij de aanvang of wijziging van de overbruggingsuitkering is het bedrag van de termijnen bepaald door het deelnemersfonds gelijkelijk te verdelen over het aantal maanden dat het recht duurt. Hierbij is een rekenrente van 4% gehanteerd. De overbruggingsuitkering kan worden verhoogd of verlaagd indien de ontwikkelingen van het deelnemersfonds, waaronder begrepen bij- en afboekingen als bedoeld in artikel 5 van dit reglement, daar aanleiding toe geven en voorts in alle omstandigheden waarin een wijziging van de uitkering naar het oordeel van het bestuur noodzakelijk is. 6. Deelnemers die de duur van hun uitkering willen verkorten, kunnen hiertoe een verzoek indienen bij het bestuur. Het bestuur zal de toestemming hiervoor uitsluitend laten afhangen van de vraag of er in de beleggingsportefeuille voldoende liquiditeit aanwezig is om aan het verzoek te kunnen voldoen. Indien het verzoek wordt toegewezen, kan de deelnemer de duur van zijn uitkering later niet nog een keer wijzigen. De maximaal mogelijk verkorting van een uitkering leidt ertoe dat de resterende uitkering van de deelnemer twee keer zo snel wordt uitgekeerd (in vergelijking met de oorspronkelijke uitkeringstabel zonder toepassing van de verlengingsoptie), waarbij tevens geldt dat de resterende duur na inkorting minimaal 12 maanden moet zijn. Indien er beslag ligt onder het deelnemersfonds of er sprake is van faillissement of schuldsanering, kan de wijziging van de duur alleen plaatsvinden met toestemming van de deurwaarder, bewindvoerder, curator of andere wettelijke vertegenwoordiger van de crediteuren. 7. Zolang het fondssaldo boven € 273.000,00 ligt kunnen deelnemers ervoor kiezen het eerder gekozen aantal maanden eenmalig te wijzigen (verhogen). De hierbij vast te stellen einddatum kan niet na de pensioendatum liggen. Indien er beslag ligt onder het deelnemersfonds of er sprake is van faillissement of schuldsanering, kan de wijziging van de duur alleen plaatsvinden met toestemming van de deurwaarder, bewindvoerder, curator of andere wettelijke vertegenwoordiger van de crediteuren. 8. Indien er overeenkomstig het bepaalde in lid 6 op enig moment sprake is van een noodzakelijke verlaging van de maandelijkse uitkering kan de deelnemer opteren deze verlaging achterwege te laten door het invoeren van een variabele
6
einddatum. In dat geval zal de uitkering doorlopen tot de eerder overeengekomen einddatum of tot het moment dat de hoogte van het deelnemerfonds de maandelijkse uitkering niet langer toestaat dan wel tot eerder overlijden van de deelnemer. Artikel 8: Betaling van uitkeringen 1. De overbruggingsuitkering wordt betaald in maandtermijnen, per de laatste dag van elke maand. Uitkering kan enkel en alleen geschieden naar een op naam van de deelnemer staande bankrekening. 2. De uitkeringen worden verminderd met: a. de wettelijk voorgeschreven inhoudingen; b. de door de stichting ter zake van de uitkeringen wettelijk verschuldigde bedragen; c. de kosten verband houdend met het betalen van de uitkering. 3. De hoogte van de te betalen uitkering wordt op een veelvoud van € 10,00 naar beneden afgerond. 4. Aan deelnemers wordt met betrekking tot de eerste uitkering (schriftelijk) een specificatie verstrekt. Elke keer dat de bruto of netto uitkering wijzigt, ontvangt de deelnemer een herziene specificatie. Daarnaast ontvangt de deelnemer elk jaar een jaaropgave.
Uitkeringsdata
Inhoudingen
Afronding Specificatie
Artikel 9: Slotuitkering Drie maanden nadat de laatste uitkering als voorzien in artikel 7 aan de deelnemer is verricht, zal de eventueel resterende waarde van het deelnemerfonds aan de deelnemer worden uitgekeerd. Deze uitkering bestaat uit de som van: a. het saldo van het deelnemersfonds direct na de laatste uitkeringsdatum b. het nog bij te schrijven rendement over het deelnemersfonds tot het moment van de laatste reguliere maanduitkering c. de bij te schrijven rente, op basis van 4% per jaar, van de datum van de laatste maanduitkering tot de datum slotbetaling, dan wel het tot dat moment werkelijk door de stichting gerealiseerde rendement indien dit minder is.
Laatste betaling
HOOFDSTUK V : ALGEMENE BEPALINGEN
Verdeling
1.
Pensioen
2.
Overbrugging
3.
Splitsing
4.
Buiten gemeenschap
5.
Artikel 10: Beëindiging huwelijk of geregistreerd partnerschap Op scheidingen waarvan de datum ligt vóór 1 juli 2013 zijn de volgende bepalingen van toepassing: Op de datum van een scheiding van een deelnemer wordt de CFK-waarde op basis van 50/50 tussen beide partijen verdeeld op de wijze en met de gevolgen als in dit artikel aangegeven. Eerst worden de eventueel bij verzekeraar ASR of verzekeraar NN verzekerde aanspraken verdeeld overeenkomstig het bepaalde in het pensioenreglement van de betreffende verzekeraar. Vervolgens wordt het deelnemerfonds zodanig verdeeld dat aan het bepaalde in lid 1 wordt voldaan. Per de in lid 1 bedoelde datum van scheiding wordt een gedeelte van het deelnemerfonds, als bedoeld in lid 3 van dit artikel, afzonderlijk geadministreerd en overgeboekt naar een deelnemerfonds ten name van de ex-partner. Indien tot splitsing van een deelnemerfonds wordt overgegaan zal hierbij op beide fondsen een bedrag ad € 120,00 aan kosten in mindering worden gebracht. De ex-partner verkrijgt hierdoor een zelfstandige aanspraak op een overbruggingsuitkering die ingaat op de datum zoals genoemd in artikel 9 lid 3 van dit reglement. De artikelen 7 tot en met 14, 17 (lid 4 & 5) en 18 tot en met 23 van dit reglement zijn hierbij zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. Indien de deelnemer is gehuwd buiten gemeenschap van goederen zonder enige verplichting tot verrekening van inkomsten of vermogen (koude uitsluiting), zal
7
Eigen regeling
Algemeen
Splitsing
Buiten gemeenschap
Eigen regeling
Pensioen
Kosten
Algemeen
Pensioen
Met partner
verdeling van het deelnemersfonds niet plaats vinden. Indien sprake is van een beperkte vorm van gemeenschap van goederen, zal verdeling van het deelnemersfonds slechts plaatsvinden indien en in de mate waarin in de akte van huwelijks voorwaarden of een schriftelijke door partijen met het oog op de scheiding gesloten overeenkomst daartoe strekkende bepalingen zijn opgenomen. 6. Door middel van een door beide partijen ondertekende schriftelijke overeenkomst of notariële akte kan een afwijkende regeling worden getroffen. Deze overeenkomst of akte is slechts geldig en bindend jegens de stichting indien het bestuur en waar nodig de betreffende verzekeraar zich hiermee akkoord heeft verklaard. Op scheidingen waarvan de datum ligt na 30 juni 2013 zijn de volgende bepalingen van toepassing 7. Op de datum van scheiding van een deelnemer wordt het gedeelte van het deelnemersfonds dat is toe te rekenen aan de opbouw tijdens de duur van het huwelijk cq. geregistreerd partnerschap gelijkelijk tussen beide partijen verdeeld (splitsing). Het aan de opbouw tijdens de duur van het huwelijk cq. geregistreerd partnerschap toe te rekenen gedeelte van het deelnemersfonds wordt uitsluitend bepaald door de hieromtrent door het bestuur van de stichting vastgestelde rekenregels. 8. Per de in lid 7 bedoelde datum wordt het gedeelte van het deelnemerfonds dat toekomt aan de ex-partner, zoals bedoeld in lid 7, afzonderlijk geadministreerd en overgeboekt naar een deelnemerfonds ten name van de ex-partner. De ex-partner verkrijgt hierdoor een zelfstandige aanspraak op een overbruggingsuitkering die ingaat op de datum zoals genoemd in artikel 9 lid 3 van dit reglement. De artikelen 7 tot en met 14, 17 (lid 4 & 5) en 18 tot en met 23 van dit reglement zijn hierbij zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. 9. Indien de deelnemer is gehuwd buiten gemeenschap van goederen zonder enige verplichting tot verrekening van inkomsten of vermogen (koude uitsluiting), zal verdeling van het deelnemersfonds niet plaats vinden. Indien sprake is van een beperkte vorm van gemeenschap van goederen, zal verdeling van het deelnemersfonds slechts plaatsvinden indien en in de mate waarin de akte van huwelijksvoorwaarden of een schriftelijke door partijen met het oog op de scheiding gesloten overeenkomst dat uitdrukkelijk bepaalt. 10. Door middel van een door beide partijen ondertekende schriftelijke overeenkomst of notariële akte kan een van dit artikel afwijkende regeling worden getroffen. Deze overeenkomst of akte is slechts geldig en bindend jegens de stichting indien het bestuur zich hiermee akkoord heeft verklaard. 11. De eventueel bij verzekeraar ASR of verzekeraar NN verzekerde pensioenaanspraken worden verdeeld overeenkomstig het bepaalde in het pensioenreglement van de betreffende verzekeraar. 12.In geval van splitsing van een deelnemerfonds als in dit artikel bedoeld zal de stichting op beide na de splitsing aanwezige fondsen een bedrag ad € 120,00 aan kosten in mindering brengen. Artikel 11: Beëindiging samenlevingsovereenkomst of einde samenwonen 1. Indien een deelnemer en zijn partner hun samenlevingsovereenkomst beëindigen of het samenwonen beëindigen, verkrijgt de ex-partner geen aanspraak op een gedeelte van het deelnemersfonds. 2. De eventueel bij verzekeraar ASR of verzekeraar NN verzekerde pensioenaanspraken worden verdeeld overeenkomstig het bepaalde in het pensioenreglement van de betreffende verzekeraar. Artikel 12: Overlijden 1. In het geval van overlijden van de deelnemer wordt het resterende deelnemerfonds overeenkomstig de bepalingen van dit reglement uitgekeerd aan de achterblijvende partner van de deelnemer in de vorm van een overbruggingsuitkering, waarbij de overeengekomen uitkeringsduur geen wijziging
8
Geen partner Overlijden ex-partner
zal ondergaan. Bij overlijden van de achterblijvende partner wordt het dan resterende deelnemerfonds ineens aan de kinderen van de overleden deelnemer uitgekeerd. 2. Indien de deelnemer geen partner heeft wordt het deelnemerfonds bij zijn overlijden direct en ineens aan zijn kinderen uitgekeerd. 3. In het geval de ex-partner, als bedoeld in artikel 10 overlijdt, wordt: a. de lopende maand aan haar / zijn erven uitgekeerd; b. het hierna resterende deelnemerfonds teruggeboekt naar het deelnemerfonds van de deelnemer; c. indien bedoelde deelnemer inmiddels is overleden wordt het resterende deelnemerfonds ineens aan zijn kinderen uitgekeerd. 4. Indien op grond van de voorgaande artikelen geen uitkeringsgerechtigden zijn aan te wijzen, komt het bedrag van het deelnemerfonds ten gunste van het resultaat van de stichting. Artikel 13: Waardeoverdracht 1. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 13van het pensioenreglement van Verzekeraar NN en artikel 12 van het pensioenreglement van Verzekeraar ASR heeft de deelnemer met betrekking tot de in artikel 4 bedoelde aanspraken recht op waardeoverdracht. 2. Indien de waarde van de aanspraken bedoeld in lid 1 lager is dan de waarde die Verzekeraar NN of verzekeraar ASR wettelijk moeten overdragen, komt het verschil door afboeking ten laste van het deelnemerfonds van de deelnemer. 3. Indien de waarde van de aanspraken bedoeld in lid 1 hoger is dan de waarde die Verzekeraar NN of verzekeraar ASR wettelijk moeten overdragen, komt het verschil door bijboeking ten gunste van het deelnemerfonds van de deelnemer. Artikel 14: Afkoop e.d. Afkoop, overdracht, in pandgeving, wijziging begunstiging en elke andere handeling waarmee een aanspraak aan een ander dan de rechthebbende wordt toegekend is niet toegestaan.
HOOFDSTUK VI: SLOTBEPALINGEN Artikel 15: Informatieverplichting 1. Alle aanspraken, uitkeringen en rechten ingevolge dit reglement bestaan voor de deelnemer en overige rechthebbenden slechts indien en zover de deelnemer en de overige rechthebbenden de stichting juist, volledig en tijdig hebben geïnformeerd over voor de aanspraken, uitkeringen en rechten relevante feiten en omstandigheden of wijzigingen daarin. 2. De deelnemer en overige rechthebbenden zijn verplicht de stichting te informeren over alle feiten en omstandigheden of wijzigingen daarin die van invloed zijn of kunnen zijn op het bestaan van, dan wel de omvang van, aanspraken, uitkeringen of rechten voor de deelnemer en overige rechthebbenden jegens de stichting. 3. De in het vorige lid bedoelde informatie omvat onder meer, maar is niet beperkt tot: a. het aangaan of beëindigen resp. ontbinding van een huwelijk of geregistreerd partnerschap en de afspraken die hierover gemaakt zijn, dan wel het aangaan of beëindigen van een samenlevingsovereenkomst resp. het aangaan of beëindigen van samenwonen zonder overeenkomst. b. het overlijden van de deelnemer, dan wel de partner van de deelnemer; c. geboorte of overlijden van een kind van de deelnemer. 4. De informatie dient verstrekt te worden onmiddellijk nadat zich onder de informatieverplichting vallende feiten en omstandigheden of wijzigingen daarin hebben voorgedaan. 5. De stichting kan schriftelijke of andere bewijsstukken van de feiten en omstandigheden waaromtrent informatie wordt verstrekt verlangen die haar noodzakelijk voorkomt.
9
6. De informatie is voor de stichting pas bindend en pas dan is de stichting verplicht hier rechtsgevolg aan te verbinden nadat de stichting aan de deelnemer en/of voor zover van toepassing andere rechthebbenden de informatie en de gevolgen daarvan voor de aanspraken, uitkeringen en rechten schriftelijk heeft bevestigd. Artikel 16: Onvoorziene gevallen Het bestuur beslist in alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet. Artikel 17: In werking treden Dit reglement is in werking getreden op 1 januari 2011 en vervangt samen met het Overbruggingsreglement A het per 31 december 2010 vervallen Overbruggingsreglement, Uitvoeringsreglement en Combinatiereglement. Voor het laatst werd het reglement gewijzigd bij bestuursbesluit op 1 januari 2015.
10