1
Ouderbulletin “De Leilinde” 16e jaargang, nummer 2 December 2013 Redactie: Martin Cattermole Lay-out en foto’s: Dineke Bruinsma Druk- en vouwwerk: Edwin Romo Postadres: Ouderbulletin “De Leilinde”
[email protected]
IN DIT NUMMER: Van de ouderraad ...................................................................... 2 Van de rector ............................................................................. 2 Social media .............................................................................. 4 Klachten over sociale media in het VO ...................................... 5 Kinderen en sociale media ........................................................ 8 Passend onderwijs .................................................................... 10 Nieuws uit Unit 1........................................................................ 13 Vijf violen ................................................................................... 14 Nieuws uit unit 2 ....................................................................... 15 Nieuws uit de HAVO/VWO kolom .............................................. 16 Nieuws van het decanaat HAVO/VWO...................................... 18 Sint Maartens daad van vrijgevigheid ........................................ 22
2
Van de ouderraad Tieners en internet. Kinderen léven op internet, het is gewoon niet anders. Daar moeten we vooral als ouders aan wennen. Maar ook onze kinderen moeten wennen aan telkens nieuwe sociale media en hun gedrag in deze media. Dagelijks „praten‟ met je vrienden via het internet is eigenlijk al doodgewoon, maar waar ligt de grens waarop het gewone wordt overschreden? Het is zaak om samen met je kind te ontdekken wat er allemaal speelt op het internet. In de vorige Leilinde schreef de voorzitter van de Ouderraad al een voorwoord met dit thema en ook de algemene Ouderavond aan het begin van het schooljaar behandelde het thema. De school zelf werkt hard aan een protocol wat de spelregels bepaalt voor pesten – off- én on-line. U hoort hier binnenkort meer over via de school. In deze Leilinde treft u nog tips voor uzelf en voor uw tiener om het met elkaar te hebben over wat nou wel en wat niet kan op het internet. namens de ouderraad - Martin Cattermole
Van de rector De start van het schooljaar verliep rustig en soepel. Redelijke roosters, geen ingrijpende lesroosterwijzigingen, alle vacatures vervuld en geen krapte in de beschikbare onderwijsruimtes. Na de rustige start van het schooljaar bruist het ondertussen weer als vanouds in de school. Ouder-avonden, voorlichtingsavonden, presentaties, schoolfeesten, Night of the Stars en binnenkort de kerstactiviteiten van de mentoren (o.a. deelname aan Serious Request). Wij hebben het goede ritme weer te pakken en willen dit schooljaar de aandacht volledig richten op (de kwaliteit van) het onderwijs. Net als vorig schooljaar hebben wij ook dit schooljaar een aantal scholingsactiviteiten voor al onze medewerkers gepland. We hebben plannen gemaakt om de school nog beter te maken. Om dat te doen is het noodzakelijk om jaarlijks een aantal scholingsbijeenkomsten voor het hele team van de school te organiseren, stil te staan bij het onderwijs dat wij nu geven (Doen wij de goede dingen? Doen wij die goed? Wat kan beter?) en de ambities die wij hebben van een breed draagvlak te voorzien.
3 Dat zijn ambities op het gebied van de leerlingenbegeleiding (de inrichting van Passend Onderwijs neemt daarin een centrale plek in), aandacht voor het versterken van taal- en rekenonderwijs binnen de school en het herinrichten van het onderwijs, zodat leerlingen goed worden voorbereid op de verscherpte exameneisen.
Er is inmiddels een eerste scholingsbijeenkomst geweest. Het thema van deze bijeenkomst was opbrengstgericht werken. Naast een algemeen gedeelte, waarin een medewerker van het APS ons wegwijs maakte in de ontwikkeling, de werkwijze en de doelen van opbrengstgericht werken, was er ook tijd voor een aantal workshops. Deze werden verzorgd door docenten van de school. Uit de evaluatie van de studiedag blijkt niet alleen dat wij met deze opzet veel in beweging hebben gebracht, maar dat wij beschikken over gedreven en getalenteerde docenten. Docenten waar de leerlingen iedere dag al veel van leren maar waar wij als collega‟s ook veel van kunnen leren. Een aantal workshops zullen opnieuw aandacht krijgen en wij hebben als team een gedeeld beeld van opbrengstgericht werken gekregen. Al met al was het een prima investering. Zoals u weet investerenwij veel in het gebruik van digitale hulpmiddelen bij de les. In het voorjaar willen wij daarin een volgende stap zetten. Niet met de bedoeling om heel het onderwijs digitaal aan te bieden, boeken blijven ons inziens hun waarde houden in het onderwijs, maar wel om digitale hulpmiddelen in te zetten om de kwaliteit van het onderwijs te versterken. Wij zullen alle geledingen van de school betrekken bij de beleidsvorming. Een breed draagvlak is noodzakelijk om het onderwijs toekomstbestendig te maken en (nog) beter aan te laten sluiten op de technologische mogelijkheden van dit moment. Deze Leilinde staat vooral in het teken van “social media”. Voor leerlingen en (veel) medewerkers en ouders niet meer weg te denken. Sociale media hebben ongekende mogelijkheden. Niet alleen om met overal en altijd met iedereen te kunnen communiceren en ervaringen via beeld en geluid met elkaar te delen maar ook om te gebruiken als communicatiemiddel tussen school en leerlingen (de magisterApp is daar een mooi voorbeeld van) en tussen school en ouders. Het heeft veel voordelen maar als je er niet bewust mee omgaat schuilen er ook gevaren in. Gevaren waar wij als
4 school maar ook u als ouder onaangenaam door verrast kunt worden. Wij hebben daar in de afgelopen maanden al aandacht aan geschonken met een bijeenkomst van het Centrum voor Jeugd en Gezin en tijdens de algemene ouderavond in oktober. In de komende maanden gaan wij daar nog meer aandacht aan besteden. Het gebruik van digitale hulpmiddelen en “social media” maakt het noodzakelijk om structureel aandacht te schenken aan mediawijsheid. Jongeren hebben recht op begeleiding bij het leren, voor ons betekent dat ook recht op begeleiding bij het leren omgaan met digitale media. Kortom, voldoende goede voornemens voor het jaar 2014. Namens schoolleiding en de medewerkers van het Linde College wens ik u veel leesplezier en een gezond en voorspoedig 2014. B.G.J.Lubberdink, rector/bestuurder
“Social media” “Het mobieltjesbeleid op scholen is een ware chaos” . “Scholen blijken nauwelijks afspraken te maken over het gebruik van mobieltjes binnen de school”. Dit zijn enkele krachtige citaten uit onderzoeken die in de afgelopen jaren zijn gedaan naar het gebruik van mobieltjes op school. Het wordt hoog tijd dat scholen beleid ontwikkelen dat aansluit op de huidige mediaontwikkelingen, de mogelijkheden daarvan en de plaats die digitale apparatuur in onze samenleving inneemt. Uit onderzoek blijkt tevens dat een ruime meerderheid van de scholen zich geen raad weet met de verantwoordelijkheid, die individueel en mobiel mediagebruik in de school met zich mee kan brengen. De medewerkers van de school zijn geneigd om de verantwoordelijkheid door te schuiven naar ouders, collega‟s of de schoolleiding. Veel leerlingen weten precies wanneer je wel en wanneer je geen
5 mobieltje kunt gebruiken. Het worden er al minder als het erom gaat welke informatie je wel en welke informatie je niet met anderen deelt via de mobiele telefoon. Als de school daarin geen beleid ontwikkelt ontstaat er voor een te grote groep leerlingen teveel ruimte voor oneigenlijk gebruik. Digitaal pesten of “cyberpesten” is de laatste jaren toegenomen. Dat is op alle scholen in Nederland zo en ook op het Linde College worden wij daar regelmatig en teveel mee geconfronteerd. Het gaat dan om opzettelijk filmen, fotograferen, of geluidsopnames maken met als doel of als resultaat het beschadigen van de reputatie van een medeleerling of een medewerker van de school. Soms krijgen ook groepen buiten de school toegang tot deze informatie met alle schadelijke gevolgen van dien. Wij worden regelmatig geconfronteerd met ernstige pesterijen van leerlingen via “social media”. Een enkele keer gebeurt dat bewust. Vaak onbewust. Het slachtoffer voelt zich niet veilig meer. De informatie beperkt zich niet meer tot enkele klasgenoten of mede-leerlingen maar is in een mum van tijd voor iedereen beschikbaar. Medewerkers zijn er zich onvoldoende van bewust dat ook zij een prooi zijn voor digitale pesterijen. Dat begon enige jaren geleden met het maken van filmpjes op You Tube (er zijn nog steeds weinig medewerkers die daar naar kijken) maar wordt nu naar allerlei soorten “social media” gestuurd. Bij You Tube was het nog mogelijk om de filmpjes te verwijderen maar bij de nieuwste “social media” wordt dat steeds lastiger. Wij hebben als school wel een pestprotocol en een “cyberpestprotocol” maar wij hebben eigenlijk nog te weinig deskundigheid in huis. Aan die deskundigheid wordt nu gewerkt door een van onze medewerkers. Hij volgt een scholing tot mediacoach. Binnenkort hopen wij met zijn kennis de mediawijsheid binnen de school voor leerlingen en medewerkers te vergroten. Daarnaast willen wij als school een duidelijk beleid op gaan stellen dat houvast biedt aan leerlingen en medewerkers. Een beleid dat ondersteunt wordt met het leren van mediawijsheid. Wij hebben een positieve grondhouding met betrekking tot het gebruik van digitale media en zien meer kansen (ook bij het leren) dan bedreigingen maar daarin is het begeleiden van leerlingen in het mediawijs worden wel noodzakelijk.
6
Klachten over sociale media in het voortgezet onderwijs Sinds de komst van internet, mobieltjes, smartphones en sociale netwerksites als Hyves, Facebook en Twitter, is de wereld veel kleiner geworden. De meerderheid van onze leerlingen maakt gebruik van social media en de verwachting is dat het gebruik hiervan en het on-line zijn van onze leerlingen in de toekomst alleen maar toeneemt. Op zichzelf een goede ontwikkeling maar er zit ook een keerzijde aan. Op school en in de vrije tijd krijgen wij ook te maken met misbruik van deze moderne communicatiemiddelen. Een voorbeeld daarvan is het cyberpesten. Een gevolg is dat ouders, leerlingen en personeelsleden hier, meer dan in het verleden, klachten over indienen bij de contact- of vertrouwenspersoon van de school. Het is niet ongebruikelijk dat dergelijke klachten eindigen bij een klachtencommissie of zelfs justitie. Misbruik Scholen krijgen steeds met nieuwe vormen van misbruik te maken. Vaak gaat het om wangedrag van leerlingen via de sociale media. Het begon met treitersites, pesterijen via MSN en dreig-sms‟jes. Daarna verschenen de filmpjes op YouTube waarin leerlingen of docenten belachelijk werden gemaakt. Met de komst van de smartphone is het mogelijk ongewenste foto‟s en filmpjes te maken, die direct op internet geplaatst en gedeeld kunnen worden, zoals foto‟s van blote leerlingen onder de douche na de gym, een leraar op het toilet of in andere precaire omstandigheden enzovoorts. Op sociale netwerksites als Hyves en Facebook worden vernederende nepprofielen aangemaakt van leerlingen, docenten of zelfs van de school. Op Twitter worden bangalijsten verspreid, schelden leerlingen op docenten en er is zelfs gedreigd om scholen op te blazen of een bloedbad aan te richten. Het zijn niet alleen leerlingen die ongewenst online gedrag vertonen. Ook medewerkers gaan soms hun boekje te buiten. Sommige personeelsleden beseffen (nog) niet dat het onverstandig is om op hun profielsite, in hun blog of via Twitter negatieve uitspraken te doen over de school waar ze werken of over hun leerlingen, collega‟s of directie. En hoewel digitaal contact over huiswerk, opdrachten enzovoort tussen leerlingen en hun docenten niet meer weg te denken is in deze tijd, glijden sommige van deze online contacten af naar een persoonlijke en soms zelfs ronduit grensoverschrijdende (bijv. erotische) correspondentie. Het risico bestaat dat
7 verregaande contacten via sociale media tussen docenten en leerlingen uitmonden in ongewenst en grensoverschrijdend gedrag. Wat doet de vertrouwenspersoon? Ook al voelen de meeste leerlingen zich gevleid door de bijzondere aandacht van hun docent of mentor, ouders denken daar meestal anders over. Ouders die op een intieme mailcorrespondentie tussen hun kind en een medewerker van school stuiten, stappen naar de vertrouwenspersoon. Dat geldt ook voor ouders wiens dochter te kijk wordt gezet op YouTube, Facebook, op een bangalijst terechtkomen of anderszins. De contact- en vertrouwenspersoon blijft, net als bij iedere andere vorm van machtsmisbruik, verantwoordelijk voor het adequaat op de rails zetten van de klachtbehandeling; opvang en begeleiding van de lastiggevallen leerling (= klager). In het geval dat de dader van het misbruik bekend is, is er een aangeklaagde en kan de klager de klachtenprocedure volgen. De contact- en vertrouwenspersoon wijst de klager op de mogelijkheid tot hoor- en wederhoor door de schoolleiding, het bestuur of eventueel klachtbehandeling via de klachtencommissie. Is onduidelijk wie de dader is, dan kan eventueel de systeembeheerder, digitale recherche en providers ingeschakeld worden om deze alsnog op te sporen. De contact- of vertrouwenspersoon beperkt zich in die gevallen tot opvang omdat een aangeklaagde ontbreekt. Onderdeel van opvang door de contact- of vertrouwenspersoon is de klager adviseren in wat hij/zij zelf kan doen om het misbruik mogelijk te stoppen: afzenders blokkeren, personen uit contact-/vriendenlijst verwijderen, ander mobiel nummer en @ccount nemen, hosts en providers inschakelen en het verwijzen van leerlingen naar websites als Meldknop.nl en vraaghetdepolitie.nl. Uit de praktijk blijkt dat personeel niet snel aanklopt bij de contact- of vertrouwenspersoon als ze mikpunt zijn van ongewenste uitingen via sociale media. Uit schaamte vanwege genante filmpjes die door leerlingen op YouTube zijn gezet of uit angst voor de reactie vanuit de schoolleiding; niet serieus genomen worden of de schuld in de schoenen geschoven krijgen. Praktisch De contact- of vertrouwenspersoon zorgt ervoor dat er vanuit de schoolleiding/mentor praktische maatregelen genomen worden, zodat de getroffen leerling zo snel mogelijk weer veilig naar school kan of de getroffen medewerker weer voor de klas kan staan. De schoolleiding verbiedt verdere verspreiding van compromitterende beelden en berichten aan alle leden van de schoolgemeenschap en bestraft het misbruik, afhankelijk van de ernst van het voorval. Strafbare feiten
8 In geval van strafbare feiten (grooming, ontucht, smaad, schending portretrecht) wijst de contact- vertrouwenspersoon de klager op de mogelijkheid tot het doen van aangifte. Hij adviseert de klager in alle gevallen bewijsmateriaal zoals printscreens, opgeslagen filmpjes en uitdraaien van digitale correspondentie, gespreksgeschiedenis et cetera te bewaren. Deze zijn nodig om de dader te kunnen achterhalen en dienen als bewijs in geval er aangifte wordt gedaan. In dat opzicht is het verstandig de compromitterende beelden, tweets of account niet (door een provider of de dader) te laten verwijderen. Meld- en aangifteplicht Op het moment dat een medewerker van de school seksueel getint digitaal contact heeft met een minderjarige leerling en seksuele voorstellen doet aan de leerling, treedt de Wet Bestrijding Seksueel geweld en seksuele intimidatie in het onderwijs in werking. Medewerkers in dienst van de onderwijsinstelling, die hiervan weet hebben of een vermoeden, zijn volgens deze zogenaamde Meld- en aangifteplicht voor onderwijspersoneel verplicht hiervan melding te maken bij het bevoegd gezag. Dit geldt ook voor contact- en vertrouwenspersonen. Vervolgens doet het bestuur in overleg met de vertrouwensinspecteur, al dan niet aangifte bij de politie. Er kan ook een beroep op een onafhankelijke externe vertrouwenspersoon worden gedaan. Deze is niet in dienst van de onderwijsinstelling en is niet wettelijk verplicht melding te doen, maar kan even goed besluiten om het schoolbestuur te informeren. (Na)zorg De contact- en vertrouwenspersoon blijft in contact met de getroffen leerling en ouders of de getroffen schoolmedewerker om na te gaan of zij vinden dat de school voldoende optreedt tegen de ontstane situatie en of hun klacht is weggenomen. Zijn zij hierover ontevreden, dan wijst de contact- of vertrouwenspersoon de ouders de weg in de klachtenprocedure. Ontevreden ouders kunnen namelijk een klacht indienen bij de klachtencommissie als een school(bestuur) in gebreke blijft. Tot slot De school heeft tot taak de veiligheid van personeel en leerlingen te waarborgen. Maatregelen die ons ten dienste staan zijn: Het opstellen en hanteren van een protocol sociale media voor personeel met richtlijnen voor professioneel gebruik. Regels opstellen voor gebruik van sociale media door leerlingen en personeel. Optreden bij misbruik van sociale media en strafbare feiten.
9
Kinderen en sociale media
6 tips om het gesprek met je kind aan te gaan – zo maar of als je denkt dat er iets speelt… 1. Grijp situaties uit het dagelijkse leven aan om een gesprek te beginnen, zoals een nieuwsitem, een tv-programma of een situatie op school. 2. Gebruik humor. Vraag je kind naar grappige situaties of filmpjes en gebruik deze als aanleiding voor een gesprek over media. 3. Ga naast je kind zitten en vraag het om jou wegwijs te maken op Twitter, Facebook, Whatsapp, Instagram of andere plekken waarop het online is. Je kunt dan ongedwongen vragen stellen over wat daar gebeurt. 4. Voorkom gezichtsverlies van je kind. Als het ergens niet over wil praten, laat het dan zo. 5. Kies een gesprekssituatie waar je elkaar niet recht in de ogen hoeft te kijken, bijvoorbeeld naast elkaar in de auto of tijdens de afwas. 6. Probeer het niet altijd beter te weten, maar stimuleer een kind zelf hardop na te denken over het eigen mediagedrag. Bron: http://mijnkindonline.nl/publicaties/brochures/wijs-de-online-wereld-in
7 tips voor tieners over pesten & sociale media 1. Als iemand vervelende dingen vraagt, zeg dan dat je dat niet wilt, weiger of blokkeer de afzender (gewoon doen!) en reageer niet meer. 2. Als je gestalkt of gepest wordt via internet verzamel dan bewijs. Sla alle apps, mails en chats op met Print Screen en bewaar ze. Laat je nooit chanteren, ook niet als je verliefd bent op diegene. 3. Voel je niet schuldig als er iets vervelends gebeurt. Als je het niet zelf hebt uitgelokt is het niet jouw schuld. Maar in de oplossing heb je wél een groot aandeel: zorg dat je er niet in je eentje mee blijft rondlopen. Vraag hulp aan je ouders, docent of mentor of via kindertelefoon.nl. 4. Stel zelf geen persoonlijke vragen aan mensen die je niet kent. Voorkom dat iemand denkt dat jij hem kunt helpen met zijn of haar problemen en van jou afhankelijk wordt.
10 5.
6. 7. 8.
Denk goed na over de foto‟s die je van jezelf verstuurt (selfies!) of op internet zet. Kan het op de voorkant van de krant die bij je ouders in de bus valt? Nee? Dan ook niet op internet! Bedenk wat je via de webcam laat zien. Hou er rekening mee dat iemand de beelden kan opnemen. Wil je die beelden later terugzien? Op internet? Vertrouw op je eigen intuïtie: als ergens „voelt‟ dat iets niet klopt luister dan naar dat gevoel! Meld rare dingen altijd bij de beheerder van de site of chat. Bron: http://mijnkindonline.nl/publicaties/brochures/wijs-de-online-wereld-in
Kijkt u verder nog eens op sites als: http://www.digibewust.nl/onderwerpen/veilig-internet-voor-kinderen
11
Passend Onderwijs Op 1 augustus 2014 wordt de wet op Passend onderwijs van kracht. In de media verschijnen steeds meer berichten over de geringe voortgang van de voorbereiding van deze grote verandering in het onderwijs. Het zijn vooral de bestuurders en experts die zich nu aan het voorbereiden zijn. De eerste bewering is niet waar. Passend Onderwijs is vooral een stelselwijziging en een wijziging in de bekostiging van scholen. Het is vanzelfsprekend dat een dergelijke operatie veel bestuurlijke drukte met zich meebrengt. Het gaat op dit moment vooral over het goed organiseren van Passend onderwijs, het behoud van kennis en het verdelen van het geld. Dat is werk voor bestuurders en experts. Die bestuurders doen dat werk vanuit de overtuiging dat Passend Onderwijs vooral thuisnabij en goed onderwijs voor alle leerlingen moet betekenen. De tweede bewering is waar. Er is op dit moment vooral sprake van het uitzetten van de grote lijnen waarbinnen Passend Onderwijs zich in de komende 10 jaar kan gaan ontwikkelen op de scholen. Als de structuur van Passend Onderwijs is vastgelegd in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband en de beschikbare middelen definitief bekend zijn dan begint de ontwikkeling van Passend Onderwijs pas betekenis te krijgen voor de individuele scholen. Op het Linde College gaan wij er vanuit dat invoering van Passend Onderwijs vooral betekent dat wij door moeten blijven gaan met het verdere ontwikkelen en professionaliseren van ons huidig ondersteuningsaanbod. Wij hebben een goede zorgstructuur en willen die in de komende jaren vooral versterken. Op dit moment is het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs (18 schoolbesturen) bijna klaar. Eind januari gaat het ter instemming naar de Ondersteuningsplanraad (OPR). Een soort MR van het samenwerkingsverband. Namens het Linde College zit Hanneke Zonderland in de OPR. De centrale ambitie van de besturen van het samenwerkingsverband is dat alle kinderen succesvol naar school gaan in het samenwerkingsverband Zuid Oost Friesland: gewoon waar het kan, speciaal waar het moet. De belangrijkste uitgangspunten om deze ambitie te bereiken zijn: Elke leerling heeft recht op zoveel mogelijk thuisnabij onderwijs. Het vertrouwen in de competenties en de groeimogelijkheden van docenten is de basis voor passend onderwijs in de school.
12
Passend onderwijs begint met het geven van goed onderwijs en aansluiten bij wat al goed gaat. Samenwerken levert meer op; het leren van elkaar en met elkaar zijn daarbij belangrijke pijlers.
De gezamenlijke schoolbesturen in het samenwerkingsverband hebben de ambitie om zoveel als mogelijk leerlingen passend onderwijs te bieden in een reguliere setting onder het motto „gewoon waar het kan, speciaal waar het moet‟. Deze ambitie is niet nieuw en sluit aan bij wat scholen nu ook al doen. Aansluiten bij wat al goed gaat is belangrijk en versterkt het vertrouwen dat het mogelijk is om de ambitie te realiseren. Tegelijk is er de overtuiging dat door samenwerking meer te bereiken is; dit visiedocument zet „een stip op de horizon‟; niet alles is morgen te realiseren, maar het geeft wel de richting aan waarin wij de komende jaren willen werken aan passend onderwijs! Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs op hun scholen. De schoolbesturen zorgen voor het bieden van de basisondersteuning die binnen het samenwerkingsverband is afgesproken en zijn hierop aanspreekbaar. De docent is de spil waar het om draait, ook bij het realiseren van passend onderwijs. Elke school verwacht daarom van zijn docenten dat zij zelf in staat zijn om hun eigen ondersteuningsbehoefte te formuleren en hieraan ook plangericht te werken (persoonlijk ontwikkelingsplan). De docent staat er niet alleen voor maar is onderdeel van de schoolondersteuningsketen en voelt zich daarin gesteund. De basisondersteuning op schoolniveau Elke school beschikt over een schoolondersteuningsprofiel waarbij is aangegeven wat de ouder van de school mag verwachten, als het gaat om leerlingen die specifieke ondersteuning nodig hebben. Het profiel beschrijft de basisondersteuning en vormen van beschikbare extra ondersteuning binnen school. Elke school verwoordt in het profiel niet alleen wat de school nu kan, maar ook de ambitie van de school voor de toekomst. De samenwerking tussen onderwijs, gemeenten en jeugdzorg Voor sommige leerlingen geldt dat zij niet alleen binnen het onderwijs extra ondersteuning nodig hebben maar dat ook gerichte ondersteuning in de thuissituatie nodig is. In deze situaties moet er snel geschakeld kunnen worden tussen onderwijs en jeugdzorg. Samenwerking met partners in de jeugdzorgketen is daarbij
13 onontbeerlijk. Uitgangspunt is dat de school de vindplaats van problematiek bij jongeren. Wij verwachten van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) dat het aansluit bij de interne zorgstructuur van de school. Het CJG vormt daar de coördinerende schakel naar instanties in de jeugdzorg voor leerlingen die in de thuissituatie (lichte) hulp en ondersteuning nodig hebben. Het Bureau Jeugdzorg is beschikbaar voor de zwaardere situaties waar indicatie nodig is; wij verwachten van Bureau Jeugdzorg medewerking in het realiseren van één kind, één gezin, één plan waarbij snel en flexibel schakelen uitgangspunt is en waarbij Bureau Jeugdzorg aanspreekbaar is met 1 coördinator of contactpersoon (korte lijnen). Na de transitie van de Jeugdzorg zal de doorschakeling moeten gaan verlopen via de CJG‟s. Vanuit het samenwerkingsverband willen wij een optimale aansluiting creëren tussen jeugdzorg, CJG, en de scholen. Eén kind, één gezin, één plan en één regisseur (contactpersoon of aanspreekpunt). Het CJG moet daar waar nodig met haar expertise zo vroeg mogelijk aansluiten bij de interne zorgstructuur van de school. Ouders, identiteit en partnerschap Het respecteren van elkaars identiteit is een belangrijke pijler in de samenwerking binnen het samenwerkingsverband. Dit uit zich onder meer in de wijze waarop het samenwerkingsverband met keuzevrijheid van ouders wil omgaan. De schoolkeuzevrijheid van ouders staat bij het samenwerkingsverband voorop. Het samenwerkingsverband ondersteunt daarom schoolbesturen in het realiseren van de schoolkeuze van ouders indien het gaat om leerlingen die extra ondersteuning behoeven op een school binnen ons samenwerkingsverband. De school maakt duidelijk aan de ouders hoe het ondersteuningsaanbod eruit ziet. Scholen betrekken ouders bij situaties waarin leerlingen extra ondersteuning nodig hebben. Ouders en school hebben elk een eigen verantwoordelijkheid maar werken samen in het gezamenlijk belang van de leerling.
14
Nieuws uit Unit 1
All I need for Christmas Het is woensdagmorgen 4 december, kwart over negen. Buiten is het druilerig en guur. Ik loop door de bovengang in cluster vier en zie Martinus (één van onze toezichthouders) met een brede glimlach naar binnen gluren bij het muzieklokaal. Uit het lokaal komt de sonore stem van Cees Leerling, de dirigent van het schoolorkest. “Tjata,tjata, tam”, zingt hij en dan zet het schoolorkest in. „All I need for Christmas‟ spelen ze en het klinkt fantastisch. Martinus draait zich om en ik loop ook door alsof ik het tafereeltje niet gezien heb. Op dat soort momenten ben ik zo blij dat ik in het onderwijs mag werken. We hebben op het Linde College al jaren een zeer actief schoolorkest. Daar zitten ongeveer 55 leerlingen van alle leerjaren en niveaus in. Samen met vijf personeelsleden repeteren zij iedere woensdagochtend op het plusuur en vandaag zelfs het lesuur daarna. Daar is een bijzondere reden voor. Want repeteren is op zich natuurlijk al leuk, maar het heeft weinig zin als je niet aan anderen kunt laten horen want je hebt ingestudeerd. Iedereen die wel eens voor publiek gestaan heeft weet dat op dat moment, aangestuurd door een gezonde plankenkoorts, het maximale wordt bereikt. Nu is het schoolorkest in het voorjaar naar Polen geweest en heeft daar meerdere concerten gegeven, maar één serie optredens per jaar is natuurlijk wat karig. Vandaar dat ze rond de Kerst op verschillenden basisscholen in de omgeving een optreden verzorgen. Dat mes snijdt aan twee kanten. Ten eerste hebben de leerlingen van de basisschool een leuk concert. En ten tweede hebben de leden van het schoolorkest een goede reden om extra goed te repeteren. Dat maakt alles natuurlijk veel leuker. Zo optreden is overigens logistiek niet niks. Om acht uur staat er een bus voor de deur, daar gaat onderin het hele instrumentarium, inclusief drumstel, pauken en Marimba. Vervolgens staat de bus om half tien bij basisschool. Daar wordt alles opgebouwd, zodat om half elf het concert kan beginnen. Dat is om half twaalf afgelopen en dan gaat alles weer terug in de bus naar school.
15 Dit jaar treden ze op in Wolvega (deze keer is de Scholtenschool aan de beurt), Munnekeburen/Scherpenzeel, Mildam en Eesveen. Ik verheug mij er nu al op om daar weer bij te mogen zijn. De verwonderde snoetjes van met name de jongere kinderen en het vrolijke feest wat ontstaat wanneer Cees Leerling de kinderen uitnodigt om mee te zingen en te klappen bij de liedjes die ze kennen. Ik kan me geen mooiere voorbereiding op de kerst voorstellen. Han Kullberg
Vijf violen Vorig weekend heeft Wendy van der Waard vijf violen aangeschaft. Wendy is docent muziek aan het Linde College en heeft een coördinerende rol bij het OPUS-M project. In de laatste week van september hebben alle eersteklassers kennis kunnen maken met allerlei verschillende instrumenten. We noemen dat de OPUS-M week. Dan presenteert SCALA, de muziekschool uit Meppel, op het zevende en achtste lesuur een hele vracht aan instrumenten. Vervolgens kunnen de leerlingen kiezen op welk instrument zij (vrijwillig) twintig lessen willen volgen. Dat is vervolgens een hele klus: wie wil wel en wie wil niet, op welk instrument en op welke dag? Zijn daarvoor dan wel docenten beschikbaar? Welk lokaal is daarvoor het negende lesuur beschikbaar? En ga zo maar door. Wendy is de gelukkige die dit allemaal in goede banen mag leiden en …… dat lukt haar uitstekend. Daarna volgt de vraag naar instrumenten. We proberen zo veel mogelijk huurinstrumenten beschikbaar te stellen voor het oefenen thuis. In de afgelopen jaren hebben we al een aardig arsenaal
16 aangelegd. Maar dit jaar had SCALA een heel leuke vioollerares in de OPUS-M week ingezet en het (prettige) gevolg daarvan is dat we nu zeven violisten hebben. We hadden maar twee violen en belofte maakt schuld. Dus Wendy heeft, in overleg met de leuke viooljuf, vijf violen aangeschaft met een goede prijs kwaliteitverhouding. De verwachtingen zijn hoog gespannen. Zit er volgend jaar tijdens „Night of the Stars‟ een strijkkwintet op het podium of zal het wat meer oefening vergen totdat dit muzikale geweld voor andermans oren bestemd is. Het maken van muziek vergt namelijk een heel sociale instelling. Je moet goed naar elkaar kunnen luisteren en bereid zijn wat zachter te spelen, waardoor het geluid van het totaal beter tot zijn recht komt. En dat is nu precies de reden waarom we zoveel tijd, energie en geld steken in de muzikale ontwikkeling van onze leerlingen. Han Kullberg
Nieuws uit unit 2 De eerste periode in het nieuwe schooljaar zit er op. Voor leerjaar 3 betekende dit dat de 2 jarige schoolexamenperiode is aangebroken; toetsen uit het PTA met een bepaald gewicht, praktische opdrachten, handelingsdelen bij LO en ckv enz. Voor de leerlingen die in de basis- of kaderberoepsgerichte leerweg zitten betekent dat veel meer praktijkuren volgen en voor de theoretische leerlingen 4 uren technologie op het rooster. Het was even wennen maar de meeste leerlingen zitten nu al in het ritme. Tot nu toe zijn er voor de derdejaars 2 ouderavonden geweest, één voor het programma van toetsing en afsluiting en een ouderavond waarin loopbaanoriëntatie(LOB) centraal stond. Deze loopbaanoriëntatie is belangrijk in de bovenbouw, immers de leerlingen werken naar hun diploma en gaan daarna naar een vervolgopleiding. Het vmbo is voorbereidend en daarna volgt voor veel leerlingen het middelbaar beroeps-onderwijs. Dit is de beroepsopleiding die echt opleidt voor een beroep,
17 dus is het heel belangrijk dat de leerlingen bewust hun keuzes maken en de goede, bij hen passende opleiding kiezen. Voor theoretische leerlingen kan deze keuze nog uitgesteld worden als na het behalen van het vmbo-t diploma, onder bepaalde voorwaarden, kiezen voor de havo. De ouderavonden zijn heel goed bezocht door ouder(s)/verzorger(s) en leerlingen. Dat vinden wij fijn, dat geeft belangstelling en betrokkenheid van ouder(s)/ verzorger(s) en leerlingen aan. Uit ervaring weten wij dat een positieve samenwerking tussen leerling, ouder(s), verzorger(s) en de school vaak een goede basis voor een succesvolle schoolloopbaan. Onze examenkandidaten zijn prima op stoom! Voor de beroepsgerichte leerwegen begint het praktijkexamen op 27 maart 2014. De theoretische vakken volgen half mei. Dat lijkt nog ver, maar schijn bedriegt. Zet hem op allemaal. De 1e periode hebben jullie al achter de rug en nog maar 2 periodes te gaan. Mw. H. Beenen en mw. J. Meijer
Nieuws uit de havo/vwo kolom van het Linde College Er staat dit jaar veel op onze beleidsagenda. Een greep hieruit. Binnen de unit zijn we aan het nadenken over ons excursiebeleid. We merken dat het voor veel ouders steeds moeilijker wordt de eindjes aan elkaar te knopen. Welke financiële bijdrage mag je nog aan ouders vragen als het gaat om deelname aan meerdaagse excursies? Er is een opzet gemaakt ons aanbod meer te stroomlijnen en er zijn ideeën om te komen tot een soort spaarplan. 16 december a.s. gaan we dit voorlopige plan bespreken met de klankbordgroep van ouders. Zij zijn direct betrokken en wij zijn benieuwd naar hun mening. Geen misverstand, wij blijven er veel waarde aan hechten dat leerlingen de mogelijkheid krijgen deel te kunnen nemen aan meerdaagse buitenlandexcursies of uitwisselingen. Het vormende aspect vinden we belangrijk, maar het moet misschien een tandje minder. Een absoluut speerpunt in ons beleid dit jaar is de uitwerkingen van de plannen rond de doorlopende leerlijn van klas 1 t/m 5 (6). Over die plannen hebben wij u in de vorige Leilinde uitvoerig geïnformeerd. Wat is op dit moment de stand van zaken? De homogene brugklassen zijn inmiddels doorgevoerd en het ziet er naar uit dat steeds meer leerlingen direct op de goede plek zitten en aan hun succeservaringen kunnen werken. Ook in het derde leerjaar merken we nu al dat leerlingen beter
18 kunnen aanhaken. Dat schept veel rust en komt de kwaliteit van het lesgeven ten goede. Een ander onderdeel van deze plannen is de invoering van het zogeheten programma van toetsing in klas 1 t/m 3 (PT). Waarom is dit zo belangrijk? In de eerste plaats voor de leerlingen. Zij hebben hiermee een goede inzage van het aantal toetsen in het schooljaar. Echt plannen daarmee kunnen ze nog niet, omdat het nog geen toetsrooster is. Wel kunnen ze beter inschatten hoeveel kansen er nog zijn de resultaten per vak te verbeteren. Voor de ouders is dit PT van belang omdat in het algemene deel o.a. de spelregels zijn samengevat rond beoordeling en recht op inzage. Dit laatste punt was ook het afgelopen jaar weer veelvuldig onderwerp van gesprek. Door deze eenduidige wijze van communiceren -ook naar de collega‟s hopen we hieraan een definitief einde te hebben gemaakt. Er zijn nog twee andere belangrijke ontwikkelingen die we hier willen noemen. In de eerste plaats het rekenbeleid. De overheid vindt dat het rekenniveau omhoog moet. Onze werkgroep rekenbeleid heeft een plan van aanpak gemaakt en dat wordt nu volop uitgevoerd. Ondanks het feit dat diezelfde overheid nog een rookgordijn trekt over de werkelijke betekenis van dit cijfer op de uiteindelijke eindlijst, adviseren wij onze leerlingen hier wel stevig mee aan de gang te gaan. Via het digitale programma Got‟it zijn er oefenmogelijkheden genoeg. Behalve veel aandacht voor rekenen wordt er nu ook meer aandacht gevraagd voor taal. Het cijfer daarvan blijft deel uit maken van het vak Nederlands. Heel erg belangrijk voor leerlingen is dat ze meer lezen. Wij willen hen stimuleren en vragen u dit ook te doen. Het loopt nog niet zoals we willen, maar we verplichten de leerlingen altijd een leesboek bij zich te hebben. Als er een les uitvalt en er ligt geen vervangende opdracht van de afwezige docent dan kunnen de leerlingen dat uur besteden aan lezen. Het mes snijdt aan twee kanten: het is een zinvolle invulling van deze lestijd, zowel voor de leerling als de waarnemend docent. Blijf ons goed volgen. We willen ons graag permanent verbeteren en daarbij hebben wij ook uw feedback nodig. Heeft u kritiek of opbouwende tips? Schroom niet ons te benaderen. Rob Bruntink en Ids Worst
19
Nieuws van het decanaat havo en vwo Eindexamenklassen havo-5 en vwo-6 Alle eindexamenkandidaten havo en vwo hebben inmiddels een of twee gesprekken gehad met de decaan over de keuze van hun vervolgopleiding. Opvallend was dat veel leerlingen zich al behoorlijk goed georiënteerd hebben op hun toekomstige studie. Natuurlijk zijn er nog veel twijfels. In de loop van dit studiejaar praten de leerlingen, individueel of in groepjes, een aantal keren met de decaan over wat hen mee- of tegenvalt aan die studiekeuze. We letten daarbij goed op motivatie, getalenteerdheid, haalbaarheid, instroomeisen en op alles wat een goed vervolgtraject kan bevorderen. Ook de kwaliteit van de opleidingen komt aan bod, alsmede de kansen op de arbeidsmarkt e.d. Het valt op dat steeds meer ouders samen met hun kind op school willen praten over de mogelijke studiekeuze van hun zoon of dochter. Schroomt u niet om eventueel telefonisch een afspraak te maken met de decaan. U kent uw eigen kind het beste. Wij hebben de expertise in huis om goed te adviseren. Samen – leerling, ouders en school – komen we er vast en zeker uit. Het bezoeken van de open dagen of meeloopdagen van de HBO-instellingen en universiteiten in den lande is ook een prima manier om kennis te maken met het vervolgonderwijs. Dergelijke bezoekjes (ook door ouders!) bevelen wij van harte aan. Alle leerlingen hebben een overzicht van dit soort voorlichtingsactiviteiten via de webistes www.studiekeuze123.nl en www.qompas.nl. Vraagt u er eens naar. En raadpleeg ook eens het tijdschrift TKMST dat elke twee maanden verschijnt.
20 Alle examenkandidaten krijgen het mee naar huis. Trouwens, Qompas Studiekeuze, waarvan al onze examenkandidaten een licentie hebben, bereidt via een studiekeuzeen competentietest heel goed voor op het kiezen van een vervolgopleiding. Juiste studiekeuze stimuleren Vanaf 2014 moeten studenten zich uiterlijk op 1 mei aanmelden voor de studie van hun keuze. Zij hebben dan recht op studiekeuzeactiviteiten zoals proefstuderen of een gesprek bij de opleiding. Tegelijkertijd zijn ze ook verplicht aan zulke activiteiten mee te doen als de opleiding dat vraagt. Beter voorbereid een studie kiezen Vanaf 1 mei 2014 kunnen aankomende studenten beter voorbereid een studie kiezen met een studiebijsluiter. Nu rondt 1 op de 3 studenten het eerste jaar niet af of loopt vertraging op door te wisselen van studie. Instellingen voor hoger onderwijs gaan studenten informeren over hoe ze een studie succesvol kunnen afronden en over de kansen op een baan na hun studie. Studiekeuze veranderen Wil de student een andere studie kiezen dan waarvoor hij zich heeft ingeschreven? Dit kan tot 1 september. Dit recht (het toelatingsrecht) geldt niet voor studenten die zich ná 1 mei voor het eerst aanmelden. Voor studenten die zich te laat hebben aangemeld beslist de opleiding over toelating. Plannen stelsel studiefinanciering Het kabinet is van plan om de volgende zaken te veranderen op het gebied van studiefinanciering: invoering van een sociaal leenstelsel voor studenten in de masterfase met ingang van het studiejaar 2014-2015. De masterfase is voor de huidige lichting nog te ver weg om er hier uitgebreid op in te gaan. invoering van een sociaal leenstelsel voor studenten in de bachelorfase met ingang van het studiejaar 2015-2016. Ook het komende studiejaar nog niet van toepassing. Het kan wel een reden zijn om dit jaar extra je best te doen om een diploma te behalen en per 1 september 2014 met een studie in het hoger onderwijs te beginnen. Het leenstelsel is alleen van toepassing op de zogenaamde basisbeurs en niet op de aanvullende beurs die ouders/studenten krijgen in het geval het ouderlijk inkomen niet toereikend is. U moet dan denken aan een belastbaar inkomen beneden ongeveer 33.000 euro. Ouders die meer dan ongeveer 43.000 euro verdienen moeten geheel in de studie van hun kinderen bijdragen (en krijgen dus geen aanvullende beurs). In plaats van de aanvullende beurs kan er wel geld geleend worden.
21
Voorexamenklassen havo-4 en vwo-5 Het zwaartepunt van de begeleiding vanuit het decanaat ligt vooral in de derde klassen en de examenklassen. In de tweede helft van hun studiejaar krijgen ook havo4 en vwo-5 leerlingen steeds meer te maken met het decanaat. Ook voor u geldt: een telefoontje met de decaan is gauw gemaakt en kan eventuele twijfels omtrent de juistheid van de profielkeuze en de mogelijke keuze van vervolgopleidingen gauw wegnemen. Doen dus! Ook zij kunnen Qompas Studiekeuze als een goed keuzeinstrument gebruiken. De entree-code om Qompas te gebruiken wordt in de loop van de maanden december en januari uitgereikt. De mentoren stimuleren het gebruik van Qompas en begeleiden hun mentorleerlingen daarin, voor zo ver mogelijk. De decaan is altijd het eindstation in dit traject.
Klassen 3-havo en 3-vwo en vmbo-t In de loop van december en januari gaan wij uw kind helpen bij het kiezen van een goed profiel en de daarbij behorende bijvakken. Elke derdeklasser en vmbo-4 leerling krijgt eerst twee algemene lessen aangeboden die gaan over de problemen die zich bij deze keuzes voordoen. Vervolgens kiezen zij (onder nauwlettend toezicht van de mentor) een voorlopig profiel aan de hand van de interactieve website van het studiekeuzebureau Qompas. Deze keuzes kunnen altijd worden bijgesteld. Het te gebruiken programma heet Qompas Profielkeuze en is toegankelijk via een entree-code en daarna via gebruikersnaam en wachtwoord. U kunt uw eigen kind tijdens het keuzeproces thuis volgen na het inloggen op de site. Samen kiezen is een uitstekende manier om goede afwegingen te maken. Ook de decaan en de mentor kunnen via een speciale inlogcode meekijken over de schouder van de leerling en zo op afstand stimuleren, motiveren en adviseren. Op VRIJDAG 7 MAART leveren de docenten van alle vakken hun adviezen in betreffende de haalbaarheid van hun vak in de bovenbouw. U krijgt daar een overzicht van op de ouderavond van DINSDAG 18 MAART (vwo-3) of DONDERDAG 20 MAART
22 (havo-3 en vmbo-t instroom). We lichten op die avond ook de precieze gang van zaken toe bij de profielkeuze. EIND APRIL moet de keuze definitief zijn. Over de hele gang van zaken krijgt u nog apart informatie. Daarna zijn er nog gesprekken mogelijk met de decaan. Die moeten op WOENSDG 28 MEI zijn afgerond. Daarna valt er niets meer aan het profiel en het bijvak te veranderen. Op woensdag 12 februari bezoeken de leerlingen van HAVO-3 ‟s middags de wegwijsdag van de Leeuwarder hogescholen. Ze bezoeken twee workshops naar keuze die beide in het teken staan van de profielkeuze en de daaraan gekoppelde vervolgopleidingen in het HBO.
Voorlichting studiefinanciering en tegemoetkoming studiekosten Zodra uw kind in het hoger onderwijs (HBO en universiteit) gaat studeren, komt het in aanmerking voor studiefinanciering en de OV-kaart. Dit geldt voor alle studenten in het hoger onderwijs, ongeacht hun leeftijd. Ook 16- of 17-jarige HO-studenten krijgen al studiefinanciering (maar u komt dan niet meer in aanmerking voor kinderbijslag!!). Ben je jonger dan 18 als je aan je studie begint, dan start jouw studiefinanciering op 1 oktober 2014. Je draait dus één maand zelf op voor de kosten van het collegegeld en het reizen naar je opleiding toe. Over de hele problematiek wordt één keer per jaar voorlichting gegeven door de decaan. Eerst aan de leerlingen, later aan de ouders en/of leerlingen van het Linde College. Dit jaar gebeurt dat op WOENSDAG 5 MAART, ‟s avonds vanaf 18.30 uur op school, in drie rondes van een klokuur. Dus om 18.30, 19.30 en 20.30 uur. Deze avond is gecombineerd met de docenten-/mentoravond m.b.t. het tweede rapport. U
23 kunt op deze manier zelf kiezen welk voorlichtingstijdstip u het meest schikt. U krijgt nog een aparte uitnodiging voor deze avond. Verder maken wij alle leerlingen en ouders nog attent op onze TERUGKOMDAG. Op vrijdag 28 maart zullen oud-leerlingen van het Linde College vanaf 19.00 uur vertellen over hun ervaringen in het vervolgonderwijs HBO en WO. Al met al wordt het weer een enerverend jaar, niet in het minst voor uw zoon of dochter. Kiezen wordt steeds ingewikkelder en steeds belangrijker, lijkt het wel. Ik hoop mijn steentje te kunnen bijdragen om alles zo goed mogelijk te laten verlopen. Ik reken op uw medewerking en belangstelling. P.W.M. Vrancken, decaan havo en vwo.
Bassano del Grappa, November 2013.
Sint Maartens daad van vrijgevigheid Om vierendertig enthousiaste 16 en 17-jaar-oude jongeren en twee nog enthousiastere volwassen leerkrachten langs Europese snelwegen te vervoeren lijkt geen gemakkelijke taak. Sommigen noemen het een helse klus. Maar Pieter, Piet en Nienke van Coulant Touring hadden geen enkele reden tot klagen. De reis van de Drafsportlaan in Wolvega naar de Via Garibaldi in Bassano del Grappa, Italië, verliep uitermate soepel. De jongens zongen krachtig en harmonieus. De meisjes spraken met elkaar op vrolijke toon en waren zeer eendrachtig. Bovendien kregen alle reizigers de gelegenheid tot een goede nachtrust. Ditmaal was slaap meer dan een dutje doen, meer dan dommelen; het was pure rust. Het was een rust die hard nodig was om de overweldigende activiteiten en ontmoetingen die in het verschiet lagen de baas te kunnen zijn. We kwamen op tijd aan, vrijdagmiddag om 14.15 uur De meeste Italiaanse ouders en Lyceo Brocchi. Hoofdgebouw.
24 leerlingen stonden al vol verwachting te wachten op de aangewezen parkeerplaats. Sommige kwamen een beetje later, omdat het oorspronkelijke programma 15.00 als tijd van aankomst had vermeld. Er was geen reden tot teleurstelling. De eerste ontmoetingen waren allerhartelijkst. De twee Italiaanse collega's Costanza Minati en Jacqueline (haar achternaam is me ontschoten) ontvingen iedereen op een hartverwarmende wijze. De groep was snel uit het zicht verdwenen, op weg naar nieuwe tijdelijke adressen. Op zaterdagmorgen hebben de leerlingen van het Lyceo Brocchi hun laatste schooldag van de week. In hun Harry Potterachtige omgeving gaven ze vijf presentaties, die vooral gingen over jeugd-werkloosheid en Italiaanse en Bassaneser tradities. De Franse klas van 22 meisjes en 2 jongens had zich goed voorbereid. Op 11 November viert Italië San Martino. Deze soldaat uit de periode van het Romeinse Rijk werd door de paus heilig verklaard vanwege zijn grote nederigheid en vrijgevigheid. Het verhaal gaat dat, terwijl hij door de poorten van de stad Amiens reed, hij een arme bedelaar ontmoette die bijna doodgevroren was. Toen hij hem zag, sneed hij zijn eigen mantel in tweeën en deelde deze met hem. Nadat hij deze daad van vrijgevigheid had gedaan, kwam de zon tevoorschijn. Dat is de reden waarom mensen geloven dat de allereerste weken van november nog steeds gekenmerkt worden door relatief goed weer. In het Verenigd Koninkrijk en de VS heet deze periode Indian summer. In Venetië in het bijzonder, is San Martino een speciale dag voor kinderen. Kinderen lopen de stad door en maken lawaai met allerlei potten en pannen, bedelend om geld en snoepjes. Ze zingen ook liedjes. Vaak maken ze een kartonnen paard en verkleden zich als Sint Maarten met een papieren kroon en een rode cape. Tijdens die maandag de 11e zagen we velen van hen door de straten struinen, terwijl ze op hun 'trommels' sloegen, ondertussen hopend zo veel mogelijk snoep te vergaren. We voelden ons thuis en moesten denken aan de kinderen in Wolvega die precies op die dag op dezelfde wijze de huizen langs gingen, allen met hetzelfde doel: snoep. Sint Maarten had ons royaal bedeeld: de regenachtige zaterdag was verdwenen en geleidelijk hadden de druilerige luchten plaats gemaakt voor hoe langer hoe meer blauwe plakkaten, vooral op dinsdag en woensdag. Venetië zal altijd een van de hoogtepunten op ons programma blijven. De Scuola Grande di San Rocco (de broederschap van Sint Roch, de beschermer tegen de pest, die Venetië in de 15e eeuw had geteisterd) werd in 1478 opgericht door een groep
25 rijke Venetiaanse burgers. Het gebouw ligt vlak naast de kerk van San Rocco, waar het zijn naam aan heeft ontleent. Het interieur wordt gekenmerkt door twee zalen, één op de begane grond, en een tweede op de eerste verdieping. Twee enorme trappen leiden naar de bovenverdieping. De bovenste zaal werd gebruikt voor de vergaderingen van de broederschap en in 1564 kreeg de schilder Tintoretto de opdracht schilderijen te maken voor de Scuola. Zijn schilderijen zijn ontzagwekkend mooi. Na dit eerste bezoek liepen we naar de Basilica di Santa Maria Gloriosa dei Frari, een van de grootste kerken van Venetië. Meer kunst lag in het verschiet in het Guggenheimmuseum waar we werden rondgeleid door drie gidsen. Eén van hen nam zelfs extra tijd voor een aantal van ons die geïnteresseerd waren in de tijdelijke tentoonstelling over Franse avant-gardistische kunstenaars van de tweede helft van de negentiende eeuw. Het is altijd fascinerend om te zien hoe begrijpelijk kunst door deze Canadese en Amerikaanse kunststudenten wordt gepresenteerd. Ze doen het met veel expertise en enthousiasme. Het enige nadeel is de beperkte grootte van het museum die er soms voor zorgt dat de gidsen elkaar in de weg lopen. Het Guggenheimmuseum ligt tegenover het San Marco plein, zodat eerst het Canal Grande moest worden overgestoken, te voet of per boot. We kozen voor het laatste. Twee mannetjesputters van gondeliers vervoerden de groep van 64 in vijf sessies. Hoewel de overtocht slechts 2 tot 3 minuten duurt, levert dit korte tijdsbestek genoeg op om ten volle te genieten. Het was een onvergetelijke ervaring. Het moet duidelijk zijn dat de kosten in de hand dienen te worden gehouden. Gelukkig is de reis per gondel een onderdeel van een regelmatige veerdienst van de stad Venetië. Commerciële gondeltripjes zijn veel duurder en onhaalbaar voor krappe budgetten als de onze. De goedkope veerdienst (2 euro per persoon) is dus zeker een uitkomst. De San Marco basiliek kun je alleen zonder rugzak binnen wandelen, zodat mijn Italiaanse collega Marco en ik alle bagage moesten bewaken.
26 We verdedigden alles tot onze laatste snik. Gelukkig viel niemand ons aan en konden wij de kostbare bezittingen met een schoon geweten teruggeven. Toen gingen we naar de Rialtobrug, waar onze leerlingen vrije tijd hadden. Later op de avond, om 7 uur, ontmoette iedereen elkaar weer bij Pizzeria Ae Occhi in de buurt van het centraal station. De maaltijd was heerlijk. We waren meer dan uitgeput na het oversteken van honderden bruggen en het vermijden van tientallen Venetiaanse handelaren. Dinsdag was gewijd aan Stra en Padova. Het was een rustige, ontspannende dag met veel zon. Woensdag begon ook met een heleboel zon, maar in de buurt van Passo Rolle verdween hij snel. Zonder onze vaste gids Renzo Zarpellon voelden Marian en ik de verantwoordelijkheid zwaar wegen om 34 personen de berg op en weer terug naar de basis te brengen. Tijdens het klimmen toonden we de leerlingen onze eindbestemming. Dertien van hen waren zo enthousiast om dit hoogste punt te bereiken dat zij alle zelfbeheersing verloren, de gebaande paden verlieten en als gekken begonnen te klimmen, de anderen vertwijfeld achterlatend. Het bleek al gauw dat in deze eenzame omgeving van de Dolomieten contact houden via mobiele telefoons zinloos is. Schreeuwen heeft eveneens geen zin. U, lezer, kunt zich voorstellen dat twee bezorgde leraren onevenredig blij waren om later de hele groep weer te kunnen verenigen. Het was na veel vallen en opstaan, moet ik toegeven. Het plotselinge uitzwermen van de dertien dissidenten was de enige negatieve ervaring die we in al die zeven dagen hadden. Het einde naderde nu snel. Op woensdagavond hadden we ons afscheidsdiner en op donderdag moesten we echt afscheid nemen. We bedankten alle aanwezige ouders en leerlingen voor hun onvergetelijke gastvrijheid, in de hoop dat we ze spoedig in Nederland onder de hoede van Sint Maarten zouden zien. Het moet worden gezegd: hij is degene die een positieve invloed uitoefent. En niet op het weer alleen.
Namens Marian Neuteboom; Paul Vrancken.
27
28