Orthopedie
Spondylodese
www.catharinaziekenhuis.nl
Inhoud Hoe is de rug opgebouwd? . ............................................................... Redenen om een spondylodese te doen ............................................ Wat gebeurt er bij een spondylodese ................................................ Operatie via de buikzijde ............................................................... Operatie via de rugzijde ................................................................ Vóór uw opname ................................................................................ Pre-operatieve screening en anesthesie ....................................... Voorbereiding thuis ....................................................................... Uw opname ........................................................................................ De dag van de opname/operatie . ................................................. De operatie ......................................................................................... Mogelijke risico’s en complicaties ................................................. Na de operatie ............................................................................... De eerste dagen na de operatie .................................................... Ontslag uit het ziekenhuis .................................................................. Vervoer .......................................................................................... De toekomst ....................................................................................... Wanneer moet u direct contact opnemen? ....................................... Belangrijke leefregels voor thuis ........................................................ Vragen................................................................................................. Meer informatie ................................................................................. Contactgegevens ................................................................................
Patiëntenvoorlichting:
[email protected] ORT010 / Spondylodese / 16-09-2014
2
3 5 5 6 7 7 7 8 8 8 9 9 10 10 11 11 11 12 12 13 13 13
Spondylodese De orthopedisch chirurg heeft u geadviseerd om een spondylodese te ondergaan. Een spondylodese is een rugoperatie waarbij twee of meer wervels onbeweeglijk aan elkaar worden vastgezet. Deze operatie heeft als doel het wegnemen of verminderen van uw pijnklachten. In deze folder kunt u de door de chirurg gegeven informatie over de operatie nog eens rustig doorlezen. Het is goed om u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier is beschreven. Om goed voorbereid te zijn, is het belangrijk dat u goed weet wat de operatie inhoudt, welke voorbereidingen u zelf moet treffen en wat u kunt verwachten na de operatie. Ook bevat deze folder belangrijke instructies voor uw herstel. Lees de hele folder daarom van tevoren goed door.
Hoe is de rug opgebouwd?
In de tekening rechts figuur 1 ziet u hoe de rug, ofwel de wervelkolom is opgebouwd. Deze bestaat uit 7 nekwervels (C1 tot en met C7), 12 borstwervels (Th1 tot en met Th12 ), 5 lendenwervels (L1 tot en met L5) en 5 heiligbeenwervels (sacrale wervels), vergroeid tot het heiligbeen (os sacrum) en 3 tot 5 staartbeenwervels, vergroeid tot het staartbeen (stuitbeen, het os coccygis). In de tekening op de volgende pagina (figuur 2) ziet u een dwarsdoorsnede van een wervel. Een wervel bestaat uit een wervellichaam waaraan een wervelboog vastzit. Aan deze boog bevinden zich uitsteeksels met daaraan gewrichtjes. 3
De wervellichamen zijn op elkaar gestapeld. Tussen twee wervels zit de tussenwervelschijf of discus. Tussen elke twee wervels komt aan weerszijden een zenuwwortel uit het ruggenmerg te voorschijn. Deze zenuwwortels van verschillende niveaus bundelen zich tot een zenuw. De zenuwen gaan ieder naar een eigen deel van het lichaam en zorgen voor de beweging en het gevoel. Een van de belangrijkste structuren in de rug is wel de tussenwervelschijf. Centraal in de tussenwervelschijf zit een kern (de nucleus). Deze bestaat uit een gelachtige massa. Deze kern wordt omgeven door een sterke bindweefsel ring, die aan de wervels aan de bovenzijde en aan de onderzijde is vast gegroeid. Deze gelachtige kern probeert continu water op te zuigen en zal daarmee dus opzwellen. Dit opzwellen wordt echter tegengewerkt door de bindweefselring en de bovenste en onderste aangrenzende wervel. Hiermee ontstaat een schokbrekerwerking. Naarmate we ouder worden, vermindert het vermogen van de tussenwervelschijf om water op te nemen. Ook wordt het bindweefsel langzaam minder elastisch. Dit proces noemen we degeneratie en treedt dus bij iedereen op. Als gevolg hiervan wordt de tussenwervelschijf smaller, en neemt de schokbreker functie af. 4
Redenen om een spondylodese te doen
Er zijn een aantal redenen (indicaties) om een spondylodese te doen. Uw behandelend orthopeed legt u uit wat bij u de reden is voor deze operatie. Een reden voor een spondylodese is instabiliteit. Hierbij kunnen de wervels teveel ten opzichte van elkaar bewegen. Andere redenen om een spondylodese te doen kunnen zijn na een breuk, tumor, infectie of na een hernia operatie. Ook kan door een onvoldoende samenhang aan de achterzijde een afglijden van een wervel ten opzichte van de erboven gelegen wervel optreden (spondylolisthesis).
Wat gebeurt er bij een spondylodese
Bij een spondylodese kunnen de wervels op twee manieren bereikt worden: via de buikzijde, ALIF (anterieure lumbale interbody fusie) genoemd, of via de rugzijde. Er zijn verschillende mogelijkheden om de wervels vast te zetten: Via de buikzijde (ALIF) • Met behulp van een korfje (cage). Via de rugzijde • Met behulp van schroeven, die verbonden worden met plaatjes of staven. • Met behulp van eigen bot gehaald uit de bekkenkam, of als dit niet mogelijk is met donorbot. • Met een soort korfjes (cages) die tussen de wervels geplaatst worden na het verwijderen van de tussenwervelschijf. Deze worden meestal gevuld met eigen bot of een botachtige kunststof die met het bloed of het beenmerg van de patiënt zelf wordt vermengd. PLIF (posterieure lumbale interbody fusie). • Ook kan er een combinatie van korfjes en schroeven of staven plaatsvinden. Of via een combinatie van de twee methoden. Uw behandelend orthopeed beslist welke methode voor u het beste is.
5
Operatie via de buikzijde
De wervels worden meestal met een korfje (cage) vastgezet dat de tussenwervel vervangt. In de weken na de operatie ontstaat er een stevige botverbinding tussen de beide wervels die door het korfje heen groeit. Na de operatie moet u zes weken overdag en ’s nachts een stoffen korset met baleinen dragen. Na deze zes weken moet u dit nog tenminste zes weken alleen overdag dragen. 6
Operatie via de rugzijde
Als u via de rugzijde wordt geopereerd ligt u tijdens de operatie op uw buik. Aan weerszijde van de wervelkolom worden schroeven geplaatst. De schroeven worden in de lengterichting verbonden met een staaf of plaatje zodat er een stevige verbinding ontstaat. Vervolgens wordt hieromheen bot gelegd om ook voor de lange termijn een stevige verbinding te verkrijgen tussen de betrokken wervels. Na de operatie moet u zes weken overdag en ’s nachts een gipscorset dragen. Na deze zes weken moet u dit nog tenminste zes weken alleen overdag dragen. Voor beide operaties wordt meestal uw eigen bot gebruikt om de wervels aan elkaar vast te laten groeien. Dit bot wordt verkregen uit uw bekkenkam. Soms is daar een extra snede voor nodig.
Vóór uw opname
Pre-operatieve screening en anesthesie
U wordt geopereerd en bent daarom doorverwezen naar de polikliniek Pre-operatieve screening. Op deze polikliniek bekijkt de anesthesioloog of de operatie voor u extra gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Dit noemen we pre-operatieve screening. Tijdens dit gesprek komen een aantal onderwerpen aan bod. Dit zijn onder andere de soort verdoving (anesthesie) en pijnstilling. Ook bespreekt u waarop u moet letten met eten, drinken en roken op de dagen rondom de operatie. Daarnaast maakt u afspraken over hoe u op die dagen uw medicijnen gebruikt. Dit geldt ook voor bloedverdunners. Bespreek het gebruik van bloedverdunners ook altijd met uw behandelend arts. Als u medicijnen gebruikt, neem dan een actueel medicijnoverzicht of medicijnpaspoort mee. Op de polikliniek Pre-operatieve screening kunt u zonder afspraak terecht. U kunt ook een afspraak maken. De polikliniek is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 08.15 en 16.30 uur via telefoonnummer 040 - 239 85 01. Meer informatie over pre-operatieve screening en verdoving vindt u in de folder ‘Anesthesie’.
7
Voorbereiding thuis
Probeer zoveel mogelijk zaken voor de opname geregeld te hebben, zoals: • Eventuele hulp van mantelzorg (mensen uit uw eigen familie of kennissenkring die als het nodig is, tijdelijk voor u kunnen zorgen wanneer u weer thuis bent). • Hulpmiddelen zoals een toiletverhoger, een ‘helping hand’ en een lange schoenlepel (te leen/koop bij de thuiszorgwinkel). • Het verwijderen van obstakels in huis, zodat u zich gemakkelijk en veilig thuis kunt bewegen. • Het eventueel plaatsen van een bed op de begane grond. • U mag na de operatie zelf niet naar huis rijden. Regel daarom van tevoren dat iemand anders u komt ophalen wanneer u weer naar huis mag. Wanneer u voor de opname naar het ziekenhuis komt, neemt u naast de gebruikelijke zaken als nachtgoed en toiletartikelen het volgende mee: • Het is belangrijk dat u alle medicijnen die u normaal thuis gebruikt, voor minimaal 24 uur meeneemt in de oorspronkelijke verpakking; • Gemakkelijke kleding voor tenminste vier dagen en stevige schoenen die ruim zitten; • Eventueel brace/korset dat al in uw bezit is.
Uw opname
De dag van de opname/operatie
Een verpleegkundige voert met u een opnamegesprek. In dit gesprek worden verschillende zaken met u besproken. Bijvoorbeeld uw eerdere ziekenhuiservaringen, ziektebeloop en uw actuele medicijngebruik. Mogelijk komen er bijzonderheden naar boven waarmee rekening kan worden gehouden tijdens uw opname. Vervolgens wordt uw thuissituatie in kaart gebracht. Als na uw ontslag thuis problemen worden verwacht, wordt de transferverpleegkundige ingeschakeld. Deze zorgt dan dat thuiszorg wordt geregeld, of dat u (tijdelijk) naar een verpleeg- of verzorgingshuis kunt. De verpleegkundige beantwoordt uw vragen en geeft u informatiefolders die voor u belangrijk zijn.
8
Voor de operatie bent u nuchter. Dat betekent dat u vooraf niet ontbijt, rookt of drinkt. U krijgt een operatiejasje aan en een armbandje met uw gegevens om. Als u een gebitsprothese heeft moet u deze uitdoen. Sieraden doet u ook af. Daarna brengt een verpleegkundige u met bed naar de operatieafdeling. U gaat eerst naar de voorbereidingskamer, waar een verpleegkundige u opvangt en u verder voorbereidt. Vervolgens gaat u naar de operatiekamer.
De operatie
In de operatiekamer legt men u op de operatietafel en een anesthesieverpleegkundige brengt een infuus bij u in. U wordt onder narcose gebracht. Via het infuus krijgt u vocht en medicijnen toegediend. Vervolgens voert de orthopedisch chirurg de spondylodese operatie uit. Soms gebeurt dit samen met de neurochirurg. Tijdens de operatie wordt bij u bloed afgenomen. Dit bloed wordt bewerkt tot zogeheten plateletgel, wat zorgt voor een snellere bot- en wondgenezing. Vervolgens wordt het bewerkte bloed weer aan u teruggegeven. Meer informatie hierover vindt u in de folder ‘Bloedmanagement, minder bloedverlies en snellere wond- en botgenezing door gebruik van eigen bloed’. Mogelijke risico’s en complicaties
Infecties Om dit te voorkomen krijgt u tijdens en mogelijk ook ná de operatie antibiotica. Trombose en longembolie Om dit te voorkomen krijgt u gedurende zes weken, één keer per dag bloedverdunnende medicijnen toegediend via een injectie, tenzij uw arts u iets anders voorschrijft. Veelal gaat het om een spuitje dat u zichzelf een keer per dag moet toedienen. Wanneer u al bekend bent bij de trombosedienst, is dit waarschijnlijk anders.
9
Beschadiging aan de zenuw Dit treedt slechts zelden op, maar kan aanleiding geven tot gevoelsstoornissen en krachtverlies. Na de operatie
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Hier wordt uw toestand heel goed in de gaten gehouden. Uw bloeddruk, polsslag en ademhaling worden regelmatig gecontroleerd. Na een tot twee uur, als u goed hersteld bent, gaat u naar de verpleegafdeling Orthopedie. Op de verpleegafdeling Orthopedie Op de afdeling controleren wij uw toestand regelmatig. Het kan zijn dat u nog wat slaperig of suf bent. In uw arm zit nog het infuus. Om te kunnen plassen hebt u een slangetje in de blaas (katheter), dat in principe na één dag door een verpleegkundige wordt verwijderd. U ligt op uw rug en mag voorlopig alleen maar op de zij draaien onder begeleiding van een verpleegkundige, volgens een speciale methode. Belangrijk • Uw hoofdsteun mag maximaal 30 graden omhoog worden gezet. Als u niet weet hoe ver dit is, vraag dit dan aan een verpleegkundige. • Vertel het de verpleegkundige meteen als u pijn heeft, zodat hiervoor medicijnen gegeven kunnen worden. • U mag niet bukken tot de controle op de polikliniek, soms nog langer. De eerste dagen na de operatie
Na de operatie mag u nog niet meteen eten en drinken. Op aanwijzingen van de arts wordt het dieet langzaam opgebouwd, om darmproblemen te voorkomen. De verpleegkundige helpt u met uw persoonlijke verzorging. Naarmate de dagen vorderen kunt u steeds meer zelf. Fysiotherapie Na de operatie krijgt u dagelijks fysiotherapie. Hierbij wordt aandacht besteed aan uw herstel, zodat u thuis weer zelfstandig kunt functioneren. De vooruitgang van het bewegen wordt beïnvloed door uw activiteiten: hoe beter u oefent, hoe beter het resultaat kan 10
zijn. Tijdens de opname oefent u met de fysiotherapeut en krijgt u uitleg over situaties die u tegen kunt komen bij het naar huis gaan (bijvoorbeeld in en uit de auto stappen).
Ontslag uit het ziekenhuis
Afhankelijk van het herstel kunt u het ziekenhuis weer verlaten, als de specialist en de fysiotherapeut hiermee akkoord gaan. Dit is meestal tussen de vierde en zesde dag van uw opname. U krijgt hierbij de volgende papieren mee: • Een controleafspraak op de polikliniek Orthopedie bij de nurse practitioner na twee weken. • Een controleafspraak met de orthopeed, voor ongeveer zes weken na de operatie. • Een verwijzing om een röntgenfoto te laten maken. Deze foto moet u vóór uw afspraak met de orthopeed laten maken. • Een zogenoemde medicatielijst. Deze lijst is het recept voor de medicijnen die u bij uw eigen apotheek moet laten halen. Vervoer
Zoals u al eerder heeft gelezen, mag u niet zelf naar huis rijden. Regel daarom van tevoren, dat iemand anders u komt ophalen. De makkelijkste manier om in de auto te stappen is eerst op de stoel te gaan zitten en daarna de benen één voor één naar binnen te zetten. Bij het in- en uitstappen is het raadzaam om de auto een stukje van de stoeprand af te zetten zodat u vanaf het wegdek kunt in- en uitstappen.
De toekomst
De spondylodese die u hebt ondergaan heeft als doel het wegnemen van de pijnklachten. Dit betekent niet dat u direct na de operatie geen pijnklachten meer heeft. Het is heel normaal om napijn te hebben in de rug of in het been. De operatiewond en/of zenuw hebben tijd nodig om te herstellen. Om klachten zoveel mogelijk te voorkomen, is het belangrijk dat u beter een paar kleine wandelingen maakt dan één grote. Als u pijn krijgt bij
11
het lopen, is dat een teken dat u moet rusten. Liggen is dan beter dan zitten.
Wanneer moet u contact opnemen?
U dient contact op te nemen met de polikliniek Orthopedie, als na de operatie de onderstaande problemen ontstaan. In overleg met uw behandelend arts wordt dan bekeken wat er eventueel moet gebeuren. • Als de wond gaat lekken. • Als de wond rood of dik wordt en/of meer pijn gaat doen. • Wanneer u temperatuur verhoging krijgt. Boven de 38.5 graden en als u zich niet goed voelt. U kunt de polikliniek Orthopedie tijdens kantooruren bereiken. Buiten kantooruren kunt u in deze gevallen contact opnemen met de Spoedeisende Hulp. De telefoonnummers vindt u onder 'Contactgegevens'.
Belangrijke leefregels voor thuis
Het is belangrijk dat u zich zes weken na de operatie (tot uw afspraak met de orthopeed) houdt aan de volgende leefregels: • Tot aan de controle bij de arts mag u niet zwemmen, fietsen of zelf autorijden. • Maak geen onverwachte bewegingen zoals springen, trekken, stoten, duwen, vangen, werpen of schoppen. • Blijf niet langdurig staan, slenteren en ga zeker niet hardlopen. Het is wel goed om te wandelen. Breidt het wandelen langzaam uit om uw conditie te verbeteren. • Ga niet onderuit gezakt zitten, maar rechtop met eventueel wat steun in de rug. Zit niet te lang achter elkaar. • Blijf niet langdurig in een licht voorovergebogen positie staan zoals aan het aanrecht, het fornuis of de wastafel. Gebruik liever een hoge kruk om halfzittend/staand een activiteit uit te voeren. • De eerste zes weken na de operatie kunt u beter geen geslachtsverkeer (seksuele gemeenschap) hebben. • Slapen op een waterbed is af te raden. • Slaap niet op uw buik. • Til geen dingen die zwaarder zijn dan 5 kilo. 12
• Doe geen zware huishoudelijke arbeid zoals stofzuigen, bed opmaken, ramen wassen en dergelijke. • Rook minimaal een jaar niet! Door roken groeit het bot minder goed vast.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met uw behandelend arts of de verpleegkundige van de verpleegafdeling Orthopedie.
Meer informatie
Voor verdere informatie kunt u ook de volgende websites bekijken: www.orthopaedie.nl (website met algemene informatie over orthopedie) www.nvvr.nl (website van de Nederlandse Vereniging voor Rugpatiënten)
Contactgegevens
Catharina Ziekenhuis 040 - 239 91 11 www.catharinaziekenhuis.nl Spoedeisende Hulp 040 - 239 96 00 Polikliniek Orthopedie 040 - 239 71 80 Verpleegafdeling Orthopedie 040 - 239 80 00 Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Orthopedie kunt u terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/orthopedie.
13
14
15
Michelangelolaan 2 – 5623 EJ Eindhoven Postbus 1350 – 5602 ZA Eindhoven