EXPERT CLASS IN PROFESSIONEEL SPORTMANAGEMENT
OPRICHTING OPENLUCHTWIELERPISTE IN BRUSSEL
Jan Abbeloos
Eindwerk ingediend tot het behalen van het getuigschrift Expert Class in Professioneel Sportmanagement
Academiejaar 2005-2006
I
Met dank aan: Michel Meert Secretaris Royal Cureghem Sportief Isosport
II Woord vooraf
Parijs-Roubaix. Samen met de Ronde van Vlaanderen behoort deze klassieker ongetwijfeld tot de meest spraakmakende evenementen uit de wielergeschiedenis. Dokkerend over kasseistroken doorheen de Hel van het Noorden in alle weer en wind weten renners zich eindelijk verlost uit hun lijden bij het binnenrijden van de velodroom. Een aftandse, legendarische velodroom volgens Michel Wuyts in zijn verslaggeving bij de vorige editie. Toch blijft het een plek waar met spanning de eindstrijd en ontknoping telkens weer door een laaiend enthousiast publiek meebeleefd wordt. Maar laat het duidelijk zijn: de open wielerpiste waarover mijn eindwerk handelt, heeft niets te maken met de magische uitstraling van bovengenoemde of soortgelijke velodrooms.
De missie is uiterst bescheiden. In een grootstad als Brussel met toenemende verkeersdrukte moet de aanleg van een kwaliteitsvolle openluchtwielerpiste de jeugd in de gelegenheid stellen het fietsen en de wielersport in veilige omstandigheden te laten beoefenen. De beoefening moet zowel individueel als in groep kunnen verlopen en evenzeer in competitief als in recreatief verband. Instructie en opleiding mogen hierbij niet uit het oog verloren worden, wat o.m. de uitbouw van een wieleropleidingscentrum met aangepaste voorzieningen veronderstelt. Bovendien lijkt het me aangewezen dat deze piste een multifunctionele invulling krijgt. Naast fietsen en wielrennen dient deze oefenpiste eveneens open te staan voor de beoefenaars van andere mobiele (sport)activiteiten, zoals rolschaatsen, skeeleren en rolskiën. Het middenplein tenslotte zou kunnen ingericht worden als
verkeerspark voor
lagereschoolkinderen.
Dat de realisatie van dit opzet tot de concrete mogelijkheden behoort, zal de toekomst moeten uitwijzen. Toch meen ik in het recente verleden voldoende tekenen te hebben ontvangen, die erop wijzen dat deze problematiek in bepaalde middens mag rekenen op meer en meer aandacht en interesse. Enkele jaren geleden werd de kat de bel aangebonden door Royal Cureghem Sportif. Als enige Nederlandstalige club uit Brussel aangesloten bij Wielerbond Vlaanderen heeft deze wielervereniging sedert 2002 op geregelde tijdstippen de beleidsverantwoordelijke politici binnen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) voor de oprichting van een openluchtwielerpiste in Brussel gesensibiliseerd.
III Zowel collegevoorzitter Robert Delathouwer (sp.a) als zijn opvolger en huidig bevoegd collegelid voor sport Pascal Smet (sp.a) hebben zich principieel positief uitgesproken over dit voorstel. Welke wegen binnen het politiek institutioneel kluwen in Brussel hierbij moeten bewandeld worden om dit project op te starten, te financieren en in te planten, zijn nog nauwelijks verkend. Maar dat de belangstelling bij de VGC geen loze bewering is, blijkt uit het feit dat eind vorig jaar de commissie sport op initiatief van haar voorzitter Brigitte De Pauw (CD&V) een werkbezoek gebracht heeft aan de nieuwe oefenpiste van de stad Oostende. Ondertussen heeft de Koninklijke Belgische Wielerbond (KBWB) in het kader van zijn doelstelling om minstens één wielerpiste per provincie open te stellen, ook voor de oprichting van een piste in Brussel al een financiële toezegging gedaan. Over een mogelijke inplanting ervan werd inmiddels een informeel gesprek gevoerd met de gemeente Anderlecht. Tenslotte kan erop gewezen worden dat met het ‘Fietsbeleidsplan 2005-2009’ van de Brusselse minister van mobiliteit en openbare werken Pascal Smet (sp.a) het fietsen in al zijn facetten in de hoofdstad een extra-stimulans zal krijgen, wat de beoefening van de wielersport onrechtstreeks eveneens ten goede kan komen. Op al deze aspecten wordt er vanzelfsprekend dieper ingegaan in de volgende hoofdstukken. Deze bondige opsomming toont aan dat het klimaat gunstig is om naar het voorbeeld van alle provincies ook de regio Brussel met een openluchtwielerpiste uit te rusten. Hopelijk kan dit eindwerk een kleine bijdrage leveren in de totstandkoming van dit project.
IV INHOUD Dank Woord vooraf Inhoud Lijst van afkortingen
I II-III IV V
1 Inleiding 1.1. Fietsen zichtbaar maken in Brussel 1.2. Communautarisering van de sport 1.3. Royal Cureghem Sportif 1.4. Institutioneel kader
1 1 2 3 4
2 Wielerpiste 2.1. Historiek 2.1.1. Wielerbanen in openlucht 2.1.2. Winterwielerbanen 2.1.3. Wielerbanen in Brussel 2.2. Een wielerpiste in Brussel: een prioriteit 2.3. Uitzicht en inplanting van een piste 2.3.1. Basisconcept 2.3.2. Inplanting en randaccommodaties 2.3.3. Middenplein 2.3.4. Besluit
7 7 8 10 11 12 16 16 17 19 20
3 Kostprijs en financiering 3.1. Kostprijs 3.2. Financiering 3.3. Financiering van een wielerpiste in Brussel 3.4. Besluit
21 21 22 23 26
4 Exploitatie 4.1. Juridische beheersvorm 4.2. Onderhoud en personeel 4.3. Openstellingtijden 4.4. Tarieven 4.5. Randaccommodaties 4.6. Sponsoring 4.7. Besluit
28 28 28 29 30 31 31 31
5 Locatie 5.1 Rondvraag bij gemeenten 5.2 Besluit
33 33 34
6
Wieleropleidingscentrum
7 Besluit Lijst van de geraadpleegde werken Bijlagen (3)
36 38 41
V Lijst van afkortingen
Adeps: Administration d’éducation physique, des sports et de la vie en plein air BBR: Belgische Bond voor Rijwieltoerisme Bloso: agentschap voor de bevordering van de lichamelijke ontwikkeling, de sport en de openluchtrecreatie CD&V: Christen Democratisch en Vlaams Cocof: Commission communautaire française CVP: Christelijke Volkspartij DIGO: Dienst infrastructuur gesubsidieerd onderwijs EK: Europees kampioenschap FCC: Franse commissie voor de cultuur FCWB: Fédération Cycliste Wallonnie-Bruxelles GGC: Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie GP: Grote Prijs KBS: Koning Boudewijnstichting KBWB: Koninklijke Belgische Wielerbond NCC: Nederlandse commissie voor de cultuur OCMW: Openbare centra voor maatschappelijk welzijn PPS: publiek-private samenwerking PS: Parti socialiste RLVB: Royale ligue vélocipédique belge RSCA: Royal Sporting Club Anderlecht sp.a: sociaal progressief alternatief UCI: Union Cycliste Internationale UCL: Université catholique de Louvain ULB: Université libre de Bruxelles VGC: Vlaamse Gemeenschapscommissie VLD: Vlaamse Liberalen en Democraten VTS: Vlaamse trainersschool VUB: Vrije Universiteit Brussel VWS: Vlaamse Wielerschool WBV: Wielerbond Vlaanderen