VERGELIJKEND EXAMEN VOOR BEVORDERING DOOR OVERGANG NAAR EEN HOGER KADER INTERNE KANDIDATUUR: HOOFDINSPECTEUR VAN POLITIE (MIDDENKADER) Sessie 2010-2011
De Directie van de rekrutering en van de selectie (DSR) organiseert een vergelijkend examen om hoofdinspecteurs van politie via bevordering door overgang naar een hoger kader (van basis- naar middenkader) aan te werven. 1
HOEVEEL PLAATSEN WORDEN VACANT VERKLAARD? Het aantal opengestelde plaatsen voor dit vergelijkend examen is dit jaar vastgesteld op 260 betrekkingen, verdeeld als volgt: - 136 plaatsen ten voordele van kandidaten van de Nederlandstalige taalrol; - 121 plaatsen ten voordele van kandidaten van de Franstalige taalrol; - 3 plaatsen ten voordele van kandidaten van de Duitstalige taalrol. Vanzelfsprekend staan alle betrekkingen open voor zowel vrouwen als mannen. Geïnteresseerden kunnen zich inschrijven tot 9 april 2010.
2
WIE KAN DEELNEMEN AAN DE SELECTIEPROEVEN? Volgende voorwaarden dienen bij het afsluiten van de inschrijvingen vervuld te zijn om te kunnen deelnemen aan de selectieproeven: - lid zijn van het basiskader met minimum zes jaar kaderanciënniteit in het basiskader op 9 april 2010; - geen laatste evaluatie met eindvermelding “onvoldoende” hebben gekregen en geen zware tuchtstraf hebben opgelopen die nog niet is uitgewist; - niet eerder herplaatst zijn wegens beroepsongeschiktheid. Opmerking: de kandidaten, niet in aanmerking genomen bij een vorige selectie, kunnen opnieuw hun kandidatuur indienen.
3
WAARUIT BESTAAN DE SELECTIEPROEVEN EN HOE VERLOOPT DE SELECTIEPROCEDURE? De selectie in het raam van een bevorderingsprocedure door overgang naar een hoger kader geschiedt onder de vorm van een vergelijkend examen. De selectieproeven zullen starten vanaf 28 april 2010 en zullen tot augustus 2010 georganiseerd worden. De kandidaten die voor het vergelijkend examen slagen en batig gerangschikt zijn, zullen in principe in de maand september 2010 de basisopleiding van 8 tot 9 maanden aanvatten. De selectieprocedure bestaat uit drie proeven: ‐
Een beroepsproef Deze eerste proef duurt een halve dag en bestaat uit een vragenlijst (meerkeuzevragen en openvragen) die handelt over het geheel van de beroepsfacetten inherent aan de functie en aan het statuut van inspecteur van politie.
Datum of versie van het document: 10-03-2010 Pagina: 1 / 5
VERGELIJKEND EXAMEN VOOR BEVORDERING DOOR OVERGANG NAAR EEN HOGER KADER INTERNE KANDIDATUUR: HOOFDINSPECTEUR VAN POLITIE (MIDDENKADER) Sessie 2010-2011
Een lijst met de te kennen leerstof is als bijlage gevoegd. ‐
Een persoonlijkheidsproef Deze test duurt ook één dag en omvat een geïnformatiseerde persoonlijkheidsvragenlijst, gedragsproeven en een gestructureerd interview.
‐
Een gesprek met de selectiecommissie Uit dit gesprek moet de deliberatiecommissie op het einde van dit vergelijkend examen kunnen opmaken of de kandidaat over het geheel genomen een zeer geschikte, geschikte of ongeschikte kandidaat is voor de functie rekening houdend met, enerzijds, alle resultaten van de voorgaande proeven en, anderzijds, de bijkomende informatie die zij in de loop van dit gesprek inwint.
De selectieproeven worden georganiseerd in cascadevorm, m.a.w. enkel de kandidaten die voor een proef geslaagd zijn, worden opgeroepen voor de volgende. De zeer geschikt en geschikt bevonden kandidaten (op basis van de persoonlijkheidsproef en de selectiecommissie) zullen gerangschikt worden op basis van de behaalde resultaten voor de beroepsproef in elk van de twee categorieën tot dat het aantal vacante plaatsen bereikt is (eerst de zeer geschikten en nadien de geschikten). 4
ZIJN VRIJSTELLINGEN VAN PROEVEN MOGELIJK? (art. XII.VII.15bis en art. XII.VII.15ter RPPol)
Zijn vrijgesteld van de persoonlijkheidsproef en van het gesprek met de selectiecommissie in het raam van dit vergelijkend examen, de volgende personeelsleden : - de personeelsleden van de federale politie die behoren tot de directie van de gerechtelijke politie of tot de gedeconcentreerde gerechtelijke eenheden, die aangesteld zijn in de graad van hoofdinspecteur op datum van 01 april 2001 op basis van artikel XII.VII.21 RPPol; - gedurende vijf jaar te rekenen vanaf 1 april 2006, de personeelsleden die bij toepassing van artikel XII.VII.26, tweede lid, RPPol (proportionele verdeling van de bevoegdheidsambten), aangesteld zijn in de graad van hoofdinspecteur van politie. De laureaten van dit vergelijkend examen die behoren tot deze laatste categorie, en die geslaagd zijn voor de basisopleiding van het middenkader, zullen benoemd worden in de graad van hoofdinspecteur zonder vereiste van mobiliteit. 5
WELKE ZIJN DE VOORBEHOUDEN QUOTA? (art. XII.VII.15 RPPol)
Gedurende vijf jaar, te rekenen vanaf 1 april 2006 en per vergelijkend examen, wordt een quotum van 5% van de vacatures voor de bevordering door overgang naar het middenkader voorbehouden aan de leden van het basiskader, laureaten van dit vergelijkend toelatingsexamen:
Datum of versie van het document: 10-03-2010 Pagina: 2 / 5
VERGELIJKEND EXAMEN VOOR BEVORDERING DOOR OVERGANG NAAR EEN HOGER KADER INTERNE KANDIDATUUR: HOOFDINSPECTEUR VAN POLITIE (MIDDENKADER) Sessie 2010-2011
- die houder zijn van het getuigschrift van inspecteur van politie, bedoeld in het koninklijk besluit van 13 juli 1989 betreffende de opleiding en de bevordering tot de graden van inspecteur en hoofdinspecteur van politie; - die houder zijn van het brevet van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings; - laureaten van de examens georganiseerd in de spoorwegpolitie, tot het verkrijgen van de graad van ondertoezichtscommissaris; - laureaten van de examens georganiseerd in de zeevaartpolitie, tot het verkrijgen van de graad van luitenant der zeevaartpolitie (20E); - die op grond van artikel XII.VII.26, tweede lid, RPPol (proportionele verdeling van de bevoegdheidsambten) zijn aangesteld in de graad van hoofdinspecteur van politie. 6
WELKE ZIJN DE OPLEIDINGSVRIJSTELLINGEN? (art. XII.IV.6, §1 RPPol)
Bepaalde kandidaten die batig gerangschikt zijn voor het vergelijkend examen kunnen genieten van een opleidingsvrijstelling, met inbegrip van de daaraan gekoppelde examens en opleidingsstages. Komen hiervoor in aanmerking: 1. De personeelsleden van het basiskader die houder zijn van het brevet van officier van de gemeentepolitie bedoeld in het koninklijk besluit van 12 april 1965 betreffende het brevet van kandidaat-commissaris en adjunct-commissaris van politie of in artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 25 juni 1991 houdende de algemene bepalingen betreffende de opleiding van de officieren van de gemeentepolitie, de voorwaarden tot benoeming in de graden van officier van de gemeentepolitie en de voorwaarden tot aanwerving en benoeming in de graden van aspirant-officier, zijn volledig vrijgesteld van de basisopleiding van het middenkader, met inbegrip van de daaraan gekoppelde examens en opleidingsstages. De personeelsleden van het basiskader die houder zijn van het brevet van adjudant bij de rijkswacht bedoeld in het koninklijk besluit van 1 april 1996 (artikel 28, §1) betreffende de bevordering tot de graad van adjudant bij de rijkswacht) zijn eveneens volledig vrijgesteld van de basisopleiding, met inbegrip van de daaraan gekoppelde examens en opleidingsstages. De personeelsleden van het basiskader die houder zijn van het brevet van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 juli 1989 betreffende het brevet van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings, uitgereikt aan sommige leden van de gemeentepolitie voor 19 december 1994, zijn eveneens volledig vrijgesteld van de basisopleiding, met inbegrip van de daaraan gekoppelde examens en opleidingsstages. De personeelsleden van het basiskader die houder zijn van het getuigschrift van inspecteur van politie, bedoeld in het koninklijk besluit van 13 juli 1989 betreffende de opleiding en de bevordering tot de graden van inspecteur en hoofdinspecteur van politie en van het brevet van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings, bedoeld in artikel 1
Datum of versie van het document: 10-03-2010 Pagina: 3 / 5
VERGELIJKEND EXAMEN VOOR BEVORDERING DOOR OVERGANG NAAR EEN HOGER KADER INTERNE KANDIDATUUR: HOOFDINSPECTEUR VAN POLITIE (MIDDENKADER) Sessie 2010-2011
van het koninklijk besluit van 13 juli 1989 betreffende het brevet van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings, uitgereikt aan sommige leden van de gemeentepolitie, zijn eveneens volledig vrijgesteld van de basisopleiding, met inbegrip van de daaraan gekoppelde examens en opleidingsstages. 2. De personeelsleden van het basiskader die houder zijn van het getuigschrift van inspecteur van politie bedoeld in het koninklijk besluit van 13 juli 1989 betreffende de opleiding en de bevordering tot de graden van inspecteur en hoofdinspecteur van politie zijn vrijgesteld van de opleidingsmodules 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, A, B en C bedoeld in artikel 29 van de ST 20 (art.66 ST 20), met inbegrip van de daaraan gekoppelde examens en opleidingsstages. 3. De personeelsleden van het operationeel kader die houder zijn van het brevet van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 juli 1989 betreffende het brevet van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings, uitgereikt aan sommige leden van de gemeentepolitie vanaf 19 december 1994, zijn vrijgesteld van de opleidingsmodules 1, 2, 3, 9, 10, A, B en C bedoeld in artikel 29 van de ST 20, met inbegrip van de daaraan gekoppelde examens en opleidingsstages. De in het eerste lid bedoelde vrijstellingen gelden ook voor de personeelsleden die laureaat zijn van de opleidingscyclus bedoeld in artikel 2, 1° van het koninklijk besluit van 13 juli 1989 betreffende het brevet van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings, uitgereikt aan sommige leden van de gemeentepolitie (art. 67 ST 20). De personeelsleden van het operationeel kader, voorheen leden van de spoorwegpolitie (NMBS),die aan één van de erkende politiescholen de opleiding officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings hebben gevolgd, kunnen eveneens genieten van dezelfde vrijstellingen (Dienstnota DGP/DPS-2751/A – 2005 van 23 mei 2005). 4. De personeelsleden van het basiskader die de opleiding “recherche OGP” hebben gevolgd zijn vrijgesteld van de opleidingsmodules 9 en 10, met inbegrip van de daaraan gekoppelde examens en opleidingsstages. 7
WELKE ZIJN DE STATUTAIRE GEVOLGEN VAN DE BEVORDERING DOOR OVERGANG NAAR HET MIDDENKADER? De statutaire gevolgen van de bevordering door overgang naar het middenkader zijn expliciet uitgelegd in de nota DGP/DPS-2006/3484/A dd 25-01-2006 verspreid aan alle directies van federale politie en aan alle korpsen van lokale politie.
8
HOE KAN IK MIJ KANDIDAAT STELLEN? De geïnteresseerde kandidaten kunnen op eenvoudige vraag het inschrijvingsformulier verkrijgen:
Datum of versie van het document: 10-03-2010 Pagina: 4 / 5
VERGELIJKEND EXAMEN VOOR BEVORDERING DOOR OVERGANG NAAR EEN HOGER KADER INTERNE KANDIDATUUR: HOOFDINSPECTEUR VAN POLITIE (MIDDENKADER) Sessie 2010-2011
‐ ‐ ‐ ‐ ‐ 9
door het te downloaden van de website van de Directie van de rekrutering en van de selectie: www.jobpol.be of van de website van DGS: www.polsupport.be; via het gratis nummer van Job Info: 0800/99.404; via e-mail:
[email protected]; door een schriftelijke aanvraag bij de Directie van de rekrutering en van de selectie, Job Info, Fritz Toussaintstraat, 8, 1050 BRUSSEL; door het zelf af te halen bij Job Info (Gebouwencomplex GERUZET, Gebouw O, gelijkvloers, Luchtmachtlaan 10 te 1040 ETTERBEEK).
HOE STEL IK MIJN INSCHRIJVINGSDOSSIER CORRECT SAMEN? Een volledig inschrijvingsdossier omvat volgende documenten: ‐
‐ ‐
het inschrijvingsformulier, volledig ingevuld door zowel de kandidaat als door de werkgever, dat bevestigt: - welke weddeschaal de kandidaat geniet; - dat de kandidaat een anciënniteit heeft van minimum zes jaar in het basiskader; - dat de kandidaat niet eerder herplaatst is wegens beroepsongeschiktheid; - dat de kandidaat geen zware, niet uitgewiste tuchtstraf heeft gekregen; - dat de kandidaat geen evaluatie met eindvermelding "onvoldoende" heeft gekregen; een adviesformulier met het becommentariëren van het domein “potentieel” van het personeelslid; om aanspraak te kunnen maken op een eventuele (gedeeltelijke) vrijstelling van de proeven en /of van de opleiding en/of in aanmerking te komen voor de voorbehouden quota's is het ONONTBEERLIJK om een kopie van de attesten, brevetten en getuigschriften bij te voegen.
De uiterste datum voor het indienen van het volledig inschrijvingsdossier is 9 april 2010. Bijkomende inlichtingen kunnen bekomen worden bij Ruud WALGRAEF op het nummer 02/642.77.80 of bij Gery FOLLENS op het nummer 02/642.79.47. Voor alle informatie van een andere orde (opleiding, statuut, …) kan men steeds contact opnemen met het Call Center DSI op het 0800/99.271 (gratis nummer). **********************************
Datum of versie van het document: 10-03-2010 Pagina: 5 / 5
VERGELIJKEND EXAMEN VOOR BEVORDERING DOOR OVERGANG NAAR EEN HOGER KADER INTERNE KANDIDATUUR: HOOFDINSPECTEUR VAN POLITIE (MIDDENKADER) Sessie 2010-2011 TE KENNEN LEERSTOF Inzake de toegang tot www.poldoc.be kan worden verwezen naar het Infonieuws Nr. 1719 van 19 oktober 2006 met als titel: " PolDoc, de documentaire site van de politie, voor iedereen
toegankelijk op internet! “
1. WETGEVEND KADER INZAKE POLITIE & ORGANISATIE EN RECHTSPOSITIEREGELING VAN DE GEÏNTEGREERDE POLITIE Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (WGP) (rekening houden met erratum 13) : • Titel I : ALGEMENE BEPALINGEN Hoofdstuk I: Inleidende bepalingen • Titel II: DE LOKALE POLITIE • •
Titel III: DE FEDERALE POLITIE Hoofdstukken I, II, III, IV, V, VI Titel IV: GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN
Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol) (rekening houden met erratum 14) : • Deel III : DE RECHTEN EN PLICHTEN Titel II tot en met Titel VII • Deel VI : HET DOELTREFFEND INZETTEN VAN HET PERSONEEL Titel I : De organisatie van de arbeidstijd Wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (WPA) (rekening houden met erratum 11) Organisatie en opdrachten van de federale politie : • Wet van 20 juni 2006 tot wijziging van bepaalde teksten betreffende de geïntegreerde politie •
Koninklijk besluit van 14 november 2006 betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie
•
Organogram van de federale politie
Organisatie en basistaken van de lokale politie • Organisatie van de lokale politie in politiezones en korpsen van lokale politie •
Bestuursorganen binnen de politiezone
•
Basistaken in het raam van de uitoefening van de basispolitiezorg: identificeren en beschrijven
•
Structuur en bevoegdheden van de vaste commissie van de lokale politie
Verkeerswetgeving • Koninklijk besluit van 01 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer (en recente wijzigingen tot 10 september 2009) •
Koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs (en recente wijzigingen tot 29 oktober 2009)
•
Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer
•
Koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van een overtreding van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten
Datum of versie van het document: 10-03-2010 Pagina: 1 / 3
VERGELIJKEND EXAMEN VOOR BEVORDERING DOOR OVERGANG NAAR EEN HOGER KADER INTERNE KANDIDATUUR: HOOFDINSPECTEUR VAN POLITIE (MIDDENKADER) Sessie 2010-2011 TE KENNEN LEERSTOF •
Wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen
Gecoördineerde wetten • Dronkenschap (Besluitwet van 14 november 1939) •
Drugs (De gecoördineerde drugwet van 24 februari 1921)
•
Jeugdbescherming (Wet jeugdbescherming van 8 april 1965)
•
Wapens (De wapenwet van 8 juni 2006 bijgewerkt tot 22/08/2008)
•
In observatiestelling (Wet bescherming v/d persoon v/d geesteszieke van 26 juni 1990 (bijgew. tot 19/07/2006))
Strafwetboek (8 juni 1867) • Boek 1: DE MISDRIJVEN EN DE BESTRAFFING IN HET ALGEMEEN •
Boek 2: DE MISDRIJVEN EN HUN BESTRAFFING IN HET BIJZONDER
Wetboek van Strafvordering
Reguliere procedures in functie van de politiepraktijk (o.a. huiszoekingen, inbeslagnames, …) Bepalingen Franchimont (Begrippen, wettelijke voorschriften in het kader van de ambtsverplichtingen en de politiepraktijk (o.a. mededelingen voorafgaand a/h verhoor…)
Proces-verbaal
Geldigheidsvoorwaarden, vorm, bestemmelingen, opsteller, kopij, waarde
Wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis Ministeriële omzendbrieven betreffende de uitoefening van de functie van politieambtenaar • GPI 58 (slachtofferbejegening) •
PLP 41(aanspreekpunt scholen inzake aanpak jeugdcriminaliteit)
•
MFO 2 (gehypothekeerde capaciteit)
•
MFO 3 (informatieflux)
•
MFO 6 (AIK's)
•
MOB 20/2/2002 betreffende het opsporen van vermiste personen (en wijziging van 20/4/2003)
•
CP 1 (Belgische interpretatie 'COP')
•
CP 2 (organisatieontwikkeling - gebruik EFQM pol.be)
•
COL 2/2002 - COL 1/2006 - COL 3/2006 - COL 4/2006 - COL 8/2006 - COL 9/ 2006 - COL 11/2006 COL 16/2006 - COL 10/2007 - COL 1/2008 - COL 7/2009
2. GEÏNTEGREERDE WERKING – VEILIGHEIDSBELEID – VEILIGHEIDSPLAN Geïntegreerde politiezorg • Omschrijving van de geïntegreerde politiezorg •
Kenmerken die het geïntegreerd karakter benadrukken
Nationaal Veiligheidsplan 2008-2011 (NVP) Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (rekening houden met erratum 13) :
Datum of versie van het document: 10-03-2010 Pagina: 2 / 3
VERGELIJKEND EXAMEN VOOR BEVORDERING DOOR OVERGANG NAAR EEN HOGER KADER INTERNE KANDIDATUUR: HOOFDINSPECTEUR VAN POLITIE (MIDDENKADER) Sessie 2010-2011 TE KENNEN LEERSTOF Art. 36-37 Zonaal veiligheidsplan (zie Titel II WGP, supra)
3. GEMEENSCHAPPELIJKE FILOSOFIE – EXCELLENTE POLITIEZORG – BASISBEGRIPPEN Het streven naar een excellente politiezorg Beleidsnota (visie) op een 'excellente politiezorg' De informatiegestuurde politiezorg (IGPZ) als werkwijze Het basisbegrip 'informatiegestuurde politiezorg' (regelgevende basis, definitie, visie, kenmerken, verband GGPZ-IGPZ) De optimale bedrijfsvoering (OBV) als bundeling van algemeen geldende en voor politie aangepaste managementmodellen en -theorieën Het basisbegrip 'optimale bedrijfsvoering' (regelgevende basis, definitie, visie, principes, verband GGPZIGPZ-OBV, organisatiegebieden, groepen van belanghebbenden, groeifasen, PDCA-regelkring)
4. MIDDLE-MANAGEMENT BINNEN EEN POLITIEOMGEVING Bedrijfsmatige werking Actieplannen - projecten HR-management binnen een politieomgeving Koninklijk besluit van 10 mei 2006 houdende vaststelling van de deontologische code van de politiediensten - Deontologische code van de politiediensten - versie mei 2006 - focus op: "rol van de chef"
5. PRAKTIJK Interventiegids terrein
6. KENNIS VAN DE TAAL WAARIN DE KANDIDAAT ZICH HEEFT INGESCHREVEN
Datum of versie van het document: 10-03-2010 Pagina: 3 / 3