O tweede concert O-serie 52e seizoen • 20 oktober 2012, 13.30-16.15 uur
Radio Kamer Filharmonie Groot Omroepkoor Michael Schønwandt dirigent Gijs Leenaars koordirigent Pascal Pittie tenor · andreas (dries) · werkeloos dichter, activist Olivia Vermeulen mezzosopraan · gutrune (trune) · zijn vriendin Gijs Van der Linden tenor · raps · vriend en musiceermaatje Huub Claessens bas-bariton · asa · terrorist, wil de wereld onderwerpen
aan zijn guru, waar hij een zeer erotische verhouding mee heeft
Lisette Bolle sopraan · vrouw aan het strand · alter ego van Gutrune, zoekt naar de waarheid & jonge vrouw Yves Saelens tenor · shoko · guru en geliefde van Asa; spreekt alleen Japans Olivier Berten bariton · tolk 1 · door Asa ingehuurd om de visioenen
van Shoko te vertalen
Karel Martin Ludvik bas-bariton · tolk 2 | stadswacht 2 | man 2 Henk van Heijnsbergen bas-bariton · tolk 3 Robert Buckland tenor · stadswacht 1 | man 1
Peter-Jan Wagemans 1952
Andreas weent 2010-2012 opera-musical in twee acten opdrachtwerk NTR ZaterdagMatinee (mede mogelijk gemaakt door het Fonds Podiumkunsten) – wereldpremière
Jurjen Stekelenburg boventiteling · Jan Panis geluidstechniek Hans Schellevis repetitor
pauze na acte I
O Peter-Jan Wagemans
Facebook
in het radio 4 concerthuis
en twitter
Met het Radio 4 Concert huis van radio4.nl verandert uw huiskamer in een con certzaal wanneer u dat wilt.
Volg het laatstenieuws rond de NTR ZaterdagMatinee op onze eigen Face book-pagina en klik ‘vind ik leuk!’
Vanaf deze week: een mu zikaal portret van Peter-Jan Wagemans. radio4.nl/concerthuis
tweede concert O-serie 52e seizoen • 20 oktober 2012
Idealisme, ontspoord
... en op twitter: @ZaterdagMatinee
Uitzending Radio 4 en terugluisteren via internet Deze NTR ZaterdagMatinee wordt rechtstreeks uitgezonden op Radio 4. Via de ZaterdagMatineewebsite kunt u de opname terugluisteren. www.zaterdagmatinee.nl
documentaires & concerten op nederland 2 zondag 21 oktober 13.00 uur - herhaling maandag 22 oktober 23.55 uur mémoires d’oubliettes - documentaire over het leven van jirˇí kylián. De 65-jarige Kylián heeft ruim honderd choreografieën op zijn naam. In Mémoires d’Oubliettes kijkt Kylián terug op zijn leven en carrière. Zijn jeugd in Praag, zijn op leiding aan het conservatorium aldaar, zijn vlucht naar Londen, de terugkeer tijdens de Praagse Lente, en na het neerslaan daarvan zijn reis naar Duitsland, met de allerlaatste trein die naar het Westen reed. Bij het Stuttgarter Ballett leerde hij zijn levenspartner en muze Sabine Kupfenberg kennen. De interviews worden afgewis seld met beelden van repetities en uitvoeringen van zijn wereldberoemde balletten. www.ntr.nl/ntrpodium
2
Dirk Buwalda
NTR Podium
‘Anarchistische Gewalttäter’, schreeuwt de kop van een poster die in de jaren ’70 waarschuwt voor de ‘Baader/Meinhof-Bande’. Honderdduizend Duitse Mark wordt beloofd aan degene die doorslaggevende tips heeft voor arrestatie van negentien leden van deze extreemlinkse groep, die worden afgebeeld met portretfoto’s. Peter-Jan Wagemans studeert in 1976 compositie in Freiburg. Als hij vanuit Nederland arriveert op het Duitse treinstation en overal dergelijke posters en voorpagina’s ziet met teksten als ‘Killer-Krieg gegen den Staat’ (zoals op Bild van 12 september 1977), beseft hij: de jaren ’60 vol optimistische verandering zijn definitief voorbij. Dit komt niet meer goed. “Het was op meerdere manieren verknald,” zegt Wagemans nu. “Geweldpleging was het stomste dat de linkse idealisten konden bedenken: zo lieten ze zien geen haar beter te zijn dan hun gevestigde conservatieve tegenstanders. Het was een verraad aan het ideaal van een anarchistische maar geweldloze en broederlijke vrijheid. Het leidde uiteindelijk tot de financiële problemen van nu. ‘Leen maar, koop maar’, werd het devies, en nu moeten we opeens een deel van de verzorgings-
staat schrappen.” Ruim vier decennia later blijkt die teloorgang van het idealisme vruchtbare thematiek voor een opera.
Anarchisten en een acupuncturist Het lijkt overzichtelijk. Wagemans schreef in 2006 eerst de enorm succesvolle en duizelingwekkende opera Legende, gebaseerd op De reizen en avonturen van Meester Prikkebeen. Na de concertante uitvoering in de ZaterdagMatinee onder leiding van Jaap van Zweden volgde in 2011 een geënsceneerde versie bij De Nederlandse Opera, eveneens een groot publiek succes. Logisch dat een nieuwe opdracht, zijn tweede opera Andreas weent, vervolgens niet lang uitbleef. Maar het daadwerkelijke ontstaansproces blijkt weerbarstiger. Het componeren van Andreas weent overlapt gedeeltelijk met het werk aan Legende. De nieuwe opera is oorspronkelijk een opdracht van het muziektheater van Freiburg. Wagemans heeft reeds een eerste akte in het Duits voltooid, als de opdracht wegens organisatorische wrevel, en uiteindelijk met wederzijdse instemming, wordt teruggetrokken. “Het was een moeizame start,” zegt Wagemans, “en dat was ook af te lezen
3
“De idealisten dachten met de vlag voorop te lopen, maar keken nooit achterom. Hadden ze dat wél gedaan, dan hadden ze gezien dat niemand achter hen aanliep.”
Floris Leeuwenberg
kapitalistische groep opgericht door Andreas Baader, Gudrun Ensslin, Horst Mahler en Ulrike Meinhof. De oprichters lieten zich onder meer inspireren door de Palestian Liberation Organisation en werden zelfs in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever door Palestijnen getraind. Ook nam men ideeën over van Che Guevara, waarbij het Maoïstische concept van een boerenguerrilla werd verplaatst naar de grote stad. De Rote Armee Fraktion genoot enige steun onder de West-Duitse Peter-Jan Wagemans bevolking, met name bij inwoners aan het werk dat ik tot dan toe had onder de veertig, die vonden dat het gedaan. Maar toch leek het een ontzetproces van denazificatie grondig was tend leuke opera te worden. Toen heb ik mislukt. Maar de acties van de RAF Kees Vlaardingerbroek en de Matinee werden steeds gewelddadiger, variërend bereid gevonden de opdracht over te van bankovervallen tot de moord op de nemen. De hele eerste akte heb ik directeur van de Dresdner Bank in 1977. overgedaan en in het Nederlands De belangrijkste oprichters waren toen omgezet. Daarna volgde de tweede akte. reeds opgepakt en pleegden zelfmoord Bij elkaar heeft het wel drie jaar gein de gevangenis. duurd, wat voor een stuk van twee uur Wagemans koppelt deze Duitse anaren een kwartier best lang is.” chisten aan de Japanner Shoko Asahara. In zijn nieuwe opera, waarvan de Deze slechtziende acupuncturist richtte componist ook het libretto schreef, in 1984 de monastieke orde Aum heeft Wagemans twee historische Shinrikyo op, gebaseerd op boeddhistivoorbeelden van in geweld ontsporend sche en taoïstische geschriften. Hij idealisme verwerkt. Enerzijds speelt de werd schuldig bevonden aan de gasaanBader/Meinhof-Bande, later tot Rote val op de metro van Tokio in 1995, Armee Fraktion omgedoopt, een bewaarbij dertien mensen overleden. In langrijke rol. In 1970 werd deze anti 2006 werd hij ter dood veroordeeld.
4
Idealisten en terroristen Hoe combineert Wagemans deze complexe geschiedenissen in één opera? “Het moest vooral geen documentaire of krimi worden,” benadrukt hij. “Waar het mij om gaat is de verglijdende schaal van idealist tot terrorist. Ze dachten met de vlag voorop te lopen, maar keken nooit achterom. Hadden ze dat wél gedaan, dan hadden ze gezien dat niemand achter hen aanliep. Die tragiek sprak mij aan, en is nog steeds actueel. Kijk maar naar het moslimterrorisme, al wilde ik met deze opera geen al te actuele discussie uitlokken of met het vingertje zwaaien.” Wat de RAF betreft, concentreert Wagemans zich op drie leden: Andreas Baader, Gudrun Ensslin en Jan-Carl Raspe. Ulrike Meinhof laat hij achterwege. “Die keuze bleek aantrekkelijk: daar kun je namelijk een driehoeksverhouding mee smeden. Ik noem ze Dries, Trune en Raps. Dries is de gekwelde idealist, iemand die buiten de maatschappij staat maar deze heel graag wil verbeteren. Trune is de kleinschalige idealist, die bij de eigen omgeving wil beginnen. Raps, vriend van Dries, is de meeloper en een student die nog bij zijn moeder woont. Hij is gitarist en ziet Dries/Andreas als de ideale tekst-
schrijver voor een eigen popbandje. Hij is bovendien gefrustreerd dat hij geen vriendin heeft, en krijgt natuurlijk een oogje op Trune/Gudrun.” Dat het een surrealistisch sprookje is geworden, blijkt uit de introductie van de figuur Shoko Asahara. “Hij was een echte terrorist, en meende de reïncarnatie van Jezus te zijn. Ik heb hem in tweeën geknipt. Asa is een volkomen hysterische homoseksueel, gezongen door een basso buffo. Hij wil een aanslag plegen en zo de wereld veranderen. Hij heeft een vriendje, Shoko, die tevens zijn goeroe en orakel is. Eigenlijk is Shoko onverstaanbaar, maar Shoko krijgt drie tolken die altijd precies zeggen wat Asa wil horen. Namelijk dat een aanslag gepleegd moet worden.” “De twee werelden komen elkaar tegen. Asa is gefascineerd door de popmuziek als een soort religie, waarbij een grote massa naar één popzanger luistert. Hij rekruteert Dries, die een protestliedje voor een menigte zingt. Er ontstaat een verbond, Dries is immers een mislukte Bob Dylan en verkoopt zijn ziel aan de duivel. Samen plegen ze de aanslag. Hierop komt de bevolking in actie, maar niet zoals Dries het gehoopt had. Het volk gaat namelijk op jacht naar de aanslagplegers. Dries wordt overhoop gestoken.
5
Anarchistische
Gewalttäter
te rijk en te grillig, niemand zal de vergelijking maken met Mamma mia. Ik probeer ergens tussen de musicals van Sondheim en mijn eigen stijl uit te komen.” Die ‘eigen stijl’ vindt de maker zelf moeilijk onder woorden te brengen. Hij doet toch een poging: “Ik probeer al Musical Wagemans geeft toe: de thematiek van jaren een soort gechromatiseerde vorm van diatoniek toe te passen. Wat je de opera is zwaar. Maar de muziek hoort is tamelijk diatonisch, volgens mocht dat niet zijn. “Na Legende de klassieke toonladders en drieklanwilde ik nieuwe stappen zetten in ken, maar met toevoeging van alles lichtheid. Veel nieuwe muziek lijdt wat die diatoniek nog steeds onder het verdere inkleuring Tristan-gevoel, waarverschaft.” Dus geen bij alles hevig en minimal music à la Glass, heviger moet zijn.” maar ook zeker geen maximaal Wagemans wilde een doorwrochte dissonantie. Dat wringend stijlcontrast. “Mijn Wagemans muziek wil schrijtekst is zelfs bijna in de stijl ven waarvan de muzikale en van de musical. Ga maar emotionele essentie duidelijk na: twee jongens vallen op is voor luisteraars die ook de Zesde hetzelfde meisje. Er is een duidelijke symfonie van Mahler begrijpen, is in slechterik, en een goeierik die het middels een beroemde uitspraak. “Als je moeilijk heeft. Onder die oppervlakte gaan diepere lagen schuil. Een deel van mijn muziek al wilt vergelijken, dan met Stravinsky,” voegt hij nu toe, “al de muziek heeft de opbouw van een heb ik ook goed gekeken naar de avantsong, er is ruimte voor dans. Maar de muzikale uitwerking is uiteindelijk veel garde rock van de band Henry Cow.” Trune, die inmiddels iets met Raps heeft, legt Dries uit dat het volk hem niet als redder, maar als vijand ziet. Dries/Andreas begrijpt het eindelijk en begint dan te wenen, heel lang te wenen.”
6
“Veel nieuwe muziek lijdt nog steeds onder het Tristangevoel, waarbij alles hevig en heviger moet zijn.”
Wagemans werkt graag in een pluralistische stijl. “Ik wil geen stijlen kopiëren of letterlijk citeren, maar wel gebruik maken van kenmerken van diverse muziektradities. Daar is niets nieuws aan, Beethoven hanteerde ook diverse stijlen. Het is hooguit nieuw omdat dit bij de generatie componisten vóór mij streng verboden was.” Door diverse stijlen met elkaar in contact te brengen, hoopt Wagemans zijn publiek in zijn muzikale vertelling mee te slepen, via harde overgangen van bijvoorbeeld ironisch via entertaining naar bloedernstig en van stripboek naar historische werkelijkheid. Er zijn indirecte verwijzingen naar de popmuziek van de jaren ’70, een elektrische gitaar speelt lange tremolo’s die elektronisch worden gestapeld. De aanslag komt via een soundfile tot klinken. “De explosie klinkt vanuit de verte. Hoe ik die heb opgenomen? Door in een kerk enorme stukken hout te laten vallen.”
Het onderscheid tussen terrorisme en nuance markeert Wagemans met een belangrijk muzikaal symbool: hoe genuanceerder het standpunt, des te melismatischer de muziek. Aan het eind van de opera sterft Andreas. Gudrun, die mede verantwoordelijk wordt gehouden voor de aanslag, weigert te vluchten. “Ze zingt een aria over de witte stad vol witte huizen en bomen, als metafoor voor het verlangen naar reinheid en idealisme. Hier klinken lang uitgerekte melisma’s. De aanslag, de ultieme terroristische daad, is daarentegen slechts één klap.” En het wenen van Andreas? “Dat heb ik niet letterlijk uitgecomponeerd, dat leek me te link. Het is ook niet de bedoeling dat je medelijden met hem krijgt, hij heeft immers meegewerkt aan die aanslag. Hij huilt omdat hij zijn eigen ideaal verraden heeft.” Floris Don
7
O tweede concert O-serie 52e seizoen • 20 oktober 2012
Synopsis
EERSTE ACTE
de uitbuiting van de boeren, ziet hij dat niet? Raps weet Trune toch weer aan het lachen te maken. Dries keert terug eerste tableau ‘Dries en ik woonden zo half samen” met zijn nieuwe protestgedicht en vindt Trune en Raps wat te intiem naar Fragmenten uit het verhoor van zijn zin. Hij zingt zijn nieuwe protestGutrune lied in pop-stijl (Lied: De verkondiging). Trune vindt het geweldig, maar Raps 1970, ergens in Berlijn, een straat in de heeft bezwaren: wanneer Dries echt zomer. In een kraakpand leeft Andreas (Dries), een aan lager wal geraakte jonge succes wil hebben, moet hij iets in musicalstijl maken: dan zullen de dichter met linkse sympathieën. Vol verachting kijkt hij door het raam naar mensen luisteren en zal hij beroemd worden. Dries is verontwaardigd, hij buiten, naar de mensen die het goed streeft niet naar roem of rijkdom. Raps hebben in de zon en niet willen weten besluit Dries’ tekst op straat te zingen, wat er allemaal mis is met de maatschappij. Hij hekelt hun indolentie (Lied voor de mensen, in musicalstijl. Trune, van Dries). Zijn vriendin Gutrune (Trune) en later ook Dries, sluiten zich bij hem aan (Lied: Het zwarte licht). komt binnen, zij bewondert haar wilde dichter zeer en wil seks met hem. Dries Het publiek luistert wel, maar de tekst vindt men pessimistisch gezeur – alsof wijst haar af, hij gaat verder schrijven zij ergens de schuld van krijgen! De drie aan zijn protestgedicht. Trune blijft worden door het volk opgepakt en gefrustreerd achter (Lied van Trune). teruggegooid in het kraakpand, waar Hun vriend Raps probeert Trune op te zij straatmuzikanten uitnodigen: een vrolijken (Lied van Raps). Hij is student, breakdancegroep. Dat is een stuk en kan een beetje gitaar spelen. Hij hoopt met z’n drieën een hit te maken, leuker. Maar één man, de Japanner Asa, heeft die hem veel geld en een vriendin gaat opleveren. Hij stelt Trune voor er samen goed geluisterd en is onder de indruk. Hij heeft gezien wat het lied van de drie vandoor te gaan (Verleidingslied van Raps). Trune wijst hem af en vertelt hem teweegbracht: golven van energie, een storm van beweging! over haar idealen: de honger in Afrika,
8
tweede tableau
derde tableau
‘en daar was die rare kerel’
‘en opeens was hij in de kamer’
In een riool ligt Asa, naakt op de vloer, omstrengeld door een reusachtige artificiële inktvis. In het inktvissenpak zit zijn geliefde en goeroe Shoko. Asa noemt hem meestal Moeder, omdat hij hem als de moeder van zijn spirituele beweging beschouwt. Eindelijk laat de inktvis los, en Asa vertelt Shoko wat hij eerder heeft gezien. Daarbij haalt hij de Ode an der Freude aan: ‘Seid umschlungen, Millionen!’ Asa neemt dit lied letterlijk en heeft het symbool van zijn beweging ervan afgeleid: de inktvis. Hij heeft een duister plan: Shoko moet verenigd worden met een reuzeninktvis, die hij Vader noemt. Dit zal hem een bom met enorme kracht opleveren. Dries, meent hij, is de enige die door zijn muziek genoeg kracht kan oproepen om zo’n reuzeninktvis te vangen. De reuzeninktvis bevindt zich in de wateren rond het eiland Rügen en zwemt rond in het ‘zware water’, zoals Asa dit noemt.
Terug in het kraakpand van Dries. De ramen zijn van buitenaf stevig dichtgemaakt met planken. Op de achtergrond is feestrumoer te horen. Dries is geschokt en vernederd. Hij vertelt over zijn motivatie, het vreselijke verleden van zijn vaderland, en de tekenen die hij ervan ziet in het huidige Berlijn. Hij heeft slechts de keuze uit twee mogelijkheden: hij is beest (meeloper) of mens (strijder voor rechtvaardigheid) (Lied: Mens of beest). Raps en Trune zitten verslagen naast hem, hun grote optreden is mislukt, niemand heeft geluisterd. Dries raakt steeds meer opgewonden: “Ik word alleen maar geslagen,” roept hij, “ik zie overal ratten.” Plotseling staat Asa, die uit het riool naar boven is geklommen en via het toilet is binnengekomen, in de kamer. Hij prijst hun muziek, en stelt veel geld en roem in het vooruitzicht. Maar dan moeten ze hem eerst helpen de reuzeninktvis te vinden. Ze stemmen in, ieder met een eigen reden (Kwartet).
9
vierde tableau ‘ja, en een beetje liefde hebben we ook nodig, toch?’
TWEEDE ACTE vijfde tableau ‘nou ja, ieder zijn geloof, niet’
Aan het strand van Rügen. Winter, het is koud. Raps en Trune wachten op Dries, die in zee aan het duiken is, op zoek naar de reuzeninktvis. Ze staren mismoedig over het water. Een jonge vrouw op het strand zingt een lied over eerlijkheid en ontferming als het belangrijkste gemis in het leven. Trune staart haar lang na. Dries duikt op uit de golven. Hij heeft nog geen inktvis gevonden. Wel delen van de Duitse geschiedenis: bierflessen, een kunstbeen, hakenkruizen, en dan weer veel bierflessen. Als Dries weer wegduikt, naderen Trune en Raps elkaar langzaam. Raps wil bier, Trune zoekt liefde. Raps wordt somber: hij wil ook wel liefde, maar met wie? Trune wil met hem een klein, eenvoudig liefdesliedje maken, geen groot gedicht om de wereld te redden. Raps dicht een paar regels, die Trune verandert in een lied. Terwijl ze hun liefdesliedje zingen, vraagt Dries, onder water en in zijn duikerspak, zich af hoe je een inktvis vangt. Plotseling duikt het dier op, gevolgd door een aantal kleinere exemplaren. Gewapend met megafoons zingen ze hun lied van de haat (Lied van de Sepia’s). Dries vangt de inktvis met zijn harpoen en brengt het dier naar de oppervlakte.
10
In het riool. Shoko, de goeroe van Asa, zit in een groot inktvissenpak op een troon. Drie tolken, volgelingen van Asa, staan klaar om zijn woorden te interpreteren. Eenmaal vertaald in begrijpelijke taal worden zijn uitspraken door hun opdrachtgevers gebruikt om moorden te plegen. Maar henzelf treft geen blaam, vinden ze (Lied van de tolken). Asa stormt binnen. Alvorens tot actie over te gaan wil hij het orakel Shoko raadplegen, om zo zijn daden te rechtvaardigen. Aanvankelijk zwijgt Shoko, en als Asa zich zelf tot de inktvis richt, spreekt deze een raadselachtig en moeilijk te volgen Japans. Op de boventiteling is te zien wat hij werkelijk zegt. De tolken hebben er de grootste moeite mee, en zijn het ook onderling niet eens. Langzaam lopen hun vertalingen de verkeerde kant op. Shoko spreekt over een innerlijke reiniging, de tolken vertalen dit als een reiniging van het vuil onder de stad; dat kunnen alleen de metro’s zijn! Asa is tevreden, dát wilde hij horen, en hij kan tot actie overgaan. Gezamelijk zingen ze hun lied (Nog één dag).
zesde tableau
achtste tableau
‘en liep ik zo’n beetje rond’
‘weet ik wat er achter mijn rug gebeurt?’
Trune loopt door de straten van Berlijn. Ze zingt het lied van de rechtvaardigheid. Ze splitst zich in twee figuren, samen zingen ze een duet over het verlangen naar eerlijkheid, ontferming, en de verdwenen vader achter de koude sterren.
Terug in het riool. De drie tolken zijn vertwijfeld: “We wilden de wereld redden, maar wie redt onze god?” Asa komt aanhollen met een enorme zwarte mantel, versierd met vele inktvisarmen. In de wand van het riool moet een gat gehakt, om bij de metro te komen. De tolken kijken verbijsterd naar de mantel. Is dat Vader? Ze willen Shoko wekken, maar Asa voelt daar zevende tableau niets voor. Zodra de mantel om Shoko ‘ik dacht: nu maak ik het uit’ heen is gelegd, hebben ze een krachtige bom geproduceerd, verwacht hij. Dries zit alleen in zijn kamer. ZenuwAls Shoko ontwaakt, beklaagt hij zich achtig overdenkt hij de woorden van Asa. “Bommen gooien in het bewustzijn over de mantel. Maar Asa wil niet meer van de mensen,” heeft Asa gezegd – ter- luisteren. Als de eerste tolk wil stoppen en zijn werktuig neerlegt, steekt Asa wijl hij normaal gesproken nog geen hem neer met een mes. Onmiddellijk muis kan doodmaken! Trune komt binnen. Ze gaat verhuizen en komt haar wordt een groot sepialeger met megafoons zichtbaar. Asa vertelt hen over de spullen ophalen. Ze krijgen een flinke ruzie. Dries verwijt haar aan te pappen toekomst, het land waarin geen tijd is, geen herinnering of verwachting, geen met zijn beste vriend en hem, op het vuil en tucht. Het leger antwoordt hem: moment van zijn actie, in de steek te “Rust, rust, broeders.” Temidden van laten. “Je was er nooit voor me,” anthet leger wordt Dries zichtbaar. Hij is woordt Trune. Ze meent dat ze bij de bang. Asa spreekt hem, heel dicht bij actie alles zullen verliezen. “Ik zal van je dromen, met de bom in mijn handen zijn oor, toe: nu gaat het gebeuren! Het sepialeger marcheert weg, samen met zal ik van je dromen,” zingt Dries. En Dries. In de verte klinkt een luide zij: “Beweeg, zoek, heb lief, nooit ontploffing. zongen we: moord”.
11
negende tableau ‘toen ging alles verkeerd en daarna hebben jullie me opgepakt’ Trune loopt met Raps door de straten van de stad. Buurtbewoners met een band om de arm rennen voorbij. Een van hen vertelt dat er een aanslag is gepleegd op de metro. Er zijn veel doden, en ze zoeken de daders. Steeds meer stadswachten hollen voorbij. Dries wordt gepakt, en de wachten schoppen en steken hem. Ze zingen een Lied van de vrolijke wraak: ze willen de daders vinden, voordat de politie dat doet, zodat ze het zelf kunnen ‘regelen’. Als ze weg zijn, zien Raps en Trune de bloedende Dries liggen. Raps gaat een dokter zoeken. Dries realiseert zich zijn debacle en begint te huilen, lang en ontroostbaar. Trune komt na enige tijd bij hem zitten. Raps heeft geen dokter kunnen vinden: de revolutie is uitgebroken. Dries leeft op: “de revolutie?” De stadswachten zijn slaags geraakt met de politie, en ook onderling. Een groep heeft een groot pamflet opgehangen, waarop staat dat ze het niet langer pikken: ze zijn tegen inktvissen, Japanners, dich-
tende linkse kunstenaars en intellectuele praatjes. Dát is revolutie! Dries zakt teleurgesteld op de grond. Trune vreest dat alleen zij drieën nog over zijn. Dries zegt te sterven, maar volgens de anderen is dat onzin: het idealisme kán niet sterven – “Sta op!” Maar Dries blijft liggen. Dood. Er klinken nog meer ontploffingen. Raps schrikt op: ze moeten vluchten, ze zijn immers de vrienden van een terrorist – straks worden ze ook gelyncht! Maar Trune weigert op de vlucht te slaan; ze wil stand houden en haar lied zingen, het lied van de witte stad, de stad van reinheid en idealisme. Ze heeft niets slechts gedaan, meent zij, en altijd het goede gewild. Doodsbang begint ze te zingen. Er klinken meer ontploffingen op de achtergrond. Raps, wanhopig, wil vluchten, maar ook Trune niet in de steek laten. Hij geeft zich gewonnen en kiest haar kant. Terwijl de stadswachten argwanend komen aansluipen, zingen ze samen het lied van de witte stad...
Peter-Jan Wagemans
12
tweede concert O-serie 52e seizoen • 20 oktober 2012
Uitvoerenden Michael Schønwandt Michael Schønwandt is in september 2010 aangetreden als chef-dirigent van de Radio Kamer Filharmonie. Hij volgde in die functie Jaap van Zweden op. Voordien was hij artistiek leider van het Koninklijk Orkest en de Koninklijke Opera in zijn geboortestad Kopenhagen (2000-2011), chef-dirigent van het Berliner Sinfonieorchester (1992-1998), en eerste gastdirigent van de Koninklijke Muntschouwburg in Brussel (1984-87), het Deens Nationaal Radio Symfonie orkest (1987-2000) en deFilharmonie. Momenteel is hij eerste gastdirigent bij het Staatstheater Stuttgart. Met de Koninklijke Opera van Kopenhagen voerde Michael Schønwandt een breed repertoire uit, uiteenlopend van Mozart tot Ligeti. In 2006 dirigeerde hij er Wagners Ring in het nieuwe operagebouw. Daarnaast maakte hij zijn opwachting in diverse grote operahuizen, waaronder het Royal Opera House Covent Garden, de Koninklijke Munt in Brussel, de Wiener Staatsoper en de operahuizen van Parijs, Nice, Stuttgart, Berlijn (Deutsche Oper), Keulen en Bayreuth (Die Meistersinger). Recent stonden Lulu (Opéra National de Paris), Die Frau ohne Schatten (Kopenhagen) en
Wozzeck (Stuttgart) op het programma. Schønwandt dirigeerde onder andere de Berliner en Wiener Philharmoniker, het Koninklijk Concertgebouworkest, de Wiener Symphoniker, het Philharmonia Orchestra, het London Philharmonic en London Symphony Orchestra (Beethovens pianoconcerten met Alfred Brendel), het Orchestra of the Age of Enlightenment, het Hallé Orchestra, het Budapest Festival Orchestra, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, deFilharmonie, en de radio-orkesten van Wenen, de BBC en de Bayerische Rundfunk. De muziek van Denemarken geniet Schønwandts bijzondere interesse. Hij
Hans van der Woerd
¡Revolución!
O
13
wordt algemeen beschouwd als grote kenner van de muziek van Carl Nielsen, van wie hij alle symfonieën en concerten opnam. Tevens legde hij alle symfonieën van Niels Gade en Christoph Weyse op cd vast. Zijn belangstelling voor hedendaagse muziek resulteerde in talrijke eerste uitvoeringen van werken van Deense componisten als Poul Ruders, alsook composities van onder anderen Henze en Kurtág. Voor het label Chandos maakte Schønwandt opnamen met het Deens Nationaal Radio Symfonieorkest; de registratie van Strauss’ Salome werd door het tijdschrift Gramophone geprezen als de beste opname van dit werk ooit. Ook de recente dvd van de Ring uit Kopenhagen heeft veel prijzen gekregen.
Gijs Leenaars Gijs Leenaars is artistiek leider van Bachkoor Holland en Capella Frisiae en was tot dit seizoen assistent-dirigent bij de Radio Kamer Filharmonie en het Radio Filharmonisch Orkest. Hij wordt geregeld gevraagd bij La Filarmonica di Torino in Italië en als repetitor bij Cappella Amsterdam en het Nederlands Kamerkoor. Dit seizoen dirigeert hij concerten bij onder meer Cappella Amsterdam, het Residentie Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en de Radio Kamer Filharmonie. Hij werkte sinds het seizoen 2004-2005
14
geregeld samen met het Groot Omroepkoor, eerst als assistent-dirigent, en daarna als gastdirigent. Met ingang van het seizoen 2012-2013 volgt hij Celso Antunes op als chef-dirigent van het Groot Omroepkoor. Gijs Leenaars ontving orkestdirectielessen van Joop van Zon, studeerde koordirectie bij Jos Vermunt en zang bij Paula de Wit.
Pascal Pittie Na zijn debuut als Albert Herring (Vlaamse Opera) zong de Nederlandse tenor Pascal Pittie bij De Nederlandse Opera de rol van Kohout in Het sluwe vosje, Diener in Capriccio, 2. Schäfer in Daphne, 4. Jude in Salome, Harry in La fanciulla del West, 3. Junger Offizier in Die Soldaten en Maintop in Billy Budd. Verder trad hij op bij De Nationale Reisopera als 1. Offizier in Der Prinz von Homburg van Henze, als Barbarigo in I due Foscari, in Die Zauberflöte en Hippolyte et Aricie. Bij het Noord Nederlands Orkest vertolkte hij de rol van Alfred in Die Fledermaus, bij de Zomeropera Alden Biesen Aap in Peter Schats Aap verslaat de Knekelgeest, in het Festspielhaus Baden-Baden 4. Jude in Salome en in Opera Garden Aberdeen de rollen Prologue en Peter Quint in The Turn of the screw. Pascal Pittie studeerde aan het Maastrichtse Conservatorium bij Mya Besselink en aan de Opera Studio in Amsterdam. Hij volgde masterclasses bij
Anthony Rolfe Johnson, Elly Ameling en Semjon Skigin. Eerder in de Matinee: Puccini Manon Lescaut (2004), Wagner Die Meistersinger von Nürnberg (2009), Wagner Parsifal (2010), Saint-Saëns Samson et Dalila (2011), Strauss Salome (2011)
Olivia Vermeulen Al tijdens haar studie aan de Universität der Künste in Berlijn zong de Nederlandse mezzosopraan Olivia Vermeulen in diverse Duitse theaters de rol van Penelope in Il ritorno d’Ulisse in patria (een productie van de Komische Oper Berlin), Ramiro in Mozarts La finta giardiniera en in Reinhard Keisers Arsinoë (Berliner Festspiele). Zij volgde masterclasses bij Andreas Scholl, Thomas Quasthoff, René Jacobs, Irwin Gage en Dietrich Fischer-Dieskau en was aangesloten bij de Operastudio van de Komische Oper Berlin. Recentelijk was zij gecontracteerd als Oberto in Händels Alcina (Händel Festival Halle; Andrea Marcon), Serpetta in La serva padrona en Pulcinella (Filharmonie van Moskou), Enfant in L’enfant et les sortilèges (concertant in het Bolsjoj Theater in Moskou; Vladimir Jurowski), voor Bachs Hohe Messe (Musica Viva in Moskou), Mozarts Requiem (Moskou en St. Petersburg), en Mendelssohns Ein Sommernachtstraum (Utrecht, De Vrijdag van Vredenburg), en
als Angelina in La cenerentola en Cherubino in Le nozze di Figaro (beide bij de Potsdamer Winteroper).
Gijs Van der Linden Gijs Van der Linden begon zijn zangopleiding als lid van het Antwerps Kathedraalkoor, en studeerde vervolgens aan de conservatoria van Antwerpen en Gent. Aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth werd hij onder meer door José Van Dam begeleid. In seizoen 2009/2010 vertolkte hij de rol van Rodriguez in Massenets Don Quichotte, Van Dams afscheidsproductie. Vorig seizoen (2011/2012) was hij als lid van het solisten-ensemble van de Vlaamse Opera te horen als Jack O’Brien/Tobby Higgins in Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny, Don Luigino in Il viaggio a Reims, Trabuco in La forza del destino, Ramon in Rumor van de Duitse componist Christian Jost (wereldpremière), Carlos in Donizetti’s Le Duc d’Albe en Remendado in Carmen. Gijs Van der Linden werkt regelmatig mee aan producties van het Vlaams Radio Koor, Cappella Bruggensis, In Ex Tempore, Octopus, Het Antwerps Mannenkoor en de Beethoven Akademie. Hij zong bovendien Mozarts Requiem (zijn debuut als solist, in 2005), Orffs Carmina Burana, de Messa di gloria van Rossini en Telemanns Johannes-Passion.
15
Huub Claessens Een derde prijs en de ‘Europese prijs voor het lied’ bij de Koningin Elizabeth Wedstrijd in 1986 betekende voor bas-bariton Huub Claessens de start van een groot aantal liedrecitals. In 1984 maakte hij al zijn operadebuut als Roberto in I vespri siciliani bij De Nederlandse Opera. Hij vertolkte er verder rollen in Il prigioniero (Dallapiccola), La fianciulla del West, Parsifal en Die Meistersinger von Nürnberg en in Hier° van Guus Jansen. Ook was hij te horen als Don Alfonso in Così fan tutte, Colline in La bohème en in Pelléas et Melisande. Bij de Nationale Reisopera zong hij rollen als Schaunard in La bohème, Collatinus in The Rape of Lucretia, Papageno en Sprecher in Die Zauberflöte en Masetto en Leporello in Don Giovanni. Claessens maakte zijn debuut bij de Salzburger Festspiele, de Wiener Staatsoper en het Parijse Théâtre Châtelet in de wereld première van Die schwarze Maske van Krzysztof Penderecki onder leiding van Herbert von Karajan. Sindsdien wordt hij veel gevraagd voor eerste uitvoeringen: van de titelrol in Walter Hus’ opera Orfeo in Brussel, Parijs, Wenen en Berlijn (1993) tot Der Turm van Claude Lenners in het Grand Théâtre du Luxembourg, vorig seizoen, en Blanche-Neige van Marius-Felix Lange bij de Opéra national du Rhin in Straatsburg dit jaar.
16
Eerder in de Matinee: Strauss Arabella (1996), Zuidam Suster Bertken (2010)
Lisette Bolle De Nederlandse sopraan Lisette Bolle studeerde aan het Utrechts conservatorium. In 2004 won zij de Christina Deutekom Prijs op het gelijknamige concours, en in 2007 ontving zij de Vriendenprijs van de Vereniging Nationale Reisopera voor haar vertolking van Konstanze in Die Entführung aus dem Serail. Zij zong verder Fiordiligi in Così fan tutte o.l.v. Jan Willem de Vriend, Alice Ford in Falstaff in het Teatro Civico in La Spezia, het Teatro Regio di Parma, in Milaan en op het Operafestival van Barga in Italië, en Rosalinde in Die Fledermaus (een productie van het Noord Nederlands Orkest o.l.v. Balázs Kócsar). Afgelopen seizoen zong Lisette Bolle bij De Nederlandse Opera 5. Magd in Elektra, 1. Knappe en 1. Blumenmädchen in Parsifal en Una voce dal cielo in Don Carlo. Eerder in de Matinee: Strauss Salome (2011)
Yves Saelens Na zijn studie aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel en het Juilliard Opera Center in New York won de Belgische tenor Yves Saelens diverse concoursen en volgde hij masterclasses
bij o.a. Christoph Eschenbach, Peter Schreier, Ian Partridge, Roger Vignoles, Marilyn Horne, Christa Ludwig en Helmut Deutsch. In Europa, Noord-Amerika en Azië zong hij de grote cantates, missen en oratoria, van Bachs Weihnachtsoratorium tot Berlioz’ Requiem, van Haydns Die Schöpfung tot Puccini’s Messa di Gloria, van Schumanns Das Paradies und die Peri tot Andrew Lloyd Webbers Requiem. Hij maakte solo-cd’s met liederen van o.a. Robert Franz, Hugo Wolf, Beethoven, Schumann, Grieg en Richard Strauss. Met Asko|Schönberg zong hij Reinbert de Leeuws transcriptie van Mahlers Lied von der Erde. Yves Saelens heeft Mozartrollen als Tamino, Belmonte, Don Ottavio, Ferrando en Idomeneo op zijn repertoire, en verder rollen als Rinuccio (Gianni Schicchi), Pinkerton (Madama Butterfly), Alfredo (La traviata), Fenton (Falstaff), Narraboth (Salome) en David (Die Meistersinger von Nürnberg). Hij werkte mee aan de wereldpremières van La strada van Luc Van Hove, Affaire étrangère van Valentin Villenave en zong Legende van Peter-Jan Wagemans. Saelenstrad op in de grote Franse en Belgische theaters, waaronder Le Châtelet en Les Champs-Élysées in Parijs, in Barcelona, Frankfurt en Leipzig, en bij De Nederlandse Opera, de Nationale Reisopera en Opera Zuid. Hij stond
bovendien op de podia van Carnegie Hall, het Amsterdamse Concertgebouw, het Konzerthaus Wien, Gulbenkian Foundation in Lissabon en Suntory Hall Tokyo, en trad op bij de festivals van Aix-en-Provence en Montpellier. Eerder in de Matinee: Donizetti Lucie de Lammermoor (2008), Debussy La chute de la maison Usher (2008)
Olivier Berten De Belgische bariton Olivier Berten studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel, en verder bij o.a. Udo Reinemann aan de conservatoria van Amsterdam en Metz. Hij studeerde bovendien barokzang bij Monique Zanetti en Greta De Reyghere. Hij maakte zijn debuut aan de Koninklijke Muntschouwburg in december 2007 in de rol van Brühlmann (Massenets Werther). Voorjaar 2008 zong hij bij de Vlaamse Opera (en ook in diverse Nederlandse steden) de hoofdrol in Villa Vivaldi van Wouter van Looy en Jan Van Outryve. Met het Filharmonisch Orkest van Luik werkte hij mee aan L’enfant et les sortilèges; bij de Opéra Royal de Wallonie verleende hij twee opeenvolgende seizoenen zijn medewerking aan de wereldpremières van Ne criez-pas au loup van Raffaele Sargenti (2011) en Sybil et les Silhouettes van Line Adam (2012). Olivier Berten is lid van de ensembles Scherzi
17
Musicali, Vox Luminis en de Cappella Pratensis.
Henk van Heijnsbergen
Jeroen van Zijp
18
Robert Buckland De tenor Robert Buckland begon als koorzanger bij de Regensburger Domspatzen, en trad toen op met het Huelgas Ensemble, het Collegium Vocale Gent en De Nederlandse Bachvereniging. Hij is momenteel verbonden aan het jongesolistenensemble Vox Luminis. Hij zong solo in de Passionen en het Weihnachtsoratorium van Bach, missen van Schubert, Mozart en Haydn, en de rollen van Acis in Händels Acis and Galathea en Aeneas in Purcells Dido and Aeneas. Hij werkte samen met orkesten als Concerto Köln en het Combattimento Consort, en met dirigenten als Frieder Bernius, Jos van Veldhoven, Jan Willem de Vriend, Joshua Rifkin, Guy van Waas, Peter van Heyghen en Pieter Jan Leusink. In 2008 voltooide hij met onderscheiding het Koninklijk Conservatorium, in 2008-2009 was hij lid van de Operastudio Nederland. Momenteel wordt Robert Buckland door de tenor Marcel Reijans en de pianist Hans Schellevis gecoached. Eerder in de Matinee: Wagner Die Meister singer von Nürnberg (2009) E. Vyaznikova
De Nederlandse bas-bariton Henk van Heijnsbergen treedt veelvuldig op met Karel Martin Ludvik de Omroeporkesten, De Canadese bas-bari- het Noord Nederlands Orkest, het ton Karel Martin Limburgs Symfonie Ludvik studeerde in Orkest, het Brabants Montréal, aan de Hochschule für Musik Orkest en het Residentie Orkest. Interin Augsburg en aan nationaal verwierf de Dutch National hij naam door Opera Academy. Hij uitvoeringen met volgde masterclasses bij Thomas Hampson, werk van Stockhausen, onder leiding Helmut Deutsch, van de componist Brigitte Fassbaender zelf. Begin jaren ’90 en Rudolf Jansen. maakte hij zijn operadebuut in Der Momenteel wordt hij gecoached door Freischütz (Eremit) bij de Nationale Margreet Honig en Tom Krause. Zijn Reisopera (toen Opera Forum). Zijn repertoire strekt zich uit van renaissanrepertoire omvat verder rollen als Micha cemuziek tot hedendaagse werken. Hij in Die verkaufte Braut, Nourabad in Les zong Mozart-rollen als Don Giovanni, pêcheurs des perles, Basilio in Il barbiere di Almaviva en Papageno, maar ook de rol Siviglia, Abimélech in Samson et Dalila, van Martin bij de wereldpremière van Colline in La bohème, Angelotti in Tosca, Martin Streda van Andrew Svoboda in Billy Jackrabbit in La fanciulla del West, New York en tijdens de Operadagen Rotterdam (2010). Op het concertpodium Monterone in Rigoletto, Mr. Flint in Billy Budd en Soerin in Schoppenvrouw. Hij was hij te horen in Bachs Matthäus- en Johannes-Passion, de Hohe Messe, Bruckners zong bovendien Stravinsky’s Threni en de wereldpremiere van Richard III van Mis in f, Perceptions van Goebajdoelina, Battistelli. Niet alleen het Holland Händels Messiah, Mahlers Das klagende Festival (Machinist Hopkins van Max Brand Lied en Schönbergs Ode to Napoleon en Een ziel van hout van Robert HeppeBonaparte. Als liedzanger trad hij onder ner), maar ook De Nederlandse Opera meer op tijdens het Mozartfestival Augsburg en het Festival d’Aix-en-Proven- nodigden Henk van Heijnsbergen voor diverse producties uit (Fidelio, Die Frau ce. ohne Schatten, A Midsummernight’s Dream, Salome). Eerder in de Matinee o.a. Wellesz Die Bak chantinnen (2005), Stravinsky Les noces
(2005), Cilea Adriana Lecouvreur (2006), Keuris To Brooklyn Bridge (2006), Puccini La fanciulla del West (2006), Wagemans Legende (2007), Berlioz La damnation de Faust (2011), Saint-Saëns Samson et Dalila (2011), Strauss Salome (2011)
Radio Kamer Filharmonie De Radio Kamer Filharmonie (RKF) is een veelzijdig orkest met een breed en gevarieerd repertoire. Het orkest treedt in verschillende bezettingen op, van barokformatie tot ensemble voor hedendaagse muziek. Michael Schønwandt is chef-dirigent en artistiek leider. Vaste gastdirigenten zijn Philippe Herreweghe en James MacMillan; eredirigenten zijn Frans Brüggen en voormalig chef-dirigent Jaap van Zweden. Als gevolg van de drastische bezuinigingen die het demissionaire kabinet-Rutte het Muziekcentrum van de Omroep heeft opgelegd wordt de Radio Kamer Filharmonie per augustus 2013 opgeheven. De RKF levert een belangrijk aandeel aan de series NTR ZaterdagMatinee, het Zondagochtend Concert en de Robeco Zomerconcerten in het Amsterdamse Concertgebouw, De Vrijdag van Vredenburg in Utrecht en de serie NTR maakt hoorbaar in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Al deze concerten worden uitgezonden via Radio 4. Veel van deze concerten worden ook geregistreerd voor live internet-streams en tv-uitzendingen. De RKF is verder regelmatig te beluisteren in de educatieve serie De Magische Muziekfabriek, de Internationale Gaudeamus Muziekweek en het Holland Festival. De RKF is befaamd vanwege gedreven uitvoeringen van hedendaags repertoire. Op het festival voor nieuwe muziek in Donaueschingen verzorgde de RKF onder leiding van Peter Eötvös in oktober 2010 vier wereldpremières. De eerste concertante Nederlandse uitvoering van
19
Dusapins Faustus, the last night door de RKF in de NTR ZaterdagMatinee leverde in datzelfde jaar jubelende recensies op. Anderzijds geniet de RKF een bijzondere reputatie in de uitvoering van bekend en onbekend repertoire van oude meesters onder leiding van specialisten op het gebied van de historische uitvoeringspraktijk. De afgelopen seizoenen werkte de RKF hierin samen met onder anderen Harry Christophers, Andrew Manze, Masaaki Suzuki, Kenneth Montgomery en John Nelson, en uiteraard met de vaste gastdirigenten Frans Brüggen en Philippe Herreweghe. De veelzijdigheid van de Radio Kamer Filharmonie wordt weerspiegeld in de cd-catalogus van het orkest. Deze bevat opnamen uiteenlopend van Beethoven, Haydn en Stravinsky tot Tristan Keuris, Henk Badings, Otto Ketting, Richard Rijnvos en James MacMillan. www.radiokamerfilharmonie.nl v olg de radio kamer filharmonie op twitter (@radiokamerfilh) en facebook
Putnin ¸ š, met oude-muziekspecialisten als Frans Brüggen, Philippe Herreweghe, Nikolaus Harnoncourt en Ton Koopman, en in het grote koor-symfonische repertoire met onder anderen Jaap van Zweden, Riccardo Chailly, Peter Eötvös, Sir Simon Rattle en Mariss Jansons. Het Groot Omroepkoor treedt veelal op met het Radio Filharmonisch Orkest en de Radio Kamer Filharmonie in de series van de publieke omroep, en wordt daarnaast geregeld uitgenodigd door het Koninklijk Concertgebouworkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en de Berliner Philharmoniker. Het Groot Omroepkoor is geregeld te gast in de NTR ZaterdagMatinee. In deze concerten voerde het koor wereldpremières uit en werken van hedendaagse componisten als Ligeti, Boulez, Birtwistle, Kagel, Reich, Wagemans, Adès en Adams. Op cd’s schittert het Groot Omroepkoor in een breed repertoire met opnamen van onder meer Keuris, MacMillan, Mahler, Poulenc, Rossini en Wagner. De eerste officiële chef-dirigent van het Groot Omroepkoor was Kenneth Montgomery. Na hem waren respectievelijk Groot Omroepkoor Het Groot Omroepkoor is met 74 vocalis- Robin Gritton, Martin Wright, Simon Halsey en Celso Antunes chef-dirigent ten het grootste professionele koor van van het koor. Met ingang van seizoen Nederland. Sinds de oprichting in 1946 2012-2013 is Gijs Leenaars chef-dirigent. voert het koor een breed repertoire, Michael Gläser is vaste gastdirigent van uiteenlopend van barok tot en met het koor sinds september 2010. eigentijdse muziek. Voor de uitvoering www.grootomroepkoor.nl van dit repertoire werkt het koor in wisselende bezettingen, afhankelijk van volg het groot omroepkoor op twitter (@grootomroepkoor) en het werk en de wens van de dirigent. Het facebook Groot Omroepkoor werkte samen met gastdirigenten als Marcus Creed, Peter Dijkstra, Stefan Parkman en Kaspars
20
Radio Kamer Filharmonie chef-dirigent
eerste viool
klarinet
Michael Schønwandt
Nadia Wijzenbeek Dimiter Tchernookov Josje ter Haar Julija Hartig Pedja Milosavljevic Gerrie Rodenhuis Ruud Wagemakers Carolina Woltjer
Harmen de Boer Esther Misbeek - ook es-klarinet Diede Brantjes - ook basklarinet & contrabasklarinet
tweede viool
hoorn
Mintje van Lier Ian van den Berk Wouter Groesz Marjolijn Oonk Frits Wagenvoorde Maartje Kraan
Laurens Otto Rebecca Grannetia Lies Molenaar Sergei Dovgaliouk
ere-dirigenten
Jaap van Zweden Frans Brüggen vaste gastdirigenten
Philippe Herreweghe James MacMillan
fagot
Hajime Konoe Desirée van Vliet - ook contrafagot
trompet altviool
Vilem Kijonka Maurits Wijzenbeek Sabine Duch Marjolijn van der Grintenda Silva Rosa Lotte de Vries Örze Adam
Rik Knarren Jacco Groenendijk Frank Braafhart trombone
Victor Belmonte Albert Cassiel Anton Domènech Cyril Scheepmaker
cello
tuba
Michael Stirling Naftali Gurevich Gé Bartman Sebastiaan van Eck
Arjan Stroop
contrabas
slagwerk
Boris Kozlov Norma Brooks Jim Schultz Boris Oostendorp
Mark Haeldermans Vincent Cox Christiaan Saris
fluit
harp
Ingrid Geerlings Carolien van ’t Hof - ook piccolo & altfluit Ellen Alberts - ook piccolo & altfluit
Kerstin Scholten Miriam Overlach
pauken
Maarten Smit
piano/synthesizer hobo
Pauline Post
Aisling Casey Vicki Laws - ook hobo d’amore Marjolein Koning - ook althobo
elektrische gitaar
Wiek Hijmans
21
de de volgen n e rt e c con
Groot Omroepkoor chef-dirigent
TENOR
Gijs Leenaars
Alan Belk Eyjólfur Eyjólfsson Peter-Paul Houtmortels Falco van Loon Matthew Minter Henk Vels
vaste gastdirigent
Michael Gläser sopraan
Annelie Brinkhof Mariëlle Kirkels Tanja Obalski Judith Petra Margo Post Maja Roodveldt alt
Nicoline Bovens Els Liebregt Dirtzen Rinkleff Anjolet Rotteveel Lisinka de Vries Pierrette de Zwaan
22
Peter Duyster Joep van Geffen Henk van Heijnsbergen Pieter Hendriks Mitchell Sandler Bastiaan Witsenburg
zaterdag 3 november, 14.15 uur Concertgebouw Amsterdam serie A
‘Behoedzaam loop ik op kristallen’
Sibelius en de Denen
Asko|Schönberg Reinbert de Leeuw dirigent
Radio Kamer Filharmonie Michael Schønwandt dirigent
Natalya Zagorinskaya sopraan Leo van Doeselaar orgel
Martin Fröst klarinet
Niël Drie koralen voor orgel Dallapiccola uit Liriche greche: 5 frammenti di Saffo Webern Fünf Stücke für Orchester opus 10 Kurtág Vier capriccio’s Kurtág Liederen naar gedichten van Anna Achmatova Webern Sechs Stücke für Orchester opus 6
Vaste pianist
Ben Martin Weijand
hans van der Woerd
Groot Omroepkoor en Gijs Leenaars
BAS
zaterdag 27 oktober, 14.15 uur Concertgebouw Amsterdam serie E
Horneman Delen uit de toneelmuziek voor Gurre Sørensen Serenidad (Klarinetconcert) (opdrachtwerk Filharmonisch Orkest van Tampere, KölnMusik en NTR ZaterdagMatinee - wereldpremière) Gade Efterklange af Ossian Sibelius Derde symfonie
Michael Schønwandt, de opvolger van Jaap van Zweden bij de Radio Kamer Filharmonie, presenteert de muzikale Elke afzonderlijke noot van Webern rijkdom van zijn Deense vaderland. tintelt van spanning en geladen is met Uitgangspunt is de wereldpremière van betekenis. Weberns stijl, zijn gave met het klarinetconcert Serenidad van Bent een paar tonen een ‘hele roman’ te Sørensen. Sørensen (1958) schreef het vertellen, heeft een generatie componis- werk voor de briljante Zweedse klarinetten beïnvloed, onder wie Dallapiccola. tist Martin Fröst. De muziek van SørenOok de Hongaar György Kurtág besen “doet denken aan iets dat ik nog schouwt hem als zijn geestelijk vader. nooit gehoord heb,” schreef een criticus. Op het programma staan onder andere Zijn werk is uitgesproken Scandinavisch Kurtágs Liederen naar gedichten van Anna in kleur en gebaar. Op de fundamenten Achmatova. Kurtágs subtiele klank van de Deense romantiek – Horneman, gedichten getuigen van eenzaamheid. Gade – schept hij echter een heel eigen “En de hele stad”, dicht Achmatova, “is klankwereld. Ook de muziek van de Fin gehuld in ijs. Bomen, muren, sneeuw – Sibelius – waarin mythologie en natuurals onder glas. Behoedzaam loop ik op beleving samenkomen – vormt voor kristallen.” Sørensen een springplank.
23
de de volgen n e concert
Ronald Brautigam
Marco Borggreve
Erik Bosgraaf
Marco Borggreve
Nicola Benedetti
Grandioze romantiek
Schumann & Brahms
vrijdag 2 november, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
vrijdag 16 november, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
Radio Filharmonisch Orkest James Gaffigan dirigent Nicola Benedetti viool Tsjaikovski Vojevoda, opus 78 Korngold Vioolconcert Prokofjev Zevende symfonie
Radio Kamer Filharmonie Philippe Herreweghe dirigent Ronald Brautigam piano H. Andriessen Ricercare Schumann Vierde symfonie Brahms Eerste pianoconcert
Jupiter en nachtegaal
Hoornfenomeen Vlatkovic´
vrijdag 9 november, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
vrijdag 23 november 2012, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn, Utrecht
Radio Kamer Filharmonie Andreas Delfs dirigent Erik Bosgraaf blokfluit Hol Eerste symfonie · Bach Concerto in D BWV 1053 · Van Eyck Comagain; Het Engelse Nachtegaeltje uit ‘Der Fluyten Lust-Hof’ · Mozart Symfonie nr. 41 ‘Jupiter’
Radio Kamer Filharmonie Groot Omroepvrouwenkoor Andrés Orozco-Estrada dirigent Radovan Vlatkovic´ hoorn Chabrier À la musique Pijper Deux ballades de Paul Fort Strauss Tweede hoornconcert Dvorˇák Zevende symfonie
24