openingsavond

openingsavond 24-09-2015

 opening  jv samuel

 inleiding  afscheid arjan en gert-jan  pauze  indelingen jr + sr  sluiting

 jan-geert baan  jordy van der boon  albert brandemann  hennie groothedde  ronald overbeek  peter slootweg  edwin stolker

 jan stunnenberg  martin van woerden

 voor de vereniging  de avond begint op half acht: kom op tijd!

 gebruik de ingang aan de hyacinthenstraat.  bezorg de buren geen overlast!  eerbied  tijdens gebed, zingen en bijbellezen is er absolute eerbied

 snoepen  snoepen mag, maar hou het wel een beetje normaal  na de vereniging  ga zo snel mogelijk naar huis

 bezorg de buren geen overlast!

 algemeen  wees goed voor elkaar en de leiding

 veroorzaak geen ergernis bij anderen  luister naar elkaar en heb aandacht voor elkaar  pest elkaar nooit

en Jezus zeide tot hem:

matth. 22: 37 - 40 gij zult liefhebben den Heere, uw God, met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand. dit is het eerste en het grote gebod. en het tweede aan dit gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.

 thuis!  aftellen!  strijd!

 overleven!

samen met papa en mama en mijn grote broer galip woon ik in kobani, noord-syrië omdat het oorlog is vluchten wij naar turkije. dat is maar een klein eindje, zegt papa alleen papa krijgt niet de goede papieren en wij moeten weer verder papa kent een man die ons in een oud bootje zet om naar een ander land te gaan de boot is niet goed en we zinken. mama, galip en ik kunnen niet zwemmen. papa probeert ons te helpen maar dat lukt niet. er is niemand die ons komt helpen en we verdrinken.

Markus. 10: 14 - 16

maar Jezus, dat ziende, nam het zeer kwalijk, en zeide tot hen: laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods.

voorwaar zeg Ik u: zo wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt, gelijk een kindeken, die zal in hetzelve geenszins ingaan. en Hij omving ze met Zijn armen, en de handen op hen gelegd hebbende, zegende Hij dezelve.

'k wou vluchten, maar kon nergens heen, zodat mijn dood voorhanden scheen, en alle hoop mij gans ontviel, daar niemand zorgde voor mijn ziel. ik riep tot U, ik zeid': o Heer', gij zijt mijn toevlucht, sterkt' en eer; gij zijt, zolang ik leef, mijn deel, mijn God, Wien ik mij aanbeveel.

1 De opperste Wijsheid heeft Haar huis gebouwd; Zij heeft Haar zeven pilaren gehouwen. 2 Zij heeft Haar slachtvee geslacht. Zij heeft Haar wijn gemengd; ook heeft Zij Haar tafel toegericht.

der wijsheid, en de wetenschap der heiligen is verstand. 11 Want door Mij zullen uw dagen vermenigvuldigen, en de jaren des levens zullen u toegedaan worden.

12 Indien gij wijs zijt, gij zijt wijs voor 3 Zij heeft Haar dienstmaagden uzelven; en zijt gij een spotter, gij zult het uitgezonden; Zij nodigt op de tinnen van alleen dragen. de hoogten der stad: 13 Een zotte vrouw is woelachtig, de 4 Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts! slechtigheid zelve, en weet niet met al. Tot de verstandeloze zegt Zij: 14 En zij zit aan de deur van haar huis, 5 Komt, eet van Mijn brood, en drinkt van op een stoel, op de hoge plaatsen der den wijn, dien Ik gemengd heb. stad;

vrouw wijsheid

6 Verlaat de slechtigheden, en leeft; en treedt in den weg des verstands.

(zit voor haar huis)

15 Om te roepen degenen, die op den weg voorbijgaan, die hun paden recht maken, zeggende:

7 Wie den spotter tuchtigt, behaalt zich schande; en die den goddeloze bestraft, zijn 16 Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts; schandvlek. en tot den verstandeloze zegt zij: 8 Bestraf den spotter niet, opdat hij u niet hate; bestraf den wijze, en hij zal u liefhebben.

17 De gestolen wateren zijn zoet, en het verborgen brood is liefelijk.

18 Maar hij weet niet, dat aldaar doden 9 Leer den wijze, zo zal hij nog wijzer zijn; haar genoden zijn in de diepten der worden; onderwijs den rechtvaardige, zo zal hel. hij in leer toenemen. 10 De vreze des HEEREN is het beginsel

(heeft haar huis gebouwd) vrouw dwaasheid

twee vrouwen | twee huizen

 2 vrouwen / 2 stemmen / 2 lokroepen  wie moet je volgen?  kennis maken met:

 vrouw Wijsheid  vrouw dwaasheid  beide vrouwen willen:  invloed op jouw leven

3 Zij heeft Haar dienstmaagden uitgezonden; Zij nodigt op de tinnen van de hoogten der stad: 4 Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts! Tot de verstandeloze zegt Zij:

 dat je naar hen luistert

5 Komt, eet van Mijn brood, en drinkt van den wijn, dien Ik gemengd heb.

 jij aan hun kant komt te staan

6 Verlaat de slechtigheden, en leeft; en treedt in den weg des verstands.

15 Om te roepen degenen, die op den weg voorbijgaan, die hun paden recht maken, zeggende: 16 Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts; en tot den verstandeloze zegt zij: 17 De gestolen wateren zijn zoet, en het verborgen brood is liefelijk.

 wie is zij / wat doet zij  een huis gebouwd (mannenwerk, sterke vrouw)  slachtvee geslacht  wijn gemengd  tafel gedekt (feestmaal, inwijdingsfeest)  hoe denkt zij  besluitvaardig

 daadkrachtige energieke vrouw: dienstmaagden  wat wil zij  mensen uitnodigen om een feestmaal vieren

1 De opperste Wijsheid heeft Haar huis gebouwd; Zij heeft Haar zeven pilaren gehouwen. 2 Zij heeft Haar slachtvee geslacht. Zij heeft Haar wijn gemengd; ook heeft Zij Haar tafel toegericht. 3 Zij heeft Haar dienstmaagden uitgezonden; Zij nodigt op de tinnen van de hoogten der stad: 4 Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts! Tot de verstandeloze zegt Zij: 5 Komt, eet van Mijn brood, en drinkt van den wijn, dien Ik gemengd heb. 6 Verlaat de slechtigheden, en leeft; en treedt in den weg des verstands.

 wie wordt uitgenodigd voor het feest  niet de elite  slechten: naïf / jong / onervaren  verstandenloze  wat staat er in de uitnodiging  eet van Mijn brood  drink van Mijn wijn

 oproep  verlaat de slechtigheid en leef  treedt in de weg van het verstand

1 De opperste Wijsheid heeft Haar huis gebouwd; Zij heeft Haar zeven pilaren gehouwen. 2 Zij heeft Haar slachtvee geslacht. Zij heeft Haar wijn gemengd; ook heeft Zij Haar tafel toegericht. 3 Zij heeft Haar dienstmaagden uitgezonden; Zij nodigt op de tinnen van de hoogten der stad: 4 Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts! Tot de verstandeloze zegt Zij: 5 Komt, eet van Mijn brood, en drinkt van den wijn, dien Ik gemengd heb. 6 Verlaat de slechtigheden, en leeft; en treedt in den weg des verstands.

 wie is zij / wat doet zij  ze zit aan de deur op een stoel  niet actief, doet niks  zij zit, zelfingenomen / trots  hoe denkt zij  zij imiteert vrouw Wijsheid:

“wie is slecht? Hij kere zich herwaarts

 wat wil zij  mensen lokken in haar huis om te eten van haar

menu:  gestolen wateren - oneerlijkheid  verborgen brood - heimelijk / stiekem

13 Een zotte vrouw is woelachtig, de slechtigheid zelve, en weet niet met al. 14 En zij zit aan de deur van haar huis, op een stoel, op de hoge plaatsen der stad;

15 Om te roepen degenen, die op den weg voorbijgaan, die hun paden recht maken, zeggende: 16 Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts; en tot den verstandeloze zegt zij: 17 De gestolen wateren zijn zoet, en het verborgen brood is liefelijk. 18 Maar hij weet niet, dat aldaar doden zijn; haar genoden zijn in de diepten der hel.

 wie wordt uitgenodigd om binnen te komen  iedereen die voorbijgaat  verstandenloze  wat staat er in de uitnodiging  “kom bij mij en geniet van mij”  oproep  Mensen in de val lokken

13 Een zotte vrouw is woelachtig, de slechtigheid zelve, en weet niet met al. 14 En zij zit aan de deur van haar huis, op een stoel, op de hoge plaatsen der stad;

15 Om te roepen degenen, die op den weg voorbijgaan, die hun paden recht maken, zeggende: 16 Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts; en tot den verstandeloze zegt zij: 17 De gestolen wateren zijn zoet, en het verborgen brood is liefelijk. 18 Maar hij weet niet, dat aldaar doden zijn; haar genoden zijn in de diepten der hel.

vrouw wijsheid

vrouw dwaasheid

 “kom in Mijn huis”

 kom in mijn huis

 “eet met Mij mee”

 “eet met mij mee”

 opperste Wijsheid

 Afgoden

 wil jou bij Haar hebben

 wil jou in de val lokken

(gemeenschap)  is Uniek

(intieme band)  is een na-aper

Ik zal met vreugd in 't huis des HEEREN gaan, Om daar met lof Uw groten naam te danken. Jeruzalem, gij hoort die blijde klanken: Elk heff' met mij den lof des HEEREN aan!

 baay, dani

 vught, peter van

 baay, nick

 vught, stefan van

 ‘t gilde, stefan

 winkel, peter van

 groeningen, gabriël van  kleppe, gerco  koole, martijn  ligtenberg, robert  oossanen, menno van  verboom, willem  verschoor, andries

 bouterse, jan

 reijerkerk, sam

 dubbeldam, gerhard

 ringma, arjan

 dubbeldam joel

 vink, coen

 duijvenvoorde, maarten van

 weijers, tim

 grisnich, johan

 baaij, justan

 heijboer, kars

 bouma, marijn

 heijns, xander

 brandemann, jelle

 kesteren, guido van

 butter, rick den

 kesteren, thomas van

 dubbeldam, henk-jan

 ligtenberg, lars

 harinck, lorenz

 munsteren, teddo

 reijerkerk, floren

 nieuwenhuis, rob

 stunnenberg, martijn

 overbeek, maurice

 weststrate, job

 reijerkerk, bart

arjan voshart gert-jan den butter

 Zolder bekijken  Info website