Openbaar advies B en W Stads- en Milieubeheer Ruimtelijke ordening en Milieubeheer
registratienummer opsteller advies telefoonnummer paraaf chef/sectorhoofd paraaf sectorcontroller medeparaaf sector portefeuillehouder raadscommissie postcode
2002004607 Rinus Remijnse 010-5931798
de heer J.F. Koen commissie stads - en milieubeheer alle postcodes
Onderwerp: Advies B en W 220 Wijziging Woningwet Maassluis, 6 januari 2003 Inhoud van dit advies Inleiding Op 1 januari 2003 is de gewijzigde Woningwet in werking getreden. Op deze datum zijn bovendien drie algemene maatregelen van bestuur op grond van de Woningwet (WW) in werking getreden, te weten het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning (Biab), het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb) en het geconverteerde Bouwbesluit. Antennes tot 5 meter voor mobiele telecommunicatie en de C-2000 antenne-opstelpunten (onbeperkte hoogte) waren per 15 augustus 2002 reeds bouwvergunningvrij geworden. De wijzigingen in de Woningwet hebben betrekking op de bouwvergunningsprocedures, de introductie van de gefaseerde bouwvergunning, alsmede op het welstandstoezicht. In het nieuwe Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken worden de bouwwerken aangewezen waarvoor ingevolge het gewijzigde artikel 43 van de Woningwet geen bouwvergunning nodig is en worden de bouwwerken aangewezen die niet een reguliere, maar een lichte bouwvergunning behoeven. Het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning regelt de wijze van inrichting en indiening van een aanvraag om bouwvergunning. Wijzigingen in de Woningwet 1. De categorie meldingsplichtige bouwwerken en het daarmee samenhangende Besluit meldingsplichtige bouwwerken is vervallen. 2. De categorie vergunningsvrije bouwwerken is aanzienlijk uitgebreid. 3. De vergunningplichtige bouwwerken zijn onderverdeeld in licht-vergunningplichtige en regulier vergunningplichtige bouwwerken. 4. De gefaseerde bouwvergunning (eerste en tweede fase) is formeel vastgelegd. 5. De beslistermijnen zijn verkort. Het verlengen van deze termijnen is (van de gemeenteraad) naar uw college verlegd. 6. Het welstandstoezicht is gewijzigd. 7. Uniformiteit in aanvragen om bouwvergunning.
1
Ad 1. Vervallen meldingplichtige bouwwerken Een groot deel van deze vervallen categorie bouwwerken zijn vergunningsvrij geworden. Een deel is ook (licht-) vergunningplichtig geworden. Ad 2. Uitbreiding vergunningsvrije bouwwerken De vergunningsvrije bouwwerken zijn niet meer in de WW opgesomd maar limitatief in het Bblb. Deze categorie beperkt zich tot de achtergevel (en soms ook de zijgevel) van een gebouw. Voor de voorzijde is altijd een bouwvergunning nodig. Voor een uitvoerig overzicht van deze categorie bouwwerken (voorwaarden enz.) wordt verwezen naar de bij deze nota behorende bijlage. Ik volsta hier met een aantal voorbeelden. a) Bijgebouwen op een zij- of achtererf tot maximaal 30 m². b) Aan- of uitbouw op een zij- of achtererf, bijv. een serre, een aan- of uitgebouwde bergruimte of een garage. c) Het aanbrengen, wegnemen of veranderen van kozijnen of andere gevelpanelen en elementen aan zij- of achtergevel. d) Het aanbrengen van zonnecollectoren voor zonneboilers of verwarmingssystemen. e) Het plaatsen van (schotel)antennes met een doorsnede van ten hoogste 2 meter (was 1 meter) en een maximale hoogte van 3 meter. f) Het plaatsen van GSM-antennes tot 5 meter die voldoen aan bepaalde kenmerken. g) Het plaatsen van speeltoestellen, tuinmeubilair, straatmeubilair. h) Het plaatsen van een afvalcontainer niet hoger dan 2 m en tot maximaal 4 m². i) Het aanbrengen van dakkapellen en dakramen die voldoen aan bepaalde kenmerken. j) Het plaatsen van bouwwerken voor wegaanduiding en verkeersgeleiding ten dienste van het weg-, spoorweg-, water- of luchtverkeer. k) Het plaatsen van een C2000-mastlocatie voor mobiele communicatie van nietcommerciële hulpverleningsdiensten. l) Het plaatsen van een zonwering, rolhek of rolluik bij woningen en woongebouwen. m) Het plaatsen van een zonwering, rolhek of rolluik bij andere gebouwen dan woningen die voldoen aan bepaalde kenmerken. n) Het plaatsen van afscheiding tussen balkons of dakterrassen. Er is geen sprake van een vergunningsvrij bouwwerk indien gebouwd wordt op, aan of bij een monument of in een beschermd stads- of dorpsgezicht. In dat geval is er sprake van een licht-bouwvergunningplichtig bouwwerk. Een preventieve toetsing aan bestemmingsplan, Bouwbesluit, bouwverordening, redelijke eisen van welstand of Monumentenwet vindt niet plaats. Wel zal het bouwplan moeten voldoen aan Bouwbesluit. Dit kan eerst achteraf worden getoetst, waarna kan worden aangeschreven tot het hiermee in overeenstemming brengen. Er kan ook repressief (achteraf) getoetst worden aan de welstand. Het gaat hier om een excessenregeling. Het moet dan gaan om ernstige strijd met redelijke eisen van welstand. Ad 3. Licht- en regulier bouwvergunningplichtige bouwwerken Licht-bouwvergunningplichtig zijn die bouwwerken die niet aan alle kenmerken voldoen van een bouwvergunningvrij bouwwerk, zij het dat ook hieraan nog enige kenmerken verbonden zijn. Voldoen de bouwwerken ook daar niet aan zijn ze automatisch regulier vergunningplichtig. De lichtvergunningplichtige bouwwerken mogen alleen worden getoetst aan het bestemmingsplan, het Bouwbesluit (uitsluitend de constructieve veiligheid) en de bouwverordening (uitsluitend voor zover de voorschriften van stedenbouwkundige aard zijn). Ten aanzien van het welstandstoezicht heeft uw college de vrijheid de aanvragen om een lichte bouwvergunning aan de welstandscommissie voor te leggen (was ook zo bij de meldingplichtige bouwwerken).
2
Voor de reguliere bouwwerken vindt, zoals reeds eerder het geval was, een volledige toets plaats (bestemmingsplan, Bouwbesluit (in zijn geheel), de bouwverordening (in zijn geheel), de redelijke eisen van welstand en eventueel Monumentenwet. Ad 4. De gefaseerde bouwvergunning De aanvrager kan aan uw college verzoeken een aanvraag om een reguliere vergunning gefaseerd te behandelen. Uw college is daartoe ook verplicht. Een dergelijke behandeling kent twee fasen. Een beslissing valt ook in twee aparte delen uiteen. Om te kunnen bouwen heeft de aanvrager beide delen nodig. Een aanvraag om bouwvergunning tweede fase kan eerst worden gedaan na afloop van de beslistermijn voor de eerste fase. Tegen zowel de bouwvergunning eerste fase als de bouwvergunning tweede fase is afzonderlijk bezwaar en beroep mogelijk. In de eerste fase wordt het bouwplan getoetst aan het bestemmingsplan, de stedenbouwkundige voorschriften in de bouwverordening, de redelijke eisen van welstand en de monumentenregeling. In de tweede fase wordt het bouwplan getoetst aan het Bouwbesluit en de nietstedenbouwkundige voorschriften van de bouwverordening. Tevens moet worden bezien of voldaan wordt/is aan de bouwvergunning eerste fase. Eerst na verlening van de bouwvergunning tweede fase kan de bouw een aanvang nemen. Ad 5. Beslistermijnen c.q. verlengen De beslistermijnen op een aanvraag om bouwvergunning zijn fatale termijnen. Overschrijding van deze termijnen betekent dat er van rechtswege een bouwvergunning is verleend. Onder de term “beslissen” wordt niet alleen een bestuurlijke handeling van uw college verstaan, maar ook de bekendmaking daarvan aan de aanvrager. Voor de licht-vergunningplichtige bouwwerken geldt een beslistermijn van 6 weken. Hier geldt geen verdagingstermijn. Voor de regulier vergunningplichtige bouwwerken geldt een beslistermijn van 12 weken (was onder het vorige regiem 13 weken). Deze termijn kan eenmaal met ten hoogste zes weken worden verlengd (was onder het oude regiem 13 weken). Anders dan onder de vigeur van de vorige WW is voor zo’n verdaging geen goedkeuring meer nodig van de gemeenteraad. Onder het oude regiem is van de verdagingsmogelijkheid nauwelijks gebruik gemaakt. Nu er geen tussenkomst van de gemeenteraad meer is mag aangenomen worden dat in de toekomst wel gebruik zal worden gemaakt van de verdagingsmogelijkheid. Wel moet jaarlijks aan de raad verslag worden uitgebracht over de wijze waarop van de verdagingsmogelijkheid gebruik is gemaakt. De totale beslistermijn kan dus 18 weken bedragen. Wanneer om een gefaseerde bouwvergunning wordt verzocht zal zowel in de eerste als de tweede fase binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag moeten worden beslist. De beslissing omtrent een aanvraag om bouwvergunning eerste of tweede fase, kan eenmaal met ten hoogste zes weken worden verdaagd. De totale beslistermijn kan derhalve 24 weken bedragen. Ad 6 Gewijzigd welstandstoezicht Het welstandstoezicht is ingrijpend gewijzigd. De wijzigingen zijn zowel procedureel als inhoudelijk van aard. Procedurele wijzigingen. De samenstelling, inrichting en werkwijze van de welstandscommissie moeten worden opgenomen in de bouwverordening.
3
Een welstandscommissie is niet langer een commissie van onafhankelijke deskundigen. Een welstandscommissie is thans een door de gemeenteraadbenoemde onafhankelijke commissie die aan uw college advies uitbrengt. Dus ook burgers die niet specifiek deskundig zijn één van de relevante vakdisciplines kunnen worden benoemd. De voorzitter en de leden kunnen ten hoogste voor een termijn van drie jaren worden benoemd. Zij kunnen eenmaal voor drie jaar in dezelfde commissie worden herbenoemd. De vergaderingen van de commissie, waarin het welstandsadvies formeel wordt vastgesteld, zijn openbaar. Deze verplichting geldt niet voor informeel vooroverleg over een toekomstig bouwplan. Jaarlijks zal de welstandscommissie zich schriftelijk moeten verantwoorden aan de gemeenteraad. Ook uw college heeft een jaarlijkse rapportageplicht aan de raad over hoe u bent omgegaan met de uitvoering van het welstandsbeleid. Om de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de welstandsbeoordeling te benadrukken biedt de nieuwe WW uw college de mogelijkheid om, mits duidelijk gemotiveerd, af te wijken van een welstandsadvies, indien andere (bijv. maatschappelijke of economische) belangen dit wenselijk maken. Materiële wijzigingen Tot 1 juli 2004 krijgen de gemeenten de gelegenheid om beleidsregels vast te stellen waarin in elk geval de criteria zijn opgenomen die uw college toepast bij de beoordeling van bouwwerken aan de redelijke eisen van welstand. Zonder een welstandsnota is het vanaf 1 juli 2004 niet langer mogelijk om vergunningplichtige bouwwerken preventief aan een welstandstoets te onderwerpen. Reeds in zijn vergadering van 23 mei 2000 heeft de gemeenteraad, min of meer vooruitlopend op de wijziging van de WW, de Nota Welstandsbeleid 2000 algemeen en voor kleine bouwwerken vastgesteld. Deze nota’s zullen op een aantal punten moeten worden aangepast. Ad 7. Uniformiteit bouwaanvragen De vereisten waaraan een aanvraag om bouwvergunning moest voldoen waren tot 1 januari 2003 opgenomen in de bouwverordening. Per 1 januari 2003 geldt het Biab. De hierin gestelde eisen zijn uitputtend bedoeld en mogen niet worden uitgebreid via de bouwverordening. De bepalingen met betrekking tot het uit te voeren bodemonderzoek zijn ook in het Biab opgenomen. Per 1 januari geldt ook een uniform aanvraagformulier bouwvergunning. Financiële consequenties Verwacht mag worden dat door de uitbreiding van het aantal vergunningsvrije bouwwerken de legesopbrengsten enigszins zullen verminderen. Dat zal zeker niet spectaculair zijn. Het betreft meestal kleine bouwwerken met een kleine bouwsom, dus ook niet veel leges. De Legesverordening is inmiddels aangepast aan de nieuwe Woningwet. Personele en organisatorische consequenties Eerder is aangegeven dat we, voor wat betreft de beslistermijnen, te maken hebben met fatale termijnen. Dat wil zeggen: indien niet tijdig is beslist (en tevens ook aan de aanvrager medegedeeld), is er een van rechtswege verleende vergunning. Alle in deze nota genoemde beslistermijnen kunnen, met uitzondering van die voor de licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken, worden verdaagd. Zonder tussenkomst van de gemeenteraad. De verwachting is dat deze termijnen, ook zonder verdaging, kunnen worden gehaald. De praktijk zal echter uitsluitsel moeten geven of de termijnen, eventueel na verdaging, haalbaar zijn en er niet sprake is van fictieve vergunningverleningen. Mocht dat laatste het geval zijn dan zou overwogen kunnen worden een aantal beslissingen van uw college te mandateren aan hetzij de portefeuillehouder, hetzij het sectorhoofd, hetzij het afdelingshoofd.
4
Wanneer een bouwvergunning geweigerd moet worden, anders dan wegens strijd met het bestemmingsplan (strijd met Bouwbesluit, bouwverordening, welstand) kan de termijn krap worden om tijdig te reageren. Ook in dit geval kan overwogen een weigering te mandateren. Juridische consequenties Bij elke wetswijziging geldt een z.g. overgangsrecht. Zo ook bij de gewijzigde Woningwet. Bouwaanvragen en meldingen welke voor 1 januari 2003 zijn ingediend worden overeenkomstig het oude recht afgehandeld. Bouwwerken waarvoor reeds voor 1 januari 2003 bouwvergunning was verleend dan wel een akkoordverklaring was afgegeven, maar die op 1 januari 2003 vergunningsvrij zijn geworden, mogen worden gebouwd in afwijking van de vergunning dan wel de akkoordverklaring. Uiteraard moet wel voldaan worden aan de in het Bblb gestelde kenmerken en moet er voldaan worden aan het Bouwbesluit. Voor bouwen dat tot 1 januari 2003 vergunningsvrij was, maar daarna niet meer, geldt een spiegelbeeldconstructie. De nieuwe wetgeving blijft dan buiten toepassing. Voorwaarde is wel, dat reeds voor 1 januari 2003 met de bouw is aangevangen. Onder de nieuwe wetgeving niet meer verschuldigde bouwleges behoeven niet te worden gerestitueerd. Als gevolg van de gewijzigde WW zal de bouwverordening moeten worden aangepast. De VNG heeft inmiddels een serie wijzigingen van de bouwverordening uitgebracht. Uw college kan binnen niet al te lange tijd een raadvoorstel tot wijziging van de bouwverordening tegemoet zien. Communicatieparagraaf Met betrekking tot de gewijzigde wetgeving zijn door het Ministerie van VROM diverse brochure “Spelregels voor bouwen en verbouwen” uitgebracht. Ook zijn diverse informatiebladen opgesteld met betrekking tot diverse bouwwerken (aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, kozijn- en gevelwijzigingen, dakkapellen, erf- en perceelafscheidingen, dakramen, zonnecollectoren en zonnepanelen, (schotel) antennes). Al dit informatiemateriaal is voor de burger beschikbaar. Van de wijziging is via postbus 51 kennis gegeven. In de Schakel is reeds aandacht gegeven aan de wijziging. Daarbij is o.a. verwezen naar de website van het Ministerie van VROM. Ambtelijk advies aan burgemeester en wethouders Onderwerp: Advies B en W 220 Wijziging Woningwet Registratienummer: 2002004607 Het college besluit: De inhoud van de gewijzigde Woningwet voor kennisgeving aannemen. Besluit burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2003 Conform het ambtelijk advies. Bestuurssamenvatting Onderwerp: Advies B en W 220 Wijziging Woningwet Registratienummer: 2002004607 Per 1 januari 2003 is de gewijzigde Woningwet in werking getreden. De wijziging heeft met name betrekking op het hoofdstuk over de bouwvergunningen. De categorie meldingplichtige bouwwerken is vervallen. Het aantal vergunningsvrije bouwwerken is aanzienlijk uitgebreid. De bouwvergunningplichtige bouwwerken is onderverdeeld in licht-bouwvergunningplichtige en regulier bouwvergunningplichtige bouwwerken. De gefaseerde bouwvergunningverlening is formeel vastgelegd. Ook het welstandstoezicht is gewijzigd. De gemeenteraad moet een welstandsnota opstellen. De vergaderingen van de welstandscommissie zijn voor ieder toegankelijk.
5