Opdrachten bij
De bestuurlijke kaart van de Europese Unie Instellingen, besluitvorming en beleid
Anna van der Vleuten (red.)
bussum 2012
Deze opdrachten horen bij het boek De bestuurlijke kaart van de Europese Unie van Anna van der Vleuten (red.).
© 2010 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro). Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum
[email protected] www.coutinho.nl Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. ISBN 978 90 469 0322 3 NUR 754
Opdrachten bij
De bestuurlijke kaart van de Europese Unie – 2/8
Opdracht 1.1 Geschiedenis Het Europese integratieproces is met horten en stoten verlopen. Periodes van optimisme werden afgewisseld door periodes van stagnatie. Geef hiervan twee voorbeelden. Vaak wordt na een periode van stagnatie pas vooruitgang geboekt door externe crises of veranderingen op het nationale politieke toneel. Zoek van beide situaties een voorbeeld.
Opdracht 1.2 De ‘founding fathers’ en ‘founding mothers’ ▷ Maak gezamenlijk een lijst van personen die een belangrijke rol speelden in het integratieproces. ▷ Iedere student stelt een korte biografie op van een persoon uit de lijst.
Opdracht 2.1 Reconstructie van het besluitvormingsproces met
betrekking tot een Europese ‘wet’ (verordening, richtlijn, kaderrichtlijn, besluit, aanbeveling, …) Kies een Europese wet op een terrein dat je interessant vindt. Dat pak je als volgt aan. ▷ Bron: de website van de EU, http://europa.eu/ ▷ ga naar Tabblad Beleid en Activiteiten ▷ ga naar Beleidsterreinen > kies een van de beleidsterreinen ▷ ga naar Wetgeving. Kijk wat er zoal recent tot stand is gekomen ▷ Kies een van de thema’s (trefwoord) of binnen dat thema een specifiek besluit met nummer ▷ ga terug naar het tabblad met Wetgeving ▷ ga onderaan naar Zoeken in Prelex ▷ vul daar je trefwoord of het nummer van het besluit in ▷ je komt op het overzicht van de ‘interinstitutionele procedures’ van het besluit. Het inhoudelijke traject: vat de inhoud van de wet samen: welk probleem moest worden opgelost, welk doel, middelen, instrumenten? Het proces: ▷ welke besluitvormingsprocedure is gevolgd en waarom? (M.a.w., welke verdragsbasis heeft dit besluit?); ▷ chronologisch: welke actor nam welk initiatief? Welke actoren waren er achtereenvolgens bij betrokken (niet alleen ‘de Commissie’, maar specifiek commissaris Orban, directeur-generaal Quintin, rapporteur Van der Burg, enzovoort)?
Opdrachten bij
De bestuurlijke kaart van de Europese Unie – 3/8
De uitkomst: ▷ open de ‘tussentijdse documenten’ en noem de belangrijkste amendementen en bijstellingen; ▷ beargumenteer welke actoren ‘gewonnen’ resp. verloren hebben.
Opdracht 3.1
Wat doet een Eurocommissaris? Volg gedurende een bepaalde periode (een week? een maand?) de gangen van een van de 27 commissarissen: via hun website en weblog, berichtgeving op www.euobserver.com en in de Nederlandse pers. ▷ Houd een chronologisch logboek bij van de werkzaamheden. ▷ Geef een samenvattend overzicht van de werkzaamheden: categoriseer de bezigheden volgens de taken van de Commissie en creëer waar nodig eigen categorieën. ▷ Houd een korte presentatie. ▷ Vergelijk de verschillende commissarissen en hun taken.
Opdracht 4.1
Het Europees Parlement Ga naar de website van het Europees Parlement. Hoeveel van de amendementen die de betrokken Eurocommissie heeft ingediend tijdens de onderhandelingen over de ‘REACH’ verordening (Regulation 2006/1907 of the European Parliament and of the Council of 18 December 2006 concerning the Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals (REACH)) tijdens de eerste lezing, zijn ook daadwerkelijk aangenomen in de plenaire sessie van het Europees Parlement?
Opdracht 4.2
De burger Alle burgers van de Europese Unie hebben het recht vragen te stellen aan het Europees Parlement. Welke vragen worden veel gesteld door burgers aan het Europees Parlement? Hoe zou je zelf een vraag kunnen indienen?
Opdracht 6.1
Het Hof Ga naar de website van het Hof, en kies een recent arrest (2005 of later) over een kwestie die je interesseert. Klik op het zaaknummer om de volledige tekst van het arrest te zien. ▷ Gaat het om een interinstitutioneel conflict, een inbreukprocedure of een prejudiciële beslissing? Welke partijen zijn erbij betrokken? Vat de zaak en de uitspraak van het Hof kort samen. Wie heeft gelijk gekregen?
Opdrachten bij
De bestuurlijke kaart van de Europese Unie – 4/8
Opdracht 6.2
De Rekenkamer Zoek de volgende informatie: ▷ Waar komen de inkomsten van de EU vandaan? ▷ Waar gaf de EU in 2008 haar geld aan uit?
Opdracht 12.1
EU en non-proliferatie Onderzoek hoe de EU voorkomt dat kernwapens verspreid worden.
Opdracht 12.2
EU extern optreden Ga aan de hand van een casestudy na (Darfur; Kosovo; Bosnië; Iran; Georgië; enzovoort) welk buitenlands beleid de EU ontplooit en koppel dat aan a) effectiviteit en b) gemeenschappelijk Europees belang of niet. Bespreek vervolgens met medestudenten de uitkomsten van de casestudy's.
Opdracht 14.1
De EU in de media Verzamel gedurende één week in een aantal (Nederlandse of buitenlandse) kranten de berichten over de Europese Unie. Analyseer deze berichten aan de hand van de volgende vragen: ▷ Welke plek heeft het bericht in de krant (voorpagina, binnenland/ buitenland, redactioneel commentaar, apart katern)? ▷ Is het bericht neutraal of gekleurd? ▷ Gaat het bericht in op hoofdlijnen van beleid of op details? ▷ Wie worden er in het bericht aan het woord gelaten? ▷ Wordt in het bericht duidelijk wat de standpunten van de betrokken partijen zijn? Welke (voorlopige) conclusie trek je hieruit over de manier waarop Europa in beeld wordt gebracht?
Opdrachten bij
De bestuurlijke kaart van de Europese Unie – 5/8
Opdracht 14.2 Neem drie verschillende uitgaven van de Eurobarometer, bijvoorbeeld jaren tachtig, jaren negentig en een recent jaar. Kijk daarbij naar de cijfers over invloed, vertrouwen, bevoegdheden van Europa of een ander onderwerp dat in hoofdstuk 14 aan bod is geweest. Vergelijk nu de opvattingen van burgers in deze periodes: ▷ Zijn er grote verschillen/overeenkomsten te zien door de tijd heen? ▷ Zijn er grote verschillen/overeenkomsten tussen de landen? ▷ Kun je verbanden ontdekken tussen de verschillende onderwerpen die met democratie en legitimiteit te maken hebben? Probeer op basis van je voorkennis en de informatie in dit boek een aantal verklaringen te bedenken voor de gevonden verschillen en overeenkomsten.
Opdracht 14.3 Bestudeer de tekst van het Verdrag van Lissabon (alleen het deel Verdrag van de EU). ▷ Welke rechten (en plichten) van burgers kom je hierin tegen? ▷ In hoeverre is dit veranderd vergeleken met het Verdrag van Rome?
Opdracht 15.1
Het Nederlandse EU-beleid Bestudeer hoofdstuk 15; zet uiteen hoe de coördinatie van het Nederlandse standpunt verloopt. Waar bevinden zich volgens jou (potentiële) knelpunten in het Nederlandse proces van standpuntbepaling? Hoe zou het Nederlandse proces van nationale standpuntbepaling op die punten verbeterd kunnen worden? Doe minstens twee concrete voorstellen.
Opdracht 15.2
Nederlandse standpuntbepaling Ga naar de website van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken > tabblad Europese Zaken > Europese Unie > Hoe komt het Nederlandse standpunt tot stand? > rechtsboven: Zie ook BNC fiches > kies een voorstel. ▷ Vat het Commissievoorstel kort samen. ▷ Vat vervolgens het Nederlandse standpunt samen (puntsgewijs: positieve en negatieve kritiek, onderbouwing ervan). ▷ Hoe schat je de haalbaarheid in van het Nederlandse standpunt? Onderbouw je antwoord.
Opdrachten bij
De bestuurlijke kaart van de Europese Unie – 6/8
Opdracht 16.1
De kaart Praat, aan de hand van een simpele kaart van Europa en buurlanden (opgehangen of geprojecteerd), met medestudenten over: ▷ de landen die erbij horen c.q. erbij willen horen; ▷ de landen die er niet bij horen en er niet bij willen horen; ▷ de ontwikkeling van de EU; ▷ de grenzen van de EU, de witte vlekken op de kaart; ▷ het Europese ‘nabuurschapsbeleid’.
Opdracht 16.2
Toetreding – Commissie Voer in kleine groepjes een onderzoek uit naar de volgende vraag: ‘Wanneer zijn de buurlanden klaar om te mogen toetreden?’ Bereid een advies voor dat de verantwoordelijke Commissaris aan de Raad en het Europees Parlement kan voorleggen. Doe het volgende: ▷ Zoek op hoe de toetredingsprocedure verloopt en aan welke criteria een land moet voldoen. ▷ Om een idee te hebben van de wijze waarop criteria gemeten worden en van de informatie die nodig is bekijk je het advies van de Commissie met betrekking tot de kandidatuur van een van de Oost- en CentraalEuropese landen die in 2004 toetraden. ▷ Kies met twee tot drie studenten een land (Albanië, Armenië, Azerbeidzjan, Bosnië-Herzegovina, Kroatië, Macedonië (FYROM), Moldavië, Montenegro, Oekraïne, Servië, Turkije, IJsland) en stel een advies aan Raad en Parlement op.
Opdracht 16.3 Toetreding – Raad van Ministers, Nederlandse standpuntbepaling
Beleidsadvies - Schriftelijke opdracht met presentatie over de toetreding van een bepaald land ▷ De opdracht wordt in groepjes gemaakt. ▷ Elk groepje kiest een kandidaatland. ▷ Op basis van het rapport van de Commissie over het kandidaatland (zie opdracht 16.2) en het beleid van de Nederlandse regering (belangen zoals af te leiden uit beleidsdocumenten over uitbreiding EU op de website van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, documenten WRR, handel met het land in kwestie, enzovoort) stelt het groepje een advies op aan de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken.
Opdrachten bij
De bestuurlijke kaart van de Europese Unie – 7/8
Opdracht 16.4
Toetreding – debat Europees Parlement Rollenspel, debat in het Europees Parlement over de toetreding van een bepaald land (of enkele landen): ▷ Iedere student krijgt een nationaliteit en een rol als rapporteur van een relevante parlementaire commissie, fractievoorzitter, lid van het presidium of Eurocommissaris. ▷ De student bereidt zich grondig voor door onder andere de procedure en eerdere adviezen van het Europees Parlement over toetreding te bekijken. ▷ Iedere student geeft zijn/haar standpunt weer op 1 A4’tje; deze worden voorafgaand aan het debat uitgedeeld. ▷ Het debat dient te eindigen met een stemming en de vaststelling of het Europees Parlement al dan niet instemt met toetreding.
Opdrachten bij
De bestuurlijke kaart van de Europese Unie – 8/8