Leergang bodemadviseur Module 3: Bodemonderzoek Deel 2 en 3: Verkennend bodemonderzoek
Hein Veldmaat
april 2009
Opbouw cursus deel 2: 1. Voorstelronde (15 min) 2. Terugblik en positie onderdeel verkennend bodemonderzoek (10 min) 3. Centrale boodschap en afbakening cursus (10 min) 4. De protocollen, beleid, wet- en regelgeving (5 min) 5. Pauze (eten) (20 min) 6. NEN 5740 Verkennend bodemonderzoek (60 min) 7. Pauze (10 min) 8. NEN 5707 Asbest bodemonderzoek (60 min) 9. NVN 5720 Waterbodemonderzoek (20 min) 10. Korte evaluatie en rondvraag ter voorbereiding deel 3 (20 min)
Verkennend bodemonderzoek
Centrale boodschap
-
1. Goed adviseurschap begint bij protocolkennis in combinatie met kennis wet- en regelgeving 2. Ken de vraag achter de vraag van je klant 3. Waar gaat/kan je rapport voorgebruikt kunnen worden 4. Transparante en doordachte (bondig doch volledig en juist op alle afwijkingen) verslaglegging geeft meerwaarde aan adviesproduct
Terugblik NVN 5725 Relatie en doorzicht naar saneringstechnieken Positie in de bodemketen Rondvraag wensen, verwachtingen en ervaringen
Bodemonderzoek als basis Beoordeling isolerende constructies NRB bodembescherming
WmWm-vergunning
Toepassing in werk
BouwstofBouwstoffenbesluit
PartijPartijkeuring
Bodemonderzoek Asbest in bodem Onderzoek asbest Risicoafweging Verontreiniging In bodem
BestemmingsBestemmings3D3D-beheer plan
RisicoafRisicoafweging
Onderzoeksprotocollen en omgeving - NEN 5740 (offerte fase, veldwerk, analytisch onderzoek, rapportage) - NEN 5707 (offerte fase, veldwerk, analytisch onderzoek, rapportage) - NVN 5720 (offerte fase, veldwerk, analytisch onderzoek, rapportage) - Niet BRL 1000 of 2000 - Niet Bouwstoffenbesluit of Besluit Bodemkwaliteit - NEN 5897 - Leidraad waterbodemonderzoek RWS
1
NEN 5740 Van klantvraag naar onderzoeksstrategie - Aanleidingen - Doel - Doorkijk mogelijk ander gebruik rapportage
NEN 5740
NEN 5740 Onderzoeksvraag
NEN 5740
NEN 5740
2
NEN 5740
NEN 5740
NEN 5740 Van onderzoeksstrategie naar onderzoeksopzet
Oefening onderzoeksstrategie Infrastructuur opdracht: 1. Benoem onderzoeksaanleiding i.r.t. tot onderzoeksdoel; Om dit te willen (aanleiding) moet u dit doen (doel), want dat is daarvoor nodig (bereik) 2. Geef aan welke verschillende onderzoeksstrategieën hier gehanteerd dien te worden, waarom en waar. 3. Benoem aanpassingen standaard opzet (diepte, integratie mogelijkheden, stoffenpakket) 4. Verzin een mogelijke situatie die tot een aanvullende strategie leidt.
NEN 5740
- Locatie, betreding, verharding en bodemopbouw - Boorplan (uitvoeringsdiepte, grondwaterstand, inpandige boringen etc.) - Codering boorpunten (versus hypothesen en eerder uitgevoerde onderzoeken) - Offerte input (uitgangspunten, aan te leveren info en rolverdeling)
NEN 5740 Analysestrategie – offerte
Veldwerkopdracht
-
-
Boorplan Monstername opdracht KLIC Foto’s Filterstellingen Steekbussen Contactpersonen
-
Maak voor jezelf/organisatie een standaard veldwerkopdrachtformulier!
Onderzoeksvragen (vooronderzoek, UBI, etc) Bodemopbouw Filtratie Mengmonsters Monsterafvoer AS 3000 Bewaartermijn Spoed
3
NEN 5740
NEN 5740 Oefening 2. Onderzoeksopzet
Analyse opdracht
1. Neem de klantvraag door en ga na welke onderzoeksstrategie je gaat uitwerken. 2. Zet dan je onderzoeksopzet op en vertaal deze naar een boorplan. 3. Stel je boorplan zo op, dat je straks bij de analyseopdracht effectief kunt handelen.
-
Boorstaten interpretatie Mengmonster samenstelling Pakket en parameter keuze Lutum en organische stofgehalten
INHOUDSOPGAVE Blz.
NEN 5740 Rapportage -
Verslaglegging Afwijkingen Toetsing Interpretatie Conclusies Bijlagen
1
INLEIDING 1.1 Aanleiding 1.2 Doel 1.3 Leeswijzer
1 1 1 1
2
VERKENNEND (ASBEST)BODEMONDERZOEK 2.1 Onderzoeksopzet 2.2 Vooronderonderzoek 2.3 Veldonderzoek 2.4 Zintuiglijke waarnemingen 2.5 Analytisch onderzoek 2.6 Analyseresultaten 2.7 Interpretatie
2 2 2 2 3 4 5 6
3
WATERBODEMONDERZOEK 3.1 Onderzoeksopzet 3.2 Uitgevoerde werkzaamheden 3.3 Resultaten 3.4 Interpretatie
7 7 8 8 8
4
ASFALTONDERZOEK 4.1 Asfalt en funderingsonderzoek 4.2 Onderzoeksopzet 4.3 Veldonderzoek 4.4 Analytisch onderzoek 4.5 Interpretatie en advies
9 9 9 9 9 10
5
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 5.1 Verkennend bodemonderzoek 5.2 Waterbodemonderzoek 5.3 Asfalt- en funderingsonderzoek
11 11 11 11
4
NEN 5707
NEN 5707 Opbouw protocol -
Wat is asbest? Verzamelnaam van in de natuur gevormde mineralen met een vezelstruktuur 3 van de 6 soorten op grote schaal toegepast: chrysotiel (witte asbest), amosiet (bruine asbest) en crocidoliet (blauwe asbest)
Probleemsituatie asbest in de bodem:
Vooronderzoek Verkennend onderzoek Naderonderzoek (fase 1 en 2) Relatie NEN 5897
Wat is asbest? Zeer gunstige fysische eigenschappen : grote trekvastheid, slijtvastheid en stijfheid : hechtgebonden toepassingen zoals cement bestendig tegen hoge temperaturen : losgebonden toepassingen zoals isolatie
Probleemsituatie asbest in de bodem:
5
NEN 5707 Van onderzoeksstrategie naar onderzoeksopzet - Locatie, betreding, verharding en bodemopbouw - Samenloop NEN 5740 - Boorplan (uitvoeringsdiepte, grondwaterstand, verhardingen, etc.) - Codering boorpunten (versus hypothesen en eerder uitgevoerde onderzoeken) - Offerte input (uitgangspunten, aan te leveren info en rolverdeling)
Nader asbest onderzoek
6
Asbestonderzoek en omgeving
NEN 5707 Analyse strategie -
NEN 5707
Visuele inspectie resultaten versus analyses Materiaal analyse Grondmengmonsters SEM analyse
NEN 5707 Oefening onderzoeksopzet
Rapportage
Onderzoeksopzet (veldwerk en analyse) Beschouw de boorstaten en de resultaten van het verkennende bodemonderzoek. Stel een onderzoeksstrategie en een eerste aanzet voor de analysestrategie op. Welke deelonderzoeksvragen heb je en hoe los je die op.
-
Verslaglegging Afwijkingen Toetsing Interpretatie Conclusies Bijlagen
7
INHOUDSOPGAVE Blz. 1
INLEIDING 1.1 1.2
Doel nader asbest onderzoek Onderzoeksstrategie
1 1 1
2
UITGEVOERDE WERKZAAMHEDEN
1
3
RESULTATEN 3.1 Visuele inspecties maaiveld 3.2 Visuele inspecties actuele contact zone 3.3 Analyseresultaten en verwerking conform de NEN 5707 3.3.1 Bult A 3.3.2 Groenveld 2
2 2 2 3 4 4
4
INTERPRETATIE EN CONCLUSIES
5
Toetsing nader asbest onderzoek - Statische achtergrond - Optel som van drie concentraties: • Systematische maaiveld inspectie • Grove fractie grond uit sleuven • Fijne fractie (grondanalyse)
FIGUREN 1 Overzicht onderzoekslocatie BIJLAGE 1 Analysecertificaten 2 Berekeningen verwerking analyseresultaten, conform NEN 5707
Risicobeoordeling Asbest - Bijlage 3 circulaire bodemsanering
8
NEN 5720
NEN 5720 Protocol opbouw -
Status NVN protocollen Ontwikkeling NEN 5720 en NEN 5717 Onderzoeksdoelen Onderzoeksstrategieën
- Beperkte de scope tot sloten en meertjes locale wateren, geen Rijkswateren.
NEN 5720
NEN 5720 Waterbodemonderzoek in praktijk -
Onderzoeksstrategieën
Onderzoeksopzet Veldwerk Analyse Bijzonderheden waterbodemonderzoek
Generiek voor verspreiden Nieuwe normstelling voor verspreiden van bagger
Basistoetsing generieke regels Oppervlaktewater
Bodem Onaanvaardbaar risico
Vrij verspreidbaar
Verspreidbaar op aangr. perceel
AW2000
Niet verspreidbaar
msPAFmetalen < 50% msPAFor ganisch < 15% Min.olie < 3000 Cd <7,5
Nooit verspr./ toepassen
Interventiewaarde Droge bodem
Onaanvaardbaar risico
Gebiedsgerichte toepassing
“4”
A
HC50 Industrie
I
Generieke toepassing
HC20 B
Wonen AW 2000
AW 2000 Landbouw / natuur
Altijd toepasbaar
“0”
9
Verontreinigingsprocessen en stofgedrag - Verontreinigingsprocessen - Stofgedrag - Onderzoeksmethodiek versus verontreiningsproces
Onderzoekstechnieken - Klassiek methoden en technieken - Verschillende boortechnieken en peilfilters • Voor en nadelen - Grondradar - Modelering - Stofstroom berekeningen - Rastertechnieken
Grondboringen Zoals het woord zegt wordt bij grondboringen in de grond geboord. Dit gebeurt verticaal. Er zijn ruwweg 4 technieken om grondboringen te maken: -
Avegaar- of schroefboren Spuit- en zuigboren Verbuisd- of pulsboren Sonicdrill
Avegaar- of schroefboren Dit is vergelijkbaar met 'gewoon' boren, zoals dat bij klussen thuis ook gebeurt. Met behulp van een avegaar die in de grond wordt gedraaid wordt de grond weggedrukt en omhoog geschroefd.
http://www.votb.nl/ondergrond/index.html Handboek geotechnisch onderzoek
Spuit- en zuigboren - Een boorstang met boorbeitel wordt in de grond gebracht. De boorbeitel woelt de grond los, die met behulp van toegevoegd water wordt afgevoerd.
Verbuisd- of pulsboren - Een buis wordt in de grond gebracht. Hierbinnen wordt een kleinere buis met kracht tegen de grond gebracht en snijdt deze zich een stuk in de grond. Vervolgens wordt deze weer opgetild. Doordat er onderin een klep zit blijft de grond in binnenbuis (de puls) en wordt de grond op deze wijze weggeschept. Deze methode is zeer geschikt voor bodemonderzoek.
10
Pulsboren Nader bodemonderzoek - Doel nader bodemonderzoek - Gevalsdefinitie - Risicobeoordeling • Huidige situatie • Toekomstige situatie
Geval van ernstige bodemverontreiniging Doel nader bodemonderzoek 1. Primair afperking van de verontreiniging 2. Vaststelling of er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging 3. Bases voor kadastrale registratie 4. Bases voor beoordeling saneringsnoodzaak
2.1. Geval van ernstige verontreiniging - Er is sprake van een geval van ernstige verontreiniging indien voor ten minste één stof de gemiddelde gemeten concentratie van minimaal 25 m3 bodemvolume in het geval van bodemverontreiniging, of 100 m3 poriënverzadigd bodemvolume in het geval van een grondwaterverontreiniging, hoger is dan de interventiewaarde. Er kunnen gevallen zijn waarbij de interventiewaarde niet wordt overschreden en er toch sprake is van een geval van ernstige verontreiniging! - Voor een bodemverontreiniging met asbest is het volumecriterium voor het vaststellen van de ernst van het geval niet van toepassing.
In enkele specifieke situaties kan bij gehalten onder de interventiewaarden ook sprake zijn van een geval van ernstige verontreiniging. Dit geldt voor de zogenaamde gevoelige functies: • moestuin/volkstuin, • plaatsen waar vluchtige verbindingen aanwezig zijn in het grondwater in combinatie met hoge grondwaterstanden en/of in de onverzadigde bodem onder bebouwing. Verzin nog een geval waar je als adviseur dient te adviseren dat het geen Interventiewaarde overschrijdingen zijn maar er toch beperkingen zijn?
Gevalsdefinitie Een gevalsdefinitie bestaat uit drie componenten: 1. Gevalsbegrenzing 2. Samenhang • Ruimtelijke samenhang • Organisatorische samenhang • Technische samenhang 3. Historische of nieuw geval van bodemverontreiniging
11
Risicobeoordeling - De beoordeling van spoedeisendheid van sanering wordt verricht volgens de methodiek van de Nieuwe Circulaire bodemsanering van VROM 2006 (zoals gewijzigd op 1 oktober 2008) met mede gedeeltelijk aangepaste interventiewaarden. Deze methodiek is van toepassing op gevallen van historische ernstige bodemverontreinigingen (ontstaan voor 1987) en beziet of sprake is van ontoelaatbare risico’s voor de mens, het ecosysteem of van verspreiding. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt tussen toetsing op basis van het huidige of van het voorgenomen gebruik van de bodem. - Er is daartoe beschikbaar de, ook per 1 oktober 2008 aangepaste, computerapplicatie voor beoordeling risico’s van ernstige landbodemverontreiniging: Sanscrit versie 2.0.
Risicobeoordeling Er is sprake van onaanvaardbare risico’s van verspreiding van verontreiniging in de volgende situaties: • Het gebruik van de bodem door mens of ecosysteem wordt bedreigd; • Er sprake is van een onbeheersbare situatie, dat wil zeggen indien: ◊ er een drijflaag aanwezig is die door activiteiten en processen in de bodem kan verplaatsen en van waaruit verspreiding van verontreiniging kan plaatsvinden; ◊ er een zaklaag aanwezig is die door activiteiten en processen in de bodem kan verplaatsen en van waaruit verspreiding van verontreiniging kan plaatsvinden; ◊ de verspreiding heeft geleid tot een grote grondwaterverontreiniging en de verspreiding nog steeds plaats vindt.
Standaard beoordeling Gebruik van de bodem wordt bedreigd Indien sprake is van onaanvaardbare milieuhygiënische hinder, wordt het gebruik van de bodem bedreigd. Hinder door verspreiding van verontreinigd grondwater, ongeacht de omvang, is vooral van belang in relatie tot kwetsbare objecten. Er is sprake van onaanvaardbare milieuhygiënische hinder indien een kwetsbaar object wordt ingesloten door de interventiewaarde contour in het grondwater of binnen enkele jaren binnen de contour komt te liggen. Voor het vaststellen van de verspreiding binnen enkele jaren wordt een afstand gehanteerd van 100 m ten opzichte van de huidige interventiewaarde contour. De volgende kwetsbare objecten kunnen worden onderscheiden: - intrekgebieden van de in het kader van de Kaderrichtlijn Water aangewezen grondwaterwinningen bestemd voor menselijke consumptie; - bodemvolumes, oppervlaktewater/waterbodem vallend binnen of onderdeel uitmakend van: schelpdierwateren, water voor zalm- en karperachtigen, zwemwater en Natura2000gebieden (deze maken onderdeel uit van de ten behoeve van de implementatie van de Kaderrichtlijn Water aangewezen ‘beschermde gebieden’, zie ook de Circulaire sanering waterbodems) - bodemvolumes waaraan in de huidige of toekomstige situatie een bijzondere kwaliteit wordt toegekend zoals ecologisch waardevolle gebieden, strategische drinkwaterreserves of bijvoorbeeld de bodem onder woonwijken. Gemeenten en provincies kunnen deze bodemvolumes met de status van kwetsbaar object vastleggen; - gebieden met kwel.
Standaard beoordeling Onbeheersbare situatie In de volgende situaties is sprake van een onbeheersbare situatie, waardoor de omvang van de verontreiniging in de bodem toeneemt of kan toenemen: - Zaklaag: indien er een zaklaag aanwezig is (ongeacht de totale omvang van de grondwaterverontreiniging), wordt ervan uitgegaan dat die zich in de bodem kan verplaatsen en daardoor een onbeheersbare situatie veroorzaakt. - Drijflaag: indien er een drijflaag aanwezig is (ongeacht de totale omvang van de grondwaterverontreiniging) wordt er vanuit gegaan dat die zich in de bodem kan verplaatsen en daardoor een onbeheersbare situatie veroorzaakt. - Verspreiding: er is sprake van een onbeheersbare situatie ten gevolge van verspreiding van verontreiniging in het grondwater als het bodemvolume dat wordt ingesloten door de interventiewaarde contour in het grondwater groter is dan 6.000 m3. De aanname daarbij is dat indien verontreiniging is veroorzaakt in het verleden (voor 1987) en inmiddels is uitgegroeid tot een verontreiniging in het grondwater met een omvang groter dan 6.000 m3 er nog altijd sprake zal zijn van verspreiding van de verontreiniging. Daarentegen heeft een grondwaterverontreiniging die in tenminste twintig jaar een interventiewaardecontour heeft die kleiner is dan 6.000 m3 bodemvolume zich in geringe mate verspreid. Een dergelijke grondwaterverontreiniging behoeft niet met spoed gesaneerd te worden zolang er geen sprake is van andere risico’s.
Stap 3. Locatiespecifiek De locatiespecifieke beoordeling van stap 3 kan worden uitgevoerd als er op basis van de generieke beoordeling in stap 2 is geconcludeerd dat er sprake is van onaanvaardbare risico’s terwijl men het idee heeft dat hier in werkelijkheid geen sprake van is.
12
Grondwateronderzoek - Van verontreinigend proces via stofgedrag naar onderzoeksopzet - Rasterbenadering - Alternatieve benadering (o.a. modelering)
maaiveld percolaat micro’s Grondwaterspiegel
sig mic aarplu ro’s im
Vaste stijghoogte (-3,2 m)
Onttrekkingen
Ankeveen (-1,35 m)
grondwaterspiegel
Horstermeerpolder (-3,45 m) ‘river’ -1,22 m
re Sulfaat
-1,22 ‘river’ m
d
IJzer re
d
Nitraat red -1,22 m Hilversumskanaal Inactief
V a st e st ij g h o o gt e (0, 3 vuilstort m -1,2 m ) ‘river’
Kortenhoef (-1,22 m)
Methanogeen
’s Gravelandse polder (-0,20 m)
maaiveld Methanogeen
Moederpluim macro’s
Afbeelding 2 Modelrandvoorwaarden.
Puinlagen, dempingen en stedelijke achtergrondverontreiniging - Uitkarteren - Monstername - Analytische afperking
13
NEN 5740
NEN 5740 Analyse opdracht
Rapportage
-
-
Boorstaten interpretatie Mengmonster samenstelling Pakket en parameter keuze Lutum en organische stofgehalten
Verslaglegging Aanleiding/doel/kader Onderzoeksopzet Uit gevoerde werkzaamheden (data) Afwijkingen Toetsing Interpretatie Conclusies Bijlagen
INHOUDSOPGAVE Blz. 1
INLEIDING 1.1 Aanleiding 1.2 Doel 1.3 Leeswijzer
1 1 1 1
2
VERKENNEND (ASBEST)BODEMONDERZOEK 2.1 Onderzoeksopzet 2.2 Vooronderonderzoek 2.3 Veldonderzoek 2.4 Zintuiglijke waarnemingen 2.5 Analytisch onderzoek 2.6 Analyseresultaten 2.7 Interpretatie
2 2 2 2 3 4 5 6
3
WATERBODEMONDERZOEK 3.1 Onderzoeksopzet 3.2 Uitgevoerde werkzaamheden 3.3 Resultaten 3.4 Interpretatie
7 7 8 8 8
4
ASFALTONDERZOEK 4.1 Asfalt en funderingsonderzoek 4.2 Onderzoeksopzet 4.3 Veldonderzoek 4.4 Analytisch onderzoek 4.5 Interpretatie en advies
9 9 9 9 9 10
5
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 5.1 Verkennend bodemonderzoek 5.2 Waterbodemonderzoek 5.3 Asfalt- en funderingsonderzoek
11 11 11 11
Slot oefening bodemonderzoek -
Voormalige stortplaat landelijk gebied t.b.v. woningbouw en natuurontwikkeling • Afdeklaagonderzoek • Waterbodemonderzoek • Asbestonderzoek puinverhardingslagen en bodem • Grondwateronderzoek • Verbreding onderzoeksdoel t.b.v. natuurdoelstellingen 1. Maak gebruik van de eerdere onderzoeken om je onderzoeksinspanning te optimaliseren
14