Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de: Krulveer, Schmalkaldener moorkop en Trommelduiven Club Tekst en foto’s: Nico van Benten. Tekeningen: Jan de Jong Fokker, sierduivenkeurmeester, bestuurder bij meerdere clubs en verenigingen; een combinatie van functies en bezigheden die we wel vaker tegenkomen in de hobby. Een man die altijd tijd voor je heeft, zo niet, dan maakt hij tijd. We zijn in hartje Brabant in Sint Michielsgestel onder de rook van ’s Hertogenbosch. Op bezoek bij Ton Brouwers, de secretaris van o.a. de speciaalclub voor de Krulveer, Schmalkaldener moorkop en Trommelduiven. Deze club bestaat dit jaar 50 jaar en Ton, die al 24 jaar secretaris van die club is, kan ons daar alles over vertellen. Oorspronkelijk geboren in Tilburg, dus in het land van de kruikenzeikers en gezien de genoten gastvrijheid, moet dat wel een eretitel zijn. Links: Achterin de fraai aangelegde tuin, poseert Ton Brouwers hier voor zijn duivenhokken, met in het midden de volières.
Op zeer jeugdige leeftijd begon Ton met sierduiven, hoewel z’n hele familie postduiven hield.
Rechts: In een aparte afdeling houdt Ton nog wat Bernburger Trommelduiven, waar ze ongestoord kunnen broeden en hun eigen jongen grootbrengen.
Achtereenvolgens had hij Oud Hollandse Kapucijnen en later Boeren Meeuwtjes, tot hij met Krulduiven in contact kwam, wat hem dermate boeide en, zoals het er nu naar uit ziet, voor het leven. Ton is onlangs 62 jaar geworden en geniet sinds kort van de VUT.
Links: De kop van een Bernburger Trommelduif, waar duidelijk de witte veertjes in de kap te zien zijn en de wat onregelmatige halsafscheiding. Dat laatste is nog wel te corrigeren met het wegknippen van wat witte veertjes (toiletteren heet dat). De witte kapveertjes zijn echter een groter probleem, want zoiets kun je er niet uitknippen zonder de kap te beschadigen. De zwarte veerkleur moet intensief zijn bij dit ras, maar daar mankeert het hier niet aan.
De VUT gaf aanvankelijk meer vrije tijd, dus nam hij naast de twee secretarisfuncties die hij al had, er ook het voorzitterschap van Sierduivenvereniging Bois le Duc er bij. We kunnen gerust stellen dat Ton er heel veel van zijn tijd insteekt. Want naast die bestuurstaken heeft hij zijn eigen hobby; de fok van Krulduiven, waaronder een flink aantal schildgetekenden, wat beslist niet de eenvoudigste te fokken Krulduiven zijn. Daarnaast heeft hij nog Bernburger Trommelduiven, Damasceners en Pauwstaarten, maar dat laatste ras was een vergissing om eraan te beginnen, geeft hij eerlijk toe. Zoals hierboven te zien heeft Ton op dit moment, begin augustus, dus ruim na het fokseizoen, nog teveel duiven vindt hij zelf (méér van 100), maar gelukkig is er voor de misgetekende Krulduiven altijd veel belangstelling van particulieren, die deze duiven graag rond het huis willen laten vliegen.
Wat is de mooiste prijs die je ooit won Ton vertelt over een duivin die hij kocht van Peter Stallmann, de toenmalige voorzitter. Het was nafok van een doffer die Peter bij een Duitse topfokker genaamd Moser, tijdens de Savoa show in Amsterdam had gekocht voor 350 gulden. Een formidabele doffer en Ton kon hieruit een duivin kopen voor 25 gulden, een koopje, zoals later bleek, want met de nafok hieruit versloeg hij Peter en won het Brabants kampioenschap. Een ander wapenfeit was de mooiste Krulduif tijdens de 100e Avicultura tentoonstelling in de Houtrusthallen in Den Haag in januari 1997. En tenslotte behaalde Ton de titel ‘Masterbreeder’ met het fraaiste ingezonden kwartet Krulduiven tijdens de Ornithophilia jongdierenshow van enkele jaren terug.
Het navolgende verhaal uit Ton z’n jeugd willen we u niet onthouden “Ik kwam uit een arbeidersgezin en omdat de centjes bij de arbeiders spaarzaam waren, hadden de broers en de zwagers een eigen duivenvereniging, zo hoefden ze geen contributie aan een vereniging te betalen en konden ze toch aan ringen komen. Een keer per jaar hielden zij ook een tentoonstelling onder elkaar. Meestal werd dan de voorkamer, ook wel de goede kamer genoemd, helemaal leeg gehaald, want daar moesten dan de duiven staan. Dit gebeurde wel afwisselend bij de leden. Twee zwagers hadden geen duiven, en die leenden dan duiven bij een van de leden, en soms versloegen ze dan met geleende duiven de eigenaar ervan, maar ze hadden lol. Zo stonden er dan 48 duiven opgesteld, want ieder stuurde een kwartet in. Als die tentoonstelling bij ons was, werden in mijn jongensjaren mijn duiven ook in mandjes gezet, van die rieten mandjes waar één duif in kon. Ik had dan natuurlijk altijd prijs, want de jeugd moet gestimuleerd worden. Meestal was dat dan een grote schaal vol met snoep, wat nog over was van de sinterklaastijd. Voor de volwassenen was dit een feestweekend. Nadat de duiven gekeurd waren, begon het festijn. De nodige liters oude jenever werden door de dorstige kelen gegoten, en de gastvrouw zorgde voor een stevige pan “snert” (erwtensoep) nog echte, met de nodige varkenspoten er in. ’s-Avonds kwamen ook de vrouwen want de prijzen moesten verdeeld worden. Die bestonden uit schenkingen van de bakker, de groenteman, de kolenboer, kruidenier, de slager enz. Wie gewonnen had mocht eerst kiezen enz. tot alles op was.” De jubilerende Speciaalclub De speciaalclub voor de Krulveer en (toen nog alleen maar) Trommelduiven Club werd op 1 juni 1956, met Ir. Louis Maas als initiatiefnemer en gekozen als voorzitter, opgericht. De secretaris/penningmeester werd W. Kreb en als algemeen secundus J. Timmer. Louis Maas was voorzitter vanaf de oprichting in 1956 tot aan 1980, waarna hij erevoorzitter werd en opgevolgd door de duivenpromotor Dick Hamer, die al vanaf 1972 secretaris/penningmeester in het bestuur was. Jammer genoeg overleed Louis Maas op 25 december 1993. En wanneer we de bestuurswisselingen volgen, dan valt ons op dat de gemiddelde zittingsduur van een bestuurslid ca 10 jaar bedraagt, wat een stabiele indruk geeft en veelbetekenend is voor de sfeer. Hierboven één van de oudste foto’s van de Club uit 1970. Genomen tijdens een jaarvergadering met rasbespreking door de Voorzitter Louis Maas in Zutphen. Herkenbaar zijn; v. Dam, L. Maas, B. Harmsen, W.J. Tick, M. Peys, P. Heikamp, H. Vleeming (op de rug) W. Michels, P. Catsman en Gre Sanders. Foto: D.J. Hamer.
Enkele leden van het begin van de club zijn nog steeds onder ons, zoals Jacob Kwint uit Havelte en Freek v/d Zwaan uit Monster, die beiden al 50 jaar lid zijn, direct gevolgd door Leo Kreft met 45 jaar lidmaatschap. Leo Kreft was een gerenommeerde fokker van Krulduiven. Hij woont sinds enkele jaren in een verzorgingstehuis in Oegstgeest bij Leiden, maar het contact tussen Leo en de speciaalclub bestaat nog steeds en dat zegt alles over de sfeer in die club. Jammer genoeg kon Leo Kreft geen gevolg geven aan de
uitnodiging om de jubileumvergadering bij te wonen, maar hij gaf wel te kennen dat hij z’n duivenras zo miste en ze graag weer eens terugzag. Het ongelofelijke gebeurde, want een delegatie van de vereniging regelde een bezoek aan het verzorgingstehuis, met een collectie Krulduiven, die daar in de hal van het tehuis werden opgesteld en niet alleen Leo Kreft genoot, maar alle bewoners, inclusief de directie. Zoiets is volgens mij uniek, ik ken geen andere voorbeelden van een dergelijk contact tussen speciaalclubs en oudere leden die vanwege opname in een verzorgingstehuis ‘uit het zicht’ zijn. Links. Deze foto werd in 1975 genomen in Café Restaurant De Beukenhof in Vught. Waarop v.l.n.r.; L. v/d Kreft, Dick Hamer, H. Nab en H. Moezelaar en op de rug gezien de Krulduiffokker Piet de Haan uit Katwijk aan zee. Foto: D.J. Hamer.
In de beginjaren van de speciaalclub, toen de groei wat stagneerde, waren er andere speciaalclubs met belangrijke en invloedrijke personen in hun bestuur die veel aantrekkingskracht op nieuwe leden hadden. Toen verzon men het ‘virtuele’ prijzenpakket. Rechts: Deze foto werd genomen tijdens de ledenvergadering/rasbespreking van 1975 in Café Restaurant De Beukenhof in Vught. De uitleg komt van L. Maas en enkele herkenbare toehoorders zijn; T. Brouwers, P. de Haan en H. Moezelaar. Foto: D.J. Hamer. Links: Het bestuur begin tachtiger jaren: Vlnr: Jac Kwint, Leo Kreft, Dick Hamer (Vz), Hans v. Dam (Secr./Pennm.), Chris Grijmans. Foto: D.J. Hamer.
Rechts: Een volle zaal in Café Restaurant De Beukenhof te Vught. Niet alleen de Krulveer en Trommelduivenclub, maar menig andere speciaalclub heeft hier in de loop der jaren vergaderd. Inmiddels is dit etablissement afgebroken. Foto: D.J. Hamer.
Links: De clubdag van 1978 in Twello, waar Louis Maas de duiven ‘uit de mand’ bespreekt. Toehoorders zijn o.a. Cees Dirksen, P. v. Zielst, Martin v/d Vegt. W. Michels, B. v/d Vegt en W. Klunder. Foto: D.J. Hamer.
De Krulveer en Trommelduiven Club bood gigantische prijzenpakketten in de vraagprogramma’s aan, met veel geldprijzen en prachtige bekers, te winnen door leden die hadden ingezonden op die shows.
Rechts: De keurmeester Cees Dirksen laat hier aan bestuurslid H. van Dam het schild van een perfecte Krulduif zien. Foto: D.J. Hamer.
De prijzen zouden tijdens de ledenvergadering van de speciaalclub worden uitgereikt, maar de leden wisten eigenlijk niet beter dan dat ze die prijzen direct weer terugschonken. Zo bleef het lidmaatschapgeld laag en vroegen andere speciaalclubs zich af hoe ze dit in hemelsnaam klaarden. Dat terugschenken van die ereprijzen is een goede gewoonte gebleven en versterkt de sfeer in de club.
Links: De keurmeesters van de keurdag, wachten hier in Café Restaurant ‘De Beukenhof’ te Vught, geduldig op hun drankje. Foto: D.J. Hamer.
De vergaderingen werden meestal gehouden in restaurant De Beukenhof in Vught, tegenover het station, wat voor veel Nederlandse speciaalclubs zeer bekend terrein was. In het voorjaar en het najaar was er ieder weekend wel een vergadering of een jongdierendag. Op dit moment bestaat het zelfs niet meer; nadat het eerst een andere eigenaar en bestemming kreeg is het onlangs afgebroken. Tegenwoordig worden de jaarvergaderingen en rasbesprekingen in Wychen (bij Nijmegen) gehouden en is het gewoonte dat de jongdierendagen bij een lid thuis worden gehouden, wat dit jaar bij Nieuwenhuis in Rijssen is geweest.
Zoals hiervoor al opgemerkt is de sfeer er altijd fantastisch geweest; je werd als fokker dan ook vaak aangesproken door iemand die lid was van die club om ook de vergaderingen te bezoeken, omdat het er altijd zo gezellig was. Het gaat er ongedwongen aan toe, men heeft respect voor elkaar en probeert een ander te helpen. Zo kun je altijd een beroep doen op de medeleden voor duiven, iedereen wordt vooruit geholpen. Bovendien valt het op dat ongeacht de plaats waar de vergadering wordt gehouden, er toch altijd veel deelnemers zijn. Voor een speciaalclub met een kleine 60 betalende leden, waarvan een aantal geen duiven meer houden, komen er toch altijd minimaal 25 op de vergadering, wat een goede bezetting mag worden genoemd. Links: Tijdens de Internationale Boecharijse Trommelduiven Clubshow, gehouden in 2001 in Den Haag, met als eregasten, dhr. en mevr. Heppner, reikt Theo van Dissel hier de beker uit aan de winnaar. Foto: D.J. Hamer.
Het aantal rassen binnen de speciaalclub heeft nogal eens gewisseld, zo kwam in 1991 de Schmalkaldener Moorkop er bij en in 1997 werd de Krulveerkropper toegevoegd, maar dat laatste ras zal naar verwachting op 1 januari 2007 overgaan naar de Speciaalclub voor de Zeldzame Kropperrassen. Eind jaren tachtig werd Arabische trommelduif erkend en toegevoegd aan de clubrassen. Niet alleen kwamen er rassen bij en gingen er rassen weg, maar met de populariteit van de rassen ging het in de loop der jaren ook op en neer. Was een volle keuring met Krulduiven vroeger heel gewoon, nu komt dat niet meer voor, maar in Duitsland op de shows zien we dat gelukkig nog wel. Enkele schitterende kunstvoorwerpen met de Boecharijse Trommelduif als inspirerend voorbeeld, gemaakt door de Hilversumse kunstenares Marleen Brouwer. Foto’s: D.J. Hamer
Activities In het voorjaar van 1989 stelde de secretaris Ton Brouwers, met de medewerking van Hans Schipper, Dick Hamer en Rinus Peys een 48 pagina’s omvattend boekje samen met als titel ‘Onze Trommelduiven’. Besproken hierin werden een twaalftal trommelduifrassen, zonder de later opgenomen Arabische Trommelduif. Hiervan werden in korte tijd 150 plus een herdruk van 150, dus totaal 300 boekjes verkocht. Naast het organiseren van clubdagen en het activeren van haar leden voor deelname aan tentoonstellingen, zoals de grote Internationale Structuurduiven Show te Wehl in 2001 waar een internationaal deelnameveld was van 1056 structuurduifrassen, geeft men een 48 pagina’s dik, prachtig verzorgd clubboekje uit, waarvan de kaftillustratie is gemaakt door Jan de Jong en niet te vergeten is er een informatieve website waar veel informatie over de clubrassen wordt gegeven. Zie hiervoor: http://kstc.sierduif.nl
Eerdere hoogtepunten voor de speciaalclub waren de viering van het 25-jarig clubjubileum, waarbij iedere lid een herdenkingstegel kreeg. Verder denkt Ton terug aan de tijd, en dat moet in de jaren 80 zijn geweest, dat er een volle keuring, dus 80 (jonge!) Krulveerduiven werden ingeschreven op Ornithophilia. Bij de viering van het 50-jarig jubileum zal er een jubileumboekje verschijnen waarin alle 16 Clubrassen beschreven staan, inclusief de Nederlandse Krulveerkropper, die op dit moment nog deel uitmaakt van de Clubrassen. Het boekje zal verfraaid worden met tekeningen van Jan de Jong en de aquarellen die Jean-Louis Frindell destijds maakte voor de kalender van de Duitse Trommelduivenspeciaalclub. De Nederlandse speciaalclub is nog wel druk op zoek naar sponsors voor dit boek. De jubileumshow wordt ondergebracht bij de Oneto te Enschede, die op 1 t/m 3 december a.s. weer in de Twentehallen zal worden gehouden en waarvoor nu al door de Duitse zusterspeciaalclubs een volle keuring aan Arabische en Altenburger Trommelduiven is toegezegd. Zie tevens www.oneto.nl en http://www.enschede.tctubantia.nl/oneto Waarbij de auteur van dit artikel de wens uitspreekt dat ‘het Oneto’ de gezelligste show van Nederland blijft.
Copyright ©2006 Aviculture-Europe. All rights reserved by VBC
Dit artikel bestaat uit 3 delen, lees verder in deel 2 over de Clubrassen . . .