OP STAGE STAGEHANDLEIDING GERRIT RIETVELD ACADEMIE
2006-2007
1
OP STAGE – STAGEHANDLEIDING GERRIT RIETVELD ACADEMIE 2006-2007
INLEIDING
FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD.
STAGE DOEL VAN DE STAGE EISEN VANUIT DE RIETVELD ACADEMIE AAN EEN STAGEPLAATS RANDVOORWAARDEN VOOR EEN STAGE CASESTUDY
4 4 4 4 4
ORIENTEREN OP EEN STAGE
5
HET STAGEPLAN INHOUD VAN HET STAGEPLAN OMSCHRIJVING VAN DE ORGANISATIE DOEL VAN DE STAGE STAGEOPDRACHT/ WERKZAAMHEDEN LEERDOELEN AARD EN OMVANG VAN DE BEGELEIDING VAN DE STAGEDOCENT AARD EN OMVANG VAN DE BEGELEIDING VANUIT DE ORGANISATIE INLEVERDATUM EINDVERSLAG GOEDKEURING STAGEPLAN
7 7 7 7 7 7 8 8 8 8
STAGEOVEREENKOMST
9
STAGEVERSLAG INHOUD STAGEVERSLAG
9 9
PRESENTATIE
10
BEOORDELING VAN DE STAGE
10
TIPS EN AANBEVELINGEN
10
BIJLAGEN SOLLICITATIEBRIEF DE OPMAAK PORTFOLIO HET SOLLICITATIEGESPREK STAGE - OVEREENKOMST GERRIT RIETVELD ACADEMIE STAGE - BEOORDELINGSFORMULIER GERRIT RIETVELD ACADEMIE
11 11 11 12 12 14 16
BRONNEN
17
2
INLEIDING Wanneer je de opleiding Vormgeving aan de Gerrit Rietveld Academie volgt, zul je gedurende je studie een praktijkopdracht moeten maken. Een praktijkopdracht kan zijn het lopen van een stage van ca 3 maanden, maar ook een casestudy, een project of een opdracht via het Praktijkbureau van de academie. Een praktijkopdracht is een belangrijk onderdeel van de beroepsvorming. De functie van de praktijkopdracht is dan ook dat de student ervaring opdoet met de werkzaamheden, methoden en technieken van het werkveld en de beperkingen die dit werkveld met zich meebrengt. Het doel van de stage is dat de student inzicht vergaart in het werkveld, zich binnen dit werkveld weet te positioneren en zich hierdoor, na de studie, makkelijker zal bewegen in de beroepspraktijk.
3
Stage Wanneer je de opleiding Vormgeving aan de Gerrit Rietveld Academie volgt, zul je gedurende je studie een praktijkopdracht moeten maken. Een voorbeeld van een praktijkopdracht is het lopen van een stage van ca 3 maanden. Meestal zal dit zijn aan het eind van het derde of het begin van het vierde studiejaar. De -
afstudeerrichtingen die vallen onder de opleiding Vormgeving zijn: Architectonische Vormgeving Edelsmeden (Sieraden) Grafisch Ontwerpen Industriele Vormgeving (Design Lab) Mode (Fashion Context) Textielvormgeving (TXT)
Doel van de stage Met het lopen van een stage kun je bepalen waar je staat in je leerproces als toekomstig vormgever. Je ontdekt wat je kunt en waar moet je nog aan werken; je sterke en je zwakke kanten. Je oriënteert je ermee op het werkveld en kunt voor jezelf bepalen of een bepaalde sector je aanspreekt of juist niet. Ook voor het opbouwen van je professionele netwerk is een stage heel nuttig. En wie weet hou je er een werkgever of opdrachtgever aan over. Eisen vanuit de Rietveld Academie aan een stageplaats Niet iedere werkplek is geschikt als stageplek. De organisatie/het bedrijf en het werk dat je er gaat doen, moet aansluiten op de opleiding die volgt. De stageplaats moet dan ook aan de volgende eisen voldoen: - Relevant zijn voor het ontwerpvak - De mogelijkheid bieden om zelfstandig en/of in teamverband aan een of meer opdrachten te werken - De mogelijkheid bieden om een totaal ontwerpproces te doorgronden en eigen te maken - Begeleiding van de stagiair bieden. Randvoorwaarden voor een stage - Voordat je op zoek kunt gaan naar een stageplaats vraag je je coördinator om toestemming. - Een stageovereenkomst kan alleen worden aangegaan als er een goedgekeurd stageplan is gepresenteerd; het stageplan moet worden goedgekeurd door de stagecoördinator. - Een stage bestaat uit ca. 560 uur. Dit is inclusief de oriëntatie, het stageplan en het stageverslag/presentatie. - In overleg met je coördinator en stagebieder kun je deze uren maken in parttime of fulltime verband. - Wanneer je geen praktijkopdracht hebt gedaan, kun je niet deelnemen aan het eindexamen.
4
Orienteren op een stage In de oriëntatiefase voor een stage komen twee zaken aan de orde: de zelforiëntatie (wat wil ik?) en de werkveldoriëntatie (waar kan dat?). Om de oriëntatiefase succesvol te kunnen doorlopen zul je de volgende stappen moeten nemen: Stap 1. Wat wil ik leren in een stage? (zelforiëntatie) Ga bij jezelf na wat je leerdoelen voor een stage zouden kunnen zijn. Wat zou je willen kunnen/weten/leren buiten de academie. Leerdoelen kunnen zijn: - Ik wil met een stage ervaring opdoen in het beroepsveld - Ik wil met een stage meer inzicht verwerven in het beroepsveld - Ik wil mijn kennis van de theorie toetsen in de praktijk - Ik wil me meer conceptmatig ontwikkelen - Ik wil meer inzicht krijgen in het totale ontwerpproces - Ik wil uitzoeken of ik nog lacunes hebt in de ontwikkeling van mijn professionaliteit - Ik wil meer samenwerken met anderen of andere disciplines - Ik wil mijn zakelijke vaardigheden meer ontwikkelen. Uiteraard kun je jezelf ook andere leerdoelen stellen. Stap 2. In wat voor bedrijf of organisatie kan ik deze leerdoelen behalen (werkveldoriëntatie) Welk bedrijf of organisatie past bij wat jij wilt leren tijdens je stage? Is dit een commercieel bedrijf, waarin de markt veelal bepalend is? Of een museum of misschien wel ontwerper of kunstenaar, waarvan je wilt weten hoe dat/die werkt? Is er een ontwerpbureau waar je heel veel goede projecten van hebt gezien? Moet het een groot bedrijf zijn of juist iets waar weinig mensen werken? Stap 3. Het vinden van een stageplaats Wanneer je eenmaal bepaald hebt wat je wil leren en waaraan je stageplaats moet voldoen, kun je op zoek gaan naar een passende plek. Maar hoe pak je dit aan? Enkele mogelijkheden om een stageplaats te vinden zijn: - Je coördinator of docenten: vrijwel alle docenten en coördinatoren hebben een eigen beroepspraktijk en een groot netwerk in het werkveld. Bespreek met hen wat voor een stageplaats je voor ogen hebt. - De website van de academie: de academie krijgt regelmatig verzoeken voor stagiairs. De verzoeken zijn opgenomen op de website van de academie www.rietveldacademie.nl/stage Je kunt de stagebiedende organisatie zelf benaderen. - Je eigen netwerk: mensen kennen mensen en bedrijven. Praat met de mensen in je omgeving over wat je wilt met je stage. Wellicht hebben ze een tip of kennen ze iemand die je kan helpen. - Zoek op het internet: er zijn diverse sites die zich bezighouden met de match tussen stagebieders en stagevragers. Zoek hiervoor via Google op Stage. Misschien heb je zelf wel al een bedrijf of bureau op het oog. Als deze geen stageplaats bieden op dat moment, kun je ze benaderen met een open stagesollicitatie. Wanneer je een plek denkt te hebben gevonden buiten je coördinator of docenten om, zul je je coördinator moeten vragen naar de geschiktheid van de plek. Zoek hiervoor zoveel mogelijk informatie over het bedrijf/bureau/ontwerper. Denk hierbij aan: - Doelstelling van bedrijf/bureau/ontwerper - Projecten die zijn uitgevoerd - Klantenbestand Bij grotere bedrijven en organisaties vind je deze informatie meestal in het jaarverslag. Dit kun je opvragen bij de organisatie zelf.
5
Contact leggen met de stageplaats Wanneer je eenmaal een oog hebt laten vallen op een bepaalde stageplaats en je coördinator vindt het bedrijf geschikt, zoek je contact. In eerste instantie doe je dit telefonisch. Als er een stageplaats wordt geboden zal er in de meeste gevallen een contactpersoon worden vermeld. Heb je een plek op het oog, maar zijn er geen stageplaatsen, dan zul je een open sollicitatie moeten doen. In dat geval zul je eerst uit moeten zoeken wie de contactpersoon zou kunnen zijn. Tijdens het telefonische contact stel je enkele inhoudelijke vragen, zoals: - Wat houden de werkzaamheden in - Hoe lang duurt de stage - Hoe ziet de begeleiding van de stage eruit En in het geval van een open sollicitatie: - Zijn er stagemogelijkheden en zo ja, - Wat zouden die kunnen inhouden - Worden de stagewerkzaamheden in het algemeen begeleid Naar aanleiding van dit gesprek stuur je je portfolio met begeleidende brief en cv op. Meer over de brief en cv vind je achterin deze handleiding. Wanneer een stagebieder belangstelling heeft voor jou, zal er een persoonlijk gesprek plaatsvinden, waarin wederzijds informatie wordt uitgewisseld, de stageactiviteiten worden besproken en praktische zaken aan de orde kunnen komen, zoals werktijden en stagevergoeding. Aan de hand van de uitkomsten van dit gesprek zal de stagebieder besluiten jou al dan niet aan te nemen voor de stage. Hoe je je kunt voorbereiden op een dergelijk gesprek vind je in verderop in deze handleiding Stap 4. Het vaststellen van de stage-activiteiten Wanneer de keus van de stagebieder op jou is gevallen, zullen de stage-activiteiten concreet vorm gaan krijgen. Bespreek met de stagebeider welke activiteiten je gaat uitvoeren en in welke mate van zelfstandigheid, hoe jouw leerdoelen hierin te verwezelijken zijn en wie jou vanuit de stageorganisatie gaat begeleiden. Houd hierbij de eisen die de Academie aan de stage stelt voor ogen! De stage moet: - Relevant zijn voor het ontwerpvak - De mogelijkheid bieden om zelfstandig en/of in teamverband aan een of meer opdrachten te werken - De mogelijkheid bieden om een totaal ontwerpproces te doorgronden en eigen te maken - Begeleiding van de stagiair bieden. Wanneer Stap 4. is doorlopen, kun je aan de je stageplan beginnen.
6
Het stageplan Wanneer je een stageplek hebt gevonden die voldoet aan de voorwaarden die de Rietveld Academie stelt en de leerdoelen die je jezelf stelt, kun je een stageplan maken. In het stageplan leg je vast wat de afspraken zijn die je hebt gemaakt over je stage, zowel die met jezelf, als die met de stagebieder. Een stageplan is een verplicht onderdeel van je stage. Zonder goedgekeurd stageplan kun je geen geldige stage lopen! In het stageplan beschrijf je waar je stage gaat lopen en waarom juist daar; welke werkzaamheden je gaat uitvoeren of welke opdracht je gaat vervullen; wat het doel is van deze stage en welke leerdoelen je jezelf stelt. Ook beschrijf je op welke wijze de begeleiding vanuit de stageplaats en de Academie zal plaatsvinden. Inhoud van het stageplan -
Naam student
-
Naam stagebiedende organisatie
-
Naam stagebegeleider
-
Naam begeleidend docent
-
Periode van de stage en aantal uren per week
Omschrijving van de organisatie Waar ga je stage lopen? Wat doet deze organisatie? Is het een grote of kleine organisatie? Welke plek neemt deze organisatie in in het werkveld? Hoe ziet de doelgroep van de organisatie eruit? Doel van de stage Wat wil je bereiken met deze stage? Waarom wil je dit bereiken? Wat betekent dit voor jouw ontwikkeling en toekomst? Stageopdracht/ Werkzaamheden Wat ga je doen tijdens je stage? Aan welke opdrachten ga je (mee)werken? Welke werkzaamheden of opdrachten ga je (zelfstandig) uitvoeren? Doe je er ook werkzaamheden naast die niet met je stagedoel te maken hebben? Welke? En welk deel van de stage maken deze werkzaamheden uit? In de uren dat je stage loopt moet je ook in de gelegenheid gesteld kunnen worden om aan je verslag te werken. Spreek met je stagebieder af op welke momenten je dit doet. Leerdoelen Wat zijn je leerdoelen? Wat wil je leren tijdens je stage? En waarom wil je dit leren? Geef aan wat voor jou het belang is van het bereiken van deze leerdoelen. Doe dit aan de hand van de volgende onderwerpen:
Oriëntatie op het werkveld: waar wil je je op oriënteren? Denk daarbij aan: - het ontwerpvak - het productievak - de galeriewereld
7
-
het bedrijfsleven
Eigen ontwikkeling: wat wil je bij jezelf (verder) ontwikkelen? Denk daarbij aan zaken zoals: -
conceptontwikkeling ontwerpkwaliteiten zelfstandig of juist in teamverband kunnen werken
Praktijkervaring: welke vaardigheden wil je jezelf eigen maken? Denk daarbij aan: -
omgang met klanten omgang met collega’s technische vaardigheden administratieve/organisatorische vaardigheden
Aard en omvang van de begeleiding van de stagedocent Overleg met je coördinator hoe de begeleiding eruit gaat zien. Er zijn diverse mogelijkheden: 1. Alleen contact via e-mail (bij buitenlandse stages). Student-docent/coordinator: 1 x per 2 weken Docent-stagebegeleider: bij aanvang, halverwege en aan het eind 2. Zowel persoonlijk contact als via e-mail Student-docent/coordinator: 1 x per 2 weken via e-mail Docent-stagebegeleider: bij aanvang en halverwege contact via e-mai1 Aan het eind bezoek aan stageplek voor eindbeoordeling. Ook is het mogelijk om met de stagedocent zogenaamde terugkomdagen af te spreken. Dit is een dag waarop je op school komt, je stagedocent spreekt en (een deel van) het programma volgt. Aard en omvang van de begeleiding vanuit de organisatie Bespreek met de stagebieder door wie en op welke wijze jij begeleid gaat worden. Een regelmatig (wekelijks/tweewekelijks) contact met je stagebegeleider is belangrijk, zodat bijsturing, indien nodig, ook mogelijk is. Inleverdatum eindverslag Wanneer denk je je stageverslag/presentatie af te kunnen hebben? Probeer dit zo spoedig mogelijk na de einddatum van je stage te realiseren, zodat je nog goed voor ogen hebt hoe je stage was; het meeste voorwerk heb je al tijdens je stage moeten kunnen doen. Goedkeuring stageplan Wanneer je stageplan is goedgekeurd door je coördinator/stagecoordinator, kan de stageovereenkomst worden getekend. De stageovereenkomst is verkrijgbaar bij je coördinator/stagecoordinator.
8
Stageovereenkomst In de stageovereenkomst worden de afspraken, die de stageverlener, de stagiair en de onderwijsinstelling gemaakt hebben, vastgelegd. De meeste onderdelen van de stageovereenkomst zijn standaard vastgelegd. Hierin mogen dan ook geen veranderingen worden aangebracht. De stageovereenkomst is te verkrijgen bij de coördinator. De stageovereenkomst is opgenomen in de bijlage van deze handleiding.
Stageverslag Al tijdens je stage ben je bezig met je stageverslag. In het stageverslag kom je terug op de onderwerpen die in je stageplan aan de orde zijn gekomen. Je gaat kijken in hoeverre je gestelde doelen hebt behaald, laat zien waarmee je bezig bent geweest en wat je geleerd hebt. Inhoud stageverslag De inhoud van het verslag ziet er globaal als volgt uit: • omslag; • titelpagina met: • titel van het verslag; • naam, studierichting • naam van de stageverlenende organisatie en de afdeling; • periode waarin je stage liep; • namen van stagebegeleider en stagedocent; • voorwoord (eventueel); • inhoudsopgave met bladzijdenummering; (die tellen vanaf de inleiding, de inhoudsopgave zelf krijgt geen bladzijdenummer); •
inleiding: • waar heb je stage gelopen en wanneer? • waarom daar? / aanleiding; • globale omschrijving stage-opdracht; • leerdoelen; • begeleiders; • opzet verslag;
•
Karakterisering van de stagebiedende organisatie: • welke sector, bedrijfstak? • eigendomsrelaties: onderdeel van een holding, netwerk met anderen? • welke producten, diensten, kernactiviteiten? • welk marktaandeel (globaal): hoeveel werknemers, hoeveel omzet? • welke bedrijfscultuur?
•
Rol van de stagiair / verloop van de stagewerkzaamheden: • wat was de opdracht/welke werkzaamheden heb je verricht? (neem het stageplan in de bijlagen op) • voor welke aanpak, werkwijze is gekozen en waarom? • hoe verliep dit proces? • tot welk eindproduct heeft het geleid? (neem ook dit als bijlage op);
•
Conclusie/ evaluatie: • terugkomen op de in de inleiding geformuleerde leerdoelen (stageplan!): zijn deze bereikt? • welke kennis en vaardigheden uit je studie heb je kunnen benutten?
9
• • • •
welke nieuwe kennis en vaardigheden heb je opgedaan? wat is de belangrijkste (persoonlijke) winst van de stage? hoe was de begeleiding van de praktijkbegeleider, de stagedocent?
Bijlagen; in de bijlagen zijn tenminste opgenomen: • het goedgekeurde stageplan • het feitelijke resultaat van de stage: wat heb je gemaakt, waaraan heb je meegewerkt
Het stageverslag wordt zowel aan de stageverlener als aan de coördinator overhandigd. De coördinator beoordeelt het verslag.
Presentatie Op sommige afdelingen zul je na terugkomst van je stage een presentatie over je stage moeten houden. In feite is dit een presentatie van je stageverslag. De punten die je hierin hebt besproken kun je dus ook weer gebruiken voor de presentatie. Uiteraard is dan ook het eindproduct of de eindproducten heel belangrijk. Zorg ervoor dat je daarvan goed beeldmateriaal hebt.
Beoordeling van de stage Aan het eind van de stageperiode wordt de stageverlener gevraagd je stage te beoordelen. Dit gebeurt aan de hand van een standaard formulier. Een voorbeeld van zo´n formulier vind je in de bijlage. In de evaluatie wordt gevraagd welke werkzaamheden je hebt uitgevoerd. Hierbij is een onderverdeling gebruikt in: - Werkproces: zelfstandigheid, flexibiliteit, samen kunnen werken - Ontwerpkwalititeit: ideevorming, schetsfase, uitvoering, presentatie - Kennis van het vakgebied: vaktheorie, technische vaardigheden, computervaardigheden De stageverlener kan hierbij aangeven of de onderdelen als onvoldoende, matig, voldoende of goed worden beoordeeld. Wanneer twee van de drie onderdelen als onvoldoende worden beoordeeld, zal de stage als geheel als onvoldoende worden beschouwd. Indien een van de onderdelen als onvoldoende wordt beoordeeld, maar het stageverslag/presentatie wordt als voldoende beoordeeld, wordt de stage als voldoende beschouwd.
TIPS en aanbevelingen -
Zorg dat je het netwerk dat je opdoet tijdens je stage benut en uitbreidt
-
Mocht je een conflict krijgen op je stageplek, bespreek dit dan eerst met de stagebieder. Pas als je er niet uitkomt, betrek je je stagedbegeleider erbij.
-
Ontvang je een stagevergoeding en heb je studiefinanciering? Check bij de ib-groep of je niet aan de top van je inkomsten raakt. Als dat zo is en je zet je studiefinanciering niet stop dan zul je studiefinanciering moeten terugbetalen. www.ib-groep.nl
10
BIJLAGEN Sollicitatiebrief Reageer zo snel mogelijk op de stagevacature. De brieven die het eerste binnenkomen, worden aandachtiger gelezen. Richt je brief aan iemand persoonlijk. Weet je geen naam? Probeer daar dan telefonisch achter te komen. Toon interesse in de organisatie en hun activiteiten. Leg uit waarom je juist bij die organisatie/instelling/bureau je stage wilt lopen en wat je leerdoelen zijn. Geef ook aan wat de opleiding voor eisen stelt aan de stage. Voeg je cv apart bij. Laat de brief, wanneer deze af is, door minstens één persoon uit je omgeving lezen en vraag om kritiek. De opmaak Maak gebruik van een duidelijk lettertype (bijvoorbeeld Times Roman of Arial). Gebruik witregels tussen de inleiding, het midden en het slot. Begin niet iedere nieuwe zin op een nieuwe regel. Lijn de brief aan één kant uit. Schrijf niet langer dan één, hooguit anderhalf A4-tje. Als je toch twee pagina's schrijft, zet dan op het vervolgvel minstens een hele alinea. Zorg voor een ruime kantlijn van 2,5 cm aan de linkerkant en 2,5 cm aan de rechterkant. Typ of schrijf onder je handtekening je naam nog eens voluit. Vermeld bijlagen, zoals een cv, links onderaan de brief. Curriculum vitae (cv) Je cv moet in één oogopslag een goede indruk geven van wie je bent en wat je kunt. In je cv staan je persoonlijke gegevens, opleidingen, werkervaring, beheersing van vaardigheden en, eventueel, vrijetijdsbesteding. Breng deze onderdelen onder in groepjes. Je cv moet bondig en overzichtelijk zijn en relevant zijn voor de stage waarnaar je solliciteert. Dit betekent dat je bij iedere sollicitatie opnieuw moet bekijken of je cv nog voldoet. Persoonlijke gegevens: • Naam en voornamen • Adres • Postcode en woonplaats • Telefoonnummer • E-mailadres • Geboortedatum en geboorteplaats Let op: burgerlijke staat en nationaliteit hoeft niet. Opleidingen: • Je opleidingen en vestigingsplaats van de onderwijsinstelling (gebruik officiële benamingen en afkortingen) • Eventuele cursussen, indien relevant • Het jaar/de jaren waarin de opleiding/cursus is gevolgd • Het jaar waarin diploma's en certificaten zijn behaald • Je vakkenpakket en eventueel het niveau van de vakken • De vakken die je hebt gevolgd tijdens je opleiding als deze nog niet is voltooid. • Rijbewijs (indien noodzakelijk voor de functie)
11
Werkervaring: • Alle banen die relevant zijn voor de functie (ook uitzendwerk, vrijwilligerswerk, vakantiewerk, eerdere stages en bestuurlijke ervaring) • Naam en vestigingsplaats van het bedrijf • Periode waarin je bij het bedrijf hebt gewerkt • Functieomschrijving, taken en verantwoordelijkheden Andere vaardigheden: • Vaardigheden of het beheersen van talen • Kennis van softwarepakketten (bijvoorbeeld In-Design, Format-Z, Photoshop, Final Cut Pro) Je hobbies en vrijetijdsbesteding hoef je niet in je cv te noemen, maar als ze relevant zijn kun je ze opnemen. Portfolio Je portfolio geeft een beeld van waar je mee bezig bent en de projecten waaraan je hebt meegewerkt. Je portfolio leid je in met je statement. In een statement vertel je over wat je beweegt, bijvoorbeeld: - Wat je fascinaties zijn - Waarom je doet wat je doet - Wat je wilt bereiken met wat je doet - Welke materialen je gebruikt - Je inspiratiebronnen Wees helder in wat je wilt zeggen; probeer niet door wollig taalgebruik te verhullen wat de essentie van je verhaal is. Een statement moet de lezer nieuwsgierig maken naar je werk. Laat je statement door iemand lezen die je werkt niet kent en vraag om kritiek. Het beeld dat je laat zien in je portfolio moet duidelijk zijn. Geef uitleg over het project waaraan je hebt (mee)gewerkt; noem de opdrachtgever, de opdracht en het doel, indien van toepassing. Zorg dat je beeldmateriaal een goed beeld geeft van wat je wilt laten zien, door bijvoorbeeld opnamen uit diverse invalshoeken te maken. Geef, indien dit niet duidelijk wordt uit het beeldmateriaal, verhoudingen aan. Wanneer je een portfolio op CD-Rom of DVD maakt, zorg dan dat er een hoesje of doosje omheen zit waarop je naam duidelijk staat vermeld. Vermeld je naam ook op de CD-Rom of DVD zelf en natuurlijk in de inhoud. Het sollicitatiegesprek Op een sollicitatiegesprek kun je je voorbereiden. Probeer eerst uit te zoeken wat voor soort bedrijf/organisatie/bureau het is en welke sfeer er heerst. Zorg voor gepaste kleding en ga niet te slordig gekleed. Vergeet ook niet de naam van de persoon waarmee jij het gesprek hebt en zorg dat je op tijd aanwezig bent. Ben je te laat, bel dan het betreffende bedrijf om dit door te geven. Voorbereiden op het gesprek Het belangrijkste is dat je je goed voorbereidt op het stagegesprek, zodat je minder zenuwachtig bent en zekerder overkomt. Een sollicitatiegesprek geeft beide partijen, zowel het bedrijf als de sollicitant, de gelegenheid om je ten opzichte van elkaar te oriënteren. Zorg er daarom voor dat je van tevoren over de volgende punten nadenkt: • Waarom wil je de aangeboden stage? • Wat weet je van het bedrijf? • Wat kun je vertellen over jezelf? • Wat wil je zelf weten over de stage?
12
Soms worden er ook wat lastiger vragen gesteld waarin een situatie of een probleem wordt geschetst. Dit soort vragen beginnen vaak met 'Wat zou u doen als ...' en 'Stelt u zich voor dat ...'. Aan jou wordt gevraagd hoe je zou reageren op die situatie, of hoe je het probleem zou oplossen. Raak niet in paniek. Denk rustig na en overweeg daarbij de belangen van de betrokken personen (jijzelf, de klant, de collega) en die van het stagebedrijf. Over deze belangen kun je ook vertellen. Kom daarna met mogelijke reacties, oplossingen, alternatieven en de mogelijke gevolgen. Vaak verloopt het sollicitatiegesprek volgens een bepaalde volgorde. De volgende zaken komen dan aan bod: • Ontvangst • Inleiding (over het bedrijf, de functie van de selecteur en verloop van het gesprek) • Vragen over de opleidingen, werkervaring en andere zaken van je cv • Vragen over je interesse in het bedrijf en of in de branche • Vragen over wat je aantrekt in deze functie, je motivatie • Persoonsgerichte vragen • Ruimte om zelf vragen te stellen • Afsluiting en uitleg over de sollicitatieprocedure Meer informatie: www.solliciteren.pagina.nl www.stageplaza.nl
13
STAGE - Overeenkomst
Gerrit Rietveld Academie
Ondergetekenden, Stagebiedende organisatie Naam:………………………………… Vertegenwoordigd door:……………………………………………(naam en functie) Adres: E-mail: Hierna te noemen ‘stagebieder’ Stagiair Naam:……………………….…………………………………………… Adres:…………………………………….……………………………… E-mail:…………………………………..………………………………. Hierna te noemen ´stagiair´ Onderwijsinstelling Naam: Gerrit Rietveld Academie Vertegenwoordigd door: Adres: Fred.Roeskestraat 96, 1076 ED, Amsterdam E-mail: Hierna aangeduid als `stagedocent´ In aanmerking nemende: - Dat op grond van de gehanteerde leerplannen de stage deel uitmaakt van het onderwijsprogramma van de Gerrit Rietveld Academie - Dat door de stagiair te verrichten activiteiten in de eerste plaats een onderwijsleerfunctie hebben, waarbij het stageplan leidend is; en dat overige, niet relevante werkzaamheden niet meer zullen bedragen dan 10% van de werktijd; - Dat gedurende de stageperiode de stagiair student blijft bij de onderwijsinstelling. Zijn het volgende overeengekomen: Artikel 1 De stageverlener stelt de stagiair in de gelegenheid in het kader van zijn/haar opleiding stage te lopen van…………(datum aanvang) tot en met …………….(datum einde) bij ………………. Artikel 2 De stage is geen arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek en is ook niet als zodanig bedoeld. Artikel 3 De stage kan in onderling overleg tussentijds beëindigd worden indien van één van of van beide partijen redelijkerwijs niet verlangd kan worden de stage voort te zetten. Artikel 4 Deze overeenkomst eindigt van rechtswege indien tussen werkgever en stagiair een arbeidsovereenkomst wordt gesloten.
14
Artikel 5 Stagiair werkt gedurende ….. uur per week en vult deze uren in overleg met stagebieder in. Incidentele overuren worden gecompenseerd in vrije tijd. Artikel 6 De stageverlener wijst een stagebegeleider aan die belast is met de begeleiding van de stagiair en de contacten met de onderwijsinstelling. De stagebegeleider beoordeelt de stagiair aan de hand van een door de stagedocent verstrekt beoordelingsformulier. Artikel 7 De stagiair zal in eerste instantie de volgende werkzaamheden verrichten: (omschrijving werkzaamheden).………………………….……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………. Artikel 8 Stagiair wordt geacht zich volledig in te zetten voor de onderneming en is verplicht tot strikte geheimhouding tegenover derden ten aanzien van alles wat hem met betrekking tot de werkzaamheden en relaties van stageverlener ter kennis komt. Artikel 9 Stagiair heeft het recht op publicatie van werk verricht binnen het kader van deze overeenkomst, echter alleen in overleg met stageverlener en onder vermelding van diens naam. Artikel 10 De stagiair ontvangt een stagevergoeding van …..….bruto per maand op basis van het aantal gewerkte uren per week zoals overeengekomen in artikel 5 (aanwezigheid). De stagevergoeding wordt maandelijks overgemaakt. Artikel 11 De stageverlener vergoedt de onkosten van de stagiair bestaande uit ……..(bijv. reiskosten of bepaalde kleding die gekocht moet worden). Artikel 12 De stagiair dient gedurende de stage de door de leiding te geven gedragsregels, voorschriften en aanwijzingen op te volgen. Artikel 13 De stageverlener is jegens de stagiair aansprakelijk voor schade die de stagiair in de uitoefening van zijn stage lijdt, tenzij de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de stagiair. Artikel 14 Stagiair verklaart een getekend exemplaar van deze overeenkomst te hebben ontvangen. Aldus overeengekomen, in drievoud opgemaakt en getekend op …………………..………..(volledige datum) te………….. …………………………(plaats) handtekening vertegenwoordiger stageverlener handtekening stagiair handtekening stagedocent
15
STAGE - Beoordelingsformulier Gerrit Rietveld Academie Naam stagebiedende organisatie:……………………………………………………….. Vertegenwoordigd door:………………………………………………………………….…. Adres:…………………………………………………………………………………………….... Naam Stagiair: ………………………………………………………………………………..… Stage periode: ………………………………………………………………………………..…
Werkzaamheden (projecten, administratief en/of organisatorisch werk) Omschrijving:
Werkproces (flexibiliteit, zelfstandigheid, samenwerken) 0
onvoldoende
0
matig
0
voldoende
0
goed
0
goed
Opmerkingen:
Ontwerpkwaliteit (ideevorming, schetsfase, uitvoering, presentatie) 0
onvoldoende
0
matig
0
voldoende
Opmerkingen:
Vakkenis (vaktheorie, technische vaardigheden, computervaardigheden) 0
onvoldoende
0
matig
0
Opmerkingen:
16
voldoende
0
goed
Bronnen: Gesprekken met en bevraging van: Hilde de Decker, Sophie Krier, René Put, Henri Snel Stagehandleiding, Memo Trainingen Amsterdam, 1998 www.loopbaancentrumletteren.nl www.stagecentrum.nl www.lsvb.nl www.iso.nl www.job-site.nl www.solliciteren.pagina.nl www.stageplaza.nl
Samenstelling: Mirjam Mazurel, mei 2006
17