India Periode 4 - 21 Februari 2010
I
ndia, het enorme Aziatische land dat 3.287.263 km² omvat, telt volgens schattingen meer dan 1,2 miljard mensen, van wie er ruim driehonderd miljoen onder de armoedegrens leven. Het zou best kunnen zijn dat de Indiase bevolking momenteel meer koppen telt dan die van China. India, met New Delhi als hoofdstad, grenst in het westen en zuiden aan de Indische Oceaan, in het oosten aan de Golf van Bengalen. In het noorden, van west richting oost, zijn Pakistan, China (Tibet), Nepal, Bhutan, Myanmar en Bangladesh buurlanden. De eilandstaat Sri Lanka ligt ten zuidoosten van India en de Malediven ten zuidwesten. Hindoeïsme in de belangrijkste religie, de Indiase roepie het betaalmiddel.
D
e met uitsterven bedreigde tijgers bekijken en fotograferen, dat is de reden naar India te gaan.
We krijgen na een vermoeiende vlucht bij aankomst volgens traditie een bloemenkrans
Er schijnen er hier nog maar 1400 te leven. Dus voordat ze echt zijn verdwenen, willen Else en Hans Kühne, Dick en ik India trotseren. Ontdekken of het waar is dat je al aan de dunne raakt als je er alleen al overheen vliegt en wat de kreet incredible India precies betekent. Sinds 5 februari 2010 hebben we daar een goed beeld bij, de dag dat we arriveren in Delhi. Tekst: Monique van Rijen-Bos / Foto’s: Dick Bos
O
p het vliegveld worden we opgevangen, twee uur later dan gepland vanwege een mankement aan de KLM 747. Na aankomst zijn we wel zeer snel in het 5-sterren Ramada Plaza.
De luxe entree, het marmer in de hal, de beschilderde plafonds en de imposante kroonluchters zijn veelbelovend, maar de kamers vallen toch wat tegen. Maakt niks uit. Het is half vier in het holst van nacht. De bedden zijn prima, dus in slaap vallen na een reisdag die gisteren begon, kost geen moeite. Tien uur in de ochtend staan we paraat voor een stadstour. Het is nog steeds 5 februari. Ach zo heb je wat aan je dag. Eerst maar eens kijken bij het Rashtrapati Bhawanpaleis, tegenwoordig het presidentiële huis, volgens de gids het grootste ter wereld. De bouw ervan werd in 1921 afgerond, tien jaar na aanvang. Een kijkje bij het memorial van Mahatma Gandhi, die op 47 jarige leeftijd werd vermoord en daarna gecremeerd, is ook niet verkeerd. India Gate is echter interessanter. Het 42 meter hoge monument werd gebouwd ter herdenking van de zeventigduizend Indiase en Britse soldaten die in de Eerste Wereldoorlog en tijdens de Derde Afghaanse Oorlog het leven lieten. New Delhi valt niet tegen en is lang niet zo lawaaierig en druk als we hadden verwacht, maar dat beeld doemt wel op als we het andere stuk van de stad betreden. Een
wirwar van mensen en voertuigen. In no time kunnen we geen kant meer op. Delhi telt dertien miljoen mensen, die zich voornamelijk in het oude deel schijnen te bevinden. Overal volk, lopend, zich verplaatsend met ezel en kar, per auto of met een tuc tuc waar er ongeveer 17.000 van rond tuffen. Chaos alom. Na de lunch rijden we naar de Qutab Minar in het Oude Delhi. De bijna 73 meter hoge minaret is in de 13de eeuw afgebouwd nadat er al in de 11de eeuw aan was begonnen. De geribbelde toren vormde het symbool van euforie om de overwinning van de moslims op de hindoes te vieren waarmee de islam in India tevens zijn intrede doet. Het is heerlijk om er rond te lopen en de tijd van weleer op je te laten inwerken. We zijn weliswaar niet voor de cultuur naar India gekomen, maar toch is het erg leuk er wat van mee te pikken. ’s Avonds dineren we typisch Indiaas in een alleraardigste tent, een maal aangeboden door de reisorganisatie, SP Holidays.
G
elukkig lagen we vóór 22.30 uur in bed, want om even na vieren gaat de wekker alweer waarmee voor ons 6 februari begint. Om 7.10 uur hebben we vlucht IT 4375 met Kingfisher naar Jalapur, Het toestel, een ATR 42, is een klein dingetje waar amper 45 passagiers in kunnen. Na een hopje van nog geen twee uur staat het toestel weer aan de grond. Een busje met chauffeur staat al te wachten voor een trip van zo’n 3,5 uur naar Kanha Tuli Tiger resort. Dat blijkt een meer dan aangename verrassing. Een super accommodatie in een schitterend gebied. In het woud van 94.000 hectare (circa 940 km²) zitten minder dan honderd tijgers. Het is dan ook niet vanzelfsprekend zo’n beest te zien.
Kanha National Park
N
a een geweldige lunch, waarbij overheerlijke naan (gebakken brood) wordt geserveerd, gaan we ons geluk beproeven. De spotted owl is de eerste die ons begroet, daarna volgen meer vogels, maar ook de eerste tijger. Feest natuurlijk, zeker als je hoort dat sommige toeristen na een hele week, op een glimp na, niet één keer een tijger hebben gespot. Zelfs een sloth bear waagt het zich in een flits aan
ons te tonen. India is nu al geslaagd. De tijger zien, daar draaide het allemaal om. Die hebben we. Na nog even wat zonnestralen te hebben opgevangen, breekt de tijd aan voor het avondmaal. Héérlijk! Als we op onze kamer komen, liggen er kruiken in bed. Leuk hoor, en geen overbodige luxe want de Indiase nachten zijn in deze tijd van het jaar behoorlijk koud zo net boven het vriespunt
Z
es uur in de frisse ochtend zijn we op pad, deze 7de februari. Het gamedriven is uiteraard weer leuk, hoewel er dit keer weinig valt te spotten.
Dat er wederom een tijger minder is, stond vanmorgen in een Indiase krant. Deze dieren worden nog steeds vermoord voor hun huid, die schijnbaar zo’n $ 25.000 oplevert. Woest maakt het je! Na de lunch bestaande uit allerlei liflafjes, soms wat minder, maar vooral in meerdere mate gekruid, en lekkere naan nemen we weer wat zon tot ons. Die brandt hier overdag stevig en stuwt de temperatuur met gemak op tot boven de 25 graden. Als de ergste hitte wat afneemt, gaan we weer gamedriven. En dat tafereel herhaalt zich tevens op 8 en 9 februari. ’s Middags gaat het hek van Kanha National Park, opgericht in 1955, klokslag 15.00 uur open. Het is een race tussen de chauffeurs en gidsen om er het eerst te zijn en dus vooraan te staan zodra de slagboom omhoog gaat. Bijzonder geestig, want wat maakt het uit. Eenmaal in het park gaat toch ieder zijns weegs.
Gekraagde Dwergooruil
Soms klinkt het alarm van een sambar, een hertensoort of brengen gillende apen een sfeer van paniek teweeg. Dat duidt meestal op de aanwezigheid van een tijger. Regelmatig snellen we snel naar de bewuste
plek, maar blijft het daarbij. Wel spannend, maar nóg leuker is het de tijgers ook te zien. Dat gebeurt ook wel hoor. Gedurende de acht gamedrives in vier dagen, spotten we ze vier keer. Daarnaast is er een wereld aan ijsvogels, uilSpoorzoeken naar de tijger tjes en andere dieren. De laatste trip op 10 februari zien we sambars, chitals en denken een luipaard op het spoor te zijn, maar dat blijkt toch niet het geval. Gids ‘Doc’, een arts wiens naam officieel Shivashankar luidt, legt uit hoe je aan het opgewonden geluid van apen kunt horen dat het in elk geval geen tijger betreft. Interessant gegeven. Het blijken drie redelijk zeldzame wilde honden te zijn. Leuk, want die hadden we nog niet in het pakket.
Brahmaanse Steenuil
Veel tijd verder te zoeken naar een tijger is er niet, want we moeten uitchecken. Dus gaat de tocht terug naar het resort waar het tijd is
afscheid te nemen van Doc en Davendra Chahar, de andere gids. We geven ze een welverdiende vette tip, evenals het andere personeelChital ook wel Axishert genoemd van dit bijzonder servicegerichte onderkomen. Het Kanha National Park staat bekend als het best onderhouden gebied van Azië. Wij waren er in elk geval van onder de indruk.
Indische Jakhals
Indische Scharrelaar
Indische Kuifarend
Bandhavgarh NP
H
et privébusje en de chauffeur staan klaar voor de reis van ongeveer 250 kilometer naar Bandhavgarh. Zo’n vijf uur later staan we voor de deur van King’s lodge, wederom een spectaculaire accommodatie waar we zijn ondergebracht in vrijstaande villa’s met één ruime kamer, een keurige badkamer en een eigen terras.
Spotted deer kauwt op een bot, waarschijnlijk om kalk aan te vullen
Wat is het toch een schitterend dier!
Het is alweer 11 februari als we om 06.30 uur voor het eerst wakker worden in Bandavgarh. Na een ontbijt stappen we in jeeps om naar het park te gaan voor een gamedrive, maar bij de ingang is algehele consternatie. De parkgidsen staken omdat er volgens hen veel te strenge regels gelden. We komen er toch in en binnen één uur hebben we de eerste drie tijgers al in het pakket. Wat een feest hier. De stand staat op zeven. Ook de nodige vogels tonen zich, evenals bekende reeënsoorten. Na de lunch hebben we minder geluk, geen tijgers meer en Dick is aan de dunne. Jammer.
We zien drie nog jonge tijgers
V
andaag de 12e zit Dick nog steeds niet lekker in z’n vel, dus ik ga alleen op pad. Toch heeft dat ook wel wat, zeker als safariwagens passeren die met zes tot acht man overvol zitten.
Beetje jammer is dat er wat spatjes regen neerdalen. Volgens deskundigen houden tijgers daar niet van. Die zouden wel eens gelijk kunnen hebben want ik zie er geen een. ’s Middag deel ik voor de gezelligheid een wagen met Hans, want Else vergaat het inmiddels eveneens wat minder, dus zij haakt ook af. Via het info-uitwisselcircuitje wordt duidelijk dat er ergens een tijger ligt. Nou is het de bedoeling dat auto’s toebedeelde routes, a, b, c of d volgen, maar dat komt niet altijd overeen met de locatie van de tijger. Menigeen neemt zodoende illegaal een ander pad. Inderdaad een goed besluit, want in een struikgewas verschuilt het gezochte dier zich. Dus we wachten, wachten, wachten, verzitten een keer, leggen de camera’s in een nog betere positie en wachten weer. Er gebeurt helemaal niks. Vijf minuten niet, een kwartier niet. Dan komen er mannen op olifanten die wel een handje willen helpen. Ze jagen de tijger de bosjes uit. Die rent precies de andere kant op dan wij hadden verwacht. Gelukkig lukt het toch nog wat opnamen te maken. Waar het mannetje heen is gevlucht proberen we een herkansing te krijgen. Op het illegale pad is het een waar gekkenhuis. Wel vijftien wagen scheuren door elkaar heen, er wordt geschreeuwd. Iedereen wil die tijger op de foto. De pest is echter dat het alweer 17.30 uur is en de duister begint in te vallen. Met een mooie plaat wordt het niks meer, met die tijger trouwens ook niet. We zien hem niet meer. Voldaan, want dit was de achtste tijger deze reis, zetten we koers richting uitgang.
Pruimekop parkieten achter de lodge, links mevrouw We spotten zelf deze Oerwoudnachtzwaluw
D
e tijgertelling die toevallig deze week werd gehouden, zit er op. Dus hoeven we niet meer te wachten tot 08.00 uur en staan we deze 13e februari om 06.30 uur bij de poort waar het zoals alle dagen, ook nu weer chaos is. Wat dat betreft kan men hier nog wel wat leren van de organisatie bij Kanha National Park. Daar was het allemaal een stuk beter geregeld. We, Dick is er weer bij, lopen dus alweer snel een half uur vertraging op. Balen want dan was dertig minuten langer slapen toch weer prettiger geweest. Het wachten wordt echter beloond. Door misschien wel de vertraging zijn we op het juiste moment op de goede plek loopt er pontificaal een tijger door ons beeld. Perfect om te fotograferen, dus we zijn helemaal blij. Het is nummer negen. De camera’s klikken er weer lustig op los. ’s Middags stijgt Klaar voor weer een dag op safari de spanning al binnen tien minuDoor dit sooort gaten komt de lokale bevolking het ten. Vermoedelijk park in voor brandhout... en zo kunnen de tijgers er zijn we een tijger uit op zoek naar voedsel, lees vee. Dat is een deel van op het spoor, het probleem waardoor veel tijgers sterven. maar we zien hem niet. Dat blijft zo tot het moment we het park weer bijna uitrijden. Dan ontdekken we eindelijk de moeder van drie welpen maar van de kleintjes ontbreekt helaas elk spoor.
Grijze Langoer, ook wel Hoelmans
Resusaap
zouden dienen als bagagerek. Wat onbeholpen staan we in het veel te smalle gangpad elkaar aan te kijken. Gelukkig hebben we zelf hoeslakens mee. Misschien hoeven we dan geen tetanusprik te halen als we deze smerige trein verlaten, hetgeen de komende twaalf uur niet aan de orde is. De bagage vindt zo goed en zo kwaad als het gaat een bestemming aan het voeteneind en het hoofdeind. Else, kan er als minivrouw nog makkelijk tussen. Ik leg mijn benen op de tassen waardoor het ook nog wel lukt te liggen. De mannen hebben het moeilijker. Om ons heen koken mensen hun pannetje voor de avond, kletsen wat of zijn, aan het gesnurk te horen, toch in slaap gevallen in een van de bedsteden tegenover ons. Tegen alle verwachtingen in komt er een man langs die schone lakens uitdeelt. Terwijl Hans en Dick naar de whiskyfles grijpen, vallen Else en ik in slaap.
We vangen in deze chaos een glimp op van een tijger, maar die tellen weniet..
A
lweer de laatste dag, 14 februari, breekt aan. Vogels, alarmsignalen, maar geen tijgers. De hele dag niet één. De stand blijft dus even steken op tien.
Bruine visuil
Om 19.00 uur brengt de chauffeur ons naar het station van Umaria zodat we de trein naar Agra kunnen nemen. Een ervaring waarvan we dachten die niet te willen missen, totdat we inderdaad, wringend tussen andere passagiers door, in onze coupé zijn. Eigenlijk hadden we een zes persoonsvariant geboekt zodat iedereen lekker zou kunnen liggen terwijl de resterende bedden
W
akker worden in een trein naar Agra betekent in elk geval dat je hebt geslapen. We zijn 15 februari op onze bestemming gearriveerd. En eerlijk gezegd viel het best mee.
Transport staat alweer paraat. Wat dat betreft is het allemaal uitstekend geregeld door SP Holidays, op die te kleine coupé na dan. De chauffeur brengt ons naar Hotel Park Plaza. Na een douche en een lunch gaan we naar de Taj Mahal. Als er iets adembenemend mooi is, dan is het dit gebouw wel, in maar liefst 22 jaar gebouwd door ongeveer twintigduizend werkers. We bewonderen het uitvoerig.
Ook de bijgebouwen van de Taj Mahal zijn prachtig
Taj Mahal
D
e Taj Mahal, een 17e eeuws praalgraf in het Noord Indiase Agra, is tussen 1631 en 1653 neergezet in opdracht van keizer Shah Jahan. Hij liet het bouwen aan de oever van de heilige rivier Yamuna voor zijn geliefde Mumtaz Mahal, die in 1631 in het kraambed overleed.
Niet alleen ingelegde versieringen, ook in relief, zoals deze fraaie bloemen
De Taj Mahal is het mooiste voorbeeld van Mogoel architectuur. Dit is een mengvorm van zowel Persische, Islamitische als Indische bouwstijlen. Architecten kwamen uit alle hoeken van de wereld, zoals uit Frankrijk, Italië en Iran. De 58 meter hoge Taj Mahal, met een breedte van 56 meter, staat op een 10.000 m² verhoogd marmeren platform. Het volmaakte symmetrische bouwwerk is opgetrokken uit wit marmer, afkomstig uit de 160 kilometer verder liggende mijnen van Rajashtan, Jodbur. De wanden zijn rijk versierd met ingelegde halfedelstenen, die bloemmotieven vormen zoals de Lotus. De vier minaretten op de hoeken dateren van latere tijd. Ze staan met opzet scheef zodat ze bij een eventuele aardbeving niet in de richting van het mausoleum vallen, dat dan geen schade oploopt.
Volgens een mythe zou aan de overkant van de rivier de Yamuna, tegenover de Taj Mahal, een zwart marmeren mausoleum verrijzen, bedoeld voor Shah Jahan zelf, maar het kwam er niet van omdat hij in 1666 in gevangenschap stierf. Hij werd vervolgens in de Taj Mahal bijgezet. Het indrukwekkende bouwwerk staat sinds 1983 op de Wereld erfgoedlijst van de UNESCO.
N
a de ondergaande zon te hebben zien weerspiegelen op het marmer wordt het tijd te gaan. Natuurlijk niet zonder souvenir. Bij een kunsthandel zien we hoe marmer met flinters edelsteen wordt ingelegd.
Hans en Else gaan voor een zeepbakje van bijna zestig euro. Een flessenhouder met onderzetters, lijkt ons wel aardig. Prijs €209,= maar dat bedrag weten we te verlagen tot €160,=. De Taj Mahal is bij de zonsopkomst op zijn mooist, dan kleurt het marmer roodgoud dat het praalgraf iets mystieks geeft. Dus 16 februari gaan we nog één keer terug om zelf te zien hoe de lichtinval die gouden, witte of gloed van parelmoer teweeg brengt. Daarna checken we uit en verplaatsen ons richting Ranthambore. Onderweg genieten we van het schouwspel dat de vele dorpen leveren. Mensen lachen en zwaaien. Toch zijn we blij niet uit ons busje te hoeven, want het is overal even viezig, een zooi, primitief en overal zit altijd wel iemand te kakken. Soms alleen, soms gezellig met een paar anderen. Wildpoepen schijnt hier een sociale bezigheid te zijn.
Ranthambore Nationaal Park
D
e reis duurt lang, dus dommelen we af en toe even weg of proberen wat passerende tafereeltjes vast te leggen. En dan eindelijk zijn we er: het Tiger Den Resort aan de rand van Ranthambore National Park. Alweer een geweldige accommodatie, bestaande uit twee onder één dag kamers met badkamer, liggend aan een groot grasveld. Het gaat hard. Het is alweer 17 februari. Ranthambore National Park kent net als de andere parken een routesysteem. Dit heeft vijf varianten. We krijgen de laatste toebedeeld, een mooie, maar zwaar te berijden route. Helaas levert het pad geen tijgers op. ‘s Middags doen we route nummer 1, een droog, dor terrein waar waarschijnlijk nog nooit een tijger is geweest, al beweert de gids van wel. Hoe dan ook, de dag eindigen we tijgerloos.
H
et 410 km² tellende Ranthambore NP ligt in de laagvlaktes van centraal India. Het park bevat heuvels begroeid met droge gemengde loofbossen en een aantal meren. Daarnaast schijnen er meer dan 250 soorten vogels te leven. Die zijn al vroeg te horen wanneer we 18 februari bij schemerlicht het park weer inrijden. Snel zien we tevens een tijger. Jippie. Het bewijs is
nu ook geleverd, deze prachtige roofdieren zitten inderdaad in Ranthambore, in elk geval één. Helaas moeten we een uur eerder het gebied alweer uit. Reden is een pelgrimstocht. Moet je je voorstellen, duizenden Indiërs die het leefgebied van de tijgers ingaan, en het allerergste, allerlei rotzooi achterlaten. Eén ding is snel duidelijk, tijgers zijn bij het volk in Ranthambore niet in goede handen. Let wel! We hebben het hier over een beschermde diersoort in een Nationaal Park. Knettergek die lui om zo met uitsterven bedreigde dieren om te gaan. Vreselijk!
Trouwens net zo bizar is dat je als toerist, die hier heel wat dollars neertelt om tijgers te zien, plaats moet maken voor vervuilende Indiërs. Bij het verlaten van het park spotten we nog wel even een tweede tijger en ’s middags de derde, overigens wel tijdens een dodemansrit waarbij een stuk of zes voertuigen allemaal vooraan willen staan. Het heeft iets absurds, maar gelijktijdig iets komisch. Eerst ligt het beest erg ver weg te badderen, maar daarna maakt hij een ommetje, gewoon heel leuk onze richting uit. En die gekke chauffeurs er maar achter aan. Drie aanrijdingen verder hebben we het dier héél goed gezien. Door al dat stompzinnige en overbodige gemanoeuvreer is het uiteindelijk niet mogelijk dé tijgerfoto te schieten.
J
ammer, maar 19 februari belanden we wederom op route 1. Het is de laatste safari in Ranthambore, want we moeten weer door. Op ons pad komen een Indian gazelle, de chinkara en heel ver weg valt een glimp te zien van een luipaard. Pootafdrukken van een tijger zijn er ook, evenals leuke vogels zoals de kleurrijke small minivet. Maar daarmee houdt het op. Tegen 10.00 uur zijn we terug in het Tiger Den, ontbijten, pakken de boel bijeen en gaan naar de volgende bestemming: Sariska in Rajasthan.
D
e nodige reisuren liggen voor ons. De trip leidt via dorpen waar een en al bedrijvigheid heerst. Mensen krioelen door elkaar op onverharde paden, tussen viezigheid en afval.
Mannen in witte gewaden getooid met tulband klitten bij elkaar en drinken koffie. Vrouwen halen water bij de dorpspomp, doen daar hun was of reinigen zichzelf. Fruit- en groentekramen brengen de nodige kleur. India is absoluut bijzonder. We hadden het niet willen missen, maar hoeven niet nog eens terug. Vroeg in de avond zijn we waar we wezen moeten. De aanblik van hotel Sariska Palace is overweldigend. Het enorme uit 1894 daterende pand lijkt wel een paleis. Het grenst aan het park en in de koloniale tijd werd
vanuit dit onderkomen gejaagd. Trofeeën staan her en der opgesteld, geschoten in de hoogtijdagen toen er nog heel veel tijgers in dit park van ruim 800 km² zaten. Nu resten er nog maar drie. Daar een van zien is natuurlijk een illusie, dus daar hopen we niet op.
Sariska National Park
O
p 20 februari gaan we het park in en treffen een shikra, een havikachtige, die net een patrijs te grazen heeft genomen en daar heerlijk van zit te smikkelen. Ook aan andere vogels is geen gebrek, vooral ijsvogels. We nemen de tijd ze duikend naar vis uitvoerig te observeren en te fotograferen. En daarmee loopt het verblijf in India af. We pakken in het Sariska Palace onze spullen bij elkaar en wachten in de zon tot ons transport arriveert om ons naar het vliegveld van Delhi te brengen. Dat we dat halen is een kwestie van geluk. Onderweg krioelen brommers, wagens voortgetrokken door kamelen of ezels, fietsen en auto’s zeven rijen dik op een vierbaansweg. Onvoorstelbaar dat op dit soms millimeterwerk tijdens het passeren geen doden vallen. Eenmaal in het vliegtuig vernemen we uit een Nederlandse krant dat het kabinet is gevallen op de kwestie Uruzgan. Zo zijn we meteen weer terug in de Nederlandse realiteit.