Op 14 december 2006 promoveerde Arlindo Sitoe uit uit Mozambique tot doctor aan de Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen. De promotie is het resultaat van langdurige samenwerking tussen de Eduardo Mondlane Universiteit in Maputo en de RUG.
Internationalisering 5.1 Algemeen In de internationaliseringsnota ‘De wereld als podium’ maakte de RUG in mei 2006 haar internationale ambities wereldkundig. De Wereld als Podium voorziet in een verbetering van het voorzieningenniveau voor buitenlandse studenten en staf, uitbreiding van Engelstaligheid en versterking van de internationale positionering van de RUG. Dat wordt gevolgd door een groei in internationale studenten en staf, neergelegd in streefcijfers per jaar en resulterend in meer dan 5.000 buitenlandse studenten in 2014. De internationalisering in de Groningse collegezalen is echter al veel eerder ingezet. Bijna een kwart van de studenten die sinds 2002 een masteropleiding aan de RUG volgden, komt uit het buitenland. Sinds 2002 schreef de RUG 3414 studenten in bij haar masteropleidingen, 761 kwamen uit het buitenland. De grootste groei deed zich in 2006 voor bij de Masteropleidingen. In 2006 zijn veel positieve ontwikkelingen in relatie tot internationalisering te constateren. Op alle fronten is groei te zien, het aantal top- en researchmaster-studenten (36) is daarbij hoger dan de streefcijfers (26), het aantal bachelorstudenten (538) is ongeveer conform streefcijfers (541); masterstudenten (325) blijven nog iets achter bij de streefcijfers (374), maar groeien in aantal wel het snelste. ‘De wereld als podium’ heeft duidelijk veel in beweging gebracht en het draagvlak en enthousiasme voor internationalisering binnen de RUG vergroot. Daarbij blijkt een gerichte aanpak in projecten een goede manier om snel resultaat te zien. Daartegenover staat dat internationalisering via het gericht opbouwen en onderhouden van internationale netwerken, het in de markt zetten van internationale opleidingen, en het realiseren van internationale naamsbekendheid en het gewenste imago als internationale onderzoekuniversiteit een zaak van de langere termijn is en een ‘ongoing process’. De opgebouwde reputatie van de RUG in bijvoorbeeld Indonesië en China is een goed voorbeeld. Het vele internationale onderzoek met sterke groepen en het groeiend aantal internationale bacheloropleidingen en double- of joint degree-masterprogramma’s met internationaal gereputeerde universiteiten geeft daarbij veel vertrouwen dat de RUG in de nabije toekomst nog sterker als een internationale onderzoekuniversiteit herkend zal worden en zich zo wereldwijd nog beter zal positioneren. Interessante resultaten in 2006:
>
>
>
> >
>
>
> >
>
>
5
sneller dan verwacht en het aantal Chinese studenten blijft stabiel, tegen de dalende landelijke, maar ook internationale trend in. In het project website zijn al veel activiteiten gerealiseerd, wat ook zichtbaar is op de ‘portals’ voor internationale doelgroepen. De voorbereidingen zijn nu zo ver dat de website in 2007 in zijn algemeenheid een meer internationale uitstraling krijgt. Ook het admissions-project is goed op stoom. De eerste protocollen zijn vastgesteld en worden nu RUG-breed ingevoerd. Met de Universiteit Leiden zijn de besprekingen over overname van een admissions-volgsysteem in een vergevorderd stadium. De International Service Desk (ISD) ontwikkelt zich snel tot een breed expertisecentrum met steeds meer taken en gespecialiseerde kennis en continue toenemende aantallen bezoekers, alsmede informatie- en expertisevragen. Studentenverenigingen spelen een steeds actievere rol in de internationalisering. Het introductieprogramma voor buitenlandse studenten wordt uitgebreider, met voortdurend groeiende aantallen deelnemers. Via het Onderwijs Stimulerings Fonds (OSF) voor internationalisering zijn al veel aanvragen ingediend en toegekend, waaronder plannen voor drie Engelstalige bacheloropleidingen en een aantal gezamenlijke programma’s met buitenlandse partners, onder meer met Uppsala. De uitgaande studentenmobiliteit stijgt naar een RUG gemiddelde van 27,1%, waarbij vier faculteiten boven de 30% scoren, 1 faculteit zelfs boven de 50%. Qua uitgaande stafmobiliteit is de RUG koploper in Nederland, hoewel de aantallen nog beperkt zijn. Zeer goede Engelse taalvaardigheden van staf en studenten krijgen inmiddels structurele aandacht, ondersteund vanuit het Talencentrum. Op het gebied van interculturele kennis en vaardigheden worden vanuit verschillende plekken binnen de RUG interessante initiatieven ontwikkeld. Aan de RUG studeren in oktober 2006 ongeveer 2000 studenten van 105 verschillende nationaliteiten anders dan de Nederlandse.
5.2 Instroom
> Het aantal Duitse studenten groeit conform prognoses,
het aantal studenten uit Midden- en Oost-Europa groeit 1
In de nota ‘De wereld als podium’ wordt de term Topmaster gebruikt voor alle Top- en Research Masters van de RUG.
In totaal steeg het aantal degree-studenten aan de RUG met 10% van 869 in 2005 naar 956 in 2006. In oktober 2006 stonden bij CSA geregistreerd: 538 bachelorstudenten, 325 masterstudenten en 36 Top Master1 studenten met een niet-
ja a rv e r s l a g 2006 rug
Figuur 5.2 Totaal aantal gaststudenten en beurspromovendi 500 450 400 350 300 aantal
Nederlandse nationaliteit, dit ten opzichte van 472 bachelor-, 248 master- en 23 Top Master-studenten in oktober 2005. Op alle niveaus is er een aanzienlijke groei, percentueel is de groei het grootste bij de Top Master-opleidingen (+ 5,6%), gevolgd door de masteropleidingen (+ 3,1%) en de bacheloropleidingen (+ 1,4%). In absolute aantallen is de groei het grootste bij de masteropleidingen (+ 77), gevolgd door de bacheloropleidingen (+ 66) en de Top Master-opleidingen (+ 13).
250 200 150
Figuur 5.1 Totaal aantal degree-studenten
100 50
600
0 Beurspromovendi
Gaststudenten categorie
500 2005
2006
aantal
400
Buitenlandse medewerkers
300
Bij het OBP is slechts 1% uit het buitenland afkomstig. Voor het wetenschappelijk personeel ligt dit percentage veel hoger, in 2006 al 14%, een groei van 2% ten opzichte van 2005. De RUG streeft ernaar dit percentage uit te breiden tot 20% in 2014.
200
100
0 Bachelor
Master
Topmaster
categorie 2005
2006
Gaststudenten en promovendi In oktober 2006 stonden bij het CSA geregistreerd: 476 gaststudenten, ten opzichte van 457 in 2005. Er is dus ook bij deze categorie buitenlandse studenten sprake van groei. In totaal werkten 506 buitenlandse promovendi in 2006 aan de RUG aan hun promotieonderzoek. Onder hen waren 147 promovendi met een aanstelling en 359 (beurs)promovendi2. In 2005 waren er 638 buitenlandse promovendi, van wie 351 met een aanstelling en 287 beurspromovendi. Van de buitenlandse promovendi komt ongeveer 10% uit ontwikkelingslanden (zie ook paragraaf 5.7).
2
De meeste beurspromovendi ontvangen van de RUG een zogenaamde Ubbo Emmius Scholarship. Deze bedroeg in 2006 €1399 per maand voor levensonderhoud. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndiceerd, tevens vrijstelling van collegegeld en benchfee. Voor beurzen voor studenten uit ontwikkelingslanden, zie paragraaf 5.7.
3
In de internationaliseringnota ‘De wereld als podium’ (2006) zijn
5.3 Internationale positionering In 2006 stelde het CvB in de internationaliseringnota ‘De wereld als podium’ als focuslanden/gebieden vast: Azië met als primaire landen Indonesië, China en India, Europa met in het bijzonder Duitsland en Midden/Oost-Europa, NoordAmerika, Latijns-Amerika (verkennend).
Europa Duitsland: groei conform prognoses De groei van de aantallen eerstejaars bedraagt 19%, in absolute aantallen 17 extra studenten. Het totale aantal degree-studenten (bachelor, (top)master en doctoraal) is met 20% gegroeid en komt met 51 extra studenten op een aantal van 301. De groei zit vooral bij de eerstejaars psychologie. De plancijfers uit de Wereld als Podium, waarin een sterke groei is voorzien voor Duitsland, kunnen vooralsnog gehandhaafd worden. Een sterker accent in de werving op Noordrijn-Westfalen lijkt gerechtvaardigd. Daarbij zal de werving nog meer worden toegespitst op opleidingen waar zich in Duitsland een groot tekort aan studieplaatsen blijkt te manifesteren.
genoemde landen/gebieden vastgesteld als de focuslanden van de 4
RUG.
Midden- en Oost-Europa
De herkomst van AIO-promovendi is niet meegenomen in deze
Het aantal studenten in degree-programma’s (bachelor en master) is met 30% gestegen van 63 naar 94. Tegenover de stijging van het aantal degree-studenten staat een daling van het aantal beurspromovendi van 88 naar 67. Er hebben het
tabellen. Dit vertekent de aantallen uit de diverse landen enigszins. De totale aantallen zijn in werkelijkheid, bijvoorbeeld voor India, aanzienlijk hoger.
Figuur 5.3 Bachelors en masters naar focuslanden/focusgebieden 3, 4, inclusief Afrika
Jaar
Land/gebied
2005
MOE*
2005
Duitsland
2005
Griekenland
2005
China
2005
Aantal 63
Jaar
Land
2006
MOE
Aantal 94 301
250
2006
Duitsland
13
2006
Griekenland
180
2006
China
Indonesië
71
2006
Indonesië
58
2005
Noord-Amerika
17
2006
Noord-Amerika
14
2005
Latijns-Amerika
17
2006
Latijns-Amerika
13
2005
Afrika
43
2006
Afrika
45
23 182
Figuur 5.4 Aantal degreestudenten per focusgebied, inclusief Afrika
aantal studenten
350 300
2005
250
2006 * Midden- en Oostelijk Europa
200
ja a rv e r s l a g 150
2006 100
rug 50 0 MOE*
Duitsland
Overig Europa
China
Indonesië
Overig Azië Latijns-Amerika
Afrika
focuslanden
Aantal medewerkers Wetenschappelijk Personeel
Nederlands
Buitenlands
2396
387
afgelopen jaar 17 promoties plaatsgevonden, terwijl er maar 6 nieuwe beurspromovendi zijn gestart. Verwacht mag worden dat bijvoorbeeld het aantal Roemeense en misschien ook Bulgaarse studenten in degree-programma’s nog kan stijgen, omdat voor deze landen inmiddels het wettelijke collegegeld gevraagd wordt. De Oost-Europese Top Master-studenten zullen in promotietrajecten doorgaan, evenals een deel van de Poolse, Roemeense en Russische masterdegree-studenten.
Overig Europa Het aantal degree studenten uit de rest van Europa is redelijk stabiel. De grootste aantallen studenten komen uit Frankrijk, Italië en Spanje. Alleen Griekenland valt op met een stijging van 10 naar 23 studenten. De jaarlijkse deelname aan de onderwijsbeurs in Athene sinds 2003 lijkt nu effect te sorteren.
Eindtotaal 2783
Azië China De instroom van Chinese degree-studenten is in 2006 verdubbeld ten opzichte van 2005. Dit komt vooral door de instroom van 17 ‘double degree’ bachelorstudenten van Fudan University. Het totale aantal Chinese studenten aan de RUG is in 2006 ongeveer gelijk gebleven. Het totale aantal Chinese studenten dat naar Nederland kwam voor studie in het hoger onderwijs is daarentegen gedaald met maar liefst 20%. Het Fudan-RUG double degree-programma heeft ook een positief marketingeffect. Vanwege de reputatie van Fudan University in China trekt het ook Chinese studenten naar andere internationale opleidingen van de RUG. Het belang van een dergelijk programma met een prestigieuze buitenlandse partner blijkt hieruit eens te meer. De instroom van Chinese studenten in andere internationale programma’s blijft stabiel.
Indonesië De instroom vanuit Indonesië daalt licht, deels is dit incidenteel. De daling wordt vooral veroorzaakt door snellere uitstroom5 in de eenjarige masters en door een iets verminderde instroom via het STUNED-BAPPENAS-beurzenprogramma van de Nederlandse en Indonesische overheid bij Ruimtelijke Wetenschappen. Verder stijgt het aantal Indonesische studenten bij Bedrijfskunde, Education (GMW), Dutch Culture, NOHA (Letteren) en bij Economics & Business Law (Rechten), terwijl de aantallen bij Economie licht dalen.
India Het aantal degree-studenten uit India blijft stabiel. De meeste zitten bij de (Top)Master programma’s van FWN. Verder heeft de RUG vooral Indiase studenten in de PhD-programma’s. Een aantal faculteiten heeft goede contacten in India. De verwachting is dat het aantal master- en PhD-studenten uit India met de intensivering van de contacten en gerichtere marketing verder zal groeien in de komende jaren. De goede ervaringen met de onderwijsbeurs in november 2006 bevestigen het grote marktpotentieel van India en de potentiële kwaliteit van de studenten.
Latijns-Amerika De cijfers voor Latijns-Amerika zijn nog laag in vergelijking met de instroom uit andere regio’s en de omvang van het continent. De studenten komen uit: Argentinië, Bolivia, Colombia, Cuba, Mexico, Peru en Venezuela. De langlopende overeenkomst met tien uitwisselingsplaatsen per jaar met de UNAM zorgt voor een continue instroom van studenten uit Mexico. Daarnaast bieden onder meer Brazilië, Argentinië en Chili een interessant potentieel gezien de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek daar en de toenemende belangstelling voor studie in Europa.
Afrika In 2006 studeerden in totaal bijna 100 studenten uit Afrika aan de RUG, in zowel degree- als non-degree programma’s, inclusief 19 PhD-studenten met een beurs (zie ook paragraaf
5
NB hier zijn geen gegevens over slagen of drop-out meegenomen.
6
Waarvan 7 NFP-beurzen voor een cursus bij het Rekencentrum, 5 voor Education, 3 voor LLM-programma’s, 1 voor Population Studies, 1 voor HRM, 1 voor NOHA, 1 voor IE&B en 1 voor PhDstudies.
7
Deze folder is vooral bedoeld voor distributie tijdens de onderwijs-
5.7). De grootste aantallen studenten zijn afkomstig uit de landen waarin de RUG samenwerkingsprojecten uitvoert: Uganda, Tanzania, Ghana en Zambia. In juni 2006 organiseerden Bureau Internationale Samenwerking en het Centre for Development Studies een Afrikadag. Stafleden, Nederlandse en Afrikaanse master- en PhD-studenten van de RUG, vertegenwoordigers van RUG-partner Universiteit van Uppsala en externe donoren zoals NUFFIC en NWO bespraken ideeën voor een vernieuwd Afrikabeleid. Ruim 100 deelnemers, onder wie veel Nederlandse en Afrikaanse studenten en stafleden discussieerden mee. De resultaten van de discussies worden in een Afrikanotitie verwerkt die in 2007 wordt gepresenteerd. Met de nota ‘De wereld als podium’ als uitgangspunt, wordt hierin het beleid van de RUG voor duurzame samenwerking met Afrika en het aantrekken van talentvolle studenten ingevuld.
Strategische partners De resultaten van langdurige samenwerking, resulterend in strategische partnerships, zijn van groot belang voor de instroom van kwalitatieve goede studenten en promovendi. In 2006 werd de strategische samenwerking met de Universiteit van Uppsala verder ingevuld met plannen van verschillende faculteiten voor gezamenlijke programma’s. In totaal zijn nu 11 ‘joint programmes’ in ontwikkeling gezet of al gestart, naast een aantal gezamenlijke onderzoeksprogramma’s met inzet van PhD-beurzen van beide universiteiten. Bovendien werd afgesproken de samenwerking nu meer ‘in de etalage te zetten’, via de websites en gezamenlijke brochures. Met de strategische partners in Indonesië worden al sinds 2000 diverse double degree-programma’s uitgevoerd, in 2006 zijn daar nog twee programma’s bij gekomen van de faculteiten Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde. De partner van de RUG in Japan, Osaka University, heeft in 2006 een twintigtal studenten naar de RUG gestuurd voor een drieweeks studieprogramma. Dit bleek een groot succes en zal jaarlijks worden herhaald. Met de strategische partner in China, Fudan University, is in 2006 een double degree-bachelorprogramma gestart in International Economics and Business. Dat resulteerde in een eerste instroom van 17 zeer goede studenten. De meeste volgen inmiddels het honourstraject. De Faculteit der Wijsbegeerte is bezig met een van de belangrijkste universiteiten in Latijns Amerika, de UNAM in Mexico, een joint programme te ontwikkelen. Er worden door verschillende faculteiten nog andere gezamenlijke programma’s ontwikkeld met voor de desbetreffende faculteit belangrijke partners.
beurzen, maar wordt ook naar relaties en, op verzoek, naar aspirant 8
buitenlandse studenten gestuurd.
Deelname aan onderwijsbeurzen
Het Marco Polo-fonds is complementair aan Erasmus, de beurzen
In 2006 werd RUG-breed deelgenomen aan de volgende onderwijsbeurzen, meestal in combinatie met instellings-
die de studenten ontvangen zijn van dezelfde hoogte.
bezoeken, bezoeken aan andere relevante instanties (ambassades, NESO’s, etc.), ondersteunende advertenties en ontmoetingen met alumni: in België (Brussel), China, Indonesië, India, Thailand, Taiwan, Vietnam, Chili, Mexico, Griekenland, Turkije, Rusland, en in Duitsland in Keulen, Karlsruhe, Frankfurt, München, Bremen en Hannover.
Beurzenprogramma’s Verder scoorde de RUG in 2006 opnieuw goed in de verschillende beurzenprogramma’s. Via het Huygens-programma (HSP) ‘regulier’ ontving de RUG 11 beurzen, voornamelijk voor studenten uit Oost-Europa. Het totale aantal aanvragen vanuit de RUG bedroeg ongeveer 100. Dit is landelijk gezien een goede score; 2006 was het eerste jaar voor dit beurzenprogramma. Daarnaast is er HSP China waaruit de RUG 3 bursalen ontvangt. Verder was 2006 het laatste jaar dat het Delta beurzenprogramma nog beurzen uitkeerde. In 2006-2007 ontving de RUG 18 Delta-beurzen, een jaar eerder waren dat er 19. Van het Netherlands Fellowship Programma (NFP) voor studenten uit ontwikkelingslanden kreeg de RUG in 2006 in totaal 20 beurzen, 9 meer dan in 2005.6 Het merendeel van deze NFP-studenten komt uit Afrika, vooral uit Ethiopië, Uganda en Tanzania. Van het STUNED-programma voor Indonesië scoorde de RUG in 2006 30 beurzen, dit in vergelijking met 28 in 2005 en veel kleinere aantallen in de voorgaande jaren. Een groot aantal STUNED-beurzen werd in de wacht gesleept door het programma Environmental and Infrastructure Planning van de Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen. Ondanks de daling van 20 naar 15 beurzen voor dit programma steeg het totale aantal STUNED-beurzen voor de RUG. Het grote aantal STUNED-beurzen is een indicatie van de goede reputatie van de RUG in Indonesië. In paragraaf 5.7 staat een overzicht van studenten uit ontwikkelingslanden die met een beurs aan de RUG studeerden.
Internationale communicatie De RUG maakte in 2006 de volgende brochures voor de internationale doelgroepen: ‘Welcome to Groningen’ en ‘Health Guide’, met praktische informatie voor de student ter voorbereiding en in het begin van de studietijd aan de RUG, de beursfolder met een overzicht van alle internationale opleidingen7 en (dit jaar voor het eerst) ook een speciale folder voor de Duitse aspirant-studenten. Verder maakte de RUG nieuwe posters en beursachterwanden voor de Internationale Education Fairs en werden alle internationale opleidingen van de RUG opgegeven voor opname in de NUFFIC/NFP catalogus en cd-rom, voor gratis mondiale publiciteit en verspreiding via ambassades en consulaten. (zie ook 1.4)
5.4 Uitgaande studentenmobiliteit De RUG hecht groot belang aan de uitgaande mobiliteit van haar studenten, of die nu oorspronkelijk uit Nederland, of uit het buitenland afkomstig zijn. In totaal verbleven 841 studenten in 2006 voor een periode van minstens drie maanden in het buitenland. De Nederlandse studenten maakten voor Europese bestemmingen voornamelijk gebruik van Socrates/ Erasmus-beurzen. De studenten die buiten Europa studeerden of een stage uitvoerden én de buitenlandse studenten, die niet in aanmerking komen voor Erasmusbeurzen, maakten gebruik van de eigen Marco Polo-beurzen van de RUG.
Socrates/Erasmus In 2006 gingen 325 RUG-studenten via het Europese Socrates/Erasmus-programma naar het buitenland. De meest populaire bestemmingen waren de partneruniversiteiten in Spanje, gevolgd door Zweden, Frankrijk, Duitsland en GrootBrittannië. De helft van het aantal uitgaande Erasmusstudenten ging naar het buitenland nadat twee jaar van de studie was afgerond en de betrokkenen dus nog in de bachelorfase zaten. De andere helft had al drie jaar of meer afgerond. Er waren 188 vrouwelijke studenten en 137 mannelijke studenten die een Erasmusbeurs kregen.
Marco Polo Fonds Het eigen Marco Polo Fonds van de RUG geeft beurzen aan RUG-studenten voor studie of stage in het buitenland . Dit jaar waren er 516 studenten die op deze wijze hun studieverblijf in het buitenland8 konden realiseren. De mobiliteit via Erasmus en Marco Polo geeft wederom een stijging van het aantal uitgaande studenten te zien, hoewel het aantal Erasmusbeurzen iets minder was dan in 2004/2005: 334 in 2004/05 versus 325 in 2005/06. De totale stijging komt vooral op rekening van het aantal uitgaande studenten met Marco Polo-beurs. Aan uitgaande studentenmobiliteit werd in 2006 totaal € 675.844 besteed. Figuur 5.5 Uitgaande mobiliteit RUG-studenten
Marco Polo Europa
116
Afrika
66
Erasmus 325
totaal 441 66
Azië
70
70
Noord-Amerika
157
157
Latijns Amerika
59
59
Oceanië
48
48
Totaal
516
841
ja a rv e r s l a g 2006 rug
5.5 Internationale Stafmobiliteit De in- en uitstroom van gastdocenten via het Erasmusprogramma groeide in 2006 opnieuw; 45 reisbeurzen werden verstrekt aan RUG-docenten die bij een partnerinstelling doceerden. In totaal ging het om 35 personen9. Hoewel bescheiden, loopt de RUG hiermee aan kop in Nederland. Via het Onderwijsstimuleringsfonds worden diverse projecten uitgevoerd voor de ontwikkeling van gezamenlijke programma’s. Hiervoor reizen regelmatig delegaties van faculteiten naar partneruniversiteiten voor het voeren van overleg en het geven van colleges. Geschat wordt dat het jaarlijks om circa 75 bezoeken van RUG-docenten aan partners gaat. Ook komen vrijwel wekelijks delegaties van buitenlandse partneruniversiteiten en ambassades op bezoek bij de universiteit. Van 29 augustus tot 17 september 2006 bezochten bijvoorbeeld 20 studenten van de Universiteit van Osaka de RUG. Zij namen deel aan het introductieprogramma, kregen een op maat gesneden taalcursus en maakten kennis met het onderwijsaanbod van de faculteiten Letteren, Rechten, Economie en Bedrijfskunde. Ook werden aparte korte cursussen verzorgd door UOCG en RC in het kader van NPT en NFP. Internationalisering beperkt zich niet alleen tot onderwijs en onderzoek. Ook universitair management, kwaliteitszorg, ICT-voorziening, bekostingssystematiek en bibliotheekvoorzieningen zijn regelmatig onderwerp van gesprek met internationale gasten en delegaties.
5.6 Internationaal onderwijsaanbod In 2006 heeft het CvB € 500.000 beschikbaar gesteld via het Onderwijsstimuleringsfonds voor het uitbreiden van het internationaal onderwijsaanbod. Op dit moment heeft de RUG vier internationale Bacheloropleidingen en 56 internationale Masteropleidingen. Het College van Bestuur heeft een preferentielijst opgesteld van bachelor- en masteropleidingen die in hoge mate kunnen bijdragen aan het halen van de streefcijfers in 2014. Deze lijst is uitgebreid met de meest kansrijke Erasmus Mundus/joint/double degree programmes.
9
Enkelen gingen meer dan eens naar een partneruniversiteit.
10
NPT: The Netherlands Programme for Institutional Strengthening of Post-secondary Education and Training Capacity.
Toegekend in 2006: LL.B (Faculteit Rechten), Psychologie (Faculteit Gedragen Maatschappijwetenschappen) , IO/IB (Faculteit der Letteren) Met Uppsala: Letteren (1), Godgeleerdheid (1), Rechten (1), Ruimtelijke Wetenschappen (2), met UNAM (Wijsbegeerte) Euroculture (Letteren) Faculteit Rechten: voorbereidend programma Engels.
5.7 Ontwikkelingssamenwerking Academische ontwikkelingssamenwerking maakt deel uit van het internationaliseringbeleid van de RUG. Dit gebeurt vanuit maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef, maar ook om academische redenen. Enerzijds onderzoekt de RUG ontwikkelingsrelevante problematiek, anderzijds geven de samenwerkingsverbanden staf en instellingen uit ontwikkelingslanden toegang tot hoogwaardig wetenschapsbedrijf. Voor een deel van het wetenschappelijk onderzoek aan de RUG vormt de samenwerking met ontwikkelingslanden een noodzakelijk element, vanwege de sterke mondialisering van het onderzoeksterrein. In dit kader onderhoudt de universiteit langdurige samenwerkingsrelaties met instellingen voor hoger onderwijs in Afrika en Azië. Deze relaties worden deels gefinancierd uit externe fondsen, zoals het door DGIS (Directoraat Generaal Internationale Samenwerking van het Ministerie voor Ontwikkelingssamenwerking) gefinancierde NPT-programma10, maar ook door NWO en KNAW. Daarnaast financiert de RUG een aanzienlijk deel van de activiteiten in het kader van de ontwikkelingssamenwerking zelf.
Projecten In 2006 verwierf de RUG samen met de Universiteit van Maastricht twee grote NPT-projecten die inmiddels zijn gestart. Het betreft hier vierjarige samenwerkingsprojecten in Mozambique (nieuwe leermethoden) en Indonesië (geneeskunde). In totaal is de RUG nu betrokken bij 12 NPT-projecten in Uganda, Tanzania, Mozambique, Zambia, Ghana, Vietnam en Indonesië. De projecten gaan over uiteenlopende onderwerpen zoals ICT, onderwijskunde, bestuurskunde, mensenrechten, geneeskunde, economie en bedrijfskunde. Belangrijke elementen in alle projecten zijn de PhD- en masterprogramma’s, maar er zijn ook korte cursussen
Figuur 5.6 Bursalen in het kader van ontwikkelingssamenwerking
Beurstype, jaar 2005-2006
Korte cursus
RUG Eric Bleumink Fonds
Master
PhD 3
RUG Fellowship Programme RUG Ubbo Emmius promotiestudenten MHO/RUG Netherlands Fellowship Programme
4
Delta (alleen Indonesië en India) Stuned
9
Totaal 3
6
4
4
30
30
10
10
1
14
8
8
30
30
NPT
8
14
10
32
Totaal
12
64
58
134
(vooral aan het Rekencentrum en het UOCG) voor de ontwikkeling van de academische staf. De totale omvang van de NPT-projecten waarvan de RUG hoofduitvoerder is, komt op 12,5 miljoen Euro (periode 2004-2010). Via de huidige NPT-projecten worden in totaal 19 PhD- en 22 masterstudies gefinancierd. In het academisch jaar 2005-2006 studeerden 10 PhD’s en 14 masterstudenten in Groningen in het kader van deze projecten.
Beurzen en fondsen Voor individuele bursalen uit alle ontwikkelingslanden is het Netherlands Fellowship Programme (NFP) belangrijk. Het NFP programma stelt beurzen beschikbaar voor korte cursussen, masterprogramma’s en PhD-programma’s. Dit programma kent minimaal 50% van de beurzen toe aan Afrikanen. In 2005-2006 studeerden 14 studenten met een NFP-beurs in Groningen. Tien van hen kwamen uit Ethiopië, Tanzania, Kenia en Zambia. Voor studenten uit met name Indonesië zijn het DELTA-programma (voor een beperkt aantal landen waaronder ontwikkelingslanden Indonesië en India) en Stuned (alleen voor Indonesië) van belang. Zo studeerden in 2005-2006 30 Indonesische studenten met een Stunedbeurs aan de RUG. De RUG stelt zelf jaarlijks beurzen ter beschikking via het Eric Bleumink Fonds (master en PhD) en het RUG Fellowship Programme (PhD-beurzen). Voor beide programma’s zijn er jaarlijks 3 à 4 beurzen beschikbaar. Van de (beurs)promovendi komt circa 10% uit ontwikkelingslanden. Veel van hen ontvangen een Ubbo Emmius-beurs van de RUG.
5.8 Service, opvang en begeleiding International Service Desk
ja a rv e r s l a g
In 2006 heeft de ISD zich verder ontwikkeld als expertisecentrum. De ISD verzorgt niet alleen de MVV-aanvragen voor alle buitenlandse studenten, maar doet voor een aantal faculteiten nu ook de praktische organisatie voorafgaand aan de komst van de buitenlandse studenten, inclusief de huisvesting en het contact met de student tot hij/zij hier in Nederland is. Daarnaast verzorgt de ISD nu ook voor de buitenlandse stafleden van alle faculteiten de MVV-, TWVen verblijfsvergunningsaanvragen. In 2006 kwamen er 2831 klanten aan de balie (2257 in 2005) en kreeg de ISD 3601 telefoontjes (2612 in 2005). De klanten aan de balie zijn over het algemeen buitenlandse stafleden en, in mindere mate, studenten. De telefoontjes die de ISD ontvangt, komen voor het merendeel van de facultaire medewerkers. Het aantal MVV- en TWV-aanvragen is ook in 2006 toegenomen. De ISD heeft in totaal 423 MVV-aanvragen ingediend (367 in 2005), 34 aanvragen voor Kennismigranten (28 in 2005) en 58 TWV-aanvragen (50 in 2005). Ook beantwoordt de ISD veel vragen per e-mail, ook deze aantallen nemen continu toe.
2006
Introductieprogramma Het algemene introductieprogramma van de RUG is sinds 2006 verplicht voor alle nieuwe internationale degree- en uitwisselingstudenten. Het introductieprogramma vond in februari en in augustus plaats en biedt studenten een sociaalcultureel programma, een informatiemarkt en workshops over Nederland, studeren in Nederland en interculturele aspecten.
rug
Actieve rol van studentenverenigingen WINGS draagt namens de gehele universiteit zorg voor de sociaal-culturele opvang van internationale studenten en beoogt ook de Nederlandse studenten (zowel degenen die naar het buitenland gaan als de thuisblijvers) te stimuleren. Steeds meer studenten- en sociale verenigingen zijn zich bewust van de noodzaak internationale studenten te betrekken bij hun activiteiten of bij hun bestuur. In verband met afstemming is daarom het Groninger Internationaliseringsplatform (GIP) ontstaan: een International Student Council dat de politieke belangen van internationale studenten wil behartigen.
Buitenlandse studentenverenigingen en alumni In de laatste jaren is de rol van verenigingen van buitenlandse studenten aan de RUG gegroeid en ook zijn ze in aantal toegenomen. De Indonesische studentenvereniging is de oudste, maar er zijn nu ook actieve netwerken van Chinese, Afrikaanse, Indiase en Turkse studenten. Zij zijn van groot belang gebleken in de contacten met deze groepen studenten, en vooral ook bij het opvangen en ‘accultureren’ van nieuwkomers. Voor verenigingen van buitenlandse alumni geldt iets vergelijkbaars. De meerwaarde van deze verenigingen is potentieel heel groot: zij vormen netwerken van ‘RUGambassadeurs’ die met meer ondersteuning en facilitering nog effectiever kunnen worden dan ze nu al zijn. In Indonesië en China bestaan al actieve alumniverenigingen en het aantal groeit.
ja a rv e r s l a g 2006 rug