Vragen en antwoorden rond afval Op 1 juni 2004 trad het nieuwe VLAREA (Vlaams Reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer) in werking.
A 1 Welke afvalfracties moet ik apart opslaan Als u een hotel uitbaat, zit u met bedrijfsafval. Een verblijfsaccomodatie met meer dan 3 kamers die minimum 1 ster heeft, wordt gedefinieerd als “hotel”. Sinds 1 juni 2004 bent u als bedrijf verplicht volgende afvalfracties te scheiden: papier en karton, glas, klein gevaarlijk afval van vergelijkbare bedrijfsmatige oorsprong, gevaarlijk afval, afval van plantaardige en dierlijke oliën en vetten (frituurvet van horecazaken valt hieronder), afgewerkte olie, afvalbanden, steenachtige fracties van bouw- en sloopafval, asbestcementhoudende afvalstoffen, groenafval, textielafval, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, afgedankte apparatuur en recipiënten die ozonafbrekende of gefluoreerde broeikasgassen bevatten, houtafval en metaalafval.
Mi lieuwegwi js voor logi es uit ba ters
1
Indien u een bed & breakfast (gastenkamers) uitbaat of indien u een vakantiewoning verhuurt, wordt het afval beschouwd als huishoudelijk afval. De wet verplicht u om ten minste volgende fracties gescheiden aan te bieden: klein gevaarlijk afval (o.a. frituurvetten en –oliën), glasafval, papier en karton, grofvuil, groenafval, textielafvalstoffen, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, afvalbanden, steenachtige fracties van bouw- en sloopafval, houtafval en metaalafval.
A 2 Hoe wordt mijn gescheiden afval ingezameld en overgebracht? Vroeger sprak het VLAREA over ‘ophaler’, nu over ‘overbrenger’. Een overbrenger moet steeds geregistreerd en erkend zijn, ook voor niet-gevaarlijk afval en dat is nieuw. Als ondernemer hebt u een aantal mogelijkheden om u van uw bedrijfsafval te ontdoen. U kunt beroep doen op privé-bedrijven die afval ophalen en verwerken. Op de OVAM-site (www.ovam.be) en ook op de febem-site (www.febem.be) vindt u geactualiseerde lijsten van de erkende overbrengers en verwerkers in uw regio. U kunt rechtstreeks met hen contact opnemen voor meer informatie over de aard en de kostprijs van hun dienstverlening. Met de met huishoudelijke vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen kunt u misschien ook terecht bij uw gemeente of uw intergemeentelijk samenwerkingsverband (de vroegere afvalintercommunale). Deze zijn erkend voor de inzameling van huishoudelijke en daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen. Mogelijk mag u deze afvalstoffen naar het gemeentelijk containerpark brengen of haalt de gemeente ze op (mogelijk tegen betaling van de werkelijke kostprijs). Maar … de gemeenten zijn daartoe niet verplicht! Om te weten of het mogelijk is en tegen welke prijs, neemt u best even contact op met de gemeentelijke milieudienst.
A 3 Wanneer is een identificatieformulier nodig bij vervoer van afvalstof fen? Elk vervoer van afvalstoffen moet vergezeld zijn van een identificatieformulier. Het is erg belangrijk dat de opdrachtgever van elk afvaltransport bekend is. Meestal is de opdrachtgever de producent of overbrenger van de afvalstoffen. U kunt de formulieren downloaden via de OVAM-website of opvragen bij uw erkende overbrenger. Als de overbrenger ook de opdrachtgever is, zorgt hij zelf voor het identificatieformulier. Het formulier is niet nodig voor de huishoudelijke afvalstoffen of daarmee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen en de niet-gevaarlijke bedrijfsafvalstoffen die in één ophaalronde (‘melkronde’) opgehaald worden door een privé-overbrenger of in opdracht van de gemeente. Voor hotels met minder dan 10 werknemers is geen identificatieformulier nodig wanneer u uw afval zelf naar een inzamelpunt brengt, bijvoorbeeld een containerpark of een verwerkingsbedrijf.
A 4 Wat is een afvalstof fenregister? Voor een optimaal beleid heeft de OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) een zo juist en volledig mogelijk beeld nodig van alle afvalstromen in Vlaanderen. Daarom moeten producenten, overbrengers en verwerkers van afval een afvalstoffenregister bijhouden. Het afvalstoffenregister moet volgende gegevens bevatten: de hoeveelheid afval in liter of kilogram, de aard en samenstelling ervan, de vervoerdata, de verwerkingswijze, de gegevens van de overbrenger en de ontvanger. Het is aan u om te beslissen hoe uw afvalstoffenregister er zal uitzien. Alles kan: bundeling van ontvangstbewijzen en identificatieformulieren, een overzichtstabel op papier of op computer... Meer info kunt u krijgen bij de OVAM of bij het VLAO (Vlaams Agentschap Ondernemen). U moet niet langer automatisch elk jaar een melding maken van uw bedrijfsafval bij de OVAM. De meldingsplicht voor bedrijfsafval werd afgeschaft op 1 juni 2004 en werd vervangen door het opvragen
2
Milieuwegwijs voor logies ui tbaters
van afvalgegevens bij een steekproef van bedrijven. Bent u geselecteerd dan verwittigt OVAM u tijdig met een brief. U moet dan de afvalstoffen voor het afgelopen jaar melden. U doet er goed aan om facturen en ontvangst- en afgiftebewijzen netjes bij te houden: wie weet bent u volgend jaar wel aan de beurt. De melding van afvalstoffen is nu onderdeel van het nieuwe, sterk vereenvoudigde Integraal Milieujaarverslag (IMJV) – hierover vindt u meer informatie op http://milieujaarverslag.milieuinfo.be of bij het VLAO (Vlaams Agentschap Ondernemen).
A 5 Wat met het verpakkingsafval van hotels? Paletten en folies, kartonnen dozen en plastic bussen (bv. van schoonmaakproducten) zijn verpakkingsafval. Verpakkingsafval wordt beter en gemakkelijker gerecycleerd als het bij de bron gesorteerd is. Bedrijven die hun bedrijfsmatig verpakkingsafval gesorteerd aanbieden, kunnen daarom rekenen op een financiële beloning van VAL-I-PAC. VAL-I-PAC geeft volgende premies: Een recyclagepremie voor “kunststof en houten bedrijfsmatig verpakkingsafval dat door de ontpakker in homogene fracties wordt aangeboden”. Dat wil zeggen dat u als hoteluitbater een premie (in 2007: 50 EUR per ton) krijgt voor het sorteren van kunststof bv. folies en voor het sorteren van houten paletten (in 2007: 10 EUR per ton). De containerpremie voor “bedrijfsmatig verpakkingsafval dat door de ontpakker in selectieve containers, zakken of andere inzamelsystemen voor recyclage wordt aangeboden”. Zo heeft u als hotelier bv. recht op 0.5 EUR per zak van 500 l ingezameld piepschuim (cijfers 2007). 5 stappen om de premie te ontvangen (enkel voor hotels, niet voor particulieren) 1. Sorteer uw verpakkingsafval 2. Kijk na of uw afval in aanmerking komt voor een premie 3. Contacteer een operator erkend door VAL-I-PAC voor het afhalen en verwerken van uw verpakkingsafval. 4. Van de operator krijgt u nadien een VAL-I-PAC certificaat. 5. VAL-I-PAC betaalt uw premie. Meer info over de premies op www.valipac.be Let wel: dit afval vermijden is nog steeds het beste. U vindt hiervoor tips op blz. 13-14.
A 6 Kostprijs van dit alles? De kosten voor afvalverwijdering lopen snel op: huur container, transport- en ledigingskosten, verwijderingskosten en de milieuheffing. Afvalstromen die gerecycleerd worden, zijn niet onderhevig aan een milieuheffing. De afvalkosten voor restafval zijn de laatste jaren sterk gestegen, daarom is het belangrijk dat u zoveel mogelijk afvalstromen selectief inzamelt. De totale afvalkosten zijn ruimer dan alleen de ophaal- en verwerkingskosten. Afval kan ook verloren grondstoffen bevatten zoals niet opgegeten voedsel, half opgebruikte zeepjes of shampooflesjes. Deze grondstofverliezen moeten ook meegerekend worden bij de afvalkosten.
Mi lieuwegwi js voor logi es uit ba ters
3
4
Milieuwegwijs voor logies ui tbaters
Vragen en antwoorden rond milieuwetgeving De reglementering in Vlaanderen op het gebied van milieuvergunningen is bekend onder de naam VLAREM (Vlaams reglement milieuvergunning). De wetgeving maakt onderscheid tussen een milieuvergunning (klasse 1 of 2) en een milieumelding (klasse 3). Tot klasse 1 behoren de meest milieubelastende inrichtingen, tot klasse 3 de minst belastende. De meeste hotels hebben een milieumelding nodig. Als particulier verhuurder van gastenkamers of vakantiewoningen is de kans klein dat u een milieuvergunning of milieumelding nodig hebt.
M 1 Wanneer hebt u een vergunning of melding nodig? Als u een activiteit uitoefent die in bijlage 1 (indelingslijst) van VLAREM I vermeld staat en ingedeeld is in eerste of tweede klasse dan moet u een milieuvergunning aanvragen. De grote hotels of hotelcomplexen hebben veelal een milieuvergunning klasse 2 nodig. U baat een hotel uit en bent niet verbonden aan een actieve hoeve, een brouwerij, een zwembad of danszaal? Dan oefent u waarschijnlijk activiteit(en) uit die volgens de indelingslijst1 in de derde klasse zijn ingedeeld. Dan moet u melding doen van deze activiteit(en) bij het gemeentebestuur. Een handig instrument om na te gaan of u een melding of vergunning nodig heeft, is de milieuvergunningenwegwijzer. Meer info over deze gebruiksvriendelijke online toepassing vindt u op http://wegwijzer.milieuinfo.be/.
M 2 Welke activiteiten zijn vergunningsplichtig? In de tabel op de volgende blz. sommen we activiteiten van 2de en 3de klasse-inrichtingen op die u als hoteluitbater mogelijk uitoefent. Deze activiteiten moeten met rubrieknummer in uw melding of vergunningsaanvraag opgenomen zijn. Dit rubrieknummer vindt u in de eerste kolom (VLAREM-rubriek). We probeerden de technische VLAREM-teksten voor u te verduidelijken. Om foute interpretaties te vermijden, voegden we voor de zekerheid de letterlijke VLAREM-weergave toe tussen “….”.
1 Bijlage I bij VLAREM I
Mi lieuwegwi js voor logi es uit ba ters
5
VLAREM-rubriek
Omschrijving
Klasse
AFVALWATER Elk hotel loost afvalwater. Dit afvalwater wordt beschouwd als huishoudelijk afvalwater. Hoe u dit water loost moet opgenomen zijn in uw melding of milieuvergunning. Dit zijn binnen VLAREM de verschillende mogelijkheden: 3.2
Lozen van huishoudelijk afvalwater
3
“Het lozen van niet in de rubrieken 3.3 en 3.6 begrepen huishoudelijk afvalwater”
3.3
Lozen van huishoudelijk afvalwater in openbare riolering
3
“Het lozen van niet in rubriek 3.6 begrepen huishoudelijk afvalwater in de openbare riolen”
3.6.1
Lozen na zuivering door eigen kleinschalige waterzuiveringsinstallatie Opgelet! De lozing via een septische put of vetvang dient gemeld te worden onder 3.3. of 3.2. Dit wordt immers niet als zuivering maar als voorzuivering beschouwd.
3
“Afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie: voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater”
52.1.1.1
52.2.1
Indirecte lozing van huishoudelijk afvalwater in het grondwater binnen waterwingebieden en de beschermingszone type I, II of III. Opgelet! Het gaat hier over een besterfput en kan enkel toegestaan worden indien geen riolering of gracht/beek in de omgeving aanwezig is of indien het technisch niet mogelijk is om hierop aan te sluiten.
2
Indirecte lozing van huishoudelijk afvalwater in het grondwater, buiten de waterwingebieden en buiten de beschermingszones I, II of III.
3
GRONDWATERWINNING 53.8.1
Zelf oppompen van grondwater, opgepompt debiet tot 500 m3/jaar
3
“Boren van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning, andere dan deze bedoeld in rubriek 53.1 tot en met 53.7, met een opgepompt debiet van minder dan 500 m3/jaar (De hierna vermelde debieten betreffen de totale capaciteit van alle grondwaterwinningen die samen met andere inrichtingen als een geheel moeten worden beschouwd overeenkomstig de definitie van milieutechnische eenheid, bedoeld in artikel 1.1.2 van titel II van het VLAREM) Uitzondering: De hierna vermelde inrichtingen zijn niet ingedeeld: • een grondwaterwinning waaruit het water uitsluitend met een handpomp wordt opgepompt • een grondwaterwinning van minder dan 500 m3 per jaar waarvan het water uitsluitend voor huishoudelijke doeleinden wordt gebruikt“
53.8.2
Zelf oppompen van grondwater met opgepompt debiet van 500 – 30.000 m³/jaar
2
ELEKTRICITEIT 12.1.2 a
Inrichting voor elektriciteitsproductie van 300 kW t.e.m. 10 000 kW. De inrichting behoort tot een noodgroep én is volledig gelegen in industriegebied.
2
12.1.2 b
Inrichtingen voor elektriciteitsproductie van 100 t.e.m. 10.000 kW, die niet voldoen aan omschrijving hierboven.
2
“Elektriciteitsproductie niet in rubrieken 20.1.5, 20.1.6 en 43.2 bedoelde inrichtingen voor elektriciteitsproductie, uitgezonderd de aspecten die betrekking hebben op de kernbrandstofcyclus, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van 100 kW tot en met 10.000 kW”
6
Milieuwegwijs voor logies ui tbaters
12.2.1
Transformator met een vermogen tussen 100 en 1000 kVA
3
“Transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA”
12.2.2
Transformator met een vermogen van meer dan 1000 kVA
2
“Transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA”
KOELINSTALLATIES EN AIRCO’S 16.3.1.1
Koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren en airco-installaties met elektrisch vermogen van 5 - 200 kW Airco, diepvries, koelkasten enz.; alle geïnstalleerde vermogens samentellen.
3
“Koelinstallaties voor het bewaren van producten, luchtcompressoren en airconditioninginstallaties, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW (Uitzondering: luchtcompressoren tijdelijk ingezet bij wegenis-, bouw- en sloopactiviteiten zijn niet ingedeeld.)”
GASOPSLAG 16.7.1
Gasopslag in flessen, met totale waterinhoud van 300 - 1.000 l
3
(dwz dat je volle en lege flessen moet meetellen!)
Hier wordt enkel de opslag van gasflessen bedoeld, geen flessen in gebruik. Bv. propaan, butaan, LPG voor verwarming of keuken, CO2 voor tapinstallatie enz. “Opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen, in verplaatsbare recipiënten met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48 met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 l tot en met 1.000 l”
16.8.1
Gasopslag in tank(en), met gezamenlijke waterinhoud t.e.m. 3.000 l Opslag van bv. propaan, butaan, LPG in opslagtank.
3
“Opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen, in vaste reservoirs, uitgezonderd deze van drukvaten deeluitmakend van compressoren en uitgezonderd buffervaten (reserve aan koelmiddel in een opslagtank waarvan de afnameleiding afgesloten is van het koelcircuit valt hier niet onder), met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot en met 3.000 l”
MAZOUTOPSLAG 17.3.6.1 a)
Opslagtank(s) voor stookolie die zowel voor het horecabedrijf als voor de eigen woning gebruikt wordt, maar voor minder dan 50 % voor het bedrijf. De totale inhoud ligt tussen de 5.000 en 20.000 l
3
“Opslagplaatsen voor vloeistoffen met een ontvlammingspunt hoger dan 55°C, maar dat 100°C niet overtreft, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, met een totaal inhoudsvermogen van 5.000 l tot en met 20.000 l indien de inrichting behoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt.”
17.3.6.1 b)
Opslagtank(s) voor stookolie die voor meer dan 50 % voor het horecabedrijf gebruikt worden. De totale inhoud ligt tussen de 100 en 20.000 l
3
“Opslagplaatsen voor vloeistoffen met een ontvlammingspunt hoger dan 55°C, maar dat 100°C niet overtreft, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, met een totaal inhoudsvermogen van 100 l tot en met 20.000 l voor andere dan sub a) bedoelde inrichtingen.”
17.3.6.2
Opslagtanks voor stookolie met totale inhoud van 20.000 - 500.000 l
2
“Opslagplaatsen voor vloeistoffen met een ontvlammingspunt hoger dan 55°C, maar dat 100°C niet overtreft, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, met een totaal inhoudsvermogen van meer dan 20.000 l tot en met 500.000 l”
Mi lieuwegwi js voor logi es uit ba ters
7
OPSLAG GEVAARLIJKE PRODUCTEN 17.4
Opslag van poetsproducten indien ingedeeld als gevaarlijk in kleine verpakkingen (< 25 l of kg) EN in totale opslag < 5000 l of kg
3
“Opslagplaatsen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, en/of verkoopspunten van in bijlage 7 bij titel I van het Vlarem bedoelde gevaarlijke stoffen, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 25 liter of 25 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 l en 5.000 kg of 5.000 l (EG-richtlijn 67/548/EEG van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechterlijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen) Opmerking Deze rubriek betreft zowel vaste stoffen als vloeistoffen. Gassen zijn ingedeeld in rubriek 16.”
VERWARMINGSKETELS 43.1.1 a
Verwarmingsketel(s) met een totaal warmtevermogen van 300 kW t.e.m. 2000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in industriegebied én gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.
3
43.1.1 b
Verwarmingsketel(s) met een totaal warmtevermogen van 300 kW t.e.m. 500 kW in andere gevallen dan onder 43.1.1a.
3
“Verbrandingsinrichtingen zonder elektriciteitsproductie (stookinstallaties e.d.), met een totaal warmtevermogen van …”
FEESTZALEN EN DANSGELEGENHEDEN 32.1
Feestzalen en lokalen, wanneer deze een dansgelegenheid omvatten en de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke lokalen 100 m2 of meer bedraagt. Vallen niet onder deze rubriek: • dansactiviteiten in tenten van maximum drie opeenvolgende dagen en maximum tweemaal per jaar op zelfde perce(e)l(en); • feestzalen en lokalen waar enkel dansactiviteiten gekoppeld aan speciale gelegenheden georganiseerd worden. Dit houdt in: 1) speciale aanleiding en 2) maximum 12 maal per jaar, maximum tweemaal per maand, maximum 24 betrokken kalenderdagen per jaar.
2
WASSERIJEN 46.1
Wasserijen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 10 kW
3
46.2
Wasserijen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 10 kW tot en met 200 kW
2
ZWEMBADEN, WHIRLPOOLS EN THERAPIEBADEN 32.8.1.1
Zwembaden, al dan niet overdekt met een oppervlakte: a) tot 50 m² b) van 50 tot 300 m²
3 2
32.8.1.2
Hot whirlpools, dompelbaden, plonsbaden
3
32.8.1.3
Therapiebaden
2
“Baden: alle hierna vermelde inrichtingen, met inbegrip van baden verbonden aan of behorende tot privé-clubs, campings, scholen en dergelijke: Uitzondering: vallen niet onder deze indelingsrubriek: inrichtingen verbonden aan privé-woningen die niet voor het publiek worden opengesteld, noch gratis, noch tegen enige directe of indirecte vergoeding. • Zwembaden, al dan niet overdekt met een oppervlakte: tot 50 m2 klasse 3 van 50 tot 300 m2 klasse 2 van ten minste 300 m2 klasse 1 • Hot Whirlpools, dompelbaden, plonsbaden klasse 3 • Therapiebaden klasse 2”
8
Milieuwegwijs voor logies ui tbaters
M 3 Hoe bekom ik een milieuvergunning of milieumelding? De aanvraag voor een milieuvergunning klasse 2 is in te dienen bij het gemeentebestuur. Als u activiteiten klasse 3 uitoefent, dan moet u hiervan melding doen bij het gemeentebestuur. Een klasse 2aanvraag of een melding klasse 3 gebeurt via specifieke formulieren. Deze formulieren kunt u downloaden via www.mina.be/vlarem.html of opvragen bij het VLAO (Vlaams Agentschap Ondernemen). Ga na of u een melding of milieuvergunning hebt en of die nog actueel is. Indien u geen van beide terugvindt, kunt u altijd bij de gemeente een kopie opvragen. Indien ook bij de gemeente geen melding of milieuvergunning wordt teruggevonden, zal u een melding of milieuvergunningsaanvraag moeten indienen. Zorg dat u hiermee in orde bent!
M 4 Welke andere vergunningen zijn verplicht voor logiesuitbaters? De hotelvergunning is verplicht vanaf 4 kamers en/of logies voor ten minste 10 personen. U vraagt deze vergunning aan bij Toerisme Vlaanderen. Een brandveiligheidsattest is verplicht vanaf 4 kamers en/of logies voor ten minste 10 personen. De aanvraag richt u per aangetekend schrijven aan de burgemeester. De brandweercommandant komt dan ter plaatse kijken en indien uw logies in orde is, krijgt u een brandveiligheidsattest. Let wel: logies die promotie willen voeren via vzw Plattelandstoerisme moeten een brandveiligheidsattest hebben ongeacht aantal kamers/personen. Dit geldt ook voor uitbatingen die bij vzw Toerisme Oost-Vlaanderen een subsidie kregen in kader van het betoelagingsreglement voor kleinschalige verblijfsaccomodatie. Intussen zijn er ook besprekingen aan de gang die de wet mogelijk wijzigen, met als gevolg dat meer types logies een brandveiligheidsattest moeten hebben. De hygiënevergunning is verplicht als u maaltijden aanbiedt (Let op: ook ontbijt telt als maaltijd) en is aan te vragen bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV, de vroegere “Eetwareninspectie”). Een stedenbouwkundige vergunning (= bouwvergunning) is verplicht als u wijzigingen in en rond het gebouw aanbrengt (bv. bij verbouwen, bij vellen van hoogstammige bomen, bij ophogen van het terrein, bij aanleg van parking enz.) en als u de bestemming wijzigt (bv. van woonfunctie naar verblijfsaccommodatie of van leeg-staande stallen naar verblijfsaccomodatie). Er is geen stedenbouwkundige vergunning nodig bij bestemmingswijziging als het pand gelegen is in woongebied én als de oppervlakte die wordt ingenomen door de verblijfsaccommodatie minder is dan 100 m² én kleiner is dan de oppervlakte die bestemd is voor wonen. De stedenbouwkundige vergunning vraagt u aan bij de dienst Stedenbouw/Ruimtelijke Ordening van uw gemeente. De stedenbouwkundige vergunning en milieuvergunning zijn aan elkaar gekoppeld. Beide vergunningen moeten dus in orde zijn voor er met werken/wijzigingen gestart kan worden. De afhandelingstermijn voor milieuvergunningen klasse 2 werd intussen gelijkgeschakeld met de termijn van de bouwvergunning en bedraagt maximum 105 dagen.
Mi lieuwegwi js voor logi es uit ba ters
9
Vragen en antwoorden rond water W 1 Wat zegt de wet over afvalwater? Zowel afvalwater afkomstig van particulieren (gastenkamers, vakantiewoningen) als afvalwater afkomstig van hotels wordt beschouwd als “huishoudelijk afvalwater”. Voor hotels is het lozen van afvalwater een activiteit die opgenomen moet zijn in de milieumelding (zie M2 blz. 5). Als de openbare weg riolering heeft, bent u verplicht het huishoudelijk afvalwater hierop aan te sluiten. Het huishoudelijk afvalwater mag geen textielvezels, verpakkingsmateriaal of vaste afvalstoffen van organische of niet-organische aard, minerale oliën, ontvlambare stoffen of vluchtige solventen bevatten. Een voedselverbrijzelaar (een elektrisch apparaat dat voedselresten vermaalt tot kleine deeltjes) is verboden, tenzij het verbrijzelde afval hiervan apart wordt opgeslagen. Afvalwater van deze voedselverbrijzelaar mag zeker niet in de riolering geloosd worden. Indien u warme maaltijden serveert, moet u een vetvang installeren. Die moet regelmatig schoongemaakt worden. In de meeste gebieden is/wordt de openbare riolering aangesloten op een openbare zuiveringsinstallatie. In dat geval sluit u het huishoudelijk afvalwater het best rechtstreeks, dus zonder voorzuivering in een septische put, aan op de riolering. Woont u in landelijk gebied? Dan is het mogelijk dat er geen riolering is of dat de riolering niet aangesloten wordt op een collectief waterzuiveringssysteem. In dat geval zult u in de toekomst zelf moeten instaan voor de zuivering van uw afvalwater. Informeer hierover bij uw gemeente.
W 2 Wat is Legionella? De Legionellaproblematiek kwam de voorbije jaren regelmatig in het nieuws. De bacterie Legionella pneumophila is verantwoordelijk voor twee soorten ziektes. De bekendste is de “veteranenziekte”, een gevaarlijke longontsteking die dodelijk kan zijn. Daarnaast is de bacterie ook verantwoordelijk voor “pontiac fever”, een soort griepaandoening die minder gevaarlijk is. Een besmetting kan opgelopen worden door het inademen van een nevel van in de lucht verdeelde zeer fijne vloeistofdeeltjes (aërosolen) met de legionella bacterie en niet door het drinken van water. De ziekteverwekkende kiemen vermenigvuldigen zich het makkelijkst in water met een temperatuur tussen 25°C en 55°C.
10
Milieuwegwijs voor logies ui tbaters
W 3 Wat is het Legionellabesluit? De Vlaamse Overheid vaardigde op 09/02/2007 (verschenen in Belgisch Staatsblad op 04/05/2007) het besluit betreffende de preventie van de veteranenziekte op publiek toegankelijke plaatsen uit. Logiesverstrekkende bedrijven waar 15 personen of meer kunnen logeren, worden beschouwd als matigrisico-inrichtingen. Een logiesuitbater met logies voor 15 personen of meer (bv. 8 kamers voor 2 personen) valt dus onder de toepassing van het besluit. Het Legionellabesluit legt maatregelen op voor o.a. volgende installaties: douches, whirlpools, klimaatregelingssystemen met luchtvochtigheidsbehandeling, koeltorens, plantenbeneveling en fonteinen. Waterdistributiesystemen waarop enkel wastafels en toiletten aangesloten zijn, vallen níet onder de toepassing van het besluit.
W 4 Welke maatregelen legt het Legionella-besluit op? Alle nieuwe matigrisico-inrichtingen (inrichtingen waarvoor de bouwvergunning aangevraagd wordt minimaal zes maanden na de inwerkingtreding van het legionellabesluit, dus na 04/11/2007) moeten de watervoorzieningen bouwen en exploiteren volgens BBT. BBT: best beschikbare techniek: meest doeltreffend om een hoog algemeen niveau van bescherming van milieu en gezondheid te bereiken, economisch en technisch haalbaar en praktisch hanteerbaar. Meer info hierover vindt u op www.gezondmilieu.be of www.emis.vito.be (> milieutechnologie > Vlaamse BBT studies > Legionellabeheersing). Voor bestaande logies die meer dan 15, maar minder dan 40 personen per dag kunnen huisvesten, is de wet vrij eenvoudig. Als uitbater/beheerder bent u verplicht om de temperatuur van het warmwaterproductietoestel in te stellen op minstens 60°C en de nodige maatregelen te treffen om brandwonden bij uw gasten te vermijden. U dient bovendien jaarlijks uw watervoorziening te laten onderhouden door een vakman. Dit onderhoud houdt ook een validering in van de conformiteit van de werkelijke temperatuur van het geproduceerde warm water met de ingestelde temperatuur op het warmwaterproductietoestel. Het bewijs van de laatste onderhoudsbeurt moet u ter inzage bewaren van de toezichthoudende ambtenaar. Als de temperatuur van het geproduceerde water lager is dan 60°C, worden alle potentieel blootgestelde personen ervan op de hoogte gebracht dat de installatie niet legionellaveilig is. Het bewijs van een adequate informering van de blootgestelden moet bij de uitbater/beheerder beschikbaar zijn voor de toezichthoudende ambtenaar. Voor bestaande logies die 40 personen of meer per dag kunnen huisvesten, geldt hetvolgende: 1. Als uitbater/beheerder moet u voor alle watervoorzieningen een beheersplan hebben. Indien uw logies in gebruik werd genomen voor de inwerkingtreding van het Legionellabesluit (dus voor 04/05/2007), moet een beheersplan worden opgesteld uiterlijk 1 jaar na de inwerking treding van het besluit (tegen 04/05/2008). Voor andere bestaande en nieuwe logies met watervoorzieningen moet een beheersplan worden opgesteld voor de eerste ingebruikname. Het beheersplan bevat minimaal volgende info: a. de identificatie- en contactgegevens van de exploitant; b. technische beschrijving van de watervoorziening; c. risico-analyse: deze bevat een evaluatie van de watervoorziening met als doel de risicopunten te identificeren voor de groei van de legionellabacterie en aerosolvorming, zowel op bouwtechnisch als bedrijfstechnisch vlak; d. preventie-maatregelen;
Mi lieuwegwi js voor logi es uit ba ters
11
2.
3. 4.
5.
Bij iedere wijziging van de watervoorziening, het gebruik daarvan of wijzigingen in de omgevingsfactoren die een invloed kunnen hebben op het risico wordt het beheersplan geëvalueerd, eventueel bijgestuurd en de preventiemaatregelen worden met BBT in overeenstemming gebracht. De standaardbeheersmaatregel is temperatuursbeheersing. De maatregelen vermeld in het beheersplan mogen geen onevenredige neveneffecten hebben voor gezondheid en milieu. Als de preventiemaatregelen het spoelen van waterleidingen met heet water omvatten, bevat het beheersplan een omschrijving van de getroffen voorziening om het risico voor verbranding te voorkomen. De exploitant is verplicht het beheersplan uit te voeren en de genomen maatregelen en de bijhorende relevante gegevens te noteren in een register. Staalname moet uitgevoerd worden op de plaatsen en met de frequentie die aangegeven zijn in het beheersplan. De staalname moet uitgevoerd worden volgens een erkende methode en de stalen moeten door een geaccrediteerd of erkend laboratorium onderzocht worden. De exploitant is vrijgesteld van staalname als een installatie en de beheersmaatregelen volledig voldoen aan de BBT. De resultaten van de staalname kunnen leiden tot diverse niveaus van waakzaamheid: • Het niveau van verhoogde waakzaamheid wordt bereikt als 30 of meer procent van de stalen de drempelwaarde van 10.000 kolonievormende eenheden (KVE) Legionella pneumophila per liter overschrijden. De exploitant onderwerpt het beheersplan, de uitvoering ervan en het watersysteem aan een kritische beoordeling. Eventuele aanvullende beheersmaatregelen worden genomen om het aantal Legionella pneumophila te doen dalen tot minder dan 10.000 KVE/liter. De staalnamefrequentie moet opgevoerd worden tot maandelijkse controles. Als het aantal Legionella pneumophila daalt tot onder 10.000 KVE/liter, kan de staalnamefrequentie weer verminderd worden. • Het niveau van melding wordt bereikt als 30 of meer procent van de stalen de drempelwaarde van 100.000 KVE/liter overschrijden. De exploitant brengt de Afdeling Toezicht Volksgezondheid onmiddellijk op de hoogte. De exploitant brengt tevens de gebruikers op de hoogte van de vastgestelde systeembesmetting met legionellakiemen en raadt gevoelige personen aan om er geen gebruik van te maken. In overleg met de Afdeling Toezicht Volksgezondheid neemt de exploitant alle maatregelen die nodig zijn om het aantal legionellakiemen in het watersysteem en het risico op besmettingen te reduceren. Als na een maand na de melding de concentratie Legionella pneumophila niet lager dan 100.000 KVE/l gebracht kan worden, stelt de exploitant de watervoorziening buiten werking. Elke eindverantwoordelijke voor het ontwerpen of plaatsen van een nieuwe watervoorziening of delen ervan en voor de aanpassing van een bestaande watervoorziening reikt voor zijn bijdrage een conformiteitsattest uit, dat toegevoegd wordt aan het beheersplan. Exploitanten die hun watervoorziening zelf aanpassen, kunnen voor hun bijdrage een conformiteitsattest verkrijgen bij de drinkwatermaatschappijen. Het conformiteitsattest bevat minstens: 1) de naam en het adres van de eindverantwoordelijken; 2) het type en een beschrijving van de aerosolproducerende installatie; 3) de naam en het adres van de inrichting en de exploitant; 4) een verklaring die de structurele conformiteit met de bepalingen van de BBT bevestigt.
W 5 Nog enkele tips om Legionella te vermijden Stilstaand water in de leidingen is een zéér groot risico voor besmetting. Tracht dit zo veel mogelijk te vermijden. Enkele tips: • Stel iedere kraan in vraag. Een kraan die u slechts enkele malen per jaar gebruikt, laat u beter verwijderen. Ook de leidingen naar die kraan toe dienen dan verwijderd te worden. • Overweeg decentralisatie voor de warmwatervoorzieningen. Dit wil zeggen dat het vaak beter is om meerdere kleine warmwatertoestellen te installeren dan één groot toestel voor heel uw logies. Hoe korter de afstand die het warm water moet afleggen, hoe kleiner de kans dat de temperatuur onder de 55°C daalt en hoe kleiner het risico op de groei van de legionellabacterie. • Zorg dat u niet steeds dezelfde kamers verhuurt. Werk met een roterend systeem zodat elke kamer regelmatig aan bod komt, zo vermijdt u stilstaand water in de leidingen van bepaalde kamers.
12
Milieuwegwijs voor logies ui tbaters
Preventietips Afval We sorteren ons afval steeds beter, maar tezelfdertijd produceren we steeds meer afval. Sorteren is zeer nuttig, maar niet voldoende! Preventie is het voorkomen of beperken van het ontstaan van afval. Minder afval betekent voor u minder kosten zowel op het gebied van ophalingkosten als op de aankoop van grondstoffen.
P 1 Preventie in de keuken • Voorkom individuele verpakkingen Kies voor melk en room in een kannetje, suiker in een suikerpot en confituur en honing in een doseerpot. U investeert eenmalig in de aanschaf van doseerpotjes en kannetjes. De inkoopprijs voor de producten is lager doordat u bulkhoeveelheden kan kopen. U moet meer afwassen, maar bespaart op afvalkosten. Let extra op voor de hygiëne en de versheid. Kies bij voorkeur voor systemen die contact met de handen vermijden. • Optimaliseer uw voorraadbeheer (FIFO) en inkoopplanning FIFO staat voor “first-in, first-out”, d.w.z. eerst gekocht, eerst gebruikt. Dit systeem toepassen op de voorraad is de beste garantie voor het voorkomen van bederf en verspilling van producten. Probeer ook het aantal producten met korte houdbaarheidsdatum te beperken en de inkoop af te stemmen op de vraag. Een hulpmiddel kan zijn om een tijdje een logboek bij te houden van het geconsumeerde voedsel. Misschien treden er wel vaste patronen op. Werk zorgvuldig zodat u beschadiging van de producten vermijdt. • Optimaliseer het gebruik van frituurvet door - temperatuurbewaking waarbij de temperatuur van het vet niet hoger kan worden dan 180°C (dit wordt ook voorgeschreven door Goede Hygiënepraktijken) - te frituren met 2 friteuses: één voor snacks met paneermeel en één voor snacks zonder paneermeel. Het frituurvet van niet-gepaneerde snacks kan nog gebruikt worden voor de gepaneerde snacks. - te kiezen voor een friteuse met “koude zone”, zo gaat uw frituurvet langer mee • Kies voor stoffen tafelkleden Kies voor stoffen tafelkleden i.p.v. papieren. Die worden niet weggegooid, maar gewassen na gebruik.
Mi lieuwegwi js voor logi es uit ba ters
13
• Installeer een composthoop of –vat of neem kippen Zo komt het Groente-, Fruit- en Tuinafval (GFT) niet terecht bij het restafval en reduceert u deze hoeveelheid tot de helft. De compost gebruikt u als meststof in uw tuin. Ziet u composteren niet zitten, informeer dan bij uw gemeente of intergemeentelijk samenwerkingsverband (vroeger “afvalintercommunale”) of gescheiden ophaling mogelijk is. Kiest u voor kippen, dan zijn de eieren geschikt voor eigen gebruik (niet voor de gasten).
P 2 Preventie van verpakkingsafval • Maak afspraken met uw leveranciers om verpakkingsafval te vermijden Vraag een retoursysteem voor de verpakkingen van de geleverde goederen zoals: - statiegeld op flessen (glas, PET of PC) en kratten - leveringen op retourpallets of rolcontainers - groenten en fruit in retourkratten - vis in herbruikbare koelboxen i.p.v. in wegwerp piepschuimen bakken Vraag zo veel mogelijk - producten los, onverpakt of in minder verpakking - producten in bulkverpakking (1 verpakking voor groot aantal producten) - verpakkingen uit één materiaalsoort: die zijn makkelijker ter recycleren (zo krijgt karton de voorkeur op geplastificeerd karton)
P 3 Grote goederen • Herbruikbare stukken voor de kring(loop)winkel Zit u na de grote kuis of een vernieuwing met nog herbruikbare stukken zoals meubels, servies, huishoudtoestellen enz ? Een kringloopcentrum haalt nog herbruikbare en onbeschadigde goederen gratis bij u op. Daar worden de spullen gesorteerd. Aan fietsen en elektrische en elektronische apparaten worden eventueel kleine herstellingen uitgevoerd. De opgeknapte goederen komen in de kringloopwinkel terecht en gaan een tweede leven tegemoet. Goederen naar de kringloopcentra brengen kan ook. Er zijn ook containerparken waar u herbruikbare goederen in een speciale ruimte kunt plaatsen. U krijgt geen geld voor de goederen die u meegeeft.
P 4 Voorkom verspilling van grondstof fen • Gebruik dispensers voor shampoo en zepen Installeer zeep- en shampoo dispensers in gemeenschappelijke ruimtes en in de badkamers. Dispensers zijn handige en hygiënisch en hiermee bespaart u 40 tot 60% op zeep- en shampooverbruik. • Gebruik een doseerinstallatie voor reinigingsproducten – waspoeder. Industriële wasmachines kunnen uitgerust worden met een doseerunit voor vloeibare wasproducten.
14
Milieuwegwijs voor logies ui tbaters
Preventietips Water Er wordt enorm veel leidingwater verspild. De boodschap is dus zuiniger omspringen met leidingwater en waar mogelijk overschakelen op regenwater.
P 1 Gebruik regenwater ... ... voor de toiletspoeling, wasmachine, schoonmaak en de planten. Zo kunt u tot 55 % leidingwater besparen. Regenwater is zachter dan leidingwater, daardoor heeft u minder last van kalkafzetting op verwarmingselementen (van de wasmachine), leidingen en kranen. U heeft dan ook geen of minder ontkalker nodig en minder waspoeder.
P 2 Handdoeken Laat uw gasten zelf beslissen wanneer de handdoeken vervangen moeten worden. De gast geeft dit aan bv. door de handdoek op de grond of in de badkuip te deponeren. Een 3-talige voorbeeldtekst kunt u downloaden via www.west-vlaanderen.be (kies leefomgeving en dan milieu).
P 3 Zorg voor een slimme toiletspoeling De toiletspoeling sluit u bij voorkeur aan op regenwater. Bij nieuwbouw of vervanging van het toilet kiest u best voor een toilet met een stortbak met inhoud van 6 l en mét spaartoets. Voor deze spaartoets zijn er verschillende systemen: ofwel een spoelkeuzeknop met 2 toetsen (1 voor de grote boodschap, 6l en 1 voor de kleine, 3 l) ofwel een spoelonderbreker (1 toets waarop u een tweede keer drukt om het spoelen te stoppen; bij dit systeem is wel uitleg voor de gebruiker nodig). U kunt ook uw bestaand toilet aanpassen: • Verstel de vlotter • Stop een proper voorwerp (bv. 1 of meerdere met water gevulde flessen) in de stortbak, let er wel op dat dit het vlotter- en spoelmechanisme niet kan hinderen. • Installeer een spaargewicht: dit zorgt ervoor dat de spoeling onmiddellijk stopt, zodra u de duw- of trekknop loslaat. U laat de knop pas los als het toilet schoon is. ! Vraag eerst bij uw loodgieter na of uw leidingen geschikt zijn om een kleiner volume water door te spoelen.
P 4 Herstel lekken zo snel mogelijk Een kraan die tien druppels water per minuut lekt, verspilt 5 à 6 l water per dag. Een toilet dat ¼ l per minuut verliest, betekent een dagelijks verlies van maar liefst 360 l water! Laat dit zo snel mogelijk herstellen.
Mi lieuwegwi js voor logi es uit ba ters
15
P 5 Installeer spaardouchekop Een spaardouchekop geeft evenveel comfort als een klassieke douchekop, maar verbruikt de helft minder water (5 tot 9 liter per min). U bespaart ook op de energiekosten, er moet immers minder water verwarmd worden.
Opgelet: kijk eerst de waterdruk na. Bij oudere types van gasgeisers kan de druk soms zo laag zijn dat er bij het gebruik van een spaardouchekop onvoldoende warm water doorstroomt. Indien dit het geval is, koopt u beter een spaardouchekop met een dynamische stroombegrenzer. Bij het gebruik van een spaardouchekop moet de doucheslang bestand zijn tegen een hogere druk, omdat de douchekop een hogere weerstand heeft. Kies een slang die een druk van ongeveer 3 bar kan weerstaan.
P 6 Kies voor zuinige kranen Door een normale kraan stroomt zo’n 10 à 12 l per minuut, terwijl 6-8 l ruim voldoende is. Installeer daarom bruismondstukken (= debietbeperkers, spaarperlatoren) op uw kranen. Het is een hulpstuk aan het uiteinde van een kraan dat lucht in de straal brengt. Het is eenvoudig op bestaande kranen te monteren. Het waterverbruik daalt, het comfort blijft behouden. Het is toepasbaar bij alle kranen behalve als het kraantje vooral gebruikt wordt om emmers te vullen. In dat geval is het tijdverlies. Ook voor de kranen in het bad is het niet aan te raden. Wanneer u de kranen in de gemeenschappelijke toiletruimte vervangt, kiest u best voor zelfsluitende kranen. Dit zijn ofwel kranen met druktoets (deze kranen stoppen na een vooraf ingestelde periode) ofwel elektronische kranen die reageren op de aanwezigheid van handen onder de kraan.
P 7 Installatie thermostatische kranen in bad of douche U kiest voor thermostatische kranen bij vernieuwen van kranen waar warm water noodzakelijk is. Het water wordt direct op de juiste temperatuur gebracht doordat de juiste mengverhouding vooraf kan worden ingesteld. Bij het aanpassen van uw installatie aan de Legionellawetgeving moet de temperatuur van het warm water overal minstens 60 °C bedragen. Om gevaar op huidverbranding te beperken, zijn thermostatische kranen aangewezen.
P 8 Watervriendelijk (af)wassen - Wassen: draai liefst volle (af)wasmachines. Kies enkel voor een voorprogramma als de (af)was zeer vuil is. Hoe lager de temperatuur van het (af)wasprogramma, hoe lager het waterverbruik. - Afwassen: verwijder de etensresten en laat het servies en bestek voorweken. Zo is er een minder zwaar programma van vaatwasmachine nodig. - Kies voor waterzuinige en energiezuinige toestellen
16
Milieuwegwijs voor logies ui tbaters
Preventietips Rationeel energiegebruik Doordacht omspringen met energie is interessant voor u én het milieu. Door energie te sparen, spaart u snel geld uit. U kunt alvast beginnen met enkele eenvoudige maatregelen. Daarenboven is het zinvol om naar energiebesparing te kijken bij nieuwbouw of renovatie en bij het vervangen van lampen of apparaten. Energie besparen kan zonder comfortverlies!
P 1 Eenvoudige, kosteloze maatregelen • Vertoon energiebesparend gedrag en eis van uw personeel hetzelfde. - laat was- en vaatwasmachines alleen draaien als ze vol zijn - zet tv-toestellen en computers die niet gebruikt worden uit i.p.v. in stand-by (zo bespaart u maar liefst 80 % van het energieverbruik van uw tv!) - doe het licht uit bij het verlaten van een ruimte - laat nooit tegelijk verwarming aan en ramen/deuren open • Verhuur de kamers in de winter aaneensluitend en verdiepingsgewijs. Indien in een kamer gestookt wordt, worden de kamers ernaast immers onrechtstreeks mee verwarmd. Zorg dat u niet steeds dezelfde kamers verhuurt, zo vermijdt u stilstaand water in de leidingen (en het risico op Legionellabesmetting, zie blz. 12). • Verbeter de warmte-afgifte van radiatoren. Zorg dat er geen obstakels vóór de radiatoren staan en maak de radiatoren regelmatig schoon. • Verbeter de lichtafgifte van lampen. Ook het regelmatig schoonmaken van verlichtings-armaturen zorgt voor energiebesparing. Het stof vermindert immers de lichtintensiteit. • Meten is weten: inzicht in uw energieverbruik laat toe het verbruik te beheersen en te optimaliseren. Het energieverbruik van toestellen kan men meten met behulp van een ‘energiemeter’. Een energiemeter kunt u gratis of tegen een lage kostprijs, voor een bepaalde periode lenen van uw netbeheerder. (voor meer uitleg zie ook www.west-vlaanderen.be; kies leefomgeving en dan milieu)
Mi lieuwegwi js voor logi es uit ba ters
17
P 2 Kies voor een verstandige en energiezuinige verlichting • Vervang gloeilampen door spaarlampen De eerste spaarlampen waren groot en zwaar en gaven ongezellig licht. Maar de nieuwe generatie spaarlampen is veel kleiner en daardoor beter inpasbaar. Het comfort is sterk verbeterd: de nieuwe, elektronische spaarlampen starten op zonder te knipperen en geven een veel warmer licht. Er zijn nu elektronische spaarlampen te koop die binnen een halve seconde (zonder te flikkeren) opstarten en binnen 100 seconden 90% van de lichtsterkte bereiken. Dit verhoogt het comfort. Ze kunnen zonder bezwaar vaak aan- en uitgezet worden. Een kwalitatieve spaarlamp is duurder bij aankoop, maar verbruikt 5 keer minder elektriciteit én gaat tot 12 keer langer mee dan een gloeilamp. Spaarlampen gaan lang mee, al zijn er wel grote verschillen tussen de bestaande merken. De levensduur van spaarlampen, die steeds moet vermeld staan op de verpakking, wordt uitgedrukt in uren en gaat van 6000 uren tot 15000 uren en meer (vergeleken met gloeilampen 1000 uren). Wordt de levensduur in jaren vermeld, dan moet uitgelegd worden hoe dit wordt berekend. Meestal is dit gebaseerd op 3 branduren per dag. Voor sommige merken worden ook het aantal schakelingen (aan en uit) vermeld. Let op met de goedkopere spaarlampen: meestal hebben ze een kortere levensduur. Er is namelijk onderscheid in kwaliteit tussen de verschillende spaarlampen. U bespaart maar liefst 88,12 euro als u één gloeilamp door een (goede) spaarlamp vervangt. Reken even mee. Spaarlampen verbruiken ruim vijf keer minder stroom dan een gewone lamp. Een spaarlamp van 15 Watt geeft daardoor even veel licht als een gloeilamp van 75 Watt. U doet twaalf keer langer met een spaarlamp. We vergelijken in onze berekening dus 12 gloeilampen van 75 Watt met 1 spaarlamp van 15 Watt. 12 gloeilampen van 75 Watt
1 spaarlamp van 15 Watt
0,74 EUR = 8,88 EUR
10 EUR
Verbruikskosten
111,55 EUR
22,31 EUR
Totale kostprijs
120,43 EUR
32,31 EUR
Aankoopprijs
Voordeel spaarlamp
120,43 – 32,31 = 88,12 EUR
Zowel spaarlampen als TL-lampen hebben een starter en ballast (voorschakelapparaat) nodig. Spaarlampen zijn in verschillende uitvoeringen te koop: - Spaarlamp met een gewone schroeffitting. In de voet zit een voorschakelapparaat ingebouwd. U kunt deze spaarlampen inpassen in armaturen waar eerst gloeilampen inzaten. - Spaarlamp met steekfitting. Hierbij zit het voorschakelapparaat niet vast aan de lamp. U kunt deze lampen enkel plaatsen in een armatuur die voorzien is van de geschikte voorschakelapparatuur (zoals de TL-lampen). Er zijn spaarlampen met een 2-pins steekfitting (voor een externe conventionele ballast). Maar u kiest best voor een spaarlamp met 4 pins steekfitting (voor een externe elektronische ballast). Een elektronische ballast is quasi onverslijtbaar zodat u enkel om de 5 tot 10 jaar de (veel goedkopere) lamp moet vervangen. Koopt u een dimbaar voorschakelapparaat, dan hebt u meteen een dimbare spaarlamp. - Spaarlampen die geschikt zijn om vaak aan en uit te zetten, kunt u in combinatie met een timer of bewegingssensor gebruiken. - Diverse andere modellen zoals heel platte modellen (schijven die geschikt zijn voor in- of opbouw) kunnen ingezet worden voor oriëntatie - of sfeerverlichting. Een spaarlamp werkt volgens hetzelfde principe als TL-lampen, maar is mooier en past in zowat alle armaturen.
18
Milieuwegwijs voor logies ui tbaters
Waar het esthetische minder belangrijk is (magazijn, koelkamer, enz.) kiest u best voor TL-lampen: - Houd rekening met de lichtkleur van de TL-lamp. Dit bepaalt of het licht als aangenaam of onaangenaam ervaren wordt. - TL-lampen met een diameter van 16mm (dit is 40% dunner dan de huidige TLD-generatie) zijn ontworpen voor hoge lichtopbrengst en zijn 8% zuiniger dan traditionele TL-buizen. Bovendien zijn ze specifiek ontworpen voor gebruik met een elektronisch hoogfrequent voorschakelapparaat en dimbaar. • Kies voor zuinige accentverlichting - Spaarlampspots zijn zeer zuinig en intussen vrij makkelijk te vinden in de handel. Ze werken in tegenstelling tot de halogeenspots zonder transfo (dus op 220 V). Een ander mogelijk alternatief voor halogeenspots zijn LED spots. - Vervang klassieke halogeenspotjes door zuinigere IRC-halogeenlampen. Deze lampen hebben een speciale infraroodlaag (IRC = Infra-Red-Coating). Een IRC-halogeenlamp van 20W, 35W of 50W, vervangt bijvoorbeeld een standaard halogeenlamp van resp. 35W, 50W of 65W. Let bij de aankoop op de kleur en of ze toegepast mogen worden in inbouwarmaturen. • Kies voor een verstandige lichtregeling. Verlichting constant laten branden, heeft meestal weinig zin. Er zijn een aantal systemen die u helpen dit te vermijden: 1) Aanwezigheidsdetector U plaatst deze detector in ruimten waar niet continu iemand aanwezig is (badkamer, gang, voorraadkamer) en eventueel bij paadjes buiten of op uw parkeerterrein. Als er niemand aanwezig is, schakelt de verlichting na een bepaalde tijd automatisch uit. U bespaart 10 tot 25 % op uw elektriciteit. 2) Tijdschakeling De verlichting wordt aangeschakeld op het tijdstip dat u instelt. Een tijdsklok kost tussen 10 en 35 euro. U bespaart 10 tot 25 % op uw elektriciteit. 3) Daglichtafhankelijke regeling Bij een daglichtsensor of schemerschakelaar wordt de verlichting automatisch aangezet als het daglicht beneden een ingesteld niveau komt. Vooral geschikt voor ruimten met voldoende daglichttoetreding zoals bij raamzones en lichtkoepels, ook geschikt bij buitenverlichting. (max. besparing 40%) 4) Plaatselijke schakelaars Wanneer men gemakkelijk aan de schakelaar kan, zonder daarvoor rond te hoeven lopen, is men sneller geneigd om het licht te doven. • Indicatie van het aantal branduren per jaar in diverse ruimten Gemiddeld aantal branduren (uur/jaar)
Pension
Hotel, laag
Standaard hotel
Hotel, hoog
Congres- en conferentiecentrum
Entree, lobby
3.500
4.200
8.760
8.760
3.500
Gangen, trappen
3.000
3.000
4.200
8.760
3.500
Hotelkamers
1.500
1.500
1.800
1.800
Restaurant
2.800
2.800
3.000
Zalen
2.000
2.500
1.500
Gebouwfunctie
Parkeergarage
3.000
8.760
Bron: Novem
• Schakel het licht in een ijskast of diepvriezer uit via deurcontact. • Schilder ruimten in lichte kleuren (max. besparing 20%). Donkere kleuren absorberen het licht, lichte kleuren reflecteren het licht.
Mi lieuwegwi js voor logi es uit ba ters
19
• Bij het gebruik van sleutelkaarten wordt de stroom van de kamer afgesloten wanneer de gasten de kamer verlaten. Soms kan ook de verwarming eraan gekoppeld worden. • Zorg voor een badkamerdeur met een glazen raam in. Wanneer de gasten gaan slapen, merken ze het als ze het licht in de badkamer vergaten te doven.
P 3 Koelapparaten voor voedsel: koelkast, diepvries, koel- en vriescellen • Uw koelkast en diepvries in een koele ruimte plaatsen kan een besparing van 10 tot 30 % op het elektriciteitsverbruik opleveren. • Zet uw oven nooit naast een koelinstallatie of- als het niet anders kan - zorg dan voor een doorgedreven isolatie tussen beide toestellen. • Een condensor moet warmte afgeven aan zijn omgeving. Bij een koelapparaat bevindt de condensor zich aan de achterzijde. Stof en vuil belemmeren de warmte-afgifte en zorgen voor een hoger elektriciteits-verbruik. Maak de condensor regelmatig schoon met een zachte borstel. Zorg ook voor voldoende open ventilatieruimte achter uw koelkast zodat de condensor de warmte goed kwijt kan. • Vaak blijkt dat deuren van koelkasten en koel- en vriescellen niet goed sluiten. Vervang daarom regelmatig de isolatierubbers in de deur. • Ontdooien van de diepvriezer brengt ook op: een ijslaag van 2 mm doet het elektriciteitsverbruik van uw diepvriezer immers al met 10% toenemen. • Bij gebruik van koelapparaten kan de warmte die hierbij vrijkomt, gebruikt worden voor de verwarming van de ruimte of van tapwater. U heeft hiervoor wel een warmteterugwinboiler nodig, wat wel een grote investering vraagt. Of de aanschaf rendabel is, hangt af van het opgestelde vermogen en het aantal liters warm water dat dagelijks wordt gebruikt. • Een gedeeltelijke vulling van koelruimten heeft tot gevolg dat er meer lucht in de ruimte circuleert dan noodzakelijk is en zorgt voor een hoger verbruik. Als de koelruimte regelmatig slechts gedeeltelijk gebruikt wordt, kan het zinvol zijn om de ruimte in compartimenten te verdelen. U kunt de ruimte met behulp van opvouwbare schermen, folies en beweegbare panelen onderverdelen, zodat enkel dat deel waar de voedingswaren zich bevinden gekoeld wordt. • Stel de juiste temperatuur in.
P 4 Zorg voor goede isolatie en tochtwering In een goed geïsoleerd gebouw kunt u tot bijna de helft besparen op verwarmings-kosten. Laat u niet misleiden door de geruchten dat u uw woning kunt overisoleren of dat de isolatie schimmel en condensatie zou veroorzaken. Vocht en schimmel komen niet voor op plaatsen die goed geïsoleerd zijn, maar juist op die plaatsen waar isolatie ontbreekt of slecht is aangebracht (koudebruggen). Goed geïsoleerde gebouwen vereisen wel een goed ventilatiesysteem.
20
Milieuwegwijs voor logies ui tbaters
• Voorkom tocht door het dichten van kieren met deurrubbers, PUR-schuim of elastisch blijvende kit. Het gaat hier over kieren tussen raamkozijn en de muur of kieren aan ramen en deuren. Plaats radiatorfolie tussen de radiator en de buitenmuur. Die weerkaatst een groot deel van de warmte die anders in de muur zou verdwijnen. • Een deurdranger (automatische deursluiter) bevordert snelle sluiting van de deur en kost tussen 10 en 25 EUR. Deze maatregel is vooral van belang als de deur vaak open blijft staan. Ga terughoudend om met deze maatregel, een dranger maakt de deur immers lastiger te gebruiken. • Een draaideur voorkomt dat er een rechtstreekse verbinding van de ruimte met buiten ontstaat. Een tochtsluis is een gang met aan beide kanten deuren, waarbij de ene deur pas opengaat als de andere gesloten is. Reken op een hoge investeringskost (vanaf 10 000 EUR). • Isoleer leidingen van de centrale verwarming (zowel aanvoer als retour) en het warme tapwater plus de bijbehorende afsluiters (appendages). Zo wordt de warmte-uitstraling naar de omgeving beperkt. U kunt dit doen met leidingisolatie (lijmsystemen en clipsystemen) of isolatiedekens. • Kies voor hoog-rendementsglas (HR-glas). HR-glas of superisolerend glas is uiterlijk gelijk aan traditioneel dubbel glas, maar levert een anderhalf maal hogere besparing. HR-glas zorgt voor minder warmteverliezen en voelt minder koud aan. Het is verkrijgbaar met verschillende isolatiewaarden (HR, HR+ en HR++). • Zorg voor een degelijke dak-, vloer- en muurisolatie. Zeker vloerisolatie wordt nog te vaak verwaarloosd bij nieuwbouw of renovatie.
P 5 Goed én energiezuinig ventileren Ventilatie is noodzakelijk zowel voor het comfort en de gezondheid van de bewoners als voor het gebouw. Ventileren zorgt voor verdunnen en afvoeren van verontreinigde lucht via de natte ruimten (keuken, badkamer, toilet) en aanvoer van een beperkte hoeveelheid verse lucht via de droge ruimten (kamers, bureau, enz.). De kunst is dan ook om te ventileren met zo weinig mogelijk energieverlies. Ventileren door de ramen een tijdje open te zetten is geen blijvend goede oplossing. U krijgt immers te snel te veel koude lucht binnen wat leidt tot energieverlies en na twee uren is de kwaliteit van de lucht dezelfde als voor het ventileren. De eisen voor de ventilatie van niet-residentiële gebouwen (waaronder hotels en restaurants) staan beschreven in bijlage 6 van de norm NBN EN 13779. Hoe wel ventileren? • Vaak kiest men voor een combinatie van natuurlijke en mechanische ventilatie. Aanvoer van verse lucht gebeurt via ventilatieroosters die in de ramen gemonteerd worden. Deze roosters zijn vaak zelfregelend: ze zorgen voor een constante hoeveelheid verse lucht en sluiten als het hard begint te waaien. Afvoer van vocht en vervuilde lucht vanuit keuken, badkamer en wc’s gebeurt op een natuurlijke en/of mechanische manier. De natuurlijke afvoer gebeurt via afsluitbare roosters in een schoorsteen of een verticaal ventilatiekanaal. Mechanische afvoer gebeurt via de dampkap in de keuken en vaak ook via een horizontale afvoer met mechanische ventilator. De luchtcirculatie in het gebouw wordt gegarandeerd door doorvoeropeningen in of onder de deuropeningen. • U kunt ook kiezen voor volledige mechanische ventilatie. Hier wordt de lucht naar binnen gezogen en naar buiten geblazen door elektrische ventilatoren. De koude, binnenkomende lucht wordt opgewarmd door de warme, uitgeblazen lucht via een warmtewisselaar. Deze methode is energiezuinig maar ook duurder.
Mi lieuwegwi js voor logi es uit ba ters
21
P 6 Verwarming, warm water en zonne-energie Zo’n 50 % van uw energiegebruik gaat naar verwarming en zo’n 10 % naar warm water. • Stem het ketelvermogen goed af op de warmtevraag. In België zijn vele verwarmingsketels overgedimensioneerd. Kies bij voorkeur voor een modulerende ketel. Een modulerende ketel past zich aan aan de vraag. Is deze groot dan gebruikt ze een grote vlam. Bij kleine vraag draait de ketel op een laag pitje. Modulerende ketels werken nog fijner dan tweetrapsbranders die enkel twee brandstanden hebben. Niet-modulerende ketels slaan aan en af zonder tussenstappen, met meer energieverbruik als gevolg. • Een (oude) conventionele verwarmingsketel heeft een rendement van 75%. Nieuwe verwarmingsketels moeten minimaal VR (verbeterd rendement, 82%) zijn. Nog beter zijn de HR-ketels (hoog rendement, 92 %). De meerinvestering in HR ten opzichte van VR wordt in 2-4 jaar terugverdiend. Bij aardgas kunt u kiezen voor een HR+ label of een HR top-label (condensatieketel). Een energiezuinige stookolieketel op aardolie herkent u aan het Optimaz-label of Optimaz-Elite label. • Een weerafhankelijke regeling is een absolute must voor condensatieketels en een aanrader voor hoogrendementsketels. Een weersafhankelijke regeling met buitentemperatuurvoeler zorgt ervoor dat het stookregime van de ketel zichzelf aanpast aan de heersende buitentemperatuur. Dit zorgt voor een vermindering van de oppervlakte- en rookgasverliezen. Als je geen warmte nodig hebt, dan schakelt het systeem zichzelf uit. (max. besparing 10%) • Isoleer de stookketel: de ketel straalt – geheel nodeloos – warmte uit. Door een goede isolatie kunt u 2% brandstof uitsparen. • Vaak wordt de badkamer verwarmd door een luchtverwarmer (warme luchtblazer). Door het gebruik van stralingsverwarming in plaats van luchtverwarming bespaart u max. 40%. • Circulatiepompen in verwarmingsinstallaties draaien vaak het hele jaar door. Door pompschakeling is de pomp alleen in bedrijf als dit nodig is. Bij langdurige stilstand (veelal in de zomer) wordt de pomp af en toe ingeschakeld om vastzittende waaiers te voorkomen. Als de verwarmingsketel ook wordt gebruikt om sanitair warm water mee te maken, is het aangeraden een handschakelaar in serie te plaatsen. Zo kunt u de verwarming in de zomer uitschakelen terwijl de warmwaterproductie normaal werkt. De kosten liggen rond de 40 tot 70 EUR per schakelaar. Besparing ongeveer tot
22
Milieuwegwijs voor logies ui tbaters
200-250 kWh per jaar. De terugverdientijd is 3 maanden tot 1 jaar. Toepasbaar bij conventionele of VR-ketels zonder optimaliseringsregeling. Installaties met optimaliseringsregeling en HR-ketels hebben meestal een ingebouwde pompschakelaar. • Bij een algemene thermostaat in combinatie met een gewone radiatorkraan, biedt de radiatorkraan 2 mogelijkheden: ‘aan’ of ‘uit’. De temperatuur in een kamer kan dus hoger oplopen dan de toerist wenst. Waardoor het raam vaak wordt opengezet om de kamer te koelen. Met een thermostatische radiatorkraan wordt de temperatuur in het vertrek zelf geregeld. • Laat uw verwarmingsketel(s) jaarlijks nakijken en afstellen door de installateur. Een slecht afgestelde brander veroorzaakt een meerverbruik van 20% en meer! Roetaanslag van 1 mm dik aan het verbrandingselement kan ervoor zorgen dat het rendement daalt met 3 tot 7%. • Een gasgeiser met elektronische ontsteking (zonder permanente waakvlam) of een combiketel met voorraadvat of van het doorstroomtype zijn vanuit energie-oogpunt de beste optie. Een combiketel werkt op gas en verwarmt naast kraantjeswater ook het water van uw centrale verwarming. Ook een gasboiler is interessant. Elektrische warmwaterboilers zijn af te raden: maar liefst 75 % van de opgewekte energie gaat verloren! • Met een zonneboiler wordt water (voor)verwarmd met behulp van een zonnepaneel. Een standaard zonneboiler bestaat uit een collector en een voorraadvat. Het collectorwater wordt rondgepompt in een gesloten circuit. Een standaard zonneboiler heeft een naverwarmer nodig (een combiketel, cvketel of modulerende badgeiser). De oriëntatie en hellingshoek van uw dak zijn hierbij van belang. Een besparing op de energiekosten voor de warmwatervoorziening van meer dan 40% is haalbaar. Een zonneboiler is een goede investering indien uw hoogste waterverbruik zich in de zomermaanden (mei t.e.m. september) situeert. Ook voor het verwarmen van zwembadwater is een zonneboiler interessant. • Fotovoltaïsche panelen (PV) produceren elektriciteit op basis van zonne-energie. Deze lijken duur, maar er bestaan intussen interessante subsidies waardoor de terugverdientijd van 60 jaar naar ongeveer 10 jaar teruggebracht is. Het rendement is wel laag.
P 7 Gebouwkoeling Airco’s zijn echte energieverslinders, daarom enkele tips om op een andere manier uw gebouw koel te houden. • Vermijd opwarming in de zomer door goede isolatie, plaatsing van HR-glas, isolerende raamfolie en het aanbrengen van buitenzonnewering. Bij mechanische ventilatie zorgt u ervoor dat het gebouw ’s nachts met verse buitenlucht geventileerd wordt. Hierdoor koelt het gebouw af, waardoor de binnentemperatuur overdag minder hoog oploopt en dus minder koeling nodig is. Kiest u toch voor airco, houdt dan rekening met hetvolgende: • Stel de airco in zodat het temperatuurverschil tussen binnen en buiten niet groter wordt dan 5°C. Als dit verschil groter wordt, stijgt niet alleen het energieverbruik, maar wordt het verlaten van de gekoelde ruimte onaangenaam. • Installeer een hoogrendementsventilator/ventilator met HR-motor. • Kies voor een overbruggingsschakelaar. Deze wordt geplaatst tussen de verwarming en de airco en voorkomt dat beide tegelijkertijd aanstaan. Voorwaarde is wel dat beide systemen zich in dezelfde ruimte bevinden.
Mi lieuwegwi js voor logi es uit ba ters
23
P 8 Energiezuinige huishoudtoestellen • Let bij aankoop van een nieuw huishoudtoestel op het energielabel. Het label bestaat uit een indeling in 7 categorieën van A tot G. Als een apparaat een energielabel in categorie A heeft, dan garandeert dat een relatief laag energieverbruik. De A-klasse wordt nog verder opgedeeld in A, A+ en A++. Hoe meer +, hoe zuiniger in energieverbruik. Let op: u kunt de labels niet gebruiken om verschillende types apparaten te vergelijken. Zo is een diepvrieskist (horizontaal model) zuiniger dan een diepvrieskast (verticaal model). Er zijn dus Alabel vrieskasten die meer verbruiken dan B-label vrieskisten. Het energielabel is verplicht voor wasmachines, wasdrogers, diepvriezers en koelkasten, wel enkel bij huishoudmodellen. • Tot 80% van het elektrisch verbruik van een wasmachine, gaat naar het verwarmen van het water. Oplossing hiervoor is de hot-fill wasmachine. Die wordt aangesloten op de warmwatervoorziening (boiler of geiser). Een hot-fill machine heeft twee aansluitingen (een ‘koude’ en een ‘warme’) en volgens de fase van het programma wordt koud of warm water ingenomen. Hot-fill toestellen zijn nog niet courant op de Belgische markt. Gewone machines kunnen uitgerust worden met een voorschakelapparaat. De afstand tussen de boiler/geiser en het wastoestel moet zo klein mogelijk zijn. • Voor een vaatwasser geldt dit ook: de meeste energie wordt verbruikt door het water elektrisch op te warmen. Bestaande vaatwastoestellen kunt u meestal rechtstreeks aansluiten op uw warmwaterleiding. Raadpleeg hiervoor uw leverancier. Let wel: dit is enkel voordelig als u geen elektrisch warmwatertoestel gebruikt voor de verwarming van uw sanitair warm water. Is uw vaatwas aan vervanging toe, geef dan de voorkeur aan een hotfill model. • Een gasgestookte wasdroger is energiezuiniger dan een elektrische wasdroger. Nog zuiniger is om uw was aan de waslijn te drogen of om de was reeds in de wasmachine zo droog mogelijk te zwieren.
P 9 Energiezuinig koken • Koken op aardgas is energiezuiniger dan op elektriciteit. • Maak optimaal gebruik van de restwarmte. Schakel de oven vroeger uit. • Ook een inductiekookplaat verbruikt weinig energie. Inductiekookplaten werken met een elektromagnetisch veld dat warmte opwekt in de bodem van de kookpot of –pan zelf. Deze energietransfer gebeurt alleen als er een kookpot op de zone staat. De hitte wordt rechtstreeks overgezet op het voedsel, de kookplaat zelf warmt amper op. Als u een kleinere pan gebruikt dan de voorgetekende ringen op de plaat dan verwarmt alleen de plaats onder de pan en niet de totale ring. De kookpotten moeten van inox of staal zijn. Het is een zeer handig en veilig systeem, maar wel nog duur. U kookt stukken sneller! • Met een snelkookpan kookt u sneller en bespaart u 40 tot 70 % energie, terwijl de voedingswaren meer smaak en vitamines behouden. • Kook met het deksel op de pot. Zorg dat de pot aangepast is aan de grootte van de kookplaat (behalve bij inductieplaat, hier hoeft het niet).
24
Milieuwegwijs voor logies ui tbaters
Premies en belastingvermindering rationeel energiegebruik Verschillende instanties geven premies en andere stimulansen voor energiezuinige investeringen. Voor een overzicht op maat kunt u terecht op www.energiesparen.be. U gaat naar subsidies, voert uw woonplaats in en krijgt dan onmiddellijk een overzicht van de premies waar u een beroep op kunt doen.
We vatten hieronder even samen.
Netbeheerders: premies voor particulieren én ondernemingen Welke netbeheerder u toegewezen krijgt, hangt af van de plaats waar u woont. De netbeheerders zorgen voor onderhoud en controle van de distributieleidingen die elektriciteit en aardgas in uw woning brengen. Ze zijn verplicht om een aantal energiebesparende maatregelen financieel te ondersteunen. Welke deze maatregelen zijn, kiest de netbeheerder zelf. Zo worden bv. zonneboilers, warmtepompen, planadvies, dak- en muurisolatie, ventilatiesystemen met warmterecuperatie, energie-audits, rechtstreekse aardgasverwarming, HR-beglazing enz. gesubsidieerd. Informeer bij uw netbeheerder.
Federaal: Belastingvoordeel voor particulieren De federale regering heeft een aantal maatregelen uitgewerkt om energiebesparing bij nieuwbouw en renovatie van woningen aan te moedigen. Bij de eindafrekening van uw belastingaangifte krijgt u 40 % van het geïnvesteerde bedrag terug met een maximum van 2600 euro (geïndexeerd bedrag voor aanslagjaar 2008). Voor zonneboilers en PV panelen bedraagt het maximum 3.380 euro (geïndexeerd bedrag voor aanslagjaar 2008) De investering moet gefactureerd zijn door een vakman. Maatregelen die in aanmerking komen: vervanging van oude stookketel, installatie van zonneboiler, plaatsen van HR-glas, plaatsen van dakisolatie, thermostatische kranen op radiatoren of een kamer-thermostaat met tijdsinschakeling, uitvoering van energieaudit in de woning, enz…
Federaal: Verhoogde fiscale af trek voor ondernemingen Ondernemingen kunnen een beroep doen op de verhoogde fiscale aftrek ten belope van 13.5 % (cijfer voor aanslagjaar 2008) voor energiebesparende investeringen. Zo’n investeringen hebben vooral betrekking op de verbetering van de energieprestatie van bestaande apparaten en ruimtes. Ook duurzame energieopwekking via zonne-energie komt in aanmerking.
Gemeentelijke premie Een aantal gemeenten geven een subsidie voor installatie van zonneboiler en fotovoltaïsche panelen. Informeer bij de milieudienst van uw gemeente.
Mi lieuwegwi js voor logi es uit ba ters
25
Vlaams gewest: Ecologiepremie voor ondernemingen De ecologiepremie is een subsidie voor een ecologie-investering van ondernemingen gericht op een vermindering van de belasting van het milieu via verbeterde productieprocessen en -ruimtes. Deze investering moet een duidelijke meerkost hebben t.o.v. de “standaard”installatie (d.w.z. wat algemeen gangbaar is of wat minimaal vereist is om aan de normen te voldoen). U kunt 10-20 % subsidie krijgen voor ecologie-investeringen. Een ecologiepremie is o.a. mogelijk voor investeringen in duurzame energie of energiebesparende maatregelen (fotovoltaïsche zonnepanelen, warmteterugwinning uit ventilatielucht, warmtepomp, zonneboiler, enz...). Ook andere milieu-investeringen vermeld in de limitatieve technologieënlijst (LTL) komen in aanmerking. De toekenning van de subsidies gebeurt volgens een aanvraagsysteem met wedstrijdformule. Jaarlijks wordt er 3 keer een oproep gedaan waarop ondernemingen met hun investeringsproject kunnen intekenen. De beste dossiers komen eerst in aanmerking voor subsidie en dit totdat de pot op is.
Vlaams Gewest: Budget voor economisch advies (ondernemingen) BEA staat voor Budget voor Economisch Advies. Met het systeem van de adviescheques wil de Vlaamse overheid kwaliteitsvol bedrijfsadvies bij kleine en middelgrote ondernemingen stimuleren. U kunt de adviescheque o.a. gebruiken om een energieaudit te bekostigen.
Vlaams Gewest: Toekenning van groenestroomcertificaten (particulieren en ondernemingen) Voor elke 1000 kWh opgewekt met fotovoltaïsche zonnepanelen (PV-panelen) ontvangt de eigenaar een groenestroomcerticaat. Elk certificaat kan vervolgens bij de netbeheerder ingeruild worden tegen een gegarandeerde waarde van 450 EUR gedurende 20 jaar vanaf de inwerkingstelling van de installatie.
Toerisme Oost-Vlaanderen: subsidiereglement voor kleinschalige toeristische verblijfsaccomodaties Via dit reglement komen onder meer specifieke kosten voor aankopen, werken en installaties ter bevordering van de duurzame exploitatie van de uitbating in aanmerking voor subsidies. Hierbij wordt bedoeld: het aanwenden van energiebesparende maatregelen, zoals maatregelen die het verbruik van zonne-energie of windenergie stimuleren of mogelijk maken, individuele, kleinschalige waterzuivering, inrichtingen die zorgen voor recuperatie of vermindering van de afvalstroom, vormings- of opleidingskosten, e.a. Het subsidiereglement en aanvraagformulier samen met een informatieve nota, kunt u downloaden via www.tov.be (vakantiemakers > subsidies en reglementering).
Voor details verwijzen we u door naar www.energiesparen.be of T 02 553 46 00 of
[email protected] of naar het VLAO (Vlaams Agentschap Ondernemen). Informeer steeds naar mogelijke premies voor u aankopen doet of verbouwingen uitvoert!
26
Milieuwegwijs voor logies ui tbaters
Tips voor Communicatie Personeel Milieumaatregelen invoeren heeft pas zin als uw personeel erachter staat. Belangrijk is dat u nieuwigheden (nieuwe manier van werken, nieuwe producten, enz.) niet zomaar oplegt, maar invoert in overleg met uw personeel. Uw personeel werkt dagdagelijks in uw hotel en is dus best geplaatst om te weten wat er beter kan en wat haalbaar is. U kunt bijvoorbeeld suggesties van uw personeel vragen, hier één tip uitpikken en daar verder rond werken. Dit zorgt dat uw personeel gemotiveerd is en zijn best zal doen om de tip mee uit te werken. Stel een realistische doelstelling voor. Wees eenduidig en concreet tijdens uw uitleg. Kies 1 maatregel per keer (bv. maandelijks) en bespreek ze concreet tijdens een personeelsmeeting, hang ze op de informatieborden voor het personeel en stuur ze samen met de loonbrief of personeelsbrief naar elke werknemer. Kies een meetbare activiteit met een start- en einddatum, controleer of de maatregel wordt uitgevoerd en maak de resultaten bekend. Vergeet niet te vermelden wat een geslaagde actie is. Zo krijgt sensibilisering een permanent karakter en is iedereen op de hoogte van maatregelen. Breng uw oversten ook op de hoogte van de actie en de resultaten. Zorgt die tip voor een lagere energiefactuur, beloon dan uw personeel met een cadeautje of een traktatie. Maak het milieubeleid van uw hotel ook bekend aan personeel bv. op de personeelsvergadering, via een onthaalmap voor nieuwe medewerkers, enz.
Klant De meeste gasten zullen uw inspanningen voor het milieu waarderen, u kunt er zelfs nieuwe klanten mee aantrekken (zo zijn vooral Duitsers gevoelig voor de milieuproblematiek). Communicatie met uw gasten over de genomen milieumaatregelen is dan ook belangrijk. U kunt dit doen op verschillende manieren: bij het onthaal van uw gasten, op uw website, in uw brochure, door een infoblad in de hotellobby op te hangen, enz. Enkele concrete voorbeelden: • Heeft u toiletten met een spoelknoponderbreker geïnstalleerd? Leg de werking hiervan uit door een woordje uitleg naast de toiletten of bij het tonen van de kamer. Zo wordt de knop juist gebruikt en wordt er effectief water bespaard. • Wenst u uw gasten zelf te laten beslissen wanneer de handdoeken in de badkamer vervangen moeten worden? Vele hotels hangen daartoe een blad/poster met uitleg in de kamer. U kunt zo’n voorbeeld downloaden via www.west-vlaanderen.be (kies leefomgeving en dan milieu).
Mi lieuwegwi js voor logi es uit ba ters
27
Milieu op het web www.duurzaam-toerisme.be
www.emis.vito.be/navigator www.energiesparen.be
www.febem.be
www.gezondmilieu.be www.groenlichtvlaanderen.be www.kringloop.net www.ondernemen.vlaanderen.be
Actuele milieuwetgeving Allerhande info over rationeel energiegebruik: tips, premies, subsidies, beleid, energieprestatieregelgeving, links, enz. Hier vindt u vindt u geactualiseerde lijsten van de erkende afvaloverbrengers en -verwerkers in uw regio. Info over Legionella en BBT (best beschikbare technieken) Technische en duidelijke info over energiezuinige verlichting Info van de Vlaamse Kring(loop)winkels Helpt ondernemingen bij het vervullen van formaliteiten en procedures, hoe een milieuvergunning invullen, enz.
www.ovam.be
Site van Openbare Vlaamse AfvalstoffenMaatschappij met info over afval: wetgeving, beleid, afval voorkomen, afval inzamelen, lijsten met erkende overbrengers en verwerkers, enz.
www.stip.ovam.be
Site van Steunpunt en Informatiecentrum voor Preventie van Afval met info over afvalpreventie en milieuvriendelijke consumeren, productinformatiefiches over milieuverantwoord schoonmaken, catering, kantoormateriaal, verven en vernissen.
www.valipac.be
www.vlao.be
www.waterloketvlaanderen.be/ www.guidea.be
28
Wat is duurzaam toerisme? Overzicht van Vlaamse initiatieven
Info rond bedrijfsmatig verpakkingsafval: wetgeving, premies voor sorteren, enz. Het Vlaams Agentschap Ondernemen stelt de ervaring en knowhow van zijn deskundigen tot uw beschikking en begeleidt en adviseert ondernemers in talrijke domeinen o.a. ruimtelijke ordening, milieu, efficiënt energiegebruik, innovatie, enz. Vlaams informatiepunt over duurzaam omgaan met water Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca Vergunningen en attesten
Milieuwegwijs voor logies ui tbaters