treedt met groot succes in het >Fsta Theater te Öen 94ä
i^BMH«aBHM-MMMM! -
,'
_.
-■
MARIE NAGEL
CATO GULP een onzer meest bekende voordrachtskunstenaressen, die in ons geheele land in de eerste cabarets is opgetreden en die daardoor zich een grooten kring van bewonderaars heeft geschapen.
BERNI DUDEK bekend uit „Der Rodelzigeuner", de gevierde conferencier uit de Lybelle te Rotterdam.
is een dier zangeressen,-die zich aangetrokken hebben gevoeld tot de filmIllustratie. Ze heeft meermalen een mooie zangcreatie gegeven, die niet weinig heeft bijgedragen tot het succes van het vertoonde fiimwerk.
ein de film „Pauweveeren" een UniverJ sal-product, hier te lande uitgebracht door de Dutch-American Film Co. te te Amsterdam, maken wekennis met Mimi Le Brun, een nicht van Jerry Chandler's boezemvriend, die aan hem wordt voorgesteld tijdens een reis naar St. Louis, de geboorteplaats van het meisje. Jerry is de zoon van den dominee uit een ouaanzienlijke provincieplaats. Hij voeltzich dadelijk sterk tot het beeldschoone meisje aangetrokken, dooh weet dat van een huwelijk tusschen hem en het schijnbaar in weelde badende meisje, toch nooit sprake kan zijn. Jerry's erfoom, die weer eens te diep in het glaasje gekeken heeft, deelt hem mee dat hij zijn neef tot universeel erfgenaam zijner uitgestrekte bezittingen in Caiifornië benoemd heeft. Jerry heeft eindelijk genoeg geld opgespaard om het meisje zijner
Cin CCM OODlUrfTin IC kom, in den '»»'s*"1 'Ü«1 m«r en rneer naar »oren. In de Metro Goldwijn-films neemt ze een zeer dlll_.!tlltllN lrlKHl^''*Jl'->'C beteekenende plaats in, die in overeenstemming is met haar aangeboren gaven als film-actrices, .t Is een zeer charmante jonge vrouw, die in Amerika wordt gerekend tot diegenen onder de sterren »an film, tooneel en cabaret, die zich het best weten te kleeden en die daarom door tal van dames als voorbeelden worden genomen bij de keuze van haar garderobe.
ïroomen een bezoek te brengen. De jongelui gaan innig veel van elkander houden maar ongelukkigerwijs is er een onoverkomelijke hinderpaal: Jerry's armoede. Ook Mini leeft met haar moeder in een staat van vergulde armoede. Met moeite weten zij nog rang en stand op te houden. De eenige oplossing is een rijk huwelijk van Mimi. De rijke partij doet zich voor in de gedaante van Andrew Fuller, een milliardair, die zijn plotselinge phenominale rijkdom aan geslaagde petroleumspeculaties te danken heeft. Mimi staat op het punt met hem te trouwen, wanneer Jerry's erfoom plotseling sterft. Jerry en Mimi gaan er samen van door, om de nieuwe bezittingen in oogenschouw te nemen. Doch ze vinden slechts een vervallen, oude boerderij en lappen onvruchtbaar terrein. Mimi denkt eerst dat Jerry haar opzettelijk bedrogen heeft, doch hij weet haar met veel moeite van het tegendeel te overtuigen. Dank zij Jerry's optimisme helpt Mimi weldra moedig de handen aan den ploeg te slaan, en de onvruchtbare terreinen productief te maken. Kerstmis breekt aan, en op schrijnende wijze voelt Mimi thans weer het verschil met haar weeldeleventje van vroeger. Dan verschijnt haar vroegere rijke verloofde, Andrew Fuller,weer ten tooneele. Hij tracht haar te overtuigen dat haar plaats in een wereld van weelde en schittering is en niet in dezen verlaten achterhoek. Bijna luk" zijn vernuftig in elkaar gezet verleidingsplan. Mimi maakt zich reeds reisvaardig ora met den milliardair te vluchten, als zij in de verte in het hooggebergte Jerry ziet, die een bovenmenschelijke strijd voert tegen de losgebroken elementen, en door een vreeselijken sneeuwstorm bedreigd wordt. Op den hoogsten top wilde Jerry voor Mimi een prachtige kerstboom gaan halen, bijna zou hij er den dood vinden. Ernstig gewond bereikt, hij weer zijn woning, waar Mimi hem liefderijk ontvangt, eindelijk beseffend dat rijkdom slechts een betrekkelijk geluk kan verschaffen, en er niets in de wereld boven ware, oprechte liefde gaat. Als het Kerstfeest aanbreekt, hebben Mimi Jerry elkaar voor eeuwig gevonden, en niets zal in staat zijn hun liefde ooit te verbreken.
Dil Kaliaansche ballet vierf op hel oogenblik friomphen in het
0«o
Tuschinsky Theater te Amsterdam.
s
Het is een kleurenpracht, zooals
(TO
men zelden op onze tooneelen te aanschouwen krijgt. Vooral de groofe veerenfinaie
Oft
valt erg in
2
den smaak. Alleen de costumes
"i-,-.
voor deze finale kosten meer
00
dan 30.000 gulden.
o
<3I 00
0
QO
06
esaassosses. sosses ^osso:
;:og 3€>ssosscs:sosso::
::o . _^
BlüiiBiil Het nieuwe leven. Februari is ternauwernood over de tweede helft of ge ziet ze al hun kopjes omhoog steken. De sneeuwklokjes en de crocussen. Men zou gelooven, dat juist zulke teere bloempjes het minst van alk geschikt waren om den scherpen vroeg-voorjaars wind te doorstaan, welke in landen als het onze zoo venijnig striemen kan. Die eerstelingen vertellen van 't komende voorjaar en doen ons elk jaar weer verbaasd staan over de veelvuldige vormen, welke de natuur aan planten en dieren weet te geven, als wapens tegen de omstandigheden, welke voor hen ongunstig schijnen. * * ♦
Onze medewerker, die zoo aardig van zijn wandelingen in de natuur weet te vertellen, zal het mij zeker niet kwalijk nemen, indien ik in dit weekpraatje mij. op zijn terrein waag, zooals alle werkelijke natuurliefhebbers, zal hij. het apprecieeren, indien over zijn geliefkoosd onderwerp ook hier wordt gesproken. * * Het sneeuwklokje is een bol-
^etyert,Zoti en Wind/ Pond's Creams zijn verkrijgbaar in alle goede zaken, in potten van f 1.— en f2.— en tuben van f 0.50 en f 0.80.
Gratis monster Ponds Extract Co., Prinsengracht 983, Amsterdam, zendt U 2 tuben Cold & Vanishing Cream na inzending van 20 cent.
Beschermt dus bij iedere geschikte gelegenheid Uw gezicht, hals, evenals armen en handen met Pond's Vanishing Cream tegen de invloeden van ons grillig klimaat. Deze aangenaam geparfumeerde en ontvette Cream verdwijnt aanstonds in de huidporiën en vormt een ideale basis voor poeder. Masseert lederen avond voor het naar bed gaan Uw gezicht met Pond's Cold Cream en veegt het overtollige met een zacht doekje weg. Deze verrukkelijke Cream zuivert oneindig veel beter dan water en zeep. Ze bevat toch de juiste hoeveelheid natuurlijke oliën, ze stimuleert de werking der poriën, zoodat de huid, die teekenen van vermoeidheid of slapte vertoont, wederom soepel wordt. Duizenden vrouwen, waaronder vele van onze beste actrices, beschermen en verzorgen haar teint door beide Pond's Creams te gebruiken als essentieel onderdeel van haar dagelijksch toilet
VERZORGT UW TEINT
Ponds Tem*Creams
Hoehetbiaadje van het sneeuwklokje gevormd is. Deze foto (aan de III. L. News ontleend) laat duidelijk zien de bescherming welke de bloemblaadjes aan de edele deelen bieden.
plant, van waaruit eerst een stengel, welke bovenaan zijn lange bladen draagt, opklimt. Aan den top van dezen stengel ontwikkelen zich de bloemen. De bol heeft van onderen wortels. Gedurende den voor de meeste bloemen gunstige laatnajaars- en zomertijd sluimert de groeikracht van den bol. Langzaam ontwikkelen zich de bladen en bloemen, welk proces tegen het voorjaar voltooid is. Ongeveer einde September kan men, wanneer het bolletje wordt opengesneden, daarin de ontwikkeling van blad en bloem onderscheiden. * * Men heeft getracht den groei van het sneeuwklokje te forceeren, evenzeer als men dit met andere bloemen doet. Dit is ook wel gelukt. Zoo is het mogelijk om b.v. al reeds in November sneeuwklokjes te laten bloeien. Doch
jaar vormt zich als het ware een nieuwe huid. En het is noodig om de bladen na den bloei rustig te laten zitten, daar door deze bladen na de bloeiperiode voedsel voor de nieuwe ui wordt verzameld, welke voedselvoorraad in den glorietijd van de bloem en daarvoor werd uitgeput. * * In tegenstelling met het sneeuwklokje, geeft de crocus
De bloementuin
Italië
ƒ? vreuqde brengen, worden geteeld en waar een deel der bloemkens, weike ons in den v met qroole zorq oehandeld. Onze foto is gen,Ven in de buurt van San Remo.
de bloempjes zijn nooit nor- korien, als- dien van het kuimaal ontwikkeld en verwelken kentje in het ei. De tempeveel spoediger dan de natuur- ratuur van de omgeving kan eenigen invloed uitocfepen, toch lijk gegroeide klokjes. Het wonder in de natuur vol- niet een natuurlijken gang van tooit zich ook hier. Ondanks het proces doen ontstaan. Hoe bijzonder gunstige omstandig- weinig deze temperatuur een De ..ui'vorm heden komen ziekelijke, on- rol speelt, het is gemakkelijk Men kan de vormen van bladeren en bloem natuurlijke resultaten voor den vast te stellen bij den groei reeds onderscheiden dag. En bij een temperatuur van een bekende knolvrucht, den tal van kleuren te zien, waarvaak niet ver boven nul, komt aardappel. In den donkersiten door een levendigen aanblik in de veel sterkere, krachtiger kelder, koud en van 't licht af- tuin en park wordt bereikt. *** gesloten, ligt deze knol bebloeiende bloem. *** Het zaad van den crocus zit waard. Toch als de tijd geDe verklaring hiervoor is komen is, komen de spruiten in het deel onder den grond, in heel eenvoudig. De bol heeft uit den aardappel te voorschijn, Juni komen de bruine drie„capsuletjes" naar zijn tijd, zijn rustperiode noodig. is alles gereed voor zijn voort- " hoekige boven. In den tijd, dat de rozen Men kan dezen niet overhaast planting. * ♦ bloeien, werpt de ongestoord afkorten. Het ontwikkelings- \ * Men heeft zich afgevraagd groeiende crocus zijn zaad in proces gaat geleidelijk schijnbaar langzaam. Nog onlangs waarom het sneeuwklokje alleen den grond, dat een geruimen heeft men in een uiterst intres- wit is met een heel klein beetje tijd noodig heeft, wel eenige sante^ serie filmopnamen, aan- groen. Het antwoord dat de jaren, om zelf tot bloemen uit getoond, welke kracht, welke geleerden er op gerven is, dat te groeien en dus van het begin energie er noodig is om dit , de bevruchting door in den (de zaadvorming tot den bloei langzame proces te voltooien. nacht vliegende insecten is ge- en nieuwe zaadvorming) te leve n *** Voor ons „bloote" oog zijn beurd. Ook heeft men naar een Waarom dit schijnbaar ingedeze geheimen verborgen. Wij verklaring voor den eigenaarworden alleen plotseling getrof- digen vorm gezocht en deze wikkelde en langdurige proces fen door het resultaat en con- gevonden in de meening, dat noodig is, heeft tot nu toe geen stateeren met genoegen: kijk door dezen vorm, het zaad- geleerde kunnen verklaren. * * eens, het eerste sneeuwklokje! dragende gedeelte het beste * . .. Wie crocussen in zijn tuin tegen al te sterke koude wordt + heeft, die moet wel er voor Aan een bepaalden duur beschermd. zorgen, dat de kwajongens van den ontwikkelingstijd heb* De crocus, de „tijdgenoot" onder de vogels, de alom waar ben dier en plant, evenals het menschenkind, gelijkelijk be- van het sneeuwklokje, is geen . menschen wonen tegenwoordige hoefte. We kunnen dus den bolplant. De bladen en stengel musschen, ze niet al te zeer voorbereidingstijd van den groei komen uit het hart van de „ui", ruineeren. Musschen houden er van 't sneeuwklokje evenmin be- de rest dient tot voedsel. Elk van om de crocusbloemen te vernielen. Sommige beweren uit zuivere kwajongensachtigheid. Doch vermoedelijk is het oen andere ondeugd, en wel hun snoeplust. In de lange bloemen toch zit een zoet vocht, dat de bijen moet aantrekken, welker bezoek voor de bevruchting van de plantjes noodig is. ♦
Laat ons hopen, dat noch menschen noch musschen den crocus al te veel moeilijkheden in den weg leggen. Het beste is, dat zij aan zichzelf worden overgelaten. M.E.R. GURU'S
Een kiekje uit Dosen de plaats in Tirol, waarover in verband met de ultlatinaen van Mussol-ni. zooveel gesproken is. Men ziet op onze fofo het standbeeld van Walther von der Vogelweide.
WEES SLIM GEBRUIK GLIM
—■^-^—
_^_^_
^^_^—^^—^—^—-
■
BB STRÖÖ TÏBOEM HET WATER Naar aanleiding van den jongstcn watersnood in ons land willen wij onzen lezers-een overzicht geven van den strijd tegen dit euvel. De heer K., een deskundige op dit gebied, die een serie artikelen over dit onderwerp in de Provinciale Noordbrabanische en 's-Hertogenbossche Courant heeft geschreven, vonden wij bereid onzen medewerker E. W. een en ander te vertellen. De kennis van de waterkeeringen houdt voor de meesten van ons op bij de dijken. Ik wil u nu vertellen van den toestand waarin ons land verkeerd met betrekking tot de zee en de groote rivieren en ook iets over het werk van regeeringsen waterschapswege verricht om de lagere deelen des lands te beschermen tegen overstrooming en vernieling. De dijken langs onze riveiren worden gevormd door z.g. bandijken. Bij uitzondering komt het wel voor, dat zoo'n bandijk langs den rivieroever loopt (schaardijk), meestal echter liggen er uiterwaarden tusschen, die in den winter en soms zelfs bij booge zomerstanden onderloopen. De uiterwaarden werden „omkaad" (kaden zijn lage dijken), indien ze zöo laag liggen, dat ze zomers onderloopen (zomerkaden). Liggen ze hoog genoeg, dan blijft meest de kade weg. De kaden blijven met haar kruin altijd 3 a 4 meter beneden de kruin van den bandijk. De dijk is voorzien van een binnenberm. Dit bevordert de stabiliteit. Een binnenberm is op z'n plaats bij kwel door den dijk heen. Het water moet dan een längeren weg afleggen van buiten naar binnen. Soms worden „kwelkaden" aangelegd. Het water tusschen dijk en kwelkade opgesloten, vormt dan een tegendruk bij oen bepaalde vulling. Terwijl de rivierdijk verkeer over de kruin toelaat, is dat bij een zeedijk wegens het gevaar minder het geval. De kruin van den rivierdijk zal dan ook breeder zijn (5—6 meter). Natuurlijk zal de „zeedijk" hooger zijn, want hij heeft grootere hoogte te keeren dan een rivierdijk. Zien \v? nu naar de bedijking van de Maas. Deze rivier is een regenrivier (tegenover den Rijn als gletscher-rivier) en heeft veel verandering van stand. Zij, loopt in Limburg door hoog terrein; alleen hier en daar komen korte stukjes dijk voor, waar het terrein laag is. De bandijk van den rechteroever begint bij Mook en loopt langs Heerewaarden tot Poederooien, waar hij aansluit aan
den Waaldijk. De bedijking van den linkeroever begint boven Cuyk, tusschen Cuyk én Grave is een deel weer onbedijkt, de z.g. Beersche Overlaat. Beneden Grave loopt de dijk geregeld voort tot hij beneden Crévecoeur aansluit aan den rechter-Diezedijk. Ook beneden Crévecoeur is de Maas bedijkt, maar tusschen Crévecoeur en Hedikhuizen komt weer' een laag gedeelte voor; de Bokhovenschc overlaat. Bij Hedikhuizen sluit tegen den linker Maasdijk aan den dijk, die het land Heusden en Altena insluit. Verder loopt de dijk langs Heusden tot
Woudrichem, waar hij overgaat in den linker Merwededijk. De in 1904 gereed gekomen Nieuwe Maasmond, loopende van Heusden tot Keizersveer, is aan beide zijden bedijkt (Bergsche Maas). Dijken en duineh belemmeren het afvloeien van het gevallen regenwater; daarom zijn uitwateringssluizen noodig; al of niet gecombineerd met door wind of stoom gedreven gemalen. Met het oog op de wijze van loozing, zijn de streken te onderscheiden in drie categorieën al naar gelang van de ligging. I. Hooge gronden, die boven het buitenwater liggen (in
Door takkenbossen wordt de nieuwe dijk versterkt
Met zandzakken wordt het sat gedicht
zijn hoogsten stand) en die dus steeds het regenwater natuurlijk kunnen loozen. II. Streken van middelbare hoogte, die hooger liggen dan laag buitenwater. III. Lage streken lager dan laag buitenwater. De hooge landen behoeven voor hun afwatering alleen een afvoer-kanaal, dat in open verbinding kan zijn met zee of rivier. Voor »landen met middelbare hoogte is een afvoerkanaal noodig, afgesloten door een sluis (om n.1. bij hoog buitenwater te kunnen keeren). Voor lage landen moet men het regenwater eerst opmalen tot een hooger niveau, en van hier kan het dan door sluizen geloosd worden. Wanneer we nu een oogenblik stilstaan bij de dijken, mag men aannemen, dat van het tijdstip, dat ons land is bewoond, geworden, er ook dijken zijn gemaakt. Met geregelde bcdijking is men begonnen in het begin der elfde' eeuw. Door de bedijkingen is in de beschermde streken een totaal andere toestand gekomen, maar ook de rivierloop is gewijzigd en aan banden gelegd. Gevaar voor de dijken kan er ontstaan bij hooge rivierstanden en door wassen. Men onderscheidt: H. W. bij open rivier en H.W. bij ijsgang. Het verhang is bij ijs minder regelmatig dan bij open rivier, doordat het ijs *op elkaar loopt. Men spreekt dan van ij.sstopping. Bij open water zijn de toestanden in ons land niet ongunstig te noemen. Sedert 1850 zijn ze erg verbeterd door normaliseering (rivierbedverbetering) en door verhooging en verzwaring van de bandijken. Bij de laatste doorbraken hield de hooge rivierstand lang aan, waardoor de rivierdijken sterk doorweekt raakten en de samenhang verminderde. Verder richten hevige wind en storm zeer veel schade aan; daartegen zijn de dijken niet bestand. Zeer bedenkelijk zijn voor de rivieren de tijden van ijsgang, 't Gevaar treedt eigenlijk pas op met dooi. Dan verzwakt het ijs, intusschen komt er meer en meer water van boven afzetten. Het ijsdek wordt opgelicht en de samenhang raakt verbroken; het ijs komt dan in beweging (gaat kruien). Dit kruiende ijs stuit in zijn benedenloop op ander ijs. Verstoppingen in de rivier en een ijsdam kunnen hiervan het gevolg zijn. De dam kan nu steeds aangroeien in de lengterichting der rivier en de weg voor het water is gedeeltelijk versperd. Er heeft opstuwing achter den dam plaats, daar-
Prof. Dr. H. Kamerlinsh Onnes f is op 72-jarigen leeftijd te Leiden overleden.
Dr. H. P. Berlage
Het enselsche s.s. ..Edith" komende van Antwerpen is bij Westkapelle op den dijk geloopen.
vierde zijn 70stcn verjaardag.
Grondverschuivins te Dlemen
De Alg. Sted. Zang- en Muziekschool te Breda.
Tengevolge van de ophoogingen, die ter hoogte van de Vinkebrug zijn geschied, nce't daar een grondverschuiving plaats gehad.
herdacht het "SO-iarig bestaan. Een foto van het brstuut, leeraren en leeraressen.
Huldiging van den heer 3. L. Wery Het nieuwe ziekenhuis te Doetinchem
ontwerper van het stenografiesysteem Stolze-Wery, te Den Haag, De huldiging vond plaats ter gelegenheid van zijn zeventigsten verjaardag.
u^^m^-pm.
^^aaöD De groote veriadingsbrus van het hoogovenbedriif te Velsen is ingestort. De hoogoven zal getemperd moeten worden.
Nr. G. Deketh is als burgemeester van Soest geinstalieerd.
door kunnen de dijken overloopen en het bezwijken van den dijk is dan maar een kwestie van tijd. Hoe is nu het beheer over deze zoo gewichtige waterkeeringen gesteld ? Terwijl onze rivieren direct onder rijksbeheer staan, (Rivierenwet 1908), is dit niet het geval met onze rivierdijken. Deze moeten worden onderhouden door dijkcolleges en alleen bij uitzondering zijn sommige dijkvakken onder provinciaal- of rijksbeheer. Hier zijn we op een zeer lastig punt aangeland, n.1. de kwestie ot het huidige beheer der dijken wel op de juiste wijze kan geschieden door de dijkcolleges. Van ouds is het keeren van het water een recht geweest. Men kreeg dat van den landsheer, en poogde er zooveel uit te halen als mogelijk was, door het heffen van dijklasten. Ai degenen, die bij overstrooming last van het water zouden krijgen zijn de natuurlijke verzorgers van den dijk. Wie moet daaraan bijdragen ? De grens is moeilijk te trekken. Die grens wordt aangegeven door oude privilegieën en keuren; en dat achten de voorstanders van het staatsbeheer uiterst onbillijk. De voorstanders van 't semi-officieele beheer achten waterstaatsbeheer der dijken duur, doordat een leger ambtenaren moet te werk gesteld worden. Des winters wordt bij hooge rivierstanden de ,,riviercorrespondentie" ingesteld. Er worden dan langs de beide oevers posten opgesteld door de dijkbesturen. Bij die posten worden ook „ingenieurs en opzichters van den waterstaat ingedeeld on dagelijks gaan ex „expressen" te voet en te paard van post tot post om bericht in te winnen over den toestand van den dijk. ledere slag, d.i. een gedeelte van den dijk bij een hoogheemraadschap in beheer, staat onder toezicht van een dijkmeester. Is er nu een z.g. rotsteê, d.i. een bedreigd punt, dan wordt dit den ingenieur en dijkmeester, die meestal samen bureau houden, gemeld. Indien noodig, worden er dan
Het herstellingswerk
De nieuwe dijk bij Neder Asselt
op de bedreigde punten werken uitgevoerd. De materialen worden daarvoor in daartoe ingerichte dijk-magazijn^n in het najaar bijeengebracht. Meestal is er op een bedreigd punt een kwel of wel. Bij een kwel borrelt het water aan den voet van den dijk omhoog. Er bestaat nu gevaar, dat de dijk bezwijkt. Molsgaten in dijken kunnen zeer gevaarlijk zijn. Tegen kwel is een probaat middel, de tegendruk. Men bouwt n.1. om de kwelplaats heen een dijkje, waardoor nu 't water dat door den dijk sijpelt, wordt opgevangen. Men hoogt dit keerdijkje zoover op, tot geen stijging meer is te bespeuren in de kom, hetgeen bewijst, dat er dus voldoende tegendruk is. Ook wel worden zakken zand op de kwelplek geworpen, maar dit is niet altijd afdoende. Een „wel" toont veel overeenkomst met haar collega de „kwel". Meestal verstaat men er onder een krachtig uitspuitende . plek, doordat het water een kanaal in of onder den dijk heeft gegraven. Soms kan men door krachtig aanstampen van den grond rond de wel, dichting verkrijgen. Het omsluiten met een dijkje kan ook hier toepassing vinden. Tengevolge van wel, kwel, of golfslag kan een scheur in den dijk ontstaan, met als resultaat een dijkdoorbraak. Verzakkingen, ontstaan door ingedrongen regenwater in de kruin, en kunnen eveneens' tot doorbraak leiden. Hiermede zijn eenige voorname oorzaken van doorbraak opgesomd. Gaan wij nu na, hoe sterke plaatselijke aantasting van het dijklichaam kan worden voorkomen door overlaten en hulp-: gaten. Overlaten zijn lage dijkvakken of onbedijkte gedeelten langs onze rivieren, die in ge-
wone tijden waterkeering vormen, maar bij zeer hooge waterstanden overloopen. De bedoeling is de rivier beneden den overlaat te ontlasten, als de bedding niet ruim genoeg is om al het water bij hoogen rivierstand door te laten. Op die manier voorkomt men een doorbraak en kan men over .icn overlaat zelf het water wegleiden. Teneinde zoo'n overlaat bestand te maken tegen overloopen van water, moet hij een flauw beloop hebben (meest 15 : 1). Een steilere glooiing moet versterkt worden door rijsbeslag, een steenglooiïng of iets dergelijks. Verder kent men nog hulpgaten en ontlastsluizen. Hulpgaten zijn dijkvakken, die in korten tijd kunnen worden weggeruimd of verlaagd. Men maakt ze daar, waar de meeste kans bestaat dat het water gemakkelijk zal wegvloeien en op die punten waar de ligging van het gat met het oog op loozing zoo voordeelig mogelijk is. Ontlastsluizen zet men open, als dijkbreuk heeft plaats .gehad; ook deze worden gemaakt in het laagste gedeelte van de streek. Hoc is de toestand aan de Maas ? Deze heeft bij. hooge standen een zijdelingschen afvoer bij Heugen. Het water stroomt dan achter Maastricht om, en komt beneden Maastricht weer in de Maas terecht. Dan komt de beruchte Beersche overlaat. In 1909 kwam de scheiding van Maas en Waal en verlegging van den Maasmond naar de Amer tot stand; in 1904 waren reeds de Heerenwaardsche overlaten gesloten, zoodat het nu .ten minste ' met den overlaat van Waalwater gedaan was. Tusschen Mook en St. Andries echter behoeft de Maas dringend verbetering. Het riviervak kan daar niet meer verzetten dan 1500 M3. per seconde en bij
een aanvoer gedurende den jongsten watersnood van 2800 M3. per sec, schiet de capaciteit te kort. De Maas is te nauw. Al is nu overstrooming door ijsbezetting nog te voorkomen, is dit niet het geval bij hoog opperwater. De stand der rivieren hangt ten nauwste samen met de hoeveelheden water die door het geheele stroomgebied worden toegevoerd. Wat waren de voornaamste oorzaken van de laatste overstrooming ? Geweldige regens in Centraal Europa, die ook in het buitenland de rivieren deden stijgen. Dooiperiode in Zwitserland. Dan den langdurigen en hevig aanhoudenden westenwind, die de normale Waterloozing aan de monden der rivieren tegenhield. In den oorlog zijn vele bosschen verdwenen, die anders het water tegenhielden, en dan 't water uit poelen en moerassen dat nu afgevoerd moest worden. In Limburg is men met de overstroomingen vertrouwd geraakt, ze zijn daar zelfs welkom, omdat door afzetting van het rivierslib het land vruchtbaar gemaakt wordt. In Limburg zouden dus voordeden te niet worden gedaan, indien men daar de Maas bedijkte; bovendien is het nog te betwijfelen, of dat wel mogelijk zou zijn bij een grintbodem^die zeer waterdoorlatend is. Geen enkele dijk is betrouwbaar. Natuurlijk kan de goede verzorging de waterdichtheid ten zeerste bevorderen. Dat er veel dijken als onbetrouwbaar zijn aan te duiden, zal dikwerf moeten worden toegeschreven aan het feit, dat het onderhoud uitsluitend aan de dijkcolleges is toevertrouwd. Centralisatie van het dijkbeheer ware zeer gewenscht, waar toch de plaatselijke belangen ondergeschikt moeten gesteld worden aan 't algemeen belang. We mogen terecht de laatste overstrooming als een nationale ramp beschouwen. De tijden, dat dit onheil als zuiver plaatselijk mocht worden beschouwd, zijn voorbij. E. W. ■
-A
■.
■;
• 4-
>
;.- --'4 ■ -.-'••swr-. V'1*
He
Alles aan den arbeid
DE LIFT
*
Toen Marietta in New-York haar entree maakte, veroverde zij het muziekminnend deel van de Upperten stormenderhand. Zij had een wonderlijk mooie stem, een zeldzame voordracht en bovendien een zoo innemend gelaat, dat weinigen qan de bekoring van deze italiaansche konden ontkomen. Denis Williams behoorde zeker niet tot die weinigen. Want vooraleer er een maand voorbij was, had de lieftallige Marchesa di Franco zijn hart geheel en al veroverd en had de jonge bankier zijn hart en al zijn bezittingen aan de voeten der aanminnige weduwe gelegd. Zijn liefde werd beantwoord en het zou niet lang meer duren, of hun huwelijk werd voltrokken. Marietta was innig gelukkig. Denis was in haar oogen het voorbeeld van mannelijkheid, innerlijk en uiterlijk. Voor hem wilde zij haar artistieke toekomst gaarne opofferen, zich terugtrekken uit het glansvolle, zij het dan vermoeiende leven van den metropolis. Omdat zij de hinderlijke bemoeizucht der kranten wilden mijden, welke het deel is van een ieder, die in de nieuwe wereld eenigszins op den voorgrond treedt, besloten ze hun engagement niet publiek , te maken. Marietta had een stel kamers gehuurd in een verdiepingwoning en daardoor de gelegenheid gekregen, haar eigen huishouding te doen, zonder de onvrije omgeving in een hotel. Die kamers>ormden de bovenste verdieping vaneen dier hooge huizen dicht bij de rivier van waaruit men een heerlijk uitzicht op de stad heeft. Behalve zij woonde er niemand op die verdieping. In Marianne, haar kamenier, en Enrico, den kok, huisknecht, chauffeur, had zij, alles wat ze voor haar bediening noodig had. Denis kwam, zoo dikwijls als hij er tijd voor vinden kon, bij haar. Ze leefden een leven zoo vol geluk, als ze nog nooit gekend had en haar eenige vrees, haar bijgeloovige angst, was, dat dit volmaakte geluk niet lang duren kon.
HET TOONEEL IN DE HOOFDSTAD
„Een van ons" door het Vereenlgde Tooneel
V.l.n.r.: Cees Lasseur, Vera Boudaun en Dirk Verbeek. Leden van de society, de Upper Ten, zijn bijeen op de villa van Winsor, die ook onder zijn gasten, den rijkgeworden jood, Ferdinand de Levis telt. De gastvrijheid, die men hem biedt is echter niet geheel en al zonder bitteren bijsmaak. Hij beseft immers, met de fijngevoeligheid zijn ras eigen, dat slechts zijn geld hem doet tolereeren in deze kringen, die in het diepst van hun wezen anti-semitisch zijn. Op een avond wordt aan Levis op onverklaarbare wijze een belangrijke som geld, ongeveer duizend pond, ontstolen. De gastheer en zijn vriend, generaal Camyngo, trachten hem te bewegen de politie buiten de zaak te houden. De Levis weigert echter, zeer tot misnoegen van zijn gastheer, die het hem kwalijk neemt, dat hij voor een ongelukkige duizend pond, hem aan de kans van een schandaal blootstelt. Inspecteur Dede, met het onderzoek belast, ziet, niettegenstaande de diepzinnige hypothesen, die hij verkondigt, geen licht in den onverklaarbaren diefstal. De Levis zelf echter heeft de verdenking laten vallen op een der andere gasten en wel op kapitein Dancy. Als door een giftigen adder gestoken, springen Winsor en de generaal op als de Levis het durft wagen zijn beschuldiging tegen Dancy te formuleeren. Wat, hij, een nouveau-riche, durft een van hen een gentlemen en officier te verdenken! Het is slechts met de grootste moeite en dreigend met een maatschappelijk boycot, dat zij hem tot een voorloopig stilzwijgen weten over te halen. De Levis zal niets zeggen, zoolang hij geen nadere feiten ontdekt heeft. Als echter korten tijd later, ook door toedoen van Dancy, de Levis voor een belangrijke club wordt gedeballoteerd, is de maat vol. De Levis schreeuwt zijn beschuldiging ten aanhoore van velen uit. Dancy en de Levis worden met elkander geconfronteerd. Tot diepe spijt van de leden geeft Dancy op de vragen, die men hem stelt, niet de antwoorden, die men van hem verwacht zou hebben.'Toch willen zij niet aan zijn schuld gelooven en zoo wordt de kapitein als geprest een beschuldiging wegens lasiter tegen de Levis in te stellen. De zaak houdt de gemoederen van het londensche publiek in hooge mate bezig. In den beginne schijnt het of Dancy's advocaat, de oude in het vak vergrijsde van Twisden er in slagen zal een voor Dancy gunstige uitspraak te verkrijgen. Door een toeval komt de advocaat echter in het bezit van eenige der gestolen bankbiljetten en al spoedig blijkt het, dat deze door Dancy in betaling gegeven zijn om een eereschuld te voldoen. Van Twisden, de eer van zijn. beroep boven alles stellende, weigert zich verder met de zaak in te laten. De gevolgen van dit terugtrekken blijven niet uit en kapitein Dancy wordt veroordeeld. Niettegenstaande de hulp, die hem van alle zijden geboden wordt om te ontsnappen, wil hij niet eerder weg gaan dan na met zijn vrouw Mabel gesproken te hebben. Dit gesprek wordt hem noodlottig. De politie verrast hem en, om aan een openlijke schande te ontkomen, pleegt hij zelfmoord. Ziehier zeer in het kort weergegeven, den inhoud van dit bodende tooneelspel. Geenszins kunt u echter hieruit de enorme spanning, de zwaar geladen atmosfeer opmaken. Eere aan Eduard Verkade en zijn medewerkers, die door zijn uitstekende regie en hun spel elk onderdeel volkomen tot zijn recht deden komen en sfeer wisten te geven. REMUDA.
Heur leven was vol wederwaardigheden geweest, nu zij de rust, de veilige haven voor zich zag, vreesde zij, dat het scheepje nog stranden kon, voordat het doel, de gelukkige vereeniging met den man, dien zij meer dan iemand lief had, bereikt. was. . Dien eenen dag, waarvan we nu willen vertellen, was Marietta tamelijk laat thuis gekomen. Zij had met Denis een middagconcert bijgewoond en had hem alleen gelaten, omdat hij uitgenoodigd was voor een beeren diner. Hij had haar beloofd, zoo vroeg mogelijk zich vrij. te maken en dan toch nog bij haar te zullen komen. Op de tafel van haar boudoir vond zij verschillende brieven. 't Was haar gewoonte, om punctueel haar post door te lezen en eiken dag af te handelen. Een gewoonte, die nog Jagteekende uit den tijd, dat de inhoud van de brieven voor haar van de meeste beteekenis kon zijn. Nu was 't anders geworden. Het overgrootste deel van haar correspondentie bestond uit vriendelijke uitnoodigingen, brieven van fotografen of journalisten. Slechts een enkele maal was er een schrijven bij van werkelijke beteekenis. Dien middag scheen het precies zoo te zijn. Totdat zij een brief opende, welke den volgenden inhoud had. Mevrouw. Ik vlei mij. niet, dat gij, u nog zult herinneren mij ooit ontmoet te hebben. Doch wanneer ge de vrouw zij.t, voor wie ik u houd, dan heb ik u eens een kleinen dienst kunnen oewijzen. Gij zult mij in ruil daarvoor een genoegen doen, indien gij mij hedenavond een kort onderhoud wilt toestaan. Ik veronderstel, dat dit schrijven u tegen vieren zal bereiken. Ik hoop zoo gelukkig te zijn, u om 8 uur thuis te vinden en meen daarin niet een ijdele verwachting te koesteren, daar ik weet, dat de heer Denis Williams vanavond op een diner genoodigd is en dus niet met u samen eet. Met beleefde groeten, hoogachtend, John Silverston. John Silverston I Evenals zijn handschrift, was ook de naam van den man haar niet bekend. En toch voelde Marietta, als het ware in haar onderbewustzijn, dat die man geen vreemde voor haar kon zijn. Er kwam een gejaagd gevoel over haar. Dat onbewuste dreigen van het noodlot, dat haar juist in de laatste dagen maar niet wilde verlaten. Wie de man ook was, hij scheen Denis te kennen en ook te weten, dat er tusschen hen beiden een band bestond, dat zij. wilden trouwen. Ondanks het feit, dat hun engagement strikt geheim was gehouden, scheen hij van hun relatie gehoord te hebben. Hij beweerde haar van dienst te zijn geweest ?n daartegenover
^^H
haar nu een dienst te willen vragen. Had hij haar gezien, voordat ze in Amerika was gekomen ? Hoe wist hij dan van Denis ? En wanneer hij haar later had ontmoet, hoe kwam het dan, dat zij hem niet meer kende? Wat zou het wezen? Chantage ? Ze had er allang een vrees voor gehad. Zou ze betalen ? Afkoopen ? Ja, als ze er haar geluk door kon behouden, dan zou ze er alles voor over hebben. Haar aandacht viel op den kalender. Het was Vrijdag en den i3dcn .... Waarom zou ze zoo kinderachtig zijn, om aan het bijgeloof toe te geven. Misschien was het wel 't beste om dien man niet te ontvangen. Zoo dacht ze eerst, maar later begreep ze, dat dit een groote domheid kon zijn. De kamenier klopte bescheiden en vroeg wat de Marchesa als diner wenschte te gebruiken. Zij bestelde een heel licht middageten, een kop bouillon, wat sandwiches en een kleinigheid als ' dessert. Marianne moest maar niet dekken, zij, zou hier in het boudoir wel eten. De gedienstige verdween om de orders over te brengen en kwam daarna terug om bet bad voor haar meesteres gereed te maken. Het heerlijke geurige bad, dat haar lichamelijk zoo sterk vcrfiischte, dat ze, na door Mariette gekapt en gekleed te zij,n, zich veel opgewekter gevoelde. Waarom moest die mijnheer Silverston nu juist een kwade boodschap brengen? Vermoedelijk w^fc hij een ondernemend winkelier, een reporter, of een fotograaf, dien zij vroeger wel ereis ontmoet had en daarna vergeten .... Ze zei terloops tegen Marianne, dat, wanneer er een mijnheer kwam, een zekere mijnheer Siivcis'.on. dat zijhem dan maar binnen moest laten en niemand anders moest aandienen. Ook mijnheer Williams niet? Die komt eerst later, antwoordde Marietta op dezelfde, uiterlijk onverschillige manier. Precies om acht uur klopte de kamenier weer en diende Mr. Silverston aan. Marietta kwam haar bezoeker tegemoet en- keek hem ongemerkt oplettend aan. Zijn uiterlijk zei haar niets. De man had niets opxalicnds en zijn gezicht was heel gewoon. Dit trof haar des te sterker, omdat zij daardoor cenig houvast mistte. Gij herinnert u mij niet meer ? Met die vraag begon hij het gesprek. Neen, waarlijk niet. doch neem plaats en zeg mij waarmee ik u dienen kan. Ik veronderstelde namelijk, dat ge mij zoudt herkennen, maar nu ik u wederom zie, weet ik, dat ge zij.t voor wie ik u hield, Miss Darken. Een koude rilling ging langs
haar rug, doch zij. beheerschte zich. Waarom noemt ge mij zoo ?■ Omdat het uw naam was, toen ik u ontmoette. Johnston Pond heeft u nooit getrouwd, dus zijt ge werkelijk nog Miss Darleen, En al hebt ge nu wel een buitenlandschen titel gekocht, daardoor hebt ge niet opgehouden voor de wet een amerikaansch onderdaan te zijn.
;#%
waarom volgt ge mij op die manier, waartoe zijt ge hier gekomen ? Denkt ge, dat ik u geld zal geven .... Een krachtig „neen" brak haar zin af. Ik vergeef u die vraag, omdat ge mij blijkbaar niet kent en dus niet kunt weten, dat bij mij geld geen rol speelt. Maar wie zijt ge dan ? Twintig jaar geleden, toen
Het zilveren huwelijksfeest van het Koninklijk echtpaar
Ter gelegenheid van dit feest, werd in tegenwoordigheid van de koninklijke familie, een uitvoering gegeven in de Groote kerk te Den Haag. De man sprak rustig, zijn stem klonk beschaafd en hij maakte in geenerlei opzicht den indruk een schurk te zijn. Maar door z'n weinige woorden stond één ding vast, onherroepelijk vast, hij kende haar geheele geschiedenis. Zij had ditmaal al haar krachten noodig om rustig te blijven en hem te antwoorden zonder in eenig opzicht zich al te veel bloot te geven. Waarom »egt ge mij dat.
ge in Milaan waart, was ik daar ook. Ik had een intro ductie gekregen in een artistiek clubje en hoorde daar het verhaal van een heel mooi en jong amerikaansch meisje, dat met een italiaansch operagezelschap zou optreden en plotseling doof was geworden, waardoor zij de orkestbegeleiding niet meer kon hooren en dus niet optreden kon. Zij had al haar geld voor haar lessen uitgegeven en was door dit ongeluk zoo teleurge-
steld, dat zij zich het leven had willen benemen. Ik was journalist en zag in het heel e geval kopij voor mijn krant. Het vermoeden, dat hier een of ander complot achter zat, liet mij niet met rust, daarom deed ik mijn best om ü te spreken te krijgen. En ofschoon ge doodziek waart, ontvingt ge mij. Doch na ons gesprek verzocht ge mij zoo dringend om niets ervan in de krant te zetten, dat ik het niet over mij kon krijgen om het te weigeren. Marietta's levendig gelaat toonde duidelijk, hoe zij geleidelijk zich het geheele geval, den man, de omgeving, herinnerde. Waart gij dat ? O, wat was ik u toen dankbaar. Ik had er nooit aan gedacht, dat er een complot gesmeed was om mij uit te sluiten. Na de influenza was ik doof geweest, doch dat was weer overgegaan. Wanneer gij vroeger waart gekomen, dan had ik er niets tegen gehad om door uw artikelen mijn eigen positie te redden, maar ... Ik weet het. Ik had Johnston Fond uit uw pension zien komen, toen ik den hoek van de straat omsloeg. Ik wist, dat hij, in Milaan was en ik begreep door uw uitlating, welk verband er was tusschen zijn aanwezigheid een de uwe. Als ik gewild had, zou ik geld uit die wetenschap hebben kunnen slaan, hetzij door te spreken of... . door te zwijgen. Ik was toen maar een arme jongen. Toen heb ik de verleiding weerstaan, begrijpt ge nu, dat ik het recht heb om thans uw veronderstelling, dat ik om geld kom, ver van mij af te werpen. Vergeef het mij, ge,hebt gemerkt, dat ik werkelijk niet wist, wie gij waart. Ik heb u in het minst niet willen beleedigen, mijnheer Silverston. Gij schreeft "mij, dat ik u een kleinen dienst kon doen. Nu ik weet, wie gij zijt, zou ik u gaarne een grooten dienst bewijzen. Wellicht noemt gij het een groote. De manier, waarop de bezoeker dit zeidc, bracht Marietta's vrees terug. Gij hebt daarnet gezegd, zoo begon de man, dat ik u gevolgd heb. Dat is niet juist. Ik intresseerde mij voor Johnston Pond, En sinds mijn bezoek in Milaan, begreep ik, wat er gebeurd was en van tijd tot tijd dacht ik wel eens wat er van u geworden was, nadat de drank en de morfine hun uitwerking gehad hadden. , Laat ik u dan mijn leven vertellen, zei 'Marietta, opdat gij eerlijk kunt oordeelen. Johnston Pond's vrouw was heel goed voor mij geweest, toen ik nog een kind was en door haar hulp was ik naar Italië gegaan. Toen ik daar was, stierf zij plotseling en ik stond zonder vriend of maag. Mr. Pond had ik maar één
P^ÜH
m?.
-—
^
JT
^-4
KI > Dé eerste Nederl. 3aarbeurs voor Meubileerins
25-|arlg bestaan van de vereenlglns Asyl
Decoratie en Woninginrichting, is te A'dam ir. het R.A.I,-gebouw geopend. Een overzicht van de tentoonstelling.
voor noodlijdende dieren te Amsterdam. De receptie.
Feestelijke herdenking van de vereenlsing ..Litterls Sacrum" te Lelden. ter gelegenheid van het 70-jarig bestaan. Huldiging van den schrijver Frederiic Bloemink, te midden der spelers in zijn tooneelstuk »Liefdes Deamon".
Het nieuwe Pander babyvliegtuig voor twee personen
heeft met goed gevolg in Rotterdam proef gevlogen.
Het nieuwe kerkgebouw
van de afd. Bloemendaal der Protestanten bond, is ingewijd.
De „Goudmaker" te Rotterdam De vijl vuurvaste smcitkroesen waar de edele metalen in gesmolten werden.
Een belangrijk werk te Arnhem Het nieuwe viaduct over de Aoeldoornscheweg, ter vervanging van de houten noodbruq. op den achtergrond zichtbaar.
Het nieuwe ziekenhuis te Woerden is deze week geopend.
keer gezien en ik vermoedde niet dat hij wist, dat ik bestond en waar ik was. Doch hij kwam speciaal voor mij naar Milaan, toen hij zijn reis door Europa . maakte. Vermoedelijk had hij van mijn succes gehoord en kwam om mij te hooren zingen. Doch juist als hij arriveerde, was mijn ellende volkomen en zijn goed hart, want hij was een goed man, bracht hem ertoe om mij te helpen. Hij huurde een villa voor mij in de bergen en gat mij alles wat ik noodig had om weer te herstellen. Het grootste deel van den tijd was hij in Amerika. De tijd dien ik in de bergen doorbracht, was werkelijk gelukkig voor mij. Mijn doofheid week, mij.n stem kwam weer terug en ik zong voor mijn eigen genot. Eens toen Johnston längeren tijd bij mij was. ontdekte ik zijn geheime misdaad, zijn verslaafdheid aan drank en morfine. Ik besloot hem mijn dankbaarheid te toonen en wist geen beter middel dan hem mijn liefde aan te bieden, of datgene wat ik als een onervaren meisje van even twintig voor liefde hield; Een korten tijd meende- ik hem daardoor gered te hebben. Hij leefde weer op, scheen gelukkig en ik bemerkte aan zijn heele wezen, dat hij zich wist te beheerschen. Doch toen kwam plotseling de terugslag. Het was kort nadat hij de groote politieke nederlaag leed. Hij kwam bij mij als een oude verslagen man. En vanaf dat moment ging het hem steeds slechter. Toen zijn einde naderde, stuurden de doktoren hem naar een sanatorium. Niemand in Amerika heeft ooit geweten in welke relatie ik tot hem stond. Na zijn dood bleek, dat hij, buiten zijn testament, nog tijdig een bedrag op mijn naam had vastgesteld, dat toen voor mij een grooten rijkdom vertegenwoordigde. Vele jaren van mijn leven had ik gegeven om hem te verzorgen, zooals geen verpleegster hem had kunnen oppassen. Eindelijk kreeg ik mijn vrijheid weer en ik besloot om, met hulp van den ruggesteun, die zijn kapitaal mij had gegeven en van mijn stem, weer een nieuw leven te beginmen. Een heel nieuw leven en opdat niets meer aan 't vroegere bestaan zou herinneren, kocht ik den titel, welke -ik thans draag, dien van Marchesa di Franco. Ik heb het volste recht dien naam te dragen. Ik trok naar Venetië om weer lessen te nemen. Mijn leeraren waren uiterst tevreden over mij. Ik had het geluk om bij allerliefste menschen te komen en zoo scheen alles weer in orde te zijn. Na eenigen tijd dreef mij een eigenaardig gevoel, noem het heimwee of zooals ge wilt naar Amerika. En ik vraag u als man of ik, ondanks het leven, dat achter mij ligt, niet
het recht heb op een positie als ik thans vervul. Ik dank u voor uw openhartigheid. Wat ge mij omtrent Johnston Pond verteld hebt, wist ik voor het grootste deel. Wat ik nog niet wist, is niet zoo belangrijk, dat ik daarvoor een vrouw haar gemoedsrust zou behoeven te verstoren. Ik dank u voor de wijze, waarop ge mij ten tweede maal van dienst zijt. En als ge nogvoor iets anders zijt gekomen, dan hoop ik, dat ge mij ook voor de derde maal zoo zult sparen. Dat hangt niet van mij af, doch van u. Van mij, vroeg Marietta met opnieuw groeiende onrust. Ik verwijt u niets. En wanneer ik er geen bijzonder persoonlijk belang bij had, dan zou ik u niet lastig hebben gevallen, ondanks mijn vermoeden, dat Marchesa di Franco en Miss Darleen dezelfde waren. Welk persoonlijk belang ? Ik begrijp u niet. Luister dan verder. Denis Williams was voor een paar dagen bij mij en vertelde mij heel veel van een allerliefste italiaansche vrouw. Vermoedelijk zou hij niet zooveel tegen mij over haar gesproken hebben, wanneer ik niet zijn oom was, de broeder van zijn overleden moeder .... Plotseling viel het Silverston op, hoe Marietta lijkbleek was geworden. Wat scheelt er aan, mevrouw, zal ik iemand roepen ? Neen, neen, stamelde Marietta, ik voel mij al weer beter. En met inspanning van al haar krachten herstelde zij zich en vroeg: Komt ge hier om mij er toe te brengen Denis op te geven ? Een van beide. Of hem op te geven of hem alles te vertellen. Gij houdt van Jim. Ik ook. Alsof ik z'n vader was. En ik verzeker u, dat wat in mijn macht is, om Denis toekomst gelukkig te doen zijn, dat ik dat zal doen. Maar Denis is gelukkig met mij. Op leugens kan geen geluk berusten. Wilt gij u tusschen de vrouw, die hij liefheeft, werkelijk liefheeft en hem stellen ? Niet er tusschen. Doch ik wil deze vrouw ertoe brengen, eerlijk te zijn. Vertel hem wie gij zijt, wät uw leven was, hoe oud je bent. Maar, pleitfe Marietta, Denis weet dat ik • geen jong meisje ben, hij gelö<)ft dat ik .een weduwe ben en ik zweer u, dat ik als een fatsoendelijke vrouw geleefd heb, in wier bestaan slechts één man een rol heeft gespeeld. Ik houd van Denis met mijn hart en mijn ziel en ik zou alles, mijn leven, m-n hart en mjjn ziel voor hem opofferen. Dat alles vroeg ik u niet. Alleen om eerlijk te zijn.
Gelooft ge dat Denis u dankbaar zal zijn, omdat ge zoo z'n mooiste illusies verstoort. Ik vraag niet om zijn dank, ik denk aan z'n toekomst. Terwijl Silverston sprak, voelde Marietta hoe zij tegenover dezen man machteloos stond. Dat hij voor geen enkel middel, geen verleiding, geen geld zou bezwijken. In haar verhitte brein kwam een misdadig plan. O, als ze hem kon vermoorden, doen verdwijnen. Zij weende, met haar hoofd geborgen in haar handen. Doch haar brein werkte met onbegrijpelijke scherpte. Er was 'n middel om hem te overwinnen. Naar haai kamer voerden twee liften. De eene, men had haar gewaarschuwd, was buiten werking, het liftkamertje was weggenomen. Uit nieuwsgierigheid had ze vanmiddag geprobeerd of het apparaat functionneerde en zij had op den knop gedrukt, waardooi het geraamte van het kamertje naar boven kwam. Een enkele blik daarin had haar een diepen afgrond doen zien. De man wist het niet en als zij hem naar de verkeerde lift bracht, dan zou hij vol vertrouwen instappen en naar beneden storten, en was zonder eenige redding verloren. Niemand zou weten, dat zij hem er heen gebracht had. Wanneer het ongeluk geconstateerd was, zou niemand haar een verwijt hebben kunnen maken. Een "oom van Denis had haar bezocht, hij was weggegaan, had zich in de lift vergist, ondanks haar waarschuwing en ... . was verloren. Zou zij voor haar geluk het niet over hebben om haar leven lang dat vreeselijk geheim te dragen. Zij keek op en veegde haar betraande oogen droog. Gij wilt dus dat ik Denis alles vertel, en als ik het hem niet zeg, dan doet gij het. Ja, dat wil ik. Ik zie het, dat ge niet te vermurwen zijt. Wilt ge mij niet eenigen bedenktijd geven. Niet zooveel, dat ge in dien tusschentijd naar ameiikaansche gewoonte met Denis getrouwd kunt zijn. Daar heb ik niet aan gedacht. Vanavond zou het toch zeker niet kunnen. Maar ge zoudt met Denis weg kunnen gaan en morgen vroeg, terwijl ik op uw antwoord wacht, ergens in een andere stad kunnen trouwen. Denis komt vanavond toch nog hier ? Ja. Om half tien. En het is nu negen uur. Ik wil u een voorstel doen, mijnheer Silverston. Hier aan den overkant, vlak tegenover den eenigen ingang van dit huis, is een restaurant. Ge kunt er heen gaan en er voor.het raam een plaatsje nemen, waardoor ge allen kunt controleeren, die dit huis in of uitgaan. Wacht, nadat ge
Denis hebt binnen zien gaan, 'n half uur en wanneer ik uin dien tijd niet opgebeld heb, kom dan zelf. Dat is goed, dat, lijkt mij een eerlijk voorstel. Ik herhaal ten overvloede, dat ik niets tegen u heb, doch alleen in het belang van Denis, mijn neef, wil handelen. Werkelijk, ik neem u zulks niet kwalijk. Ik zal u zelf even uitlaten en naar de lift brengen, waarmee ge makkelijk naar beneden kunt komen. Ik ga dan naar mijn kamer terug en zie na, welk nummer het restaurant aan den overkant heeft. Ik verwacht dat ge tusschen tien en half elf wel iets van mij hooren zult. Dat ge Denis .alles verteld hebt .... Ik hoop, dat ik tot dit besluit durf te komen. Kies tusschen twee kwaden het beste. Miss Darleen. Doch ik moet u waarschuwen, dat ik morgenochtend in elk geval t>ij Denis ben, om te hooren, of ge hem werkelijk de heele waarheid hebt gezegd. Doe dit gerust morgenochtend. Zij ging naar de deur en bracht hem naar de gang, welke met een zwaar tapijt bedekt was. Hun voetstappen konden niet gehoord worden. Voor de lift hield zij stil en duwde op den knop. Zij hoorde hoe het geraamte van het liftkamertje naar boven kwam. In haar hersens was op dit ' oogenblik alles als in een chaos. Marietta had een gevoel alsof haar hart niet meer klopte. En 't was als een stem van een vreemde toni zij zich zelf hoorde zeggen: Ik heb mij vergist. Deze lift moeten wij niet gebruiken. Wilt u de andere, die rechts in de gang, nemen. Hij stond achter haar, doch kwam plotseling naar voren, zóó dat hij haar in haar gezicht kon zien, ook al brandde het lampje heel flauw. Dus ge kunt het toch niet over je krijgen, om het te doen? Zij staarde hem aan. Hij had het das geweten. Neen, ik kan het niet over mij krijgen. Ge hebt mijn leven bedorven, maar ik wil het uwe niet. Ik dacht, dat ik het kon. Maar ik kan niet. Neem mij niet kwalijk. En laat mij weg gaan. Ik voel, dat ik niet wel word. Hij zag, hoe zij weder verbleekte en ondersteunde haar. Ik wist dat ge mij *vildet dooden, doch ik heb gezien, dat ge vrijwillig u beheerschte. Ik heb u begrepen. En ik weet nu zeker, dat ge niet slecht zijt. Natuurlijk zou ik nooit met die lift zijn gegaan. Doch dat wist gij niet. In zeker opzicht hebt ge mijn leven gered. Ik zal u mijn dankbaarheid toonen. Doe precies wat ge wilt tegenover Denis. Ik zal hem niets zeggen.
Baby leeren loopen— onzin.
oefeningen In het vliegen krügen
hij moet aan snelheid wennen
Zoo wordt hi) voor zijn toekomstiv leven goed voorbereid
' fcVP
-----^ , / / r-.^/'i
Husselden in de Daily Mirror
Nog zoo'n gekke vraag niet. Pietje: Vader. Vader: Ja Piet. Pietje: Vader, waarom is mijn haar zooveel langer gegroeid, terwijl uw haar toch zoo veel langer gegroeid is. Vader: — — — — —
DE NIEUWE OPVOEDING M'n neef Janssen had een klein ongelukje met scheren gehad. Vol agitatie riep hij z'n vrouw, die nog in bed lag, waar de pleisters waren. In m'n naaimandje antwoordde m'n nicht. Janssen naar beneden en in de haast plakte hij, de pleister op z'n neus en liep naar kantoor.
(Noot ven den zetter; Die... . bcteckeaen dat de veder mXi tu).
Niet zoo bedoeld. Bij mij hoeft u niet bang te zijn voor slechte kwaliteit, mevrouw, zei de kruidenier. Wanneer u ooit een slecht ei b-ij mij krijgt, breng het gerust terug en ik geef er een ander voor .... De schuld van z'n vader. Jantje moet voor huiswerk eenige sommen oplossen en ... hij, kon er de oplossing niet voor vinden. Hij gaat naar z'n vader en vraagt hem of hij ook helpen wil. Papa bekijkt de sommen, probeert het, probeert het nog eens en zegt dan: Jan, ik begrijp er ook niets van. Waarop Jantje vreeselijk begint te huilen: oe-oe-oe, nu zal je zien, vader, dat ik morgen moet schoolblij.ven, omdat u niet rekenen kunt 1 Een verstandige jongen. Een heel leelijke oude heer komt op visite en speelt met Paultje. En, lieVe jongen, zeg ereis hoe vindt je me nou ? Paultje zwijgt. In alle talen. Waarom geef je geen antwoord, vent ? Omdat as ik antwoord geef, dan krijg ik klappen.... Onder vriendinnen. Heb je gehoord, dat Hetty vioolles neemt? Wat zeg je ? Hetty vioolles ? Ze heeft toch heelemaal geengehoor. Dat is zoo. Maar ze heeft mooie armen.... Modern sprookje. D'r was ereis een man, die niet over het ellendige klimaat, dat wij hier hebben, klaagde. Eigenlijk is 't geen sprookje. Want de man, die was een dokter I
ledereen die bij hem binnenkwam, scheen moeite te hebben om z'n lach te bedwingen. Eerst merkte Janssen het niet, maar spoedig genoeg viel het hem op, dat hij blijkbaar iets buitengewoons had. 1 Is er iets bijzonders in m'n gezicht ? vroeg hij, aan z'n collega. Wat heb je op je neus? was
DE PIANO Hoe honend sta je aan den wand. Jij, plaafi en öruwel In mijn ooóenl Onmoóelijke rammelkaat, ., Wat heb Ik zonder mededooöen OebeuKt In stil verbeten firam Je wille toetsen en Ie zwarte. Jij, bron van lied en overlast, Hoe haal IK jou van öanscher harte 1 Wal heb IK je toch menlöwerf. Al vlnfieroefenend, mishandeld, Terwijl IK duizend maal zoo öraag In stille laantjes had gewandeld. Wat bracht het mij tol razernij, 'tOnaföebroKen gamma's leeren; Hoe vele tranen zijn gevloeid Bij '1 eeuwig dur en mol sludeeren. Jij. follerwerKluig, draagt de schuld Van meer dan één oneenlgheldjel Wat gaf het steeds te voren strijd Dij feest of huiselijK partijtje. Mijn allerhopeloost geKnoel, O, als de menschen het eens wisten, Hoe 't dlKwijls Is vooraffiegaan Door heftige famlllelwislenl Al KijK IK steeds met wroK naar jou, Toch brengt mij dit nog wat verKwlKKlng: Was steeds mijn spel voor mij een straf, Voor and'ren was het een verschriKKlng. Dal 'K hun gehoor beleedlgd heb, Verwajrring stichtte bij hun dansen, Dal doet mij nü nog dol plelzler. Per procuratie Elly Jansen DlrK de Boer. <31&i)<S4tt&*tt<&<^^'&<S^(3*^<&t^(&*^<3;^i^
de vraag. Een stukje pleister. Mis vriend, t Is een etiketje van een klosje garen en d'r staat duidelijk op: Gegarandeerd i 50 Meter! Zeldzaam. D'r is me vandaag iets héél bijzonders gepasseerd .... Wat dan? Ik heb een inktpot op een schoon tafelkleed omgegooid. Noem je dat iets bijzonders? Zeker. Want de inktpot was leeg! Een noodlottige vergissing. Hoor ereis, kellner, je moet den patroon zeggen, dat ik buitengewoon tevreden ben. Ik heb hier nog nooit zoo'n maischen biefstuk gegeten. Hij is prachtig .... Houdt u alsjeblieft stil, mijnheer. Ik heb me vergist, 't Was de biefstuk voor den baas! Ze had er geen verlangen naar. En, zii de deftige oude dame tegen de kleine meid, hoe gaat het met je ? Heel goed, mevrouw. Toen zweeg ze. De oude dame wilde haar paedagogische kracht toonen en vroeg: Waarom zeg je niet: En hoe gaat het u, mevrouw ? Omdat ik d'r niet nieuwsgierig naar ben, was het onverwachte, meer eerlijke, dan beleefde antwoord. Een man met ervaring. Meisjes zijn net als fotografen. Ze zeggen den eersten keer neen. Maar later verbeteren ze haar negatief. Jantje is niet gauw tevreden. Vader? Wat is er Jan ? Waarom regent het eigenlijk. Opdat de planten en boomen groeien kunnen. Vader? Wat is er nou weer. Jan. Moeten de daken en de stoepen ook groeien?!
O O \\ v';;...-!;;''
Altijd correct Professor, professor, de keuken staat in brand! Beste meisje, wacht tot mevrouw thuis komt. Ik bemoei me niet met de huis. houding.
Uilserekend. Wat zullen wij hun geven, mesjes of vorkjes, de prijs is hetzelfde. Nou. geef ze dan mesjes, ze zijn nog al bijgeloovig en zullen ons dus wel een geldstuk in ruil schenken
MOOR HET
BESTE
POT LOOD i-it (TifHifjimrfM,nnzü^Mi
■■
^^^^^
■.■-
\' '
——
^^^^^—
' . '' ^
!
^^
.■■ ■
ONS SPORTHOEK JE
In ons democratisch landje zijn er wel politieke kringen en kringetjes, maar ze zijn lang niet zoo ontwikkeld als in het zooveel grootere, zij het niet minder democratische Engeland. Daar spelen de dames als gastvrouwen bij de politieke ontvangavonden een uiterst belangrijke rol. Wij zijn in staat hier de portretten van enkele dezer dames te geven.
In de eerste plaats van mevr. Stanley Baldwin, de vrouw van den eersten minister. Zij is bekend om de aantrekkelijke wijze, waarop zij haar „teas" voorbereidt. In Engeland is men gewend bij de middagthee een afwisseling van sandwiches, koekjes, swiss rolls, e.d. te presenteeren. Mevr. Baldwin zorgt er voor ,dat alles smakelijk toebereid is en ontvangt haar gasten op eenvoudige hartelijke manier. Is het erg druk, dan helpt een van haar dochters haar.
Lady Chambcriaia
Lady Chamberlain, de vrouw van den minister van buitenlandsche zaken, die door het ontvangen van .den titel van ridder van den kousenband, een zeer bijzondere onderscheiding, als loon voor zijn werk dat door het verdrag van Locarno werd bekroond, den ,,sir"-titel draagt, is een mooie, gedistingeerde dame, die veel moeite doet om haar omgeving smaakvol te doen zijn. Uit den aard ontvangt zij minder dan mevr. Baldwin en zijn haar gasten meestal uit een ander milieu.
kende gastvrouwen, de markiezin van Londundery, die tot de conservatieve richting behoort en de gravin Beauchamp, de „liberale" gastvrouw. Ramsay Macdonald, de labour-premier, heeft zijn vrouw verloren. Zijn oudste dochter toonde zich tijdens het ministerschap van haar vader, ondanks haar jeugd, een waardige gastvrouw.
Een nieuw hoofddeksel bij 't tennissen wordt aan de Riviera gezien, waas miss Joan Ridley, een der zuid-afrikaansche dameskampioene, de lichte vilte „kap" met linnen klep droeg. Het is ontegenzeggelijk een handig hoedje en meer flatfeerend dan de band, welke Suzanne Lenglen in de mode bracht. Sir Joseph Duveen, een engelschman van nederlandsche afkomst en een der meest bekende kunstkoopers, heeft f i 2.000 per jaar ter beschikking gesteld voor een fonds, dat jonge engelsche schilders moet aanmoedigen. Door van hen schilderijen te koopen, kan de basis gelegd worden voor een interessante verzameling var\ modem werk. De engelsche bladen vertellen als een bijzonderheid, dat de verzameling vaneen bekend nederlandsch postzegelliefhebber binnenkort in Londen onder den hamer zal komen. Men schat de waarde dezer collectie op 300.000 gulden. De afdeeling britsche kolonies wordt alleen op f 1 80.000 getaxeerd. En der „juweelen" van de collectie is een vier cents postzegel van Britsch Guinea van 1856. Met het oog op de tentoonstelling in New-York, welke in October zal worden gehouden, verwacht men een levendige belangstelling uit
Amerika.
CORRESPONDENTIE
Mevr. Amcry, de vrouw van den minister van koloniën, ook hier te lande veel genoemd in verband met de Mosoelkwestie, waarin hij krachtig voor de rechten van Engeland tegenover Turkije opkwam, een beetje te krachtig naar de opvatting van sommigen, heeft tot taak, de vele gasten van overzee en uit de koloniën regelmatig te ontvangen. Minister Amery heeft een groote voorliefde voor perzische kunst en de collectie perzischc portretten vormt een attractie in zijn woning. Mevr. Amery wordt als een intelligente vriendelijke gastvrouw beschreven. Behalve de „ministers-vrouwen" zijn van de verschillende politieke partijen be-
Een trouw lezer. Wij zijn u dankbaar voor uw opmerkingen. Doch wij krijgen de onderschriften bij dé foto's, die door fotografen ter plaatse worden gemaakt. Is u er nu wel zoo zeker van, dat u van de foto beter kunt beoordeelen wie en wat ze voorstellen, dan de man die de match meê maakt?! Met bovenstaand willen wij niet beweren, dat geen enkele van de door u gemaakte opmerkingen juist is, doch in verschillende gevallen meenen wij dat wel degelijk de verkeerde opvatting aan uw zij is. /. v. R. , Tassihmalaga. Uw verhaal kunnen wij tot onze spijt niet plaatsen. Wel enkele der gezonden foto's. Mej. T. H., Veenendaal. Vooral niet kwakzalveren. Raadpleeg een goeden dokter en als ge een „hooger ressort" wilt hooren, ga dan naar het Academisch Ziekenhuis in Utrecht.
Mardi Gras. Ook de voetballers hebben hun tradities. Zoo is het langzamerhand een traditie geworden, dat op Mardi Gras te Brussel een elftal der Zwaluwen een wedstrijd speelt tegen de Roode Duivels, nom de theatre voor het belgisch elftal. Voor 1907 was er dien dag te Brussel een voetbalwedstrijd tusschen H.B.S. van den Haag en Racingclub de Bruxelles. Toen in 1907 de vereeniging de Zwaluwen werd opgericht, met 't doel alle daarvoor in aanmerking komende Nederl. voetballers in proefelftallen de gelegenheid te geven proeven van hun geschiktheid voor het Ned. Elftal af te leggen, nam het bestuur dezer vereeniging de organisatie van genoemden wedstrijd van H.B.S. over. De Kon. Belg. Voetbalbond verving toen de Racingclub de Bruxelles door een Belgisch proefelftal, later door het officieele Belgische team, zoodat deze wedstrijd een oefenmatch voor dit elftal werd. In de laatste jaren laat het bestuur der Zwaluwen de samenstelling van het Zwaluwenelftal over aan de Ned. Elftalcommissie, die van de gelegenheid gebruik maakt om spelers, die in de voorafgaande competitieperiode van zich hebben doen spreken, eens een trial te geven voor 't Ned. Elftal. Ziedaar in het kort de geschiedenis van den Mardi Gras wedstrijd. 1 n de laatste jaren heeft het Ned. Elftal óf geheel óf op een enkele uitzondering na geheel uit Westelijke spelers bestaan. Uit Noord, Zuid en Oost zijn toen stemmen opgegaan over deze h.i. onbillijke achteruitzetting. De N.E.G., welwillend als altijd, heeft naar die stemmen geluisterd en er verschenen Noordelijke, Zuidelijke en Oostelijke afgevaardigden in het Oranjeteam. Ons inziens zeer terecht zijn deze afgevaardigden weer spoedig uit ons nationaal team verdwenen. Spelers als Jaap Bulder, die in de Noord, eerste klas comp. in één seizoen 53 goals scoorde, zagen in de landenwedstrijden geen kans de soms opgelegde kansen te benutten. Vooral eenige jaren geleden, toen op een wedstrijd tegen de Belgen in het Amsterdamsche stadion, onze voorhoede bestond uit 3 Groningers, geflankeerd door de beide Kesslers, kwam de onmacht der Noordelijke aanvallers al heel sterk aan het licht. Een jaar later probeerde de N.E.C, het met 3 Zuidelijke binnenspelers in de voorhoede.... en we leden de grootste nederlaag tegen de Zwitsers. Dit jaar was er weer sprake van enkele hervorragende provinciale spelers en zoo trokken dus Maandagavond 15 Februari als niet Westelijke Zwaluwen de beeren van Haeren, Veldkamp en Keppels oyer de grens. De beeren Groen en Hassink mede uitgenoodigd, hadden bedankt. Ons elftal bestond uit drie spelers, die wellicht een kans hebben op 15 Maart den officieelen België-Holland match te spelen en 8 spelers die absoluut voor dat oranjeteam niet in aanmerking komen. Bij de Belgen was de situatie geheel anders. Op Zondag 14 Februari speelden de Belgen een landenwedstrijd tegen Hongarije te Brussel, welke wedstrijd, uitmuntend geleid door onzen landgenoot Mutters, op een groote teleurstelling voor de Belgen uitliep. Niet alleen won Hongarije vrij onbedreigd, doch het Belgische elftal rammelde zoo geweldig, dat vervanging van enkele spelers gebiedend noodzakelijk was. Zoo kwamen de Belgen op 16 Februari met een versterkt team in het veld, dat uit de volgende spelers bestond: Coudron, Swaertenbroeks, Demol, F. Braine, van Holme, Boesman, Dries, A. Braine, Devos, van den Oude en Bastin. Veel sterker zullen de Belgen hun elftal niet meer kunnen maken. En het resultaat? Een gelijk spel, 2—2, dank zij het feit, dat de Belgische arbiter ons twee strafschoppen onthield. Voor de Belgen was deze wedstrijd nog grooter ontgoocheling dan de nederlaag van den Zondag te voren. Zij begrijpen zeer goed, dat op 15 Maart Oranje uit een heel ander vaatje zal tappen. Eén troost rest onze zuidelijke sportbroeders. Voetbal is voetbal en the glorious incertainity of the gaine geeft ook hen dien dag nog een kans. VETERAAN.
Blauw Wit (0)—Stormvosels (3)
Fellenoord (l)-É.D.O. (1) te Rotterdam
in hel Stadion te Amsterdam.
Het elftal ..Sportclub Enschede' de kampioen van het Oosten
Schermwedstrlld kampioenschap te Amsterdam
Enschede (6)-D.O.T.O. (0) te Enschede
Weawedstrild Alkmaarsche Athletiekwereenlsing e Amsterdam.
Winnaars der estafette-wedstrijden.
BreitenstrMter. Diliartwedstriiden om het kamoioenschap van Europa, te Den Haag. De deelnemers. De derde van links is de winnaar, Th. Moons.
De sronlnser roeivereenlglng „de Hume" bestaat 40 jaar en hield ter gelegenheid daarvan een receptie
de duitsche kamoioenbokser, vertoeft met zijn echtgenoote sedert eenige dagen te Den Haag.
snMna»aisssiMins»nsms««i
HET MEISJE UIT HET SLOP Toen Dr. Burding, de jonge medlcui, die zich zoo zeer voor lOcUle kweatiei Interesseert, 's avonds de woning van zijn vriend verliet, besloot bij naar huls te wandelen. Het gesprek bad een onderwerp geraakt, dat hem zeer na aan het hart lag. Onderweg redt hi) een meisje dat zich wilde verdrinken. Hij neemt haar mee naar huls en verpleegt baar. Zijn hulsjuSrouw. een typisch stijve oude dame, is niet erg Ingenomen met de nieuwe logt en begrijpt de bedodiog van den jongen dokter niet. Als gevolg hiervan neemt de juffrouw ontslag Burding belooft bet meisje dat hij haar niet naar haar ouders zal terug zenden Indien zij hem helpt door ijverig te leeren. Een vriend van Burding Johnny Stevenson komt hem bezoeken en Dr. Burding vertelt van zijn plannen. Kierdoor komt ook Burdings moeder op de hoogte en leest hem de les. Juffrouw Border, de huishoudster, zegt haar betrekking op.
Een oogenblik zat Burding stil en keek naar Elsie, die haar gezicht in haar handen had verborgen. „Het is alles om mijl" snikte ze; „had mij maar liever laten weggaan, dan had ze misschien wel gebleven. O, wie zal nu voor ons zorgen; ik kan niet koken, ik kan het huis niet netjes maken, zooals zij; o, hoe z-ult ge het alles klaarspelen zonder haar hulp ?' „Ja Elsie, er komen moeilijke dagen voor ons; we zullen ons best moeten doen en er zal hard gewerkt moeten worden. Maar we zullen slagen." „Ik hoop het", zei het meisje zacht, „in elk geval zal ik mijn uiterste be^t doen." HOOFDSTUK VI. Dr. Burding was naar het ziekenhuis vertrokken en Elsie had de deur achter juffrouw Border hooren dichtslaan. Zoo was zij nu alleen in het huis van den dokter. De huishoudster had alles keurig verzoiigd achtergelaten en had zelfs het middagmaal voor dien dag nog klaargemaakt, zoodat er voor Elsie niet veel te doen bleef, dan wat te stoffen. Juist was ze daarmede gereed gekomen, toen zij verschrikt werd door het overgaan der huisbel. Haastig streek ze haar haren glad, wierp haar boezelaar af en vloog naar de deur. Toen zij deze voorzichtig opende, staarde ze stom van verbazing naar de prachtige, elegante verschijning tegenover haar. „Ben je Elsie ?" vroeg deze op kouden toon, waardoor Elsie bleek van schrik werd. „Dr. Burding is niet thuis, juffrouw." „Ik verwachtte niet, dat hij thuis zou zijn; ik kom om jou te spreken." Elsie, geheel van streek, ging haar bezoekster voor naar de studeerkamer van den dokter, verwonderd wie dat meisje was, dat er als een engel uitzag, maar zoo koud en onvriendelijk spreken kon. Toen zij had plaats genomen*keek Maud de kamer rond. „Nu, het ziet er hier netter uit, dan het ooit geweest is," merkte ze op. „De dokter heeft stellig met juffrouw Border gesproken, zooals ik hem geraden heb." „Ik houd de kamer van den dokter schoon," antwoordde Elsie vol trots. „Niemand mag al di« dingen aanraken dan ik; hij zegt, dat ik de eenige ben, die het zoo doet, dat hij later alles gemakkelijk vinden kan. Bovendien is juffrouw Border vertrokken." „Vertrokken?" riep Maud uit. „Ja," antwoordde Elsie. „Ze is juist vertrokken. Ze wilde niet langer blijven als ik hier bleef; daarom beval Dr. Burding haar heen te gaan." „En jiu ben je zeker heel blij, den dokter voor je zelf te hebben, hé?" vroeg Maud. Elsie keek naar het mooie gezicht van
lilHIIIHIIIimi«»»MI"»"
EEN ROMAN VAN DEN EERSTEN CONSUL
haar bezoekster. Zij dacht aan de hartelijkheid, die Burding haar betoonde en aan haar liefde voor hem. Tranen drongen haar in de oogen bij Maud's woorden, maar zij dwong ze terug. „Ik wilde niet, dat ze zou vertrekken, ik trachtte den dokter nog te overtuigen, dat hij mij zou laten heengaan. Ik wist, dat het beter voor hem was, maar hij wou met luisteren," sprak zij. Er sprak zooveel waarheid uit de woorden van het meisje, dat Maud er door getroffen werd en haar in 't gelaat keek, alsof zij haar gedachten lezen wilde. „Meen je dat ?" vroeg ze haar. „Ja; alles wil ik voor Dr. Burding doen." „Ik geloof wel, dat je de waarheid spreekt en dan zul je ook zeker doen, wat ik je nu kom vragen," zei Maud. „Welk recht heb je, me iets te vragen?" „Natuurlijk weet je niet, wie ik ben. Ik ben Maud Harlington en een groote vriendin van Dr. Burding," antwoordde haar bezoekster. „De dokter is een heel
„Een proef ?" mompelde Elsie, met door schrik-bevangen oogen. „Dien ik als proef ?" „Natuurlijk," antwoordde Maud, verwonderd naar de verschrikte uitdrukking in Elsie's oogen ziend; hij moest iemand hebben, waarmee hij de proef nemen kon." „Een proef," herhaalde Elsie. „O, nee; dat kan niet waar zijnl Hij beschouwt me niet als een proef, zooals dat vreeselijke ding daarl" „O, je behoeft niet bevreesd te zijn," zei Maud, „ik bedoel dat soort proef niet. Dr. B.urding zal je geen kwaad doen. Ik denk meer aan het kwaad, dat het hem zelf doen zal, als hij met dit dwaze plan doorgaat; en ik denk dat hij dat wel doen zal, tenzij jij zoudt willen helpen." „Hoe kan het hemzelf schaden ?" vroeg Elsie beschroomd. „Kun je niet begrijpen, hoe je aanwezigheid hier in dit huis, speciaal nu juffrouw Border is heengegaan, zijn goeden naam aantast ? Hij heeft verschillende zeer rijke patiënten, die hem stellig zouden bedanken, indien zij vermoedden, dat jij hier in huis als zijn aangenomen pupil woont. Het zou zijn toekomst kunnen schaden, als zij er een publiek schandaal van zouden maken en dat zouden zij stellig doen," besloot Maud bedaard. Elsie was een oogenblik geheel verslagen. Toen zuchtte zij diep, want zij voelde hoe haar heerlijk geluk van haar weggleed. In elk geval moest Burding gespaard blijven van allen last, welken hij door haar zou krijgen. „Wat wilt u, dat ik zal doen ?" vroeg zij Maud. „Nu ben je verstandig!" sprak deze, verlicht door die vraag van het jonge meisje. „Ik ben blij, dat je het inziet, kind. Bovendien is mijn voorstel aan jou, niet zoo heel naar, dat zul je zien. Als zijn proefneming ten einde is, wat zou er dan met jou gebeuren? Of als hij trouwen gaat ? Deze proef is niet goed voor hem zelf, maar ook niet voor jou. Je bent nu dit leven in een betere omgeving zóó geJoseph Jongen, woon, dat je toch niet meer naar je huis geb. 14 December 1873 te Luik, studeerde aan het conterug zoudt willen gaan." servatorium aldaar en was van 1892—1898 als hulpiccraar voor harmonie aan deze instelling verbonden. In 1903 werd Elsie sprak geen woord, doch staarde hij prof. in harmonie en contrapunt aan het Luiksche strak voor zich uit. conservatorium en was tevens als organist werkzaam. In 1920 werd nij tot prof. van het conservatorium te Brussel „Ik bied je in mijn woning een werkbenoemd. De composities van Jongen zijn talrijk en over kring aan; je zult onder de hoede van het geheel zeer belangrijk en men mag hem veilig tot de vooraanstaande componisten van dezen tijd rekenen. mijn eigen kamenier komen, die je alles goed zal leeren, totdat ik je later een knap man, Elsie. Hij wordt beslist nog goede positie bij een van mijn kennissen beroemd; maar hij is een vreemd wezen, zal verschaffen; dat beloof ik je." Maud hield even op, teneinde de uitzooals je wel zult begrijpen, anders zou jij nu ook niet hier zijn. Zijn groote fout werking van haar woorden te aanschouwen. Elsie staarde traag de kamer rond; ze is, dat hij steeds nieuwe proefnemingen doet, waarvan sommige zijn vrienden veel herdacht de avonden, vol geluk, die zij hier met Burding had doorgebracht en het zorg baren." Elsie's oogen dwaalden naar een flesch scheen haar wreed toe, dit alles te moeten op een der kasten, waar een kikvorsch missen. Een paar maanden terug, zou zulk een aanbod haar hebben verrukt. Nu voelde in zat. Zij huiverde. „Gisteren was ik op bezoek bij de moe- zij alleen een sterken afkeer van de vrouw, der van Dr. Burding en ik trof haar in tegenover haar, die haar zoo kalm voorgroote onrust. Het scheen, dat hij nu met stelde, afstand te doen van bet geluk, een der vreemdste en gevaarlijkste proef- dat haar hier te wachten stond. En het ergste was nog, dat zij gelijk had hierin. nemingen begonnen was!" „O, was ik maar nomt geboren", klaagde Hier hield Maud even op; want Elsie's oogen gaven haar een onprettig gevoel. zij op verdrietigen toon. „Dat is heel ondankbaar van je," zei Er lag een hopelooze uitdrukking in, zooals bij een stom dier, dat iets ziet aan- Maud, scherp. Zij vond, dat zij bijzonder komen, dat hij niet kan vermijden. Toch edelmoedig tegenover het meisje had gehandeld. ging zij weer verder. „U verwacht misschien, dat ik nu van „Dezen keer heeft zijn proef den vorm ■ aangenomen van een jong meisje, .waar- dankbaarheid voor u op mijn knieën tal mee hij wonderen hoopt te doen voor de vallen," riep Elsie hartstochtelijk uit. wetenschap. Hij wil aantoonen, dat hij je „Maar als u niet had tusschenbeide gein een dame. .. als .. . ik ben, kan ver- komen, zou ik nog net zoo gelukkig zijn, anderen, hoewel je afkomstig bént uit een als ik was voor uw komst." slop en heelemaal geen damesaanleg hebt." (Wordt vervolgd.)
«•»MMMIMMH»M««MM«MMMM>M>M»MMMMftM>IMimMMMMMMHM«
Edmte de la Pcuillade een dochter uit een adclijk geslacht is de Vendee, vertrekt nadat de eerste woeste jaren der Revoludc voorbij zijn naat de hoofdstad. Napoleon Bonaparta Is de opkomende ster. Hij heeft bet reeds tot Eersten Konsul gebracht. In Parijs ziet bet meisje niet alleen een nieuw leven maar een nieuwe wereld. Louis de Chateauneuf, Edmte's neef, heeft bemerkt hoe bet meisje zich voor den Eersten Consul, die zeer voorkomend voor haar was. interesseert en hij is jaloersch. Aan tafel maakt hij hierover een seine, die eindigt met een liefdesverklaring zijnerzijds. Dienzelfden avond brengt haar kamenier een brief. Deze blijkt afkomatig te zijn van den Eersten Consul, die het meisje In hartstochtelijke woorden zijn liefde verklaart, tn Edmee's hart vindt deze liefde weerklank. Geheel Frankrijk volgt den veldtocht In Itall« met spanning. Napoleon heeft tegen aller verwachting de overwinning behaald. Edmie is gelukkig. Zij vindt thuisgekomen een brief van den Eersten Konsul. Op zijn eigen onstuimige wijze verklaart hij het meisje zijn liefde. Louis, haar neef, bemerkte boe Edmie's hart niet meer vrij is en ook zijn moeder verbaast zich dat de kinderen hun huwelijk zoolang uitstelden. Na eentgen tijd gaat bet meisje weer naar Parijs, waar zij op een bal wordt genoodigd, dat ook door den Eersten Konsul wordt bezocht. Zij boudt zlcb op den achtergrond, doch Napoleon ziet haar en komt dan naar baar toe. Met moeite kan hij zijn liefde verbergen, docb zij weet bem te bedwingen, daar Louis naar hen kijkt. Napoleon dwingt haar de toezegging af dat zij hem zal ontmoeten. Dienzelfden avond zegt Louis deChateauncufaanzijnnicht.dat hij haar moet spreken. Hij vertelde haar. dat bij door het Ministerie van Bultenlandachc Zaken naar Londen gezonden wordt en neemt nu afscheid van zijn moeder. Op het laatste oogenblik. voordat hij bet huis verlaat, spreekt hij nog met Edmie. Op zijn vraag of er nog eenige hoop voor hem bestaat, antwoordt zij vol smart „neen". Spoedig daarop ontmoet zij Bonaparte weer bij Mad. Bonaparte en ook daar toont zij hem hoe gelukkig zij met zijn liefde is. Napoleon wordt hoe langer boe overmoediger. Hij weet Edmie een papier in de handen te spelen, waarop staat, dat bij baar 's avonds om elf uur zal komen bezoeken. Met schrik en met spanning ziet het meisje dat bezoek tegemoet. Na dit eerste bezoek volgden vele. Edmie ging naar Napoleon. Doch alleen haar dienstmeisje en zijn trouwe dienaar wisten, wie die gesluierde dame was. welke zoo vaak bij den Eersten Konsul kwam. Edmie verstond meesterlijk de kunst om Napoleon gelukkig te stemmen. Hij aanbad haar als zijn prinses en zij inspireerde hem voor grootere daden. Aan haar vertrouwde bij zijn plannen en zij was vol trots om hem Haar liefde was zoo groot, dat zij slechts met moeite scheidde. In deze dagen werd een aanslag op Napoleon» leven gedaan. Edmie behoort tot hen. die zoodra het feit bekend Is. In bet huis van den Eersten Consul komen. Zij wordt daarna ziek. Haar neef Louit komt uit Engeland terug en bezoekt haar in baar kamer. Daar spreken zij over Napoleon en Louis waarschuwt Edmie. Zij wil naar hem niet luisteren. Hersteld bezoekt zij een bal-masqui verkleed als Koningin Anna van Oostenrijk. Napoleon eveneens vermomd danst met haar. Later komt hij ongemaskerd terug. Edmie weet met grooten tact zich op den achtergrond te houden. Dat waardeert Bonaparte zeer. Dienzelfden zomer was Edmie op Malmaison een gaarne geziene gast. Napoleon had alles zoo ingericht dat zij elkaar veel en ongestoord konden zien. Hij genoot van het buiten zijn en deed. zij het dan niet actief, aan de onschuldige spelletjes mee.
BEKBNÖB MOSiCi
De paren kozen hunne plaatsen op den langen gladden vloer, die in het schijnsel der kroon- en armluchters als een spiegel blonk, de beeren aan den eenen, de dames aan den anderen kant. Caroline Murat stond het eerst, dan volgden Hortense en de overige dames — allen hand aan hand, allen in uitgesneden japonnen, met korte mouwtjes, en rozenkransen of gouden banden in het haar^ de kleine voeten in zijden schoentjes gestoken, de armen omhoog geheven en de polsen bevallig gebogen. Tegenover haar hadden zich op gelijke wijae hare cavaliers geplaatst. Hunne glimmende laarzen, die met gouden kwasten versierd warten en in een punt boven de knie eindigden of tot onder den enkel omgeslagen en met breede, gele kappen voorzien, werden naar de zijden schoentjes aan de overzijde in onberispelijke correctheia uitgestrekt; hunne fonkelende epauletten straalden in eene lange rij boven de levendige roode, . blauwe en lichte kleuren der uniformen. De dans begon, de eene figuur wisselde de andere af, de paren ontmoetten elkaar en scheidden weder; er werd gepraat, gelachen en geschertst, een levendig kruisvuur van blikken uit lachende blauwe en bruine oogen was geopend, en er heerschte eene algemeene vroolijkheid, toen de Eerste Konsul — stil, als hij gegaan was — weer de zaal binnentrad. Mademoiselle de la Feuillade danste met Eugène de Beauharrtais. Zij was op het punt met hem een nieuwen toer te beginnen en stond met den rug naar de deur, zoodat rij niets van het binnentreden van d^n Eersten Konsul zag of hoorde. Zij werd zijne aanwezigheid eerst gewaar,
._
————»MMMMM
DOOR MATHILDA MALLINQ »f —WWWM«M»
toen Junot, die tegenover haar stond, zich Plotseling keerde hij zich om, en zeide met plotseling tot haar cavalier wendde, en gedwongen vroolijkheid: „Ik geloof, dat de danslust begint te verflauwen. Speelt toch fluisterde: „Mijn God, Eugène — kijk eens! Wat eens „les deux coqs"! Madame Louloul" hij vatte Madame Junot om de taille, „u mag den generaal overkomen zijn ... ?" Zij keerde zich snel om en ontmoette weet wel, dat wij dien al dikwijls met zijn blik. Alleen diegenen, die hem zeer elkander gedanst hebben!" Edmée's oogen volgden hem gedurig. goed kenden, konden beoordeelen, welke eene verandering zijn gemoedstoestand in Waarom kwam hij niet bij haar? Zij trok zich ongemerkt in Madame den loop van het uur, dat hij niet bij het gezelschap doorgebracht had, moest onder- Bonaparte's boudoir terug, dat naast het gaan hebben. Zijn geheele gelaat was groote salon lag, en slechts spaarzaam door somber geworden, de wenkbrauwen waren eenige armluchters verlicht werd. Plotseals in een hevige, lichamelijke pijn samen- ling voelde zij eene hand op haar schouder: „Edmée!" getrokken en zijn blik was strak en branZij keerde zich snel om, en greep zijne dend; de fijne beweeglijke lijnen van den mond waren als versteend door een ver- hand. Hare oogen waren vochtig. „Waarom dans je niet?" borgen, hevig lijden. „Omdat... o, mijn liefste, wat is er Hij liep achter de dansende paren, waarvan de meeste hem niet bemerkten, om, gebeurd ?" naar zijne gewone plaats bij den schoorHij schudde het hoofd. „Kwel mij niet steen. Daar ging hij zitten en richtte met vragen — niet hier — niet nu..." eenige woorden tot Madame Bonaparte en Een oogenblik later voegde hij er bij: tot zijne schoonzuster Julie. Daarop „Kun je het mij werkelijk aanzien ?" schoof hij ongeduldig zijn stoel achteruit „Of ik het je kan aanzien ? Als zelfs en beval op korten toon 'n voorbijgaanden generaal Junot en Eugène het dadelijk lakei, hem nog een kop koffie te brengen. merkten!" „O, nu is er weer iets gebeurd," Dat zou onuitstaanbaar zijn!" riep hij fluisterde Josephine angstig Madame toornig. „Zou ik 'mij dan niet beter kunJoseph toe. „Ik ken Bonaparte!" nen beheerschen!" Eene soort van gedruktheid begon zich Madame Bonaparte trad toevallig de langzamerhand aan de gasten mede te kamer binnen. Bonaparte zond haar een deelen. De Eerste Konsul stond bij een der kouden, min of meer ironischen blik toe, geopende vensters en keek naar tmiten — en zeide daarop luid: hij-had tot nu toe met niemand gesproken. „Nu, Mademoiselle de la Feuillade, wil u de partij schaak met mij spelen, waarom ik u verzocht had?" Hij plaatste de ivoren stukken op het schaakbord en terwijl hij zich over het tafeltje boog, zeide hij met gedempte stem: „Ik weet, dat je zwijgen kunt — je moet evenwel niet zooals de dames dat gewoonlijk doen roepen of een kreet laten hooren..." Zij boog bijna onmerkbaar het hoofd. Hij had den arm op de tafel gelegd, het voorhoofd steunde hij op zijne hand en werktuigelijk verplaatste hij een pion: „Cairo heeft gecapituleerd. Egypte ..." Hij zeide verder niets. Zij keek op en was verschrikt door de plotselinge verandering in zijn gelaat. Hij was groenachtig vaal, en zijn mond trilde krampachtig. Zonder een woord te zeggen, stond hij op en opende het venster, waarvoor zij zaten. De koele, vochtige nachtlucht stroomde Zend ons voor S Maart a.s. een onderschrift hij dit plaatje Dit onderschrift moet betrekking hebben op het plaatje en te* naar binnen. Hij had het gelaat een oogengelifkertijf* in verband staan met de goede werking der Togalblik in de hand verborgen — nu keek tabletten voor rheumatiek. verkoudheid, slapeloosheid, influenza, ischias, griep. Jicht, spit, hoofd- en zenuwpijn. Elke week hij weer op. Behalve eene groote bleekheid wordt aan ae beste inzending een orijs van f 2.50 in convertoonde zijn uiterlijk niets opvallends. tanten uitbetaald. Teneinae echter ook meerderen goeden „O, je begrijpt niet, wat dat beduidt!" inzendingen tegemoet te Komen stellen wij bovenoien ten hoogste 10 troostorijzen ter beschikking. Zend uw murmelde hij ongeduldig, als had hij beantwoord voor 5 Maart 1926 aan de rouw, gesproken te hebben. Redactie, Galflewater 22. afd. Prijsvragen no. XX, Leiden Ja, zij begreep hem. Zij verstond en deelde zijn verdriet. Niet omdat het bezit Voor onderschrift bij afbeelding no.XVUl werd de prijs of het verlies van Egypte op zich zelf eene van fl 2.50 toegekend aan den heer G. F. L. te Delft voor de navolgende inzending ; rol voor haar speelde, maar omdat hare liefde haar het vermogen verleend had, Bij de tandarts op het stoeltje. zich zoo volkomen met zijne gedacht*! en Rilt het hem nog over 't lijf. meeningen te vereenzelvigen, dat zij dadeHet is al vergaarde koude. Handen en voeten zijn hem stijf. lijk onwillekeurig kon doorgronden, welk Dan begint hij weer te zweten. een verlies dit voor hem zijn moest. Het Tandarts trekt een kies hem uit. Had hij dat maar eer geweten. was de weg naar het Oosten, die thans Want het geeft hem toch geen duit! voor hem versperd was, de weg naar Indië, Maar veel duiten moet hij geven, Aan den man die kiezen trekt. het land zijner wenschen en droomen, het Kou en pijn blijft hij behouden, rijke hart van Engeland. Het was een plan, En een neus die steeds maar 1,.. Eindelijk heeft hij het gevonden, een geheel leven waard, dat hij in alle Togal doet zijn wonderkracht! details reeds in de eerste moeilijke, komRegen, kou, niets dat hem deert meer, Togal houdt bij hem de wacht! mervolle jaren, lang vóór Vendémiaire, in Parijs had gevormd, dat hij, daar er zich de gunstigste gelegenheid toe bood, met
^^^P^^^^WPW
verstand en energie verder had uitgewerkt, en, door een wonderbaarlijk geluk begunstigd, ten uitvoer was gaan brengen. In de stoute, levendige fantasie van den Eersten Konsul was zijn droom van de verovering van geheel Egypte en al hare gevolgen: de onderwerping van Syrië en Perzië en de verdrijving van Engeland uit Azië reeds zoo goed als vervuld geweest. Ondanks de onderhandelingen wegens het Concordaat, ondanks zijne bewerking van den Code civile, zijne organisatie der financiën en van het binnenlandsch bestuur, van den Italiaanschen en Duitschen veldtocht, had hij geen oogenblik zijne plannen Egypte betreffende, uit het oog verloren en de pogingen, om het te ontzetten, opgegeven. Thans waren al zijne energieke voornemens voor altijd verijdeld. De Eerste Konsul. stond op, om zijne gasten goeden nacht te wenschen. Edmée bemerkte, dat verscheiden beeren, Junot, Eugène en Rapp, hem met angstig vragende oogen aanzagen; maar niemand zeide iets, niemand durfde iets vragen. Hij sprak met hen over onverschillige zaken, schertste zelfs met een paar dames, maar zijn blik bleef altijd even somber. Hij liet Edmée met de andere dames vertrekken, zonder haar een wenk te geven voor eene latere samenkomst. Diep treurig en moedeloos kwam zij in hare kamer. Zij opende de deur naar de kleine, donkere trap in den muur en hoorde, hoe hij 'beneden in de bibliotheek een tijd lang op en neer liep — hoe hij van daar over het bruggetje zijn tuin inging en weer terugkwam. Neen, zij kon het niet langer uit-
" "'' ■'«" i'.
M 1
"'
.
'
' _
houden! Hij mocht boos zijn, als hij wilde, maar zij moest hem zien. Zij was nog niet begonnen, zich te ontkleeden. Valentine moest op haar bevel snel de deur naar de gang op slot doen, en daarop daalde zij met kloppend hart de steile, ongemakkelijke trap af. Anders waagde zij het nooit, hem bij zijn werk te storen — hij kwam altijd bij haar — maar heden avond wilde zij zoo moedig zijn, van naar hem toe te gaan. Zij bleef buiten de kamer staan en luisterde — zij hoorde hem niet. Toen deed zij zacht de deur open, en trad binnen. Hij stond midden in de kamer over zijne schrijftafel heengebogen, met de armen op het blad en het hoofd op de handen steunend. Vóór hem lag eene groote kaart, die hij met volle aandacht bestudeerde. De deur naar den tuin was open, en ondanks de warmte van den Augustusavond brandde een groot vuur in den haard. Edmée keek om zich heen, en plotseling viel het haar in, hoe onvoorzichtig zdj handelde. Zij wist, dat Bourriene dikwijls des nachts met hem werkte. Het was niets meer dan een toeval, dat hij dezen avond niet aanwezig was. Zacht, met bonzend hart naderde zij de tafel; zij, die anders zooveel onverschrokken moed bezat, vreesde thans voor een verwijtenden blik zijner oogen. „Jij hier?" Hij sprak deze woorden verstrooid uit. Plotseling keek hij om zich heen en ging snel alle deureh sluiten. „Maar Edmée, wat een inval!" zeide hij ontevreden. Zij nam schuchter zijne hand en bracht die aan hare lippen, terwijl zij smeekend
—
als een klein verschrikt kind murmelde: „O, ik bid "je, sta mij toe, bij je te blijven. Ik heb anders geen rust. Ik zal zoo stil als een muisje in een hoek gaan zitten en geen woord zeggen, als je dit wilt, alleen, laat mij in je nabijheid zijn!" Hij legde beide handen op hare schouders, keek haar onderzoekend met zijn scherpen, vasten blik aan, en terwijl hij haar van zich schoof, zeide hij: „Je bent toch een echte vrouw!" „Die je liefheeft!" sprak zij fluisterend, terwijl zij het hoofd ter zijde boog en met hare wang liefkoozend zijne hand aanraakte, die nog op.haar ontblooten schouder rustte. Zij legde hare beide handen op zijne borst en keek tot hem op. Wil je mij dan toestaan, nu bij je te blijven ?" Hij glimlachte. Voor de eerste maal sedert verscheiden uren zag zij weer den teederen, zonnigen glimlach, dien hij anders altijd voor haar had, en met een half onderdrukten vreugdekreet wierp zij zich aan zijne borst. „De vrouwen zijn toch gelukkig!" Hij streelde zacht heur haar, en sprak met halve stem als tot zich zelf: „Zij weten niet, wat dorst naar daden, eerzucht, rustelooze drang tot werken beteekent. Als je mij maar hebt, ben je tevreden." „Tevfeden.... ?" Zij boog het hoofd achterover, en met gesloten oogen en een raadselachtigen, stralenden glimlach, zoo vol van fanatieke toewijding, dat hij, toen hij haar aanzag, onwillekeurig zuchtte, fluisterde zij: „Als ik jou heb, ben ik gelukkig." (Wordt vervolgd.)
DE GRONINGER WATERMOLENS
Watermolen ten zuiden van de stad Groningen
Watermolen aan den weg naar Scheemda
Ieder weet, hoe prachtig de molens het doen in het polderland, des winters en des zomers, hoe zonder deze het landschap van ons vlakke land maar al te vaak eentonig en vervelend is. Het ontleent z"n schoonheid in de eerste plaats aan den watermofen, den wachter, die waakt over 't heil van de lage polders. Neemt men den molen weg en wordt hij vervangen door een mechanisch gemaal, dan is die streek vereenzaamd, verarmd, verkild, het aankijken nier meer waard. Dit alles geldt niet alleen voor 't hollandsche, maar natuurlijk ook voor het groningsche polderlandschap. Het kan echter niet ontkend wordert, dat de groninger molens in 't algemeen minder sierlijk zijn dan hun hollandsche „collega's". Niet alleen is dit te wijten aan de zelfzwichters, die de wieken een plomp uiterlijk geven, maar ook de vorm der molens is plomper, houteriger. Nog een verschil is, dat in Groningen de molenaar niet in den molen, maar in 'n apart huisje woont, zooals bijgaande foto's duidelijk illustrceren. Ook mag niet onvermeld blijven ,dat de molens in den regel voorzien zijn van 'n hulpmotor (zie foto / en 2). Bij windstilte kan dan ook water uit de polders gemalen worden, waardoor de werkzekerheid veel grooter wordt. Het is echter de vraag of de onkosten, die aan den windmolen moeten worden besteed, opwegen tegen de bespaarde mechanische drijfkracht. Dit zal echter zeer zeker het geval zijn, als de nieuwe wiekvormen, bekroond bij den uitslag van de prijsvraag der vereeniging „De Hollandsche Molen", in de practijk worden toegepast, omdat deze een veel grooter nuttig effect hebben. Het is tenminste te hopen, dat aan het afbreken van onze mooie windmolens eens paal en perk wordt gesteld.
Watermolen ten N.O. van Aduard
Handschrift-onderzoek Wij herinneren er onzen lezeressen en lezers aan, dat de gelegenheid bestaat het karakter door handschrift-onderzoek te laten vaststellen. Men zende aan de Redactie, Galgewater 22, Leiden, afd. Handschrift eenige brieven van de persoon of personen wier karakter men wil leeren kennen en voege hierbij f 0.75 in postzegels of zende dit bedrag per postwissel. Eerst na ontvangst van het bedrag kan het onderzoek plaats vinden.
Verkeerd begrepen
VAN EN \?00R ONZE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES
door F. MONTQOMERY Verteld voor de jonge lezeressen en lezers van ons blad
^
Baron Hverard verloor Jong zijn vrouw, die hem twee jongens naliet. Humphrey, e%n wildzang, en Alfred, een zwakker ventje. Hun fransche kinderjuffrouw heet Vlrginle. Ue baron is lid van het Parlement, wanneer hij thuis komt zijn de jongens erg blij. Aan tafel vertelt de baron aan zijn zwager, die met hem meegekomen is. dat hij van plan is de adel uit de buurt op een diner te vragen. Wat is dat adel. informeert Humphrey. Oom Charlie houdt hem voor den mal en zegt dat het halve wilden zijn. Den volgenden dag gaat de baron met zijn zwager en Humphrey naar de kerk. Oom Charlie verbaast zich er over dat Humphrey zoo stil en gehoorzaam is. Hij weet diet hoe het knaapje, gedurende den kersttijd nog altijd vol van de gedachte aan zijn moeder is. Na de kerk gaan vader en oom met de kinderen wandelen. De kleine Alfred is vaders lieveling. Oom Charlie vermoedt dat Humphrey een weinig jaloetsch is. Na dat oom weg is. smeedt Humphrey plannen om voor de ..wilden" die bij zijn vader zullen komen eten champignons te verzamelen. Hij weet Alfred te overhalen om hem te volgen. Het lesuurtje van Virglnie valt hem wat zwaar. Zij plukken de paddenstoelenj doch het avontuur is bij langena niet zoo prettig als vooral Humphrey zich dal heeft gedacht. Alfred is voor dien taak niet berekend. Virginic ontdekt tot haar grooten schrik dat de jongens voor dag en dauw weg zijn gegaan. Natuurlijk worden ze ontdekt en Virginie is doodsbang dat de kleine Alfred vergiftige paddestoelen heeft gegeten. De adellijke vrienden van den baron komen op visite. Humphrey mag bij de ontvangst zi]n. doch tegen zijn gewoonten in is hl] hccleni^ui niet wellevend. Hij meent toch dat al die menschen wilden zijn en staart ze aan. C^lukkig weet z'n vader hem die gedachte uit het hoofd te praten. Humphrey neemt afscheid van alle beeren. Wat vreeselijk lang duurt. Eindelijk gaat hij naar bed. Als zijn vuder 'savonds naar de kinderen komt kijken ligt Humphrey in zijn bedje te snikken- Hij is bang dat zijn oom In de hel komt voor zijn liegen. Virginie klaagt over hem en de baron moet Humphrey beknorren, doch al zijn pogingenstuiten af op Humphry'santwoorden. De baron gaat met zijn oudste zoon uit rijden. Humphrey krijgt het denkbeeld om deze gelegenheid te gebruiken teneinde voor zijn vader iet» voor diens verjaardag te koopeo. Hij gaat er een klein winkeltje binnen doch zijn bezoek is niet fortuinlijk. Tenslotte vindt hij een sigarenkoker dien hij koopt al rookt zijn vader niet. Hij vindt het vreeselijk om zijn geheim te bewaren. Hij krijgt van zijn vader een stuiver en belooft hem dat geld Ie bewaren om den doovenDyson van het opgespaarde geld een hoorn te koopen. Humphrey is zóó vol van het geheim, dal hij zijn vader maar niet mag vertellen, dat hij hel met alle geweld aan een dame van de kennissen van zijn vader wil mededeelen. bij welke familie zij een visite maken. Bij het naar huls gann hoort Humphrey van zijn vader dat er twee beeren Op bezoek komen. Ueze blijken heel aardig legen 9 4f jongens. Na hel ontbijt worden zij echter alleen gelalen tot dat Virginie komt roepen. Daar het weer te slecht Is om naar de kerk te gaan, wordt er thuis een godsdienstoefening gehouden, 's middags wordt hel huis bezichiigd en vindt een der gasten op de kinderkamer den sigarenkoker. tot grooten schrik van Humphrey. De zaak komt echter in orde. want deze bezoeker. Kolonel Sturt interesseert zich ook voor de horen voor den ouden dooven Dyson, waarvoor Humphrey geld spaarden. Hij belooft den jongens dit apparaat om vijf uur te zuilen zenden. Vol opgewondenheid gaan zij de horen halen. Op weg naar Dyson open Humphrey het pakje en laat Alfred den inhoud zien. De jongens zijn natuurlijk erg geïnteresseerd bij het Instrument. Dyson moet wakker gemaakt worden voor hij het cadeautje kan aannemen. De jongens raken op den terugweg verdwaald en worden eerst later weer gevonden. De zwakke Alfred is ziek geworden en heeft weer longontsteking. Humphrey wil zijn broertje wal radijsjes brengen en wordt door Virginie erg beknord. Weet hij dan niet hoe vreeselijk ziek Alfred was, Virginie heeft geen idee hoe diep zij het innerlijk zoo gevoelige kind heeft gekwetst. Hij hield zooveel van zijn broertje en een gevoel van naamlooze verlatenheid kwam over Humphry. Doch zoodra is Alfred niet hersteld of Humphry i^kt weer de ,,oude." Humphrey krijgt een duchtig standje van zijn vader. Doch de heer Everard is gelukkig als hij met zijn kinderen samen kan zijn. Humphry is ongeduldig. Plots ziel hij een oude kraal.
„Ja kwaad is zij, die ouwe stumperd!" zeide Humphrey, zijn hand uitstekende, die de onmiskenbare indrukken droeg van den snavel eens vogels, „zie hoe zij mij gebeten heeft, dat doet zij altoos als ik haar te eten geef." „Dan zou ik haast geneigd zijn haar geen eten te geven."
Een alleraardigst stelletje
„En zou ik haar dan laten sterven ? Bovendien het is niets geen wonder dat zij kwaad is. Als men altijd in zulk 'n kleine ruimte rond moet hinken in plaats van door de lucht te kunnen vliegen, dan moet men wel knorrig worden. En", voegde hij er half luid bij, „zonder mij zou zij nog rondvliegen." De baron verstond de laatste woorden niet, niaar het gelaat van den knaap zeide h?m genoeg dat hij een pijnlijk onderwerp had aangeroerd, en hij haastte zich voor te stellen, dat zij naar het dorp zouden gaan. Terstond helderde Humphrey's gelaat op en was hij even vroolijk als altijd. Het pijnlijke van het onderwerp bestond hierin: Op zekeren dag toen Hum-
phrey en Alfred in hunne tuintjes speelden, vloog de kraai, toen nog jong en vlug, daar voorbij. Zonder de minste gedachte haar te raken, wierp Humphrey haar met een steen, terwijl hij uitriep: „Maak dat je weg komt." Hij had echter zoo goed gemikt, dat de steen juist den vleugel raakte en de vogel fladderend naar beneden viel. Dolly, het waschmcisje stond er bij, en nimmer vergat zij Humphrey's droefheid en berouw, toen hij zag, dat vleugel en poot gebroken waren. Dat een levend wezen door zijn schuld verminkt zou blijven, was meer dan de teergevoelige knaap dragen kon, en een langen tijd was hij ontroostbaar.
Door de zorg van Dolly was de vogel voorzien van 'n houten poot, zij zorgde sedert ook altijd vo-or het dier, maar voor Humphrey was dat leven verloren en nooit ging hij zonder droefheid de kooi voorbij. Zelden sprak hij er over, het onderwerp was te pijnlijk, maar van dat oogenblik af had zijn oplettendheid voor het dier nimmer opgehouden. Op weg naar het dorp vroeg de baron hem naar zijn vorderingen in hi t leeren. Humphrey gaf altijd een goed getuigenis van zich zelf: het lezen, schrijven, fransch en alles, ging zoo goed mogelijk. Het geloof van den baron aan deze be'richten was aanmerkelijk geschokt, toen hij eens, vertrouwende op Humphrey's verzekering, dat hij de hulpwerkwoorden van buiten kende, hem met vaderlijken trots riep, om het werkwoord „ffvo//'voor zijn grootmoeder op te zeggen. Zij was een groote voorstandster van vroegtijdige ontwikkeling, en hij was eenigszins gebelgd geweest door haar opmerking, dat Humphrey achterlijk was. „Waarlijk moeder," had hij geantwoord, „weinig kinderen van zijn leeftijd weten zoo veel van het fransch. Hij spreekt het vlot en is in de spraakkunst ook zeer thuis." Om dit te bewijzen, werd Humphrey uit den tuin geroepen en begon hij tot zijns vaders schrik aldus op te zeggen: J'ai, Tu as,
Een aardig werkje voor de meisjes
Willen jullie een leuk werkje maken, dat een aardig geschenk kan zijn voor moeder, vader of andere familie en -verwanten, leest dan goed onderstaande beschrijving. Het wordt een boekenmerk, maar niet een héé\ gewoon. Integendeel een heel apart; 'n echt boekenduiveltje, waardoor je gewoonweg niet kunt vergeten, waar ge met het lezen gebleven zijt. Voor het lichaam van het duiveltje gebruikt men een stijve strook carton, waarop men aan iederen kant een even breed stuk lint plakt. De kanten worden met den z.g. dekensteek en gekleurde wol omgenaaid. Z'n kop wordt uit zij ge-
knipt. Leg het lapje eerst, dubbel en knip het figuurtje zooals bij A aangegeven. Naai de lapjes om, laat ze van onderen open, doe er wat watten in en bevestig het daarna aan het lichaam, dat de lengte van een normaal boek moet hebben. Handjes en voetjes maakt ge weer van zij, welke met dikke wol aan het lijfje wordt ge naaid. De oogen, neus, mond en oogen kunt ge op de zij met een kruissteekje borduren of er met inkt op teekenen. Op zijn lijf komen twee of meer knoopjes eveneens van wol of van inkt. Goed gemaakt is 't werkelijk een nuttige leeswijzer. TANTE LIZE
Il a, Nous sommes, Vous ét es, lis sant. Onder het wandelen werd het gesprek geen oogenblik afgebroken. In de geschiedenis was Humphrey inderdaad ver gevorderd. Zij voedde zijn verbeelding, daarom hield hij er veel van. Vóór zij het dorp bereikten, was de baron geheel in'deoude geschiedenis verdiept, en Humphrey zelf was er zoo mt de vervuld, dat hij gaarne zijn voomemen om iets te gaan koopen opgaf, ten einde hunne wandeling nog verder u't te strekken en langs een anderen weg naar huis terug te gaan. „Wij zullen dan den kleinen verlamden Thomas voorbij komen", zeide hij, „en ik kan hem mijn geld geven." Thomas was een kreupele jongen, die den geheelen dag op een houten stoeltje zat en met wien Humphrey veel r.-,,-delijden had. Een kind dat nooit had kunnen loopen, draven en klimmen, en van jaar tot jaar stil op een stoeltje moest zitten, hoezeer maakte zulk een toestand het medelijden gaande van een karakter als dat van Humphrey! (Wordt vervolgd. I
m^^mm^^^^^m
^
■■.'.■:
'"
■
■
HET PROBLEEM DER VROUW
EEN BLADZIJDE VOOR ONZE LEZERESSEN ^•——••—•••••••••••••••^
WIJSHEDEN VAN EVA
No. 74476
Moderne lapon met vest en olooien in de rok Benoodigd van 75cM. breede stof 4.50 M. of van 135 cM. stof 2 25M. van 75 cM. breede garneerstof 0.50 M. Verkrijgbaar in maat 42, 44, 46 of 48, overeenkomstig met bustemaat 90,95. 100 of 110 cM. Van deie afbeeldingen, welke met toestemming der fa. Weldon Ltd. te Londen, zijn gereproduceerd, zijn franco p. p. ge-
NOG MEER RECEPTEN VAN LUCULLES Soufflé Pompëum. Kook ongeveer i liter appelmoes, met een kaneclpijpje, kruidnagel en stukje citroenschil. Wrijf dit mengsel door een fijne zeef en laat het afkoelen. Vermeng alles luchtig met 'n gelijke hoeveelheid beslag als voor vanille pudding, juist op het tijdstip, dat deze begint stijf te worden. Vul er een compóteschaal mede, strijk all-es netjes glad, leg om den rand partjes mandarijn en in het midden -een keurige reset van mandarijnpartjes en kersjes. Soufflé Tcarina. Beleg den bodem van een compótc-schaal met stukjes gember ,blokjes ananas, stukjes columbijn, sunmaidrozijnen en bitterkoekjes. Bedek dit met een laagje heete appelmoes en laat het koud worden. Giet er een bijna koude laag der vanille pudding overheen Decoreer met stukjes ananas en gember. Advocaat van wijn. 300 gram witte suiker; 12 dooiers; 1 stokje vanille; 1 kruidnagel; wat nootmuskaat; i l2 liter witte wijn. Bereiding. De nagel, noot, het gespleten vanille stokje met den wijn in een goed gesloten pan heet maken en direct laten afkoelen. Dooiers en suiker au bain Marie warm opkloppen, daarna uit het water nemen en
Om dezen tijd van 't jaar zijn er weer volop sinaasappelen te bekomen en kunnen we dus gebruik maken van deze zoo voortreffelijke vrucht. Het sap bevat niet veel directe voedselwaaide in den vorm van vet, eiwit enz., maar deze stoffen zijn er in vertegenwoordigd in een staat van oplossing, zoodat zij gereed zijn bij de spijsvertering direct te worden opgenomen. Er is dus geen verwerking noodig en daarom is "t sap van den sinaasappel zoo nuttig en verfrisschend voor zieken, wier spijsverteringsorganen voor een goed deel verzwakt zijn. Zelfs de meest zwakke maag kan het sap van den sinaasappel verdragen, wanneer niets anders er in wil blijven. Voor den maaltijd gebruikt, bevordert.de sinaasappel den eetlust en de spijsvertering. Men kan vai^ bovengenoemde vrucht een f risschen drank bereiden op de volgende manier: Voor pl.m. i1/» flesch sinaasappellimonade neme men 1 Kg. suiker, 6 sinaasappelen, 1 citroen, 30 gram citroenzuur, 2 ä 3 d.L. water, zooveel, dat men met al het vruchtensap 6 d.L. vocht heeft. Borstel de vruchten schoon en raspel de schil er dun af. Pers de vruchten uit en zeef het sap. Kook het water, de suiker, sinaasappelschil en citroenzuur 5 minuten, zeef het, laat dit afkoelen, voeg er het gezeefde vruchtensap bij en giet de stroop in een flesch. Verdun ze voor het gebruik met 3 X de hoeveelheid water. Denk er om dat voor de kinderen het rietje een van de grootste attracties van de limonade vormt, zorg dus, dat u daar steeds van in voorraad heeft, 't verhoogt voor hen de waarde van de tractatie. Met het sap van 3 sinaasappelen en i citroen, l/2 liter melk, 200 gram suiker en ten laatste nog 20 gram gelatine, kan men een frissche pudding bereiden voor ca. 4 personen. Men doe dit als volgt: Kook de melk, laat ze afkoelen. Rasp met een paar tabletten suikertjes de schil van een halven sinaasappel, pers de vruchten uit, doe 't sap met de suiker en de tabletten suikertjes in een pan en laat op het vuur de suiker uitsmelten. Doe er dan de geweekte en goed uitgeknepen gelatine bij en roer tot deze is opgelost. Laat ze. echter niet koken, want door koken verliest gelatine haar bindkracht. Laat alles daarna bekoelen en doe het sap voorzichtig onder goed roeren bij de afgekoelde melk. Doe den pudding in den met water omspoelden vorm, als de massa stijf begint te worden.
LAAT ADAM HELPEN Wanneer ge er over klaagt, dat de bezems altijd slingeren en nooit op een vaste plaats staan, kan hij gemakkelijk een goed bezemrek vervaardigen, dat er toe zal bijdragen om uw huis en vooral uw keuken opgeruimd te doen uit zien. Hij moet daarvoor een paar stevige planken hebben. Een oude kist kan er goed dienst voor doen. Boven op komt een plank van 25 centimeter, waarin twee gaten worden gezaagd, als op de teekening aangegeven. Tegen den muur komt een plank, waarop het bovenstuk wordt gespijkerd en op zij twee steunstukken, waardoor het geheel stevig in elkaar zit. Verf het in een frissche kleur. Aan den achterkant komen een paar oogen, waardoor ge het rek kunt ophangen en in de rugplaat eenige schroeven, die gebruikt kunnen worden om er stoffers ed. aan op te hangen. Goed gemaakt is het geheel een o zoo pleizierig bezit in elke keuken.
MOOBLUBN ".
1
f
No. 75525
Lange modern klokkende mantel zeer geschikt voor het voorjaar. Benoodigd van 135 cM. breede stof 3.25 M. Verkrijgbaar in maat 42. 44, 46, 48 of 50. overeenkomend met bustemaat 90, 95, 100, 110 of 120 cM.
*
Een vrouw wijdt steeds bijzonder veel aandacht aan haar ondergoed. Haar fijne smaak doet haar het wintergoed met .zorg kiezen, want het moet warm zijn en er toch sierlijk uitzien. Zorgvuldig wasschen, hetgeen steeds moet geschieden door Lux in heet water op te lossen en dan koud water bij te voegen tot het sop lauw is, houdt het goed echter keurig, terwijl het zuivere Lux-sop het hard worden en krimpen voorkomt.
knipte oatronen verkrijgbaar tegen toezending van f 0.75 en vermelding van het no. aan Mevr. Milly Simons, 2e Schuytslr. 261, Den Haag,
kloppen, totdat het mengsel koud is. De wijn met een dun straaltje er doorroeren, nadat ue kruiden verwijderd zijn. In gesloten flesschen bewaren. Schuimpfes. Van de eiwitten die van de advocaat of andere recepten overblijven, kunnen verschillende soorten schuimpjes gemaakt worden. Op iedere 4 eiwitten komt 250 gram fijne witte suiker. Sla de eiwitten in een goed schoone pan of kom zeer stijf, roer er eerst een klein beetje suiker voorzichtig door en na cenig kloppen de rest. Doe het beslag in een papieren puntzak met een spuitje onderin en spuit er sehuimpjes van op papier of op een schraal met geklaarde boter gesmeerd plaatje. Bak ze in een bijna afgekoelden oven gedurende 1 uur. Men kan de schuimpjes. om ze mooi droog te houden, met een fijn zeefje, waarin witte suiker matig bestuiven. De diverse smaken verkrijgt men door witte schuimpjes — tegelijk met de suiker — te vermengen met vanille suiker of marasquin, essence, De roode, met wat carminrood en frambozen-essence, de gelemet citroenolie en safraangeel, de bruine met sterk koffieextract, of cacaopoeder met vanille. Schuimkransjes bestrooit men met geschaafde amandel tj es. Alle schuimkoekjes worden in goed afgesloten trommeltjes of stopflesschen bewaard. LUCULLES.
Wasschen in Lux is uiterst gemakkelijk en houdt Uw wollen goed precies zooals U het kocht. Na het wasschen steeds plat drogen en voorzichtig in den vorm trekken.
DE LEVER'S ZEEP MAATSCHAPPI] VLAARDINOEN
._
Stop Die Jeukl Waarom nog langer lijden als genezing mogelijk ia! Ga geen nieuwe nacht of dag meer in, gedurende welke gij door ondragelijke jeuk gefolterd wordt.— Waarom Uwe gezondheid ondermijnen, wanneer één aanwending van D.D.D. de ergste aanval van jeuk en prikkeling binnen een paar minuten doet ophouden. Bedenkt wat het beteekent na dagen vol marteling en nachten zonder slaap te bemerken, dat Uw huid niet meer branderig is, maar heerlijk koel.—In alle gevallen geeft D.D.O. verlichting. D.D D in fiac. dt f. V.7S en f. ISO D.D.D. teep ä f. /.- hij aüe ap-ih. en droQ
NVZAADHANDEL
HET „BUREAU-PISUISSE" 2e Schuytstraal 65 - Den Haag Telefoon 36644
Belast zich met bet SAMENSTELLEN van Cabaret-progrnnma's en bet orgamseeren van Feestavonden, Concerten, Drawingroom-Entertainnients.Soireesparticalières Kindervoorstellingen, etc. etc.
MASCOTTE
WAGENSTRAAT 68
DEN HAAG
Tel. 14172
i== Dlr.-Eigenaar: C. F. HACK =
HET WINTERSEIZOEN 1925-1926 IS HEROPEND met medewerking van de schitterende
MAISON
STRASTERS KAPPER
THE ROYAL, DANCING BAND Kapelmeester 3. C. v. BROCK
CH. DE BOURBONSTRAAT 2 TEL. 71205
OPTREDEN VAN EERSTE KLASSE ARTISTEN
SPECIALITEIT IN:
Matinee van 4—8 uur
BOBBED EN SINGLED HAIR KNIPPEN GENRE 1926
Soiree van S'/z-l1^ uur
Restaurant geopend van 4—1 uur n.m. Zaterdags. Zon- en feestdagen 50 ets. entree.
Godfried de Groot
V
/HÄ.H0BBEL
yTmstellaan 64 Amsterdam Telefoon 28474
OOLTGENSPLAAT "LevrriDQ aan landbouwers en toinbexitters Men vrage prijscourant Op bijna alle plaatsen vertegenwoordigd
Voor Behoud van een
:z Gave en:;;:;;;::
Zachte Huid van Handen en Gelaat
STADHOUDERSKADE 152
TELEFOONNUMMER 24232
DANSINSTITUUT
gebruik ik altijd
Berijdt Humber- en Good-Luck-rijwielen en U is tevreden
Specialiteit in:
T^oderne en artistieke foto's
PUROL
T^en sie de vele reproducties van ons. werk in ,.Het Weekblad" Cinema SSheater
Vraagt den berijders Humberrijwielen vanaf f 13ö Good-Luck-rijwielen vanaf f 75 1ste klas reparatie-af deeling
INDIEN GE VOOR HET INZEEPEN
Bondsrijwielhersteller A.N.W.B.
J. E. BAANK Prins Hendrikstr. h. Barentszstr. Den Haae ■ Tel. 31709
\
Mijnhardt's Hoofdpijntablelten t stillen jpoedifi de ergste hoqfdpijn | •»P>nj>60ct Bij Aoolh en Drogisten,
IIM
■
GEBRUIKT „Ready Cream" wordt geleverd in potten van 1 Kilogram tegen toezending van f3.— aan de
Rinso geeft een heldere wasch Voldoet aan de hedendaagsche eischen voor een werkelijk modern zeeppoeder De Lever's Zeep Mij. Vlaardingen
99
DEN HAAG
,
,—______ _, ,
__^
E LEVENDE SCHIIF
99
!S«ENZAADTEELT
C-KUNKERT
,
.-"t3%.'^ "
^^^^^^^^^ÏÏ^^SJS??!-
1
r^oor de Excelsior-film te s Gravenhage is een film in *—' ons land geïntroduceerd met Nicolas Kemsky, Nicolas Koline en Andrée Brabant in de hoofdrollen.De korte inhoud van dit werk. dat tot titel draagt „De levende Schijf ' is als volgt: Diaz de Toledo, die ten gevolge van een opstand verbannen is, heeft als matroos de reis naar Europa gemaakt. In Conslantinopel woont hij een hanengevecht bi^, dat hem legen de borst stuit en dat hij laat ophouden; maar door deze edelmoedigheid mist hij de boot. Acht dagen later is hij te Marseille en weet daar een betrekkin.; te bemachtigen in hotel Haute Savoie. In dit zeilde hotel neemt de millionair Parker zijn intrek, vergezeld van zijn vrouw, dochters en een jonge bloedverwante, Chela, die allerlei kleine werkjes voor mevrouw Parker moet verrichtenDiaz heeft vriendschap gesloten met den chefkok en vertelt hem van zijn jeugd. Kon hij niet een ei op een afstand van 50 meter wegschieten? Intusschen stappen in het hotel een drietal avonturiers af, lord' Hampton en zijn vrienden. De „lord' weet zich te verloven met Parker's oudste dochter, wat hem niet belet op een bal het hof te maken aan Chela, die geheel door hem wordt ingepakt en die hij ten slotte \n haar kamer volgt, daar hij een schoentje van haar gevonden heeft. Hij vertelt haar het sprookje van Asschepoester. Diaz waakt evenwel en heeft zich voorgenomen Chela te beschermen. Desondanks zijn Chela en de lord den volgenden morgen toch verdwenen. Zij genieten een volmaakte liefde te midden der besneeuwde bergen. Acht dagen later heeft de avonturier evenwel genoeg van het avonturier en in haar wanhoop schrijft Chela aan Diaz- fegelijkertijd hebben Hampton s vrienden zijn spoor gevonden en telefoneeren hem om dadelijk terug te keeren; hij iaat Chela aan haar lot over. Sneeuwstormen woeden in de bergen en niemand is er om den lord Ie leiden. Ja toch, een vreemdeling biedt zich als gids aan, maar aan den rand van een afgrond wil hij met Hampton vechten. ... het is Diaz, die Chela wil wreken. Hampton wondt hem en Diaz sleept zich in de bergen voort, waar Chela hem vindt. Twee jaar later spreekt men in ZuidAmerika dag aan dag over het nummer van Bobby Church, den ongeëvenaarden schuller. Lord Hampton en zijn vrouw wonen een der voorstellingen bij en in de partner van den schutter herkent de lord Chela. Hij volgt haar en soreekt haar over hun idylle in de bergen Maar Diaz komt nader en ten slotte komt de politie lusschenbeiden. Wie zal zij arresleeren: den oplichter, bekend onder den naam lord Hampion of den banneling Diaz de Toledo ? Hamolon wordt geboeid en Diaz geeft zichzelf aan. Hij kan niet buiten zijn vaderland leven. Doch de nieuwe president verleent hem gratie en hij wordt geheel in eere hersteld.
1
A
■ ;
■ ' ■
p
-~-—--—--—'■'■■■|-
■
r
=
.
: ■ :
■_--■.
^r-
_■;---■-"
]
• ooo-
OO' O
•OO O
HET JOCHïB
TEKST s D.O. VAN BEEK
(Aam Jackie Coogao)
|; ,l Ji 11 J ,1 XJ'11 i
J d^-J'ir i i
' I I Hl I I
l W^ï ^MERBK^ ïlfmNê VERVA^RDIOÏ l
MUZIEK: MELCHERTSCHUURm AN
l -i i' l; I I I ^
V^
' iLrr ir M ir
p
■
!
i i
im ■
^/Rp\
^^F
^^>,
I I IPIte i K RNfflH W jl^MB V ^'
J
■-
^At
Kfflpr'^ i^B
i
■
i i
m .pir
^
14 i J HP^L
i
lir
J
Ml'i, li.
G^ïï^c-^^
C~äC55^£) • G-t»C!*S_£>
^■^B ^p"^.*^ "'^r' ■ * wKi^^^B
i
A
Eleanor Boardman in „Proud Flesh"
i
i
i
i Met zijn pef zoo even scheefjes, En z'n lokjes op zijn oor, Is hij altijd haantje voorste. ) Kruipt de nauwste gaatjes door.)' O OO*.
Met.z'n afgezakte broekje, Kousen over versleten schoen'. Staat hij eenzaam daar te peinzen, ) Waf toch zal ik nu weer doen.) '5
OOO'
Guitig lachje met schitteroogjes. Overal toch is hij bij. Hij de schooierkoning van de straat. Altijd doende, eeuwig vrij.
Deze week werd ..Blanke Ballast" van Leon Gordon, voor de 100e maal door de N.V. Hel Nieuwe Nederlandsche Tooneel opgevoerd. Een groot deel van het succes komt wel aan Julia de Gruyter toe. die van haar rol een prachlcreatie maakte. Julia de Gruyter als Tondeleyo. *