DRESDEN
De winterperiode is het ideale tijdstip om je algemene kennis te verrijken door een bezoek te brengen aan één of andere stad. Vorig jaar hadden wij daarvoor Dresden uitgekozen. Persoonlijk hang ik bij dergelijke uitstappen en zeker in de diepe herfstperiode met onzekere weersomstandigheden graag de luiaard uit en neem hiervoor dan ook de bus, in dit geval een bus van Lauwers Reizen. De reis zelf stond ook wel een beetje in het teken van de kerstperiode, maar dat was gewoon mooi meegenomen. Dresden is één van die steden die deel uitmaakten van de toenmalige DDR maar vooral gekend is voor de alles vernietigende bombardementen op het einde van WOII. Ik heb evenwel met totale verbijstering kunnen vaststellingen dat deze stad er terug is… net zoals vóór de bombardementen. Overal zie je wel ergens nog sporen van de oorlog: in de meeste muren zijn nog kogel- en granaatinslagen te zien, werden gaten in trappen met wat cement terug dicht gemetst en zijn er hier en daar nog panden waarvan de toekomst nog onzeker is maar die men toch nog niet wil afbreken. Het klinkt misschien raar maar de Dresdenaren koesteren hun patrimonium dermate dat het ontzag opwekt. WOII en DDR zijn nog steeds twee factoren die hier een immense impact blijven hebben op de bevolking. Een bevolking die tevens zeer honkvast is want ondanks de zeer hoge werkloosheid trekt bijna niemand weg. Omgekeerd is het blijkbaar ook zeer moeilijk om ‘Dresdener’ te worden want ook de instroom is te verwaarlozen.
Ook in de periode van het DDR tijdperk was Dresden een buitenbeentje, zij het dan ongewild. Het was alom bekend dat de inwoners van het toenmalige OostDuitsland ’s avonds in hun zetel naar de TV zaten te kijken maar dan naar al de Duitstalige zenders van buiten de DDR. Zij kenden dus perfect het reilen en zeilen in de Westerse wereld. Helaas voor Dresden, door zijn ligging aan de Elbe en afgeschermd door enkele hoger gelegen heuvelstreken konden zij die beelden niet ontvangen en bleven zij voor een groot gedeelte onwetend van de wereld zo’n 150 kilometer westwaarts. Ook dat heeft waarschijnlijk een grote rol gespeeld in hun terughoudendheid om de stad te verlaten. Deze standvastigheid van verblijf heeft nog een ander kantje…personen van niet Europese origine zijn er alles behalve welkom. En inderdaad, als je een poos in de stad rondwandelt stel je vast buiten een echte toerist hier geen gekleurde medemensen rondlopen. Eén groep vormt echter een uitzondering: Vietnamezen. Uiteraard is hier een speciaal verhaal aan verbonden… Toen Dresden zich nog in het DDR-tijdperk bevond was het toenmalige bewind goede maatjes met het Communistische Vietnam. Oost-Duitsland zag wel wat zitten in goedkope arbeidskrachten en zo werden hele drommen Vietnamezen naar Dresden en omgeving verscheept, zogezegd om er technologische opleidingen te volgen. In werkelijkheid waren het echter moderne slaven die ingezet werden voor werkjes waarvoor de plaatselijke bevolking zijn neus ophaalde. Maar toen het begon te rommelen in Vietnam en plots ook de ‘muur’ naar beneden kwam hebben heel wat Vietnamezen het risico genomen om hier te blijven. Na lange tijd en maar zeer moeizaam werden zij, schoorvoetend, toegelaten tot de gemeenschap. Maar zelfs de dag van vandaag moeten zij zeer omzichtig te werk gaan want zij worden constant in het oog gehouden door groeperingen die heimwee hebben naar het verleden. Ten opzichte van het vroegere West Duitsland is hier nog steeds een torenhoge werkloosheid, de ideale voedingsbodem voor dergelijke groeperingen. Hier zijn wij we in het land van mevrouw Merkel’s ‘minijobs’. Ja hier wordt, bijvoorbeeld in de hele horeca, gewerkt aan een loon van 6 € per uur! Pas onlangs vernam ik dat dit naar 8 € zal opgetrokken worden. En toch is het voor velen een oplossing om die werkloosheid te doorbreken en kracht te vinden in de gedachte: ’t is niet veel maar ik heb het verdiend met werken! En je gelooft het waarschijnlijk niet maar ze zijn echt doodsbang om hun job te verliezen hoor! Ik weet het, dit systeem is voor alle discussies vatbaar en ik laat die dan ook maar over aan de mensen die ‘om den brode’ niets anders doen dan daarover te palaveren. Het klinkt allemaal heel raar maar je moet ook weten uit wat voor een periode deze mensen komen. Mijn echtgenote en ik waren hier in de omgeving, enkele maanden na de ‘Wende’. Wij bewandelden de ‘Rennsteig’, een weg die vroeger door de postkoetsen en ijlboodschappers genomen werd. Een prachtige kammenwandeling van ca. 170 km die je zelf kan indelen en die begint in Eisenach (stadsdeel Hörschel) en eindigt in Blankenheim. Jaarlijks komen er bijna 100.000 wandelaars op af! Zoals steeds proberen wij bij particulieren te overnachten en de eerste nacht verbleven wij bij Frau Angelika. En wij hadden geluk: de nieuwsgierigheid droop zowel bij ons als bij hen van het lijf! Tot een stuk in de nacht bleven wij elkaar bestoken met vragen want een antwoord leverde meteen een nieuwe karrevracht vragen op. Twee zaken wil ik even aanhalen om toch een idee te geven hoe men daar leefde. Frau Angelika was van opleiding haarkapster. Fraai salon hoor, er kon juist één klant binnen en de zaak zat vol. Maar zij ging vooral buitenshuis te werk en meer bepaald
bij dames die (meestal door toedoen van hun echtgenoot) iets hoger geklasseerd stonden op de DDR ladder. Deze dames waren dan ook meestal in bezit van goederen die voor de gewone burger moeilijk of niet te verkrijgen waren. En zo kwam het dan dat voor de verloning van haar prestaties geen geld maar bijvoorbeeld bananen, appelsienen ed. gegeven werden. Bijna iedereen had thuis een klein winkeltje, noem het eerder ruilplaatsen. Daar werden dan de bananen ed. geruild voor andere goederen. Met andere woorden er was een heuse ruilhandel. Men had dus alles maar wel zeer beperkt. Haar echtgenoot was een ‘bouwvakker’. ’s Morgens werd hij afgehaald met een busje en dan reden ze naar de werf. ’s Nachts werden daar de materialen geleverd voor wat de volgende dag moest verwerkt worden: zand, stenen, cement. Wanneer er nu die nacht één van de leveranciers niets gebracht had kon er dus niet gewerkt worden. Geen probleem, iedereen terug het busje in en terug naar huis…en zo ging dat elke dag zijn gangetje. Op het einde van de maand werd een loon uitbetaald dat geen cent verschilde of ze nu een hele maand gewerkt hadden of een hele maand onverricht ter zake terug naar huis gevoerd werden. Ik neem aan dat deze twee zaken jullie een idee geven van wat de overgang van oost naar west bij deze mensen teweeg gebracht heeft. Ja, er zijn zo van die dingen die een mens niet gauw vergeet. Dikwijls zijn het emotionele gebeurtenissen die een reis zo speciaal maken en het volgende gebeuren wil ik toch ook wel meegeven. Op één van de wandeldagen op het traject van de Rennsteig maakten wij op de middag pauze achter de tuintjes van een typische arbeiderswijk. Plots zag ik twee auto’s naast elkaar staan: een totaal nieuwe Toyota Celica (zo’n half sportmodel) en een aftandse Trabant. Ik vond dit een leuk beeld om een plaatje van te nemen: het oude en het nieuwe Duitsland broederlijk naast elkaar. Plots ging er achter mij een poortje open, een man kwam ietwat schoorvoetend op mij af. Toen hij zag dat ik een foto wou nemen begon de man te stralen…’prachtige wagen hé mijnheer, mijn zoon heeft die net gekocht’, zei hij. En toen maakte ik in die man zijn ogen de blunder van mijn leven! ‘Ja, zei ik, heel mooie wagen. Maar, beste man, over tien jaar zal die Trabant meer waard zijn dan die nieuwe wagen!’ Ik verzeker jullie, dat gezicht van die man zal mij eeuwig bijblijven. Al 25 jaar vraag ik mij wat die van mij moet gedacht hebben. Feit is dat hij zich omdraaide en zonder verdere commentaar terug de poort achter hem dicht deed. Er zijn zo van die kleine dingen waaruit je wel kan opmaken dat deze mensen, de Saksen, een hecht blok vormen dat ver boven elk politiek gekrakeel staat. Zo is er bijvoorbeeld het verhaal van het ‘Ampelmännchen’. Vrij vertaald is dit het mannetje op het verkeerslicht voor de voetgangers. Na de ‘Wende’ was het toenmalig Bondskanselier, Helmut Kohl, opgevallen dat plotseling in het hernieuwde Duitsland niet alle afbeeldingen op het verkeerslicht voor voetgangers hetzelfde waren en dat kon niet. Ja hoor, zoals overal houden de belangrijkste mensen zich ook met de belangrijkste problemen bezig. Maar zie, dat was zonder de Dresdenaren gerekend die massaal op straat kwamen om te voorkomen dat hun mannetje vervangen werd door die Westerse knul. Mijnheer Kohl wist direct waar hij aan begonnen was…het ‘Ampelmännchen’ is gebleven.
Nu eerlijk gezegd, zelf zou ik niet op straat gekomen zijn voor hun afbeelding maar er is meer. Naast het mannetjes is er namelijk ook een ‘Ampelweibchen’ en dat is wel echt mooi.
Kenmerkend voor de plaatselijke mentaliteit is ook de wijze hoe men de stad heropgebouwd en eigenlijk nog steeds aan het heropbouwen is. Het puin van de panden die verwoest werden door de bombardementen heeft men gewoon laten liggen tot er een project voor die site ontstond. Met het opgeruimde puin wist men niet direct raad en men heeft dit juist aan de stadsrand op één grote hoop gegooid, net zoals bij een afvalberg van een koolmijn. En ja, na jaren heeft men er ook gras over gezaaid. Het resultaat is dat je nu bij het binnenrijden van de stad langs de hoofdweg als eerste monument deze immense berg met begroeid puin te zien krijgt.
Een ander fenomeen is de fameuze Frauenkirche. Tijdens de verwoestende bombardementen waren honderden mensen in deze kerk gevlucht. Het ogenblik van de bombardementen zelf bleef de kerk overeind maar toch overleefde binnenin niemand de gruwel. De hitte van de bommen was zo intens dat iedereen verkoolde. Pas enkele dagen later zou de kerk bijna volledig instorten. En zie, andermaal is alle puin mooi op zijn plaats blijven liggen. Binnen de DDR was de heropbouw van kerken verre van een prioriteit maar toen in 1989 een beweging tot stand kwam die
hier wel wat vaart wou in brengen werd schoorvoetend begonnen met wat voorbereidend werk. Maar pas later na de ‘Wende’ en 60 jaar verder werd, met technische en technologische hulp van het Westen, de kerk helemaal terug heropgebouwd. De financiële middelen…die kwamen hoofdzakelijk van de burgers die werkelijk alles deden om ‘hun’ kerk terug te laten verrijzen uit haar as. Een goede 11 jaar later, op 30 oktober 2005, was het dan zover en had Dresden zijn Frauenkirche terug. En ik garandeer u, men heeft er iets unieks van gemaakt. En als u de kans krijgt om deze kerk te bezoeken laat het u dan ook die paar euro’s kosten om de koepel te bezoeken. U geniet niet alleen van een schitterende zichten binnenin de kerk maar daarboven ligt Dresden aan uw voeten.
En dames, wat nu volgt knipt u best uit, vergroot het en hang het her en der in uw woning: de vrouw geniet hier een bijzondere status, zij geniet het allerhoogste respect! Waarom? Vrij simpel, omdat de vrouwen het hier dubbel en dik verdiend hebben! Na de oorlog was er een immens gebrek aan mannelijke werkkrachten…gesneuveld, ergens gevangen genomen, zwaar gewond en ja, gewoon weggelopen. Het waren de vrouwen die met blote handen het meeste puin opgeruimd hebben om de stad ietwat leefbaar te maken. Zij kregen dan ook het belangrijkste standbeeld van de stad…’Die Trümmerfrau’. Tik deze ‘Trümmerfrau’ maar eens in op Google, klik gewoon het eerste item aan en u krijgt een rist van foto’s te zien van deze kranige dames. En helaas, heropbouwen moeten ze hier nog altijd geregeld doen. De ligging aan de Elbe bezorgt de inwoners geregeld kopzorgen. In 2012 waren er de zwaarste
overstromingen in 100 jaar. Nadat het water teruggetrokken was begon men als één blok met de opruimingswerken. De gebouwen waren dermate door het water verzadigd dat men tot bijna 2 meter hoogte de binnen-en buitenbepleistering diende af te kappen, alles keurig laten drogen en terug bezetten. Ziezo, ‘terug voor 100 jaar gerust’ dacht men. Nog geen jaar later was het weer van dat. Deze keer iets minder dramatisch maar de laagst gelegen wijken konden hun werk van 2012 helemaal overdoen. Ja, om hier niet moedeloos van te worden moet je ‘Dresdener’ zijn.
Zoals ik al aangaf in het begin van de tekst werd ook wat tijd uitgetrokken om de plaatselijke kerstmarkt te bezoeken. Nu ja, zoals zovelen had ik ook zoiets van ‘als je er één gezien hebt, heb je ze allemaal gezien’ en in de meeste gevallen is dat ook zo. Welnu ik viel van de ene verbazing in de andere toen ik deze kerstmarkt, die hier trouwens Dresdner Striezelmarkt noemt, bezocht. Ieder kraampje was een pronkstuk, een kunstwerk. Ik probeer hierna met een paar foto’s hiervan iets weer te geven maar helaas, de sfeer kan ik er niet bij toveren. Iets verder is er nog een iets kleinere kerstmarkt en die staat volledig in het teken van de middeleeuwen. Eveneens zeer speciaal maar de Striezelmarkt… ik had nooit gedacht dat een kerstmarkt mijn hart kon veroveren maar deze zal ik nooit vergeten. Het heeft natuurlijk ook zo zijn nadeel want mij nu nog naar een andere kerstmarkt krijgen…nou moe, dat wordt lastig hoor! Ook op andere locaties in de stad zijn er tal van kleine kerstmarkten maar die zijn, sorry dat ik het zo moet uitdrukken, van het slag zoals wij die doorgaans kennen.
Deze Poolse kerels vroegen wel 2 € om hun halve os aan ‘t spit te fotograferen!
DRESDEN heeft natuurlijk veel meer te bieden dan een kerstmarkt. Reeds voor de val van de muur stonden alle grote wereldspelers klaar om zo vlug mogelijk voet aan wal te krijgen in dit, voor hen, nieuw te ontginnen gebied. De slogan ‘eerst is eerst’ was hier zeker van toepassing. Het oude stadsgedeelte heeft zich grotendeels kunnen vrijwaren van deze stormloop. Plaats was er genoeg, gewoon de puin nog ruimen. Aldus kwam er een enorme (wandel)boulevard van ruim één kilometer met langs beide zijden al die grote mastodonten. Wie hier ’s avonds nog even rondslentert waant zich even in het centrum van New York. Alleen de gebouwen zijn hier niet zo hoog, je hebt nog wat overzicht. Ook de museumfanaten kunnen hier hun hartje ophalen. Eigenlijk terug hetzelfde verhaal…door alles nieuw te moeten opbouwen heeft men ook alle moderne technieken gebruikt. Daar wij zelf niet de tijd hadden om er een bezoek aan te brengen verwijs ik liefhebbers graag door naar de website www.dresden.de. Een goede 25 kilometer van Dresden is er nog een ander klein stadje waar Je zeker ook naar toe moet. Voor de heren zal de naam waarschijnlijk niet zo veel zeggen, maar de dames…Meissen. Maar hierover laat ik jullie nog even in het ongewisse want dat is voldoende stof voor een ander verhaal.
ERIK Ach ja, kom ik laat jullie toch nog even wat meegenieten van de Striezelmarkt…
Maar net zoals in vele steden stuit men bij graafwerken op oude sites en dan is het net zoals bij ons…maak plaats voor de archeologen. Ook in Dresden zijn er momenteel zo een aantal plaatsen waar het verfborsteltje voorrang heeft op de graafmachine. En eerlijk gezegd, deze sites zijn wel het bezien waard. Kijk maar even mee.