Oogheelkunde
Staar
Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep
Deze folder geeft u informatie over het ziektebeeld staar en de gang van zaken vóór, tijdens en na de staaroperatie
Wat is staar?
Onder normale omstandigheden is de lens van uw oog helder en doorzichtig. Staar (cataract) is een vertroebeling van de lens in het oog. Als de ooglens troebel is, worden de lichtstralen in hun beloop gestoord, zodat er een onscherp beeld op het netvlies ontstaat. Ouderdomsstaar (seniel cataract) is de meest voorkomende vorm en is een gevolg van ouder worden. De eiwitten in de normale lens gaan in de loop van de jaren samenklonteren waardoor de lens minder helder wordt. Het gezichtsvermogen wordt daarmee steeds slechter. De snelheid van verslechtering wisselt per persoon.
Wat is een staaroperatie?
De troebele ooglens zit in een lenskapsel (of dun lenszakje) wat rondom aan spiervezeltjes is opgehangen. Eerst wordt aan de bovenzijde van het hoornvlies een kleine opening (2.5 à 3 mm) gemaakt, dan wordt het lenszakje aan de voorzijde geopend. Vervolgens wordt de lens door vergruizen en opzuigen uit het zakje verwijderd. Daarna wordt een kunststof lensje in het lenszakje geplaatst. Soms moet de techniek tijdens de operatie worden aangepast. De wond is in principe zelfsluitend.
Hoe vaak komt staar voor?
Onder de 65 jaar heeft ongeveer 3% last van staar, tot 85 jaar ongeveer 20%. Een groot aantal mensen heeft op oudere leeftijd enige mate van staar zonder dat dit door een arts als zodanig is vastgesteld of zonder dat men er last van heeft. Staar is wereldwijd een veelvoorkomende en belangrijke oorzaak van slechtziendheid.
Wat zijn de klachten van staar?
Meestal wordt de lens langzaam troebel en kan het jaren duren voordat de patiënt er iets van merkt. Soms gaat het proces een stuk sneller en treedt al na enkele maanden een merkbare verslechtering van het zicht op. Klachten kunnen dan zijn: • minder scherp kunnen zien (waziger beeld) • kleuren worden grauwer • dubbelbeelden (schaduwbeelden) met één oog • last van lichtverstrooiing (zon, autolichten) • veranderende brilsterkte • slechter zien in het donker.
Wat zijn de oorzaken van staar?
De meest voorkomende vorm van staar is het gevolg van het “normale” verouderingsproces, net als het krijgen van rimpels. Andere oorzaken van staar zijn: aangeboren afwijkingen, (oog)ziekten, medicijngebruik en verwondingen aan het oog. Tot op heden weet men niet hoe ouderdomsstaar moet worden voorkomen.
Wat houdt het oogheelkundig onderzoek in?
Het eerste deel van het onderzoek vindt plaats door de assistente. Zij meet de gezichtsscherpte en oogdruk. U krijgt druppels om de pupillen te vergroten. Het tweede deel vindt plaats door de oogarts. Deze kijkt of er sprake is van staar en of er nog andere afwijkingen aan het oog zijn die de gezichtsscherpte kunnen beïnvloeden.
Wanneer behandelen?
Wie nog goed genoeg ziet om zonder problemen het dagelijkse werk en hobby’s te kunnen uitvoeren, hoeft zich (nog) niet te laten behandelen. Zodra de staar zo hinderlijk wordt dat het dagelijkse leven erdoor verstoord raakt, kan het gezichtsvermogen vrijwel altijd hersteld worden door middel van een operatie. Tenzij er andere afwijkingen zijn aan het oog. Staar gaat niet vanzelf over. Het gezichtsvermogen gaat meestal langzaam maar zeker achteruit. De enige behandeling voor staar bestaat uit het vervangen van de troebele ooglens door een kunstlens. Hiervoor is een operatie noodzakelijk.
Voorbereiding voor de staar operatie.
Als de oogarts de voor- en nadelen met u heeft besproken gaat u met uw gegevens naar de balie om afspraken te maken. Er zal een afspraak voor een ooglengtemeting en als dat nodig is voor het Pré Operatief Spreekuur (POS) gemaakt worden of bij de afdeling Planning. U krijgt een recept voor oogdruppels mee.
Ooglengtemeting (ook wel lensmeting genoemd) Dit is een korte en pijnloze meting van beide ogen die gedaan wordt door een TOA. (Technisch oogheelkundig assistent) Met behulp van deze ooglengtemeting wordt er voor iedere patiënt een kunstlens berekend van geschikte sterkte.
Welke lens komt er in uw oog?
Bij de meeste operaties wordt er een lens geplaatst waarmee u na de operatie zo goed mogelijk in de verte ziet. Voor het lezen hebt u een bril nodig. Het kan ook zijn dat u voor het in de verte zien nog een extra correctie nodig hebt. U moet er rekening mee houden dat u een bril blijft houden. (Er zijn ook multifocale en torische lenzen. Hiervoor moet u zelf bijbetalen.)
Pré Operatief Spreekuur
De vragenlijst die u hebt gekregen bij het maken van uw afspraak voor het POS moet u invullen en meenemen als u naar het POS-spreekuur toegaat. Zonder deze ingevulde vragenlijst kan de afspraak voor het POS niet doorgaan. Op dit spreekuur hebt u een gesprek met een medewerker van de apotheek.
Daarna zal een verpleegkundige een aantal metingen bij u verrichten, zoals lengte, gewicht en bloeddruk. Vervolgens hebt u een gesprek met de anesthesioloog. Daar kunnen uw vragen over de verdoving beantwoord worden. (Zie folder: Zorg rondom uw operatie of behandeling)
Wat gebeurt er vóór de operatie?
Thuis begint u twee dagen vóór de ingreep met druppelen van het oog dat geopereerd moet worden, met de flesjes die voorgeschreven zijn door de oogarts. U moet ook op de dag van de ingreep druppelen. (Zie folder: Oogdruppelen, hoe moet dat.) Omdat u stickers voor de bewaking op uw borst geplakt krijgt, is het belangrijk om ruimzittende kleding te dragen. Tijdens de ingreep mag u geen sieraden dragen. Geadviseerd wordt om deze thuis te laten. Neem een brillenkoker voor uw bril mee. Als u een gehoorapparaat draagt moet u deze aan de kant waar geopereerd wordt uit doen (het kan nat worden). U moet zelf voor vervoer zorgen. Na de staaroperatie kunt u niet zelf autorijden.
Wat gebeurt er op de dag van de operatie?
Er zijn verschillende mogelijkheden van planning rond de operatie. De oogarts bepaalt in overleg met u wat de beste route is. • U meldt zich bij de gastvrouwen/-heren balie in de hal (naast de receptie). • U wordt naar de voorbereidingsruimte of naar de afdeling gebracht.
• Om privacyredenen van de patiënten, is het helaas niet toegestaan dat uw begeleider met u mee naar deze ruimte gaat. De totale behandeling duurt 2 - 2,5 uur. Uw begeleider kan in de centrale hal op u wachten. Er kan zonodig contact met uw begeleider opgenomen worden. Geeft u het telefoonummer s.v.p. even door. • In de voorbereidingskamer krijgt u oogdruppels. • Geadviseerd wordt om vóór de ingreep gebruik te maken van het toilet. • U wordt naar het OK complex gebracht. Daar mag u geen persoonlijke bezittingen meenemen. Deze kunnen in een afgesloten kast in de voorbereidingsruimte blijven. • U krijgt een muts op en een speciale jas en overschoenen aan. • Er wordt een infuusnaaldje in uw hand ingebracht, stickers voor hartbewaking op uw borst geplakt en een bloeddrukband om uw arm gedaan. • Als u een verdovingsprik krijgt, wordt dit door een anesthesioloog gedaan. De verdoving met druppels wordt door een verpleegkundige gegeven. • Na de operatie wordt u teruggebracht naar de voorbereidingsruimte of de afdeling.
Operatie onder algehele anesthesie
Als u onder algehele anesthesie geopereerd wordt, wordt u op de afdeling Dagverpleging opgenomen. U krijgt dan operatiekleding aan en wordt per bed naar het OK complex gebracht. De totale behandeling duurt langer maar in principe gaat u dezelfde dag weer naar huis. Uitzonderingen worden met u besproken door uw behandelend arts.
Welke methoden van verdoving zijn er?
Een staaroperatie kan plaatsvinden onder plaatselijke verdoving (met een prik of druppels) of onder algehele narcose. Met druppels is alleen het gevoel verdoofd. U kunt zien en uw oog wel bewegen. Met een prik is de hele omgeving van het oog verdoofd. U kunt niet voelen en bewegen en meestal ook niets zien. De oogarts zal, in overleg met u, beslissen welke manier van verdoven het beste bij u past. Uw algemene gezondheidstoestand is hierbij van belang en het feit of u rustig stil en plat kunt liggen (minstens 15 minuten). Als u onder narcose gaat moet u nuchter zijn, d.w.z. dat u 5 uren tevoren niets mag eten en drinken. De vorm van verdoving heeft geen invloed op het resultaat van de operatie.
Hoe verloopt een staaroperatie?
Op de operatiekamer krijgt u een steriele doek over het hoofd. Onder die doek wordt lucht toegediend zodat u het niet benauwd krijgt. De operatie vindt plaats volgens de Phaco-emulsificatietechniek. Hierbij wordt een klein wondje in het hoornvlies gemaakt en wordt de lens verpulverd en weggezogen. De kunst-lens wordt dan op de plaats ingebracht waar uw eigen lens zat. Deze lens gaat in principe uw hele leven mee. Het wondje wordt meestal niet gehecht, het sluit vanzelf. Aan het einde van de operatie krijgt u zalf in uw oog en een kapje ervoor.
Wat gebeurt er direct na de operatie?
U wordt de dag na de operatie gebeld door de assistente (TOA), tenzij de oogarts dit anders met u heeft afgesproken. De assistente neemt met u een aantal vragen door om te controleren hoe het met het geopereerde oog gaat. De ochtend na de operatie mag u het kapje verwijderen en direct met druppelen starten. De nacontrole vindt meestal na 3- 5 weken plaats bij de TOA. De assistente geeft u zonodig een recept voor een bril mee. (Meestal kunt u tijdens deze weken niet meer lezen met uw oude bril.)
Hoe moet ik druppelen?
• was uw handen en droog ze goed af • buig uw hoofd achterover en kijk naar het plafond • houd het flesje boven uw oog
• knijp in het flesje en laat een druppel vallen in het gootje van het onderste ooglid. • Wacht 2 minuten voordat u de volgende druppel uit het tweede flesje druppelt.
Wat kan ik verwachten na de operatie?
Als u een prik voor de verdoving gehad hebt, ziet u op de dag van de operatie eerst helemaal niets. Als de verdoving uitgewerkt raakt, kunt u vreemde dingen zien. Het kan ook zijn dat u tijdelijk dubbel ziet. De eerste week na de operatie kan het beeld nog onscherp zijn. Dit kan komen door de operatie zelf, door de druppel of doordat de bril nog niet aangepast is. Uw oog zal de eerste weken intensief gedruppeld moeten worden. Na 5 à 6 weken kunt u uw bril laten aanpassen. De opticiën meet de sterkte altijd na.
Wat kunt u wel en niet doen na de operatie?
• De dag na de operatie kunt u weer douchen, ogen dicht houden • 1 week: oogkapje, alleen ‘s nachts, dragen op het geopereerde oog • 3 maanden niet te hard in het oog wrijven • 3 weken niet zwemmen • 3 weken geen balsport of contactsport • 2 weken niet te zwaar tillen. • normale huishoudelijke activiteiten, lezen, wandelen, en fietsen zijn toegestaan. Indien u plotseling pijn krijgt, het oog roder wordt, of u gaat waziger zien dan de dag ervoor, dient u uw oogarts te bellen via het ziekenhuis: Overdag, tijdens kantooruren, met de polikliniek Oogheelkunde. Telefoonnummer: (0515) 488 153. Als u de voicemail inspreekt, wordt u teruggebeld. Buiten kantooruren of bij geen bereik. Telefoonnummer: (0515) 488 888
Heeft een staaroperatie risico’s?
Net als alle andere operaties heeft ook een staaroperatie risico’s. Omdat deze operatie heel regelmatig wordt gedaan is het risico laag. Tijdens de operatie • Er kan een scheur in het lenszakje komen. De lens moet dan op een andere manier vastgemaakt worden of er moet voor een ander type lens gekozen worden. Dit hoeft het uiteindelijke resultaat niet te beïnvloeden. In enkele gevallen (1 à 2 %) is een aanvullende operatie nodig. • Bij een scheur in het lenszakje kunnen brokstukjes van de lens in het glasvocht terecht komen. Er is dan een aanvullende operatie nodig. bij minder dan 1 : 500)
Na de operatie
• Er kan een ernstige bacteriële infectie optreden (minder dan 1 : 1000) waardoor het gezichtsvermogen slechter kan worden dan vóór de operatie. (endophthalmitis) • Een lichtere niet bacteriële ontsteking kan ontstaan. Deze is met langer druppelen te behandelen. (5 %) • Dagen tot weken na de operatie kan vocht in de macula (gele vlek) ontstaan. Met druppels geeft dat in 99 % een totaal herstel. • Troebel hoornvlies komt zelden voor en herstelt meestal goed. • Hoge oogdruk komt incidenteel voor en herstelt meestal goed.
• Een droog gevoel (zandkorrelgevoel) komt regelmatig voor en herstelt meestal na 3 weken tot 3 maanden. Eventueel worden kunsttranen voorgeschreven. • Nastaar kan na weken of jaren optreden. Dit houdt in dat het lenszakje troebel wordt. Dit komt veel voor. Nastaar is goed met laserbehandeling te verhelpen.
Tenslotte
Als u na het lezen van deze informatie nog vragen hebt, kunt u op werkdagen contact opnemen met de polikliniek Oogheelkunde. Telefoonnummer: (0515) 488 153 Als u de voicemail inspreekt met uw naam, geboortedatum en telefoonnummer wordt u dezelfde dag nog teruggebeld.
Antonius Ziekenhuis Bolswarderbaan 1 8601 ZK Sneek
Postadres Postbus 20.000 8600 BA Sneek
Urkerweg 4 8303 BX Emmeloord
Telefoon 0515 - 48 88 88
Vissersburen 17 8531 EB Lemmer
www.mijnantonius.nl
23-06-2014