ONTWERP NAVIGATIEBRUG FREGATTEN,,VAN SPEYK'' KLASSE door P. L.Walraven en A. Lazet alde in 1953 te werkzaam bij ,in 1962, na een
r
Utrecht. Sinds
afloop van technische
ogie RVOenskunde"
S
1.
Inleiding
Het ontwerp van een navigatiebrug wordt bepaald door een groot aantal factoren van veelal technische aard. Daarenboven is van groot belang refening te houden met
het feit, dat op de brug het werk wordt verriðht door m-ensen, *.u.*. inrichting, verlichting en de visuele presentatie van informatie via meters e.d. moet gekozeî
worden op grond van de handelings- en waarnemingscapaciteiten van de mens. A-ls onderwerp van studie kril'gt dit laatste steeds meeì aandacht. De Koningijke
Marine vroeg advies aan het rnsdtuut voor Zintuigfysiologie R.v.o.-T.N.o., 6etreffende deze factoren bij het ontwerp van de navigatiebrug van de fregatten van de ,,van speyk"-klasse. Een voortdurende confrontati" uu.rï"t door dJ K.M. als eisen wordt gesteld t.a.v. de wijze van commandovoering en de beschikbare technische mogelijkheden, met wat door het Instituut naar voren werd gebracht als sL ggesties, resulteerde in een ontwerp, dat in $3 wordt beschreven 1). De gesprekken met de K.M. werden op diverse wijzen gevoerd, De auteurs hebben een ¡eis meegemaakt aan boord van Hr. Ms. ,,Amsterdam", een B-jager van vergelijkbare grootte als de te bouwen fregatten. Alle mogelijke gastvr¡hãio werd bij die gelegenheid verleend en door de vele gesprekken rr"i simpelweg toezien werd begrip verkregen omtrent wat noodzakelijk op "n de brug moet gebeuren. om te geven aan inmiddels gegroeide opváttingen wãd overgãgaan tø _gestalte _de het bouwen van een mock-up, schaal 1 : 1. Een dãrgeüjÈmodel op ware grootte bleek van onschatbare waarde te zijn. Enerzijds vereenvoudþ ditïet ontierpen zeff, anderzijds wordt het gesprek met de belanghebbenden verlemakkelijkt en nLtt daarenboven meer crvertuigingskracht. Het komt ons voor ¿ai oit huþmiddel het Y"+ yT alle belanghebbenden als team heeft bevorderd. Aan de besclrijving van de indeling in $3 gaat vooraf een algemene bespreking van de eilsen te stellen aan een brug. Hierin wordt ontwikkeld de visie op èen ideaal beeld van de brug. MÄRINEBLAD
1966
569
ONTWERP NAVIGATIEB,RUG FREGATTEN,,VAN SPEYK.K;I-ASSE'' S
2.
Eisen voor, en een ideaal beeld van een brug
De eisen te stellen aan de navigatiebrug van een fregat zijn geheel verschillend van die b.v. te stellen aan de brug van een koopvaardijschip z, a). Daarom is het goed eerst de mening van een tweetal marine-officieren naar voren te brengen.
Besnard a) beschrijft de eisen door de officier van de wacht te stellen.
ffi
moet een
goed uitzicht hebben, dient de instrumenten ter bepaling van afstand, snslheid, positie en andere, o.a. electronische apparatuur dicht bij de hand te hebben, even¿ls de verbindingsmiddelen met de roerganger en machinekamer, en moet de mogelijkheid bezitten om de uitvoering van commando's te ,,checken". Dit vereist naar het inzicht van Besnard een compacte opstelling van instrumenten rondom het peilkompas, waarachter de officier van de wacht zijn centrale positie heeft. Met andere woorden het vererst een cockpit-achtþ constructie. Deze visie is één van de twee stromingen die te onderkennen is t.a.v. het inrichten van de brug. De andere strorning is, zonder overigens af te doen aan de eisen door Besnard gesteld, dat op een brug vrije ruimte autwezig moet zijn om zich te be-, wegen en dat een overzicht van het dek noodzakelijk is. Van Rees r), die deze op-
vatting huldigt, betwijfelt of de officier van de wacht wel waakzaam,,,alert" blijft wanneer hij gedurende lange tijd in een cockpit moet zitten. Zijn visie is, dat een cockpit alleen dan gebruikt moet worden als men daar door ruimtegebrek toe geilwongen wordt.
fie.
1
r-1\
570
MARINEBLAD
1966
ONTWERP NAVIGATIEBRUG FREGATTEN,,VAN SPEYK-KI-ASSE"
Beide opvattingen zijn, naar het ons voorkomt, een gedeelte van de oplossing. Ons inziens zijn deze namelijk te combineren. Een oplossing in die richting is gesuggereerd door Hughes 6), die een splitlwel bridge voorstelt, waaÍnee bedoeld wordt een grote brug, waarboven een kleine (de coclcpit) wordt geplaatst. Voor het behouden van een overzicht vanaf de brugvleugel impliceert dit duplicering (althans gedeeltelijk) van de instrumenten. O.i. leek de mogelijkheid aanwezig om op de ruime brug, zoals deze voor de ,,van Speijk"-klasse ontworpen is, een cockpit-achtige arrangering van de instrumenten en verbindingen in de brug te maken. Hierbij dient er tevens zorg voor gedragen te worden, dat de instrumenten van een dusdanige grootte zijn, dat deze over een groot gedeelte van de brug zichtbaar kunnen zijn, zonder opoffering van de ruimte op de brug. Een struikelblok voor een goede arrangering is het peilkompas. Het zou beter zijn, wat de arrangering betreft, dit te vervangen door een peiling-periscoop-achtþ constructie (zie b.v. het canadese ontwerp 7), die tegen het plafond is aangedrukt, en die tijdens het gebruik naar beneden wordt getrokken tot boven de kaartentafel. Een andere voorziening, die veel tijd zou besparen, is die waarbij het radarbeeld onder op de kaart geprojecteerd wordt, wa¿rdoor de plaats van het schip direct bepaald is. Een eis hierbij is dat de helderheid van het radarscherm hoog is, zodat ook overdag dit middel bruikbaar is. De projectie van een lichtende lijn vanaf de peilingperiscoop op de kaart zou direkt de richting aan kunnen geven van het gepeilde voorwerp. In deze situatie kan de officier van de wacht achter de kaartentafel zitten, links van hem onder handbereik alle verbindingen, rechts van hem een beeldkast, boven de kaartentafel de peilingperiscoop en recht naar voren boven het raam de voornaamste instrumenten hebben. De geschetste voorzieningen waren niet alle realiseerbaar. Echter mø dit ideaal voor ogen werd op grond van de hiervoor genoemde eisen de indeling van de navigatiebrug ontwikkeld. Nader konkretiserend en samenvattend zijn de eisen als volgt:
l)
De officier van de wacht dient een zodanige positie in te nemen, dat met zo geing mogelijke hoofdbewegingen de voomaamste instrumenten afgelezen kunnen worden.
2) De afstand tussen peil-kompas, radar en kaartentafel dient zo kort mogelijk te zijn.
3) De opstelling van de instrumenten dient zo compact te zijn, dat deze door de officier van de wacht alleen en snel bediend kunnen worden. 4) Het moet mogelijk zijn dicht langs de ramen te lopen. 5) De zitplaats van de commandant dient zo gekozen te worden, dat hij een goed overzicht heeft van de instrumenten (ook radar) en een goed vitzicht naarbuiten heeft. Q De posities van de instrumenten dienen zodanig te zijn, dat de aanwezigheid van een aantal personen (hoogstens 5) niet hinderlijk is. 7) De positie van de personen dient zo te zljn, dat zij elkaar niet hinderen. MARINEBLAD
1966
571
ONTWtsRP NAVIGATIEB.RUG FREGATTEN,,VAN SPEYK-KLASSE"
3. Feitelüke uitvoering en de daartoe geleid hebbende overwegingen a. Globale indeling S
De cent¡ale plaats van de officier van de wacht is in de hartlijn van het schip, achter het peilkompas.
Het peilkompas dient zo_geplaatst te zijn, dat een zo groot mogerijke peilingshoek bestreken kan worden, dus dat het uiøicht gezien uãnuii rrø"tó.npår, ro"groot mogelijk is. Dit vereist daardoor, dat het kompas zo ver mogelijk naar voren komt te staan,
Een tweede eis is, dat het uitzicht onder een hoek van 90o onbelemmerd is, o.a. in verband met het in smaldeel verband varen. De meest geschikte plaats is dan, dat de lijn onder 90o door het kompas het centrum van een ruit snijdt. Beide eisen combinerend is de enige plaats zoãls die aangegeven in Fig. 1. De plaats voldoet daarbij aan de eis, dat men schuin voor het kompas staande, inderdaad naar achteren kan peilen. Dit moet dan wel ten koste gaan vanpaneel_ bouw onder de centrale ruit. Dit wordt later uitvoeriger behandeld. Dit zou niet nodig geweest zijn, als het komp opgeschoven. Hierdoor zou ook meer loopruimte In dat geval is de plaats van de officier van de w instrumenten. Gemakkelijke loopruimte voor het centrale raam is dus opgeofferd aan de ge_
noemde voordelen. 'ele De af te lezen en te bedienen instrumenten, slagentellers, lintkompassen, microfoons e.d' zijn zo veel mogelijk symmetrisch ge.atrgsóhikt rondom hetïompas, nl. boven de centrale ramen en in panelen rinks en rechti van het kompas.
Teneinde de afstand tusser kompas, radar en kaartentafär zo gering mogelijk te houden werd de kaartentafel links achter het peilkompas en de ådar rechts achter het peilkompas gep wand geplaatst om commandant rechts en heeft een goed o
te plaatsen kon alle De positie van de seiners is gekozen aan de achterkant. Hierdoor vormen ze gæn blokkering en is het eenvoudig om met een gordijn geno€g afscherming tegen uit_ stralend licht te verkrijgen.
Aan de achterkant is ook de boekenkast geplaatst.
b.
Details betreffende apparatuur, verlichting en vormgeving
l.
de kaartentafel
Het tot nu toe gebruikte model van kaartentafel heeft een aantal bezwaren. fn de eerste plaats is de lichtkap overdag zo \aîr beneden geklapt, dat deze op de voor_ kant van de tafel lþ. Hierdoor is de voorkant van de tãfel nìei vnj orr op te werken. Dit wordt bovendien verhinderd door de vrij grote lamp. De tatet treett verder een massieve onderbouw, zod,at de voeten niet onãer het ta?elblad kunnen komen, het_ 572
MARINEBLÁ.D
1966
ONTTWERP NAVIGATIEBRUG
FREGATTEN,,VAN SPEYK-KLASSE''
fre.2
geen het staan achter de tafel bemoeilijkt. Bij het nieuwe ontwerp is uitgegaan van dezelfde oppervlakte van het tafelblad. Dit blad is geplaatst op 2 poten op de middenlijn van de tafel. Dit geeft behalve een gemakkelijk staan achter de tafel ook een ruimere indruk van de brug. De lichtkap is nu zo geconstrueerd, dat in ingeklapte toestand deze kap geheel weg-
zinkt in het blad. De vedichting (combinatie van rood en wit, waarvan intensiteit instelbaar) is in de kap gemonteerd, zodat dit ook in het tafelblad is geborgen. Het gebruik van rood licht is noodzakelijk om het oog zo gevoelig mogelijk te houden voor het zien in het duister a). Enig wit licht moet toegestaan worden om de kleuren van de Decca-lijnen te kunnen onderscheiden. Men kan zich overþns afvragen of deze kleuren uit het oogpunt van onderscheidbaarheid wel zo gelukkig gakozenzijn.
2.
Paneelbouw
Het aanbrengen van de instrumenten in panelen heeft het voordeel, dat de instrumenten overzichtelijker kunnen worden gegroepeerd en het geheel van de brug een rustig aanzien heeft.
a.
Paneel boven de ramen
De realisering van een paneel centraal boven de ramen, waarin de roerstandaanMARINEBLAD
1966
57?
ONTWERP NAVIGATIEB.RUG FREGATTEN,,VAN SPEYK-KLASSE''
wijzer, de slagenteller, de filmdochterkompassen, ontvanger winclsnelheid, vaafaanwiizet en mijlenteller zijn geplaatst, is uit een oogpunt van afleesbaarheid en overzichtelijkheid een groot winstpunt. Voor de bekabeling moesten een aantal ernstþ technische problemen worden opgelost om dit te realiseren. Door verschillende vormen te kiezen, ziin de diverse meters gemakkelijk van elkaar te onderscheiden (Fig. 2, zie ,\). De verlichting is zoveel mogelijk inwendig uitgevoerd, zodat des nachts wijzer en schaalverdeling zelflichtend zijn. Dit waarborgt bij geschikte uitvoering van schaalverdeling en letters en cijfers e) een maximaal beschikba¡e afleesbaarheid en een minimale uitstraling van het licht. Dit licht is rood gekozen om donker geadapteerd te blijven. Voor een eenvoudig onderhoud zijn de meters geheel uitklapbaar gemaakt, waarbij de electrische aansluiting inwendig via een plug wordt verzorgd. Met een nadeel van paneelbouw nl. de ontoegankelijkheid van de meters voor onderhoudsdoeleinden is hiermede volledig afgedaan.
b.
Andere panelen
Links naast het peilkompas is het tele4raafpaneel opgesteld. Voor de telegrafen werd een nieuw ontwerp gemaakt (Fig. 2 zie B). Deze hebben nu een eenheidsformaat: de knop van de gever-ontvanger wordt bij de enkelvoudige ontvanger gebruikt als dimknop voor de verlichting. Het paneel aan bakboord bevat voornamelijk de navigatieapparatuur. De telefoons zijn hierin zodanig gegroepeerd, dat bij oproep van andere personen dan de officier van de wacht, deze daardoo¡ niet gehinderd wordt. Aan het uiteinde van de BB-wand zijn de aansluitingen voor de seinlampen in de wand, Vanuit die positie is het mogelijk voorwaarts, zijwaarts en achterwaarts te seinen. De lampen kunnen worden opgeborgen in laden onder het tafelblad van de achterwa¡rd. In het paneel aan stuurboord bevindt zich naast knoppen voor het geven van commando's (vast vuur etc.) de oB-apparatuur. Aan het uiteinde vandeze wand is ook een seinerspositie. In de achterwand zijn boeken- en opbergkasten aangebracht en onder het doorlopende tafelblad laden. Bij de plaats van de seiners aan sB-zijde is een schrijfblad aangebracht Tager da¡r hø tafelblad met daaraan gemonteerd twee dra¿ibare en onder het tafelblad wegklapbare krukken, zodat deze, bij onbezet zijn, geen plaats innemen. $
4.
Conclusie
De indeling overziende, en terugblikkend op de eisen gesteld in $ 2, blijkt dat een compromis bereikt is, waardoor aan de zwen genoemde eisen zoveæ,| mogelijk is tegemoet gekomen. Door de keuze van grootte en plaats van de instntmenten is de officier van de waoht zonder hinder in staat deze af te lezen. Ook van de brugvleugels af is controle nog mogelijk, een positie die vaak wordt ingenomen bij het invaren van een haven. De afsta¡d tussen peilkompas, radar en kaartentafel is zo kort mogelijk gehouden, rekening houdend met eis 4, dat dicht langs de ramen gelopen dient te wo¡den. De opstelling van de instrumenten is, met behoud I'an veel loopruimtg zo gekozen, dat de officier van de wacht de instrumenten alleen en snel 574
MARINEBLÂD
I966
ONTW.ERP NAVIGATIEBRUG FREGATTEN,,VAN SPEYK-KI-ASSE''
fig.
3
kan bedienen. De comma¡rdant heeft een centrale plaats met volledig ovezicht en personen op de brug is niet de aanwezigheid van een aantal mits niet te veel
-
hinderlijk.
-
Zulk
een resultaat kan alleen maar en werd hier zo bereikt tot stand komen door hechte samenwerking van alle betrokkenen. Figuur 2 geeft een ovezicht van de nieuwe brug (mock-up), en figuur 3 geeft hetzellde overzicht van de brug van Hr. Ms. ,,Arn-sterdam". Literatuur l. A. Lazet en P. L. Walraven. Inrichting navigatiebrug fregatten ,,Van Speyk"-klasse. Rap-
porl IZF
2. P. L. J.
4. 5.
6.
1965---20..
Walraven en A. Lazet. Human factors in bridge and chartroom design. J. of the Inst. of Navigation 17, 405--407, 1964. P. L. Walraven en A. Lazet. Erfordernisse beim Entwurf von Brücke und Kartenhaus. Hansa, Zentralorgan für Schiffahrt, 10-1964, Hamburg; A. P. E. J. J. Besnard. ,,Pleidooi voor de brug". Marineblad ó9, 877-882, 1960. E. H. van Rees. ,,Pleidooi voor de brug". Marineblad 70, 97-101,1961. W. P. Hughes Jr. ,,The splitJevel bridge", U.S. Naval Institute Proceedings, I[,{ay 1962,
7.
p. 69-77. R. E. F. Lewin and A. V. Churchill. Ship control and Bridge design. Defense Research
8. 9.
Board, Report no. 557, 1964, Toronto. J. J. Vos, A. Lazet en J. Boogaard. Rood l,icht in wachtvertrekken. Rapport IZE 1965-14. A. Lazet en K. J. van Kasteel. Herkenbaarhe'id registratiokenmerken op luchtvaartuigen.
Rapport
IZF 1965-C4.
MARINEBLAD
1966
575