geboren op: ............................................................................................................. mama: .......................................................................................................................
T 5006 juli 2015
papa / partner: .......................................................................................................
Onthaalbrochure voor moeder en kind
ons kindje: ................................................................................................................
Inhoud Wie is wie
Onthaalbrochure moeder en kind
Begeleiding tijdens de zwangerschap Raadplegingen Kinesitherapie Rookstopbegeleiding Echografie Specifieke onderzoeken Infosessies en cursussen Een team van vroedvrouwen
|2|
p. 4
p. 6 p. 7 p. 7 p. 7 p. 8 p. 10 p. 11
De bevalling Opname op het verloskwartier Informatie over je afrekening
p. 12 p. 13
Op de kraamafdeling
p. 15
De dienst neonatologie
p. 16
Borst- of flesvoeding
p. 18
Terug naar huis Ontslag uit de kraamafdeling Voeding en verzorging thuis
p. 19 p. 20
Tot slot
p. 22
In az Sint-Blasius beschikken we over extra folders en brochures over specifieke onderwerpen i.v.m. je zwangerschap, bevalling en/of verzorging van je baby. Deze kan je bekomen via je arts of de vroedvrouwen. Telkens wanneer je het symbool met de schildpadjes in deze brochure ziet, wil dit zeggen dat er een folder voorhanden is over één van de volgende onderwerpen: -borstvoeding -borstvoeding bij de premature baby -epidurale verdoving tijdens arbeid en bevalling -kangoeroeën -de keizersnede -kinesitherapie voor zwangeren -ontwikkelingsgerichte zorg op neonatologie -rookstopbegeleiding -slaaponderzoek -het syndroom van Down -info tarieven en inschrijving op materniteit -voedingsschema bij flesvoeding -de vroedvrouw bij jou thuis -vaccinatie tegen kinkhoest (Boostrix) -vruchtwaterpunctie
Beste toekomstige mama en papa, Van harte gelukwensen met jullie zwangerschap! We hopen dat alles vlot mag verlopen en dat jullie weldra de trotse ouders zullen zijn van een flinke baby. Samen met jullie, zal ons team zich inzetten om jullie tijdens de zwangerschap en de bevalling optimaal te begeleiden en de geboorte tot een onvergetelijk moment te maken. In deze brochure staan antwoorden op een aantal vaak voorkomende vragen in verband met zwangerschap en bevalling. Mochten jullie na het lezen nog vragen hebben, aarzel dan niet iemand van het team aan te spreken. Wij helpen jullie graag verder. Het team van de dienst verloskunde (gynaecologie) en de kraamafdeling
Breng deze brochure mee bij opname!
Contactinfo verloskwartier (route 93) kraamafdeling (route 91) neonatologie (route 92) afsprakenbureau (route 3) opnameplanning (route 60)
[email protected]
052 25 27 31 052 25 22 80 052 25 27 06 052 25 25 05 052 25 25 74
fotografie in deze brochure door fotografe Christa Nerinckx fotostudio: Langehaagstraat 25 - 9308 Gijzegem www.christanerinckx.be
|3|
Wie is wie
De gynaecologen (van links naar rechts op bovenstaande foto)
dr. Herman Nagels dr. Leen Scharpé dr. Peter Boelens dr. Katrien Laureys dr. Didier Oosterlynck (diensthoofd)
Het team bestaat verder uit: een 30-tal vroedvrouwen waaronder 3 borstvoedingsdeskundigen en 4 vroedvrouwen op consultatie, een assistent(e) gynaecologie, dokter-stagiairs (artsen in opleiding) en studenten vroedkunde.
Gedurende je verblijf op de kraamafdeling zal een kinderarts je baby opvolgen. In az Sint-Blasius ben je vrij in je keuze voor één van onze kinderartsen. Indien je geen voorkeur hebt, zal je baby gevolgd worden door de kinderarts die volgens een beurtrol toegewezen wordt.
Op de kraamafdeling staan ook kinesisten, voedingsdeskundigen en het onderhoudspersoneel klaar om je verblijf zo aangenaam mogelijk te maken. Samen staan we in voor een deskundige zorgverlening.
(van links naar rechts op bovenstaande foto)
Het team van kinderartsen bestaat uit:
dr. Piet Verlinde (diensthoofd neonatologie) dr. Sybien Lampmann dr. Ivo Corthouts (diensthoofd kindergeneeskunde) dr. Els Devleeschouwer dr. Nathalie Smeets (niet op de foto) een dokter-assistent(e) pediatrie (niet op de foto)
De kinderarts is bij een vlotte, normale bevalling niet aanwezig. Enkel wanneer het noodzakelijk is, zal de kinderarts verwittigd worden (bijvoorbeeld bij kunstverlossing, keizersnede, ….). Gedurende je verblijf op de kraamafdeling wordt je baby minstens tweemaal nagekeken door de kinderarts: - een eerste keer de dag na de bevalling (dit kan eventueel ook door de dokter-assistent gebeuren) - een tweede maal net voor het ontslag. Indien nodig kan een extra bezoek van de kinderarts worden gevraagd.
Onthaalbrochure moeder en kind
De hoofdvroedvrouw is Jenny Bogaerts.
De kinderartsen
|4|
|5|
Raadplegingen tijdens de zwangerschap
Kinesitherapie voor zwangeren
Echografie tijdens de zwangerschap
Bij het begin van je zwangerschap zal je behandelende arts of vroedvrouw heel wat informatie verzamelen over jou, je partner en jullie familie. Dit gebeurt om het verloop van de zwangerschap en de bevalling zo goed mogelijk te kunnen inschatten.
Je kan oefeningen volgen onder begeleiding van een kinesitherapeut naar keuze (eventueel ook in ons ziekenhuis) vanaf 26 à 28 weken zwangerschap. Deze oefeningen zijn niet verplicht maar worden wel aangeraden.
Tijdens je zwangerschap wordt 3 maal een echografie uitgevoerd (hiervoor geniet je tussenkomst van de mutualiteit). Je arts kan beslissen om eventueel nog een extra echografie uit te voeren (meestal worden deze dan niet aangerekend).
Raadpleeg de opvolgingskaart om te weten wanneer ongeveer de controles plaatsvinden. Deze kaart krijg je van je gynaecoloog of vroedvrouw; je kan ze ook downloaden via de website van het ziekenhuis: www.azsintblasius.be/patienten/zwanger/hoe-wij-u-begeleiden/ Bij een gezonde zwangerschap kunnen meerdere van deze raadplegingen ook bij je huisarts of bij een vroedvrouw plaatsvinden. Wij raden je aan bij elke consultatie bij de huisarts en bij je vroedvrouw je moederboekje te laten invullen en dit ook mee te brengen wanneer je opgenomen wordt op het verloskwartier.
Indien je geïnteresseerd bent, kan je een voorschrift voor prenatale oefeningen bekomen bij je arts. We raden aan deze oefeningen te stoppen op 38 weken.
Een 1ste echografie -rond 10 à 12 weken- bepaalt de juiste zwangerschapsduur en toont aan of het vruchtje zich wel degelijk in de baarmoeder zelf bevindt en of er een goede hartactiviteit aanwezig is.
Je hebt recht op 9 sessies bij een kinesistherapeut. Je kan zelf kiezen hoe je deze spreidt, bv: 2x prenataal (vóór de bevalling) en 7x postnataal (na de bevalling).
Bij een 2de echografie, rond 21 weken, worden de verschillende organen nagekeken.
Rookstopbegeleiding
Wanneer je beslist hebt raadplegingen te volgen bij de huisarts of vroedvrouw, moet je toch 3 maal een afspraak maken bij één van de gynaecologen voor het uitvoeren van de zwangerschapsechografieën.
Als toekomstige ouders willen jullie het beste voor jullie kind. Er zijn allerlei zaken die je zelf kan doen om het welzijn van je kind positief te beïnvloeden. Eén daarvan is stoppen met roken. Hoe vroeger je stopt, hoe beter! Maar: het is nooit te laat om te stoppen.
Een 3de echografie gebeurt rond 32 weken. Hierbij wordt vooral gekeken naar de groei en de ligging van de baby en wordt de hoeveelheid vruchtwater nagegaan.
Stoppen met roken houdt heel wat voordelen in voor de foetus, het kind en de ouders. Toch is dit voor vele ouders niet evident. Begeleiding door een tabakoloog kan je hierbij helpen.
Onthaalbrochure moeder en kind
Vraag naar onze folder ‘Rookstopbegeleiding in az Sint-Blasius’ of neem vrijblijvend contact op met onze tabakoloog op het nummer 052 25 28 40. Meer info over stoppen met roken tijdens je zwangerschap vind je op www.rookvrijezwangerschap.be.
|6|
Tijdens de raadplegingen worden volgende zaken gecontroleerd: • gewicht • bloeddruk • urine • uitwendig onderzoek en meting van de baarmoederhoogte • controle van de harttoontjes • eventueel een vaginaal onderzoek • een bloedonderzoek (afhankelijk van de noodzakelijkheid) • suikertest (zie ook pag. 9) Specifieke onderzoeken (zie ook pag. 8) worden niet automatisch uitgevoerd. De algemene bloedonderzoeken bestaan uit: • de bloedgroepbepaling • het nagaan van het aantal rode bloedcellen (om eventuele bloedarmoede uit te sluiten)
• het nagaan van immuniteit voor rubella (=rode hond) en toxoplasmose (= kattenziekte), cytomegalie en hepatitis • screeningstest voor het syndroom van Down (niet verplicht) • schildklierwaarden Op het einde van elke zwangerschap (± 36 weken) wordt een vaginorectaal staaltje genomen met een katoenen staafje om Streptokokken B infectie (= GBS) op te sporen. Dit is volledig pijnloos en van groot belang. Indien blijkt dat je positief getest bent op GBS, krijg je tijdens de arbeid antibiotica toegediend om je baby te beschermen tegen deze infectie. Als moeder ben je niet ziek van deze infectie maar bij de baby kan dit ernstige gevolgen hebben. Indien je GBS-test positief is, worden na de geboorte staaltjes genomen bij de baby aan het oor en aan de lies (ook dit is volledig pijnloos).
Hiermee kunnen we nagaan of de baby de infectie eventueel toch heeft overgenomen. De resultaten zijn na 2 dagen bekend.
Kinderen jonger dan 1 jaar zijn gevoeliger voor ernstige complicaties, vooral als ze (nog) niet (volledig) gevaccineerd zijn.
Indien blijkt dat de baby toch geïnfecteerd is, krijgt hij antibiotica toegediend in de vorm van siroop. De baby blijft ook dan bij jou op de kamer. Als reeds vooraf beslist werd dat je baby zal geboren worden via keizersnede en je bent meer dan 37 weken zwanger, krijg je geen antibiotica toegediend maar worden er wel wissers afgenomen bij de baby meteen na de geboorte.
Vaccinatie -via een kleine prik in de bovenarmis niet verplicht maar wordt sterk aangeraden. Dit kan vanaf 24 weken zwangerschap of tijdens je verblijf op materniteit. Iedereen die in contact komt met de baby zou best gevaccineerd worden: - de mama en partner: liefst tijdens de zwangerschap. Indien je partner niet gevaccineerd werd tijdens de zwangerschap, kan dit nog na de geboorte (bij de huisarts). - de mensen waar de baby vaak komt: bv. grootouders die mee instaan voor de opvang.
Vanaf 12 weken zwangerschap is een griepvaccin voor de toekomstige mama ook aan te raden. Boostrix (=vaccinatie tegen kinkhoest) Kinkhoest is een zeer besmettelijke ziekte van de luchtwegen en wordt gekenmerkt door hevige en aanhoudende hoestbuien. Kinkhoest treft vooral jonge kinderen.
ZWANGER? Wij begeleiden je.
Wij begeleiden je
Het vaccin is gratis.
|7|
Specifieke bijkomende onderzoeken
Zwangerschapsdiabetes
Onderstaande onderzoeken worden niet automatisch uitgevoerd. Je bent vrij om hier tijdens je zwangerschap al dan niet voor te kiezen. Indien je twijfelt, praat er dan over met je huisarts, gynaecoloog of vroedvrouw. Weet ook: de meeste baby’s zijn gezond en wel, zelfs wanneer de screeningtest een verhoogd risico op chromosomale afwijkingen aangeeft.
Zwangerschapsdiabetes is een aandoening waarbij een zwangere vrouw tijdens de zwangerschap een hoge bloedsuikerspiegel ontwikkelt. Deze vorm van diabetes is een gevolg van de hormonale veranderingen tijdens een zwangerschap. Voordien was er dus van diabetes geen sprake.
Testen voor het syndroom van Down
Onthaalbrochure moeder en kind
Het syndroom van Down (‘mongolisme’) is één van de meest voorkomende oorzaken van mentale achterstand, waarbij ook aangeboren hartafwijkingen en/of andere lichamelijke afwijkingen kunnen aanwezig zijn. De oorzaak van het syndroom is dat er drie in plaats van de normale twee chromosomen 21 zijn. Door de hedendaagse opvang en begeleiding stijgen de overlevingskansen van mensen met het syndroom en kunnen sommigen van hen ook zelfstandig functioneren. De gemiddelde levensverwachting voor iemand met het syndroom van Down is meer dan 60 jaar.
|8|
Welke testen zijn mogelijk? • vlokkentest (rond 12 weken): vlokken van de moederkoek worden via de buikwand of vaginaal opgezogen • NIPT of niet invasieve prenatale test (vanaf 11 weken zwangerschap) is een eenvoudige bloedafname bij de zwangere vrouw die in welbepaalde gevallen een vruchtwaterpunctie kan vervangen. Geeft 99% zekerheid of een ongeboren baby trisomie 21 evenals trisomie 18 en 13 heeft of niet. Na 2 weken is het resultaat bekend. De NIPTtest wordt niet door het ziekenfonds terugbetaald. Uw eigen inbreng bedraagt 460€. • screeningstesten (= risicoberekening, het resultaat geeft geen zekerheid) -eerste trimester screening (rond 12 weken): er wordt bloed afgenomen bij de mama en de nekplooi van de baby wordt opgemeten via een echo grafie -triple test (op 15 à 16 weken): via bloedafname • vruchtwaterpunctie (mogelijk vanaf week 15): via de buikwand wordt vruchtwater afgenomen met een fijne naald. In het vruchtwater zijn cellen aanwezig die afkomstig zijn van de huid en de slijmvliezen van de foetus. Door onderzoek van deze cellen kan het chromosomaal patroon van de foetus in kaart worden gebracht en bv. het syndroom van Down worden vastgesteld. Een vruchtwaterpunctie kan men echter ook uitvoeren om andere gegevens over de gezondheid van de foetus te verkrijgen, bv. in geval van toxoplasmose (de ‘kattenziekte’), bij CMV-infectie, of bij bloedgroepproblemen.
Behandeling Wanneer blijkt dat je zwangerschapsdiabetes hebt, zal een endocrinoloog je verder begeleiden. • Je krijgt tips van een diëtist(e) voor het aanpassen van je voedingsgewoonten. • Afhankelijk van de ernst van de zwangerschapsdiabetes, zal je je suikerwaarde regelmatig moeten controleren en eventueel ook insuline inspuiten.
Hoe opsporen? Je kan op 2 manieren getest worden; je arts zal beslissen welk test voor jou het beste is: • kort = challengetest (duurt ongeveer 1 uur) • lang = een orale glucosetolerantietest (OGTT) duurt ongeveer 3 uren.
Wat na de bevalling? Meestal verdwijnt de insulineresistentie en herstelt het bloedsuikergehalte zich enkele dagen na de bevalling. Eventueel zal de endocrinoloog na de bevalling nog een extra test laten uitvoeren.
Wanneer testen? Beide testen gebeuren tussen de 24ste en 28ste week van je zwangerschap.
Borstvoeding? Het geven van borstvoeding is geen enkel probleem; integendeel: het wordt bij zwangerschapsdiabetes zelfs sterk aangeraden!
Waarom testen? Om de risico’s voor moeder en kind zo laag mogelijk te houden. • Als moeder heb je een grote kans om bij een volgende zwangerschap opnieuw zwangerschapsdiabetes te ontwikkelen. • Je hebt bovendien een verhoogd risico op diabetes type 2 (ouderdomsdiabetes). • Mogelijkheid op verhoogde bloeddruk. • Er kan zich te veel vruchtwater in de baarmoeder bevinden, waardoor de kans op een vroeggeboorte vergroot. • Je baby wordt vaak groter dan het gemiddelde; dit verhoogt de kans op problemen bij de bevalling wat kan leiden tot een keizersnede. • Je baby kan na de bevalling problemen ervaren met zijn suikerwaarde.
ZWANGER? Wij begeleiden je.
Wij begeleiden je
|9|
Infosessies over zwangerschap en bevalling Binnenloopavonden ‘Kind op komst’ Het moeder-en kindcentrum van az Sint-Blasius zet 4x per jaar haar deuren open. Ouders hebben vrij de keuze om langs te komen wanneer het hen past. De avonden (telkens van 19.30 tot 21.30u) worden georganiseerd i.s.m. de huisartsenkring van Dendermonde en Kind & Gezin. Programma Volgende standhouders geven informatie en beantwoorden uw vragen: • verloskwartier • kraamafdeling • borstvoedingsdeskundigen • neonatologie • sociale dienst ziekenhuis + rookstopbegeleiding • zelfstandige vroedvrouwen • Kind en Gezin • kinesist • infobrochure van de burgerlijke stand van Dendermonde Op het programma staat ook • een infosessie door gynaecoloog en kinderarts (op vaste tijdstippen: 20.00u en 21.00u) • een rondleiding naar verloskwartier, bezoekersgang neonatologie en materniteit. Waar az Sint-Blasius, Kroonveldlaan 50, Dendermonde, gelijkvloers (route 130) Wanneer Raadpleeg onze site voor de actuele data: www.azsintblasius.be/patienten/zwanger/ infosessies zwangeren
Onthaalbrochure moeder en kind
Meer informatie bij • vroedvrouwen kraamafdeling: 052 25 22 80 • Kind en Gezin: 078 150 100 of
[email protected] • je arts • www.azsintblasius.be
| 10 |
Inschrijven voor de binnenloopavonden is niet nodig.
Cursussen door de vroedvrouw
Een team van vroedvrouwen
Je kan in az Sint-Blasius ook een cursus van 4 avonden volgen (meestal op dinsdagavond), gegeven door één van onze vroedvrouwen, samen met 6 à 7 andere zwangeren of koppels. Ideaal is te starten met deze cursus rond 28 weken zwangerschap.
Bevallen is een heel speciaal moment in je leven. Het team van vroedvrouwen van het az Sint-Blasius streeft ernaar om deze gebeurtenis voor jullie zo sereen mogelijk te laten verlopen.
Waar az Sint-Blasius; vergaderzaal op materniteit 2de verdieping (route 91), telkens van 19.30u tot 21.00u Inschrijven Je schrijft best in rond de 15de zwangerschapsweek, zo ben je zeker dat er nog plaats is. Je kan hiervoor terecht bij de vroedvrouwen op 052 25 27 31, of tijdens de informatieavonden ‘Kind op komst’. Vermeld bij inschrijving: • je naam • je gynaecoloog • de verwachte bevallingsdatum • je telefoonnummer • om het hoeveelste kindje het gaat. Onderwerpen • 1ste avond: arbeid en bevalling • 2de avond: interventies, rondleiding • 3de avond: borstvoeding (en flesvoeding) • 4de avond: de zorg voor moeder en baby na de bevalling Voor deze infosessie wordt een vergoeding gevraagd die grotendeels terugbetaald wordt door je ziekenfonds. Je eigen bijdrage bedraagt ongeveer 2,5 euro per avond. Door het grote succes van deze reeksen worden af en toe extra reeksen ingelegd op donderdagavond.
De vroedvrouw op consultatie Je kan reeds tijdens je zwangerschap een afspraak maken bij de vroedvrouwen via het afsprakenbureau 052 25 25 05. Deze consultaties vinden best plaats bij het begin van je zwangerschap en rond de 30 weken. Je kan er terecht voor • informatie rond zwangerschap, prenatale testen, gezonde voeding en voorbereiding op de bevalling • een routinecontrole (bloeddruk, urine, gewicht) of een monitor op het einde van de zwangerschap. We zoeken ook samen naar oplossingen voor eventuele problemen!
De vroedvrouwen willen tijdens deze periode een vertrouwenspersoon zijn. We willen jou als toekomstige mama helpen om te vertrouwen op je eigen lichaam en intuïtie. Wij respecteren elke persoon, ongeacht afkomst, stand, cultuur of levensvisie. We zullen ons uiterste best doen, jullie op een warme en deskundige manier te begeleiden tijdens arbeid en bevalling. Jullie als aanstaande ouders en jullie (ongeboren) kind zijn hierbij de spilfiguren. Naar jullie luisteren maakt hier dan ook een groot deel van uit. Voor ons geldt: spreken is zilver, zwijgen is goud. Vroedvrouwen respecteren het beroepsgeheim, net als alle andere zorgverstrekkers en studenten vroedkunde. Alles wat je met hen bespreekt en al je medische en niet-medische gegevens zijn en blijven dus vertrouwelijk. Ook omwille van het beroepsgeheim wordt geen bezoek toegelaten op het verloskwartier. Tevens wordt er geen informatie aan familie of vrienden gegeven over het verloop van de arbeid of de bevalling. Ook zal er niet geantwoord worden op de vraag of je al dan niet bent opgenomen in het ziekenhuis. Dit alles garandeert een goede werking van het verloskwartier.
Arbeid thuis Ook in az Sint-Blasius kan je ervoor kiezen om bij een normaal verloop van de zwangerschap en bevalling een deel van de arbeid thuis door te brengen onder begeleiding van de vroedvrouw. Immers, het goed van start gaan van de arbeid, het doorzetten van de weeën en het omgaan met de pijn kan gunstig beïnvloed worden door een vertrouwde en rustige omgeving. Je begeleidende vroedvrouw evalueert het verloop van de arbeid, staat je bij in de pijn en volgt het welzijn van de baby. Ze geeft aan wanneer het tijd is om samen rustig naar het ziekenhuis te vertrekken.
Het autonoom uitvoeren van de bevalling zelf door een begeleidende zelfstandige vroedvrouw is in az Sint-Blasius niet toegestaan. Je bevalt er steeds onder leiding van een arts. Na de geboorte van je kindje wordt je begeleidende zelfstandige vroedvrouw geïnformeerd door de vroedvrouw van het ziekenhuis over hoe de bevalling verlopen is. Je begeleidende vroedvrouw mag dus wel bij de bevalling aanwezig zijn, maar ze niet uitvoeren. Als je voor dit scenario kiest, neem dan tijdens je zwangerschap tijdig contact op met een vroedvrouw (eventueel vroedvrouwenteam of -praktijk) met dergelijke zorgverlening. Onze vroedvrouwen kunnen je informeren wie deze zorgverlening aanbiedt. Informeer bij je vroedvrouw of de derdebetalersregeling van toepassing is op de begeleiding van de arbeid thuis (= de vroedvrouw regelt de vergoeding rechtstreeks met je mutualiteit). Meer info in de folder ‘de vroedvrouw bij jou thuis’.
De zelfstandige vroedvrouw: vóór en na de geboorte In onze regio zijn verschillende zelfstandige vroedvrouwen actief. Je kan op hen een beroep doen voor deskundige informatie, zowel in de maanden vóór de bevalling als in de weken na de geboorte. Ze geven zorg op maat, bij jou thuis, volgens jouw behoefte. Na de bevalling zijn ze er voor jou: • voor ondersteuning bij de borstvoeding/ flesvoeding • om het gewicht en de kleur van je baby op te volgen • om een hielprik uit te voeren • om naar je bevallingsverhaal te luisteren, ...
ZWANGER? Wij begeleiden je.
Wij begeleiden je
Vraag de lijst van zelfstandige vroedvrouwen -aan je gynaecoloog -via
[email protected] -of kijk op http://www.azsintblasius.be/patienten/ zwanger/
| 11 |
Opname op het verloskwartier
Kamerkeuze op de kraamafdeling
Wanneer binnenkomen voor opname?
Je hoeft voor de bevalling vooraf geen kamer te reserveren. Bij opname op het verloskwartier meld je aan de vroedvrouw welk soort kamer je wenst. Bij de eigenlijke inschrijving aan het onthaal bevestig je deze keuze en teken je voor akkoord.
• indien je je baby duidelijk minder voelt bewegen • bij bloedverlies • bij vruchtwaterverlies • bij regelmatig terugkerende, pijnlijke contracties • in samenspraak met de gynaecoloog of huisarts: bij inleiden van de arbeid, bij keizersnede,… • wanneer je je onwel voelt Op het verloskwartier zal de vroedvrouw je een aantal vragen stellen en nagaan of alles goed gaat met jou en met je kindje. De gynaecoloog wordt op de hoogte gebracht van je opname. Indien je vragen of problemen hebt, kan je steeds telefoneren naar het verloskwartier 052 25 27 31 of naar de kraamafdeling 052 25 22 80. Deze nummers zijn dag en nacht bereikbaar. Aarzel niet om ons te bellen!
Hoe het verloskwartier bereiken? • Bij een geplande opname, meld je je tussen 7.00u en 21.00u aan bij het onthaal van het ziekenhuis (1ste verdieping, route 1). • Bij een niet-geplande opname overdag volg je route 91 naar het verloskwartier (2de verdieping). Daarna kan je partner je inschrijven -aan de hand van je identiteitskaart- aan het onthaal (route 1) of onthaal dienst spoedgevallen (route 112). • Wanneer je tussen 21.00 en 7.00u moet opgenomen worden, kom je via de dienst spoedgevallen. Een verpleegkundige van de spoedafdeling brengt je dan naar het verloskwartier. Voor de dienst spoedgevallen moet je een andere ingang en parking nemen (ingang ‘spoedgevallen’). Aan de slagboom bevinden zich een bel en parlofoon waar je je aanmeldt.
Onthaalbrochure moeder en kind
Zeker meebrengen:
| 12 |
• EID (elektronische identiteitskaart) • (eventueel) kaart van je hospitalisatieverzekering • opvolgfiche van de gynaecoloog of moederboekje • je fototoestel! • makkelijk zittende kledij om in te bevallen en propere (nacht)kledij voor na de bevalling • babykleding voor meteen na de geboorte • materiaal om te ontspannen: muziek, lectuur, ... • geneesmiddelen die je regelmatig (of tijdens de laatste dagen voor de bevalling) neemt, bij voorkeur in de originele verpakking
• deze onthaalbrochure.
Praktisch & financieel
Praktische en financiële informatie
Je kan kiezen voor een verblijf in • een tweepersoonskamer • een klassieke éénpersoonskamer (€ 30 kamersupplement/dag) • een familiekamer (€ 45 kamersupplement/dag). Op een familiekamer kan je partner (of een familielid, maar géén kinderen) tijdens je verblijf bij jou op de kamer blijven, ook ’s nachts, en een handje toesteken. We vragen de partner wel om -vóór het ontbijt het logeerbed op te bergen -gepaste nachtkledij te dragen. Alle kamers op onze kraamafdeling beschikken over een douche en babybox (aparte ruimte voor je baby). Elke kamer is standaard uitgerust met een koelkast en een microgolfoven. Op alle kamers van de kraamafdeling werken we met een centrale oproep. D.w.z. dat we via een parlofoon vanuit een andere kamer of ruimte je beloproep kunnen beantwoorden.
Multimediaschermen Alle kamers zijn uitgerust met een ‘multimediascherm’ met volgende toepassingen:
Telefoon
Wens je gebruik te maken van het telefoontoestel op de kamer, dan vraag je een kaart aan met jouw persoonlijk codenummer aan het onthaal. Je ontvangt dan het telefoonnummer waarop je bereikbaar bent voor familie en vrienden (geldig gedurende je verblijf in het ziekenhuis, ook als je naar een andere kamer wordt overgebracht). Gsm-toestellen mogen enkel gebruikt worden op de kamer. Niet op de gang en niet op het verloskwartier of op de dienst neonatologie!
Televisie
Het multimediascherm is tegelijk jouw persoonlijk televisietoestel.
Internet
Staat standaard geactiveerd op het scherm, zonder code. Via internet kan je bijvoorbeeld de geboortelijst raadplegen, foto’s van de baby delen met vrienden, ... Voor dit alles betaal je een forfait van € 2 per dag. Enkel voor telefoongesprekken wordt een surplus aangerekend.
Informatie over je afrekening Een raming van de kosten vind je in de aparte folder ‘praktische info over inschrijving en tarieven op de kraamafdeling’. • Al onze artsen passen inzake bevallingen de Riziv-tarieven toe. • Bij verblijf in een éénpersoonskamer of familiekamer wordt een supplement aangerekend van 100% op de erelonen van de arts en de anesthesist (dit wordt niet aangerekend bij verblijf in een 2-persoonskamer). • Supplement voor inslapende partner op familiekamer: 8,5 euro/nacht, vermenigvuldigd met het aantal nachten dat de mama in het ziekenhuis verblijft (ongeacht het aantal effectieve overnachtingen van de partner).
| 13 |
Nuttige info over bevallen in az Sint-Blasius Identificatiearmband
Bij inschrijving (via het onthaal, spoed of rechtstreeks op het verloskwartier) krijg je een identificatiearmbandje met je naam en geboortedatum. Van zodra je bevallen bent, krijgt je baby ook een identificatiearmband. Wij vragen met aandrang dat jij en je baby dit armbandje steeds dragen. Indien het armbandje wordt verwijderd of afvalt, gelieve dan een nieuw armbandje te vragen aan de verpleegkundigen of vroedvrouwen.
Gynaecoloog
In de mate van het mogelijke zal de arts die je zwangerschap gevolgd heeft, ook de bevalling doen. Er is wel een strikt wachtsysteem wat betreft nachten en weekends. Zo moet je er rekening mee houden dat op deze momenten een beroep zal gedaan worden op de gynaecoloog van wacht. Elke arts noteert de patiëntengegevens in de PC. Zo kunnen de gynaecoloog van wacht en de vroedvrouw steeds de correcte informatie terugvinden. Dit waarborgt een grote continuïteit in de zorg.
Opname op de dienst materniteit (kraamafdeling) Wat breng je mee voor je verblijf op de kraamafdeling?
Bad - douche
Je kan tijdens de arbeid gebruik maken van een bad en/of douche. Het warme water kan je helpen te ontspannen en de pijn beter op te vangen.
Lachgas
Eventueel kan een beetje lachgas je over het pijnlijkste moment van je weeën helpen.
Epidurale verdoving
Wanneer je op één of ander moment gedurende je arbeid beslist om een epidurale verdoving te nemen, zullen wij je vragen een toestemmingsformulier te ondertekenen na het lezen van een informatiebrochure opgemaakt door de anesthesisten. Een epidurale verdoving kan op elk moment van de dag of nacht gevraagd en gegeven worden.
Keizersnede
Bij een keizersnede onder epidurale verdoving (= de meest gebruikelijke verdoving bij keizersnede) kan je partner de geboorte van jullie kindje meemaken. Dit is echter niet het geval wanneer de keizersnede gebeurt onder algemene verdoving.
Pijn
Wij besteden in ons ziekenhuis extra aandacht aan pijn en pijnbehandeling. Zo ook op de kraamafdeling. Je pijnscore wordt dagelijks bevraagd en genoteerd. Hierbij staat 0 gelijk aan geen pijn / 10 = de meest erge pijn die je je kan voorstellen. Afhankelijk van deze score wordt een aangepaste pijnbehandeling opgestart. Indien je toch pijn blijft voelen, waar of wanneer dan ook, moet je dit steeds melden. Pijnmeting bij babytjes gebeurt via een aangepaste schaal, de ‘Leuvense Pijnschaal’.
Voor de moeder: • toiletgerief, haardroger • slaapkledij, ondergoed • voldoende handdoeken en washandjes • bij borstvoeding: borstcompressen en borstvoedingsbeha • eventueel eigen maandverband • volgens wens: lippenbalsem, fototoestel, lectuur,… Voor de baby: • Al het nodige verzorgingsmateriaal is aanwezig op de kraamafdeling: verzorgingsproducten (worden aangerekend op de factuur aan een gunstig tarief), handdoeken, slabbetjes, luiers. • Babykleertjes breng je mee van thuis. Breng ook zeker een babymutsje mee voor ’s nachts op de kamer en voor de eerste uurtjes na de geboorte. Een eigen dekentje voor je baby mag je ook meebrengen. Om te gebruiken voor het bezoek: kurkentrekker, flessenopener, afwasproduct, glazen, keukenhanddoeken,… Waardevolle voorwerpen breng je mee op eigen risico.
Bezoek op de materniteit De bezoekuren zijn van 14.30u tot 20.00u doorlopend. We raden je aan dit ook te vermelden op de geboortekaartjes. Zorg zelf voor voldoende rust. Nodig geen bezoek uit buiten deze bezoekuren. In de kast op gang vind je vazen, water en bezoekersstoelen (graag de stoelen na gebruik terugzetten!).
Dagindeling 07.00u -11u30 ochtendverzorging en kiné, de poetsdienst komt langs om de kamer schoon te maken 08.00u ontbijt en maaltijdbevraging 12.00u middagmaal en koffie 15.00u-16.00u namiddagverzorging 17.00u avondmaal 19.00u-21.00u avondverzorging Op elke kamer bevindt zich op het magneetbord een ‘zorgpad’: een schema met beschrijving -van dag tot dag- van de zorgen die toegediend zullen worden. De kinesitherapeut(e) komt, indien je dit wenst, postnatale oefeningen geven (minimaal 2 keer, niet tijdens het weekend, niet op feestdagen). Deze zorgverlening wordt aangerekend via de verblijfsfactuur. Gedurende je verblijf op de kraamafdeling komt de verpleegkundige van Kind en Gezin één keer langs (meestal op maandag- of donderdagvoormiddag). Zij bezorgt je info en brochures in verband met de verzorging, de voeding en het eerste levensjaar van je baby.
Hielprik (Guthrietest) De bedoeling van een hielprik bij je baby is het vroegtijdig opsporen van 11 aangeboren aandoeningen. Zo kan de baby snel behandeld worden indien er een aandoening gevonden wordt. De bloedafname gebeurt door middel van een prikje op de hand of de hiel. Het bloed wordt op een kaartje aangebracht. Enkel indien de resultaten afwijkend zijn, zal de kinderarts of hoofdvroedvrouw hierover contact met je opnemen. De test wordt uitgevoerd tussen de 3de en 5de dag na de geboorte. Indien jullie dan al terug thuis zijn, kan de bloedafname ook bij jou thuis gebeuren door de zelfstandige vroedvrouw. De kosten van deze test worden door de Vlaamse overheid betaald. De hielprik werd uitgevoerd
ja
q nee q
BEVALLEN? Wij staan voor je klaar.
Wij staan voor je klaar
| 15 |
De dienst neonatologie De dienst neonatologie is een dienst voor te vroeg geboren kindjes (prematuren) en pasgeboren kinderen met bijzondere (tijdelijke) problemen. Een kind dat te vroeg geboren is, is niet altijd rijp genoeg om in een normale omgeving te leven. Het is extra gevoelig voor infecties, het kan zijn lichaamstemperatuur moeilijk op peil houden en heeft soms wat hulp nodig bij de ademhaling: extra zuurstof of uitzonderlijk zelfs kunstmatige beademing. Maar ook een voldragen baby kan problemen hebben: ademhaling die niet goed start, problemen met de voeding of andere moeilijkheden bij de aanpassing aan de nieuwe levenssituatie. Bij een keizersnede verblijft de pasgeboren baby steeds even op de dienst neonatologie ter observatie. De kinderarts beslist wanneer je baby naar de kraamafdeling komt, meestal is dit samen met de mama.
De verzorging van je baby
Wat kan jij voor je kindje doen?
Indien je baby op de dienst neonatologie verblijft, wordt hij verzorgd volgens het principe van ontwikkelingsgerichte zorg. Je ontvang hierover ter plaatse meer specifieke informatie. De dienst neonatologie telt zeven individuele boxen (kamers). De scheiding van de boxen verhoogt de hygiëne. Glazen wanden bieden een open en veilige sfeer, terwijl de ingewerkte blinden zorgen voor de nodige privacy. Zo kunnen ouders en baby in alle intimiteit samen zijn. Mama’s kunnen er in alle rust borstvoeding geven. Om de toestand van je baby (hartslag, ademhaling, bloeddruk,…) te bewaken, wordt veel apparatuur gebruikt. Je baby is door allerlei draadjes met deze apparatuur verbonden. Daar kan je wel even van schrikken... Wees echter niet ongerust wanneer tijdens je bezoek één of meer toestellen een signaal geven. De verpleegkundigen weten perfect hoe ze in dit geval moeten handelen. Bij veel kindjes zal het ook nodig zijn om via een infuus in de ader vloeistoffen toe te dienen. Soms moeten we dan één of twee handjes vastmaken. Wanneer een kindje een beetje geel ziet, moet het vaak onder een speciale lamp (fototherapie). Het kind heeft hiervan geen hinder. Het brilletje dient enkel om de ogen te beschermen tegen het felle licht.
Kom je baby zo vaak mogelijk bezoeken! Wees niet bang om hem aan te raken, te strelen en tegen hem te praten. Hij zal uw stem herkennen. Zodra de toestand het toelaat is het mogelijk om je kindje op schoot te nemen en te knuffelen. De verpleegkundige zal je hierbij helpen. Ouders kunnen op om het even welk ogenblik van de dag én de nacht met hun vragen terecht bij de verpleegkundigen van de dienst neonatologie. Aarzel niet om ons te bellen, zelfs ’s nachts! 052 25 27 06 (buitenlijn) 27 06 (binnenlijn, vanop uw kamer)
Toegang Er is geen vrije toegang tot de dienst neonatologie. In principe moet elke bezoeker steeds aanbellen, maar om te vermijden dat je als ouder moet wachten en wij onze zorgen moeten onderbreken, kan je gebruik maken van een toegangsbadge. Hiervoor vragen wij een waarborg van 25 euro (die krijg je terug bij het inleveren van de badge bij het ontslag van jullie kindje). Wij vragen u uitdrukkelijk om deze badge niet door te geven aan andere bezoekers, dit om de veiligheid van onze patiëntjes te waarborgen.
Onthaalbrochure moeder en kind
Bezoekregeling dienst neonatologie
| 16 |
Dankzij de incubator (couveuse) kunnen we de baby in een zo optimaal mogelijke omgeving verplegen. • in de gesloten incubator kunnen we de temperatuur precies afstellen op de behoefte van je kindje; door de glazen koepel kunnen we de toestand van je baby nauwgezet volgen • er bestaan ook open incubators met verwarmde gelmatras en verwarmingslamp (opnametafels).
De voeding van je baby Van zodra je baby voldoende goed kan drinken, mag je elke voeding zelf komen geven. De voedingsuren overdag zijn rond 8.30u, 11.30u, 14.30u, 17.30u, 20.30u. Indien je van plan bent om te komen, gelieve ons dan te verwittigen. Ook wanneer je kindje op neonatologie verblijft, is borstvoeding mogelijk (vraag de folder ‘borstvoeding bij de premature baby’).
• Ouders mogen onbeperkt op bezoek komen. • Voor familie zijn er 2 bezoekmomenten voorzien: tussen 16 en 17u en tussen 19 en 20u. - steeds vergezeld door één van de ouders - maximum 2 personen gedurende 10 minuten per bezoekmoment - kinderen jonger dan 12 jaar zijn niet toegelaten (uitgezonderd broertjes en zusjes). • Uw kindje wordt door het bezoek niet aangeraakt of op schoot genomen. • Breng geen mensen mee op bezoek die verkouden zijn of in contact kwamen met een infectieziekte. • Laat uw bezoek in stilte verlopen. • Respecteer de privacy van andere ouders en kindjes; richt uw aandacht enkel op uw eigen kindje. • Elke bezoeker dient zijn handen te ontsmetten en (volgens de richtlijnen ter plekke) en een schort te dragen. Kinderen dragen ook een mondmaskertje.
Kangoeroeën De kangoeroemethode is een manier van vastnemen van de baby door de vader of de moeder via rechtstreeks huidcontact gedurende minstens 30 minuten. Zowel te vroeg geboren als voldragen baby’s komen in aanmerking voor deze methode. Wanneer je baby op neonatologie verblijft, vraag dan aan de verpleegkundigen of vroedvrouwen of jullie kunnen kangoeroeën. Hoe gaat dit in zijn werk? De baby wordt in verticale houding, naakt -met luier en een mutsje- tegen de blote borst van vader of moeder gehouden. Over zijn rugje legt men een verwarmde handdoek. Gedurende het kangoeroeën mogen de ouders naar believen de baby strelen, aaien en kussen. Ook zingen en neuriën wordt sterk aangeraden. Voordelen voor de baby -hij gaat rustiger ademen en vertoont een diepere slaap -er is een betere spijsvertering en grotere kans op slagen van de borstvoeding -hij oefent zijn tastzin door het betasten van de huid van de ouders Kangoeroeën kan ook voor de ouders heerlijk ontspannend en weldoend zijn; het bevordert het lichamelijk en psychosociaal welzijn van baby en ouders. Het werkt het beste wanneer de ouder rustig en ontspannen, niet gestresseerd en niet gehaast is. Kangoeroeën mag geen verplichting zijn, maar een intens verlangen naar een intiem en gelukzalig moment met je baby.
De dienst neonatologie
‘Neonatus’ betekent ‘pasgeborene’.
| 17 |
We l k e v o e d i n g k i e s j e v o o r j e b a b y ? Borstvoeding Het ziekenhuis voert een borstvoedingsvriendelijk beleid. Wanneer je kiest voor borstvoeding, zullen onze vroedvrouwen en borstvoedingsdeskundigen je helpen en informeren. Stel gerust al je vragen. Borstvoeding is geen exacte wetenschap maar een ‘samen zoeken’. Elke borstvoeding is individueel verschillend. Voor moeders die borstvoeding geven, werd door speciaal daarvoor opgeleide vroedvrouwen een informatiebrochure opgesteld. Deze brochure krijg je bij opname op de kraamafdeling. Op de kraamafdeling is een borstvoedingsruimte beschikbaar. Hier kan je ook in de maanden na de bevalling -bijvoorbeeld na een bezoek aan de (kinder)artsrustig borstvoeding of een flesje geven. Aarzel niet om een vroedvrouw te contacteren of aan te spreken op de kraamafdeling indien je -eens terug thuis- extra vragen hebt. Je kan ook terecht bij je zelfstandige vroedvrouw of de verpleegkundige van Kind en Gezin.
Flesvoeding Wanneer borstvoeding niet mogelijk is, is flesvoeding een goed alternatief. Aangepaste flesvoeding bevat alle nodige voedingsstoffen voor de normale groei en ontwikkeling van je baby. Je kinderarts bepaalt de juiste voeding.
Onthaalbrochure moeder en kind
De natuurlijke bescherming tegen infecties die moedermelk biedt, ontbreekt bij flesvoeding. Daarom is een goede hygiëne tijdens de bereiding en bewaring van de voeding noodzakelijk. Op onze kraamafdeling gebruiken wij wegwerpflesjes. Wegwerpflesjes mogen slechts één keer gebruikt worden. Flesvoeding mag je nooit opnieuw opwarmen. Geef nooit koemelk aan je baby.
| 18 |
Je maakt een flesvoeding klaar op het voedingsmoment zelf; nooit vooraf! Ook bij flesvoeding kiezen we voor voeding op vraag: je baby bepaalt wanneer hij een flesje wilt. De vroedvrouwen op onze kraamafdeling zullen je verder wegwijs maken in flesvoeding. Je ontvangt van hen een voedingsschema met praktische info. Meer informatie i.v.m. flesvoeding vind je ook in de brochure van Kind en Gezin en/of op hun website www.kindengezin.be.
Babyblues ‘Na de geboorte van je baby zweef je op een roze wolk’. Tenminste dat denkt iedereen... Maar je voelt je huilerig, bent in de war en zenuwachtig. En die baby is lang niet zo schattig als je had gedacht... Je staat opeens voor een grote nieuwe verantwoordelijkheid en de baby vraagt veel zorg. Wees niet ongerust: je hebt last van de babyblues! Twee tot drie dagen na de bevalling kan je last krijgen van kraamtranen, de ‘babyblues’. Dat kan enkele uren, maar ook soms enkele dagen duren. Soms kan je er ook pas na twee weken door overvallen worden. Niets om je ongerust over te maken. Kraamtranen ontstaan door de grote veranderingen die je lichaam in korte tijd doormaakt. Je hormonen zijn na de bevalling helemaal in de war en het duurt even voordat je weer in balans bent. De gierende hormonen in combinatie met slaapgebrek, de bevalling, melkproductie, twijfel, overgevoeligheid en faalangst zijn er de oorzaak van dat je het even niet meer ziet zitten. Praat hierover met de vroedvrouwen. Zij bieden je graag een luisterend oor! Blijven deze gevoelens een paar weken aanslepen, dan kunnen ze leiden tot een depressie: -je voelt je somber, bent prikkelbaar, angstig of neerslachtig -je beleeft weinig plezier aan de baby -je hebt huilbuien en concentratieproblemen -je hebt hoofdzakelijk negatieve gedachten. Wacht in dit geval niet om hulp te zoeken, want een dergelijke depressie is goed te behandelen. Praat erover met je arts!
Ontslag uit het ziekenhuis Normale verblijfsduur op materniteit: • voor een gewone bevalling - vóór 12u ‘s middags: 3 nachten - wie na 12u bevalt, kan 4 nachten blijven • voor een keizersnede: 5 nachten. Je kan dus zelf uitrekenen wanneer je naar huis kan of mag. Poliklinisch bevallen (bevallen met extra kort ziekenhuisverblijf) is ook mogelijk. De dag van het ontslag komen de gynaecoloog en de kinderarts langs. Dit is het moment waarop je met hen verder afspraken kan maken over de postnatale controle (6 à 8 weken na de geboorte), waarop je vragen kan stellen, en waarop voorschriften worden geschreven (bijvoorbeeld voor anticonceptie, postnatale oefeningen,…). Ook op zondag is ontslag mogelijk. Je moet de kamer verlaten vóór 14.00u. Je hoeft je niet meer aan het onthaal te laten uitschrijven. De vroedvrouw doet dit voor jou via het intern computersysteem. Meld je wel even aan bij de verpleegpost wanneer je vertrekt.
Geboorteaangifte De geboorte van jullie kindje dient aangegeven te worden binnen de 15 dagen na de bevalling, door de partner en/of moeder bij de Burgerlijke Stand van de stad Dendermonde. De aangifte gebeurt in het administratief centrum (Franz Courtensstraat 11 - 9200 Dendermonde). Openingsuren dagelijks: 9.00u tot 12.30u woensdag: 9.00u tot 12.30u en 14.00u tot 19.00u gesloten op zaterdag, zon- en feestdagen
Voor de aangifte neem je mee: • trouwboekje of erkenningsbewijs voor niet-gehuwde koppels (indien jullie geen erkenningsbewijs hebben, moet de aangifte van jullie baby door jullie sámen gebeuren) • identiteitskaart van de aangever en van de moeder • geboortebewijs ondertekend door arts of vroedvrouw • het document voor naamgeving (in te vullen door de mama en de partner voor elk 1ste kind binnen een relatie) Je ontvangt daar de nodige documenten voor: • de mutualiteiten • kinderbijslag • werkgever(s) • verplichte vaccinaties, ...
Wat heb je nodig bij aankomst thuis? Voor de moeder: • maandverband • borstkompressen, borstvoedingsbeha Voor de baby: • luiers • verzorgingsproducten Er wordt een ‘startersset’ meegegeven vanop de kraamafdeling tegen een gunstig tarief met daarin: -borsteltje en kam -flacons met fysiologisch water voor het reinigen van het neusje of de oogjes -thermometer -bodymilk, doucheolie, luierzalf • koortswerende siroop voor pasgeborenen • materiaal voor navelverzorging: navelpoeder, ontsmettingsalcohol en kompressen worden meegegeven van op de kraamafdeling, enkel navelbandjes moet je zelf voorzien • je krijgt een flesje vitamine D mee naar huis, dit geef je dagelijks tot de leeftijd van 6 jaar. • in geval van flesvoeding: babyvoeding (je krijgt hierover advies van de kinderarts) en water geschikt om zuigelingenvoeding te maken, flessen, spenen, materiaal om te steriliseren. Er wordt geen melkpoeder meegegeven naar huis.
NAAR HUIS... we zetten je op weg.
Naar huis
| 19 |
Vo e d i n g e n v e r z o r g i n g t h u i s : p r a k t i s c h e t i p s Laat je baby in de zomer regelmatig drinken om uitdroging te voorkomen. Doe dit vóór de leeftijd van 3 maanden met moedermelk of poedermelkvoeding. Nadien mag je bij warme perioden tussen de maaltijden door water aanbieden (nooit ter vervanging van een voeding). Opgelet: de kans dat je kindje zich verslikt is groter bij het geven van water.
Onthaalbrochure moeder en kind
Je geeft borstvoeding? • Zorg voor een aangename, rustige sfeer. • Een baby heeft geen vast voedingsschema. Voed je baby als hij erom vraagt. Gemiddeld drinkt hij om de 2 à 3 uur, maar het kan ook frequenter. • Het aantal keren aanleggen wordt grotendeels bepaald door de behoeften van je kind. Het kan tijdens de eerste twee weken gerust tot 12 à 13 keer per dag zijn. • Indien het geboortegewicht lager is dan 3 kg, zijn 7 voedingen per 24 uur het absolute minimum. • Let op de gewichtsevolutie. Soms is het aangewezen een weegschaal te huren om het kind regelmatig ‘s morgens in dezelfde omstandigheden te wegen. Vraag aan de arts of zelfstandige vroedvrouw of het huren van een weegschaal in jouw geval nodig is. Na week 1 bedraagt de gewichtstoename rond de 150 g per week. • Let tijdens de eerste weken vooral op - de plaspampers: best meer dan 5 per dag - stoelgangpampers: liefst niet minder dan 3 per dag tijdens de eerste 3 dagen. Bij ongerustheid of vragen, raadpleeg de zelfstandige vroedvrouw of de kinderarts.
| 20 |
Bewaren van afgekolfde moedermelk • Kan op kamertemperatuur bewaard worden gedurende 6 tot 8 uur (indien je weet dat je ze niet binnen die tijd zal gebruiken, zet ze dan onmiddellijk in de koelkast). • In de koelkast (tussen 0°C en + 4°C ) kan moedermelk tot 7 dagen bewaard worden (maar: ideaal is maximaal 24 uur), steeds in het midden of achteraan in de koelkast. • In het vriesvak van de koelkast kan moedermelk tot 2 weken bewaard worden; in de vriezer (-20°C) 6 tot 12 maanden. • Bewaar de melk in glazen of plastic flesjes (polypropyleen) of in speciale bewaarzakjes voor moedermelk (voorzie deze van de afkolfdatum).
Ontdooien van moedermelk • Liefst traag: in de koelkast of onder stromend water (van koud naar lauw/warm; nooit heet). Kan ook in de flessenverwarmer. • Opgewarmde melk nooit schudden maar zwenken. Verwarmen van moedermelk Verwarmen tot kamertemperatuur is voldoende, in de flessenverwarmer of au-bain-marie, maar zeker NIET in de microgolfoven. Na het opwarmen liefst gebruiken binnen de 15 à 20 minuten. Je geeft flesvoeding? • Zorg voor een rustige en aangename omgeving bij het geven van het flesje. • Het is uiteraard van groot belang dat je de richtlijnen van Kind en Gezin i.v.m. het steriliseren van de flesjes in acht neemt. • Het voedingsschema wordt bepaald door de behoeften van de baby. Je verhoogt de hoeveelheid met één afgestreken maatje voor elke 30 ml water. • Blijvende onrust bij je baby kan te wijten zijn aan: - krampen of drukke, onrustige omgeving - het niet respecteren van de slaap - het onvoldoende aandacht besteden aan het opboeren. • Je mag het flesje verwarmen in de microgolfoven. Wees voorzichtig, de temperatuur van de melk is moeilijk te schatten door aan de fles te voelen. Controleer altijd op je handrug of de inhoud van de fles niet te warm is. • Schud steeds de fles vóór gebruik! • De gewenste gewichtstoename per week bedraagt minimum 150 g. • Voor kindjes die moeilijk stoelgang maken, kan het veranderen van water voor het maken van de melk een mogelijke oplossing zijn (werkt laxerend). Gebruik wel steeds water dat geschikt is voor de bereiding van zuigelingenvoeding.
Krampen • Indien je borstvoeding geeft, kan je eventueel venkelthee drinken. Dat kan er voor zorgen dat de baby minder last heeft van krampen. • Krampen zijn een voorbijgaand fenomeen waar de meeste baby’s last van hebben. Je kan hem troosten door een buikmassage te geven, door hem in te busselen en door geduldig te zijn. • Eventueel kan je je baby ‘Babyfen’ of ‘Collifen’ druppels toedienen (vrij verkrijgbaar in de apotheek).
Geneesmiddelen Geef je baby geen enkel geneesmiddel zonder doktersvoorschrift (uitgezonderd koortswerend middel: zie volgende paragraaf). Geef hem zeker geen hoestsiroop of kalmerende middelen. Indien je borstvoeding geeft, neem dan zelf ook geen enkel geneesmiddel zonder je arts te raadplegen.
Koorts De temperatuur van een baby ligt in normale omstandigheden tussen 36,5 en 37,5°C. Bij een temperatuur van 38°C kan je: • de baby lichter kleden en het teveel aan dekentjes verwijderen uit zijn bedje • Perdolan Mono 100mg of Dafalgan 80mg suppo geven bij ≥ 38,5°C. • desnoods een afkoelend badje geven: start met badwater van 37°C en laat het kindje iets langer van zijn bad genieten • extra voeding aanbieden Raadpleeg bij aanhoudende koorts een kinderarts. Lees ook aandachtig de folder van Kind en Gezin omtrent koorts.
In de auto • Vervoer elk kind in een autostoeltje dat aangepast is aan zijn leeftijd. Klik het kind altijd vast in zijn stoeltje, ook voor een korte afstand. • Zet je baby steeds met het gezichtje tegen de rijrichting in, liefst op de achterbank. Enkel indien de achterbank volledig ingenomen is door andere kinderen en de auto over de mogelijkheid beschikt om de airbag vooraan uit te schakelen, is het toegestaan om de baby vooraan te plaatsen. • Laat je baby het niet te warm krijgen, doe het mutsje af en het jasje open. • Laat je baby nooit alleen in de wagen! • Indien je een lange autorit maakt of wanneer het zeer warm is, geef de baby dan regelmatig te drinken.
Stoelgang Bij borstvoeding • De frequentie van de stoelgang is bij borstvoeding in feite onbeperkt. • De vastheid en de kleur van de ontlasting heeft geen belang (behalve indien ze zwart, wit of rood ziet, raadpleeg in dit geval je arts). Bij flesvoeding • De frequentie varieert van één maal per 2 dagen tot na elke voeding. • Ook hier speelt de vastheid of de kleur geen rol, op voorwaarde dat de baby rustig blijft en geen abnormaal gedrag vertoont. Indien de ontlasting ongewoon slecht ruikt of vermengd is met slijmen of bloed, moet je in elk geval een arts te raadplegen.
NAAR HUIS... we zetten je op weg.
Voeding
| 21 |
Ve i l i g s l a p e n • Leg je baby steeds op de rug. Leg zijn hoofdje afwisselend links en rechts. • Leg je baby te slapen op een stevige matras, zodat hij er niet in wegzinkt. Gebruik een matras die aangepast is aan de afmetingen van het bed/de wieg, zodat je baby niet tussen de matras en de bedrand kan geraken. • Zorg ervoor dat het gezichtje van je baby vrij blijft: geen knuffels, geen hoofdkussen, geen bedomranding. • Zorg ervoor dat je baby in een rookvrije kamer ligt. Laat niemand roken in het bijzijn van je baby, noch in huis, noch in de wagen. • Zorg voor voldoende verluchting en luchtvochtigheid in de kamer waar hij slaapt. • Laat geen huisdieren toe op de kamer. Respecteer het slaapritme van je kindje en zorg ervoor dat hij voldoende slaap krijgt in een rustige omgeving. • Gebruik geen donsdeken of dekentje in een dekbedhoes vóór de baby 1 jaar oud is. Gebruik een lichte slaapzak of dek je baby lichtjes toe, met een lakentje en een dekentje. • De ruimte tussen de spijlen van het bedje mag max. 8 cm bedragen. • De ideale kamertemperatuur bedraagt -voor vroeggeboren kindjes: 20° tijdens de slaap; 22-25° in de woonkamer -voor voldragen kindjes: 18° tijdens de slaap; 20-21° in de woonkamer. Zorg ervoor dat je baby het niet te koud (eventueel een passend mutsje opzetten) of te warm (minder dekentjes of kleedjes) heeft om te slapen. Meer raadgevingen vind je op www.kindengezin.be/veiligheid/slapen.
Onthaalbrochure moeder en kind
Wees waakzaam
| 22 |
Je baby heeft gehuild en is daarna in slaap gevallen? Ga kijken of alles goed gaat. Als je één van de volgende signalen ziet, raadpleeg dan meteen een arts: • je baby is nog geen 6 maanden oud en heeft meer dan 38°C of minder dan 36°C, zonder aanwijsbare reden • je baby vertoont een recente gedragsverandering: hij is ongewoon kalm of opgewonden • je baby kreunt terwijl hij slaapt of terwijl hij wakker is. Soms zal de kinderarts voor je baby een slaaponderzoek aanvragen. Uitgebreide informatie over het verloop van dit onderzoek vind je in onze aparte brochure.
Tot slot... Godsdienstige, morele of filosofische hulpverlening Elke morele, godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging wordt in az Sint-Blasius gerespecteerd. Je kan beroep doen op een bedienaar of vertegenwoordiger van een godsdienst of op een lekenraadgever door je keuze kenbaar te maken door het invullen van het formulier ‘godsdienstige, morele of filosofische hulpverlening’, dat je onder gesloten omslag kan afgeven aan een verpleegkundige of vroedvrouw. Je bent niet verplicht dit formulier in te vullen. Mocht je naderhand je keuze wijzigen, dan kan je ons dit steeds melden.
Zelfzorg en veiligheid
Wij hopen jullie met deze brochure goed ingelicht te hebben over de praktische zaken die bij een zwangerschap en bevallen in az Sint-Blasius komen kijken. In ons ziekenhuis staan we altijd klaar om jullie persoonlijk en deskundig te begeleiden in deze spannende en unieke periode. Wij wensen jullie een fijne zwangerschap en veel succes bij de bevalling.
In az Sint-Blasius is de regel, net als in alle Vlaamse ziekenhuizen, dat de baby zowel overdag als ’s nachts bij de moeder op de kamer blijft. Dit wordt algemeen aanbevolen omdat het de moeder- en kindbinding versterkt. We stimuleren ook ‘zelfzorg’: we leren de moeders -en ook de partner- aan om zo snel mogelijk zelfstandig voor hun baby te zorgen. Laat je kindje nooit alleen op de kamer. Indien iemand je kindje komt halen voor een onderzoek, ga dan bij voorkeur mee. Indien dat niet zou kunnen, controleer dan de ziekenhuisbadge van de medewerker. Zo dragen we samen zorg voor de veiligheid van je baby.
de gynaecologen, vroedvrouwen en pediaters van az Sint-Blasius
Een heel nieuw verhaal Eénmaal terug thuis, begint een heel nieuw verhaal. Geniet er volop van! Volgende tips kunnen jullie alvast op weg helpen: • Voor de partner: het is leuk thuis te komen uit de kraamafdeling in een huis dat netjes op orde ligt. • Een zwangerschap, bevalling en de eerste weken met een pasgeboren baby zijn niet min. Profiteer dan ook van elk beetje rust dat je baby je gunt en doe overdag samen een dutje. • Durf ‘neen’ te zeggen tegen je bezoek. • Durf hulp te vragen waar nodig. Weet dat je beroep kan doen op een zelfstandige vroedvrouw of kraamzorg (dit regel je best van tevoren). Jullie baby staat nu centraal. Neem de tijd om elkaar te leren kennen. • Volg je moeder- (en ook vader-)gevoel. • Doe eventueel beroep op een zelfstandige vroedvrouw: -voor ondersteuning bij de borstvoeding/flesvoeding -om het gewicht en de kleur van je baby op te volgen -om een hielprik uit te voeren -om naar je bevallingsverhaal te luisteren, ...
Hier kan je het polsbandje van je kindje kleven (na ontslag uit het ziekenhuis)
NAAM KINDJE: ............................................................................................................... GEBOORTEDATUM: ...................................................................................................... BIJ GEBOORTE gewicht: .........................................................................................................................
BIJ ONTSLAG ..................................................................................
lengte: .............................................................................................................................
..................................................................................
hoofdomtrek: ...............................................................................................................
..................................................................................
VOEDING:
borstvoeding
q
flesvoeding
q
soort:............................................................................................................ hoeveel: ......................................................................................................
| 23 |
az Sint-Blasius geaccrediteerd 25.04.2015 - 24.04.2018
O.L. Vrouw van Troost vzw Campus Dendermonde Kroonveldlaan 50, 9200 Dendermonde T. 052 25 20 11 | F. 052 25 24 10
Onthaalbrochure moeder en kind
Campus Zele Koevliet 5-6, 9240 Zele T. 052 45 64 00 | F. 052 45 64 99
| 24 |
verloskwartier (route 93)
052 25 27 31
kraamafdeling (route 91)
052 25 22 80
neonatologie (route 92)
052 25 27 06
afsprakenbureau (route 3)
052 25 25 05
opnameplanning (route 60)
052 25 25 74
[email protected] [email protected] www.azsintblasius.be www.facebook.com/azsintblasius