TOEPASSINGSREGLEMENT Certificatie van Ongebluste Kalk voor Bodembehandeling
TRA 459 Uitgave 1.2 Datum 16-02-2010 Pagina 1 / 13.
Ongebluste kalk voor Bodembehandeling Overeenkomstig PTV 459
Opgesteld en geldig verklaard door het Bestuurscomité voor de certificatie van Kalk voor bodembehandeling van het OCCN op 7/12/2010
Na t i o n a a l Ce n t r u m vo o r h e t W e t e n s c h a p p e l i j k e n T e c h n i s c h O n d e r zo e k d e r Ce m e n t n i j ve r h e i d ( O CCN) I n r i c h t i n g e r k e n d b i j t o e p a s s i n g va n d e B e s l u i t we t va n 3 0 j a n u a r i 1 9 4 7
TOEPASSINGSREGLEMENT
Certificatie van Ongebluste Kalk voor Bodembehandeling
TRA 459 Uitgave 1.2 Datum 16-02-2010 Pagina 2 / 13
INHOUDSTAFEL 1.
Onderwerp en toepassingsgebied .............................................................................................................3
2.
Definities ....................................................................................................................................................3
3.
Referenties naar het reglement voor productcertificatie CRC 100 ............................................................4 Artikel 3 Keuringsinstellingen ......................................................................................................................4 Artikel 4 Controlelaboratoria........................................................................................................................4 Artikel 5 Zelfcontrole ...................................................................................................................................4 Artikel 6 Productidentificatie en gebruik van het certificatielogo .................................................................5 Artikel 7 Voorraadbeheer ............................................................................................................................5 Artikel 8 Externe controle ............................................................................................................................6 Artikel 10 Inleidend bezoek en toelatingsperiode ...........................................................................................7 Artiikel 11 Vergunning en certificaat ...............................................................................................................7 Article 12 Vergunningsperiode .......................................................................................................................7 Article 15 Sancties..........................................................................................................................................8
4.
Bijlagen ......................................................................................................................................................8 4.1 Bijlage 1 : Lijst van de laboratoria die in onderaanneming werken en erkend zijn voor de externe controle van de certificatie van kalk voor bodembehandeling ........................................................................8 4.2 Bijlage 2 : Proeven en beproevingsmethoden..........................................................................................9 4.3 Bijlage 3 : Controle-uitrustingen .............................................................................................................10 4.4 Bijlage 4 : Inhoud van het FPC-handboek..............................................................................................11 4.5 Bijlage 5 : Beoordeling van de zelfcontroleresultaten.............................................................................11 4.6 Bijlage 6 Kwaliteitscontrole – Uit te voeren proeven en specificaties..................................................12 4.7 Bijlage 7 – Frequentie van de externe controleproeven tijdens de gebruiksperiode en tijdens de toelatingsperiode, verificatie van de zelfcontrole..........................................................................................12 4.8 Bijlage 8 : Het BENOR-certificaat van overeenkomstigheid...................................................................13
TOEPASSINGSREGLEMENT
Certificatie van Ongebluste Kalk voor Bodembehandeling
TRA 459 Uitgave 1.2 Datum 16-02-2010 Pagina 3 / 13
1. Onderwerp en toepassingsgebied Onderhavige TRA vervolledigt de bepalingen van het reglement voor productcertificatie (document CRC 100) betreffende de toepassing van BENOR-merk op kalk voor bodembehandeling overeenkomstig PTV 459. 2. Definities 2.1 Kalk voor Bodembehandeling Bouwkalk met de CE-markering onder de benaming CL 90 – Q en bestemd voor gebruik in het kader van stabiliseringen en bodembehandelingen. Kalken voor de bodembehandeling zijn ongebluste kalken van de klasse CL 90-Q volgens de norm NBN EN 459-1, gebruikt voor de verbetering en de stabilisatie van bodem in Grondwerken en Burgerlijk bouwkundige werken en voor de fabricatie van producten voor wegverhardingen. Dit reglement is van toepassing op de bijkomende parameters voor ongebluste kalk en aldus niet op andere type kalken. 2.2 Productiezetel Geografische ligging waar zich één of meerdere productie-eenheden bevinden, die over éénzelfde kwaliteitscontrole beschikken om aan de eisen van de PTV te beantwoorden. 2.3 Productie-eenheid Installaties van een producent om kalk voor bodembehandeling te produceren. 2.4 Levering Hoeveelheid kalk voor bodembehandeling die geleverd wordt vanaf een productie-eenheid door één enkel transport. 2.5 Laadpunt Installatie voor het laden van kalk voor bodembehandeling in bulk afkomstig van een productie-eenheid. Indien een productie-eenheid uit één of meerdere laadpunten bestaat, moet de naspeurbaarheid van kalk voor bodembehandeling tussen het productiepunt en het laadpunt door de producent verzekerd worden teneinde iedere vermenging te voorkomen. 2.6 Monsterneming Hoeveelheid kalk voor bodembehandeling afgenomen in één enkele operatie op het ladingspunt. 2.8 Monster (zie EN 197-1) Algemene term voor elke hoeveelheid kalk voor bodembehandeling met betrekking tot de beoogde proeven, willekeurig afgenomen op een zelfde ogenblik en op een zelfde plaats volgens een monsternemingsplan voor een grotere hoeveelheid (silo, vrachtwagen enz.) of van een welbepaald lot. Een monster kan samengesteld zijn uit één of meerdere grepen die onmiddellijk op elkaar volgen. De monsterneming gebeurt met de middelen en volgens de principes die beschreven zijn in de norm NBN EN 196-7 uitgezonderd de minimale massa van de proef die tot 2 kg kan beperken worden 2.10 Laboratoriummonster Monster dat werd bereid door homogenisatie en dat bestemd is voor de laboratoria die de proeven zullen uitvoeren. 2.11 Reservemonster Monster dat bestemd is om bewaard te worden voor eventuele latere proeven, in geval van twijfel of betwisting van de resultaten van de proeven uitgevoerd op de laboratoriummonsters. 2.12 Handboek « Factory Production Control » Document dat de gebruiken, middelen en sequenties aangeeft voor de activiteiten die gebonden zijn aan het beheer van de specifieke kwaliteit van het product. De combinatie van deze middelen waarborgt de overeenkomstigheid van kalk voor bodembehandeling met de normen.
TOEPASSINGSREGLEMENT
Certificatie van Ongebluste Kalk voor Bodembehandeling
TRA 459 Uitgave 1.2 Datum 16-02-2010 Pagina 4 / 13
3. Referenties naar het reglement voor productcertificatie CRC 100 Dit hoofdstuk verwijst naar de artikelnummers van het certificatiereglement (CRC 100) waarvoor bijkomende informatie in het kader van de certificatie van kalk voor bodembehandeling vereist is.
Artikel 3
Keuringsinstellingen
Art. 3.1 Samenwerking met de keuringsinstellingen Art. 3.1.2 In het kader van deze certificatie, verzekert het OCCN zelf de keuringsopdrachten. Ingeval het OCCN de keuringsopdracht niet alleen kan verzekeren, worden de keuringen in onderaanneming gegeven aan keuringsinstellingen waarvan de lijst aan de leden van her Bestuurscomité en aan de gecertificeerde producenten aangemeld wordt.
Artikel 4
Controlelaboratoria
Art. 4.1 Aanduiding van de controlelaboratoria Art. 4.1.2 De lijst van de controlelaboratoria waarop beroep kan worden gedaan in het kader van de certificatie van kalk voor bodembehandeling is in bijlage 1 opgenomen. Deze lijst wordt regelmatig bijgewerkt.
Artikel 5
Zelfcontrole
Art. 5.3 Laboratorium voor zelfcontrole Art. 5.3.1 Het laboratorium voor zelfcontrole van de productie-eenheden moet in staat zijn om de proeven opgenomen in de tabellen van bijlage 2 volgens de van kracht zijnde normen uit te voeren. Twee maal per jaar op verzoek van de certificatie-instelling, zendt de producent de resultaten, de interpretaties en de synthese van de laatste 12 maanden van zijn zelfcontrole naar de certificatie-instelling. Art. 5.4 Kalibraties en verificaties Art. 5.4.1 Elk laboratorium blijft permanent verantwoordelijk voor de goede werking en de kalibratie van al zijn materiaal. Art. 5.6 FPC-handboek Art. 5.6.2 De aanvrager legt een aanvulling van het FPC-handboek van de CE-markering voor, waarin de bepalingen zijn opgenomen om de bijkomende karakteristieken te waarborgen die noodzakelijk zijn voor het bekomen van het BENOR-merk. De eisen van de norm NBN EN 459-3 zijn integraal van toepassing. De leverancier moet een doeltreffend systeem voor de beheersing van de overeenkomstigheid van de controles en proeven van het eindproduct invoeren en handhaven. Dit systeem zal bestaan uit gedocumenteerde procedures voor de keuringen en proeven om de overeenkomstigheid van het eindproduct te waarborgen met inbegrip van de uitvoeringsnormen en de registraties met betrekking tot de controles. Art. 5.6.4 Het FPC-handboek moet voortdurend bijgewerkt worden volgens de regels bepaald door zijn eigen procedures. Een exemplaar van het FPC-handboek wordt tijdens de intiële aanvraag aan de certificatie-instelling overgemaakt. Elke significante wijziging in de aanvulling van het FPC-handboek moet aan de certificatie-instelling gemeld worden en een nieuwe gecorrigeerde kopie van het FPC-handboek moet overgemaakt worden. Art. 5.7 Controleschema’s Art. 5.7.1
Het controleschema is opgenomen in bijlage 6 van dit toepassingsreglement.
TOEPASSINGSREGLEMENT
Certificatie van Ongebluste Kalk voor Bodembehandeling
TRA 459 Uitgave 1.2 Datum 16-02-2010 Pagina 5 / 13
De proeven uit te voeren in het kader van de externe controle tijdens de gebruiksperiode zullen ook moeten uitgevoerd worden op paarsgewijze monsters in het kader van de industriële zelfcontrole. Art. 5.7.2 De maatregelen die moeten genomen worden ingeval van niet conforme controleresultaten zijn opgenomen in de bijlagen 6 en 7 van onderhavig toepassingsreglement. Art. 5.8 Werkboeken Art. 5.8.1 Voor elk beproefd monster worden alle brutogegevens bekomen door het laboratorium voor elke proef samen genoteerd in de werkboeken. Elk resultaat wordt onmiddellijk geregistreerd en gedateerd ; de schikking en de presentatie gebeuren in onderling overleg met de keuringsinstelling. De gegevens worden doorlopend bij de verantwoordelijke, aangeduid in het technisch dossier, ter beschikking gehouden van de afgevaardigde van de keuringsinstelling. De producent mag zijn zelfcontroleproeven in onderaanneming geven aan externe controlelaboratoria. Al deze gegevens met betrekking tot alle type proeven, moeten gedurende minstens één jaar bewaard worden, zij moeten in de controleregisters geregistreerd worden. Art. 5.9 Controleregisters Art. 5.9.2 De volgende controleregisters moeten door elke productie-eenheid bijgewerkt worden en ter beschikking gehouden van de certificatie-instelling of haar afgevaardigde. De gegevens worden er chronologisch in opgenomen. Het register van de proeven omvat : Het register van de incidenten ; De controleresultaten op kalk voor bodembehandeling ; De evaluatie van de resultaten ten opzichte van de keuring op attributen of ten opzichte van de keuring op variabelen; Een register voor het beheer van de niet-overeenkomstigheden dat ook de optekening van alle correctieve maatregelen moet bevatten ; Het register van de meet- en beproevingsuitrustingen ; Het klachtenregister waarin de opvolging van de klachten opgenomen is ; Het register voor het onderhoud en de kwaliteitsincidenten met schriftelijk en gedateerde optekeningen van elke afstelling, onvoorziene gebeurtenis of vervanging op de installaties om de oorzaken van de eventuele vastgestelde anomalieën te ontdekken.
Artikel 6
Productidentificatie en gebruik van het certificatielogo
Art. 6.1 Productidentificatie Art. 6.1.1 Het product zal duidelijk geïdentificeerd worden op de leveringsbon (gespecificeerd in het CRC 102) die de levering begeleidt. Een zelfde aanduiding zal niet simultaan aan gecertificeerd en niet gecertificeerd kalk voor bodembehandeling kunnen toegekend worden.
Artikel 7
Voorraadbeheer
Al de voorraad is duidelijk geïdentificeerd om elke verwarring of vergissing tussen de opgeslagen producten te vermijden.
TOEPASSINGSREGLEMENT
Certificatie van Ongebluste Kalk voor Bodembehandeling
Artikel 8
TRA 459 Uitgave 1.2 Datum 16-02-2010 Pagina 6 / 13
Externe controle
Ingeval van verschillen tussen de resultaten van het interne en het externe laboratorium, zal de producent een onderzoek instellen om de oorzaken ervan te bepalen en hierover verslag uitbrengen aan de certificatieinstelling. Art. 8.2 FPC-controlebezoeken Art. 8.2.2 De afgevaardigde van de keuringsinstelling voert een controlebezoek uit gedurende één dag, gewijd aan de evaluatie van de overeenkomstigheid van de FPC aan de eisen van de norm EN 459-3 voor wat betreft de specificaties eigen aan het BENOR-merk. Hij kijkt de documenten opgesomd in § 5.9.2 na, en kan er een kopie van vragen. Hij vergewist zich van : De juistheid van de leveringsbonnen ; De correcte identificatie van kalk voor bodembehandeling op de verschillende laadpunten ; Het bijhouden van de documenten opgenomen in § 5.8 en 5.9.2 ; De juiste frequentie van de controles ; De interpretatiewaarde De overeenkomstigheid van de proefresultaten aan de eisen ; De toepassing van de correctieve maatregelen ; Het naleven van alle clausules van artikel 5 in het algemeen. Art. 8.2.3
Bijkomende controlebezoeken worden slechts in volgende gevallen uitgevoerd :
Op verzoek van de leverancier ; Op verzoek van het secretariaat, naar aanleiding van een afwijking vastgesteld door de keuringsinstelling of van een klacht ; Tengevolge van een sanctie betekend door het Certificatiecomité of het Bestuurscomité. De kosten van deze bijkomende bezoeken zijn ten laste van de vergunninghouder. Art. 8.2.5 De jaarlijkse frequentie van de controlebezoeken bedraagt in principe 1 bezoek per jaar voor de FPC-audit en twee bezoeken beperkt tot een externe monsterneming. De afgevaardigde van de keuringsinstelling is aanwezig bij de monsternemingen bestemd voor de externe controleproeven. Hij identificeert en verzegelt deze monsters en stelt een proefaanvraag op. Art. 8.3 Controleproeven Art. 8.3.2 De frequentie van de periodieke controleproeven uit te voeren in het kader van de externe controle tijdens de gebruiksperiode is opgenomen in bijlage 7. Art. 8.3.5 Het vervoer van de monsters naar het laboratorium (de laboratoria) wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de leverancier binnen de twee werkdagen volgend op de monsterneming. Art. 8.4 Bezoekverslagen Art. 8.4.2 Op het einde van het bezoek stelt de keuringsinstelling een lijst op met eventuele opmerkingen en vraagt aan de vertegenwoordiger van de producent dit document ter kennisneming te ondertekenen. De keuringsinstelling laat een kopie van de opmerkingen ter plaatse. Art. 8.4.3 Het verslag van elk bezoek wordt opgesteld volgens een model bepaald door de keuringsinstelling in medewerking met de certificatie-instelling.
TOEPASSINGSREGLEMENT
Certificatie van Ongebluste Kalk voor Bodembehandeling
TRA 459 Uitgave 1.2 Datum 16-02-2010 Pagina 7 / 13
Artikel 10 Inleidend bezoek en toelatingsperiode Art. 10.2 Toelatingsperiode Art. 10.2.3
Duur van de toelatingsperiode
De duur van de toelatingsperiode bedraagt minimum twee maanden en minimum 20 zelfcontroleresultaten gedurende dewelke de frequenties voor de zelfcontrole 1 monsterneming per productiedag bedraagt. Gedurende deze toelatingsperiode twee monsternemingen zullen uitgevoerd worden door een vertegenwoordiger van de keuringsinstelling op een niet aangekondigde datum, en vier monsternemingen zullen door de leverancier uitgevoerd worden voor verzending naar een extern laboratorium van zijn keuze. Zodra de productie-eenheid beschikt over conforme zelfcontroleresultaten over een periode van twee maanden (en minimum 20 proefresultaten) zal zij hiervan de synthese en de interpretatie aan de certificatieinstelling overmaken. Na ontvangst van dit verslag alsook van de conforme resultaten van de externe monsterneming en op positief advies van de keuringsinstelling na de initiële FPC audit, mag de certificatie-instelling de productieeenheid in de gebruiksperiode stellen. Het evaluatieschema is gebaseerd op de proeven uitgevoerd door het laboratorium van de productiezetel (zelfcontroleproeven) even als door een controlelaboratorium (externe proeven). Art. 10.3 Zelfcontrole tijdens de toelatingsperiode Tijdens de toelatingsperiode wordt de industriële zelfcontrole uitgevoerd met een frequentie van één monsterneming per dag.( zie ook bijlage 2 tabel 2) Art. 10.3.1
Proeven
Tijdens de toelatingsperiode worden de proeven uitgevoerd in het zelfcontrolelaboratorium gekozen door de producent. Art. 10.3.2
Beoordeling van de resultaten
De beoordeling van de controleresultaten is overeenkomstig bijlagen 6 en 7 van deze TRA, met dien verstande dat de bepalingen met betrekking tot de sancties niet van toepassing zijn. Tijdens de toelatingsperiode geven de tekortkomingen aanleiding tot het uitstel of de weigering van de toelating.
Artiikel 11 Vergunning en certificaat Art. 11.4 Geldigheidsduur van de vergunning Art. 11.4.3 12 maanden.
De maximale duur van een tijdelijke opschorting op vraag van de vergunninghouder bedraagt
De duur van een opschorting beslist tengevolge van een sanctie bedraagt 3 maanden ; deze duur kan beperkt worden tot 1 maand of verlengd tot 6 maanden mits rechtvaardiging van het Certificatiecomité die de sanctie betekend heeft. Art. 11.6 Certificaat Art. 11.6.3
Een model van een certificaat van overeenkomstigheid is opgenomen in bijlage 8.
Article 12 Vergunningsperiode Art. 12.1 Vrijgestelde productiedelen
Art. 12.1.7
De leveringsbon van de producten die geen houder zijn van het merk mag het logo van het merk niet bevatten.
TRA 459 Uitgave 1.2 Datum 16-02-2010 Pagina 8 / 13
TOEPASSINGSREGLEMENT
Certificatie van Ongebluste Kalk voor Bodembehandeling
Art. 12.2 Twijfelachtige en afgekeurde productiedelen Art. 12.2.3 Van zodra een leverancier, onder meer via de resultaten van zijn zelfcontrole, op de hoogte gebracht wordt van de niet-overeenkomstigheid van zijn producten, ongeacht de reden, moet hij onmiddellijk deze producten declasseren en mag hij ze niet meer onder het BENOR-merk leveren. Aangezien het niet altijd mogelijk is de leveringsbonnen onmiddellijk te wijzigen maar dat het belangrijk is dat de klant in kennis wordt gesteld van de niet-overeenkomstigheid van het product, moet van zodra de nietovereenkomstigheid vastgesteld is, het BENOR-logo van de leveringsbonnen met betrekking tot het product in kwestie en de kopieën ervan zichtbaar doorstreept worden (dikke zwarte stift). De leveringsbonnen moeten zo spoedig mogelijk aangepast worden door de schrapping van het BENOR-logo. De gecertificeerde aanduiding en het BENOR-logo mogen enkel opnieuw op de leveringsbonnen aangebracht worden van zodra het bewijs geleverd is dat de overeenkomstigheid van het product opnieuw gewaarborgd is. De naspeurbaarheid van het incident moet blijken uit de controleregisters van de leverancier.
Article 15 Sancties De in de CRC 100 vermelde sancties zijn van toepassing.
4. Bijlagen Bijlage 1 : Lijst van de laboratoria die in onderaanneming werken en erkend zijn voor de externe controle van de certificatie van kalk voor bodembehandeling
Maatschappij
Adres
Telefoon
Fax
Geos Wellen
Hertenstraat 30
012/67.09.09
012/74.54.05.
02/ 775.82.20.
02/ 772.33.74.
3830 WELLEN OCW
Woluwelaan 42 1200 BRUSSEL
NB: Deze lijst is de lijst van toepassing op datum van de opstelling van dit document, elke wijziging wordt per rondzendbrief bekend gemaakt.
TRA 459 Uitgave 1.2 Datum 16-02-2010 Pagina 9 / 13
TOEPASSINGSREGLEMENT
Certificatie van Ongebluste Kalk voor Bodembehandeling
4.2 Bijlage 2 : Proeven en beproevingsmethoden Industriële zelfcontrole – frequentie van de monsternemingen en proeven TABEL 1 : Proeven en Proefmethoden
Proef Korrelgrootte
Ref. EN 459-2
Eigenschappen
Proefmethode
Doorval door de zeef van 90 µm
NBN EN 196-6
Doorval door de zeef van 2 mm Reactiviteit Beschikbare kalk
EN 459-2
Tijd om 60°C te bereiken
Methode T60 van de NBN EN 459-2
Percentage vrije kalk
ASTM C 25 99
TABEL 2 : Industriële zelfcontrole – Frequentie van de monsterneming en van de proeven Eigenschappen
Zelfcontrole
Zelfcontrole
Toelatingsperiode
Gebruiksperiode
Korrelgrootte
1 / dag
1 / week
Korrelgrootte
1 / dag
1 / week
Reactiviteit
1 / dag
1 / week
Beschikbare kalk (Vrije)
1 / dag
1 / week
Tijdens de gebruiksperiode zal de controlefrequentie overeenkomen met de leveringsperioden, 1 monsterneming per week zal plaatsvinden tijdens de weken met leveringen In de gebruiksperiode mag de frequentie met de helft verminderd worden (1 proef / 2 weken), indien er gedurende zes maanden geen niet-overeenkomstigheid was. Indien het statistisch criterium niet meer gerespecteerd wordt of indien een niet-overeenkomstigheid met betrekking tot de grenswaarde wordt vastgesteld, zal de zelfcontrole hernemen met een frequentie van 1 / week voor een minimum periode van zes maanden. Tijdens de toelatingsperiode zal de controlefrequentie 1/per productiedag bedragen teneinde te verzekeren dat er minimum 20 monsters van de verschillende producties over een periode van twee maanden beschikbaar zijn. .
TOEPASSINGSREGLEMENT
Certificatie van Ongebluste Kalk voor Bodembehandeling
TRA 459 Uitgave 1.2 Datum 16-02-2010 Pagina 10 / 13
4.3 Bijlage 3 : Controle-uitrustingen 4.3.1. Uitrusting voor de monsterneming volgens NBN EN 196-7 (uitrusting waarover de leverancier in elke productiezetel moet beschikken). OPMERKINGEN 1 Elk meettoestel moet gebruikt en onderhouden worden overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant van het toestel. 2. Elk meettoestel moet minstens éénmaal per jaar gekalibreerd worden. De kalibratie kan uitgevoerd worden door : • de dienst metrologie van het Ministerie van Economische Zaken, • een OBE of EA-geaccrediteerd laboratorium op gebied van de betrokken meting, • bij gebrek aan voorgaande en mits toestemming van de keuringsinstelling, door de fabrikant van het toestel. De keuringsinstelling verifieert regelmatig de behoorlijke werking van de meetinstallaties. Deze controles moeten bovendien uitgevoerd worden na elke bijregeling, aanpassing of herstelling van de meetinstallaties en zeker in geval van twijfel. Ingeval van controle door de vergunninghouder moet de verificatie uitgevoerd worden door verwijzing naar een standaardmaat in de reeks van de uitgevoerde metingen. 3. De validatie van een proefmethode bestaat erin de prestatiekenmerken van de methode te bestuderen en de geschiktheid ervan aan te tonen. In het kader van een validatie dienen de volgende elementen beschouwd te worden : •
de herhaalbaarheid en de reproduceerbaarheid van de methode,
•
de juistheid van de methode,
•
de detectie- en kwantificatiegrenzen van de methode,
•
de selectiviteit en de gevoeligheid van de methode,
•
de lineariteit en het meetbereik van de methode.
TOEPASSINGSREGLEMENT
Certificatie van Ongebluste Kalk voor Bodembehandeling
TRA 459 Uitgave 1.2 Datum 16-02-2010 Pagina 11 / 13
4.4 Bijlage 4 : Inhoud van het FPC-handboek Het FPC handboek voldoet aan de eisen van de norm EN 459-3 ; de fabriek beschikt bovendien reeds over een attestering van de conformiteit in het kader van de CE-markering van zijn bouwkalk. De voorschriften om de conformiteit van kalk voor bodembehandeling aan de eisen van dit BENORreglement te verzekeren worden toegelicht in het FPC-handboek. Het BENOR-merk beperkt zich tot het attesteren van deze informatie en de beschrijvingen aanvullend op de CE-markering. De jaarlijkse BENOR-audit slaat niet op de specifieke punten van de CE-markering van bouwkalk.
4.5 Bijlage 5 : Beoordeling van de zelfcontroleresultaten Zelfcontrole De resultaten van de proeven worden geïnterpreteerd aan de hand van de conformiteitscriteria van PTV 459. Indien ze niet conform zijn moeten correctives acties ondernomen worden. Indien noodzakkelijk, zal de leverancier strikt de afkeuringsprocedure toepassen zoals voorzien in het Kwaliteitshandboek. Hij verwittigt de klant en volgt de procedure- ISO van de Gids 28 Nota : De resultaten van de zelfcontroleproeven mogen beoordeeld worden ten opzichte van de criteria van de grenswaarden (controle op attributen) of in verhouding tot de statistische criteria (controle op variabelen). Controle van de productie De controle van de installaties omvat de controle van de installaties voor monsterneming, opslag en levering. Wanneer een tekortkoming wordt vastgesteld, moet de verantwoordelijke van de productie- en/of distributiesite verwittigd worden. Hij moet er de oorzaak van vinden en zich ervan vergewissen dat de correctieve maatregelen of de nodige aanpassingen uitgevoerd worden en meldt dit in het register. Hij moet ook maatregelen treffen om te vermijden dat niet conform kalk voor bodembehandeling in omloop gebracht wordt en het certificatie-instelling, de keuringsinstelling alsook de betrokken klant(en) verwittigen ingeval niet conform kalk voor bodembehandeling in omloop gebracht werd.
TRA 459 Uitgave 1.2 Datum 16-02-2010 Pagina 12 / 13
TOEPASSINGSREGLEMENT
Certificatie van Ongebluste Kalk voor Bodembehandeling
4.6 Bijlage 6 Kwaliteitscontrole – Uit te voeren proeven en specificaties. Tabel 3 Karakteristiek
Methode
Eis
Korrelgrootte
EN 459-2
Doorval op 90 µm
Korrelgrootte
EN 459-2
Doorval op 2 mm
2
Reactiviteit
Methode T60 van EN 459-2
Tijd om 60°C te bereiken.
3
Beschikbaar CaO
ASTM C 25 99
Concentratie
1
Conformiteit
Individuele Grenswaarden
Zie PTV 459
4.7 Bijlage 7 – Frequentie van de externe controleproeven tijdens de gebruiksperiode en tijdens de toelatingsperiode, verificatie van de zelfcontrole. De externe controleproeven hebben betrekking op de korrelverdeling met een doorval op 2 mm en 90 µm, de reactiviteit en de vrije kalk. De externe monsterneming wordt uitgevoerd om gekruiste proeven tussen het interne en het externe laboratorium te verrichten. Teneinde een statistische test ter validatie van de zelfcontroleproeven tijdens de toelatingsperiode uit te voeren, moeten zes monsters genomen worden. 2 monsters worden genomen door een vertegenwoordiger van de keuringsinstelling, één op de dag van de audit en het tweede tijdens een niet aangekondigd bezoek. Vier monsters worden door de leverancier genomen om naar het externe laboratorium, van zijn keuze, verstuurd te worden. Tijdens de gebruiksperiode moeten twee externe monsternemingen voorzien worden op een niet aangekondigde datum door een vertegenwoordiger van de keuringsinstelling. Tweemaal per jaar op vraag van het secretariaat van de certificatie, verstuurt de producent zijn zelfcontroleresultaten naar de keuringsinstelling.
TOEPASSINGSREGLEMENT
Certificatie van Ongebluste Kalk voor Bodembehandeling
TRA 459 Uitgave 1.2 Datum 16-02-2010 Pagina 13 / 13
4.8 Bijlage 8 : Het BENOR-certificaat van overeenkomstigheid Het BENOR-certificaat van overeenkomstigheid in de sector van ongebluste kalk voor bodembehandeling vermeldt volgende tekst : BENOR-certificaat van overeenkomstigheid – Sector van kalk voor bodembehandeling – PTV 459 Dit certificaat van overeenkomstigheid is afgeleverd door het OCCN in zijn hoedanigheid van certificatie-instelling en dat door het Belgisch Instituut voor Normalisatie gemachtigd is zijn Comité van het Merk van overeenkomstigheid BENOR te vertegenwoordigen. Dit certificaat, geldig tot « 31 januari van het volgend jaar » verklaart dat het kalk voor bodembehandeling aanduiding van kalk voor bodembehandeling overeenkomstig het reglement geproduceerd door de maatschappij naam en adres van de producerende maatschappij in zijn productie-eenheid en op het ladingspunt naam en adres van de productie-eenheid en aanduiding van het ladingspunt regelmatig gekeurd wordt in overeenstemming met het reglement voor productcertificatie CRC 100 en met het toepassingsreglement voor kalk voor bodembehandeling TRA 459 De leverancier is gemachtigd om het BENOR-merk te gebruiken voor bovenvermeld kalk voor bodembehandeling. De nauwkeurige beschrijving van de eigenschappen van de kalk voor bodembehandeling is bij de producent beschikbaar. Het vermoeden van overeenkomstigheid van het kalk voor bodembehandeling, vertrek productiezetel, wordt verzekerd door het aanbrengen van het BENOR-label op de leveringsdocumenten. Certificaat nr. Datum van uitgifte van het certificaat Handtekening van de verantwoordelijke van het OCCN.
BENOR