www.researchportal.be - 3 Feb 2016 12:38:08
Onderzoeksprojecten (140 - 160 van 840) Zoekfilter: Classificaties: Informatica, systeemtheorie
Constraint Programming voor geavandeerde joins in regelgebaseerde programmeertalen Universiteit Gent Abstract: Regelgebaseerde programmeertalen maken een sterke opmars omdat ze perfect inspelen op de groeiende werkdruk van programmeurs. Het gebrek aan ondersteuning voor geavanceerde joins in deze talen vormt echter een ernstig obstakel voor verdere adoptie. Dit project ontwikkelt ondersteuning voor geavanceerde joins. We pakken dit obstakel aan vanuit een unieke invalshoek: door verbanden te leggen met implementatietechnieken uit Constraint Programming. Organisaties: • Vakgroep Toegepaste wiskunde en informatica
Onderzoekers: • Tom Schrijvers
Consultancy overeenkomst Universiteit Gent Abstract: De hoofdopdracht van dit project betreft het actualiseren van de klachtendatabank van het instituut. Deze taak omvat het aanpassing van de gebruikersinterfaces naar de huidige terminologie en meertaligheid, het ondersteunen van meer simultane gebruikers, het uitbreiden van de bevragingsmogelijkheden, het uitbreiden en aanpassen van de rapporteringsmogelijkheden en het automatiseren van het gebruik van standaardbrieven. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Guy De Tré
Consumer insights in het gebruik van sociale media door Belgische jongeren Hogeschool Gent Abstract: Sociale media zijn een nieuwe, aanvullende vorm van marketingcommunicatiemedia. De sociale media zoals Web 2.0 sites, blogs op internet, iDTV, mobiele communicatie, advergaming,...zijn internetgerelateerde tools die het een consument niet alleen mogelijk maken om zelf op zoek te gaan naar informatie omtrent een product/dienst maar ook om zelf contact te realiseren met de bedrijven/adverteerders. Daarenboven stellen deze nieuwe media de consument ook in staat om eigen informatie, percepties en opinies te verspreiden onder medeconsumenten. De consument wordt, in vergelijking met het klassieke advertising model waarin hij een passieve rol speelde (zender adverteerder, ontvanger consument), een actieve speler in een nieuw model: hij stuurt de merkboodschap bijvoorbeeld aan via 'user generated content' (verwijst naar media inhoud die geproduceerd wordt door de eindgebruiker) of via 'Word of Mouse' (een evolutie van 'word of mouth' naar 'word of Mouse', waarbij de verspreiding van de boodschap niet meer face-to-face gebeurt maar via een digitale intermediair). Hij kan via de virale (digitale) weg duizenden andere consumenten benaderen met positieve of negatieve boodschappen. De adverteerder zal zijn sturende rol moeten bijschaven en zich in de communicatie, uitgedaagd door de consument, anders moeten gedragen, rekening houdend met de gewijzigde communicatiemogelijkheden- van de consument. Zowel vanuit de academische als vanuit de bedrijfswereld is er echter nood aan diepgaande inzichten in waarom en wanneer de consument als actieve ontwikkelaar of verspreider van commerciële boodschappen gaat optreden. Vroeger onderzoek wees reeds uit wat het socio-demografisch profiel is van internetgebruikers, hoe consumenten hun tijd verdelen over media (Ferris, 2007) en wat bijvoorbeeld de motieven zijn van consumenten om gebruik te maken van het internet (Rodgers & Sheldon, 1999). Consumenten gaan via internet informatie zoeken, communiceren, ontspannen en shoppen. De dieperliggende kennis van waarom de gebruiker/consument al dan niet gebruik maakt van sociale media en dus participeert in de commerciële boodschap ontbreekt nog. (Johnson, Bruner & Kumar, 2008). De doelstelling van dit project is het beantwoorden van volgende onderzoeksvragen : 1. wat zijn de motivaties van Belgische jongeren (16-34 jarigen) om actief commerciële boodschappen aan te sturen in sociale media, en 2. in welke mate modereren deze motivaties het effect van merkkenmerken (zoals merkpersoonlijkheid) en boodschapelementen (zoals het type creatieve appeal dat gebruikt wordt) op het al dan niet vertonen van dit actieve aansturingsgedrag van Belgische jongeren. In de verschillende onderzoeksfasen zal de motivatie van de jonge consument op kwalitatieve en kwantitatieve manier bestudeerd en bevraagd worden. Het einddoel bestaat erin een gefundeerd advies te kunnen formuleren aangaande de meest aangewezen manier om de interactieve consument van morgen efficiënt te benaderen en te bereiken. Het PWO-project “Consumer insights in het gebruik van sociale media door Belgische jongeren” heeft twee centrale vragen. o De eerste centrale vraag is ‘Wat zijn de motivaties van Belgische jongeren (16-34 jarigen) om actief commerciële boodschappen aan te sturen in sociale media?’. o De tweede centrale vraag is ‘In welke mate beïnvloeden merkkenmerken (zoals merkpersoonlijkheid) en boodschapelementen (zoals het type creatieve appeal) het aansturinggedrag van Belgische jongeren en is deze relatie afhankelijk van de oorspronkelijke motivatie?’ Om deze centrale vragen te kunnen beantwoorden is een antwoord nodig op de volgende onderzoeksvragen: o Welke sociale media worden door Belgische jongeren gebruikt om actief commerciële boodschappen aan te sturen? (OV1) o Wat zijn de motivaties van Belgische jongeren om gebruik te maken van sociale media om informatie met betrekking tot producten of diensten te creëren of te verspreiden? (OV2) o Link tussen het waarom en soort product of dienst en soort informatie / boodschap en wijze van actief gebruik? (OV3) De eerste fase van het onderzoeksproject was een oriënterende, afbakenende en conceptuele fase. De literatuurstudie heeft zich geconcentreerd op de eerste twee onderzoeksvragen. De tweede fase van het project – kwalitatief onderzoek bij de consument – liet toe om de verworven informatie uit de eerste fase af te toetsen, te verfijnen en uit te zuiveren. De kwalitatieve onderzoeksfase probeerde vooral een antwoord te formuleren op de eerste twee onderzoeksvragen. De tweede onderzoeksvraag, de motivaties, kwam uitgebreid aan bod. Door de motivaties te onderzoeken, werd een beter beeld verkregen van wat de gebruikers drijft om het gedrag te stellen waar dit onderzoeksdomein zich op richt. In de gesprekken is ook gepolst naar relevante elementen met betrekking tot de derde
onderzoeksvraag. Naast een indicatie van de motivaties die bij de meeste respondenten aanwezig waren, kwam het kwalitatief onderzoek tot drie conclusies: 1.Bepaalde motivaties kunnen onvoldoende teruggekoppeld worden naar de beschikbare theorieën. We vonden vijf nieuwe motivaties die (voorlopig) niet te herleiden zijn naar de reeds gedocumenteerde motivaties: profilering, google traffic, reciprociteit of bijdragen tot de community, drang naar content, problemen signaleren aan bedrijven en tenslotte provoceren en choqueren. 2.Bepaalde motivaties komen heel vaak samen voor, of juist niet. 3.Er zijn verschillende variaties binnen éénzelfde motivatie, we kunnen ons nu een meer genuanceerd beeld vormen van iedere bestaande motivatie. Een voorbeeld hiervan is de motivatie ‘product involvement’ waar ook sprake is van ‘brand involvement’. De derde fase is een kwantitatieve onderzoeksfase en is opgebouwd uit drie luiken: een inhoudsanalyse, een enquête en een experiment. Deze derde fase moet ook een afdoende antwoord geven op de derde onderzoeksvraag. Als resultaat van de derde fase verwachten we kwantitatieve gegevens om de motivaties bij jongeren te onderbouwen en de boodschapelementen van commerciële boodschappen te linken aan de mogelijke motivaties. Het einddoel bestaat erin een gefundeerd advies te kunnen formuleren aangaande de meest aangewezen manier om de interactieve consument van morgen efficiënt te benaderen en te bereiken. Organisaties: • Departement Bedrijfsmanagement Mercator • Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde • Vakgroep Marketing • Vakgroep Marketing
Onderzoekers: • Claire Maréchal • Iris Vermeir • Brigitte Neetens • Linda Engels
Consumer Open Innovation and Open Manufacturing Interaction for Individial Garments - Open Garments Universiteit Hasselt Abstract: De algemene doelstelling van Open Garments is het Manufacturing Service Provider (MSP) Business Model die individuele kledingstukken mogelijk maakt. Dit model zal een nieuwe manier van ontwerpen, productie en verkoop toestaan van door consumenten ontworpen en samengestelde kleding, gebaseerd op het aanbod van geïndividualiseerde diensten en producten aan klanten en partners. Dit zal leiden tot nieuwe product ontwerpen, tot een veel hogere tevredenheid van de klant, en tot een verbetering van de stabiliteit en het concurrentievermogen van KMO's. Wanneer de Europese textiel-en kledingindustrie dit toepast, zal ze in staat om binnen de 72 uur individuele kledingstukken te creëren met een zeer hoge mate van maatwerk op het gebied van pasvorm, mode en functie en met een vergelijkbare prijs. Het is de bedoeling om de consument aan te stellen als ontwerper, producent en detailhandelaar voor individuele kledingstukken, door de creativiteit en de bereidheid van de consument door middel van web-gebaseerde virtuele gemeenschappen van individuen te gebruiken, door de aanvaarding en de integratie van (voornamelijk) bestaande digitale technologieën voor ontwerp en productie van individuele kledingstukken in het kader van open innovatie en (een nieuw concept van) Open Manufacturing, en het uitwerken van een nieuw MSP-concept voor KMOs met een passend bedrijfsmodel en -instrumenten, die de Open Innovatie gemeenschap en de Open Manufacturing netwerk coördineert, ondersteunt en beheert Organisaties: • Expertisecentrum voor Digitale Media • Expertisecentrum voor Digitale Media
Onderzoekers: • Frank VAN REETH
Context-oriented programming (Type 3) : (Onderzoeker Pascal COSTANZA) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tijdens het afgelopen decennium is het in een groeiend aantal software scenario's duidelijk geworden dat de buigzaamheid van software ernstig te kort schiet. Steeds vaker merken we de noodzaak op om code te schrijven waarvan de betekenis niet volledig door zijn constituenten alleen wordt bepaald, maar gedeeltelijk van de context afhangt waarin de software wordt gebruikt. Het doel van dit project is een begrip te ontwikkelen en te vestigen van context-georiënteerde programmering die verder gaat dan traditionele programmeringsparadigma's. Er is nood aan een hoge graad van adaptivitiy en/of aanpassingsvermogen, en er is reeds een traditie van onderzoek binnen verscheidene computerwetenschap gebieden die gedeeltelijk deze begrippen behandelen. Nochtans concentreert dit voorstel zich niet op aan het vakgebied verbonden oplossingen, maar eerder op de ontwikkeling van een programmeringsparadigma en ondersteunende programmeertaalconcepten en technieken voor algemeen gebruik die de onderhoudbaarheid, de robuustheid en de herbruikbaarheid van software verbeteren die in hoogst dynamische milieu's moeten passen. Op deze wijze, zullen wij een brede waaier van onderzoeksgebieden de middelen verstrekken om zich op het gewenste gedrag te concentreren en context-afhankelijke begrippen correct uit te drukken op een beknopte en geschikte manier, zonder te worden afgeleid door ongeschikte taalconcepten. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • THEO D'HONDT
Convention ICT-IP-06 "CRYPTASC" : Advanced ICT Solutions to CRYPTography, Authentification, and Secure Communication: software engineering assisted by quantum technology. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Door een aanhoudende groei van netwerken zoals het internet en het toenemende aantal personal computers bij gezinnen, zijn informatie en communicatie technologieën alom vertegenwoordigd in onze huidige maatschappij. Anderzijds zijn kwantumtechnologieën, die minder gekend zijn bij het grote publiek, op dit ogenblik een andere wetenschappelijke en technologische revolutie aan het inleiden, voornamelijk op het gebied van telecommunicatie. Met ons huidige projectvoorstel, dat op de grens ligt tussen deze twee disciplines, beogen we deze beloftevolle kwantumtechnologieën aan te wenden in de context van cryptografische toepassingen. Kwantumcryptografie, zoals dit concept genoemd wordt, is de laatste tien jaar wereldwijd in verschillende universiteiten en onderzoekscentra onderzocht en is nu een commerciële realiteit aan het worden. Verscheidene spin-off bedrijven ter wereld verkopen nu al kwantumcryptografische producten. (id-Quantique, MagiQ Technologies). Het doel van het huidige voorstel in het ICT Impulse Program is verdere ontwikkelingen te
verwezenlijken in deze nieuwe kwantumtechnologie. Daarenboven willen we de expertise van kwantumcryptografie in de Brusselse regio vergroten in een waaier van theoretische concepten tot valorisatie en identificatie van potentiele industriële partners. Dit vereist uiteraard een brede know-how, gaande van cryptografie, kwantuminformatie en computerwetenschappen op fundamenteel niveau, tot het onderzoek naar potentiële toepassingen voor deze nieuwe technologieën en in het algemeen de valorisatie van resultaten van het onderzoek. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • IRINA VERETENNICOFF • THEO D'HONDT
Coördinatie en eigendom in grafen van genetwerkte actoren (COGNAC) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de toekomst zal men omringd zijn door toestellen die ogenschijnlijk vloeiend met elkaar samenwerken om een consistente computationele omgeving te creëren. Om zulke toestellen te programmeren worden nieuwe computermodellen en nieuwe omgevingsgerichte programmeertalen vereiste om om te gaan met de dynamiek van de omgeving, resulterend in intermitterende verbindingen bij toestellen die in en uit contact met elkaar zijn. Hoewel de resulterende taaltechnologie sterk de bouw van draadloze toepassingen verbetert, zijn nieuwe abstracties vereist voor het coördineren van de resulterende gedistribueerde kluwen van objecten die de apparaten omgeven. Dit omvat het beheer van object interconnectiviteit, beheer van hulpbronnen, partitioneren en distribueren van berekening en object grafieken, fouten corrigeren, enzovoort. We zullen een gradueel type model voorzien die statistische en dynamische de eigenaarschap en locatie informatie bevestigen die vertegenwoordigt zijn in externe objectaanwijzing concepten om coördinatie abstracten te kunnen aanbieden, zoals ambient contracten, ter vereenvoudiging van de programmeerders taak. Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica
Onderzoekers: • WOLFGANG DE MEUTER
Coördinatie en Eigendom in Grafen van Genetwerkte Actoren (COGNAC). KU Leuven Abstract: In de toekomt zullen mensen worden omringd door toestellen die naadloosen draadloos met mekaar samenwerken. Het programmeren van zulke toestellen vereist nieuwe computationele modellen en nieuwe programmeertalen omom te gaan met de dynamiciteit van de omgeving en de wegvallende netwerkverbindingen tengevolge van het feit dat toestellen vrijelijk in en uitmekaars bereik bewegen. Nieuwe abstracties zijn nodig om de objectensoep te coördineren die ontstaat wanneer deze toestellen met mekaar interageren. Dit omvat het beheer van objectinterconnectiviteit, geheugenbeheer, de partitionering van de objectgraf over verschillende toestellen, foutenbeheer, etcetera. Bestaande coördinatiemodellen zijn te beperkt voor onze doeleinden. Vertrekkende van een actorgebaseerd model voor concurrente software zullen we statische analyse en dynamische programma-annotaties combineren. Ons doel is om het abstractieniveau te verhogen teneinde het programmeren van samenwerkende applicaties over draadloze, w Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • David Clarke
Coroutines KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Daniel De Schreye • Vincent Nys
Countermeasure technologies for web application vulnerabilities. KU Leuven Abstract: The Web has evolved over the past decennium from a simple static sourceof information to a complex platform running important and popular applications such as online social networks, webmail, e-commerce and e-health applications and so forth. Unfortunately, this evolution also has security consequences: a significant fraction of online security incidents is related to web applications. The goal of this doctoral research is to study the implementation and design level vulnerabilities of the web platform, and to develop new countermeasure technologies to prevent the introduction of vulnerabilities in web applications, to prevent or detect their exploitation by attackers, or to mitigate the effects of successfulexploitations. Organisaties: • Afdeling Informatica
Onderzoekers: • Frank Piessens • Willem De Groef
Cross Layer Optimization for the Fourth Generation Broadband Access Network KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - STADIUS
Onderzoekers: • Marc Moonen • Jeroen Verdyck
Cross-layer optimization with real-time adaptive dynamic spectrum management for fourth generation broadband access networks
KU Leuven Abstract: To enable next generation reliable and fast broadband internet access, it will be crucial to develop innovative broadband access network technologies. The fourth generation broadband access (4GBB) network currently envisaged consists of a hybrid fiber digital subscriber line (DSL) deployment, in which fiber is brought to the curb and existing telephony DSL twisted-copper pairs are used to bridge the last 20-200 meters. Techno-economic analysis has identified this 4GBB network as the most viable option for the next 15-20 years, and a final step towards ultimate fiber-to-the-home broadband access, targeting data rates of up to gigabits persecond. Providing these data rates over twisted-copper pairs is currently a significant challenge. State-of-the-art wireline transmission techniques, such as multiple-input/multiple output (MIMO) signaling and discrete multitone (DMT) modulation, succeed in optimally exploiting the space and frequency dimension to boost data rates, but fail to properl Organisaties: • Afdeling ESAT - STADIUS
Onderzoekers: • Marc Moonen • Paschalis Tsiaflakis • Marijn Scheir
Customer lifetime value modelling. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG LIRIS Leuven
Onderzoekers: • Jan Vanthienen
Databank 'Klachten en gender' Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt de ontwikkeling van een databank voor het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen mannen. Deze databank heeft tot doel de behandeling van klachten en de rapportering ervan aan de onverheden, te ondersteunen. De databank wordt opgebouwd in beide landstalen en moet een hulpmiddel zijn voor de registratie, conservatie en verwerking van klachten rond directe of indirecte discriminatie op basis van het geslacht -hierbij inbegrepen transseksualiteit-, pesterijen (als die verband houden met het geslacht van het slachtoffer) en ongewenst seksueel gedrag, welke onder de bevoegdheid van het instituut vallen. Organisaties: • Vakgroep Telecommunicatie en informatieverwerking
Onderzoekers: • Maryse Demoor • Guy De Tré
Databank Ondergrond Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Invullen van de stratigrafische interpretatie van geotechnische gegevens in de geologische databank van de Vlaamse Gemeenschap (Databank Ondergrond Vlaanderen ? DOV) Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Patric Jacobs
Databankondersteuning voor het berekenen van graafsimilariteit in biologische netwerken. Universiteit Hasselt Abstract: Bioinformaticaonderzoek is geëvolueerd van het genoom naar het proteoom (van genen naar proteïnen) en meer recentelijk ook naar het interactoom (interactie tussen proteïnen). Proteïnen zijn essentiële onderdelen van organismes en verrichten belangrijke taken in elk proces binnen een cel. Interacties tussen deze proteïnen kunnen we modelleren als een graaf of een netwerk. Andere voorbeelden van biologische netwerken zijn pathways die vanuit het standpunt van de theoretische informatica kunnen beschouwd worden als automaten verantwoordelijk voor specifieke metabolische processen. Meer en meer biologische netwerken worden verzameld in online databanken (bijvoorbeeld DIP, KEGG, WikiPathways en BioCyc). De zoekmogelijkheden in deze databanken zijn echter beperkt tot het zoeken op sleutelwoorden in metadata-velden of het opzoeken van lineaire netwerken. In het bijzonder is er geen enkele functionaliteit voorzien voor het zoeken naar netwerken gelijkaardig aan een gegeven netwerk. De belangrijkste reden voor deze beperkingen is dat de onderzochte similariteitsmaten voor biologische netwerken niet schalen naar grote verzamelingen. In de wetenschappelijke literatuur zijn bijna uitsluitend similariteitsmaten in termen van graafalignering onderzocht, wat een topologiebewarende similariteitsmaat is gebaseerd op homeomorfismen. Homeomorfismen zijn topologiebewarend in de zin dat toevoegingen en verwijderingen van knopen enkel langs paden toegelaten zijn. Er worden in de literatuur twee types van graafalignering bestudeerd. Lokale alignering zoekt naar voorkomens met een hoge similariteit van een gegeven kleine graaf in een gegeven grote graaf terwijl globale alignering, zoals de naam al doet vermoeden, de globale similariteit tussen twee grafen berekent. Aangezien beide problemen NP-hard zijn heeft men zich voor lokale alignering vooral toegespitst op het vinden van klassen grafen waarvoor alignering in polynomiale tijd kan en op probabilistische algoritmen die niet noodzakelijk altijd het optimale resultaat geven. Onderzoek naar globale graafalignering is nog jong en meestal beperkt tot het uitbreiden van lokale aligneringen. In dit onderzoeksproject willen we een ruimere klasse van similariteitsmaten onderzoeken dan enkel deze gebaseerd op graafalignering, en deze classificeren volgens precisie (biologische relevantie) en schaalbaarheid naar grote verzamelingen van netwerken. Organisaties: • Databases en Theoretische Informatica
Onderzoekers: • Dries VAN DYCK • Frank NEVEN
Database ondersteuning voor interactieve data mining. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel de mogelijkheden voor een overkoepelend systeem voor data mining, een zogenaamde data mining database, te onderzoeken. Het ontwerp van een database systeem voor data mining brengt vele fundamentele vragen met zich mee. Hoe representeren we de data? Op welke manier integreren we de verschillende algoritmes in een bevragingstaal? Hoe kunnen we de bevragingen optimaliseren? Een theoretische en fundamentele benadering van deze vragen staat in dit project centraal.
Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Toon Calders • Jan Paredaens
Database Summarizatie Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoek beogen we de ontwikkeling van verschillende technieken om databanken samen te vatten, gebruik makende van de patronen die in de databank voorkomen. Aan de hand van state of the art data mining technieken trachten we kleine verzamelingen patronen te vinden die de data zo goed mogelijk karakteriseert. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Bart Goethals • Michael Mampaey
Database summerisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoek beogen we de ontwikkeling van verschillende technieken om databanken samen te vatten, gebruik makende van de patronen die in de databank voorkomen. Aan de hand van state of the art data mining technieken trachten we kleine verzamelingen patronen te vinden die de data zo goed mogelijk karakteriseert. Organisaties: • Ontwikkeling database systemen (ADReM)
Onderzoekers: • Jan Paredaens • Michael Mampaey
Datacenter ontwerp en implementatie aan UCLV als ICT- hub voor Cubaanse universiteiten Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Rudy Gevaert • Dieter Roefs