OER 2012 Vormgever productpresentatie
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2012 Vormgeving ruimtelijke presentatie en communicatie (Vormgever productpresentatie) D’Drive mbo kunstopleidingen Cohort: Crebonummer: Leerweg: Niveau van beroepsuitoefening: Studiebelastingsuren (SBU’s): Toepassing Wet Studiefinanciering: Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven: Vastgesteld door de Examencommissie op: Ingangsdatum:
2012 91542 BOL 4 6400 Alleen bij BOL-variant Savantis 2 juli 2012 1 augustus 2012
Versie 2012.1
1 1 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
OER 2012 Vormgever productpresentatie
Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN...................................................................................... 4 1.1 INLEIDING .......................................................................................................... 4 1.2 PRAKTIJKGESTUURD LEREN ....................................................................................... 4 1.3 ONDERWIJSPROGRAMMA .......................................................................................... 5 HOOFDSTUK 2
NEDERLANDSE TAAL EN REKENEN ................................................. 5
2.1 NIVEAU 4 EN DIPLOMERING IN SCHOOLJAAR 2012-2013 ................................................... 5 2.2 NIVEAU 4 EN DIPLOMERING TUSSEN AUGUSTUS 2013 EN AUGUSTUS 2017 .............................. 6 2.3 NIVEAU 2 EN 3 EN DIPLOMERING TUSSEN AUGUSTUS 2012 EN AUGUSTUS 2014........................ 6 2.4 NIVEAU 2 EN 3 EN DIPLOMERING TUSSEN AUGUSTUS 2014 EN AUGUSTUS 2017........................ 7 2.5 OPLEIDINGEN MBO NIVEAU 1 ................................................................................... 7 HOOFDSTUK 3
MODERNE VREEMDE TALEN (MVT)................................................. 7
3.1 MVT VOOR CURSISTEN NIVEAU 4 ............................................................................... 8 3.2 MVT VOOR CURSISTEN NIVEAU 1 T/M 3 ....................................................................... 8 HOOFDSTUK 4
LOOPBAAN EN BURGERSCHAP ....................................................... 8
HOOFDSTUK 5
FC- COMPETENTIES ....................................................................... 9
5.1 PERSOONLIJKE KWALITEITEN ..................................................................................... 9 5.2 RELATIE KWALITEITEN EN COMPETENTIES ...................................................................... 9 HOOFDSTUK 6
ONDERWIJSPROGRAMMA ............................................................ 12
HOOFDSTUK 7
BEROEPSPRAKTIJKVORMING ...................................................... 13
7.1 BEROEPSPRAKTIJKVORMING IN DE BEROEPSOPLEIDENDE LEERWEG (BOL) .............................. 13 7.2 BEROEPSPRAKTIJKVORMING IN DE BEROEPSBEGELEIDENDE LEERWEG (BBL) ........................... 13 HOOFDSTUK 8
BEOORDELING ............................................................................. 14
8.1 BEOORDELEN OM TE LEREN ..................................................................................... 8.2 BEOORDELEN OM TE BESLISSEN ............................................................................... 8.3 EXAMENPLAN ..................................................................................................... 8.4 DIPLOMERINGSDOSSIER EN DIPLOMA ......................................................................... 8.5 HANDBOEK EXAMINERING ...................................................................................... HOOFDSTUK 9 HOOFDSTUK 10 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
14 14 14 15 15
WET STUDIEFINANCIERING ........................................................ 15 EXAMENREGLEMENT 2012 ......................................................... 16
GELDIGHEID ..................................................................................................... BEGRIPPEN ...................................................................................................... TOEGANG TOT DE TOETSING/EXAMINERING ................................................................. ORGANISATIE VAN DE TOETSING/EXAMINERING ............................................................ AFWIJKENDE TOETSING /EXAMINERING ...................................................................... RICHTLIJNEN VOOR DE BEOORDELING VAN TOETS-/EXAMEN(ONDERDELEN) EN INZAGERECHT ....... BEZWAAR EN BEROEP .......................................................................................... ONREGELMATIGHEDEN EN FRAUDE............................................................................ UITSLAGEN ...................................................................................................... SLOTBEPALING ...............................................................................................
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
16 16 16 17 17 18 18 18 19 19
2
OER 2012 Vormgever productpresentatie
BIJLAGE 1 BEGRIPPENLIJST BIJ EXAMENREGLEMENT ......................................... 20 BIJLAGE 2
EXAMENMODEL ........................... FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD.
BIJLAGE 3
ONDERWIJSPROGRAMMA .................................................................. 22
BIJLAGE 4
BPV PROTOCOL .................................................................................. 26
BIJLAGE 5
FORMAT VOOR AFSPRAKEN BIJ BPV-OVEREENKOMST ....................... 27
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
3
OER 2012 Vormgever productpresentatie
Hoofdstuk 1: Algemeen 1.1 Inleiding Dit document is bedoeld om je uit te leggen hoe het onderwijs in je opleiding geregeld is en wat je moet doen om een diploma te ontvangen. Volgens de wet (de WEB = wet educatie en beroepsopleidingen, artikel 7.4.9) moet jouw opleiding aan jou tijdig vóór het begin van het studiejaar de inhoud en inrichting van het onderwijs en de examens bekend maken. Wij noemen dit document de Onderwijs- en Examenregeling (afgekort: OER). Voor vrijwel elk beroep is er ook een kwalificatiedossier, een landelijk document waarin is beschreven aan welke eisen een beginnend beroepsbeoefenaar (als je net van school komt) moet voldoen. In alle opleidingen wordt gebruik gemaakt van deze landelijk ontwikkelde en vastgestelde kwalificatiedossiers. In een dergelijk kwalificatiedossier staan één of meerdere opleidingen of uitstromen beschreven. De eisen die aan deze beroepen worden gesteld staan beschreven in kerntaken, werkprocessen, competenties en prestatieindicatoren. Een kerntaak omvat een hoofddeel van de beroepsuitoefening en is kenmerkend voor het beroep. Een kwalificatiedossier kent een beperkt aantal kerntaken (meestal twee tot vijf). Een werkproces is een afgebakend geheel van beroepsactiviteiten binnen een kerntaak. In de praktijk kunnen meerdere werkprocessen zich tegelijkertijd voordoen. Om de kerntaken en werkprocessen goed uit te kunnen voeren, moet je als cursist bepaalde competenties verwerven. Competenties zijn een bundeling van kennis, vaardigheden en houding. In de kwalificatiedossiers wordt gebruik gemaakt van een standaard set van vijfentwintig competenties. Om in een praktijksituatie te bepalen of je de gewenste competenties goed hebt ingezet staan er prestatie-indicatoren vermeld. Deze indicatoren laten zien waar werkprocessen en competenties samenkomen en wanneer je inzet resultaat oplevert. Ter ondersteuning worden in het kwalificatiedossier ook de benodigde kennis en vaardigheden benoemd. Je opleiding verwerkt al deze gegevens in een opleidingsprogramma zodat je alle benodigde zaken ook echt leert. Jouw opleiding heeft niet alleen te maken met de kwalificatiedossiers bij de vormgeving van het onderwijs en de examinering. Vanaf augustus 2010 geldt naast het kwalificatiedossier het Referentiekader taal en rekenen, waarin o.a. opgenomen is dat voor niveau 4 in schooljaar 2013-2014 centrale examinering van onderdelen van Nederlandse taal en rekenen verplicht zal zijn en voor niveau 2 en 3 in schooljaar 2014-2015. Het kwalificatiedossier van jouw opleiding kun je vinden op http://www.kwalificatiesmbo.nl.
1.2 Praktijkgestuurd leren Het Friesland College kiest voor praktijkgestuurd leren. Leren op basis van echte praktijksituaties is het belangrijkste kenmerk van praktijkgestuurd leren. Kiezen voor werken in de echte praktijk en aan je keuze gehouden worden, maakt leren betekenisvol en spannend. Het helpt je om te onderzoeken waarom iets wel of niet lukt, of wat een volgende keer anders moet. Zo ontstaat inzicht in eigen mogelijkheden, werkwijzen, ambities en kansen en wordt het leerproces verdiept. Dat kan je weer helpen ook in onbekende situaties de juiste dingen te doen. Sleutelwoord daarbij is ‘reflectie’. Reflectie leert je naar jezelf kijken. Zo helpt het bij het opdoen van kennis, vergroten van (ambachtelijke) vaardigheden en de ontwikkeling van persoonlijke kwaliteiten. We vinden het belangrijk dat je weet wat je wilt en wat je kunt om je dromen en ambities te verbinden met de werkelijkheid.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
4
OER 2012 Vormgever productpresentatie
1.3 Onderwijsprogramma Je bepaalt voor een belangrijk deel zelf wat je wilt leren binnen de kaders van de gekozen kwalificatie en hoe je dat gaat aanpakken. Je stippelt samen met je coach/begeleider binnen de gegeven mogelijkheden je eigen leertraject uit. Voor elke opleiding is er een onderwijsprogramma (zie bijlage 3), geldend als standaard programma voor de gemiddelde cursist1. In dit programma wordt verhelderd hoe de opleiding voldoet aan de wettelijke normen voor onderwijstijd.
Hoofdstuk 2 Nederlandse taal en rekenen Vanaf augustus 2010 wordt gewerkt met referentieniveaus voor Nederlandse taal en rekenen. Deze referentieniveaus worden gebruikt in zowel het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het MBO zodat je ze met elkaar kunt vergelijken. Omdat je (net als andere vaardigheden) een taal moet “onderhouden” moet je aan het eind van je leertraject (soms opnieuw) je niveau bewijzen. Van alle cursisten worden de taal- en rekenvaardigheden gemeten bij binnenkomst op de opleiding (de zgn. nulmeting). Voor het op peil brengen of houden van de taal- en rekenvaardigheden worden er door de opleiding activiteiten georganiseerd. Het vereiste niveau (afhankelijk van mbo-niveau van de opleiding) wordt in het examenplan (bijlage 2) opgenomen. Voor sommige beroepen worden hogere of beroepsspecifieke eisen gesteld aan taal en rekenen dan deze algemene referentieniveaus. De school zal dan zelf hiervoor ook examens verzorgen. De landelijke invoering van de referentieniveaus en de landelijke examens van Nederlandse taal en rekenen wordt langzaam ingevoerd zodat de regels afhankelijk zijn van wanneer je begint en wanneer je klaar bent met je opleiding. Je moet dus goed kijken welke regels voor jou van belang zijn, je kunt natuurlijk ook bij je coach terecht. De eerste jaren van de invoering wordt er landelijk geoefend met examens, dat noemen ze pilotexamens. Als je deelneemt aan een pilotexamen wordt dat duidelijk aangegeven. De resultaten van zo’n pilotexamen kunnen worden gebruikt voor de beoordeling in school en tellen dus wel mee.
2.1 Niveau 4 en diplomering in schooljaar 2012-2013 Als je als cursist een 1-jarig traject volgt om niveau 4 te halen en dus in schooljaar 20122013 wilt diplomeren betekent dit: Je moet niveau 3F halen Alle onderdelen van Nederlandse taal en rekenen worden door een instellingsexamens beoordeeld. Behaalde resultaten hebben in dit geval geen invloed op de slaag-/zakbeslissing, je kunt er dus niet op zakken. De opleiding kan er voor kiezen deel te nemen aan de landelijke pilotexamens die dan ingezet kunnen worden als instellingsexamens. Er zijn landelijke pilotexamens voor: - rekenen (getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, verbanden) - Nederlandse taal (lezen en luisteren) Voor de overige (sub)domeinen van Nederlandse taal (gesprekken voeren, spreken, schrijven, begrippenlijst en taalverzorging) gaat het om instellingsexamens.
1
De bijlage bevat alleen de voorkant van de onderwijsprogrammering. De volledige versie is bij de opleiding verkrijgbaar.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
5
OER 2012 Vormgever productpresentatie
2.2 Niveau 4 en diplomering tussen augustus 2013 en augustus 2017 Als je als cursist op niveau 4 wilt diplomeren in bovengenoemde periode gelden de volgende regels: Je moet niveau 3F halen Verplicht centraal examen voor Nederlandse taal, voor het domein lezen en het subdomein luisteren Instellingsexamens voor de overige (sub)domeinen van Nederlands (gesprekken voeren, spreken, schrijven, begrippenlijst en taalverzorging) Verplicht centraal examen voor rekenen voor alle 4 domeinen (getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, verbanden). Voor het behalen van het diploma geldt: Diploma in schooljaar 2013-2014 of 2014-2015 Voor Nederlandse taal worden de cijfers van het centrale examen (= 1 cijfer) en het cijfer van het instellingsexamen (= 1 cijfer) gemiddeld tot één heel cijfer (van 1-10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlandse taal. Voor rekenen is het cijfer van het centrale examen het eindcijfer (heel cijfer 1-10). Van de eindcijfers voor Nederlandse taal, rekenen en Engels (zie bij ‘moderne vreemde taal) mogen er 2 onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), het 3 e eindcijfer moet ten minste een 6 zijn. De cijfers worden op een resultatenlijst bij het diploma vermeld. Diploma in schooljaar 2015-2016 of 2016-2017 Voor Nederlands worden de cijfers van het centrale examen (= 1 cijfer) en het cijfer van het instellingsexamen (= 1 cijfer) gemiddeld tot één heel cijfer (van 1-10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands. Voor rekenen is het cijfer van het centrale examen het eindcijfer (heel cijfer 1-10). Van de eindcijfers voor Nederlandse taal, rekenen en Engels (zie ook hoofdstuk 2) mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), de twee andere eindcijfers moeten ten minste een 6 zijn. De cijfers worden op een resultatenlijst bij het diploma vermeld.
2.3 Niveau 2 en 3 en diplomering tussen augustus 2012 en augustus 2014 Als je een opleiding volgt op MBO-2 of MBO-3 niveau en je wilt diplomeren in bovengenoemde periode gelden de volgende regels: Je moet voldoen aan de eisen van referentieniveau 2F Alle onderdelen van Nederlandse taal en rekenen worden middels instellingsexamens beoordeeld. Behaalde resultaten hebben in dit geval geen invloed op de slaag-/zakbeslissing, je kunt er dus niet voor zakken. Pilotexamens kunnen worden ingezet als instellingsexamens: - pilotexamens voor rekenen (getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, verbanden) - pilotexamens Nederlandse taal (lezen en luisteren) voor de overige (sub)domeinen van Nederlands (gesprekken voeren, spreken, schrijven, begrippenlijst en taalverzorging) gaat het om instellingsexamens.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
6
OER 2012 Vormgever productpresentatie
2.4 Niveau 2 en 3 en diplomering tussen augustus 2014 en augustus 2017 Als je een opleiding volgt op MBO-2 of MBO-3 niveau en je wilt diplomeren in bovengenoemde periode gelden de volgende regels: Je moet voldoen aan de eisen van referentieniveau 2F Verplicht centraal examen voor Nederlandse taal, voor het domein lezen en het subdomein luisteren Instellingsexamens voor de overige (sub)domeinen van Nederlandse taal (gesprekken voeren, spreken, schrijven, begrippenlijst en taalverzorging) Verplicht centraal examen voor rekenen voor alle 4 domeinen (getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, verbanden). Voor het behalen van het diploma geldt: Diploma in schooljaar 2014-2015 of 2015-2016 Voor Nederlandse taal worden de cijfers van het centrale examen (= 1 cijfer) en het cijfer van het instellingsexamen (= 1 cijfer) gemiddeld tot één heel cijfer (van 1-10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlandse taal. Het eindcijfer voor Nederlandse taal mag niet lager dan een 5 zijn. Voor rekenen is het cijfer van het centrale examen het eindcijfer (heel cijfer 1-10). Het eindcijfer voor rekenen mag niet lager dan een 5 zijn. De cijfers worden op een resultatenlijst bij het diploma vermeld. Diploma vanaf schooljaar 2016-2017 Voor Nederlandse taal worden de cijfers van het centrale examen (= 1 cijfer) en het cijfer van het instellingsexamen (= 1 cijfer) gemiddeld tot één heel cijfer (van 1-10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlandse taal. Voor rekenen is het cijfer van het centrale examen het eindcijfer (heel cijfer 1-10). Van de eindcijfers voor Nederlandse taal en rekenen mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), het andere eindcijfer moet ten minste een 6 zijn. De cijfers worden op een resultatenlijst bij het diploma vermeld.
2.5 Opleidingen MBO niveau 1 Als je als cursist een opleiding volgt op niveau 1 moet je voor Nederlands en rekenen voldoen aan 2F. Om dit te laten zien moet je een aantal examens maken op school. Natuurlijk is het belangrijk dat dit zo goed mogelijk gaat maar de komende jaren kun je er nog niet op zakken.
Hoofdstuk 3 Moderne vreemde talen (MVT) Bij de start van het onderwijsdeel Moderne Vreemde Taal maak je kennis met de werkwijze van het Talencentrum. Bij het Talencentrum van het Friesland College kun je Engels, Duits, Frans en Spaans doen. Je laat zien wat je al kunt in de vreemde taal en je bespreekt er wat je nog moet doen om de taal goed toe te kunnen passen in de (beroeps)praktijk. Op basis hiervan wordt met jou een traject afgesproken en vastgelegd in een taalportfolio. Voor uitgebreide informatie over de wijze van toetsing en beoordeling wordt verwezen naar het document ‘Beoordelen om te beslissen in het Talencentrum’ (procedures en instrumenten voor de beoordeling van de talen). Dit document kan bij de secretaris van de examencommissie van jouw opleiding worden ingezien.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
7
OER 2012 Vormgever productpresentatie
3.1 MVT voor cursisten niveau 4 Als je een opleiding volgt op niveau 4 geldt dat Engels voor alle opleiding verplicht is. Het te behalen niveau is afhankelijk van je opleiding maar is minimaal ERK2-niveau A2 voor de vaardigheden spreken, gesprekken voeren en schrijven en op ERK-niveau B1 de vaardigheden lezen en luisteren. De examinering gaat met instellingsexamens. De zak-/slaagbeslissing is afhankelijk van het schooljaar van diplomering (zie ook hoofdstuk 2 ‘Nederlandse taal en rekenen’). Voor cursisten niveau 4, die in schooljaar 2012-2013 hun diploma halen (1-jarig MBO 4 opleiding), geldt dat het eindcijfer voor Engels ten minste een 5 moet zijn. Voor cursisten niveau 4 die in schooljaar 2013-2014 en later hun diploma halen, geldt: van de eindcijfers voor de generieke onderdelen Nederlandse taal, rekenen en Engels mogen er twee onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), het derde eindcijfer moet tenminste een 6 zijn. Voor sommige beroepen kunnen hogere (beroepsspecifieke) eisen dan de algemene (generieke) referentieniveaus gesteld worden aan MVT. De voor jouw opleiding vereiste ERK-niveaus zijn opgenomen in het examenplan (bijlage 2).
3.2 MVT voor cursisten niveau 1 t/m 3 Voor cursisten van niveau 1 t/m 3 zijn er geen algemene eisen aan MVT. Of je dus een taal moet volgen hangt af van de gekozen opleiding. Als er specifieke taaleisen zijn, dan zijn daar instellingsexamens voor en maakt de examinering van MVT dus deel uit van de beroepsgerichte examinering. De opleiding zoekt bij de eisen een passende examenvorm en zal je informeren over de totaalbeoordeling en de onderlinge weging het beroepsgerichte examen.
Hoofdstuk 4 Loopbaan en Burgerschap Naast eisen die aan een beroep worden gesteld worden er ook (wettelijke) eisen gesteld rond loopbaan en burgerschap (L&B). Het Friesland College (FC) heeft hier voor een inspanningsverplichting: het moet in het onderwijs worden aangeboden. De manier waarop dit gebeurt en hoe de resultaten ervan worden beoordeeld is beschreven in een los verantwoordingsdocument “Het FC kader voor Leren, Loopbaan & Burgerschap”, juni 2010. Het onderdeel ‘burgerschap’ draagt ertoe bij dat je je ook buiten het beroep op een juiste manier kunt redden. Daarbij moet je denken aan inzicht in politiek-juridische, economische en maatschappelijke ontwikkelingen en vaardigheiden om daarmee om te gaan. De school organiseert allerlei activiteiten die hiervoor waardevol kunnen zijn. Het is een verplicht onderdeel van je opleiding. De onderdelen leren en loopbaan maken deel uit van de begeleiding in je leertraject en worden beoordeeld aan het einde van je opleiding (zie bijlage 2). Voor burgerschap moet je materiaal verzamelen in je portfolio en ontwikkeling laten zien. Je coach bespreekt met jou welke eisen daaraan worden gesteld en hoe je mee kunt doen aan de georganiseerde activiteiten. De landelijke eisen voor loopbaan en burgerschap staan in het document ‘Kwalificatieeisen loopbaan en burgerschap . Het gaat over onderwerpen als je eigen loopbaan sturen, actief deelnemer zijn van onze maatschappij, vitaal burgerschap, het maken van politieke keuzes, als kritisch consument kunnen functioneren, etc.
2
Het Europees Referentiekader (ERK) voor de talen is een vastgesteld Europees raamwerk van niveauomschrijvingen voor de moderne vreemde talen. Meer hierover op http://www.erk.nl/.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
8
OER 2012 Vormgever productpresentatie
Hoofdstuk 5 FC- Competenties De werknemer van morgen zal steeds meer moeten voldoen aan de eisen van veranderende organisaties in een maatschappij die in beweging is. Bedrijven en instellingen vragen dus flexibele inzet van vaardigheden, persoonlijke kwaliteiten en kennis van hun medewerkers. Om het belang te onderstrepen dat het Friesland College hecht aan een afstemming met het regionale bedrijfsleven en om het FC eigene vorm en invulling te geven heeft het Friesland College in bijeenkomsten met bedrijven en instellingen een zestal gezamenlijke competenties vastgesteld die voor alle branches en beroepssectoren van belang zijn. We gebruiken deze ‘branche-overstijgende’ competenties als basis voor elk leertraject. De zes FC-competenties zijn: 1. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken 2. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen 3. Het vermogen om in te schatten in welke situatie je bent en je plek te vinden 4. Het vermogen om samen te werken in verschillende (beroeps)situaties 5. Het vermogen om contact te maken en contact te onderhouden met mensen 6. Het vermogen om te bereiken wat je van plan bent, resultaat te behalen Ook landelijk is er nagedacht over de gezamenlijke beschrijving van kerntaken en competenties. Dit heeft een totaal van 25 competenties opgeleverd waarmee in de kwalificatiedossiers alle opleidingstrajecten kunnen worden beschreven. De zes FCcompetenties zijn in de landelijke set van competenties terug te vinden. In de leertrajecten komen natuurlijk alle voor de kwalificatie benodigde competenties ter sprake, maar je zult merken dat daarbij extra accent gelegd wordt op de zes FC-competenties.
5.1 Persoonlijke kwaliteiten Persoonlijke kwaliteiten zijn de motor binnen de ontwikkeling van competenties. Al het effect van kennis kan wegvallen als bijvoorbeeld de zorgvuldigheid in de uitvoering ontbreekt, en zorgvuldigheid is een voorbeeld van een persoonlijke kwaliteit. We richten ons vooral op het versterken van al aanwezige persoonlijke kwaliteiten en het waar nodig compenseren van kwaliteiten die gemist worden. Persoonlijke kwaliteiten ontwikkel je zowel binnen als buiten het beroep. Daarom zijn baantjes, hobby en vrijwilligerswerk zo belangrijk en kunnen ze deel uit maken van je leertraject. Opleidingen organiseren om deze reden dagen waarin cursisten gezamenlijk prestaties uitvoeren voor bijvoorbeeld maatschappelijke organisaties en instellingen in de regio.
5.2 Relatie kwaliteiten en competenties Alle FC-competenties, landelijke competenties en persoonlijke kwaliteiten hebben een duidelijke verbinding met elkaar. In de overzichten die hierna zijn geplaatst kun je de samenhang zien. Het zijn overzichten die je kunnen helpen tijdens je leertraject.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
9
OER 2012 Vormgever productpresentatie
Relatie FC-Competenties en persoonlijke kwaliteiten met landelijke competenties
Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken
Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen
Creëren en innoveren Gedrevenheid en ambitie tonen Creëren en leren
Leren Omgaan met verandering en aanpassen Analyseren Onderzoeken Reflectie en zelfsturing
Persoonlijke Kwaliteiten
Kiezen, verantwoordelijkheid nemen Contact maken, verbinding aangaan Moed tonen Improviseren Onafhankelijk zijn
Het vermogen om in te schatten in welke situatie je bent en je plek te vinden
Het vermogen om contact te maken en contact te onderhouden met mensen
Beslissen en activiteiten initiëren Ethisch en integer handelen Bedrijfsmatig handelen Initiatief nemen
Het vermogen om samen te werken in verschillende (beroeps)situaties
Samenwerken en overleggen Instructies en procedures opvolgen Met druk en tegenslag omgaan Formuleren en rapporteren Aansturen Begeleiden
Relatie opbouwen en netwerken Aandacht en begrip tonen Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Relaties opbouwen en onderhouden
Het vermogen om te bereiken wat je van plan bent, resultaat te behalen
Gedrevenheid en ambitie tonen Ondernemend en commercieel handelen Plannen en organiseren Kwaliteit leveren Overtuigen en beïnvloeden Presenteren Vakdeskundigheid toepassen Materialen en middelen inzetten
Resultaten halen
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
10
OER 2012 Vormgever productpresentatie
FC-Competenties met voorbeelden van gedrag
Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken
Je laat passie zien, de wil om ‘er een schepje bovenop te doen’. Je benut je talenten door het beste uit jezelf naar boven te halen Je bent ondernemend, je neemt initiatief; bent proactief Je toont interesse Je laat zien dat je durft Je kijkt kritisch naar jezelf en je wilt leren Je neemt verantwoording en legt verantwoording af
Het vermogen om in te schatten in welke situatie je bent en je plek te vinden
Je kent je plaats in de organisatie van een bedrijf/instelling Je houdt er rekening mee dat elk bedrijf anders is en dat elk bedrijf zijn eigen normen heeft Je gedraagt je zoals het hoort Je ziet het werk Je wacht niet af, maar weet wat er van je verwacht wordt, je neemt initiatief Je kent je eigen grenzen; je handelt ethisch en integer Je maakt onderscheid tussen jouw normen en waarden en die van het bedrijf
Het vermogen om contact te maken en contact te onderhouden met mensen
Je hebt belangstelling voor andere mensen, voor wat hen bezighoudt Je treedt mensen positief en met een open houding tegemoet Je verbindt je met andere mensen Je leeft je in in andere mensen en respecteert hun opvattingen Je kent je plaats en weet professioneel afstand te houden Je komt je afspraken na Je spreekt conflicten op een correcte manier uit Je bent klantvriendelijk Je neemt op het goede moment de beslissingen anderen te raadplegen en houdt rekening met wat door hen gezegd wordt. Je deelt eigen kennis en ervaring
Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen
Je bent kritisch naar jezelf; je hebt een reëel beeld van jezelf Je neemt feedback van anderen serieus; je kunt met kritiek van anderen omgaan Je kent je eigen kwaliteiten, je sterke punten en minder sterke punten Je weet wat je wilt, wat je beweegt, wat je drive is Je kunt kritisch kijken naar wat je doet, daarvan leren en je handelen aanpassen Je hebt inzicht in je eigen leren, je weet hoe jij leert, wat bij je past Je bent bereid met anderen over jezelf en je functioneren te praten
Het vermogen om samen te werken in verschillende (beroeps)situaties
Je houdt je aan gemaakte afspraken Je toont respect voor anderen, Je werkt goed samen met anderen Je luistert als dat nodig is, je praat met je collega’s over wie, wat, waar en wanneer doet, zodat misverstanden voorkomen worden Je weet in moeilijke situaties eigen emoties onder controle te houden
Het vermogen om te bereiken wat je van plan bent, resultaat te behalen
Je blijft goed functioneren bij tijdsdruk en tegenslag, zodat gestelde doelen worden gehaald. Je komt gemaakte afspraken na Je neemt nieuwe initiatieven Je houdt je aan bedrijfsnormen Je speelt flexibel in op onvoorziene omstandigheden
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
11
OER 2012 Vormgever productpresentatie
Hoofdstuk 6 Onderwijsprogramma Een schooljaar telt gemiddeld 40 weken van 40 uren studie, totaal dus een studielast van 1600 uren per cursusjaar. Het schooljaar is opgedeeld in periodes van ongeveer 10 weken, een schooljaar kent dus 4 perioden. De start van je opleiding is gericht op de kennismaking met je coach, je medecursisten en natuurlijk je beroep en het onderwijsprogramma. In deze startperiode komen de volgende onderwerpen aan de orde: de gekozen sector medecursisten en medewerkers praktijkgestuurd leren het kwalificatiedossier, de OER en andere informatie over de opleiding de gebouwen en organisatie van het Friesland College diverse zaken, zoals de manier waarop cursisten invloed uit kunnen oefenen binnen het Friesland College. De laatste week van elke periode wordt gekenmerkt als vertraagde week. Die week is een week voor reflectie, voor FC-brede activiteiten, of een week van beoordelen. In de vertraagde week is er tijd voor terugkijken en vooruitzien, de balans opmaken, tijd nemen om te kijken waar je staat. Ook kun je soms gemiste activiteiten inhalen. Het doel van het door jou gekozen leertraject is dat je de bij je keuze behorende competenties ontwikkelt aan de hand van voor jou betekenisvolle praktijksituaties. De globale verdeling van de activiteiten is in Bijlage 3 uitgewerkt. Voor een nadere invulling kun je terecht bij je coach.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
12
OER 2012 Vormgever productpresentatie
Hoofdstuk 7 Beroepspraktijkvorming Beroepspraktijkvorming (BPV) vormt een belangrijk deel van elke opleiding. Om een diploma te behalen moet de BPV met een voldoende worden afgesloten. Om de kwaliteit van de BPV te verhogen is landelijk het BPV protocol opgesteld. In bijlage 4 is dit protocol opgenomen. Door de richtlijnen uit dit protocol te volgen ontstaat er een betere afstemming in de driehoek cursist – leerbedrijf – school. Mede op grond van dit protocol is de BPV-overeenkomst uitgebreid met een document, waarop de persoonlijke leerdoelen van de cursist, de vorm en de frequentie van de begeleiding alsmede de wijze van beoordelen van de BPV worden vastgelegd. Het format van dit document is als bijlage 5 bij dit OER gevoegd. Voor iedere cursist en voor iedere BPV is het invullen en ondertekenen van deze afspraken een voorwaarde voor het starten van de BPV. Het ingevulde document is onlosmakelijk verbonden met de bijhorende BPVovereenkomst. Een overzicht van beschikbare bedrijven kun je natuurlijk vragen bij de opleiding maar ook op internet via www.stagemarkt.nl . Voor sommige opleidingen zijn ook buitenlandse stages mogelijk.
7.1 Beroepspraktijkvorming in de beroepsopleidende leerweg (BOL) Een leertraject in de beroepsopleidende leerweg (afgekort: BOL) omvat een periode van werken in een geaccrediteerd (erkend) bedrijf van ten minste 20% en ten hoogste 60% van de totale studiebelastingsuren. Het exact aantal uren bij jou opleiding staat vermeld in bijlage 3. Wat je in de BPV precies gaat doen hangt af van de mogelijkheden van het bedrijf en je leervraag. Niet in ieder bedrijf kun je alle facetten van de opleiding even goed leren. Ook kan het zijn dat delen van een opleiding helemaal niet in de praktijk kunnen worden geleerd. Waar precies je welke onderdelen kunt leren komt in jouw leertraject aan bod. Samen met de school kies je daarom een erkend leerbedrijf op basis van wens en beschikbaarheid. De beschikbaarheid is mede afhankelijk van seizoen- of opdrachtgebonden invloeden. Bij de start van je BPV worden er dus nadere afspraken gemaakt tussen jou, de begeleider van de BPV-biedende organisatie en de BPV-begeleider van school (zie bijlage 5). De afspraken worden vastgelegd in een BPV-overeenkomst. Deze overeenkomst regelt de rechten en verplichtingen van alle betrokken partijen: het bedrijf, de school en jezelf.
7.2 Beroepspraktijkvorming in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) Het leertraject in de beroepsbegeleidende leerweg (afgekort: BBL) omvat een periode van werken in een geaccrediteerd (erkend) bedrijf van tenminste 60% van het aantal studiebelastingsuren. Het exact aantal uren bij jou opleiding staat vermeld in bijlage 3. Met het erkende leerbedrijf teken je een BPV-overeenkomst van minimaal het aantal geplande leerjaren en uren, zoals vermeld in bijlage 3 en maak je afspraken over de begeleiding en beoordeling van de BPV (zie bijlage 5). De BPV-overeenkomst moet ondertekend worden door jou, de school, het bedrijf of instelling en het Kenniscentrum. Een dergelijke overeenkomst regelt de rechten en verplichtingen van alle betrokken partijen.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
13
OER 2012 Vormgever productpresentatie
Hoofdstuk 8 Beoordeling Binnen het Friesland College maken we een onderscheid tussen `beoordelen om te leren´ en ´beoordelen om te beslissen´. Het is van belang om dit verschil te maken omdat je anders het gevoel zou kunnen krijgen dat je steeds afgerekend wordt.
8.1 Beoordelen om te leren Beoordelen om te leren is gericht op je ontwikkeling. Het gaat er om de voortgang en ontwikkeling die je doormaakt vast te stellen. Feedback van je coach, van vakspecialisten, praktijkexperts en medecursisten tijdens je leerproces, stelt je in staat te beslissen wat en hoe verder geleerd kan worden. Op momenten van ´vertraag de tijd´ laat je met behulp van je portfolio je voortgang en ontwikkeling zien. Met behulp van bijvoorbeeld leer- en ontwikkelingslijnen en door reflectie stel je samen met je coach vast waar je staat en wat de volgende stappen zijn. Beoordelen om te leren is een proces van feedback geven en reflecteren. Confrontaties worden daarbij niet uit de weg gegaan, maar ze blijven een positieve bedoeling hebben: een bijdrage aan jouw voortgang en ontwikkeling. Om die voortgang in beeld te krijgen, kun je tussentijds beoordeeld worden in de vorm van toetsen. Zij geven aan wat je al weet, al kunt, maar daarmee ook wat je nog zou moeten doen. Op deze manier kan het leerproces spannend en doelgericht worden zonder dat elk fout direct beslissende consequenties heeft.
8.2 Beoordelen om te beslissen Bij het ´beoordelen om te beslissen´ stellen deskundigen vast of je de kerntaken en werkprocessen van een bepaald beroep hebt eigen gemaakt en dat je weet waarom je zo handelt. Het is een moment van ´verzilveren´. Beoordelen om te beslissen kent de uitkomst: (on)voldoende of goed.
8.3 Examenplan Het beoordelen om te beslissen (de examinering) vindt plaats met meerdere beoordelingsvormen. De beoordeling is gekoppeld aan de kerntaken en werkprocessen uit het kwalificatiedossier. Bij het beoordelen om te beslissen kennen we drie beoordelingsniveaus die je in onderstaande volgorde moet doorlopen: 1. Handelingsbekwaam: op het niveau van een werkproces zelfstandig handelingen kunnen uitvoeren. Dit kan bijvoorbeeld via praktijkbeoordelingen of schriftelijke evaluaties beoordeeld worden. 2. Beroepsbekwaam: op het niveau van een kerntaak kunnen handelen in kritische situaties. Hierbij wordt vaak gekozen voor een proeve van bekwaamheid of een assessment. 3. Ontwikkelingsbekwaam: op dit niveau laat je zien dat je in kritische situaties bewust hebt gereflecteerd op je handelen en er van geleerd hebt. Algemeen geldt dat alle examenonderdelen voldoende moeten zijn. De beoordelingsvormen en de overige diploma-eisen zijn opgenomen in een examenmodel. Het ingevulde examenmodel vormt het examenplan van jouw opleiding (zie bijlage 2). Op de resultatenlijst die bij jouw diploma wordt gemaakt is ook een beoordeling per kerntaak vermeld.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
14
OER 2012 Vormgever productpresentatie
8.4 Diplomeringsdossier en diploma De positieve uitkomsten van de beoordelingen op genoemde drie niveaus (handelings-, beroeps- en ontwikkelingsbekwaam) worden verzameld. Als ze alle drie in orde zijn, heb je je kunnen kwalificeren. Voor diplomeren is nog meer nodig, namelijk andere bewijzen van wettelijke eisen en beroepsvereisten. Al deze bewijzen komen in een diplomeringsdossier. Dit dossier is eigendom van de examencommissie van je opleiding en op basis van de beoordeling van je diplomeringsdossier beslist de examencommissie of je een diploma krijgt.
8.5 Handboek Examinering Veel zaken die met de organisatie van het beoordelen te maken hebben heeft het Friesland College vastgelegd in een kwaliteitshandboek, namelijk in het Handboek Examinering. Als je wilt, kun je dit kwaliteitshandboek inzien (vraag ernaar bij het examenbureau van je opleiding). In het Handboek Examinering zijn o.a. de volgende zaken opgenomen: taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van medewerkers, die bepaalde delen van de examenorganisatie uitvoeren bij wie je op welke gronden tegen een beslissing bezwaar kan maken en eventueel in beroep kunt gaan processen (in de vorm van stappenplannen), zoals het plannen en uitvoeren van examens en het beoordelen van kandidaten een stappenplan voor het besluiten tot diplomeren stappenplannen voor evaluatie van de examinering bijzonder procedures, zoals de wijze waarop deelnemers met een beperking in de gelegenheid worden gesteld tot afwijkende examinering hoe er gehandeld wordt bij onregelmatigheden (vastgelegd in een proces-verbaal) de algemene afspraken van het Talencentrum met de opleidingen
Hoofdstuk 9 Wet Studiefinanciering Studiefinanciering is alléén mogelijk voor de beroepsopleidende leerweg (BOL). Om in de beroepsopleidende leerweg (BOL) in aanmerking te komen voor studiefinanciering is het Friesland College verplicht om minstens 850 klokuren per jaar begeleid ‘’onderwijs’’ aan te bieden. De specificatie van begeleide en onbegeleide uren is transparant gemaakt in het bijgevoegde onderwijsoverzicht. Het Friesland College staat er garant voor dat het door jou gekozen leertraject, zoals beschreven in deze OER, tenminste 850 contact(klok)uren omvat. Op jaarbasis telt een leertraject een studielast van 1600 klokuren. Daarbij wordt uitgegaan van 40 studieweken per jaar van elk 40 studiebelastingsuren per week, dat is dus: 40 x 40 = 1600.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
15
OER 2012 Vormgever productpresentatie
Hoofdstuk 10 Examenreglement 2012 1.
Geldigheid 1.1. Dit examenreglement is van toepassing op alle opleidingen van de Stichting voor Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie, gevestigd te Leeuwarden, voor zover daarvan bij bijzondere regeling niet is afgeweken. 1.2. Dit examenreglement van het Friesland College geldt met ingang van 1 augustus 2012 voor de duur van de in art. 1.1 genoemde opleidingen, tenzij van rijkswege nadere of gewijzigde voorwaarden worden gesteld. 1.3. Met inachtneming van dit reglement kunnen per opleiding nadere regels worden vastgelegd. 1.4. Dit examenreglement is ook van toepassing op de opleidingen van het voortgezet algemeen onderwijs voor volwassenen (vavo) die vallen onder het eindexamenbesluit vwohavo-mavo-vbo. Daar waar in het examenreglement wordt afgeweken van het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo, prevaleert het Eindexamenbesluit vwo-havomavo-vbo. 1.5. Dit examenreglement is ook van toepassing op de Centraal Ontwikkelde Examens taal en rekenen. Indien op grond van wet-en regelgeving afwijkende bepalingen gelden t.a.v. de Centraal Ontwikkelde Examens, prevaleren deze van het examenreglement afwijkende bepalingen.
2.
Begrippen zie bijlage
3.
Toegang tot de toetsing/examinering 3.1. Degene die aan de onderwijsinstelling als deelnemer is toegelaten, heeft het recht om deel te nemen aan alle toetsen/examens (of onderdelen daarvan), tenzij de examencommissie tot uitsluiting van een toets-/examen(onderdeel) heeft besloten. Aan de deelname kunnen aanvullende voorwaarden worden gesteld. 3.2. Degene die uitsluitend tot een toets-/examen(onderdeel) wenst te worden toegelaten, kan zich laten inschrijven als examendeelnemer. Aan die inschrijving kunnen nadere voorwaarden worden gesteld. 3.3. Kandidaten zijn verplicht deel te nemen aan toetsen/examens (of onderdelen daarvan) van de opleiding waarvoor zij zijn ingeschreven. Kandidaten, die aan een toets/examen(onderdeel) niet hebben deelgenomen, overleggen aan de examencommissie een verklaring, waarin zij de reden van afwezigheid vermelden. De examencommissie oordeelt over de geldigheid van de afwezigheid. Voor kandidaten, die een geldige reden hadden, komt de eerstvolgende mogelijkheid voor dit toets-/examen(onderdeel) in de plaats van het verzuimde toets-/examen(onderdeel). Als een kandidaat naar oordeel van de examencommissie geen geldige reden heeft voor afwezigheid vervalt de eerste gelegenheid tot toetsing / examinering. 3.4. Per opleiding worden door de examencommissie regels gesteld met betrekking tot het meermalen afleggen van een toets-/examen(onderdeel). 3.5. Voor deelname aan een toets-/examen(onderdeel) geldt als uitgangspunt dat een kandidaat tot uiterlijk 30 minuten na aanvang nog tot de toets-/examengelegenheid mag worden toegelaten alvorens als afwezig te worden geregistreerd, tenzij anders vastgesteld en meegedeeld. De kandidaat krijgt geen extra tijd om het examen af te ronden. 3.6. De examencommissie informeert een (examen)deelnemer voor de start van de opleiding/examinering over vrijstellingsmogelijkheden. 3.7. De kandidaat die een beroep doet op de vrijstellingsregeling, dient daarvoor een schriftelijk en met bewijsstukken onderbouwd verzoek in bij de examencommissie. De examencommissie baseert zich bij het verlenen van vrijstellingen op de daarvoor geldende richtlijnen. 3.8. De examencommissie kan op verzoek van een kandidaat op basis van vooropleiding of ervaring, vrijstelling verlenen voor het afleggen van een of meer toets/examen(onderdelen). Kandidaten die in het bezit zijn van een certificaat of cijferlijst, verkregen op grond van met succes voltooide toets-/examen(onderdelen) aan een andere instelling , een staatsexamen of een EVC-procedure, worden vrijgesteld van de daarmee overeenkomende toets-/examen(onderdelen), mits de betreffende bewijsstukken rechtsgeldig zijn.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
16
OER 2012 Vormgever productpresentatie
4.
Organisatie van de toetsing/examinering 4.1. Het bevoegd gezag stelt ten behoeve van de organisatie en het afnemen van toets/examen(onderdelen) examencommissies in. Het bevoegd gezag kan daarbij samenwerken met andere instellingen. 4.2. De examencommissie maakt alle gegevens met betrekking tot de planning, organisatie, doelen, duur en vorm van de toetsing/examinering tijdig aan de kandidaten bekend. Daarbij geldt een termijn van uiterlijk vijf werkdagen voor de uiterste aanmelddatum als bedoeld in art. 4.3. 4.3. Tenzij anders vastgesteld en meegedeeld kunnen (examen)deelnemers zich tot acht werkdagen voor aanvang van een toets-/examen(onderdeel) schriftelijk aanmelden bij de examencommissie. Aan de inschrijving als kandidaat kunnen nadere voorwaarden worden gesteld. 4.4. De examencommissie brengt de kandidaten minimaal drie werkdagen voor aanvang van het toets-/examen(onderdeel) op de hoogte van alle voorwaarden om aan het toets/examen(onderdeel) deel te kunnen nemen, evenals van de middelen die zij mogen gebruiken tijdens het betrokken toets-/examen(onderdeel). 4.5. De kandidaten zijn verplicht de aanwijzingen op te volgen van de personen die belast zijn met de uitvoering van de toetsing/examinering. 4.6. Het Examenbureau bewaart de uitwerkingen van toets-/examen(onderdelen), indien de aard of omvang dat toelaat, samen met de examenopdracht, de beoordelingscriteria, de cesuur en alle andere mogelijke onderdelen uit de examenbundel. De bewaartermijn bedraagt zes maanden. De termijn gaat in na de vaststelling van de einduitslag van het betreffende toets-/examen(onderdeel). Indien nodig wordt de bewaartermijn verlengd door een lopende bezwaar- of beroepsprocedure en/of een daartoe strekkend verzoek van de inspectie, de examencommissie of de kandidaat.
5.
Afwijkende toetsing /examinering 5.1. Ten aanzien van specifieke doelgroepen en gehandicapten kan de examencommissie op basis van een schriftelijk verzoek daartoe, toestaan dat de toetsing/examinering in afwijkende vorm en/of duur plaatsvindt. Richtlijnen daartoe zijn opgenomen in de handboeken voor examinering. De afwijkende vorm en/of duur mag niet ten koste gaan van technische eisen betreffende toetsing/examinering als validiteit en betrouwbaarheid. Het niveau en de doelstelling van de afwijkende toets-/examenvorm mogen niet anders zijn dan de doelstelling en het niveau van het oorspronkelijke toets-/examen(onderdeel). 5.2. Een gehandicapte kandidaat kan bij de examencommissie schriftelijk een verzoek indienen tot afwijkende toetsing/examinering. Bij dit verzoek moet een verklaring worden gevoegd van een arts of een andere deskundige. Uit deze verklaring moet blijken dat de afwijkende toetsing/examinering geïndiceerd is en waaruit deze dient te bestaan. 5.3. De examencommissie kan een kandidaat die korter dan zes jaar in Nederland woont en voor wie de Nederlandse taal niet de moedertaal is, toestaan de toetsing/examinering in afwijkende vorm af te leggen, behoudens de toetsing/examinering van onderdelen van de Nederlandse taal. De examencommissie bepaalt vervolgens welke vorm in aanmerking komt. 5.4. Een kandidaat kan een verzoek indienen bij de examencommissie om een verslag of schriftelijke opdracht (behoudens de toetsing/examinering van onderdelen van de Nederlandse taal) in het Fries te schrijven, daar waar dit van toepassing kan zijn. De examencommissie willigt dit verzoek in indien: de assessoren/examinatoren de Friese taal voldoende beheersen en hiertegen geen bezwaar hebben en er een samenvatting in het Nederlands wordt toegevoegd. 5.5. Kandidaat en assessor(en)/examinator(en) kunnen bij een mondeling toets/examen(onderdeel), behoudens bij de toetsing/examinering van de onderdelen van de Nederlandse taal, overeenkomen Fries in plaats van Nederlands te spreken.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
17
OER 2012 Vormgever productpresentatie
6.
Richtlijnen voor de beoordeling van toets-/examen(onderdelen) en inzagerecht 6.1. De beoordeling van elke kandidaat gebeurt aan de hand van tevoren vastgestelde criteria. 6.2. Kandidaten moeten vooraf kennis kunnen nemen van de normering en cesuur van toets/examen(onderdelen). 6.3. Een kandidaat heeft gedurende tien werkdagen na bekendmaking van het toets/examenresultaat recht op inzage en bespreking van het materiaal en motivering van de beoordeling. De examencommissie wijst een persoon/personen aan die toezicht houdt/houden bij de inzage.
7.
Bezwaar en beroep 7.1. Een kandidaat kan tegen maatregelen en beslissingen met betrekking tot toetsing/examinering schriftelijk bezwaar aantekenen bij de examencommissie of, in geval van Centraal Ontwikkelde Examens, zich rechtstreeks wenden tot de Commissie van Beroep. 7.2. Het bezwaarschrift houdt in: a. naam en adres van de indiener; b. datum van indiening; c. omschrijving van de maatregel of beslissing waartegen bezwaar wordt aangetekend (kopie meesturen); d. de gronden van het bezwaar. 7.3. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt drie werkdagen nadat de beslissing of maatregel schriftelijk is medegedeeld aan de kandidaat. 7.4. De examencommissie beslist binnen een termijn van tien werkdagen na indiening van het bezwaar. De commissie kan deze termijn eenmaal verlengen. 7.5. De kandidaat kan binnen tien werkdagen nadat de uitspraak op het bezwaar schriftelijk is medegedeeld, beroep aantekenen bij de ‘Commissie van Beroep voor de Examens’, p/a Postbus 1781, 8901 CB Leeuwarden. 7.6. Het beroepschrift houdt in: a. naam en adres van de indiener; b. datum van indiening; c. omschrijving van de uitspraak waartegen beroep wordt aangetekend (kopie meesturen); d. de gronden van het beroep. 7.7. De kandidaat stuurt het beroepschrift naar de Commissie van Beroep voor de Examens. 7.8. De procedure voor beroep is neergelegd in het ‘Reglement Commissie van Beroep voor de examens Friesland College’.
8.
Onregelmatigheden en fraude 8.1. De examencommissie kan maatregelen treffen tegen kandidaten, die ten aanzien van toetsing/examinering onregelmatigheden plegen. Voordat de maatregel wordt opgelegd, hoort de examencommissie de kandidaat. De kandidaat kan zich laten bijstaan door een meerderjarige; de minderjarige kandidaat laat zich vergezellen door een wettelijke vertegenwoordiger. Het is ter beoordeling van de examencommissie om gedragingen, handelingen en dergelijke aan te merken als onregelmatigheid in de zin van dit artikel. In ieder geval worden als onregelmatigheden beschouwd: fraude het niet opvolgen van aanwijzingen van de assessor(en)/examinator(en) het gebruik van niet-toegestane hulpmiddelen 8.2. De maatregelen bedoeld in dit artikel kunnen zijn: de uitslag van het betreffende toets-/examen(onderdeel) wordt ongeldig verklaard uitsluiting van (verdere) deelname aan de toetsing/examinering. 8.3. Indien de onregelmatigheid te wijten is aan het gedrag van personeel van de instelling of van hulpkrachten die door de instelling zijn aangetrokken, hetzij door gedraging hetzij door het verstrekken van verkeerde informatie, past de examencommissie de maatregelen alleen toe voor zover de kandidaat zelf verantwoordelijk is voor die onregelmatigheid.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
18
OER 2012 Vormgever productpresentatie
9.
Uitslagen 9.1. De examencommissie stelt de uitslagen van toets-/examen(onderdelen) vast en deelt deze binnen vijf werkdagen na vaststelling schriftelijk mee aan de kandidaten.. 9.2. Voor de Centraal Ontwikkelde Examens geldt dat de examencommissie de uitslagen vaststelt binnen vijf werkdagen na ontvangst van de resultaten van de kandidaten aangeleverd door de toets-/examenleverancier. De examen- commissie geeft de uitslagen in cijfers door aan de examencommissie van de opleiding van de kandidaten. 9.3. De examencommissie van de opleiding van de kandidaten maakt de cijfers van de Centraal Ontwikkelde Examens binnen tien werkdagen schriftelijk bekend aan de kandidaten. 9.4. Per toets-/examen(onderdeel) stelt de examencommissie vast of een kandidaat daarvoor geslaagd is of niet. 9.5. De eindwaardering voor de kerntaken van het beroep (beroepsspecifieke examenonderdelen) wordt weergegeven in één van de volgende begrippen: a. b. c.
goed voldoende onvoldoende
De eindwaardering voor de handelingsdelen moderne vreemde talen vmbo wordt weergegeven als voldaan ja/nee. De eindwaardering voor de centraal afgenomen (generieke) examenonderdelen (COE) taal en rekenen, en voor vmbo, havo en vwo, wordt weergegeven in één van de volgende cijfers: 10 (= uitmuntend) 5 (= bijna voldoende) 9
(= zeer goed)
4
(= onvoldoende)
8
(= goed)
3
(= ruim onvoldoende)
7
(= ruim voldoende)
2
(= slecht)
6
( = voldoende)
1
(= zeer slecht)
9.6. Deelcijfers voor instellingsexamens taal en rekenen worden vastgesteld tot één decimaal; het eindcijfer wordt afgerond tot een geheel getal. Bij afronding worden breuken van een half of meer naar boven afgerond en breuken van minder dan een half naar beneden. 9.7. De assessor/examinator geeft binnen tien werkdagen na afname van het toets/examen(onderdeel) de uitslag ervan door aan de examencommissie. 10. Slotbepaling 10.1. Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van toetsing/examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan, tenzij enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de toetsing/examinering noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. 10.2. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bevoegd gezag in samenspraak met de examencommissie.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
19
OER 2012 Vormgever productpresentatie
Bijlage 1 Begrippenlijst bij Examenreglement Afnameconditie
Beschreven voorwaarden en omstandigheden waaronder een toets/examenonderdeel wordt afgenomen.
Assessor
Beoordelaar die een prestatie in een toets- of examen(onderdeel) van een kandidaat beoordeelt op basis van een beoordelingsvoorschrift.
Beoordelingsvoorschrift
Document waarin is voorgeschreven op grond waarvan een prestatie van een kandidaat in een toets of in een examen (of onderdeel daarvan) met een bepaalde score moet worden gewaardeerd.
Beroep(-sprocedure)
Wettelijk geregelde procedure langs welke de kandidaat bij een Commissie van beroep voor examens protest kan aantekenen tegen een uitspraak van de examencommissie. Aan een beroepsprocedure kan een bezwaarprocedure vooraf gaan.
Bevoegd Gezag
Het bevoegd gezag (in dit reglement) is het College van het Bestuur van het Friesland College.
Bezwaar(-procedure)
Een schriftelijk bezwaar van de kandidaat bij de examencommissie tegen een uitspraak van de examencommissie over de gang van zaken tijdens de toetsing/examinering of tegen maatregelen en beslissingen m.b.t. de toetsing/examinering.
Centraal Examen
Centraal Examen van het voortgezet algemeen onderwijs voor volwassenen (vavo) onder verantwoordelijkheid van het College voor Examens, dat de examens en de normering vaststelt en de geldende afnamecondities.
Centraal Ontwikkelde Examens (COE)
Centrale ontwikkelde digitale examens taal en rekenen onder verantwoordelijkheid van het College voor Examens, dat de examens en de normering vaststelt en de afnamecondities bepaalt.
Certificaat
Een door overheid en bedrijfsleven erkend document waarmee wordt aangetoond en vastgelegd dat de houder bij een erkende instelling een toets-/examen(onderdeel) met goed gevolg heeft afgelegd .
Cesuur
Grens tussen hoogste score waaraan onvoldoende wordt toegekend en de laagste score waaraan een voldoende wordt toegekend.
College voor Examens
Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO) dat verantwoordelijk is voor de centrale examens en staatsexamens in het voortgezet onderwijs, de examens taal en rekenen in het ( middelbaar) beroepsonderwijs en Staatsexamens Nederlands als tweede taal.
Commissie van Beroep voor de examens
Een onafhankelijke commissie, ingesteld door het bevoegd gezag. Beslissingen van de examencommissie of van de assessoren/examinatoren kunnen worden onderworpen aan het oordeel van de Commissie van Beroep voor de examens.
Deelnemer
Een deelnemer is iemand die zich met het oog op het gebruik van de onderwijsvoorzieningen laat inschrijven bij het Friesland College (zie WEB)’ In het spraakgebruik bij het Friesland College is een deelnemer bekend als ‘cursist’.
Examen(onderdeel)
Een onderzoek door een daartoe bevoegde instantie naar kennis, houding en vaardigheden die de kandidaat zich op grond van de diploma-eisen moet hebben eigen gemaakt, en de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek aan de hand van de beoordelingscriteria en beslisregels.
Examenbureau
Organisatorische eenheid binnen de onderwijsinstelling die zich onder verantwoordelijkheid van een examencommissie bezig houdt met het logistieke en administratieve proces van de examinering en diplomering.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
20 20
OER 2012 Vormgever productpresentatie Examencommissie
Een door het bevoegd gezag van het Friesland College ingesteld orgaan dat verantwoordelijk is voor examinering en diplomering binnen de instelling.
Examendeelnemer
Wettelijke term voor iemand die uitsluitend voor deelname aan toets/examenactiviteiten.is ingeschreven bij een instelling.
Examenreglement
Formele regels en afspraken die gelden bij examinering en diplomering (m.b.t. fraude, herkansing, bewaartermijnen, beroep e.d.) vastgesteld door het bevoegd gezag.
Examinator
Wettelijke term waarmee iemand wordt bedoeld die examens afneemt en beoordeelt.
Fraude
Bedrog bij het afleggen van (onderdelen van ) toetsen/examens of het aanvragen van vrijstellingen (bijv. valse identiteit, het inleveren van valse bewijzen van studieresultaten, het vervalsen van handtekeningen).
Handboek Examinering
Document waarin ten behoeve van de direct betrokkenen alle relevante processen, procedures en verantwoordelijkheden met betrekking tot de examinering zijn weergegeven.
Inburgeringsexamen
Examen voor mensen die moeten inburgeren volgens de Wet Inburgering en mensen die via naturalisatie Nederlander willen worden. Het examen bestaat uit drie centrale onderdelen, af te leggen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en een Praktijkdeel.
Instellingsexamen
Examen onder verantwoordelijkheid van een examencommissie binnen de instelling die de examens en de normering vaststelt en de afnamecondities bepaalt.
Kandidaat
Iemand die zich heeft ingeschreven voor een toets-/examen(onderdeel), de toets-/het examen (onderdeel) aflegt, moet afleggen of heeft afgelegd.
Normering
Het vaststellen van regels waarmee de scores op een toets/examen(onderdeel) in cijfers worden omgezet. Gelijke scores moeten met eenzelfde cijfer gewaardeerd worden.
Praktijkdeel inburgeringsexamen
Onderdeel van het inburgeringsexamen dat kandidaten kunnen afleggen bij een aangewezen instelling op grond van de Wet inburgering (zie Examenreglement Praktijkdeel van het inburgeringsexamen bij het Friesland College)
Toets(onderdeel)
Instrument voor het meten van kennis, vaardigheden en/of houding van iemand. Een toets(onderdeel) kan zowel ontwikkelingsgericht als examengericht worden ingezet.
Toets/examenleverancier
Instantie die toetsen/examens (of onderdelen daar van) levert.
Vrijstelling
Voorrecht voor de kandidaat die naar het oordeel van de examencommissie voldoet aan de eisen die gesteld zijn aan een toets- of een examen(onderdeel) op basis van relevante, actuele en gewaarmerkte documenten waardoor de kandidaat niet meer hoeft deel te nemen aan de betreffende toets- of examen(onderdeel).
WEB
Wet educatie en beroepsonderwijs
Werkdag
Een dag waarop binnen de organisatie-eenheid van het Friesland College waar de cursist een opleiding volgt, onderwijs wordt gegeven.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
21
OER 2012 Vormgever productpresentatie
Examenmodel 2012-2013 Naam opleiding: Vormgever productpresentatie
Crebonummer: 91542
Handelingsbekwaam niveau Opgenomen werkprocessen
Type toets1
Aantal beoordelingen4
Afnamemoment
1.1
Productbeoordeling
3
Vanaf 2e leerjaar
1.2
Productbeoordeling
3
Vanaf 2e leerjaar
1.3
Productbeoordeling
3
Vanaf 2e leerjaar
1.4
Productbeoordeling
3
Vanaf 2e leerjaar
1.5
Productbeoordeling
3
Vanaf 2e leerjaar
1.6
Productbeoordeling
3
Vanaf 2e leerjaar
2.1
Productbeoordeling en praktijkobservatie
3
2.2
Productbeoordeling en praktijkobservatie
3
2.4
Productbeoordeling en praktijkobservatie
3
2.5
Praktijkobservatie
3
Vanaf 2e leerjaar
2.6
Praktijkobservatie
3
Vanaf 2e leerjaar
2.3
Productbeoordeling
3
Praktijkobservatie
3
Vanaf 2e leerjaar
Praktijkobservatie
3
Vanaf 2e leerjaar
Praktijkobservatie
3
Vanaf 2e leerjaar
Praktijkobservatie
3
Vanaf 2e leerjaar
Praktijkobservatie
3
Vanaf 2e leerjaar
3.6
Praktijkobservatie
2
4.1
Productbeoordeling en praktijkobservatie
2
4.2
Productbeoordeling en praktijkobservatie
2
4.3
Productbeoordeling en praktijkobservatie
2
4.4
Productbeoordeling en praktijkobservatie
2
4.5
Productbeoordeling en praktijkobservatie
2
SD24 Ondernemersplan opstellen
5.1
Productbeoordeling
1
SD25 Bedrijfsprocedures- en voorschriften opstellen
5.2
Productbeoordeling
1
SD26 Acquisitie plegen
5.3
Productbeoordeling
1
SD27 Bedrijfsvoering – offertes en calculaties opstellen
5.4
Productbeoordeling
2
Naam examenonderdeel SD1 SD2 SD3 SD4 SD5 SD6 SD7 SD8 SD9 SD10 SD11 SD12
SD13 SD14
SD15 SD16 SD17 SD18 SD19 SD20 SD21 SD22 SD23
Ontwerp maken – plan van aanpak opstellen Ontwerp maken – concept ontwikkelen Ontwerp maken – ontwerp maken Ontwerp maken – ontwerp visualiseren Ontwerp maken concept ontwerp en/of visualisatie presenteren Ontwerp maken – bestands- en opslagbeheer Decoratie maken en/of uitzoeken – werkzaamheden voorbereiden Decoratie maken en/of uitzoeken Decoratie maken en/of uitzoeken – onderdelen monteren en fabriceren Voorbereidingen realisatie – producten verzendklaar maken Voorbereidingen realisatie – ondersteunen Grafische toepassingen – een eenvoudige grafische toepassing maken Uitvoering ontwerp op locatie – transportwerkzaamheden uitvoeren Uitvoering ontwerp op locatie – werkzaamheden op locatie voorbereiden Uitvoering ontwerp op locatie – presentatieruimte inrichten Uitvoering ontwerp op locatie – presentatie demonteren Uitvoering ontwerp op locatie – opruimwerkzaamheden uitvoeren Ondersteuning uitvoering presentatie – realisatie presentatie ondersteunen Projectleiding uitvoeren – project voorbereiden Projectleiding uitvoeren – medewerkers aansturen Projectleiding uitvoeren – nieuwe medewerkers/leerlingen begeleiden Projectleiding uitvoeren – kwaliteit en voortgang project bewaken Projectleiding uitvoeren – project opleveren
3.1
3.2
3.3 3.4 3.5
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
5
Vanaf 2e leerjaar Vanaf 2e leerjaar Vanaf 2e leerjaar
Vanaf 2e leerjaar
Vanaf 2e leerjaar Vanaf 2e leerjaar Vanaf 2e leerjaar Vanaf 2e leerjaar Vanaf 2e leerjaar Vanaf 2e leerjaar vanaf 3e leerjaar vanaf 3e leerjaar vanaf 3e leerjaar vanaf 3e leerjaar
22
OER 2012 Vormgever productpresentatie SD28 Bedrijfsvoering – administratie en boekhouding bijhouden SD29 Bedrijfsvoering – materialen en middelen inkopen
5.5
Productbeoordeling
2
vanaf 3e leerjaar
5.6
Productbeoordeling
2
vanaf 3e leerjaar
Beroepsbekwaam niveau Naam examenonderdeel Proeve van bekwaamheid1 Het maken van een 3D presentatie
Opgenomen kerntaken (evt. werkprocessen)
Type toets2
Afnamemoment3
1, 2, 3 en 4
Proeve van bekwaamheid
Na het behalen van alle handelingsbekwame toetsen
Ontwikkelingsbekwaam niveau Naam examenonderdeel
Beoordelingsonderdelen
Type toets
Afnamemoment
Panelgesprek
Leren en Loopbaan Kerntaak 1 en 2 LLB Reflectie
Criterium gericht interview
Na het behalen van de Proeve van bekwaamheid
Overige diploma-eisen Onderdeel Nederlands
Moderne vreemde taal 1
Moderne vreemde taal 2
Rekenen/ Wiskunde Beroepspraktijkvorming Burgerschap
Beoordelingsonderdelen Mondelinge taalvaardigheid Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Taalverzorging en taalbeschouwing Luisteren Lezen Gesprekken voeren Spreken Schrijven Luisteren Lezen Gesprekken voeren Spreken Schrijven Getallen/ hoeveelheden/ maten Ruimte en vorm Gegevens verwerken, onzekerheid Verbanden/ verandering Minimaal 1440 uren Portfolioproducten
Vereist niveau3 F3 F3 F3 F3 B1 B1 B1 B1 A2 B1 A2 A2 A2 A2 F3 F3 F3 F2 Voldoende Zichtbare ontwikkeling
Toelichting
Taalbewijs Engels
Taalbewijs MVT 2
LLB bewijs
Handelingsbekwaam niveau Naam examenonderdeel
Opgenomen werkprocessen
Type toets1
Aantal beoordelingen4
Afnamemoment5
IA1 Adviseren in de winkel IA2 Interieuradvies IA3 Briefing IA4 Ontwerpen IA5 Definitief ontwerp IA6 Offerte IA7 Kleuradvies IA8 Lichtplan IA9 Nederlands IA10 (tussentijdse) Bespreking met de klant IA11 Presentatie van het ontwerp IA12 Afhandeling verkoop IA13 Logistiek dossier IA14 Uitvoering IA15 Garantie & Onderhoud IA16 Garantie & Onderhoudsdocument IA17 Afhandeling van de uitvoering IA18 Klachtenafhandeling IA19 Klachtenafhandeling
1.1 1.1 1.1 1.2 1.2, 1.4 1.2, 1.4 1.2 1.2 1.2, 1.4 1.3 1.3 1.5 2.1 2.2 2.3 2.3 2.4 2.5 2.5
praktijkobservatie praktijkobservatie praktijkobservatie productbeoordeling productbeoordeling productbeoordeling productbeoordeling productbeoordeling productbeoordeling praktijkobservatie praktijkobservatie praktijkobservatie productbeoordeling praktijkobservatie praktijkobservatie productbeoordeling productbeoordeling praktijkobservatie productbeoordeling
2 3 2 6 6 3 3 2 3 2 3 2 2 2 2 2 2 2 1
Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
23
OER 2012 Vormgever productpresentatie IA20 Trends & Ontwikkelingen IA21 Presentatieruimte IA22 Winkelinrichting IA23 Assortiment IA24 Klanttevredenheid
3.1 3.2 3.2 3.2 3.3
productbeoordeling praktijkobservatie praktijkobservatie productbeoordeling productbeoordeling
3 2 2 2 1
Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2 Flexibel vanaf leerjaar 2
Beroepsbekwaam niveau Naam examenonderdeel
Opgenomen kerntaken (evt. werkprocessen)
Type toets2
Afnamemoment3
Proeve van bekwaamheid
Kerntaak 1, 2 en 3
Proeve van bekwaamheid
Na het behalen van alle handelingsbekwame toetsen
Type toets
Afnamemoment
Criterium gericht interview
Na het behalen van de Proeve van bekwaamheid
Ontwikkelingsbekwaam niveau Naam examenonderdeel Panelgesprek
Beoordelingsonderdelen Leren en Loopbaan Kerntaak 1 en 2 LLB Reflectie
Overige diploma-eisen Onderdeel Nederlands
Moderne vreemde taal 1
Rekenen/ Wiskunde Beroepspraktijkvorming Burgerschap
Beoordelingsonderdelen Mondelinge taalvaardigheid Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Taalverzorging en taalbeschouwing Luisteren Lezen Gesprekken voeren Spreken Schrijven Getallen/ hoeveelheden/ maten Ruimte en vorm Gegevens verwerken, onzekerheid Verbanden/ verandering Minimaal 1440 uren Portfolioproducten
Vereist niveau3 3F 3F 2F 2F B1 B1 A2 A2 A2 3F 3F 3F 3F Voldoende
Toelichting
Zichtbare ontwikkeling
LLB bewijs
Taalbewijs Engels
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
24
OER 2012 Vormgever productpresentatie
Bijlage 3 Onderwijsprogramma TOP - Transparante onderwijs programmering Opleiding: Crebo: Cohort: Uitstroomdif.nr. Niveau: Leerjaar 1: Deco Tekenen Crea Styling 3D Concept Kunstgeschiedenis Kunstbeschouwing Trends Kleurenleer Kleur - kledingadvies D´Lab Office Photoshop Werken aan producten WAP Terugkomochtend vak. Creativiteitstraining 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Coaching StD 1 Coaching ind. StD 1 Nederlands StD 1 Rekenen StD 1 Vertraagde week StD 1 0 0 BPV/Prestaties BPV StD 1 BPV begeleiding StD 1 Prestaties StD 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Leerjaar 3: Tekenen Concept Styling 3D
Vormgeving ruimtelijke presentatie en communicatie (Vormgever 91542 2012-2013 K2 4 P1 P2 P3 P4 Type 27 24 27 0v 9 8 9 0v Totaal: 1046 uur 9 8 9 0v 27 24 27 0v 0 0 9 0v Periode 1: 221 uur 9 8 9 0v Periode 2: 215 uur 0 8 0 0v Periode 3: 239 uur 9 0 9 0v Periode 4: 371,5 uur 0 8 0 0v 0 0 18 0v Verdieping (V): 666 uur 18 16 0 0v Praktijk (P): 320 uur 0 0 18 0v Reflectie (R): 60 uur 0 16 0 0v Buiten de context (B): 0 uur 27 24 27 0v 0 0 0 0v School: 69% 9 0 0 0v BPV: 31% 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 18 16 18 4r 1 1 1 1r 18 16 18 18 v 18 16 18 18 v 12 12 12 0v 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 320 p 0 0 0 0,5 0 10 10 10 10 v 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 P1 P2 P3 P4 Type 0 0 9 9v
0 0 0 0 0 0 Management 0 0 0 0 0 Boekhouden / administratie 0 0 Bestands/ en opslagbeheer 0 0 Werken aan producten WAP 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Rekenen StD 3 0 0 Coaching StD 3 9 8 Coaching ind. StD 3 1 1 Nederlands StD 3 0 0 Duits StD 3 0 0 Ondernemen StD 3 0 0 Ondernemen / begel. Werken StD 30 0 Vertraagde week StD 3 0 0 Terugkomdag 0 0 BPV/Prestaties BPV StD 3 360 360 BPV begeleiding StD 3 0,5 0,5 Prestaties StD 3 10 10 0 0 0
9 27 0 9 0 9 9 27 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 18 9 1 9 9 18 18 12 0 0 0 10 0
9 27 0 9 0 0 0 27 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 18 9 1 9 8 18 18 12 0
v v v v v v v v
Totaal:
Periode 1: Periode 2: Periode 3: Periode 4: 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
v r r v v v v v
0p 0 10 v 0
Verdieping (V): Praktijk (P): Reflectie (R): Buiten de context (B): School: BPV:
1146
uur
380,5 379,5 203 184
uur uur uur uur
387 720 39 0
uur uur uur uur
productpresentatie)
Leerjaar 2: Deco Tekenen Deco/kleur-kledingadvies Styling 3D Concept Sketch up Warenkennis Calculeren Toetsing Werken aan producten WAP Terugkomochtend vak. Kg-Kb Productdesign Kb-Kg Kostuumgeschiedenis Kg-Kb Interieurstijlen Illustrator 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Coaching StD 2 Coaching ind StD 2 Nederlands StD 2 Rekenen StD 2 Engels StD 2 L&B 2 Ondernemen StD 2 Ondernemen voorb. BPV StD 2 Vertraagde week StD 2 0 BPV/Prestaties BPV StD 2 0 0 360 0 BPV begeleiding StD 2 0 0 0,5 0 Prestaties StD 2 10 10 10 10 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Leerjaar 4: P1 P2 P3 P4 Examentraining 18 0 0 0 Indisign Photoshop KG (woonstylen) KG (product design) Duits StD 3 Werken aan producten WAP Proeve van bekwaamheid Tekenen
0 0
18 18 9 9 27 90 0 9 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 9 1 12 0 0 0 0 0
0
0 360 0 0,5 10 10 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
37% 63%
Coaching StD 4 Coaching ind. StD 4 Vertraagde week StD 4 Terukomdag 0
0
0 0
Leerweg: SBU's (DUO): Gepl. leerjaren: Minimale BPV: Maximale BPV: P1 P2 P3 P4 27 24 0 0 9 8 0 9 0 0 0 27 27 24 0 27 9 8 0 9 9 0 0 0 0 0 0 9 9 8 0 9 0 16 0 0 27 24 0 27 0 0 0 0 9 0 0 0 0 8 0 0 0 0 0 9 0 0 0 9 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 9 8 2 9 1 1 1 1 18 16 18 18 18 16 18 18 27 24 0 0 6 6 0 6 0 24 0 27 0 0 0 9 12 12 0 12 0 0 0 0
BPV/Prestaties BPV StD 4 BPV begeleiding StD 4 Prestaties StD 4
BOL 6400 4 1280 3840 Type v v v v v v v v v v v v v v v 0 0 0 0 0 0 0 0 0 r r v v v v v v v 0
Periode 1: Periode 2: Periode 3: Periode 4: Verdieping (V): Praktijk (P): Reflectie (R): Buiten de context (B): School: BPV:
1118
uur
227 237 409,5 245
uur uur uur uur
726 360 32 0
uur uur uur uur
68% 32%
p 0 v 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Type v
0 0 0v 0 0 0v 0 0 0v 0 0 0v 0 0 0v 0 0 0v 0 180 180 v 0 0 0v 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 8 9 9r 1 1 1r 12 0 0v 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 0
Totaal:
0p 0 10 v 0
Totaal:
Periode 1: Periode 2: Periode 3: Periode 4: 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Verdieping (V): Praktijk (P): Reflectie (R): Buiten de context (B): School: BPV:
1021
uur
230 391,5 200 200
uur uur uur uur
622 360 39 0
uur uur uur uur
65% 35%
0 0 0 0 0
0 0
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
25
OER 2012 Vormgever productpresentatie
Bijlage 4 BPV Protocol
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
OER 2012 Vormgever productpresentatie
Bijlage 5 Format voor afspraken bij BPV-overeenkomst Aanvullende afspraken bij BPV-overeenkomst Inleiding Een ingevuld document volgens onderstaand format maakt onlosmakelijk deel uit van de betreffende BPV-overeenkomst. Deze afspraken worden tijdens de voorbereiding van de BPV gemaakt door de cursist, de BPV-begeleider van school en de begeleider van de BPVbiedende organisatie, conform het BPV-protocol (bijlage bij de Onderwijs- en Examenregeling). De afspraken gaan over de begeleiding (vorm en frequentie), de persoonlijke doelen van de cursist en de wijze van beoordelen van de BPV (niet zijnde de kwalificerende beoordeling / examinering). Bij de voortgangsgesprekken zijn de cursist en de beide BPV-begeleiders aanwezig. De voortgang wordt schriftelijk/digitaal vastgelegd. Deze gesprekken gaan in ieder geval over: -
De voortgang van het leren Attitude en houding Afspraken, die bij aanvang van de BPV (o.a. op deze BPV-overeenkomst), c.q. op vorig voortgangsgesprek gemaakt zijn.
Er vinden daarnaast op de praktijkplaats begeleidings-/reflectiegesprekken plaats tussen cursist en begeleider van de BPV-biedende organisatie en op school tussen cursist en BPVbegeleider van school. Hieronder het format voor het afsprakenformulier, met rood en cursief enkele aanwijzingen voor het invullen. Deze aanwijzingen na het invullen verwijderen.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
27 27
OER 2012 Vormgever productpresentatie
Afsprakenformulier Cursist: ……………………………………………………… (naam); OV-nummer: …………………………………………
De begeleiding De begeleiding van de cursist door de school wordt verzorgd door: ……………………………………………………………………………… (naam van de BPV-begeleider van school) Te bereiken via tel.nr: …………………………………… en via e-mail: ………………………………………………… De begeleiding van de cursist door de BPV-biedende organisatie wordt verzorgd door: ……………………………………………………………………………(naam begeleider BPV-biedende organisatie) Te bereiken via tel.nr: …………………………………… en via e-mail: …………………………………………………
De inhoud van de BPV (Geef hier een korte beschrijving van de doelen/leerafspraken over kennis, houding en vaardigheden. Denk hierbij aan: af te ronden kerntaken, werkprocessen, stageverslagen, BPV-boek, houding en attitude en mate van zelfstandigheid/zelfsturend vermogen)
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Er vinden vanaf de start van de BPV …………. (aantal; minimaal 2) voortgangsgesprekken plaats na ........... weken, na ……………… weken, ………….. (aanvullen in overeenstemming met aantal voortgangsgesprekken).
De beoordeling In de laatste 2 weken van de BPV wordt er een afrondend (beoordelend) gesprek over de beoordeling van de BPV georganiseerd tussen cursist, begeleider van de BPV-biedende organisatie en de BPV-begeleider van school. Dit gesprek vindt plaats op ……………………………………………….(datumrange invullen vallend binnen de laatste 2 weken van de BPV).
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
28
OER 2012 Vormgever productpresentatie De boordeling wordt gemaakt op grond van: (Geef hier een korte beschrijving waarop de cursist beoordeeld wordt en op grond waarvan deze BPV met een voldoende is afgerond. Denk hierbij aan: af te ronden kerntaken, werkprocessen, stageverslagen, BPV-boek, houding en attitude en mate van zelfstandigheid/zelfsturend vermogen. Zie ook de doelen/leerafspraken.)
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
De beoordeling van deze BPV wordt schriftelijk en digitaal vastgelegd.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING, vastgesteld door het College van Bestuur, 24 april 2012
29