Onderwijs- en examenregeling Master Fiscaal Recht PARAGRAAF 1 - ALGEMEEN Artikel 1 - Toepasselijkheid van de regeling Deze Onderwijs- en examenregeling is van toepassing op het onderwijs, de tentamens en het slotexamen van de opleiding Master Fiscaal Recht (CROHO 60687) en van het deficiëntie-traject dat daaraan vooraf kan gaan. Deze regeling vormt een integraal deel van het General Statute van Nyenrode Business Universiteit.
Artikel 2 - Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. Beroepscommissie: commissie die de bezwaren tegen besluiten van de Examencommissie behandelt. De commissie wordt voorgezeten door een externe functionaris. Besluiten van de Beroepscommissie zijn definitief en bindend. b. Center: de organisatorische eenheid van Nyenrode Business Universiteit die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van één of meerdere tentamens, en van de vakken van het masterprogramma, dan wel van de deficiëntie-modulen van het deficiëntie-traject. Tevens kan deze organisatorische eenheid door of namens de programmadirecteur verzocht worden om verantwoordelijk te zijn voor de begeleiding van de student bij het schrijven van de masterscriptie en/of het afnemen van het slotexamen. c. College van Bestuur: het College van Bestuur van Nyenrode Business Universiteit. d.. Deficiëntie: Vaardigheden of kennis die een student geacht wordt te beheersen bij aanvang van een vak en die niet of in onvoldoende mate zijn aangeboden tijdens een vooropleiding, dan wel niet of in onvoldoende mate zijn onderhouden en/of actueel zijn gehouden sinds het beëindigen van die vooropleiding(en). e. Deficiëntie-module: een onderwijseenheid van het deficiëntie-traject f. Deficiëntie-traject: de deficiëntie-modulen en tentamens ter voorbereiding op het masterprogramma, zoals genoemd in artikel 7 van deze regeling. g. Examencommissie: kwaliteitsborgingscommissie zoals bedoeld in artikel 7.12 WHW. De Examencommissie is verantwoordelijk voor het waarborgen en handhaven van de kwaliteit van beoordeling van de tentamens en het slotexamen van het masterprogramma. Conform Artikel 7.12 WHW, lid 2: De Examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de Onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van de graad zoals bedoeld in artikel 9 van deze regeling. De leden van de Examencommissie zijn benoemd door het College van Bestuur. h. Examinator: de persoon die door de Examencommissie is benoemd om tentamens, of onderdelen daarvan, dan wel het slotexamen af te nemen. i. General Statute: het Algemeen Statuut van Nyenrode Business Universiteit [te vinden op http://www.nyenrode.nl/About/terms/Documents/General_Statute.pdf]. j. LES: Dit is een afkorting die staat voor de “Leadership, Entrepeneurship & Stewardship”. k. Masterprogramma: de vakken en tentamens (inclusief het slotexamen) van de opleiding, zoals genoemd in artikel 5 van deze regeling. l. My.Nyenrode: digitale studentenportal met daarop alle studie-gerelateerde informatie voor studenten. m. NUFFIC: De Nederlandse organisatie voor internationalisering in het hoger onderwijs n. Nyenrode Code of Conduct: De meest recente gedragsregels voor studenten, zoals 1
o. p. q.
r.
s.
t.
u.
v.
w.
x.
y. z. aa.
ab.
ac. ad.
vastgesteld door het College van Bestuur. Nyenrode Guidelines for Report Writing and Bibliographic Descriptions: De meest recente regelgeving voor het maken van opdrachten, zoals vastgesteld door het College van Bestuur. Onderwijsprogramma: beschrijving van de inhoud, leerdoelen en wijze van tentaminering van een vak of deficiëntie-module. Opleiding: de opleiding Master Fiscaal Recht van de Nyenrode Business Universiteit en geaccrediteerd door de Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie (CROHO 60687). Deze opleiding omvat het masterprogramma..
Opleidingscommissie: de commissie die tot taak heeft om advies uit te brengen over deze regeling, als bedoeld in artikel 7.13 van de WHW, het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van deze regeling, en het desgevraagd of uit eigen beweging advies uitbrengen aan de programmadirecteur, als bedoeld in artikel 9.17, eerste lid van de WHW, en de (Associate) Dean over alle aangelegenheden betreffende het onderwijs in de opleiding. De leden van de opleidingscommissie bestaat voor de helft uit docenten en voor de helft uit studenten van de opleiding en worden voor een cursusjaar benoemd door het College van Bestuur. Paper: Schriftelijk verslag van een (deel)onderzoek, waarbij naast kennis ook vaardigheden en inzicht worden getoetst. Een paper is bedoeld om de samenhang en integratie van leerstofonderdelen binnen een vak te bevorderen. Practicum: Een praktische oefening als bedoeld in artikel 7.13 van de WHW, waarbij studenten individueel of in kleine groepen aan een opdracht werken, dan wel het deelnemen aan een excursie of aan een andere onderwijsactiviteit die gericht is op het verwerving van bepaalde vaardigheden, bepaald gedrag en/of een bepaalde houding. Het eindresultaat kan een onderzoeksverslag, een werkstuk (zoals een thuiswerkopdracht), een reflectieverslag, een paper of een presentatie zijn, of een combinatie daarvan. Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor hun planning, taakverdeling en praktische uitvoering van de opdracht. Docenten begeleiden het proces 'vanop afstand'. Programmadirecteur: de persoon die volledig verantwoordelijk is voor het functioneren van het programma-management, de financiën en de academische kwaliteit van de opleiding en het deficiëntie-traject. Programma-management: de functionarissen van Nyenrode Business Universiteit die verantwoordelijk zijn voor de opleiding en het deficiëntie-traject. Het programma-management staat onder leiding van de programma-manager. De programma-manager kan taken delegeren aan een of meer programmacoördinatoren. Rollenspel: Het naspelen van een realistische gebeurtenis of situatie tijdens een vak, waarbij de studenten een bepaalde rol te vertolken krijgen met als doel om kennis en vaardigheden te oefenen en/of te verbeteren. Semester: deel van het studiejaar, dat begint op 1 september en eindigt op een door het programma-management te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel dat begint op vorenbedoelde door het programma-management te bepalen datum en eindigt op of omstreeks 31 augustus. Studiegids: nadere regelingen van en praktische informatie over de opleiding en het deficiëntie-traject . Studiejaar: de periode van 1 september tot en met 31 augustus van het jaar. Slotexamen: het verdedigen van de scriptie, waarbij ook dwarsverbanden met eerder afgelegde tentamens kunnen worden gelegd. Met het slotexamen sluit de student de opleiding af. Student: de persoon die is ingeschreven bij Nyenrode Business Universiteit voor het volgen van onderwijs in de vakken, de deficiëntie-modulen en/of het afleggen van de tentamens (inclusief het slotexamen) van de opleiding en het deficiëntie-traject . Studiegroep: meerdere studenten die gezamenlijk een practicum uitvoeren. Tentamen: de beoordeling van kennis (inzicht) en kunde (vaardigheden) van een student met betrekking tot een bepaald vak of deficiëntie-module. Dit bestaat uit één of meer schriftelijke
2
ae. af. ag. ah.
toetsen, een of meer mondelinge toetsen. Vak: een onderwijseenheid van de opleiding (programmaonderdeel). Vakcoördinator: de persoon die namens het center de eerstverantwoordelijke is voor een vak. WHW: de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek. Zelfreflectie: Zelfreflectie is het naar zichzelf kijken wat men goed en wat men minder goed kan en om bewust te worden van de eigen handelingen die zowel bewust als onbewust gemaakt worden. Vervolgens worden oplossingen gezocht om minder goede kwaliteiten te verbeteren en daarbij goede kwaliteiten te behouden. Vanwege een duidelijker zelfbeeld kan men gemakkelijker met toekomstige situaties omgaan.
Artikel 3 - Doel van de opleiding en eindkwalificaties Het doel van de opleiding is dat studenten voldoende kennis, vaardigheden en inzicht krijgen in het belastingrecht, zodat ze de academische titel Master of Laws, als bedoeld in artikel 7.19a van de WHW en artikel 9 van deze regeling, kunnen verkrijgen. Afgestudeerden van de opleiding kunnen in het brede werkveld van het fiscale recht functioneren op wetenschappelijk niveau voor het ondersteunen en adviseren van ondernemingen bij het nakomen van de belastingverplichtingen, dan wel het toevoegen van zekerheid over de aanvaardbaarheid van aangiften van ondernemingen of het beoordelen daarvan.
Artikel 4 - Voltijds/deeltijds Het masterprogramma en het deficiëntie-traject worden in deeltijd verzorgd.
3
PARAGRAAF 2 – HET PROGRAMMA Artikel 5 – Curriculum van het masterprogramma Het masterprogramma heeft een studielast van 70 ECTS, waarbij één ECTS gelijk staat aan 28 uren studie, volgens het European Credits Transfer System. Het masterprogramma omvat de volgende vakken met de daarbij vermelde tentamenvorm, colleges en studielast.
Vak
Tentamenvorm
Aantal colleges
ECTS
Niet-Winst & Loonheffingen
Schriftelijke toets(en)
14
7
IB-Winst & Tax Accounting
Schriftelijke toets(en)
13
7
Vennootschapsbelasting
Schriftelijke toets(en)
13
7
Indirecte Belastingen
Schriftelijke toets(en)
14
7
Rollenspel, en schrijven & presenteren van een groepspaper
13
7
Schriftelijke toets(en)
14
7
Practica, schrijven en presenteren van een groepspaper in de vorm van een advies
10
5
Practica en schrijven van een individuele paper
7
3
Practica en zelfreflectieverslag over de eigen professionele vorming
11
5
Slotexamen
n.v.t.
15
109
70
Formeel Belastingrecht
Internationaal en Europees Belastingrecht
Tax Assurance
Tax Theory & Ethiek
Juridische Vaardigheden & Methodologie
Masterscriptie
Totaal
4
PARAGRAAF 3 – DE TOELATING
Artikel 6 - Toelating tot het masterprogramma
1.
Universitaire bachelor Een persoon met een afgeronde universitaire bacheloropleiding is toelaatbaar tot het masterprogramma indien hij of zij voldoet aan de eisen van het deficiëntie-traject zoals genoemd in artikel 7 van deze regeling. Als extra eis geldt dat de deficiëntie-modulen Ondernemingsrecht, Oriëntatie Belastingrecht, Verdieping Bestuursrecht en Verdieping Privaatrecht niet langer dan zes jaar voor aanvang van het masterprogramma zijn behaald, dan wel dat deze persoon aannemelijk maakt dat hij of zij de kennis in deze modulen actueel heeft gehouden.
2.
Hbo bachelor Een persoon met een afgeronde hbo-bacheloropleiding is toelaatbaar tot het masterprogramma indien hij of zij voldoet aan de eisen van het deficiëntie-traject zoals genoemd in artikel 7 van deze regeling. Als extra eis geldt dat de deficiëntie-modulen Ondernemingsrecht, Oriëntatie Belastingrecht, Verdieping Bestuursrecht en Verdieping Privaatrecht niet langer dan zes jaar voor aanvang van het masterprogramma zijn behaald, dan wel dat deze persoon aannemelijk maakt dat hij of zij de kennis in deze modulen actueel heeft gehouden. Tevens zal deze persoon de deficiëntie-module Academische Vaardigheden moeten volgen, alsmede een academische paper moeten schrijven.
3. Overige gedefinieerde diploma’s De programmadirecteur beslist of een persoon die één van de volgende vooropleidingen heeft afgerond, toegelaten kan worden tot het masterprogramma: a. Degene die een MBA-opleiding aan Nyenrode Business Universiteit of een soortgelijke opleiding heeft afgerond. b. Degene die de interne opleiding tot belastingcontroleur van de Belastingdienst heeft afgerond; c. Degene die in het bezit is van een diploma Belastingadviseur behaald bij het Register Belastingadviseurs. Deze persoon moet voldoen aan de eisen van het deficiëntie-traject zoals genoemd in artikel 7 van deze regeling. Als extra eis geldt dat de deficiëntie-modulen Ondernemingsrecht, Oriëntatie Belastingrecht, Verdieping Bestuursrecht en Verdieping Privaatrecht niet langer dan zes jaar voor aanvang van het masterprogramma zijn behaald, dan wel dat deze persoon aannemelijk maakt dat hij of zij de kennis in deze modulen actueel heeft gehouden. Tevens zal deze persoon de deficiëntiemodule Academische Vaardigheden moeten volgen, alsmede een academische paper moeten schrijven.
4. Buitenlandse diploma’s Het College van Bestuur beslist op advies van de programmadirecteur of een student met een afgeronde buitenlandse universitaire of hbo bachelor opleiding toegelaten kan worden tot het masterprogramma. De student dient in dat geval de diplomawaardering van de NUFFIC (of de Informatie Beheer Groep) aan het programma-management toe te sturen. Daarnaast moet de student aantonen dat hij of zij de Nederlandse taal in voldoende mate in woord en geschrift beheerst. Afhankelijk van de vooropleiding stelt de programmadirecteur op individuele basis een deficiëntietraject samen dat minimaal voldoet aan de eisen, die in lid 1, respectievelijk lid 2 van dit artikel worden gesteld. 5
5. Overige diploma’s Het College van Bestuur beslist op advies van de programmadirecteur of een persoon met een afgeronde vooropleiding, die niet valt onder de leden 1 tot en met 3 van dit artikel, toegelaten kan worden tot het masterprogramma. Afhankelijk van de vooropleiding en de werkervaring van deze persoon stelt de programmadirecteur op individuele basis een deficiëntie-traject voor hem of haar samen. Als uitgangspunt voor de inhoud van dat deficiëntie-traject gelden de eisen, die in artikel 7 van deze regeling worden gesteld. 6. Overige toelatingseisen Studenten zijn slechts toelaatbaar tot de opleiding en het deficiëntie-traject na een positieve beoordeling door het programma-management naar aanleiding van een intake gesprek. In dit gesprek komen naast de vooropleiding tevens de kennis van de Nederlandse taal, de werkervaring, de motivatie en de ambitie van de kandidaat, en de groepsomvang en de groepssamenstelling aan de orde. 7. Inschrijving Inschrijving voor de opleiding en het deficiëntie-traject geschiedt door middel van het digitale aanmeldingsformulier op www.nyenrode.nl/mfr. De inschrijfprocedure staat op de website beschreven onder ‘master fiscaal recht’ De aanmelding dient vóór 1 augustus (voor de start in september), respectievelijk vóór 10 december (voor de start in januari) plaats te vinden. Daarnaast dienen voor acceptatie van inschrijving, een pasfoto, een kopie van het legitimatiebewijs en gewaarmerkte kopieën van behaalde diploma’s en cijferlijsten door het programma-management te zijn ontvangen. ‘Gewaarmerkt’ betekent dat de onderwijsinstelling door middel van een stempel en handtekening heeft aangegeven dat de kopieën gelijk zijn aan het origineel. Wanneer alle inschrijfbescheiden zijn ontvangen, wordt er een bevestiging van inschrijving door of namens de programmadirecteur toegestuurd. In deze bevestiging worden tevens de eventuele deficiënties opgenomen die moeten worden weggewerkt. Tevens ontvangt de student een gebruikersnaam en wachtwoord voor toegang tot My.Nyenrode. Inschrijvingsverzoeken die ná 1 augustus, respectievelijk 10 december zijn ontvangen, worden afhankelijk van het aantal reeds toegelaten studenten in behandeling genomen. In augustus, respectievelijk januari wordt in dat geval uitsluitsel gegeven over de plaatsing voor de opleiding en het deficiëntie-traject. De student geeft aan het programma-management toestemming dat zijn of haar pasfoto, eigen naam, naam & aanduiding van de werkgever en emailadres gebruikt worden voor het vervaardigen van een zgn. ‘smoelenboek’ ten behoeve van het onderwijs in de vakken en de deficiëntie-modulen. Dit smoelenboek wordt door het programma-management slechts verstrekt aan de overige studenten, de docenten en de examinatoren van de opleiding en het deficiëntie-traject. De pasfoto zal tevens worden gebruikt voor het vervaardigen van de studentenkaart. De studentenkaart wordt op verzoek van de student gratis verstrekt. Bij verlies o.i.d. wordt bij het verstrekken van een tweede exemplaar de kosten ad 16 EUR bij de student in rekening gebracht.
6
Artikel 7 – Curriculum van het reguliere deficiëntie-traject a. Een student is op grond van artikel 6, leden 1 tot en met 5 toelaatbaar tot het masterprogramma, indien alle deficiënties door het behalen van de deficiëntiemodulen uit het deficiëntie-traject zijn weggewerkt, tenzij de student toestemming heeft van de programmadirecteur om eerder met het masterprogramma te starten. b. Of er al dan niet sprake is van een deficiëntie wordt beoordeeld door de programmadirecteur. c.
Een verzoek om eerder met het masterprogramma te starten en daarbij voor maximaal twee deficiëntie-modulen naast het masterprogramma te volgen kan bij het programmamanagement worden ingediend. Hierbij geldt Inleiding Tax Assurance 1 en 2 als één deficiëntie. Ook de deficiëntie-modulen Verdieping Bestuursrecht en Verdieping Privaatrecht worden bij een dergelijk verzoek als één deficiëntie beschouwd.
d. Een verzoek om meer dan twee deficiëntie-modulen gelijktijdig te volgen naast het masterprogramma moet via het programma-management met redenen omkleed bij de programmadirecteur worden ingediend. e. Indien een student een deficiëntie heeft in het onderdeel Academische Vaardigheden en hij of zij dit onderdeel nog niet heeft weggewerkt, kan hij of zij niet met het masterprogramma starten. f.
De deficiëntie-modulen dienen met succes te zijn afgerond voordat met het tweede (college)jaar van het masterprogramma wordt aangevangen.
g. De colleges van de deficiëntiemodule Boekhouden voor Fiscalisten dienen te zijn gevolgd voordat met de module Jaarrekeningenrecht kan worden gestart. De colleges van de deficiëntiemodule Ondernemingsrecht dienen te zijn gevolgd voordat met de module Verdieping Privaatrecht kan worden gestart.
7
Het deficiëntie-traject omvat de volgende modulen met de daarbij vermelde toetsing, colleges en studielast.
Deficiëntie-module
Toets-vorm
Aantal colleges
ECTS
Algemene Economie & Overheidsfinanciën
Schriftelijke toets(en)
4
2
Financieel Management voor Fiscalisten
Schriftelijke toets(en)
5
2
Boekhouden voor Fiscalisten
Practica
4
2
7
4
7
4
7
4
4
2
7
4
7
4
Beginselen Recht Ondernemingsrecht Jaarrekeningenrecht Verdieping Bestuursrecht Verdieping Privaatrecht Oriëntatie Belastingrecht
Schriftelijke toets(en) Schriftelijke toets(en) Schriftelijke toets(en) Schriftelijke toets(en) Schriftelijke toets(en) Schriftelijke toets(en)
Inleiding Tax Assurance 1
Practica
4
2
Inleiding Tax Assurance 2
Practica
3
1
Academische Vaardigheden (+paper)
Practica & mondelinge toets
9
8
66
39
Totaal
8
PARAGRAAF 4 – TENTAMENS EN SLOTEXAMEN Artikel 8 – Diploma 1.
De student ontvangt de graad Master of Laws (LL.M), indien hij of zij voor alle tentamens en het slotexamen een voldoende heeft behaald en aan alle (overige) verplichtingen van elk vak heeft voldaan, dan wel dat voor een vak of verplichtingen vrijstellingen zijn verkregen, Bovendien moeten aan alle financiële en andere verplichtingen aan de Nyenrode Business Universiteit zijn voldaan. Voor binnenlands gebruik kan na afstuderen de titel Meester in de Rechten (mr.) gebruikt worden. De student ontvangt bij afstuderen een diploma met cijferlijst in het Nederlands en een diploma-supplement. Dit supplement is een samenvatting van het diploma in het Engels.
2.
Een student die meer dan één tentamen van de opleiding of het deficiëntie-traject met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen diploma kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een verklaring waarin de tentamens (met de vermelding van het aantal ECTS) zijn vermeld die door hem of haar met goed gevolg zijn afgelegd.
Artikel 9 - Tentamenregeling 1.
Bij aanvang van elk semester worden de tentamendata door het programma-management bekend gemaakt. De data van de mondelinge toetsen en het slotexamen worden uiterlijk een maand voor het afnemen door het programma-management aan de student bekend gemaakt. Wijzigingen in al aangekondigde data worden bekendgemaakt via My.Nyenrode. De locatie van het tentamen, of het onderdeel daarvan, wordt bekend gemaakt via My.Nyenrode, dan wel staat dit aangegeven op de monitor in de onderwijsgebouwen van Nyenrode Business Universiteit.
2.
De tentamens en het slotexamen worden in het Nederlands afgenomen.
3.
Het center bepaalt op basis van advies van de programmadirecteur, de vakcoördinator en/of de Opleidingscommissie aan welke overige eisen het tentamen en het slotexamen dient te voldoen en publiceert dit in het onderwijsprogramma. Van de student wordt verwacht dat hij of zij kennis neemt van deze eisen. In voorkomende gevallen kunnen aanvullende eisen aan de student worden gesteld voordat een student aan een vak of tentamen(onderdeel) mag deelnemen. Deze worden gepubliceerd in het onderwijsprogramma, de studiegids en/of My. Nyenrode.
4.
Het center bepaalt conform de bepalingen in deze regeling uit welke componenten het eindcijfer is samengesteld en vermeldt deze in het desbetreffende onderwijsprogramma. Eventuele regelingen met betrekking tot bonuspunten worden vermeld in het desbetreffende onderwijsprogramma
5.
Practica, het schrijven en presenteren van papers/advies moeten worden uitgevoerd volgens de instructies zoals opgenomen in het onderwijsprogramma en/of My.Nyenrode. Te late indiening van werkstukken, referaten e.d. zal worden bestraft volgens de bepalingen, die in het onderwijsprogramma en/of My.Nyenrode zijn opgenomen. Een verzoek voor latere indiening moet worden gedaan aan de docent en vakcoördinator (met een kopie aan het programma-management) voorafgaand aan de uiterste inleverdatum.
9
6.
De Examencommissie heeft ten aanzien van het masterprogramma het recht wijzigingen aan te brengen in de weging van de tentamencomponenten alsmede wijzigingen aan te brengen in de wijze van de toetsing van die componenten. Dit wijzigingsrecht heeft de programmadirecteur ten aanzien van de componenten van de deficiëntie-modulen.
7.
Op verzoek van de student of van het programma-management kan de Examencommissie besluiten dat de student een tentamen uit het masterprogramma op een andere wijze dan genoemd in het onderwijsprogramma aflegt. Hetzelfde recht heeft de programmadirecteur ten aanzien van de tentamens van de deficiëntie-modulen.
8.
De Examencommissie is ten aanzien van het masterprogramma bevoegd een vervangend tentamen of een vervangend slotexamen uit te schrijven indien hierover klachten zijn. Hetzelfde recht heeft de programmadirecteur ten aanzien van de tentamens van de deficiëntie-modulen.
9.
Indien het tentamen volgens het onderwijsprogramma bestaat uit een schriftelijke of mondelinge toets dan worden deze toetsen minimaal twee keer per studiejaar afgenomen.
10.
Student heeft de mogelijkheid een tentamen dat met een voldoende resultaat is afgesloten te herkansen; hierbij geldt echter wel dat het laatst behaalde cijfer telt.
11.
Tijdens een mondelinge toets wordt niet meer dan één student tegelijkertijd getentamineerd en beoordeeld. De Examencommissie kan voor het masterprogramma en de programmadirecteur kan voor het deficiëntie-traject ander bepalen. Een mondeling toets wordt in principe afgenomen door twee examinatoren. De tweede examinator assisteert de eerste examinator en maakt tevens aantekeningen. Indien het tentamen door bijzondere omstandigheden wordt afgenomen door één examinator dan zal deze toets elektronisch worden opgenomen. De mondeling toets is niet openbaar, tenzij dit expliciet in het onderwijsprogramma is opgenomen. De Examencommissie kan voor het masterprogramma en de programmadirecteur kan voor het deficiëntie-traject anders bepalen. De programmadirecteur, een andere examinator en/of een lid van de Examencommissie mogen altijd als toehoorder bij een mondeling examen aanwezig zijn.
12.
Het slotexamen wordt mondeling afgenomen overeenkomstig lid 11 van dit artikel. Bij een slotexamen is minimaal één van de twee examinatoren gepromoveerd. Het slotexamen dient binnen één jaar nadat met de begeleiding is aangevangen te worden afgelegd. Indien de begeleiding langer duurt dan één jaar kunnen hiervoor additionele kosten in rekening worden gebracht.
13.
Voor studenten die dyslectisch zijn bestaat de mogelijkheid om extra tijd voor de schriftelijke tentamens aan te vragen. Bij gebleken dyslexie zal gedurende de studie bij Nyenrode automatisch extra tijd worden toegekend voor de schriftelijke tentamens. Om hiervoor in aanmerking te komen moeten studenten een originele dyslexieverklaring van een daartoe door Nyenrode Business Universiteit erkend instituut indienen bij de programma manager.
14.
Naar aanleiding van een verzoek van de student aan het programma-management kan de Examencommissie besluiten dat aan een student met een functiestoornis de gelegenheid wordt geboden de tentamens of het slotexamen op een zoveel mogelijk aan zijn/haar
10
individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De Examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens hierover te beslissen.
Artikel 10 – Bepaling tentamencijfer 1.
Nyenrode Business Universiteit hanteert bij de bepaling van een cijfer voor een tentamen een schaal van 1 tot en met 10 (hele cijfers), waarbij het cijfer 10 de maximumscore vormt. Bij het vaststellen van het tentamencijfer kan rekening gehouden worden met het resultaat van tussentoetsen of afgeronde onderdelen van het desbetreffende vak of de desbetreffende deficiëntie-module.
2.
Een tentamencijfer dat in hele getallen worden uitgedrukt, wordt op de volgende wijze afgerond: - ,500 of hoger wordt naar boven afgerond en - lager dan ,500 wordt naar beneden afgerond.
3.
Het tentamencijfer 6 of hoger is voldoende.
4.
Voor internationale doeleinden (Grade Point Average) wordt elk tentamencijfer gewogen op basis van het aantal studiepunten en geconverteerd naar een vierpuntsschaal volgens de volgende tabel:
‐ 10 en 9 ‐ 8 ‐ 7 ‐ 6 ‐ 5 ‐ 4 en 3 ‐ 2 en 1
= 4.00 = 4.00 = 3.30 = 2.00 = 0.00 = 0.00 = 0.00
Artikel 11 – Vaststelling en bekendmaking van de cijfers 1.
De uitslag van een schriftelijke toets en andere schriftelijke componenten waaruit het tentamencijfer wordt samengesteld, worden binnen zes weken na ontvangst daarvan door de examinator(en) vastgesteld. In geval van een mondeling toets of het slotexamen wordt de uitslag in beginsel direct na afloop van die toets, maar uiterlijk twee werkdagen na die toets, door de examinator(en) vastgesteld.
2.
Uitslagen van tentamen(onderdelen) of het slotexamen worden na vaststelling door het programma-management via My.Nyenrode gepubliceerd. Uitslagen van schriftelijke tentamens worden niet telefonisch medegedeeld
11
Artikel 12 - Inzagerecht 1.
Schriftelijk tentamen Studenten hebben de mogelijkheid om binnen 10 werkdagen na bekendmaking van het cijfer te verzoeken hun eigen uitwerkingen van een schriftelijke toets in te zien en te vergelijken met de standaarduitwerking alsmede de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden.
2.
Mondeling tentamen De examinatoren geven op verzoek van de student na afloop van de toets een nadere onderbouwing van de uitslag van een mondelinge toets of het slotexamen.
Artikel 13 - Geldigheidsduur 1. De geldigheidsduur van een behaald tentamen van de masteropleiding is beperkt, tenzij anders is bepaald. Voor de vakken geldt een geldigheidsduur van zes jaar. De Examencommissie kan met betrekking tot een onderdeel waarvan het tentamen langer geleden is behaald een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen. Indien behaalde resultaten - (deel)tentamens, participatiecomponenten - een bepaalde geldigheidsduur hebben, worden deze bekend gemaakt in het desbetreffende onderwijsprogramma. Indien een student op grond van bijzondere omstandigheden in aanmerking meent te komen voor een uitzondering op de regelingen met betrekking tot de geldigheidsduur van tentamens kan hij of zij een verzoek richten aan het programma-management. 2. De geldigheidsduur van een behaalde toets van een deficiëntie-module is beperkt, tenzij anders is bepaald. Voor de deficiëntie-modulen geldt een geldigheidsduur van drie jaar. De programmadirecteur kan met betrekking tot een onderdeel waarvan de toets langer geleden is behaald een aanvullend dan wel vervangende toets opleggen. Indien behaalde resultaten (deel)tentamens, participatiecomponenten - een bepaalde geldigheidsduur hebben, worden deze bekend gemaakt in het desbetreffende onderwijsprogramma. Indien een student op grond van bijzondere omstandigheden in aanmerking meent te komen voor een uitzondering op de regelingen met betrekking tot de geldigheidsduur van toetsen kan hij of zij een verzoek richten aan het programma-management.
Artikel 14 – Cum Laude regeling De cum laude regeling luidt als volgt: Alle tentamens moeten in één keer zijn behaald, met als resultaat minstens een 7. Het gemiddelde cijfer over alle vakken moet tenminste een 8 zijn. Resultaten die niet met een cijfer worden gehonoreerd en resultaten uit het deficiëntie traject worden niet in de berekening van het judicium opgenomen. Studenten die zich schuldig hebben gemaakt aan academisch wangedrag komen bij afstuderen niet in aanmerking voor het judicium cum laude. De Examencommissie wordt in kennis gesteld van alle cum laude judicia..
PARAGRAAF 5 – VRIJSTELLINGEN Artikel 15– Vrijstellingen 1. De Examencommissie kan vrijstellingen voor een tentamen(onderdeel) uit het masterprogramma verlenen. Een student moet daartoe zo snel mogelijk een schriftelijk 12
verzoek tot vrijstelling indienen bij de Examencommissie, maar niet later dan drie weken voor aanvang van het vak. Indien het verzoek later wordt ingediend, zijn hier kosten aan verbonden. Het verzoek moet zijn gegrond en voorzien van alle relevante documenten (aanvraagformulier, diploma, cijferlijst, onderwijsprogramma/literatuurlijst e.d.). Studenten dienen zich er van bewust te zijn dat er verschillen zijn tussen de onderwijsmethoden van de verschillen opleidingsinstituten. Het kan zijn dat er daardoor kennis ontbreekt ondanks dat er een vrijstelling is verleend. 2. Bij meerdere verzoeken verleent de Examencommissie niet meer vrijstelling dan tot in totaal 15 ECTS voor het masterprogramma.
PARAGRAAF 6 - ACADEMISCHE HOUDING Van de studenten van Nyenrode Business Universiteit wordt een academische houding verwacht. Welke activiteiten, houding en gedrag gewenst, toegestaan of verboden zijn, is beschreven in de Nyenrode Code of Conduct. De studenten worden geacht de Code te kennen en zich hiernaar te gedragen. Artikel 16 – Gedrag tijdens colleges, het schrijven van papers, consultatie en samenwerking 1.
Tenzij anders vermeld dienen alle schriftelijke opdrachten te voldoen aan de Nyenrode Guidelines for Report Writing and Bibliographic Descriptions.
2.
Tenzij anders vermeld dienen alle individuele opdrachten door de individuele student te worden uitgevoerd. Consultatie van andere studenten bij het uitvoeren van een opdracht is niet toegestaan zonder de uitdrukkelijke toestemming van de docent.
3.
Studiegroepen worden samengesteld door het programma-management of de docent. Bij groepsopdrachten is het de verantwoordelijkheid van iedere individuele student en van de studiegroep als geheel om erop toe te zien dat alle leden van de studiegroep hun verplichtingen nakomen en hun verantwoordelijkheid voor de groepsopdracht nemen.
4.
Tenzij anders vermeld dienen alle groepsopdrachten door de leden van de studiegroep te worden uitgevoerd. Consultatie van andere studenten dan die niet behoren tot de eigen studiegroep bij het uitvoeren van een groepsopdracht, is niet toegestaan zonder de uitdrukkelijke toestemming van de docent.
5.
Indien een student zijn verplichtingen niet nakomt, noch zijn verantwoordelijkheid niet neemt en de studiegroep hem daarop heeft gewezen, hebben de andere studenten het recht om de situatie te bespreken met de docent en het programma-management. De docent heeft het recht om, in overleg met het programma-management, de betreffende student te verwijderen uit de groep. Studenten hebben niet het recht om een medestudent uit de groep te verwijderen. De Examencommissie zal, in overleg met de docent en de programmadirecteur de consequenties voor de student vaststellen.
6.
Een student die meer dan twee maal zijn verplichtingen niet nakomt, kan door het programmamanagement, na overleg met de Examencommissie, uitgesloten worden voor een studiegroep. In dat geval wordt door of namens de programmadirecteur bepaald of de student de opdrachten zelf te dient maken om voor het betreffende vak of de desbetreffende deficiëntie-module te kunnen slagen. Hier kunnen extra kosten aan verbonden zijn.
13
7.
Elke overtreding van dit artikel zal worden beschouwd als academisch wangedrag, zoals genoemd in artikel 18 van deze regeling.
Artikel 17 - Gedrag tijdens tentamens 1.
Tijdens elk tentamen(onderdeel) en tijdens het slotexamen dient de student zich te kunnen legitimeren aan de hand van een officieel legitimatiebewijs voorzien van een pasfoto (paspoort, identiteitskaart of rijbewijs). De student is verplicht op verzoek van een surveillant of examinator zijn of haar legitimatiebewijs te tonen. Geeft de student daaraan geen gevolg, dan kan het (de) desbetreffende door hem/haar afgelegde tentamen, toets en slotexamen ongeldig worden verklaard.
2.
Bij sommige tentamen(onderdelen) en bij het slotexamen is het gebruik van wetteksten, boeken en/of andere referentiematerialen toegestaan. Nadere informatie hierover is opgenomen in het onderwijsprogramma en/of My.Nyenrode. Het is verboden enige informatie aan een wettekst, boek en/of referentiemateriaal toe te voegen, tenzij door de docent, examinator of het center, dat verantwoordelijk is voor dit vak, anders is bepaald.
3.
De surveillanten en de examinatoren kunnen wetteksten, boeken en andere referentiematerialen voor tijdens en na een tentamen(onderdeel) inspecteren. Uitwisseling hiervan tijdens een tentamen(onderdeel) is niet toegestaan.
4.
Naar de eigen tentamentafel mogen alleen zaken meegenomen worden die nodig zijn voor het uitwerken van het tentamen(onderdeel). Het gebruik van eigen rekenmachines is niet toegestaan.
5.
Studenten dienen in stilte de tentamenzaal binnen te komen en plaats te nemen bij hun tafel. Er mag direct gestart worden met het tentamen.
6.
Jassen, tassen, etuis, broodtrommels, koffers, gegevensdragers, apparatuur waarmee een internetverbinding kan worden gemaakt, mobiele telefoons of andere communicatieapparatuur, moeten worden achtergelaten bij de ingang van de tentamenzaal.
7.
Gedurende het tentamen mag een student in beginsel slechts één keer van het toilet gebruik maken. Het verzoek hiertoe moet in stilte aan de surveillant kenbaar worden gemaakt. De surveillant beslist of een student vaker van het toilet gebruik mag maken. Er mag slechts één student gelijktijdig gebruik maken van het toilet.
8.
Studenten mogen niet langer dan een half uur na aanvang van het tentamen binnenkomen. Studenten die later komen kan de toegang tot het tentamen worden geweigerd. Studenten mogen het tentamen niet verlaten tot een half uur na aanvang van het tentamen.
9.
Studenten moeten al het tentamenmateriaal (opgaven, uitwerkingen, aantekeningen e.d.) inleveren na afloop van het tentamen.
10.
Studenten dienen tijdens een tentamen(onderdeel) de instructies van de surveillanten en examinatoren op te volgen.
11.
Iedere overtreding van dit artikel wordt beschouwd als academisch wangedrag, overeenkomstig artikel 18 van deze regeling.
14
Artikel 18 - Academisch wangedrag 1.
Activiteiten die het doel of het effect hebben om het onderwijs, de kennisverwerving of een eerlijke toetsing of evaluatie van de prestaties van een student te verstoren, zijn verboden. Een kandidaat die het, door misleiding of nalatigheid, geheel of gedeeltelijk voor de examinator onmogelijk maakt om zijn kennis, inzicht en vaardigheden te beoordelen, overtreedt de standaarden van academisch gedrag. Iedere overtreding van de in artikel 16 en 17 genoemde regels, of gedrag waarvan voorbeelden zijn beschreven in artikel 18 wordt beschouwd als academisch wangedrag. Het is daarbij niet van belang of de student daadwerkelijk voordeel heeft behaald dan wel had kunnen hebben van dit gedrag.
2.
Maatregelen tegen overtreders van de standaarden van academisch gedrag worden vastgesteld door de Examencommissie. Mogelijke maatregelen zijn onder andere een waarschuwing, een formele reprimande, aftrek van punten van het eindcijfer, ongeldigverklaring van de tentamenuitwerking, uitsluiting van verdere deelneming aan het tentamen of opdracht, en uitsluiting van een of meer volgende tentamens en in overleg met de programmadirecteur uitsluiting van deelname aan een cursus.. In geval van ernstig en/of herhaaldelijk academisch wangedrag kan het College van Bestuur, op advies van de programmadirecteur en/of de Examencommissie of haar vertegenwoordiger, besluiten om de student definitief van de opleiding te verwijderen.
3.
Ook wanneer de ontdekking van academisch wangedrag plaatsvindt nadat de opdracht of het tentamen(onderdeel) is afgerond, kan de Examencommissie of haar vertegenwoordiger besluiten tot maatregelen zoals beschreven in het vorige lid.
4.
Hoor en wederhoor wordt tenminste schriftelijk toegepast voordat het besluit genomen wordt. Indien de Examencommissie hier aanleiding toe ziet zal zij de student in de gelegenheid stellen tot een mondelinge toelichting tijdens een daartoe te beleggen hoorzitting.
5.
De Examencommissie stelt de student schriftelijk op de hoogte van de te nemen maatregelen. Als de student wegens ernstig en/of herhaaldelijk academisch wangedrag verwijderd wordt van de opleiding stelt het College van Bestuur hem hiervan schriftelijk op de hoogte.
15
Voorbeelden van academisch wangedrag A. Bedrog: gebruikmaken of pogen gebruik te maken van ongeoorloofde assistentie, materialen of hulpmiddelen of academisch werk van anderen. Voorbeelden: spiekbriefjes gebruiken tijdens een tentamen, wijzigen van een beoordeeld tentamen(onderdeel) en het opnieuw inleveren voor een betere beoordeling etc. B. Plagiaat: het gebruik maken van ideeën, gegevens of beschrijvingen van een ander zonder specifieke of juiste verwijzing. Voorbeelden: een paper, artikel uit een tijdschrift of computerbestand kopiëren en indienen voor een opdracht, het kopiëren van iemands ideeën zonder verwijzing, het niet gebruiken van aanhalingstekens waar dat passend is etc. Om plagiaat te vermijden is het nodig om een verwijzing op te nemen bij het gebruik van: een idee, opinie of theorie van een ander; feiten, statistieken, grafieken, tekeningen – alle vormen van informatie – die niet algemeen bekend zijn; citaten van de gesproken of geschreven woorden van een ander; parafraseringen van de gesproken of geschreven woorden van een ander. C. Onjuist verwijzen naar eigen werk: het hergebruiken van eigen ideeën of teksten in gelijkluidende bewoordingen bij verschillende opdrachten zonder verwijzing naar het eerdere werk. Bij het hergebruiken van eigen ideeën en/of teksten is een correcte bronvermelding noodzakelijk. Een onjuiste bronvermelding wordt beschouwd als academisch wangedrag. D. Simuleren: indienen van verzonnen of gewijzigde informatie in een academische opdracht. Voorbeelden: verzonnen data weergeven bij een experiment, manipuleren van data, citeren van niet bestaande artikelen, verzinnen van bronnen etc. E. Meervoudig inleveren: het indienen, zonder voorafgaande toestemming, van enig werk dat al eerder voor een andere opdracht is ingeleverd. F. Vervalsing van studieresultaten: foutief weergeven of vervalsen van studieresultaten, of pogingen daartoe ondernemen, voor of na toelating tot de opleiding en het deficiëntie-traject. Voorbeelden: vervalsen van een tentamenbriefje, veranderen van cijferlijsten, vervalsen van academische informatie op een CV etc. G. Faciliteren van academisch bedrog: willens en wetens anderen helpen bij het overtreden van de regels voor academisch gedrag. Voorbeeld: een medestudent laten afkijken tijdens een tentamen etc. H. Oneerlijk voordeel: pogen om zonder toestemming voordeel te behalen boven de andere studenten bij het voldoen aan een academische opdracht. Voorbeelden: verkrijgen of verstrekken van ongeautoriseerde toegang tot tentamenmateriaal, tegenwerken of verstoren van de werkzaamheden van andere studenten, liegen over de noodzaak om meer tijd te krijgen voor een tentamen of paper, doorgaan met schrijven als de tentamentijd is verstreken, vernietigen of in eigendom houden van materialen uit de bibliotheek etc.
16
PARAGRAAF 7 - BEGELEIDING TEN AANZIEN VAN DE STUDIE Artikel 19 - Studievoortgang en begeleiding De studieresultaten worden zodanig geregistreerd dat aan elke student op diens verzoek tussentijds een overzicht kan worden verschaft van de cijfers van tentamens of onderdelen daarvan die door hem of haar zijn behaalde. Studieresultaten zijn voor de student toegankelijk via My.Nyenrode. Het programma-management draagt zorg voor studiebegeleiding van de individuele student, onder meer door het opnemen van de aanwezigheid tijdens de colleges, evaluaties en monitoren van de studieresultaten.
PARAGRAAF 8 - BEZWAAR EN BEROEP
Een student kan bij de Examencommissie schriftelijk bezwaar aantekenen tegen de wijze waarop een tentamen(onderdeel) of een participatiecomponent heeft plaatsgevonden, en/of tegen de uitslag of het vervallen van de geldigheidsduur daarvan. Tegen de uitslag van een bonusopgave of bonustoets kan geen bezwaar worden ingediend. Inzake bezwaren tegen besluiten die genomen zijn op basis van deze Onderwijs‐ en Examenregeling wordt de student verwezen naar het General Statute Artikel 20 - Bezwaarprocedure De procedure voor het indienen van een bezwaar is kosteloos en luidt als volgt: 1.
2. 3. 4.
5. 6.
7. 8.
Het bezwaar moet binnen 15 werkdagen na de datum van de bekendmaking van het besluit (bijvoorbeeld tentamenuitslag, mededeling m.b.t. het vervallen van inschrijvingsduur of geldigheidsduur) zijn ingediend. Het bezwaar moet gezonden worden aan de Examencommissie Accountancy & Controlling .
[email protected] De Examencommissie kan het bezwaar niet-ontvankelijk verklaren wegens een ontbrekende motivering. Indien het bezwaar is gemotiveerd en de Examencommissie dit in behandeling neemt, zal hoor- en wederhoor in ieder geval schriftelijk worden toegepast. Indien de Examencommissie hier aanleiding toe ziet kan zij de student in de gelegenheid stellen het bezwaar mondeling toe te lichten tijdens een daartoe te beleggen hoorzitting. Bij de afhandeling van bezwaren tegen tentamenuitslagen wordt advies gevraagd aan de vakcoördinator van het desbetreffende vak. Wanneer op grond van het bezwaar tegen een tentamenuitslag herbeoordeling plaatsvindt, geschiedt dit als regel integraal, waarbij de examinator het recht heeft het cijfer in positieve of negatieve zin aan te passen. De herbeoordeling wordt niet uitgevoerd door de examinator(en) die het tentamen(onderdeel) in eerste instantie heeft/hebben beoordeeld. Een bezwaar tegen een vervallen geldigheidsduur kan in geen geval leiden tot verlenging van de geldigheidsduur maar hooguit tot het mogen afleggen van een hersteltoets. De Examencommissie stelt de student binnen 15 werkdagen schriftelijk op de hoogte van de uitspraak met betrekking tot het bezwaar.
17
Artikel 21 - Motivering van een bezwaar tegen een tentamenuitslag De motivering van een bezwaar tegen een tentamenuitslag houdt in dat de student aan de hand van het cursusmateriaal dan wel het beschikbaar gestelde antwoordmodel inhoudelijk onderbouwt dat de door hem gegeven antwoorden (deels) juist zijn en derhalve tot een positieve dan wel een hogere waardering hadden moeten leiden. Wanneer een dergelijke motivering ontbreekt, kan de Examencommissie het bezwaar nietontvankelijk verklaren. Onderstaande ‘motiveringen’ leiden tot een niet-ontvankelijkheidsverklaring door de Examencommissie: Ik heb recht op meer punten voor onderdeel X. Ik wil een herbeoordeling. Mijn tentamen is te streng beoordeeld. De stof die in het tentamen aan de orde kwam, is tijdens de cursus niet of nauwelijks behandeld.
Artikel 22 - Motivering van een bezwaar tegen het vervallen van een inschrijvingsduur of geldigheidsduur Een motivering van een bezwaar tegen het vervallen van een inschrijvingsduur of geldigheidsduur houdt in dat de student, na overleg met het programma-management, een schriftelijk gemotiveerd bezwaar indient:
vergezeld van het ingevulde formulier Studievertraging/Vervallen geldigheidsduur tentamens, dat op te vragen is bij het programma-management; vergezeld van bewijsstukken waarmee de bijzondere persoonlijke omstandigheden aangetoond worden en waaruit blijkt dat deze omstandigheden tot een onoverkomelijke studievertraging hebben geleid; vergezeld van bijlagen waaruit blijkt dat de omstandigheden in de periode waarin deze plaatsvonden gemeld zijn aan het programma-management.
Uit het bezwaar moet blijken dat de bijzondere persoonlijke omstandigheden in aard, tijd en intensiteit zodanig zijn (geweest) dat er een causaal verband aantoonbaar is met de opgelopen studievertraging. Onder bijzondere persoonlijke omstandigheden worden uitsluitend verstaan:
ernstige en/of langdurige ziekte van verzoeker, lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis van verzoeker, bijzondere familie- of andere privé-omstandigheden.
Wanneer een toereikende motivering ontbreekt, kan, de Examencommissie het bezwaar nietontvankelijk verklaren.
18
Artikel 23 - Pro forma bezwaar Het al dan niet kunnen beschikken over de eventueel beschikbare standaarduitwerkingen, bewijsstukken dan wel het willen gebruikmaken van andere hulpmiddelen die de motivering zouden kunnen vergemakkelijken (bijvoorbeeld het bijwonen van een tentamenbespreking), laten de termijn van indiening onverlet. Wel bestaat de mogelijkheid pro forma bezwaar in te dienen. Hierbij krijgt de student uitstel voor het indienen van de motivering van vijf werkdagen na de schriftelijke mededeling dat het bezwaar gemotiveerd moet worden.
Artikel 24 - Beroepsprocedure Tegen de uitspraak met betrekking tot een bezwaarschrift kan binnen vijftien werkdagen na de datum van de uitspraak beroep worden aangetekend. Een beroep dient per e-mail te worden ingediend, via het e-mailadres:
[email protected] Het is mogelijk om pro forma beroep in te dienen. Hierbij krijgt de student uitstel voor het indienen van de motivering. De student ontvangt bericht over de termijn waarbinnen hij de motivering moet indienen. De Commissie van Beroep behandelt het bezwaar en de bijbehorende uitspraak. Er wordt geen vakinhoudelijke beoordeling door de Commissie van Beroep gedaan. Voor de behandeling van een beroepsschrift is een bedrag van € 100,- verschuldigd. Voor het voldoen van dit bedrag wordt automatisch een factuur aangemaakt en per e-mail toegezonden naar het My.Nyenrode e-mailadres. Indien het beroep wordt toegewezen volgt restitutie. Zie General Statute Nyenrode Business Universiteit.
PARAGRAAF 9 - SLOTBEPALINGEN Artikel 25 - Overgangsregeling In weerwil van artikel 5 van deze regeling omvat het masterprogramma voor studenten, die in het studiejaar 2014-2014 zijn gestart met het masterprogramma, de volgende vakken met de daarbij vermelde tentamenvorm, colleges en studielast.
Vak Niet-Winst & Loonheffingen IB-Winst & Tax Accounting Vennootschapsbelasting Indirecte Belastingen Formeel Belastingrecht Internationaal en Europees Belastingrecht Tax Assurance
Tentamenvorm
Aantal colleges
ECTS
Schriftelijke toets(en)
13
7,5
Schriftelijke toets(en)
13
7,5
Schriftelijke toets(en)
13
7,5
Schriftelijke toets(en)
13
7,5
Rollenspel, en schrijven & presenteren van een groepspaper
13
7,5
Schriftelijke toets(en)
13
7,5
Practica, schrijven en presenteren van een groepspaper in de vorm van
10
5
19
Tax Theory & Ethiek Juridische Vaardigheden & Methodologie Masterscriptie
een advies Practica en schrijven van een individuele paper Practica en zelfreflectieverslag over de eigen professionele vorming Slotexamen
Totaal
7
3
7
2
n.v.t.
15
102
70
Deze overgangsregeling wordt nader uitgewerkt in de onderwijsprogramma’s van bovengenoemde mastervakken.
Artikel 26 - Onvoorziene zaken 1. In alle gevallen met betrekking tot de opleiding, die niet zijn opgenomen in deze regeling, heeft het College van Bestuur, na overleg met de programmadirecteur, de Examencommissie, en de Opleidingscommissie , de bevoegdheid om een definitieve beslissing te nemen.
Artikel 27- Hardheidsclausule De Examencommissie is bevoegd doch niet verplicht om, in een situatie waarin zij van mening is dat onverkorte handhaving van een besluit of voorgenomen besluit op basis van deze regeling naar de student toe apert onredelijk zou uitwerken, een nader besluit te nemen waarin die handhaving niet geheel of zelfs niet wordt toegepast onder het daarbij stellen van zodanige voorwaarden dat zoveel mogelijk in de geest van het oorspronkelijke besluit of voorgenomen besluit – en met een gezond oog voor ongewenste precedentwerking - nader wordt besloten.
Artikel 28 - Looptijd Deze regeling treedt in werking op 1 september 2015 en eindigt op 31 augustus 2016. Behoudens tijdige opzegging of wijziging van deze regeling door het College van Bestuur zal deze regeling na het einde van de looptijd telkens met één studiejaar worden verlengd.
Artikel 29 - Wijzigingen 1. Wijzigingen van deze regeling worden vastgesteld door het College van Bestuur na overleg met de programmadirecteur, Opleidingscommissie en Examencommissie. 2. Wijzigingen die van toepassing zijn op het lopende collegejaar kunnen alleen dan plaatsvinden als redelijkerwijs mag worden aangenomen dat de wijzigingen in het voordeel van de studenten zijn of de belangen van de studenten daardoor niet worden geschaad.
Artikel 30 - Bekendmaking Deze regeling en wijzigingen daarin worden via My.Nyenrode bekend gemaakt zodra het College van Bestuur deze heeft goedgekeurd. 20
Artikel 31 - Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als: Onderwijs- en examenregeling Master Fiscaal Recht. De citeertitel kan worden afgekort tot OER MFR.
21