Ondersteuningsbeleidsplan Haemstede-Barger Mavo

Ondersteuningsbeleidsplan Haemstede-Barger Mavo

Oktober 2013

1

Inhoud Inleiding ......................................................................................................................................................... 3 Een korte beschrijving van Haemstede-Barger .......................................................................................... 3 1.

Visie van de school ............................................................................................................................ 3 Missie ................................................................................................................................................................ 3 Visie op begeleiding ........................................................................................................................................ 4

2. 3.

De schoolorganisatie ......................................................................................................................... 5 Aannamebeleid .................................................................................................................................... 5 Doelgroep bepaling ......................................................................................................................................... 5 Aanname procedure ........................................................................................................................................ 5 Leerling Gebonden Financiering. .................................................................................................................. 5 Dyslexie ............................................................................................................................................................. 6

4.

Inzet van leerling-ondersteuning op Haemstede-Barger ............................................................. 6 Ondersteuningsstructuur in schema ............................................................................................................. 6 Leerling besprekingen ..................................................................................................................................... 8 Rapporten ......................................................................................................................................................... 9 Orthopedagoog/Psycholoog ........................................................................................................................ 10 Trajectgroep ................................................................................................................................................... 10 Decaan ............................................................................................................................................................ 10

5. Taken en verantwoordelijkheden van de verschillende medewerkers met betrekking tot de leerlingenondersteuning. ......................................................................................................................... 11 Mentor : ........................................................................................................................................................... 11 Teamleider ........................................................................................................................................................ 12 Zorgcoördinator .............................................................................................................................................. 13 Trajectbegeleider ........................................................................................................................................... 13 Decaan ............................................................................................................................................................ 13 Directeur.......................................................................................................................................................... 14 6. 7. 8. 9.

Coach van Centrum Jeugd en Gezin. ............................................................................................ 14 Verzuim ............................................................................................................................................... 14 Veiligheid ............................................................................................................................................ 14 Vertrouwenspersoon ........................................................................................................................ 14

Bijlage A. Verzuimprotocol ........................................................................................................................ 15 Bijlage B. Aanmeldformulier voor intern zorgoverleg .............................................................................. 23 Bijlage C Aanpak ziekteverzuim ............................................................................................................... 24 Bijlage D Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling ............................................................... 24 Bijlage E Protocol Dyslexie ....................................................................................................................... 26

2

Inleiding Een korte beschrijving van Haemstede-Barger De Haemstede-Barger is een interconfessionele school voor Voortgezet onderwijs met uitsluitend categoriaal VMBO-T onderwijs. De school telt 430 leerlingen, verdeeld over 4 leerjaren. Interconfessioneel onderwijs houdt voor de Haemstede-Barger in, dat zowel aan de protestants-christelijke als aan de rooms-katholieke grondslag recht wordt gedaan. Die keuze betekent dat de school, in 1993 voortgekomen uit een fusie tussen de Haemstede mavo en de Gerrit Barger school, de meerwaarde erkent van de samensmelting van beider identiteit. Verder maakt Haemstede-Barger deel uit van het samenwerkingsverband ZuidKennemerland. De schoolleiding bestaat uit de directeur en twee teamleiders.

1. Visie van de school Visie van de Haemstede-Barger In het onderwijs op de Haemstede-Barger staat contact voorop. Persoonlijk en positief voor leerlingen, ouders en de maatschappelijke omgeving. Docenten zijn geschoold in het herkennen en aansluiten bij de leerstijl van de individuele leerling. Dat is prikkelend en inspirerend. We zijn een leef- en werkgemeenschap waar kennis en nieuwe inzichten worden gedeeld. Als je zo individueel werkt, is structuur belangrijk. We willen immers het hoogst haalbare uit alle leerlingen halen. We scheppen voorwaarden waaronder leerlingen zich kunnen ontplooien tot jongvolwassenen die op een volwaardige manier kunnen bijdragen aan hun leefomgeving. Medewerkers en leerlingen vinden verscheidenheid en acceptatie belangrijk. Daarmee geven we inhoud aan het begrip interconfessioneel. Zelfverantwoordelijkheid en reflecteren op je eigen handelen zijn van groot belang. We zijn ambitieus in onze doelen en transparant in onze verantwoording. De Haemstede-Barger is een veilige, overzichtelijke school, waar leerlingen en ouders zich gekend en erkend voelen. Dit geldt ook voor leerlingen met een theoretisch/havo-advies die de voorkeur geeft aan maatwerk en optimale ontplooiing. De Haemstede-Barger staat voorklasse: kleinschalig, leerlinggericht, ambitieus, samenwerkend, stimulerend en energie.

Missie Ons doel is om het hoogst haalbare uit jongeren te halen zowel op het cognitieve als op het gebied van sociale vaardigheden. Reflectie op het eigen handelen en zelfverantwoordelijkheid vinden wij belangrijk voor leerlingen en medewerkers. Wij bereiden jongeren voor op het vervolgonderwijs en het functioneren als maatschappelijk verantwoorde burger. We staan midden in de maatschappij. Daarom werken we doelgericht samen met onderwijsen maatschappelijke instellingen en het bedrijfsleven. We onderhouden contact met alle instanties waarmee onze leerlingen voor, tijdens en na hun studie te maken hebben.

3

Visie op begeleiding De zorg voor de leerlingen is ingebed in het onderwijs. De mentor speelt een cruciale rol bij de begeleiding van de leerlingen. Zodra er extra aandacht voor een leerling nodig is wordt door de mentor in samenspraak met ouders en leerling een handelingsplan opgesteld. De mentor schrijft het handelingsplan onder leiding van de zorgcoördinator. Er wordt gekeken naar de sterke punten van de leerling. Vanuit een positieve benadering wordt met de leerling gewerkt aan de ontwikkelpunten. De leerling moet in staat zijn om de reguliere lessen te volgen. De mentor is voor leerlingen en ouders het eerste aanspreekpunt. Bij mentoroverstijgende zorg wordt de leerling door de mentor ingebracht in het interne zorgoverleg. Daar wordt bekeken met welke interne middelen de school in staat is de leerling te begeleiden. Dit resulteert in een plan van aanpak, dat gecommuniceerd wordt met de ouders. Verslaglegging gebeurt in het leerlingvolgsysteem Magister. Werkt de thuissituatie leerbelemmerend voor de voortgang van de leerling, of is de sociaal emotionele problematiek schooloverstijgend dan wordt er een multidisciplinair overleg georganiseerd (MDO) waar ouders en leerling bij aanwezig zijn. De leerling kan verwezen worden naar 3elijnszorg. Ouders worden altijd meegenomen in het proces om ervoor te zorgen dat school en ouders dezelfde lijn volgen in de begeleiding van de leerling. Ondersteuning door de mentor  Mentoren zijn toegerust om zorg te verlenen omdat ze een mentortraining gevolgd hebben. De mentoren zijn zich bewust van de grenzen van de zorg die zij kunnen verlenen en de zorgcoördinator ondersteunt de mentoren hierbij. De leerling wordt dusdanig begeleid dat de zorg ondersteunend is aan het onderwijsleerproces. Wij stellen de volgende grenzen aan zorg;  De leerling moet op grond van zijn cognitieve vaardigheden in staat zijn om een VMBO-T diploma te halen.  Na een grondige analyse op basis van gegevens basisschool, eventuele dossiers en warme overdracht, volgt een intakegesprek. Op basis van deze gegevens moeten wij een reële inschatting kunnen maken van de slaagkans van de leerling.  Leerlingen met een lichamelijke beperking moeten zich zelfstandig door de school kunnen bewegen. De school beschikt niet over een traplift.  Leerlingen met een visuele beperking moeten in staat zijn geschreven leerstof tot zich te nemen.  Leerlingen met een auditieve beperking moeten in staat zijn om de uitleg van de docent te volgen.  Leerlingen met dyslexie moeten een dyslexieverklaring kunnen overleggen. Blijkt in de loop van het schooljaar dat een leerling mogelijk dyslectisch is, wordt ouders aangeraden daar onderzoek naar te laten doen.  Leerlingen met dyscalculie moeten een dyscalculieverklaring kunnen overleggen. Blijkt in de loop van het schooljaar dat een leerling mogelijk dyscalculisch is, wordt ouders aangeraden daar onderzoek naar te laten doen. Zie blz. 5 van deze notitie.  Voor leerlingen met een REC verklaring is een trajectbegeleider aanwezig. Tot 1 augustus 2014 is er ambulante begeleiding voor de leerlingen met een REC 2 of REC 3 beschikking. Voor REC 2 is er ook na 1 augustus 2014 ambulante begeleiding.

4

2. De schoolorganisatie De schoolleiding wordt sinds augustus 2012 gevormd door de directeur en twee teamleiders. Elke teamleider staat aan het hoofd van een team; onderbouw en bovenbouw. 3 x per maand zijn er teamvergaderingen. Elke klas heeft een mentor. Leerling-besprekingen vinden vier keer per jaar plaats. Een schooljaar is verdeeld in vier periodes van negen weken, behalve voor klas 4. Aan het eind van elke periode worden alle klassen doorgesproken tijdens de leerling-besprekingen. Hierna krijgen leerlingen hun rapport en ouders kunnen zich aanmelden of ze worden uitgenodigd voor de zogenaamde tien minuten ouderavonden. De leerlingbespreking wordt georganiseerd en voorgezeten door de teamleider. De zorgcoördinator en de trajectbegeleider schuiven hier bij aan voor informatie en ondersteuning. Regelmatig is er schoolbreed overleg en verspreid over het schooljaar vindt er een aantal studiedagen plaats.

3. Aannamebeleid Doelgroep bepaling De volgende criteria worden gehanteerd voor de plaatsing op HaemstedeBarger: 1. MBO-T advies van de basisschool en niveau op grond van de Cito-toets of NIO-test. 2. Onderwijs- en ondersteuningsbehoeften. 3. Mogelijke leerachterstanden of sociale problematiek zijn dusdanig dat de HaemstedeBarger hier een antwoord op heeft. 4. In staat zijn om te leren zelfstandig te werken.

Aanname procedure Haemstede-Barger houdt zich aan de afspraken die gemaakt zijn binnen het Samenwerkingsverband. Veel scholen nemen standaard een NIO en de Cito af. Als er geen NIO gedaan is en de Citoscore komt niet overeen met het advies van de basisschool, wordt door de orthopedagoog een NIO test afgenomen. De uitslag hiervan is bepalend voor de aanname. Bij aanname worden de ouders schriftelijk geïnformeerd. Als een leerling is aangenomen noteert de leerling-administratie alle persoonsgegevens en de CITO – en NIO scores in Magister. Alle niet-digitale informatie gaat in de papieren leerlingdossiers. De leerling-dossiers liggen op de administratie en zijn alleen toegankelijk voor de mentoren, schoolleiding en de zorgmedewerkers. Tijdens de warme overdracht in april en mei vindt de mondelinge overdracht van de basisscholen plaats.

Leerling Gebonden Financiering

.

Leerling met leerlinggebonden financiering krijgen altijd een intakegesprek. Daarin wordt het verloop van de basisschool besproken en de eventuele bijzonderheden met betrekking tot leren, de thuissituatie of op sociaal-emotioneel gebied. De zorgcoördinator en de teamleider onderbouw analyseren de geleverde onderwijskundige informatie van de basisscholen.  Een gesprek met de ouders en de zorgcoördinator en het vaststellen van de beschikking van het CVI.  De zorgcoördinator onderzoekt aan de hand van onderwijskundige vragen of de school in staat is de onderwijskundige antwoorden te kunnen bieden. Centraal staat het belang van het kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van de leerling te ondersteunen.  De school kan bij beantwoording ondersteuning vragen bij het REC (Regionaal Expertise Centrum) en ook bij de ambulant begeleider die de leerling op dat moment begeleidt.

5

Dyslexie Leerlingen bij wie dyslexie is vastgesteld door een psycholoog of orthopedagoog met testbevoegdheid en BIG geregistreerd zullen gedurende hun schoolloopbaan worden begeleid door de interne deskundige op het gebied van dyslexie. Wanneer het vermoeden bestaat dat een leerling dyslectisch is, zal een dyslexieonderzoek bij een extern bureau geadviseerd worden. De kosten hiervoor zijn voor de ouders. Als op grond van dit onderzoek een dyslexieverklaring is afgegeven, is er voor de leerling facilitering. Voor alle erkende dyslectische leerlingen geldt het Protocol Dyslexie (zie bijlage). De begeleiding heeft plaats in kleine groepen, verder wordt de begeleiding zo veel mogelijk binnen de lessituatie verzorgd door de vakdocent. De vakdocent kan ondersteuning van een interne deskundige vragen. De begeleiding van dyslectische leerlingen vindt voornamelijk plaats in de onderbouw. Hiervoor is gekozen om de overgang van primair en voortgezet onderwijs en het leren te vergemakkelijken en de zelfredzaamheid te vergroten. Ook in de hogere leerjaren is er ruimte voor incidentele begeleiding op verzoek van de leerling en/of ouder(s)/verzorger(s).

4. Inzet van leerling-ondersteuning op Haemstede-Barger Ondersteuningsstructuur in schema De route en formulering van de leerling-ondersteuning en de toeleiding van het gehele ondersteuningsaanbod wordt beschreven in het schema hieronder. In dit schema wordt de kern van de „integrale‟ ondersteuning zichtbaar.

6

Ondersteuningsroute

Contact ouders

Dossier route

Overdrachtsgegevens

Stap 0: (warme) overdracht 2.

instrumenten:

Handelingsplan starten of voortzetten Start leerlingdossier

Stap 1 (observeren en signaleren) Docent observeert en signaleert in de klas, de ouders signaleren thuis of er komen signalen uit de omgeving van het 3. opstellen kind.handelingsplan Overleg met mentor. 4. uitvoeren en evalueren

Sterke basis

Stap 2 (collegiale consultatie) Mentor deelt zorg met teamleider of zorgcoördinator. Indien nodig collegiale consultatie interne deskundigen of een van de ketenpartners. 5. 6.

Stap 3 (bespreking intern zorgoverleg) Bespreking met disciplines binnen de school. Vaststellen ondersteuningsbehoeften kind, school, ouders (mogelijk trajectgroep)

Steun waar nodig

7. 8. Stap 4 Multidisciplinair Overleg Multidisciplinaire bespreking met kernpartners, ouders en leerling. ondersteuningsbehoeften kind, school en ouders opnieuw vaststellen. Past dit nog binnen het ondersteuningsprofiel van de school (eventueel met inzet kernpartners) Casemanager aanstellen (onderwijs, zorg) deze is verantwoordelijk voor opstellen en uitvoeren plan

9. 10. Stap 5 (bespreking in Schakelloket) Inbrengen door zorgcoördinator. Afwegen waar de ondersteuning gegeven kan/moet worden. Vaststellen onderwijs-en/of zorgarrangement buiten de school.

Speciaal als het moet

11. 12.

Met ouders kijken naar kansen en oplossingen, ondersteuningsadviezen voor thuis, omgeving en op school Informeren Uitwisselen Aanmelding intern ondersteuningsteam bespreken handelingsplan bijstellen Instemming vragen en evalueren aanvullen, uitvoeren

Informeren, uitwisselen Visie ouders Visie leerling handelingsplan bijstellen aanvullen, uitvoeren en evalueren

Informeren, uitwisselen Toestemming vragen organiseren MDO Afspraken en acties met tijdpad bespreken. handelingsplan bijstellen aanvullen, uitvoeren en evalueren

Ouders informeren over uitkomst SL Bespreking te nemen stappen. Ondersteuning bijstellen ouders handelingsplan daarbij uitvoeren en evalueren aanvullen, Evaluatie; Hoe gaat het nu met kind/ouders

Signaleren Overdracht gegevens Toetsen/ cijfers Verzuim registratie Incidenten Informatie ouders/omgeving Intern: Leerlingbespreking Rapportenvergadering Intern ondersteuningsteam CJG coach, trajectbegeleider

leerlingdossier verder aanvullen. Gebruik makend van CAP-J, observaties, did. toetsen, cijfers, LVS Magister, incidentenregistratie, verzuimregistratie, gegevens vorige school(en), oudergesprekken (ouder)vragenlijsten, medische gegevens, psych. oz, info ouders, info betrokken instanties

Leerlingdossier verder aanvullen Formuleren onderwijs en ondersteuningsbehoeften. Komen tot een voorstel tot onderwijsen/of zorgarrangement.

Stap 6 (nazorg en evaluatie) Evaluatie van geboden arrangementen, nazorg kind/ouders. Signalering knelpunten t.b.v. beleidsadviezen school of SWV.

7

STAP 1. Een aanmelding voor ondersteuning start altijd bij de signalering door de docent in de klas (De docent moet in staat zijn om signalen bij leerlingen, die wijzen op leer-, gedrag, opvoeden opgroeiproblemen tijdig te signaleren en op te pakken. De docent zal proberen het eigen handelen beter af te stemmen op de behoeften van de leerling en afwegen of (STAP 2) het consulteren of inschakelen van anderen nodig is. Dat zal meestal eerst een collega (de mentor) of de zorgcoördinator zijn maar kan ook de trajectbegeleider zijn of functionarissen bij een leerlingenbespreking. Als er zorgen blijven bestaan over de leerling wordt dit met de ouders en de leerling besproken en wordt een handelingsplan opgesteld, uitgevoerd en geëvalueerd. STAP 3. wordt de leerling in het interne zorgoverleg (IZO) van de school besproken. Het intern zorgoverleg bespreekt de problemen met de disciplines binnen de school en gezamenlijk wordt vastgesteld wat de ondersteuningsbehoefte van de leerling, de school, de ouders en de omgeving is en welk schoolintern aanbod mogelijk is. Bijvoorbeeld deelname aan de trajectgroep. Afhankelijk van deze weging wordt het handelingsplan bijgesteld, aangevuld, uitgevoerd en geëvalueerd. Wanneer de ondersteuning van de leerling de school overstijgt wordt een MDO georganiseerd. STAP 4 betreft de MDO bespreking: multidisciplinair overleg met ouders, leerling en ketenpartners. Op grond van de eerdere evaluaties stelt het MDO de ondersteuningsbehoeften van de leerling, de ouders en de school vast en wordt gekeken wat er nodig is aan ondersteuning binnen en/of buiten de school. Het handelingsplan wordt bijgesteld, aangevuld, uitgevoerd en geëvalueerd. STAP 5 bespreking met het schakelloket vindt plaats als de onderwijsondersteuningsvraag de mogelijkheid van de school overstijgt en wordt er afgewogen welke ondersteuning waar gegeven moet worden. In samenspraak met ouders en leerling wordt een ondersteuningsarrangement vastgesteld. Handelingsplan wordt bijgesteld, aangevuld, uitgevoerd en geëvalueerd. STAP 6: evaluatie van de geboden arrangementen en nazorg voor leerling en ouders maken steeds deel uit van de cyclus t.b.v. beleidsadviezen school of SWV VO Hieronder volgt nadere uitleg. Stap 1 en 2: sterke basis Het primaire proces in de klas, in het team. Begeleiding vindt plaats in de klas. De teamleider is eindverantwoordelijk. De mentor heeft kennis van de informatie over de leerling van de basisschool/ vorige klas / vorige VO school. Deze informatie staat in Magister en wordt aangevuld met informatie uit het papieren dossier. De mentor informeert het docententeam, tijdens een van de eerste leerlingbesprekingen in het nieuwe schooljaar, over bijzonderheden van leerlingen, eventueel in overleg met de zorgcoördinator. In het team worden afspraken gemaakt over de aanpak en begeleiding van de leerling in alle lessen. Deze afspraken worden vastgelegd in Magister. Naast een begeleidende taak hebben docenten een belangrijke signalerende taak. Wat wordt er bijvoorbeeld gesignaleerd en vastgelegd in Magister:  Huiswerkattitude  Werkhouding in de klas  Opvallend gedrag  Verzuim, te laat

Leerling besprekingen Tijdens leerling besprekingen bespreken docenten, mentoren bijzonderheden en problemen met elkaar en met de teamleider en worden er afspraken gemaakt. Leerling besprekingen zijn een structureel onderdeel van de ondersteuningsroute die minimaal vier keer per jaar worden gehouden. Deze vergaderingen zijn in de jaarplanner vastgelegd. Als de aanpak in de les onvoldoende effect heeft en eventuele problemen houden aan, bespreekt de docent dit met de mentor, de mentor brengt de leerling in bij een leerlingbespreking.  Uitgangspunten bij leerling besprekingen zijn:

8

 

Wat gaat goed en wat is de ondersteuningsbehoefte? Wat is er bekend over de leerling: o Uit het dossier o Uit de overdracht van de vorige school o Informatie van leerling zelf en van de ouders  Welke afspraken worden er gemaakt De mentor noteert deze afspraken in magister. Bij volgende leerlingbesprekingen worden de afspraken geëvalueerd en eventueel vervolgstappen afgesproken, eventueel in overleg met de zorgcoördinator De zorgcoördinator en andere zorgfunctionarissen binnen de school kunnen waar nodig altijd om advies of ondersteuning gevraagd worden. De mentor bespreekt de gesignaleerde en besproken problemen met de betreffende leerling en met de ouders. Acties worden uitgevoerd en geëvalueerd tijdens volgende leerlingbesprekingen. Als de zorgen niet afnemen of toenemen, meldt de mentor de leerling aan bij de teamleider voor het intern zorgoverleg met een vraag voor extra ondersteuning. De mentor heeft deze aanvraag zowel met de leerling als met de ouders besproken en de ouders hebben toestemming gegeven. De mentor formuleert samen met de leerling en de ouders welk probleem er speelt, welke stappen er al zijn ondernomen en om welke hulp gevraagd wordt (zie aanmeldformulier in bijlage).

Rapporten Vier keer per jaar krijgen de leerlingen een rapport. In leerjaar 4 krijgen de leerlingen 3x per jaar een examen dossier. Docenten beoordelen tevens de kwaliteit van het werk en de werkhouding van de leerling. De kwaliteit geeft het niveau van de leerling aan, maar ook of een leerling zelfstandig kan werken, probleemoplossend is en hoe het begrip is van de lesstof. De werkhouding geeft de concentratie, het gedrag, inzet, tempo, huiswerkattitude en samenwerking tijdens de les aan. Alle cijfers en beoordelingen worden genoteerd in magister, deze kunnen ook door leerlingen en ouders ingezien worden.

Stap 3 en 4: Steun waar nodig Schoolinterne ondersteuning Zorgcoördinator De zorgcoördinator biedt ondersteuning waar nodig bij de leerlingbegeleiding in het primaire proces. Ook heeft de zorgcoördinator waar nodig gesprekken met leerlingen en ouders, al dan niet met de mentor erbij. De gesprekken vinden plaats op verzoek van de mentor of van de teamleider. Het doel van deze gesprekken is te analyseren wat de achterliggende problematiek van een bepaald probleem om zodoende te komen tot een gericht begeleidingsadvies. Ook doet de zorgcoördinator in het kader van dit advies een uitgebreid dossieronderzoek.

9

Orthopedagoog/Psycholoog Er zijn geen functionarissen aan de school verbonden maar worden door de school ingezet waar nodig is.

Trajectgroep Er is op school een trajectbegeleider aangesteld voor 0,5 FTE. Alle leerlingen met een LGF worden door de trajectbegeleider begeleid en voor de REC2 en REC3 leerlingen komt een ambulant begeleider. Er is een speciale ruimte ingericht waar de leerlingen naast het hebben van een gesprek ook toetsen kunnen maken of een time-out kunnen nemen als de lessituatie voor hen te druk is. Zij kunnen dan in de trajectruimte aan hun schoolwerk doorwerken. Deze momenten zijn over het algemeen van te voren in vastgelegd omdat bekend is wanneer er vrije lessituaties zijn waar sommige leerlingen niet goed mee om kunnen gaan.

Decaan De decaan biedt informatie, advies en ondersteuning aan leerlingen en ouders op het gebied van loopbaanoriëntatie en loopbaanbegeleiding (LOB) en adviseert leerlingen en ouders met betrekking tot de studie, samenstellen vakkenpakket en vervolgonderwijs. Binnen de school vinden deze vormen van begeleiding plaats op verschillende momenten en in verschillende situaties, zoals: tijdens het mentoruur, de vaklessen, projectweken, voorlichtingsavonden en voorlichting vanuit MBO. Buitenschools vinden de volgende activiteiten plaats: beroepsoriënterende stage, maatschappelijke stage en voorlichtingsavonden mbo. De decaan ondersteunt ook de mentoren op het terrein van LOB en onderhoudt contacten met het MBO en HAVO.

Stap 5 en 6: speciaal als het moet Externe en bovenschoolse ondersteuning De mentor heeft in overleg met de ouders een leerling schriftelijk aangemeld bij de teamleider als de ondersteuningsbehoefte de eerste 4 stappen overstijgt. De teamleider brengt de leerling in bij een intern zorgoverleg met de zorgcoördinator. Het aanmeldingsformulier wordt opgenomen in het dossier van de leerling. Ouders worden door de zorgcoördinator schriftelijk op de hoogte gesteld van de extra begeleiding. Een kopie van deze brief gaat naar het leerlingendossier.

Het MDO (Multidisciplinair Overleg) Er wordt een MDO georganiseerd als de tot nu toe geboden zorg niet toereikend is en er meer afstemming moet komen met alle belangrijke betrokkenen rond de leerling. Het MDO wordt georganiseerd en begeleid door de zorgcoördinator. Het overleg heeft als doel om de hulpvraag en het ondersteuningsaanbod rond de ontwikkeling van de leerling zo integraal mogelijk te benaderen en samenwerking te bevorderen. Ook richt het overleg zich op de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht en ouders. Ook de leerling wordt zoveel mogelijk betrokken bij dit overleg. Afspraken en acties vanuit het MDO worden genoteerd en verbonden aan een tijdpad.

10

5. Taken en verantwoordelijkheden van de verschillende medewerkers met betrekking tot de leerlingenondersteuning. Taken en verantwoordelijkheden van de vakdocent met betrekking tot de leerlingenondersteuning: De vakdocent heeft een stimulerende, observerende en signalerende taak.        

Begeleidt en ondersteunt de leerling met plannen en organiseren van het schoolwerk. Stimuleert zelfwerkzaamheid bij de leerling (leert leren). Spreekt leerlingen aan en stuurt aan waar nodig. Houdt de vorderingen van leerlingen bij. Neemt deel aan leerlingbesprekingen en rapportbesprekingen Houdt zich aan de afspraken die tijdens leerlingbesprekingen gemaakt zijn. Informeert de mentor tijdig als er bijzonderheden zijn. Neemt deel aan ouderavonden (10 min. Gesprekken)

Taken en verantwoordelijkheden van de mentor met betrekking tot de leerlingenondersteuning: De mentor is de spil in de leerlingenondersteuning. De mentor is de eerste aanspreekpersoon voor de leerling en de ouders. De mentor onderhoudt contacten met de leerling, ouders, vakdocenten, teamleider en waar nodig de zorgcoördinator. Taken en werkzaamheden: 

   



   

Neemt kennis van de informatie over leerlingen uit de overdracht gegevens van de basisschool of schoolwisselaars van de toelevende school. Deze informatie staat in het digitale leerlingvolgsysteem Magister of in het papieren dossier van de leerling dat op de administratie ligt. Begeleidt en ondersteunt de leerling met plannen en organiseren van het schoolwerk. Stimuleert zelfwerkzaamheid bij de leerling (leert leren). Spreekt leerlingen aan en stuurt aan waar nodig. Observeert, volgt en beoordeelt de schoolprestaties, het verzuim en sociaal-emotioneel welbevinden van de leerling. Specifiek gericht op: o Prestaties o Vorderingen o Werkhouding o Gedrag Houdt persoonlijke notities van de leerlingen bij, registreert bijzonderheden in Magister, met name: o Relevante bijzonderheden o Verslagen van leerling-besprekingen en rapportbesprekingen o Te nemen en ondernomen acties o Gesprekken en afspraken met ouders o Evaluatie van de ondernomen acties Brengt leerlingen in bij een leerling-bespreking, inventariseert de observaties en ervaringen van anderen en maakt met het team en de teamleider een actieplan. En legt de afspraken vast in magister. De mentor stelt het handelingsplan in overleg met leerling en ouders op. Voert afgesproken acties uit en evalueert deze met het team en de teamleider. Informeert tijdig de ouders over gesignaleerde problemen en zorgen over een leerling en doet hiervan verslag in magister.

11

    

Bewaakt de ontwikkeling van het groepsproces en stuurt aan waar nodig. Controleert de verzuimstaten van de leerlingen en onderneemt actie. Vraagt hulp en advies aan de interne zorgfunctionarissen. Meldt na overleg met de leerling, de ouders en de teamleider de leerling schriftelijk aan met een hulpvraag voor extra ondersteuning bij het interne zorgoverleg via de teamleider. Onderhoudt contacten met en geeft relevante informatie door aan eventuele interne of externe begeleiders zoals: o Dyslexiecoördinator o Decaan o Trajectgroepbegeleider o Zorgcoördinator

Taken en verantwoordelijkheden van de teamleider met betrekking tot de leerlingenzorg              

Is verantwoordelijk voor de stappen 1 t/m 4 m.b.t. de leerling-ondersteuning. Stuurt docenten en mentoren aan en begeleidt deze waar nodig. Is voorzitter van leerling-besprekingen en rapportvergaderingen van de klassen in het team. Zorgt ervoor dat observaties en afspraken door mentoren en docenten vastgelegd worden in het digitale leerlingvolgsysteem Magister. Verantwoordelijk voor het uitvoeren en doen uitvoeren van de afspraken die tijdens de leerling-besprekingen gemaakt zijn. Evalueert met het team de ingezette acties. Meldt of zorgt ervoor dat tijdig aan ouders gemeld wordt dat er problemen gesignaleerd zijn. Nodigt ouders uit voor gesprek als er regelmatig gedragsproblemen zijn. Zorgt ervoor dat kopieën van brieven aan ouders en schriftelijke afspraken met ouders in het leerlingendossier komen. Meldt tijdig schriftelijk aan ouders als ander onderwijs wenselijk, zonodig noodzakelijk is. Houdt notities over leerlingen bij in Magister. Spreekt leerlingen aan op ongeoorloofd verzuim en legt waar nodig sancties op. Schakelt tijdig de zorgcoördinator in waar nodig. Neemt deel aan het MDO van de leerling van zijn afdeling. Heeft waar nodig overleg met de externe zorgmedewerkers.

12

De taken en verantwoordelijkheden van de zorgcoördinator          

Vertegenwoordigt Haemstede-Barger in de zorgcoördinatoren-vergaderingen van het Samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland. Mede auteur van het jaarlijks bij te stellen zorgplan. Vraagt financiering voor de LGF leerlingen aan. Vraagt (her)indicatie LGF aan. Is op de hoogte van alle zorgleerlingen, coördineert en bewaakt de zorg. Biedt informatie en ondersteuning aan de mentoren. Organiseert intern zorgoverleg met teamleiders. Is contactpersoon voor externe hulpverlening. Het organiseren en voorzitten van een MDO. Overleg met de Trajectbegeleider. Heeft voorgesprekken met ouders en leerlingen die zich met speciale zorgbehoefte aanmelden bij Haemstede-Barger.

De taken en verantwoordelijkheden van de trajectbegeleider        



Het begeleiden van de LGF- leerlingen bij schoolse taken, sociaal emotionele ontwikkeling en sociale competentie. Deelname aan leerlingbesprekingen op Haemstede-Barger. Deelname aan de overleggen van trajectbegeleiders georganiseerd vanuit Samenwerkingsverband. Biedt de mentor ondersteuning bij opstellen en evalueren van het handelingsplan. Draagt i.s.m. mentor zorg voor uitvoering van handelingsplannen. Informeert en doet aanbevelingen voor mentoren en docententeam. Voert begeleidingsgesprekken met mentoren en trajectleerlingen en ouders. Observaties van LFG-leerlingen tijdens lessen en bespreking daarvan met betrokkenen. Verslaglegging in Magister.

De taken en verantwoordelijkheden van de decaan met betrekking tot de leerlingenzorg             



Begeleidt de leerling bij het oplossen van specifieke problemen die te maken hebben met de studie en het samenstellen van het vakkenpakket of de loopbaankeuzes. Verleent hulp aan de leerlingen die bij de heroriëntatie op andere opleidingsmogelijkheden door de mentor naar hem zijn doorverwezen. Houdt zich in het algemeen op de hoogte van de studievoortgang van schoolverlaters. Heeft het overzicht over de oorzaken van uitval en zoekt naar oplossingen met het doel de uitval te voorkomen. Adviseert leerlingen bij de overstap naar ander (vervolg)onderwijs, c.q. de arbeidsmarkt en bemiddelt bij problemen. Draagt er zorg voor dat de mentor kan beschikken over algemene klassikale voorlichting over LOB activiteiten. Verschaft aan leerlingen, zowel individueel als in groepjes, specifieke informatie over onderwerpen van rond het thema LOB. Coördineert de activiteiten rond de meeloopdagen, voorlichtingsavonden enz. Zorgt voor voldoende informatiemateriaal over opleidingen en beroepen. Informeert ouders tijdens ouderavonden en/of via eigen publicaties van de school. Informeert leerlingen over specifieke vervolgopleidingen en beroepen. Onderhoudt contact met schoolleiding, mentoren en vakdocenten. Neemt deel aan overleg met collega-decanen bij v.o. instellingen en vervolgopleidingen, mede in het kader van de aansluitingsproblematiek. Onderhoudt externe contacten met bedrijfsleven, buitenschoolse instanties en personen over uiteenlopende zaken betreffende LOB.

13

De taken en verantwoordelijkheden van de Rector met betrekking tot de leerlingenzorg   



Eindverantwoordelijk voor de beschrijving en implementatie van het ondersteuningsbeleidsplan. In stand houden, evalueren en aanpassen van de ondersteuningsstructuur. Evalueren van het functioneren van het MDO. Ondersteunen van de zorgfunctionarissen van de school.

6. Coach van Centrum Jeugd en Gezin. Het Centrum voor Jeugd en Gezin Heemstede werkt nauw samen met het voortgezet onderwijs. Elke school heeft een eigen CJG coach. Ouders, leerkrachten en zorgcoördinatoren kunnen bij deze CJG coach terecht voor vragen over opvoeden en de ontwikkeling van kinderen. De CJG coach heeft een korte lijn met allerlei organisaties en zoekt met ouders en school naar een passend antwoord op de vraag. Daarnaast organiseert het CJG Heemstede themabijeenkomsten en workshops over uiteenlopende onderwerpen bijv. Over kinderen en sociale media. Voor meer informatie over de activiteiten van het CJG Heemstede bezoek onze website www.cjgheemstede.nl. 7.

Verzuim

Het Verzuim op Haemstede-Barger wordt bijgehouden en gevolgd door de verzuimcoördinator. In een apart document, het Verzuimprotocol, wordt hier uitgebreid uitleg overgegeven (zie bijlage).

8. Veiligheid De conciërge is veiligheidscoördinator, hoofd BHV-er en leerlingmediator. De veiligheidsplannen worden dit jaar verder uitgewerkt.

9. Vertrouwenspersoon Er zijn twee vertrouwenspersonen aangesteld (een man en een vrouw) voor de leerlingen.

10. Ontwikkelpunten voor het schooljaar 2013-2014 

      

Verbeteren van leerlingbesprekingen: o Inhoudelijk (meer handelingsgericht) o Organisatorisch (aanmeldformulier) o Registratie (magister) Afspraken maken over verantwoordelijkheden met name wat betreft de oudergesprekken. Ouderbetrokkenheid vergroten. Beter organiseren en invullen van mentorlessen Informeren van team over mogelijkheden van in - en externe ondersteuning. Implementeren, evalueren en aanpassen van het ondersteuningsbeleidsplan, Voorbereiden op passend onderwijs in samenwerking met het samenwerkingsverband. Taken en rollen in dyslexie en dyscalculie-beleid uitwerken

14

Bijlagen A. Verzuimprotocol

Verzuim en uitstuurprotocol

20122013

11. Bij afwezigheid van B. Emmens nemen de volgende collega’s de werkzaamheden over:  Maandag: Mevr. Gosewehr mediatheek  Dinsdag: Mevr. Gosewehr mediatheek  Woensdag: Mevr. Gosewehr mediatheek  Donderdag: Mevr. Zwart mediatheek  Vrijdag: administratie & conciërges mediatheek

15

Voorwoord De Nederlandse overheid heeft in de Leerplichtwet vastgelegd dat ieder kind naar school moet. Ouders moeten zorgen dat hun kind naar school gaat en de gemeente heeft de wettelijke taak om in de gaten te houden of kinderen ook echt naar school komen. De gemeente Haarlem wil het schoolverzuim terugdringen. Hiervoor zijn speciale leerplichtambtenaren aangewezen. Zij proberen te voorkomen dat jongeren door (dreigend) schoolverzuim en voortijdige schooluitval in hun vorming en ontwikkeling worden belemmerd. Inzet vanuit leerplicht is pas effectief als er op school een goed verzuimbeleid is, gericht op zowel preventie als controle. Om scholen te helpen bij het vormgeven van het verzuimbeleid heeft Leerplicht van de gemeente Haarlem, in samenwerking met verschillende scholen, verzuimprotocollen ontwikkeld. Het verzuimprotocol dat u nu leest, is het verzuimprotocol voor het voortgezet onderwijs. Dit verzuimprotocol dient als richtlijn voor de ontwikkeling van een verzuimaanpak die past bij uw type school en schoollocatie. Daarnaast vermeldt het verzuimprotocol ook de wettelijke kaders en verplichtingen rondom verzuim. Naast dit protocol bestaan ook protocollen voor het primair en het middelbaar beroepsonderwijs.

De leerplichtwet Kinderen en jongeren hebben recht op passend onderwijs, maar ook de plicht er gebruik van te maken.

Volledige leerplicht Leerlingen zijn volledig leerplichtig vanaf de eerste schooldag van de maand na hun 5e verjaardag. De leerplicht duurt tot het eind van het schooljaar waarin de leerling 16 jaar wordt of tot het einde van het 12e volledig gevolgde schooljaar.

Kwalificatieplicht De kwalificatieplicht volgt op de leerplicht en geldt voor jongeren tot 18 jaar die nog geen startkwalificatie hebben behaald: een mbo-niveau 2-, havo- of vwo-diploma. Zij zijn tot hun 18e verjaardag kwalificatieplichtig. Dat betekent dat deze jongeren een onderwijsprogramma moeten volgen dat is gericht op het behalen van een startkwalificatie.

Verzuim Schoolverzuim is een belangrijke indicator voor voortijdig schoolverlaten in een later stadium. Hoewel verzuim meestal een symptoom is van achterliggende problemen, kan verzuim op termijn de oorzaak worden van voortijdig schoolverlaten. Het is daarom belangrijk zo snel mogelijk te reageren op verzuimgedrag van de leerlingen. Een goed systeem om de absenten te registreren en directe vervolgacties zijn hiervoor noodzakelijk. Er wordt onderscheid gemaakt in absoluut en relatief verzuim. Bij absoluut verzuim staat de leerplichtige niet ingeschreven bij een onderwijsinstelling. Bij relatief verzuim staat de leerplichtige wel ingeschreven op een school, maar is hij of zij regelmatig afwezig.

Bij relatief verzuim kan het gaan om geoorloofd en ongeoorloofd verzuim. Onder ongeoorloofd verzuim verstaan we alle fysieke afwezigheid van leerlingen waarbij geen overleg is geweest over de absentie of wanneer geen toestemming is verleend voor het verzuim. We spreken ook van ongeoorloofd verzuim als leerlingen te laat op school komen, voortijdig naar huis gaan, dagdelen of dagen niet op school komen zonder dat de ouders/verzorgers de school informeren over de reden van het verzuim.

16

Geoorloofd verzuim is onder meer: a. Ziekte van de leerling; b. Godsdienstige verplichtingen; c. Verlof wordt vooraf schriftelijk aangevraagd en toegestaan of achteraf gelegitimeerd voor gewichtige omstandigheden, zoals verhuizing, huwelijks- of ambtsjubilea, ernstige ziekte van een gezinsof familielid of verlof vanwege de aard van het beroep van de ouders.

Leerplichtambtenaar De gemeente Haarlem heeft de wettelijke taak de naleving van de leerplichtwet te controleren. Wanneer een leerling vaak ongeoorloofd, dus zonder geldige reden, niet aanwezig is op school, moet de school de leerplichtambtenaar inschakelen. Ongeoorloofd verzuim kan ertoe leiden dat de leerplichtambtenaar een proces-verbaal opmaakt. De leerplichtambtenaar stuurt het proces-verbaal naar de officier van justitie. De rechter kan aan de ouders en/of verzorgers een straf opleggen. Jongeren van 12 jaar en ouder kunnen bij ongeoorloofd verzuim ook zelf een proces verbaal of een Haltstraf krijgen.

Verzuimbeleid De school moet zich houden aan de Leerplichtwet, vooral om ervoor te zorgen dat de leerlingen hun school zonder onderbrekingen doorlopen en hun diploma halen. Daarmee heeft de leerling later de beste start op de arbeidsmarkt. Door een degelijk verzuimbeleid en door toezicht te houden op verzuim, kan de school onnodige afwezigheid van de leerlingen tegengaan. Door grote afwezigheid van leerlingen ontstaan er achterstanden, de leerling mist de aansluiting met de lesstof en verliest het contact met de klasgenoten.

Verzuimprotocol Het verzuimprotocol is een draaiboek behorend bij het verzuimbeleid. Het protocol structureert de dagelijkse gang van zaken door de te nemen acties te beschrijven en de taakverdeling aan te geven. In het protocol wordt ook aangegeven welke terugkerende handelingen op langere termijn plaats moeten vinden. Het geeft de school de mogelijkheid verzuim effectief te signaleren, waardoor een adequate reactie op ongeoorloofd verzuim gegeven kan worden.

Registreren van verzuim Het is belangrijk dat verzuim, inclusief te laat komen, goed door school wordt geregistreerd. Alleen zo ontstaat inzicht in verzuimgedrag en is er een goede basis om, als dat nodig is, actie te ondernemen. Het actueel houden van een sluitende leerlingen- en verzuimadministratie is een wettelijk vastgelegde verantwoordelijkheid van iedere school. Scholen mogen zelf bepalen op welke wijze ze leerlingengegevens en verzuim registreren.

17

Het verzuimprotocol Dit stappenplan beschrijft de handelingen die aanbevolen worden dagelijks, wekelijks en maandelijks te doen, om zo het verzuimbeleid goed uit te kunnen voeren.

Verzuimfunctionaris De verzuimfunctionaris is de persoon die alle taken met betrekking tot de verzuimmelding en de verwerking ervan uitvoert. Op iedere school kan dit een verschillend persoon zijn zoals de conciërge, de leerkracht, de administratief medewerker, etc.

Dagelijks Stap 1 Het melden van verzuim door de ouders/verzorgers. De ouders/verzorgers melden aan administratie tussen 8.00 – 8.30 uur de afwezigheid van hun kind, met opgaaf van de reden van verzuim. Stap 2 De registratie van het verzuim. Elke leerkracht neemt aan het begin van de les de aanwezigheid van de leerlingen door en noteert deze in Magister. De verzuimfunctionaris controleert of het verzuim gemeld is (al dan niet met reden), dan wel of er sprake is van niet gemeld verzuim. Stap 3 Onderzoek van het verzuim Op grond van de registratie heeft de verzuimfunctionaris nu inzicht in het verzuim. Hij/zij selecteert het verzuim op geoorloofd en ongeoorloofd. Bij twijfel is overleg met de teamleiders noodzakelijk.  In het geval van niet gemeld verzuim wordt er vanuit de school vóór 10.00 uur door de verzuimfunctionaris contact gezocht met de ouders/verzorgers en wordt gevraagd naar de reden van het verzuim.  Indien het niet lukt om telefonisch contact te krijgen, verstuurt de verzuimfunctionaris een brief naar de ouders/verzorgers.  Wanneer hier niet op gereageerd wordt of wanneer er sprake is van zorgwekkend verzuim, kan een huisbezoek worden afgelegd of kan de wijkagent op de hoogte worden gesteld. Stap 4 Vervolgactie op verschillende vormen van verzuim Alle verzuim is geregistreerd als geoorloofd of ongeoorloofd. Bij ongeoorloofd verzuim wordt als volgt gehandeld: Te laat komen De school stelt zelf regels op om het te laat komen tegen te gaan. Indien deze maatregelen niet werken, wordt het te laat komen bij leerplicht gemeld. Hiervoor gelden de volgende afspraken: 1x ongeoorloofd verzuim

1 uur nakomen

2x ongeoorloofd verzuim

2 uur nakomen

3x ongeoorloofd verzuim 2 uur nakomen + ouders worden telefonisch op de hoogte gesteld door teamleider

18


2 uur nakomen + gesprek ouders, leerling en teamleider


3 uur nakomen + ouders worden telefonisch op de hoogte gesteld door teamleider


vierkant rooster + ouders telefonisch op de hoogte gesteld door teamleider


vierkant rooster + melding bij inspectie + gesprek ouders, leerling en teamleider


gesprek met leerplichtambtenaar, ouders, leerling en teamleider

Structureel ongeoorloofd verzuim De school heeft een gesprek met de ouders/verzorgers. School is verplicht een verzuimmelding bij leerplicht te doen, als het gaat om verzuim van meer dan 16 uurin een periode van 4 weken. Zorgwekkend verzuim (zowel geoorloofd als ongeoorloofd) De verzuimfunctionaris neemt contact op met de teamleider. Dit kan leiden tot direct inschakelen van de intern begeleider, schoolmaatschappelijkwerker schoolarts of wijkagent. De ouders/verzorgers worden hiervan op de hoogte gesteld. De zorgcoördinator bespreekt het verzuim in het Zorgadviesteam (ZAT). De ouders/verzorgers worden hiervan op de hoogte gesteld. Wanneer een leerling meer dan 16 uur in een periode van 4 weken verzuimt, moet een verzuimmelding bij de leerplichtambtenaar gedaan worden. De school kan in het geval van zorgwekkend verzuim onmiddellijk de leerplichtambtenaar inschakelen, dus óók als de wettelijke termijn van 16 uur in 4 weken nog niet overschreden is. Wanneer het verzuim na acties en inzet van school, SMW, schoolarts en leerplicht niet stopt, overlegt school met hun bovenschoolse opvangmanager om de leerling aan te melden voor een OOVR (Onderwijs Opvang Voorziening Haarlem). Stap 5 Actie door de leerplichtambtenaar Als een verzuimmelding bij de leerplichtambtenaar binnen is, neemt hij/zij contact op met de school en overlegt of, en zo ja welke actie er ondernomen gaat worden. Welke acties een leerplichtambtenaar kan ondernemen, staat beschreven ónder het kopje „Acties van de leerplicht ambtenaar‟.

Wekelijks Stap 1 Elke week wordt door de verzuimfunctionaris een weekoverzicht gemaakt. In dit overzicht wordt aangegeven: de frequentie van het verzuim per leerling (uren, dagdelen, dagen) per verzuimgeval; de reden van het verzuim; de actie, die is ondernomen. Doel hiervan is controleren of het verzuim al bij leerplicht gemeld moet worden.

19

Stap 2 Het weekoverzicht wordt met de directie, interne begeleider of mentor besproken. Deze bespreking kan leiden tot de volgende acties: De school neemt contact op met de ouders/verzorgers; De school meldt, indien nodig, het verzuim bij de leerplichtambtenaar en onderhoudt het contact met de leerplichtambtenaar; De school bespreekt het verzuim intern en schakelt indien nodig hulpverleningsinstanties in (GGD, Bureau Jeugdzorg enz.).

Maandelijks Stap 1 De verzuimfunctionaris maakt een maandoverzicht van het totale verzuim met als doel: inzicht in het verzuim; effectmeting van het gevoerde verzuimbeleid; overzicht over een langere termijn per leerling, per klas en over de hele school; vergelijkend onderzoek, bijvoorbeeld tussen klassen. Dit overzicht wordt gemaakt per verzuimende leerling, per klas en voor de hele school. In het overzicht wordt aangegeven: het aantal leerlingen dat verzuimde, onderverdeeld naar geoorloofd schoolverzuim (verder onderverdeeld in ziekte en overig geoorloofd verzuim) en ongeoorloofd schoolverzuim; het aantal uren/ dagdelen dat die maand verzuimd is. Stap 2 Daarnaast maakt de verzuimfunctionaris een overzicht van: het aantal verwijzingen naar de leerplichtambtenaar; het aantal verwijzingen naar instanties (bijvoorbeeld GGD enz.); het aantal gevallen dat door de school zelf is behandeld.

20

Uitstuurprotocol Inleiding Haemstede Barger biedt uitdagend onderwijs voor iedereen. De leerlingen voelen zich thuis op de school. De sfeer is uitstekend en wij maken er een punt van dat zo te houden. Tegelijkertijd laten we zien dat de wereld niet ophoudt bij de muren van de school. We willen dus ook dat we goed voor elkaar zorgen en rekening houden met elkaar. Het Haemstede Barger heeft een duidelijke zorgstructuur met als eerste aanspreekpunt de mentor, verder heeft iedere afdeling een teamleider. De teamleider draagt zorg voor de dagelijkse leiding van een afdeling en is het aanspreekpunt van leerlingen en ouders en mentoren/docenten. Uitgangspunten De leerling en docent zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een ordelijke en inspirerend leerklimaat. Wanneer een leerling zich niet aan de regels houdt wordt hij of zij daar op aangesproken. Wanneer het aanspreken van de leerling en eventuele andere maatregelen van de kant van de docent, niet tot het gewenste gedrag bij de leerling leidt, kan als laatste en uiterste stap de leerling uit de klas worden gestuurd. De uitstuurregeling is niet voor zaken als: Spullen en/of boeken vergeten Huiswerk niet gemaakt Strafwerk niet gemaakt Dit soort zaken worden in principe afgehandeld door de docent. De mentor controleert tenminste een aantal keren per week op magister voor dit soort zaken. Opvallende dingen worden dan besproken met de afdelingsleider. Zo nodig wordt er actie ondernomen naar de leerling en vindt er een terugkoppeling plaats naar de docent

12. Het verwijderen uit een les in een middel dat slechts in uiterste noodgevallen gebruikt dient te worden. Redenen om dit middel te gebruiken kunnen alleen zijn: Pesten en/of agressie Onbehoorlijk gedrag ten opzichte van medewerker of leerling Vernielen van andermans eigendommen

13. De verzuimcoördinator en docent kan na beoordeling de beslissing nemen, dat de opmerking V uit het magister overzicht van de betreffende leerling gaat. Terugkoppeling naar de docent en leerling moet altijd plaatsvinden. Verder komt er altijd een aantekening in het logboek van de desbetreffende leerling Procedure Bij een eventuele verwijdering uit de les, meldt de leerling zich direct bij de verzuimcoördinator. De verzuimcoördinator geeft de leerling een uitstuurbrief. Op dat formulier geeft de leerling aan waarom hij uit de les is verwijderd. Aan het einde van de lesuur meldt de leerling zich met dit formulier bij de docent. 21

De docent beschrijft zijn versie van het gebeurde en deponeert dit formulier in het postvak van de verzuimcoördinator (EM) . De verzuimcoördinator zet een melding in magister en een opmerking. De docent heeft diezelfde dag nog een gesprek met de leerling over diens gedrag. De docent kan bij het oplossen ondersteuning vragen van de mentor/teamleider. Na iedere verwijdering uit de les komt de leerling na school na bij mevr. Emmens in de mediatheek Bij ziekte van mevr. Emmens

14. Een docent kan een leerling slechts voor één les verwijderen. Wanneer een docent een leerling voor een langere periode niet tot de les wil toe laten, is overleg met de teamleider vereist. Herhaald uit een les verwijderen Wanneer een leerling meerdere keren uit de les wordt verwijderd, worden de volgende maatregelen getroffen: 1x eruit gestuurd

1 uur nakomen

2x eruit gestuurd

2 uur nakomen

3x eruit gestuurd


4x eruit gestuurd

2 uur nakomen + gesprek ouders, leerling en teamleider

5x eruit gestuurd


6x eruit gestuurd

vierkant rooster + ouders telefonisch op de hoogte gesteld door teamleider

7x eruit gestuurd

vierkant rooster + melding bij inspectie + gesprek ouders, leerling en teamleider

8x eruit gestuurd

gesprek met leerplichtambtenaar, ouders, leerling en teamleider

22

Bijlage B. Aanmeldformulier voor intern zorgoverleg Naam leerling klas Mentor Datum

15. Reden van aanmelding 16. Wat is er aan de hand/aanleiding voor aanmelding zorgbespreking? 17. 18. Op school: 19. 20. Thuis: 21. 22. Anders: 23. 24. Hulpvragen 25. Wat zijn de vragen van de leerling? 26. 27. Wat zijn de vragen van de ouders? 28. 29. Wat is de vraag van de mentor, docenten? 30. 31. Wat heb je nodig als mentor, waar wil je hulp bij? 32. 33. Welke maatregelen zijn al genomen en wat waren de effecten? 34. Bijv. Benoem de acties, afspraken, wie en wanneer. 35. 36. Zijn de acties en afspraken vermeld in Magister? 37. 38. Hulpbron: 39. Wat zijn positieve punten/eigenschappen van de leerling? 40. 41. Zijn er andere hulpverleners betrokken bij de leerling of het gezin? 42. Zo ja, welke? 43.

23

Bijlage C Aanpak ziekteverzuim

24

Bijlage D Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

25

Bijlage E Dyslexie Algemeen De protocollen dyslexie voor het onderwijs zijn in opdracht van het ministerie van OCW ontwikkeld om de signalering van leesproblemen en dyslexie van het basisonderwijs tot en met het hoger onderwijs te systematiseren. De protocollen zijn een handreiking voor leerkrachten, remedial teachers, logopedisten en andere leesspecialisten in het onderwijs, en geven hen concrete handvatten voor beleid op het gebied van signalering en diagnose, begeleiding en behandeling, compenserende faciliteiten tot de inzet van computerhulpmiddelen. Doel van de protocollen is een zo goed mogelijke begeleiding van leerlingen met (dreigende) leesproblemen. De protocollen leggen duidelijk uit wat de oorzaken en gevolgen zijn van dyslexie. Het geeft een goed beeld van waar een kind met dyslexie tegenaan loopt en hoe een school daarop in kan spelen. Ieder protocol begint met een uiteenzetting over de achtergrond van lezen, leesproblemen en dyslexie. Deze informatie dient als onderbouwing voor de richtlijnen die in het protocol beschreven staan. Het gaat om achtergrondinformatie die voor elke leerkracht relevante kennis en inzichten biedt. Elk protocol sluit af met een korte beschrijving van de mogelijkheden voor invoering van de protocollen op school.

Begeleiding leerlingen met dyslexie op Haemstede Barger Er is een dyslexie coördinator aangesteld.  aanspreekpunt voor dyslectische leerlingen;  voert regelmatig gesprekken met dyslectische leerlingen over het omgaan met dyslexie in de verschillende lessen bij verschillende vakken die door verschillende docenten worden gegeven;  geeft individuele hulp aan functioneel analfabete leerlingen;  coördineert hulp aan leerlingen met dyslexie;  geeft sturing aan het handelingsplan van de leerling;  maakt met docenten afspraken ten behoeve van de dyslectische leerling. Informeert de betrokkenen over de specifieke zaken van de individuele leerlingen;  begeleidt collegae bij het herkennen, accepteren en erkennen van de problemen die een leerling met dyslexie tijdens het leerproces ondervindt;  geeft aan verschillende vaksecties tips en aanbevelingen om dyslectische leerlingen in de les te helpen om zo het onderwijs voor deze leerlingen te optimaliseren;  organiseert na overleg met de teamleider het testen van leerlingen;  onderhoudt contact met ouders over vorm +aanbod hulp;  organiseert thema-avonden voor ouders van leerlingen met dyslexie;  organiseert bijeenkomsten (lotgenotencontact) voor dyslectische leerlingen. Vaardigheden:  kan actief luisteren;  kan dyslexie signaleren;  kan met dyslectische leerlingen en collega‟s overleggen over de brede consequenties van dyslexie;  kan intensieve leesbegeleiding geven. Kennis van:  de problematiek rondom dyslexie;  actuele ontwikkelingen op het gebied van dyslexie;  compenserende software.

26

Dyslexieprotocol / beleid dyslexie : Stichting dyslexie Nederland : dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen in de automatisering van de woordidentificatie en schriftbeeldvorming ( = lezen en schrijven) Dyslexie is niet te verhelpen, het is een aangeboren stoornis. Dyslexie is vaak erfelijk bepaald. Er is maar een klein deel van de dyslexie dat echt te remedieren is. Op school zal de leerling door middel van compenseren en dispenseren geholpen moeten worden Leerlingen hebben problemen met :  woordherkenning en het onthouden van woorden.  jaartallen, rijtjes, woordjes en topografische namen en formules  bijvoorbeeld gelijktijdig luisteren en schrijven (aantekeningen overnemen)  onderling formuleren  de juiste uitspraak van vreemde talen  het herkennen van de verschillen tussen klanken en woorden  achtergrondruis / omgevingslawaai  het goed onderscheiden van details en hoofdzaken  het goed plannen, voorbereiden en uitvoeren van huiswerk  het vasthouden van de aandacht (spanningsboog)  het zelfvertrouwen kan beïnvloed worden door hun onzekerheid over schoolwerk Deze bovengenoemde zaken gelden voor bijna alle vakken. Met name de vakken waarbij informatie uit teksten moet worden gehaald (zaakvakken, wiskunde en de talen) Waar zijn dyslectische leerlingen wel goed in :  Visueel en ruimtelijk beschikken ze over voldoende vaardigheden, ze kunnen grote gehelen goed waarnemen en ze denken meer visueel dan talig. Dyslexieverklaring Leerlingen met een officiële dyslexieverklaring hebben recht op:  extra tijd bij proefwerken en so‟s  mondelinge i.p.v schriftelijke toetsing  \uitvergrote teksten ( bij het examen wordt standaard .12 gebruikt ) Andere opties voor in de klas kunnen zijn:  Het laten voorlezen van teksten, het gebruik van een pc/ laptop, i pad en gebruik maken van dyslexie ondersteunende software zoals Kurzweil of een reading pen.  Dyslexiekaart o De dyslectische leerling krijgt bij het begin van de school een “dyslexiekaart”. Deze kaart levert voor de leerling dispenserende en compenserende maatregelen op. De docenten ontvangen aan het begin van het jaar een lijst met daarop alle dyslectische leerlingen Wat wordt er van de leerling verwacht ?  De leerling maakt gebruik van de extra tijd, besteed voldoende tijd aan het huiswerk en de planning ervan, zorgt dat de dyslexiekaart aanwezig is en noteert een “D” op het toetsblaadje. Wat indien er zich een probleem rond de dyslexie en de normering voordoet ?  Wanneer de leerling het gevoel heeft dat de docent te weinig rekening houdt met de dyslexie kan een gesprek met de dyslexiecoach aangevraagd worden.

27

PROTOCOL Ontheffingsregeling moderne vreemde taal in het kader van dyslexie 1. Algemeen Refererend aan de Wet op het voortgezet onderwijs (artikel 11e sub 1) kan een leerling op het vmbo ontheffing aanvragen voor de moderne vreemde talen. Sinds 1 augustus 2006 staat in de Wet op het voortgezet onderwijs dat het bevoegd gezag van de school na overleg met ouders en leerling ontheffing mag verlenen voor onderdelen van het onderwijsprogramma. Scholen zijn niet verplicht om toestemming te geven voor aanpassing van het lesprogramma. 2. Ontheffingsregeling Haemstede-Barger Mavo Leerlingen op de Haemstede-Barger Mavo kunnen in uitzonderlijke situaties ontheffing voor het vak Frans in klas 2 verkrijgen. Alle leerlingen dienen het vak in een moderne vreemde taal minimaal één jaar gevolgd te hebben. Het tweede leerjaar is namelijk het leerjaar dat alle leerlingen 3 vreemde talen aangeboden krijgen te weten: Duits, Engels en Frans. In leerjaar 3 wordt gekozen voor of het vak Frans of voor het vak Duits. Bij het verlenen van ontheffing in klas 2 baseert de school zich op de bovenstaande regelgeving. Uitgangspunt: Het volgen van onderwijs in alle aangeboden vakken is een vanzelfsprekendheid. Pas wanneer de kansen op schoolsucces ernstig in gevaar komen, valt te overwegen om gebruik te maken van een ontheffingsregeling. Aangetoond moet dan zijn dat andere verlichtingen die de school kan bieden (remediale hulp, bijwerken, herkansing, toetsen in voorgeschreven lettertype (Arial 12pnt.) en tijdsverlenging) onvoldoende soelaas bieden. In alle gevallen van ontheffing neemt de school contact op met de Inspectie van het Onderwijs. Let op: ouders en leerlingen dienen zich daarbij te realiseren dat het niet volgen van het van Frans mogelijk consequenties heeft voor de overgangsnorm en het vervolgonderwijs. Procedure verzoek tot ontheffing: 1. Een verzoek tot ontheffing wordt door de ouder(s)/verzorger(s) schriftelijk en met redenen omkleed gedaan bij de directeur/teamleider, die in dezen het bevoegd gezag vertegenwoordigt. Alle ter zake doende onderzoeksrapporten (het dyslexie rapport is een absolute voorwaarde, in dit rapport moet expliciet het verlenen van dispensatie als mogelijke faciliteit worden genoemd ) en bevindingen van externe deskundigen worden daarbij aan de school ter beschikking gesteld. 2. Het verzoek wordt voor advies voorgelegd aan de ontheffingscommissie. Samenstelling ontheffingscommissie:  Directeur/teamleider  Zorgcoördinator  Remedial Teacher  Mentor Werkwijze van de commissie. De commissie wordt bijeen geroepen en op de hoogte gebracht van het verzoek door de

28

teamleider. De commissie verzamelt alle relevante informatie. Deze werkzaamheden worden als volgt verdeeld: 



Teamleider Hoort ouders en leerling. Wijst op mogelijke consequenties m.b.t. vervolgopleiding (informatie ingewonnen bij de decaan) en overgangsnorm. Stelt de betrokken vakdocent op de hoogte en communiceert met het team, commissie, vakdocent(en), ouders en leerling. Zorgcoördinator Bewaakt het proces en het tijdspad. Stuurt de remedial teacher en de mentor aan.



Remedial teacher Brengt in beeld wat er op de Haemstede-Barger Mavo aan remedial hulp is gegeven.



Mentor Brengt het volgende in beeld: Reeds geboden hulp door vakdocenten (m.n. talengroep) Relevante info vanuit brugklas / basisschool m.b.t. dyslexie. Eventuele relevante info vanuit oudergesprekken en gesprekken met de leerling.

Nadat alle gegevens bekend en alle betrokkenen gehoord zijn zal de commissie een uitspraak doen. Dit besluit wordt door de directeur schriftelijk, binnen 4 (vier) weken nadat het verzoek is ingediend, aan de leerling en aan de ouder(s) / verzorger(s) meegedeeld. Dit besluit is bindend en geldt voor het gehele schooljaar. De directeur/teamleider stelt de onderwijsinspectie van het besluit in kennis. Vervolgtraject: Voor de betreffende leerling wordt een of een combinatie van de volgende verplichte trajecten uitgezet:  in plaats van het vak Frans volgt de leerling extra remediale hulp.  in plaats van het vak Frans volgt de leerling extra lessen Nederlands/ Engels  de betreffende leerling blijft in de les Frans maar werkt zelfstandig aan een aangepast programma verzorgd door de vakdocenten Nederlands en/ of Engels. De keuze wordt bepaald door de ontheffingscommissie op grond van:  wat het beste aansluit bij de mogelijkheden en ontwikkeling van de leerling  de organisatie mogelijkheden van de school Tot slot: 1. De directeur stelt samen met de teamleider de overgangsnorm vast. 2. De leerling wordt bij alle rapportvergaderingen besproken. Naast de cijfers zijn er ook tussentijdse evaluaties m.b.t. de voortgang van het proces. 3. Mocht de leerling niet naar behoren gebruik maken van het aangeboden traject houdt de school zich het recht voor de ontheffing teniet te doen. 4. In alle gevallen waarin dit protocol niet voorziet, beslist de ontheffingscommissie

29

Aanvraagformulier voor het verkrijgen van dispensatie voor een Moderne Vreemde Taal. Ouders/verzorgers van ………………………………………. uit klas ……………… Vragen i.v.m. dyslexie hierbij dispensatie aan voor het vak: o Frans Toelichting: Ouders/verzorgers zijn zich ervan bewust dat: ........................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................ ........................................................................................................................................................

 Dispensatie voor het gevraagde vak betekent dat hun zoon/dochter dit vak niet meer in een later stadium van de opleiding kan gaan volgen.  Het niet meer volgen van het gevraagde vak gevolgen kan hebben voor de sectorkeuze van hun zoon/dochter.  Het niet meer volgen van het gevraagde vak gevolgen kan hebben voor de doorstroom van Mavo naar Havo.  De school de invulling bepaalt van de vrijgekomen onderwijstijd.  Het niet nakomen van deze invulling intrekking van de dispensatie tot gevolg kan hebben.

Plaats: ……………………… Datum: …………………….. Handtekening ouder/verzorger: ………………………………….

30

Ondersteuningsbeleidsplan Haemstede-Barger Mavo

Recommend Documents