On the Fringe Een praktisch-theologisch onderzoek naar de doorwerking in het alledaagse leven en de betekenis van de Keltisch-christelijke spiritualiteit - zoals deze gestalte heeft gekregen - in de Iona Community in christelijke geloofsgemeenschappen in de Nederlandse samenleving.
Samenvatting van de masterthesis van W.J. Doornenbal
Vooraf ‘On the fringe’, ofwel: aan de rand, zo heb ik mijn masterthesis genoemd. Dit om de volgende redenen. Ten eerste, omdat de kerk aan de rand van de samenleving is komen te staan, de kerk is marginaal geworden, heeft een on-the-fringe-positie gekregen. Ten tweede, omdat ik onderzoek doe naar de verbijzondering van de Keltisch-christelijke spiritualiteit in de Iona Community - een klooster op een piepklein eilandje aan de Westkust van Schotland. Deze kloostergemeenschap bevindt zich dus ook ‘on the fringe’, maar heeft vanuit deze positie wereldwijd een grote invloed gekregen, zo ook in christelijke geloofsgemeenschappen hier in Nederland. Hoofdvraag Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van de volgende hoofdvraag: ‘Op welke manier komen de kernthema’s van de Keltisch-christelijke spiritualiteit tot uiting in
een samenkomst van een regiogroep van de Nederlandse Iona Groep 1, tijdens een Ionaviering, tijdens een klaesterochtend met het Nijkleaster 2 en in het werk van een predikant verbonden aan een reguliere protestantse gemeente en wat kan de doorwerking van deze kernthema’s zijn in het alledaagse leven?’ Om deze hoofdvraag te kunnen begrijpen, is het van belang te beginnen met een werkdefinitie van Keltisch-christelijke spiritualiteit:
‘Keltisch-christelijke spiritualiteit verwijst naar de toegewijde praktijken uit de Keltische traditie van de vroege jaren, die zijn ontwikkeld om de relatie met Christus te onderhouden (geloofspraxis); het betrekkingsgebeuren tussen God en de mens, wat een gelaagd omvormingsproces is, is hierbij van belang3.’ Praktisch-theologisch onderzoek Het onderzoek is praktisch-theologisch van aard en dus niet historisch. Aan de hand van de theorie van Osmer heb ik het onderzoek uitgevoerd en ben zo de vier vragen één voor één langs gegaan: wat is er aan de hand? (fase 1), waarom is dit aan de hand? (fase 2), wat hoort er aan de hand te zijn? (fase 3) en: hoe zouden we kunnen reageren? (conclusie). Literatuuronderzoek
De Nederlandse Iona Groep (NIG) bestaat uit mensen, die enthousiast zijn geworden door het Iona gedachtengoed, zich houden aan de leefregel van Iona en regelmatig samenkomen om te eten, te vieren en het leven te delen. 2 Het Nijkleaster is een stichting in Jorwert, die een ‘klooster nieuwe stijl’ aan het ontwikkelen is. Ds. Hinne Wagenaar is hier als pionierspredikant aan verbonden. Ik ben bij een ‘klaesterochtend’ aanwezig geweest, die bestaat uit een viering, een wandeling waar stilte, bezinning en verbinding centraal staat en afgesloten wordt met een gezamenlijke maaltijd. 3 Voor deze definitie heb ik de definitie van Waaijman (2010,303) en die van McGrath (2013,3) gebruikt. 1
Fase 1 bestaat uit een literatuuronderzoek, met als doel te achterhalen wat de kernthema’s van de Keltisch-christelijke spiritualiteit zijn in de vroege jaren. Ik kwam op de volgende kernthema’s4: Gods alomtegenwoordigheid in alles en iedereen, de mens is in beginsel goed – original blessing, Imitatio
Christi (opdracht en uitdaging op Jezus te lijken en Hem te volgen), peregrenatio (op weg naar christelijke perfectie) waarbij de verbondenheid met de aarde centraal staat, rijk aan versieringen en symboliek, gemeenschapsleven, kluizenaarsbestaan, ritme en rituelen, en: anamchara – zielenvriend, ofwel: soul mate. Vervolgens ben ik gaan kijken hoe deze spiritualiteit zich uitgekristalliseerd heeft in de Iona Community5. Zo toon ik aan dat het gemeenschapsleven centraal staat, waarbij het monastieke model terug te zien is in de structuur van de dag op Iona. Healing benadrukt het feit dat we als gemeenschap en als schepping op weg zijn naar heelheid: alles wat daarin leeft is dus van groot belang. Daarnaast staan waarden als: gastvrijheid, eenheid van de verschillende kerken, gelijkwaardigheid in het leiden van vieringen en verbondenheid met de natuur in het werken, het pelgrimeren en samen eten, centraal. Er is een ritme te herkennen in de ochtend- en avondgebeden, het eten en corvee doen. De vrijblijvendheid en de ruimte die gegeven worden, zorgen voor een vrijheid waardoor ieder in zijn of haar waarde gelaten wordt. Alles wordt met aandacht en toewijding gedaan. Zo wordt elke activiteit als een religieuze gezien. Kenmerkend voor de leden van de Iona Community is dat er geleefd wordt volgens de leefregel. Deze ziet er zo uit (Maasen 2007,67): 1.
Dagelijks gebed en Bijbellezing,
2.
Het delen en verantwoorden van het besteden van geld,
3.
Het plannen en verantwoorden van het besteden van tijd,
4.
Het strijden voor vrede en gerechtigheid in de samenleving,
5. In bijeenkomsten elkaar ontmoeten en aan elkaar verantwoording afleggen. De leefregels helpen om toegewijd aan God, elkaar en de gemeenschap te leven. Ze bieden ruimte, omdat een ieder het kan invullen zoals hij of zij het zou willen. Tegelijkertijd vraagt het om commitment en discipline. De maatschappelijke betrokkenheid wordt door de leefregels vertaald in het strijden voor vrede en gerechtigheid. Wat we verder terug zien in het Iona-gedachtengoed is dat we als mens ten diepste goed zijn. Dit wordt beleden in de geloofsbelijdenis en geleefd in hoe men met elkaar omgaat. Veldonderzoek 4
Uit de boeken van Bradley (1993 & 2000) en Waal (1999) heb ik de meeste informatie, zie verder de bibliografie van mijn masterthesis. 5 Uit de boeken van Ferguson (1988 en 1990), Galloway (2009) en Burgess & Galloway (2000) heb ik de meeste informatie, zie verder de bibliografie van mijn masterthesis
Na het literatuuronderzoek ben ik het veld in gegaan (fase 2) om antwoord te kunnen geven op de volgende vraag: op welke manier komt het Iona-gedachtengoed tot uitdrukking in geloofsgemeenschappen hier in Nederland? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, heb ik drie predikanten6 geïnterviewd, die alle drie op Iona geweest zijn en gevraagd wat ze met het Iona-gedachtengoed hier in Nederland doen. Ook heb ik een Iona-viering in een PKN-gemeente gehouden en verschillende mensen gevraagd naar de doorwerking ervan in het alledaagse leven. Daarnaast heb ik een participerende observatie in een regiogroep gedaan, de aanwezigen geïnterviewd en meegedaan aan een klaesterochtend van het Nijkleaster. Data-analyse Vervolgens ben ik de verzamelde data gaan ordenen en analyseren met het programma Atlas.ti. Dit wordt ook wel de data-analyse genoemd. Hieruit kwamen tien codefamilies, ofwel: tien kernthema’s: 1.
Godsbeeld – God is schepper van hemel en aarde en Hij is met iedereen verweven,
2.
mensbeeld – ieder mens is in beginsel goed en een weerspiegeling van God,
3.
aard-gebonden spiritualiteit – geloven doet men met de voeten in de modder,
4.
gemeenschap – verbondenheid met de natuur en elkaar, stilte en bezinning staan centraal,
5.
leefregel – biedt ruimte, focust op waarden en helpt bij het vormgeven van het geloofsleven,
6.
healing – een proces van heelwording waarbij ontvankelijkheid voor de werking van de Geest belangrijk centraal staat,
7.
vieren – in gemeenschap samen zingen, bidden en naar Gods woord luisteren, waarbij rituelen, stiltes, interactie, eenvoud en het lichamelijk en zintuiglijk ervaren een grote rol speelt,
8.
symboliek en rituelen – aansteken van de kaars, stenen wegbrengen, uitdelen van druppels en het Keltisch kruis,
9.
pelgrimeren – een toegewijde wandeling en tevens reis naar binnen,
10. organisatie – een structuur waarbij commitment, regels en afspraken, het leven samen delen van belang zijn, maar ook een instroom en een uitstroom zijn, ruimte maken voor God en openheid voor diversiteit.
Duiding en discussie De uitkomsten van de data-analyse heb ik vervolgens geduid door ze te verbinden met theoretische en theologische concepten (zie inleiding van mijn masterthesis en het literatuuronderzoek). Zo komen we als vanzelf op het laatste onderdeel van de thesis, namelijk fase 3. Allereerst kunnen we stellen dat de onderzochte geloofspraktijken in termen van Turner (1969,140) geen spirituele communitas7 vormen, omdat er niet samengeleefd wordt. De regiogroep is volgens Turner de enige gemeenschap welke een ideologische communitas in wording is: ze delen hun 6
Ds. Teun Kruijswijk Jansen, predikant in Doorn; Ds. Jetty Scheurwater, predikant in Hilversum; Ds. Hinne Wagenaar, pionierspredikant van Het Nijkleaster in Jorwert 7 Volgens Turner (1969,140) moeten de drie vormen van communitas (spontaan, normatief en ideologisch) aanwezig zijn om een spirituele communitas te kunnen zijn. In de spirituele communitas leven mensen in een communiteit, hebben gemeenschappelijke waarden en staan open voor vernieuwing. Vanuit de deze communitas kan men de externe en zichtbare effecten, de uiterlijke vorm van een innerlijke ervaring van existentiële- of spontane communitas beschrijven en de optimale sociale voorwaarden verwoorden waaronder zulke ervaringen kunnen bloeien en groeien. Zie verder blz. 100-102 van mijn masterthesis.
waarden en waardepatronen en leven volgens de leefregel van de Iona Community. Als zij deze geloofspraktijk in hun leven zouden delen met elkaar en zouden samen wonen in communitas, dan zou het in termen van Turner een spirituele communitas zijn. In Turner’s theorie mist echter een definitie van een specifiek christelijke communitas. Bonhoeffer (2003,26) geeft wel een definitie8 van een christelijke gemeenschap en legt hierbij de nadruk op het samenleven als christenen.
Verbondenheid Heiligheid
Gastvrijheid
Gelijkwaardigheid
Solidariteit Centrale waarden in gemeenschap Dienstbaarheid
Inclusiviteit
Gerechtig-heid
Continuïteit Heelheid
Diagram 1: Centrale waarden in gemeenschap van de onderzochte geloofspraktijken tijdens de Klaesterochtend van het Nijkleaster, de Iona-Viering van het OOD en de regiogroep van het NIG.
Ten tweede kunnen we stellen dat de onderzochte waarden en waardepatronen (zie diagram 1 hierboven) onderdeel zijn van de geloofsinhoud van de geïnterviewden en participanten van de onderzochte geloofspraktijken. Anders gezegd: ze zijn onderdeel van hun geleefde spiritualiteit. Waarden en waardepatronen maken deel uit van iemands leefstijl. Hoe is een specifiek christelijke leefstijl te herkennen? De leefregel kan helpen bij het doorleven van het geloof. Is het noodzakelijk om dit in een leefgemeenschap te doen? Of kan het ook op individuele basis? Volgens Waaijman (2010,462) is een leefregel een religieuze leefvorm en maakt het onderdeel uit van de geleefde spiritualiteit. Bij McGrath aansluitend is het een toegewijde praktijk, die ontwikkeld is om 8
Bonhoeffer (2003) pleit voor een model waarbij het samen leven en wonen onlosmakelijk verbonden is met het praktiseren van het christelijk geloof. Een christelijke leefgemeenschap is niet een ideaal, dat ‘wij moeten verwerkelijken, maar een door God in Christus geschapen werkelijkheid, waaraan wij mogen deelhebben. Hoe duidelijker wij de grond en de kracht en de belofte van onze gemeenschap alleen in Jezus Christus leren zien, des te rustiger leren wij over onze gemeenschap denken en voor haar bidden en hopen,’ aldus Bonhoeffer (2003, 26). Hij spreekt in dit verband over een geestelijke gemeenschap. Hij doelt hier op een gemeenschap die alle macht, eer en heerschappij aan de Heilige Geest toekent.
de relatie met Christus te onderhouden. Waaijman en McGrath werken dit element echter niet uit. Een interessante vraag zou zijn: wat maakt nu dat mensen zich in deze tijd verbinden aan een leefregel? Een leefregel is volgens Stoppels om de volgende redenen van belang: het schept ruimte voor het leefbaar maken van het geloof, het biedt inhoudelijke verdieping in het leven van alledag, het daagt de mensen uit zich toe te wijden op hun manier en het biedt de mogelijkheid de verschillende onderdelen van de leefregel te evalueren met elkaar. Door in een geloofspraktijk te leven volgens een leefregel is er oog voor mensen ‘on the fringe’ en de kerk die ‘on the fringe’ van de samenleving terecht is gekomen. Ten derde kunnen we concluderen dat performativiteit 9 van belang is voor de geleefde spiritualiteit van de onderzochte geloofspraktijken. Het is van belang de performatieve werking te bewerkstelligen of er aandacht aan te geven, om zo de aanwezigen de ruimte te geven om Gods aanwezigheid of het heilige te kunnen ervaren. Een liminale afzondering 10 of een overgangsfase kunnen voor een transformationele ervaring zorgen. We hebben gezien dat het zintuiglijk en lichamelijk uitvoeren van een ritueel helpt bij het ervaren van Gods nabijheid en een wezenlijk element is in de geleefde spiritualiteit. God is geen maakbaar project, maar Hij heeft ons wel geschapen zodat we Zijn tegenwoordigheid kunnen ervaren. Maar wordt deze geleefde spiritualiteit dan niet wat zweverig en oppervlakkig? Is deze spiritualiteit wel geworteld? In ieder geval mag helder wezen dat de Keltisch-christelijke spiritualiteit, die zich uitkristalliseert in de Iona Community, allesbehalve zweverig of oppervlakkig is11. De Iona-spiritualiteit is een diepgewortelde spiritualiteit, die de schepping in zijn geheel benadert. Dit betekent dat het spirituele en materiele één zijn. Het ervaringsgerichte is terug te zien in de aandacht, die gegeven wordt aan de verbeelding: tot de verbeelding spreken, het verbeeldingsvermogen ontwikkelen en de zichtbare en onzichtbare wereld uitbeelden in poëzie, muziek en kunst. Wanneer men vanuit ervaring spreekt met het oog op ervaring, komt taal tot leven (Sölle 1975,67). Het is een taal die uitnodigt. Sölle (1975,67) omschrijft deze taal als: ‘de taal van de ziel.’ Deze kan op een zodanige manier gevoed worden, dat we dichter bij de weg van Jezus komen. Conclusie Concluderend kan gezegd worden dat de volgende kernthema’s van Keltisch-christelijke spiritualiteit, in het Iona-gedachtengoed perspectieven bieden voor huidige christelijke geloofsgemeenschappen hier in Nederland: leven volgens een leefregel (deels individueel, deels gemeenschappelijk), waarbij de toewijding en navolging van Christus in de alledaagse praktijk zorgt voor een diepgewortelde
9
Religieuze praktijken hebben naast een geschiedkundige doorwerking van een belangrijke historische gebeurtenis ook een
performatieve werking hebben. Dat betekent dat ze een receptief karakter hebben. Het is een vernieuwende werkelijkheid, die zich aandient in en door de performance (Immink 2011,48). Het gaat om de verbinding met beslissende heilsopenbaringen uit het verleden en om de werkzame presentie die in de performance tot uitdrukking wordt gebracht. 10 Een liminale afzondering komt van het begrip ‘liminaliteit’: het individu of de groep verkeerd in een tussentoestand, waarin men niet meer in de oude toestand verkeerd, maar ook nog niet is aangekomen in de nieuwe toestand. In deze fase zijn de eigenschappen van een ritueel subject onduidelijk (Turner 1969,95). 11 Zie voor meer uitleg blz. 131 en 132 van de masterthesis.
spiritualiteit; het benadrukken van de heelheid van de schepping, waarbij men zich verbindt met de natuur, God en met alles en iedereen verweven is, een ieder in beginsel goed en op weg naar heelheid is; aan de performatieve werking aandacht schenken: het zintuiglijk en lichamelijk uitvoeren van een ritueel in liminale afzondering zoals tijdens de Klaesterochtend; aandacht voor creativiteit en verbeeldingskracht12 (waarbij het andere deel van de hersens aangesproken wordt, dus niet alleen het cognitieve en rationele deel, maar aandacht voor alle typen mens: extravert, introvert, intuïtief, gevoelig, denkend, aftastend, waarnemend en oordelend); en het inbrengen van het concept van
anamchara, waarbij het verantwoording afleggen, begeleidingen naar heelwording en omvorming centraal zouden kunnen staan.
Bibliografie Bonhoeffer, Dietrich (2003) Verborgen omgang – Gemeenschapsleven en Gebedenboek bij de Bijbel; Baarn: Ten Have, p. 1-118, vertaald, geannoteerd en ingeleid door Dr. L.W. Lagendijk van het origineel:
Gemeinsames Leben (= Theologische Existenz heute, Heft 61). Chr. Kaiser Verlag, München (1939) Bradley, Ian (2000) Colonies of heaven – Celtic models for today’s church, Darton, London: Longman and Todd Bradley, Ian (1993) Keltische spiritualiteit - Een oud geloof met perspectieven voor de toekomst (Engelse titel: The Celtic Way) vertaling uit het Engels door Joanne van der Vlist, Zoetermeer: Meinema Burgess, Ruth & Galloway, Kathy (eds.) (2000) Praying for the dawn - A resource book for the
ministry of healing, Glasgow: Wild Goose Publications, p. 9-22 Ferguson, Ronald (1988) Chasing the Wild Goose - The Story of the Iona Community, Glasgow: Wild Goose Publications Ferguson, Ron (1990) George MacLeod - Founder of the Iona Community, Glasgow: Wild Goose Publications Francis, Leslie J.; Craig, Charlotte L. & Hall, Gill (2008) ‘Psychological Type and Attitude towards Celtic Christianity among Committed Churchgoers in the United Kingdom: An Empirical Study’, in: Journal of Contemporary Religion, Vol. 23, No. 2, Routlegde: Taylor & Francis Group, p. 181-191 Galloway, Kathy (2009) Regelmaat – Artikelen bij de regel van de Iona Community (een brochure voor de vrienden en regiogroepen van de Nederlandse Iona Groep en andere belangstellenden om met de Regel van de Iona Community vertrouwd te raken), Utrecht: Docete, vertaald door: Teun Kruijswijk Jansen & Anja de Vries Immink, Dr. F.G. (2011) Het heilige gebeurt – Praktijk, theologie en traditie van de protestantste
kerkdienst, Zoetermeer: Boekencentrum, p.7-59 Maasen, Jan (2007) ‘Leven volgens de regel’, in: Van Hiele, Gerke (2007) (red.) Aanwezig onderweg –
Keltisch-christelijke spiritualiteit voor vandaag, Kampen: Kok, p. 15-21 McGrath, Allister E. (2013) Christian Spirituality – An introduction, Oxford: Blackwell Publishers Osmer, Richard R. (2008) Practical Theology – An introduction, Michigan/Cambridge, U.K.: Eerdmans Publishing/Grand Rapids Sölle, Dorothee (1975) De heenreis - Gedachten over religieuze ervaring, Baarn: Bosch & Keuning in samenstelling met Driebergen: Kerk en Wereld 12
Uit: Francis, Craig & Hall (2008)
Stoppels, Sake (2013) Oefenruimte – Gemeente en parochie als gemeenschap van leerlingen, Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum Turner, Victor (1969) ’Liminality and communitas’ en ‘Communitas: Model and Process’ , in: The
Ritual Process: Structure and Anti-structure, Chicago: Aldine Publishing, p. 94-165 Waaijman, Kees (2000) Spiritualiteit – Vormen, Grondslagen, methoden, Kampen: Kok Waal, Esther de (1999) De Keltische manier van bidden, Baarn: Ten Have