DEELSCHOOLWERKPLAN; SCHRIJVEN INHOUDSOPGAVE; 5.3.2.0. omschrijving vakgebied 5.3.2.1. visie op schrijven 5.3.2.2. bijdrage
van het leergebied aan de integrale doelen
5.3.2.3. beginsituatie 5.3.2.4. globale doelstellingen na 8 jaar basisonderwijs 5.3.2.5.
globale doelstellingen per bouw
5.3.2.6. leerstof en activiteiten per bouw 5.3.2.7. werkwijze 5.3.2.8.
relaties met andere vakken
5.3.2.9.
continuiteit door de hele school
5.3.2.10. evaluatie, registratie en rapportage
5.3.2.0. OMSCHRIJVING VAN HET VAKGEBIED In het dagelijkse leven verstaan we onder schrijven: het gebruiken van een systeem van grafische symbolen dat dient om (gesproken) taal vast te leggen met het doel om te communiceren of om gedachten "öp te slaan", te bewaren. Op school verstaan we onder schrijven: a. hetzelfde als wat we er in het dagelijkse leven onder verstaan ( ook wel genoemd: functionele taalactiviteiten) b. het leren schrijven ( ook wel genoemd: ondersteunende onder te verdelen in:
taalactiviteiten). Dit leren schrijven is
- schrijven als motorische
activiteit
-schrijven als spellen -schrijven als stellen -verzorging van de tekst In dit deelschoolwerkplan beperken we ons tot: 1. de motorische activiteit 2. de verzorging van de tekst
5.3.2.1. VISIE OP HET SCHRIJVEN Het methodisch schrijven staat in onze school ten dienste van andere aktiviteiten, het betreft een ondersteunende activiteit. De kinderen leren schrijfvaardigheden om zodoende op een verantwoorde wijze b.v. teksten te kunnen schrijven. We realiseren ons, dat schriftelijke vaardigheden slechts in beperkte mate later in de maatschappij benut hoeven te worden. Toch hechten wij er waarde aan, dat kinderen die schrijfvaardigheden zo goed mogelijk eigen maken. De kinderen zijn vrij in het kiezen van de schrijfhand. Het materiaal, dat de kinderen wordt aangeboden, is afhankelijk van de gekozen schrijfhand. Wij kiezen ervoor de kinderen eerst met potlood te laten werken, vervolgens wordt de vulpen gehanteerd. Het werken met potlood sluit in de beginfase beter aan bij de fijnmotorische ontwikkeling van kinderen. Per kind wordt bekeken op welk moment de vulpen aangeboden wordt. Bij de afweging van het schrijven met balpen of vulpen, hebben wij gekozen voor de vulpen. Met vulpen wordt o.i. de beste schrijfresultaten behaald. ( glijdt beter over het papier) De methode heeft in het programma opgenomen, dat kinderen in de bovenbouw een eigen handschrift gaan ontwikkelen. Eerst moet echter de basis gelegd worden, voor tot keuze gekomen kan worden. 5.3.2.2. BIJDRAGE AAN DE INTREGRALE DOELEN
Methodisch schrijven levert een bijdrage aan de volgende integrale doelen: a. Zintuiglijke ontwikkeling b. Motorische ontwikkeling c. Orientatie in ruimte
d. Bevordering van het taalgebruik c. Zelfstandigheid en sociale redzaamheid De integrale doelen staan beschreven in hoofdstuk 4.0.
5.3.2.3. BEGINSITUATIE De kinderen die hier op 4- of 5-jarige leeftijd op school komen, vertonen verschillen in hun spreeken luistervaardigheid. Dit komt o.m. door verschillen in ontwikkeling, verschillen in milieu, ern door het al of niet bezocht hebben van de peuterspeelzaal. Ondanks die verschillen kunnen we, met het nodige voorbehoud, zeggen dat de kinderen: - kunnen spreken en luisteren -ervaringen hebben opgedaan met schrijfmateriaal ( pen, potlood,papier) -kennis hebben gemaakt met symbolen ( letters, beeldtaal zoals op stations of in het verkeer wordt gebruikt) -kennis hebben gemaakt met het (voorlees)boek en met het schrift ( zowel door omgang met het boek als doordat ze volwassenen zien schrijven). De methode geeft duidelijke aanwijzigingen ( in de handleiding) om kinderen met schrijfproblemen te helpen. 5.3.2.4. GLOBALE DOELSTELLINGEN NA ACHT JAAR BASISONDERWIJS Na acht jaar basisonderwijs: schrijven de kinderen in een duidelijk leesbaar, vlot geschreven en goed verbonden hellend handschrift. Een handschrift van goede kwaliteit kenmerkt zich o.i. door: a. goede leesbaarheid: de letters zijn daarbij op de juiste plaatsen, al naar hun specifieke vormen, hoekig of rond. b. een vlotte schrijfbeweging; de verbindingen vertonen geen lassen en de letters zijn in kleine groepjes van vier of meer letters soepel aan elkaar verbonden c. een ritmische afwisseling in druk d. een goede ruimteverdeling tussen de letters onderling en tussen de woorden in de zinnen e. een goede indeling van de ruimte binnen het formaat van het papier. f. het goed gebruiken van het blokschrift. 5.3.2.5. GLOBALE DOELSTELLINGEN PER BOUW
ONDERBOUW; A. De ontwikkeling van de grove motoriek B. De ontwikkeling van de fijne motoriek C. Het oefenen van de schrijfpatronen MIDDENBOUW; De kinderen werken in oefenschriften. In de delen, die in de middenbouw behandeld worden ( 1 t/m 5) worden de kleine letters ingeoefend: los en met verbindingen. Hierbij dienen hulplijnen tot steun. De hoofdletters worden in deze bouw aangeleerd. De methode geeft per deel een overzicht van de te behandelen stof. c. BOVENBOUW In de bovenbouw vindt een verdere verfijning van de middenbouwdoelstellingen plaats: de juiste richting en de juiste lettergrootte hanteren vormen de accenten. Kinderen ontwikkelen op het eind van de bovenbouw een eigen handschrift. Ook in de bovenbouw wordt met oefenschriften gewerkt. De delen 6 t/m 8 komen aan de orde, evenals twee delen van schrijf verder. De methode geeft een overzicht van de leerstof. 5.3.2.6 LEERSTOF EN AKTIVITEITEN PER BOUW; a. ONDERBOUW Voordat de kindereen de schrijfpatronen gaan oefenen, vinden velerlei oefeningen plaats: - vingerspelletjes -oefenen met potlood, kwast,lijmstrijker -maken van schilderwerk, van groot naar klein -werken met dikke en dunne potloden -werken met grote en kleine vouwblaadjes -oefeningen op het gebied van ruimtelijke orientatie: links/rechts -oefeningen op het gebied van de grove en fijne motoriek: hinkelen en huppelen -omgang met ontwikkelingsmateriaal
b.MIDDENBOUW De kinderen werken met de methode schrijven in de basisschool. Als voorbereidende oefeningen komen aan de orde: -schrijven met devinger in de lucht en op tafel -schrijven met een natte kwast op het bord -overtrekken -oefenen met letters van schuurpapier c. BOVENBOUW In de bovenbouw wordt enkel geschreven in de oefenschriften. 5.3.2.7. WERKWIJZE a. ONDERBOUW De voorbereidende schrijfactiviteiten komen aan de orde: -bij arbeid naar keuze -groepswerk -thematisch werken De oudste kleuters krijgen regelmatig op de middag een instructieprogramma over de schrijfpatronen. b.MIDDENBOUW Minstens een keer per week komt het methodisch schrijven aan bod. Alle kinderen schrijven dan tegelijkertijd aan een schrijfopdracht. Het schrijven valt buiten de blokperiode.c. BOVENBOUW Ook in de bovenbouw wordt wekelijks gewerkt aan schrijfopdrachten. De kinderen werken na een instructie aan een opdracht.
5.3.2.8. RELATIES MET ANDERE VAKKEN
Doordat schrijven een ondersteunende activiteit is, staat het ten dienste van veel vakken. Taal, rekenen en wereldorientatie zijn met name de onderdelen, waarbij het schrijven aan de orde komt. Bij dans en de bewegings;lessen komen met name motorische aspecten om de hoek kijken.
5.3.2.9. CONTINUITEIT DOOR DE HELE SCHOOL We gebruiken een methode voor het schrijven: schrijven in de basisschool. Tijdens overlegsituaties tussen teamleden: bouwoverleg wordt in dien nodig overleg gepleegd over het schrijven. Het team overlegt jaarlijks over de ontwikkelingen op schrijfgebied.
5.3.2.10. EVALUATIE, REGISTRATIE EN RAPPORTAGE Jaarlijks bespreken team en werkgroep onderwijsontwikkeling de voortgang op schrijfgebied. De groepsleiders hebben een eigen wijze van registratie. In het verslag komen de volgende observatiepunten voor: onderbouw: schrijfpatronen potloodhantering schrijfhouding midden/bovenbouw: hanteren van pen potlood regelmatig schrift tempo schrijfhouding verzorging rechts/linkshandig BRONNEN
- de methodehandleiding schrijven in de basisschool -Schrijven als oefenvak op de basisschool - drs. A van Engen