MODULE/VAK: Proeftentamen Onderhoudsmanagement B-M / OHT richttijd: 90 minuten
1.
Wat is de definitie van een organisatiestructuur? a.
b. c. d.
2.
Wat is een besloten vennootschap? a. b. c. d.
3.
Een rechtsvorm. Een natuurlijke persoon. Een rechtspersoon. De antwoorden a en c zijn beide juist.
Hoeveel moet het minimaal te behalen rendement over het in een onderneming geïnvesteerde vermogen bedragen? a. b. c. d.
4.
De taakomschrijving van afdelingen en medewerkers, alsmede de ingebouwde communicatiekanalen waardoor afdelingen en medewerkers met elkaar in verbinding staan. Een schematische weergave van afdelingen en hun taken. Het geheel van de indeling van werkzaamheden in taken en functies, bevoegdheden en ingebouwde communicatiekanalen. De in schemavorm weergegeven onderlinge hiërarchische relatie tussen leidinggevenden en medewerkers.
20 %. De geldende marktrente. 2% boven de marktrente. Is niet van belang, men rekent alleen met terugverdientijden.
Wat is de terugverdientijd voor een investering van 5 miljoen gulden en een te verwachten besparing van 1,25 miljoen gulden per jaar? a. b. c. d.
2 jaar. 4 jaar. 8 jaar. Geen van de antwoorden is goed.
MODULE/VAK: Proeftentamen Onderhoudsmanagement B-M / OHT richttijd: 90 minuten
5.
Om de effectiviteit van een installatie in kaart te brengen kan gebruik worden gemaakt van het Capaciteit-Tijd Kenveld. Welk product vormt daarin het effectieve gebied? a. b. c. d.
6.
Het product van de rendementen voor tijd, geïnvesteerd vermogen en kwantiteit. Het product van de rendementen voor tijd, kwantiteit en kwaliteit. Het product van de rendementen voor capaciteit en tijd. Het product van de rendementen voor kwaliteit en kwantiteit.
Bij de keuze " zelfdoen of uitbesteden" spelen een aantal voorwaarden en aandachtspunten een belangrijke rol. Welke voorwaarde of aandachtspunt hoort in dit verband in de volgende reeks niet thuis? 1. Het ter beschikking hebben van een onderhoudsplan. 2. Het ter beschikking hebben van een onderhoudsbudget. 3. De kennis en ervaring van het eigen personeel. 4. Het streven naar het zo doelmatig mogelijk inzetten van de eigen capaciteit. 5. Selectie uitbestedingsbedrijven. 6. Gevolgen voor de onderhoudsorganisatie. a. b. c. d.
7.
6 3 2 1
Wat is een kenmerk van de organisatievariant "Onderhoud door Productie"? a. b. c. d.
Onderho udspersoneel wordt ingezet voo r alle bedieningswerkzaamheden. Bedieningspersoneel is verantwoordelijk voor de wijze waarop de onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. Bedieningspersoneel wordt vooral betrokken bij het eerstelijns onderhoud. Geen van de antwoorden is goed.
MODULE/VAK: Proeftentamen Onderhoudsmanagement B-M / OHT richttijd: 90 minuten
8.
Wat zijn de vijf werkterreinen van het industrieel onderhoud? a. b. c. d.
9.
Hoe luidt de definitie van Onderhoud 1? a. b. c. d.
10.
Schilderen, timmeren, lassen, installatie werkzaamheden, storing zoeken. Bouwkundig-, werktuigbouwkundig-, meet en regeltechnisch-, elektrotechnisch- en verzorgend onderhoud. Bouwkundig-, werktuigbouwkundig-, elektrotechnisch-, meet en regeltechnisch-, krachtstroomonderhoud. Bouwkundig-, werktuigbouwkundig-, elektrotechnisch-, instrumentatie en regelapparatuur-, elektronica en computer onderhoud.
Onderhoud omvat al die activiteiten die tot doel hebben een systeem in een goede (oorspronkelijke) staat te houden respectievelijk terug t e brengen. Onder Onderhoud verstaan we alle activiteiten die tot doel hebben systemen in stand te houden. Onderhoud omvat al die activiteiten die tot doel hebben de productie van de installaties in stand te houden. Onderhoud omvat al die activiteiten die tot doel hebben de installaties zo snel mogelijk weer in productie te brengen.
Uitgaande van het standpunt dat onderhoud noodzakelijk is om de machines in de juiste conditie te houden. Welke eisen kunnen dan aan onderhoud worden gesteld? a. b. c. d.
Onderhoud moet doelmatig zijn, op het juiste moment, korte doorlooptijd, economisch verantwoord. Eisen vanuit het product, eisen vanuit het proces, eisen vanuit de machine, eisen vanuit de verzekeringswereld, eisen vanuit de overheid. Eisen vanuit het proces, eisen vanuit het milieu, eisen vanuit de machine, eisen vanuit de overheid, eisen vanuit het proces. Economische eisen, milieu eisen, machine eisen, verzekeringseisen.
MODULE/VAK: Proeftentamen Onderhoudsmanagement B-M / OHT richttijd: 90 minuten
11.
Waar moet onderhoud volgens de formule TDTt = TDTr + TDTf = 8r x MTTR + 8f x MTTRf naar streven? a. b. c. d.
12.
Wat omvat SAO onder andere? a. b. c. d.
13.
Pro-actief onderhoud en inspectief onderhoud. Preventief onderhoud en periodiek onderhoud. Inspectief onderhoud en conditie bewaking. Curatief onderhoud en correctief onderhoud.
Wat wordt bij TAO met de factor TBG bepaald? a. b. c. d.
14.
Zo laag mogelijke reparatie kosten en doorlooptijd. Zo min mogelijk storingen en minimale reparatiekosten. Zo kort mogelijke reparaties en de herstelacties bij het verhelpen van storingen zo snel mogelijk afwerken. Zo min mogelijk storingen en de herstelacties en reparatietijden zo kort mogelijk houden.
De trillingen van een installatie ten opzichte van de afkeur- of alarmgrens. De conditie van de component ten opzichte van de afkeurgrens. De productie capaciteit van de installatie ten opzichte van de norm capaciteit. Het onderhoudsgedrag van de installaties ten opzichte van de vervangingsvraag.
Waarom moet een onderhoudsconcept wo rden ontwikkeld? a. b. c. d.
Voor het ontwikkelen van het beste onderhoudssysteem voor de gegeven situatie. Voor het ontwikkelen van de beste onderhoudstrategie voor de geven situatie. Voor het ontwikkelen van de beste onderhoudsmix voor de gegeven situatie. In het onderhoudsconcept wordt bepaald welke werkzaamheden door produktie en welke werkzaamheden door onderhoud moeten worden uitgevoerd.
MODULE/VAK: Proeftentamen Onderhoudsmanagement B-M / OHT richttijd: 90 minuten
15.
Welke punten zijn van belang bij het samenstellen van een projectteam? a. b. c. d.
16.
Welke hulpmiddelen heeft het projectmanagement voor het bewaken van de voortgang van een project? a. b. c. d.
17.
Keuze project leider, keuze project teamleden, beschikbaarheid van de gekozen leden, looptijd van het project, omvang van het project. Alle projectleden uit dezelfde organisatorische eenheid komen. Vreemde projectteamleden verstoren de samenwerking. Kennis, ervaring en doorzettingsvermogen. Samenwerken, vakmanschap. Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Teamleden conformeren aan projectdoelstellingen. Omvang projectteam.
Projectcode, planningsystemen, methode van begroten en budgetbewaking, rapporteren. Planningsystemen, personeel beoordelingssystemen, beboeten en belonen, werkoverleg. Projectcode, budget, projectteam, onderaannemers en leveranciers. Procuratie, gedelegeerde bevoegdheden voor het aansturen van derden en eigen medewerkers, zowel binnen als buiten het projectteam.
Bij budgetbewaking met netwerkplanning wordt het budget bewaakt door: I. II.
De werkelijke kosten te vergelijken met de deelbudgetten van het uitgevoerde werk. De werkelijke kosten te vergelijken met de gebudgetteerde kosten in dezelfde periode.
a. b. c. d.
I en II zijn beide juist. Alleen I is juist. Alleen II is juist. I en II zijn beide niet juist.
MODULE/VAK: Proeftentamen Onderhoudsmanagement B-M / OHT richttijd: 90 minuten
18.
Welke onderwerpen moeten worden behandeld in de periodieke rapportage aan de opdrachtgevers? a. b. c. d.
19.
De zogenaamde niet zichtbare gevolgkosten van het onderhoud kunnen wel: a. b. c. d.
20.
De stand van zaken met betrekking tot de voortgang van het project, bijzonderheden over personeel, relatie met overheden en vergunningen, verwachte opleveringsdatum. De stand van zaken met betrekking tot de voortgang van het project, afwijkingen van de oorspronkelijke opdracht, aanpassingen in het projectteam. De stand van zaken met betrekking tot het projectdoel, het projectteam en de betrokken leveranciers. De stand van zaken met betrekking tot het projectdoel, het budget en de looptijd.
10 % van het productiepotentieel uitmaken. 20 % van het productiepotentieel uitmaken. 25 % van het productiepotentieel uitmaken. 30 % van het productiepotentieel uitmaken.
Hoe verhouden zich over het algemeen de verbruikskosten en aanschafkosten zich? a. b. c. d.
De aanschafkosten zijn een veelvoud van de verbruiksko sten. De aanschafkosten zijn ongeveer gelijk aan de verbruikskosten. De verbruikskosten zijn een veelvoud van de aanschafkosten. De verbruikskosten zijn afhankelijk van het gebruik van de installaties.
MODULE/VAK: Proeftentamen Onderhoudsmanagement B-M / OHT richttijd: 90 minuten
21.
Wat is de geschatte relatie tussen gebruiksintensiteit van een totale installatie en de onderhoudskosten? a. b. c. d.
22.
Bij de gedetailleerde benadering wordt het budget voor onderhoud bepaald op basis van: a. b. c. d.
23.
De geschatte relatie tussen de gebruiksintensiteit en de onderhoudskosten kan worden voorgesteld door een kromme met de exponent 1. De geschatte relatie tussen de gebruiksintensiteit en de onderhoudskosten kan worden voorgesteld door een kromme met de exponent 2. De geschatte relatie tussen de gebruiksintensiteit en de onderhoudskosten kan worden voorgesteld door een kromme met de exponent e. De geschatte relatie tussen de gebruiksintensiteit en de onderhoudskosten kan worden voorgesteld door een kromme met de exponent 3.
Het eerder gemaakte onderhoudsconcept. De benadering budgetteert de onderhoudskosten op objectniveau. Berekening van loonkosten, uren x tarief van eigen organisatie, materialen en diensten van derden. Budgetten worden begroot van correctief onderhoud, preventief onderhoud en modificatief onderhoud. Budgetten worden begroot op basis van een percentage van de vervangingswaarde.
Wat zijn mogelijke planningsmethodieken voor eenmalige werkzaamheden? a. b. c. d.
Productieplanning, lange termijnplanning en korte termijnplanning. Netwerkplanning, productieplanning en service (garage) planning. Ondernemingsplanning, capaciteitsplanning en netwerkplanning. Service (garage) planning, staafdiagram of strokenplanning en netwerkplanning.
MODULE/VAK: Proeftentamen Onderhoudsmanagement B-M / OHT richttijd: 90 minuten
24.
Hoe worden de activiteiten bij de Precendence Method (PM) aangegeven? a. b. c. d.
25.
Welke bewering is juist? I. II.
a. b. c. d.
26.
Door een knooppunt. Door een getrokken lijn met pijlpunt. Door een rechthoek. Door een rechthoek en getrokken lijn met pijlpunt.
De lengte van de getekende pijl in het relatiediagram geeft de tijdsduur van een activiteit aan. Een volgende activiteit (opvolger) kan pas starten als de voorafgaande activiteit geheel gereed is. I en II zijn beide juist. alleen I is juist. alleen II is juist. I en II zijn beide niet juist.
Welke bewering is juist? I. II.
Communicatie is een onderdeel van de semiotiek. Communicatie is een ander woord voor semiotiek.
a. b. c. d.
I en II zijn beide juist. alleen I is juist. alleen II is juist. I en II zijn beide niet juist.
MODULE/VAK: Proeftentamen Onderhoudsmanagement B-M / OHT richttijd: 90 minuten
27.
Wat verstaat men onder relevante informatie? a. b. c. d.
28.
Welke bewering is juist? I. II.
a. b. c. d.
29.
Alle informatie die wij ontvangen. De hoeveelheid informatie die precies nodig is om een probleem op de juiste wijze te kunnen oplossen Informat ie die wij voor de tweede keer, al dan niet anders verpakt , ontvangen. Geen van de bovenstaande antwoorden is juist.
Een protocol is een belangrijk hulpmiddel voor de technische dienst om informatie van de toestand van diverse onderdelen vast te leggen. Aan de hand van de afkeurnorm vast gelegd in een protocol wordt op een gegeven moment besloten om een betreffende onderdeel te vervangen. I en II zijn beide juist. alleen I is juist. alleen II is juist. I en II zijn beide niet juist.
Welke bewering is juist? I. II.
a. b. c. d.
Logistiek houdt zich bezig met het op tijd beschikbaar zijn van systemen en of onderdelen van systemen. Reservedelen zijn een deel van de voorraden maar hebben geen directe invloed op de hoogte van het rendement van het bedrijf of onderneming. I en II zijn beide juist. alleen I is juist. alleen II is juist. I en II zijn beide niet juist.
MODULE/VAK: Proeftentamen Onderhoudsmanagement B-M / OHT richttijd: 90 minuten
30.
Wat verstaan we onder zichtbare kleefkosten? a. b. c. d.
Aankoopkosten, handling kosten, afleveringskosten, rentekosten, factuurkosten Factuurkosten, aankoopko sten, aanvoerkosten, handling kosten, afleveringskosten. Factuurkosten, rentekosten voorraden, aankoopkosten, afschrijving en rentekosten magazijn. Waardevermindering voorraden, rentekosten voorraden, afschrijving en rentekosten magazijn.
MODULE/VAK: Proeftentamen Onderhoudsmanagement B-M / OHT richttijd: 90 minuten
vraag
antwoord
vraag
antwoord
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
c d c b b c c d a b d d b a d
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
a c d c c c a d c c b b a b b
Uitslag = 10 - aantal fouten A 9 / (30 - 0.25 A 30) Waarbij 0,25 de gokkans vertegenwoordigt en 30 staat voor het aantal vragen in dit proeftentamen De uitslag dient u rekenkundig af te ronden naar een geheel getal 18 vragen goed ==> uitslag 5 19 vragen goed ==> uitslag 6