Katholi eke Hogesc hool Zuid-West-Vl aander en STUDIEGEBIED ONDERWIJS departement PHO Beernegemstraat 10 8700 Tielt tel.: (051)40 02 40 fax: (051)40 89 13 e-mail:
[email protected] url. http//www.katho.be/pho
BALO/BAKO/OHO
Basiskennis PowerPoint 2007 Module 1: Gebruikersomgeving
academiejaar 2008-2009
Xavier Vandenberghe
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 1: De gebruikersomgeving 1 - 1
1.
Inleiding PowerPoint is één van de meest gebruikte programma’s voor het maken van professioneel uitziende presentaties. Je kan met PowerPoint presentaties maken waarin je tekst, grafieken, tabellen, tekeningen, beeldfragmenten en geluid opneemt. Presentaties spelen een steeds belangrijkere rol omdat men beelden gebruikt om zijn toehoorders te boeien. Een presentatie gemaakt in PowerPoint kan worden afgespeeld op een computer of ze kunnen afgedrukt worden. PowerPoint is een Windows toepassing en daarom wordt verondersteld dat je de basishandelingen voor het werken met Windows onder de knie heeft. In deze handleiding worden de basishandelingen voor de opmaak van een presentatie en voor het werken met PowerPoint aangeleerd. Wil je echter alle facetten van PowerPoint doorgronden, dan kan je voldoende boeken in de boekenwinkel vinden welke je daarbij helpen.
2.
Bezin vooraleer je begint Bereid eerst je presentatie altijd voor op papier. Eenmaal de inhoud op papier kan je nadenken over hoe je de begeleidende presentatie kan opvatten. Niet alleen de inhoud van een presentatie is belangrijk. Je moet ook rekening houden met de opmaak (lay-out). Daarom enkele regels: Regel 1: wees kort en bondig Beperk het aantal woorden, Breng informatie over in bijv. een grafiek, afbeelding of organigram Veel te vaak zien we nog teveel tekst (o.a. gehele alinea’s,…) op dia’s. Regel 2: besteed aandacht aan de leesbaarheid van de tekst Enkele vuistregels Minimale lettergrootte: 22 punten, Liefst 30 Lettertype: Gebruik goed leesbare lettertypen - vermijd zeer smalle lettertypen. Gebruik bijvoorbeeld het lettertype Arial. Verdeel tekst over meerdere dia’s i.p.v. van gebruik te maken van kleinere lettertypes, om alle tekst op één dia te brengen. Het papierformaat van transparanten is best landscape, met maximaal 10 à 12 lijnen erop. Iedereen ergert zich als je dia’s gebruikt die kopieën zijn van het blad uit de cursus. De tekst is totaal onleesbaar als je op de derde rij zit, op vijf meter van het doek. Regel 3: zorg voor samenhang tussen de dia’s. Deze samenhang kan je bereiken door eenzelfde achtergrondstijl te gebruiken, eenzelfde lettertype, puntgrootte en kenmerken te gebruiken, beperk het aantal soorten diaovergangen evenals het aantal animaties in je dia
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 1: De gebruikersomgeving 1 - 2
3.
Doelstelling •
4.
Kennismaken met de gebruikersomgeving van PowerPoint.
De gebruikersomgeving 4.1
Het startscherm Open het programma PowerPoint 2007 via het startmenu of via het icoontje op je bureaublad.
PowerPoint opent een nieuwe presentatie. Je krijgt volgend beeld.
1 2
3
4
5
7 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Office-knop Snelmenu Knoppenmenu-Lint Dia-overzicht Diaweergave Werkbalk weergave Notitiepagina
6
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 1: De gebruikersomgeving 1 - 3
4.2
De PowerPoint werkomgeving
In dit onderdeel van de cursus bespreken we de verschillende functies van de werkomgeving. We beperken ons tot een algemene opsomming en zullen verder in de cursus specifieker dingen bespreken. 4.2.1
De Titelbalk
Bovenaan de werkomgeving tref je de titelbalk aan.
In de titelbalk staat de bestandsnaam van de presentatie genoteerd. Wanneer je PowerPoint opstart wordt standaard de bestandsnaam Presentatie1 genoteerd. Indien je dus je presentatie opslaat onder een andere naam, vind je hier die naam terug. Rechts in de titelbalk tref je diverse knoppen die je ongetwijfeld kent van andere programma’s: minimaliseren ( ), maximaliseren ( ), normaal venster ( ), venster sluiten ( ).
4.2.2
De Office-knop
De titelbalk bevat nog meer informatie. Aan de linkerkant vind je een grote knop met het logo van MS Office: de Office-knop. Deze knop bevat heel wat belangrijke informatie: je kan er bestanden mee openen of opslaan; je kan er bestanden mee afdrukken, enz. We bekijken de belangrijkste functies. Beweeg met je muiscursor over de knop. Je krijgt volgend beeld:
Klik met je linkermuisknop éénmaal op de Office-knop. Je krijgt volgend beeld:
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 1: De gebruikersomgeving 1 - 4
Het pop-upscherm is ingedeeld in twee helften. Aan de linkerkant vind je een keuzemenu. Aan de rechterkant vind je een aantal opties die afhankelijk van je keuze wijzigen. We beperken ons voorlopig tot een algemene opsomming van de onderdelen uit de linkerhelft.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 1: De gebruikersomgeving 1 - 5
Nieuw: Klik hier om een nieuwe presentatie te starten
Openen: Klik hier om een bestaande presentatie te openen
Opslaan: Klik hier om een presentatie op te slaan.
Opslaan als: Klik hier om een presentatie op te slaan onder een bepaalde naam of bepaalde vorm.
Afdrukken: Klik hier om een presentatie te printen.
Voorbereiden: Klik hier om een document te beveiligen.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 1: De gebruikersomgeving 1 - 6
Verzenden: Klik hier om een PowerPoint te versturen via
Distribueren: Klik hier om een presentatie op cd-rom te
e-mail.
branden of naar Word te kopiëren.
Sluiten: Klik hier om je presentatie te sluiten.
Je merkt dat er onderaan het dropdwonmenu nog twee functies zijn: 1. PowerPoint afsluiten. 2. Opties voor PowerPoint. Verder in de cursus bekijken we de specifieke mogelijkheden van deze functies en van de gehele Office-knop (zie module 2).
4.2.3
Het snelmenu
Naast de Office-knop vind je in de titelbalk nog een aantal andere mogelijkheden in het snelmenu. Dankzij dit menu kan je via het klikken op een icoontje snel een bepaald commando uitvoeren. Standaard vind je er drie mogelijkheden: 1. Een presentatie opslaan. 2. Ongedaan maken 3. Herhalen Zoals elk menu kan je ook dit snelmenu zelf aanpassen door knoppen te verwijderen en/of toe te voegen. Klik op het pijltje naast ‘Herhalen’. Er opent zich een nieuw menu waarbij je zelf knoppen kan aan- of afvinken. In module 3 bespreken we de werking van dit snelmenu uitvoerig.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 1: De gebruikersomgeving 1 - 7
4.2.4
Het knoppenmenu-het lint
Dit menu is zowat het centrale commandocentrum van PowerPoint. Via dit menu kan je je presentatie vorm en inhoud geven. Ook hier beperken we ons tot een opsomming van de algemene functies.
Het menu START
Het menu INVOEGEN
Het menu ONTWERPEN
Het menu ANIMATIES
Het menu DIAVOORSTELLING
Het menu CONTROLEREN
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 1: De gebruikersomgeving 1 - 8
Het menu BEELD
Het menu INVOEGTOEPASSINGEN
Het menu ONTWIKKELAARS
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 1: De gebruikersomgeving 1 - 9
4.2.5
Dia-overzicht
In dit luik van het startscherm vind je een overzicht van alle dia’s die je aanmaakt in je presentatie. Het overzicht kan je op twee manieren oproepen: Via het tabblad ‘Dia’s’
Via het tabblad ‘Overzicht’
In het tabblad ‘overzicht’ kan je elke dia een titel geven. Deze titel verschijnt automatisch op je dia in de diaweergave. Een titel geven doe je door met je linkermuisknop naast de dia in het tabblad ‘overzicht’ te klikken. 4.2.6
Diaweergave
Op het centrale deel van je scherm zie je de dia die je op dat moment aan het bewerken bent. Hier voeg je dus tekst, afbeeldingen, animaties, geluiden, enz. toe. Een voorbeeld:
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 1: De gebruikersomgeving 1 - 10 4.2.7
Werkbalkweergave
De werkbalk vind je onderaan rechts van je scherm. De werkbalk bestaat uit de volgende elementen:
1. 2. 3. 4. 5.
Normale diaweergave Diasorteerder Start diavoorstelling In- en uitzoomen Aanpassen dia aan het huidige venster
Bij de optie ‘diasorteerder’ krijg je een overzicht van alle dia op 1 scherm. Een voorbeeld:
Wil je een bepaalde dia bewerken, dubbelklik dan op de bewuste dia. 4.2.8
Notitiepagina
Je kan hier notities noteren bij je dia. Die kan u eventueel later uitprinten als handleiding bij het geven je presentatie voor publiek.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 1: De gebruikersomgeving 1 - 11
Inhoud 1. 2. 3. 4.
Inleiding ..................................................................................................................................... 1 Bezin vooraleer je begint .......................................................................................................... 1 Doelstelling ................................................................................................................................ 2 De gebruikersomgeving ........................................................................................................... 2 4.1 HET STARTSCHERM ................................................................................................ 2 4.2 DE POWERPOINT WERKOMGEVING ........................................................................ 3 4.2.1 De Titelbalk .................................................................................................... 3 4.2.2 De Office-knop ............................................................................................... 3 4.2.3 Het snelmenu .................................................................................................. 6 4.2.4 Het knoppenmenu-het lint .............................................................................. 7 4.2.5 Dia-overzicht.................................................................................................. 9 4.2.6 Diaweergave .................................................................................................. 9 4.2.7 Werkbalkweergave ....................................................................................... 10 4.2.8 Notitiepagina................................................................................................ 10
Katholi eke Hogesc hool Zuid-West-Vl aander en STUDIEGEBIED ONDERWIJS departement PHO Beernegemstraat 10 8700 Tielt tel.: (051)40 02 40 fax: (051)40 89 13 e-mail:
[email protected] url. http//www.katho.be/pho
BALO/BAKO/ZOLO/ZOKO
Basiskennis PowerPoint 2007 Module 2: De Office-knop
academiejaar 2008-2009
Xavier Vandenberghe
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 2: De Office-knop 1 - 1
1.
Inleiding
PowerPoint is één van de meest gebruikte programma’s voor het maken van professioneel uitziende presentaties. Je kan met PowerPoint presentaties maken waarin je tekst, grafieken, tabellen, tekeningen, beeldfragmenten en geluid opneemt. Presentaties spelen een steeds belangrijkere rol omdat men beelden gebruikt om zijn toehoorders te boeien. Een presentatie gemaakt in PowerPoint kan worden afgespeeld op een computer of ze kunnen afgedrukt worden. PowerPoint is een Windows toepassing en daarom wordt verondersteld dat je de basishandelingen voor het werken met Windows onder de knie heeft. In deze handleiding worden de basishandelingen voor de opmaak van een presentatie en voor het werken met PowerPoint aangeleerd. Wil je echter alle facetten van PowerPoint doorgronden, dan kan je voldoende boeken in de boekenwinkel vinden welke je daarbij helpen.
2. •
Doelstelling De functies van de Office-knop leren gebruiken: o Een nieuw bestand beginnen. Vanuit een lege presentatie Vanuit een sjabloon Vanuit een thema Vanuit een sjabloon op Office Online o Een bestaand bestand openen. o Een bestand opslaan. Als een PowerPoint-presentatie Als een PowerPoint-voorstelling. Als een PowerPoint 97-2003-presentatie. o Een bestand afdrukken. Met opties Via snel afdrukken Met gebruik van een pagina-voorbeeld o Een bestand publiceren. Via cd-rom Via een map o Een bestand sluiten o PowerPoint afsluiten.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 2: De Office-knop 1 - 2
3.
De onderdelen van de Office-knop
De Office-knop heeft de volgende onderdelen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Nieuw Openen Opslaan Opslaan als Afdrukken Voorbereiden Verzenden Publiceren Sluiten Opties voor PowerPoint PowerPoint afsluiten
In deze cursus beperken we ons tot een bespreking van de belangrijkste functies. De volgende items komen niet aan bod: 1. Voorbereiden 2. Verzenden 3. Opties voor PowerPoint
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 2: De Office-knop 1 - 3
4.
Nieuw
Deze functie laat toe om een nieuwe presentatie in PowerPoint te starten. Je hebt hierbij de mogelijkheid om te starten vanuit een lege presentatie (1 witte lege dia), vanuit een sjabloon (een voorgeprogrammeerde presentatie waar je alleen de inhoud moet veranderen) of een thema (1 dia die naar vorm is opgemaakt). We geven van elke functie een voorbeeld.
4.1
Een presentatie starten vanuit een lege dia
4.2
Klik op de Office-knop.
Klik op ‘Nieuw’.
Klik op ‘Leeg en onlangs geopend’.
Klik op ‘Lege presentatie’. Klik op ‘Maken’.
Je hebt nu een lege presentatie geopend bestaande uit 1 lege witte dia. Je kan nu van hieruit zelf je presentatie opmaken en inhoud geven.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 2: De Office-knop 1 - 4
4.2 Een presentatie starten vanuit een sjabloon.
4.3 Klik op de ‘Office-knop’.
Klik op ‘Nieuw’.
Klik op ‘Geïnstalleerde sjablonen’.
Klik op ‘Modern fotoalbum’. Klik op ‘Maken’.
Er opent een sjabloon van een fotoalbum waarbij je enkel nog de inhoud hoeft aan te passen (foto’s en tekst vervangen).
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 2: De Office-knop 1 - 5
4.3 Een presentatie starten vanuit een thema.
Klik op de ‘Office-knop’.
4.4
Klik op ‘Geïnstalleerde thema’s’.
Klik op ‘Nieuw’.
Klik op het thema ‘Module’. Klik op ‘Maken’.
Je start een presentatie vanuit 1 dia die reeds is opgemaakt volgens een thema (bepaald achtergrondkleur, letterkleur, teksttype, enz.). Telkens je een nieuwe dia invoegt, zal deze volgens hetzelfde thema worden opgemaakt.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 2: De Office-knop 1 - 6
4.4 Een presentatie starten vanuit een sjabloon op Office online. Naast de sjablonen die standaard in PowerPoint zitten, vind je op Office online nog heel wat andere mogelijkheden. Deze sjablonen kan je gratis downloaden en gebruiken. Om deze voorbeelden te ontdekken, klik je op één van de items in de linkerkolom onder ‘Microsoft Office Online’. Je komt dan automatisch op de site van Office terecht.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 2: De Office-knop 1 - 7
5.
Openen
Met deze functie kan je een reeds bestaande presentatie openen om ze te wijzigen of te bekijken.
Klik op de ‘Office-knop’.
Klik op ‘Openen’.
Selecteer je presentatie.
Klik op ‘Openen’.
Je bestaande presentatie opent, klaar om ze te bewerken of te bekijken.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 2: De Office-knop 1 - 8
6.
Opslaan
Kies deze functie als je je presentatie wil opslaan. Vergeet niet om regelmatig je presentatie tussendoor op te slaan! Als je al een naam voor je presentatie hebt gekozen, zal hij je presentatie automatisch onder deze naam opslaan.
7.
Opslaan als
Als je je presentatie onder een bepaalde vorm of onder een bepaalde naam wil opslaan, kies je best de functie ‘opslaan als’. We bekijken hier de belangrijkst drie mogelijkheden: 1. Opslaan als PowerPoint-presentatie 2. Opslaan als PowerPoint-voorstelling 3. Opslaan als PowerPoint 97-2003-presentatie
7.1
Opslaan als PowerPoint-presentatie
7.2
Klik op de ‘Office-knop’.
Selecteer ‘Opslaan als’ (niet klikken).
Klik op ‘PowerPoint-presentatie’.
Kies een naam en een locatie. Klik op ‘Opslaan’. De extensie van je bestand is altijd .pptx
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 2: De Office-knop 1 - 9
7.2 Opslaan als PowerPoint-voorstelling Het verschil tussen een PowerPoint-presentatie en een PowerPoint-voorstelling is eenvoudig. Een PowerPoint-voorstelling opent altijd in de modus ‘diavoorstelling’. Als je dus een PowerPoint-voorstelling opent via Windows dan speelt de presentatie onmiddellijk af. Als je een PowerPoint-presentatie opent via Windows dan opent het programma PowerPoint zich. Het verschil tussen beide zie je ook in de extensie van je bestandsnaam: 1. Bij een PowerPoint-presentatie: oefening1.pptx 2. Bij een PowerPoint-voorstelling: oefening1.ppsx
Klik op de ‘Office-knop’.
Selecteer ‘Opslaan als’ (niet klikken).
Klik op ‘PowerPoint-voorstelling’.
Kies een naam en een locatie. Klik op ‘Opslaan’. De extensie van je bestand is altijd .ppsx
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 2: De Office-knop 1 - 10
7.3
Opslaan als PowerPoint 97-2003-presentatie
PowerPoint is geen nieuw programma. Ondertussen bestaan er al verschillende versies van. De overgang van versie 2003 naar versie 2007 bracht niet alleen heel wat nieuwe mogelijkheden met zich mee. Meteen werd ook gekozen voor een nieuw soort bestandsformaat. Een presentatie opslaan in versie 2007 zorgt er dus voor dat andere gebruikers die een oudere versie van PowerPoint hebben het bestand niet meer kunnen openen1. Wie bijv. een PowerPoint 2003 op zijn computer heeft staan, zal standaard een 2007-bestand niet kunnen openen. Je merkt dit bijv. op in de extensie die men gebruikt. Als je een bestand opslaat in oudere versies van PowerPoint (97-2003) is de extensie .ppt. In PowerPoint 2007 wordt dit .pptx2 Om het uitwisselen van bestanden toch nog mogelijk te maken, kan je in PowerPoint 2007 je presentatie ook opslaan alsof je presentatie is gemaakt in oudere versie. Je bestand krijgt dan de bekende extensie .ppt mee.
Klik op de ‘Office-knop’.
Selecteer ‘Opslaan als’ (niet klikken).
Klik op PowerPoint 97-2003-presentatie.
Kies een naam en een locatie. Klik op ‘Opslaan’. De extensie van je bestand is altijd .ppt
1
Ondertussen bestaat een aangepast programma dat je in Office2003 moet installeren om toch bestanden van de versie 2007 te kunnen openen. Zie: www.microsoft.be 2 In bijv. MS WORD 2007 is dit ook zo.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 2: De Office-knop 1 - 11
8.
Afdrukken
Bij het afdrukken van je presentatie heb je drie mogelijkheden: 1. Afdrukken 2. Snel afdrukken 3. Afdrukvoorbeeld
8.1
Afdrukken
Als je kiest voor deze optie zal een nieuw menu openen waarin je de mogelijkheid krijgt om een aantal keuzes te maken. Klik op de ‘Office-knop’. Selecteer ‘Afdrukken’. Klik op ‘Afdrukken’. Kies hier je printer (automatisch kiest de computer de standaardprinter). Kies welke dia’s je wil afdrukken.
Kies het aantal exemplaren.
Kies wat je wil afdrukken: -
Dia’s: je drukt 1 dia per pagina af.
-
Hand-outs: je drukt meerdere dia’s af op 1 bladzijde. Je kan kiezen hoeveel dia’s per pagina je wil afdrukken.
-
Notitiepagina’s: je drukt 1 dia per pagina af met je notitie’s erbij.
-
Overzicht: je drukt een algemeen overzicht af van je presentatie.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 2: De Office-knop 1 - 12
8.2
Snel afdrukken
Het programma print automatisch en onmiddellijk de presentatie af. Hij print 1 dia per pagina.
8.3
Afdrukvoorbeeld
Het programma toont hoe je uitprint eruit zal zien. Indien je tevreden bent, kan je onmiddellijk printen. Het afdrukvoorbeeld kan je ook gewoon terug sluiten.
9.
Publiceren
Om een PowerPoint-presentatie te kunnen bekijken, heb je in principe het programma PowerPoint nodig. Niet alle computers beschikken over dit programma. Indien je dus een presentatie moet gaan geven op een locatie waar geen PowerPoint is, sta je voor het probleem dat je je presentatie niet kan openen. Dit probleem kan je verhelpen dankzij de PowerPointviewer. Deze viewer is een programmaatje dat toelaat om zonder het programma PowerPoint toch naar een presentatie te kijken. Je hebt nu twee mogelijkheden: 1. Je installeert de PowerPointviewer op een computer zonder het programma PowerPoint. Je kan de viewer gratis downloaden op de website van microsoft: http://www.microsoft.com/downloads/details.aspx?familyid=048DC840-14E1467D-8DCA-19D2A8FD7485&displaylang=nl 2. Je kiest voor zekerheid en je slaat je presentatie op via Publiceren-Inpakken voor cd. We bekijken deze tweede manier wat uitgebreider.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 2: De Office-knop 1 - 13 1. Klik op de ‘Office-knop’. 2. Selecteer ‘Publiceren’ (niet klikken). 3. Klik op de optie ‘Inpakken voor cd’. Je krijgt volgend menu: Kies hier een bepaalde naam voor de cd.
Je kan hier kiezen of je je presentatie naar een map of naar een cd wil kopiëren. Als je je presentatie naar een cd kopiëert moet er uiteraard een lege cd-rom in je schijfstation zitten. Wil je je presentatie naar een map of USB-stick kopiëren, geef je zelf de naam en doellocatie op. Je zal merken dat na het schrijfproces de PowerPointviewer automatisch wordt opgeslaan op je cd of in de map.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 2: De Office-knop 1 - 14
10.
Sluiten
Indien je je bestand wil afsluiten zonder het programma PowerPoint af te sluiten kan je op deze knop klikken.
11.
PowerPoint afsluiten
Indien je het programma PowerPoint wil afsluiten, klik je op deze knop. Uiteraard kan je ook kiezen voor de sneltoets in je titelbalk om het programma af te sluiten.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 2: De Office-knop 1 - 15
12. 1. 2. 3. 4.
Inhoud
Inleiding ..................................................................................................................................... 1 Doelstelling ................................................................................................................................ 1 De onderdelen van de Office-knop .......................................................................................... 2 Nieuw.......................................................................................................................................... 3 4.1 EEN PRESENTATIE STARTEN VANUIT EEN LEGE DIA ............................................... 3 4.2 EEN PRESENTATIE STARTEN VANUIT EEN SJABLOON. ............................................ 4 4.3 EEN PRESENTATIE STARTEN VANUIT EEN THEMA. ................................................. 5 4.4 EEN PRESENTATIE STARTEN VANUIT EEN SJABLOON OP OFFICE ONLINE. ............. 6 5. Openen ....................................................................................................................................... 7 6. Opslaan ...................................................................................................................................... 8 7. Opslaan als ................................................................................................................................ 8 7.1 OPSLAAN ALS POWERPOINT-PRESENTATIE ........................................................... 8 7.2 OPSLAAN ALS POWERPOINT-VOORSTELLING ........................................................ 9 7.3 OPSLAAN ALS POWERPOINT 97-2003-PRESENTATIE ........................................... 10 8. Afdrukken ................................................................................................................................ 11 8.1 AFDRUKKEN ......................................................................................................... 11 8.2 SNEL AFDRUKKEN ................................................................................................ 12 8.3 AFDRUKVOORBEELD ............................................................................................ 12 9. Publiceren ................................................................................................................................ 12 10. Sluiten .................................................................................................................................. 14 11. PowerPoint afsluiten .......................................................................................................... 14
Katholi eke Hogesc hool Zuid-West-Vl aander en STUDIEGEBIED ONDERWIJS departement PHO Beernegemstraat 10 8700 Tielt tel.: (051)40 02 40 fax: (051)40 89 13 e-mail:
[email protected] url. http//www.katho.be/pho
BALO/BAKO/ZOLO/ZOKO
Basiskennis PowerPoint 2007 Module 3: Het snelmenu
academiejaar 2008-2009
Xavier Vandenberghe
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 3: Het snelmenu 1 - 1
1.
Inleiding
In deze handleiding worden de basishandelingen voor de opmaak van een presentatie en voor het werken met PowerPoint aangeleerd. Wil je echter alle facetten van PowerPoint doorgronden, dan kan je voldoende boeken in de boekenwinkel vinden welke je daarbij helpen.
2. •
Doelstelling De functies van het snelmenu leren gebruiken: o Knoppen toevoegen en verwijderen op het snelmenu. o Het lint verplaatsen en minimaliseren.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 3: Het snelmenu 1 - 2
3.
De onderdelen van het snelmenu
Dankzij het snelmenu boven de pagina kan je vrij snel bepaalde functies activeren. Wil je bijv. je bestand opslaan dan hoef je dit niet noodzakelijk via de Office-knop te doen. Klik je op het icoontje van de diskette in het snelmenu dan sla je eveneens je presentatie op. Het snelmenu heeft standaard de volgende onderdelen: 1. Opslaan 2. Ongedaan maken 3. Herhalen
Uiteraard kan je dit snelmenu aanpassen aan je eigen wensen. In dit deel bespreken we niet de specifieke functies van de iconen. We bespreken wel hoe we dit snelmenu kunnen aanpassen. We kunnen alvast de tip geven om alleen die functies in deze balk op te nemen die je echt heel veel gebruikt.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 3: Het snelmenu 1 - 3
4. snelmenu
Knoppen toevoegen of verwijderen aan het
Klik op het pijltje naast het snelmenu. Je krijgt volgend beeld.
Het toevoegen of verwijderen van knoppen kan je heel eenvoudig doen door het aan- of afvinken van bepaalde functies. Wil je bijv. het ‘snel afdrukken’ toevoegen aan je snelmenu doen doe je het volgende: Open het menu ‘Werkbalk Snelle toegang aanpassen’. Klik op ‘Snel afdrukken’. Automatisch wordt een printknop aan je snelmenu toegevoegd.
Het uitschakelen van bepaalde functies kan dus gewoon door het afvinken van die functies in dezelfde lijst. In de lijst staan vanzelfsprekend niet alle functies van PowerPoint. Je kan nog meer functies opnemen in je snelmenu. Dat doe je via het item ‘Meer opdrachten’ dat je onderaan het menu vindt.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 3: Het snelmenu 1 - 4
5.
Meer opdrachten Klik op ‘Meer opdrachten’.
Je krijgt volgend scherm:
Je merkt dat de lijst van functies heel wat langer is. Als je een nieuwe functie wil toevoegen, doe je het volgende: Klik op de functie die je wenst in te voegen. De functie licht blauw op. Klik op de knop ‘Toevoegen’. De functie verschijnt in de lijst aan de rechterkant en is meteen toegevoegd aan je snelmenu. Klik op ‘OK’.
Het verwijderen van knoppen kan op dezelfde manier. Selecteer in de rechterkolom een bepaalde functie en klik op de knop ‘Verwijderen’.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 3: Het snelmenu 1 - 5
En alsof je nog geen keuze genoeg hebt, kan je nog heel wat andere functies activeren.
Klik op het pijltje naast ‘Populaire opdrachten’. Er opent zich een nieuw menu. Afhankelijk van de knoppen die je wil toevoegen aan je snelmenu maak je een bepaalde keuze uit de lijst. Hoe langer de lijst, hoe langer het menu Snelknoppen wordt (en misschien ook minder overzichtelijk).
6.
Onder het lint weergeven
Je kan ook de plaats van je snelmenu aanpassen. Standaard staat je snelmenu helemaal bovenaan je beeld. Indien je dit wenst, kan je het naar onderen verplaatsen. Klik op het pijltje van het snelmenu. Klik op ‘Onder het lint weergeven’. Het snelmenu vind je nu onder de knoppenbalk (het lint).
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 3: Het snelmenu 1 - 6
7.
Het lint minimaliseren
Het lint bestaat uit een aantal tabbladen met daarbij telkens een knoppenbalk. Je kan de knoppenbalk uitschakelen en alleen het tabblad overhouden indien je dit wenst. Klik op het pijltje van het snelmenu. Klik op ‘Het lint minimaliseren’. De knoppen verdwijnen en je houdt enkel de tabbladen over. Met geminimaliseerd lint: de knoppen zijn verdwenen en alleen de tabbladen blijven over. Klik je op een tabblad, dan komt de knoppenbalk terug tevoorschijn.
Zonder geminimaliseerd lint: de knoppen zijn terug zichtbaar.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 3: Het snelmenu 1 - 7
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Inleiding ..................................................................................................................................... 1 Doelstelling ................................................................................................................................ 1 De onderdelen van het snelmenu ............................................................................................ 2 Knoppen toevoegen of verwijderen aan het snelmenu ......................................................... 3 Meer opdrachten ....................................................................................................................... 4 Onder het lint weergeven ......................................................................................................... 5 Het lint minimaliseren ............................................................................................................... 6
Katholi eke Hogesc hool Zuid-West-Vl aander en STUDIEGEBIED ONDERWIJS departement PHO Beernegemstraat 10 8700 Tielt tel.: (051)40 02 40 fax: (051)40 89 13 e-mail:
[email protected] url. http//www.katho.be/pho
BALO/BAKO/ZOLO/ZOKO
Basiskennis PowerPoint 2007 Module 4: Het lint
academiejaar 2008-2009
Xavier Vandenberghe
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 4: Het Lint 1 - 1
1.
Inleiding
In deze handleiding worden de basishandelingen voor de opmaak van een presentatie en voor het werken met PowerPoint aangeleerd. Wil je echter alle facetten van PowerPoint doorgronden, dan kan je voldoende boeken in de boekenwinkel vinden welke je daarbij helpen.
2.
Het Lint
In tegenstelling tot PowerPoint 2003 werkt de versie 2007 nauwelijks nog met dropdownmenu’s. Dit betekent dat de meeste functies in knoppen zijn omgezet die je in ‘het Lint’ kan terugvinden. Het Lint vind je bovenaan je scherm in de vorm van tabbladen.
Een overzicht van alle tabbladen kwam aan bod in module 1. We willen wel nog meegeven dat het Lint een dynamisch gegeven is. Dit betekent dat niet alle tabbladen constant zichtbaar zijn. Voeg je bijv. een afbeelding toe aan je presentatie dan zal je merken dat er een nieuw tabblad wordt getoond. Bijvoorbeeld:
In dit voorbeeld werd na het invoegen van de afbeelding een nieuw tabblad ‘Opmaak’ ingevoegd bovenaan de pagina.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 4: Het Lint 1 - 2
Elk tabblad bestaat uit een aantal sectoren. Zo vind je bijvoorbeeld in het tabblad ‘Start’ de sectoren:
Klembord
Dia’s
Lettertype
Alinea
In de volgende modules bespreken we de functies van het Lint.
Tekenen
Bewerken
Katholi eke Hogesc hool Zuid-West-Vl aander en STUDIEGEBIED ONDERWIJS departement PHO Beernegemstraat 10 8700 Tielt tel.: (051)40 02 40 fax: (051)40 89 13 e-mail:
[email protected] url. http//www.katho.be/pho
BALO/BAKO/ZOLO/ZOKO
Basiskennis PowerPoint 2007 Module 5: Het tabblad ‘Start’
academiejaar 2008-2009
Xavier Vandenberghe
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 5: Het tabblad ‘Start’ 1 - 1
1.
Inleiding
In deze module raak je vertrouwd met de belangrijkste functies van het tabblad ‘Start’.
2.
Het tabblad ‘Start’
Elk tabblad is op zijn beurt onderverdeeld in verschillende sectoren. Voor het tabblad ‘Start’ zijn deze: 1. Klembord 2. Dia’s 3. Lettertype 4. Alinea 5. Tekenen 6. Bewerken Het onderdeel ‘Klembord’ en ‘Berwerken’ komen in deze cursus niet aan bod. We veronderstellen dat je deze functies kent vanuit andere toepassingen. We beginnen onze ontdekkingstocht dus bij het onderdeel ‘Dia’s’.
2.1
Dia’s
Dit onderdeel bestaat uit: Nieuwe dia’s toevoegen
De indeling van dia’s aanpassen Dia’s opnieuw instellen Dia’s verwijderen
2.1.1
Invoegen nieuwe dia’s
Aangezien een presentatie meestal uit meerder dia’s bestaat, beginnen we bij het invoegen van een aantal nieuwe dia’s. We gebruiken hiervoor de knop ‘nieuwe dia’. Als je met je muiscursor over de knop beweegt, zal je meteen merken dat deze knop eigenlijk uit twee helften bestaat. 1. Klik je op de afbeelding dan wordt er automatisch een nieuwe dia ingevoegd. 2. Klik je op ‘Nieuwe dia’ dan opent er een nieuw menu.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 5: Het tabblad ‘Start’ 1 - 2 We bespreken de twee mogelijkheden kort: Klik je op de bovenste helft van de knop dan voeg je onmiddellijk een nieuwe dia toe aan je presentatie.
Klik je op de onderste helft van de knop dan opent een menu met nieuwe keuzemogelijkheden. Je hebt nu de keuze om een dia toe te voegen met een bepaalde dia-indeling. Kies je bijv. voor ‘Titel en object’ dan voegt PowerPoint een dia aan je presentatie doe waarbij je gemakkelijk een titel en een object (afbeelding, geluid, film, grafiek, enz.) kan toevoegen. Wil je bijv. een dia met alleen een titel dan klik je op ‘Alleen titel’.
Naast het invoegen van nieuwe dia’s is het ook mogelijk om dia’s gewoon te kopiëren. Je gebruikt hiervoor de functie ‘Geselecteerde dia’s dupliceren’.
Vooraleer je dia’s kan dupliceren moet je ze natuurlijk eerst selecteren zodat PowerPoint weet welke dia’s moeten worden gekopieerd. Doe het volgende:
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 5: Het tabblad ‘Start’ 1 - 3 1. Selecteer de dia(‘s) die je wil kopiëren. Je kan meerdere dia’s tegelijk selecteren via CTRL+klikken. 2. Klik op de knop ‘Nieuwe dia’. 3. Klik op ‘Geselecteerde dia’s dupliceren.
De dia’s worden achteraan in je presentatie ingevoegd. De mogelijkheden ‘Dia’s uit overzicht’ en ‘Dia’s opnieuw gebruiken’ bespreken we niet.
2.1.2
Indeling
Bij het invoegen van een nieuwe dia kies je al dan niet een bepaalde indeling. Je kiest bijv. voor een ‘Titeldia’ of een dia met ‘Alleen titel’ of een dia met ‘Titel en object’. Je kan achteraf deze indeling nog altijd aanpassen. Stel bijv. dat je bij een dia met ‘Alleen titel’ toch beslist om er een afbeelding bij te zetten dan kan je dit via de knop ‘Indeling’ makkelijk aanpassen.
2.1.3
Verwijderen
Een dia verwijderen uit je presentatie kan door op de knop ‘Verwijderen’ te klikken.
Zelf vind ik het eenvoudiger om gewoon in het dia-overzicht een dia te selecteren en te klikken op de delete-toets.
2.2
Lettertype
Dit menu hoeft weinig uitleg. Je kan de opmaak van de tekst wijzigen door in een tekstvak te klikken. We geven kort een overzicht van de verschillende mogelijkheden.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 5: Het tabblad ‘Start’ 1 - 4 Lettertype
Lettergrootte
Tekengrootte
Tekstopmaak
aanpassen
aanpassen
aanpassen
wissen
Opmaak aanpassen: vet, cursief,
Tekstkleur.
onderlijnen, doorhalen, met schaduw, tekenafstand, hoofdlettergebruik.
2.3
Alinea
Ook dit menu hoeft weinig uitleg. Je kan de alinea van een tekst wijzigen door de te klikken in een alinea van een tekstvak. We geven ook hier een kort overzicht van de verschillende mogelijkheden. Opsommingstekens of – Lijstniveau aanpassen
Regelafstand
Tekstrichting
nummering invoegen
aanpassen
aanpassen
Tekst uitlijnen
Kolommen invoegen
Converteren naar SmartArt
Met de functie “Converteren naar SmartArt” krijg je de mogelijkheid om op een snelle manier mooie diagrammen aan je presentatie toe te voegen. We geven een voorbeeld. 1. In je presentatie komt een dia met een opsomming voor.
2. Je selecteert het tekstvak. 3. Je klikt op “Converteren naar SmartArt”.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 5: Het tabblad ‘Start’ 1 - 5 4. Je kiest een bepaald diagram.
5. Je hebt meteen een mooi overzicht.
2.4
Tekenen
Dit onderdel bestaat uit: Vormen selecteren
Objecten schikken op je dia
Snelle vormgeving van objecten Vormen opvullen De omtrek van de vorm aanpassen Vormeffecten toevoegen
2.4.1
Vormen selecteren
Aan je presentatie kan je allerlei vormen toevoegen. Om een overzicht te krijgen van de verschillende soorten vormen, klik je op het pijltje onderaan.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 5: Het tabblad ‘Start’ 1 - 6 Bovenaan vind je de vormen die je het laatst hebt aangeklikt. Tussenin vind je allerlei soorten lijnen, rechthoeken, driehoeken, stroomdiagrammen, enz. Onderaan vind je de actieknoppen. Aan deze vorm hangt een bepaalde actie vast. Klik je bijv. in je presentatie op de pijl dan ga je naar de volgende dia. Je merkt ook dat elke vorm een specifieke naam heeft. Vergeet niet dat een tekstvak ook als vorm wordt beschouwd!
Om een vorm in te voegen in je presentatie doe je het volgende.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 5: Het tabblad ‘Start’ 1 - 7 1.
Klik op de vorm die je wil invoegen. We kiezen in dit geval voor ‘gestreepte PIJL-RECHTS’.
2.
Op je dia verandert je muisaanwijzer in een kruisje.
3.
Ga op de plaats staan in je dia waar je de vorm wil
+
invoegen. Hou je linkermuisttoets ingedrukt en sleep de vorm open.
4.
Alle vormen kan je op deze manier op je dia tekenen.
De parameters van je vorm kan je altijd aanpassen: grootte, plaats op je dia, kleur, lijnstijl, enz. We bekijken hoe we dit kunnen doen aan de hand van onze voorbeeldpijl. Het aanpassen van de vorm kan je via het tabblad ‘Opmaak’ dat ondertussen is verschenen in het Lint. Wij opteren ervoor om de knoppen te gebruiken van de sector ‘Tekenen’ in het tabblad ‘Start’.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 5: Het tabblad ‘Start’ 1 - 8
2.4.2
Vormen aanpassen
2.4.2.1
Snelle stijlen
Als je je vorm snel wil aanpassen, kan je gebruik maken van de knop ‘Snelle stijlen’.
1.
Selecteer je vorm door er éénmaal op te klikken (er verschijnt een kader rond).
2.
Klik op de knop ‘Snelle stijlen’. Er verschijnt een menu met allerlei combinatiemogelijkheden.
3.
Als je met je muiscursor beweegt over de verschillende combinaties zie je dat je vorm op de dia automatisch verandert. Dit is erg handig omdat je onmiddellijk het resultaat ziet.
4.
Klik op de gewenste combinatie. De opmaak van de pijl wijzigt (Subtiel effect – Accent 1).
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 5: Het tabblad ‘Start’ 1 - 9
2.4.2.2
De grootte van de vorm aanpassen
Het aanpassen van de vormgrootte is vrij eenvoudig. Als je op de vorm klikt, merk je dat er een kader rond de vorm verschijnt met zes handvaten (op de hoeken vier cirkels en in het midden, vier vierkanten). Hou je linkermuistoets ingedrukt en versleep de handvaten tot je de gewenste grootte bereikt.
2.4.2.3
De oriëntatie van de vorm aanpassen
Als je op de vorm klikt, verschijnt er boven de vorm een groene cirkel. Met deze cirkel kan je de oriëntatie van de vorm aanpassen. Ga met je muiscursor op de groene cirkel staan. Je cursor verandert in een cirkel met een pijltje. Hou je linkermuistoets ingedrukt en verleep de cursor. Je vorm draait mee in dezelfde richting.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 5: Het tabblad ‘Start’ 1 - 10
2.4.2.4
De vorm zelf aanpassen
Als je op de vorm klikt, verschijnen er twee gele ruiten. Met deze ruiten kan je de vorm aanpassen.
Ga met je muiscursor op een gele ruit staan. Versleep de ruit naar beneden of boven (of links of rechts). Je merkt dat de vorm van de pijl verandert. Verslepen van de gele ruit aan de achterkant van de pijl. Verslepen van de gele ruit aan de bovenkant van de pijl.
2.4.2.5
De opvulling van de vorm aanpassen
De opvulling van de vorm kan je aanpassen via de knop ‘Opvullen van vorm’.
1.
Klik op de vorm.
2.
Klik op de knop ‘Opvullen van vorm’.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 5: Het tabblad ‘Start’ 1 - 11 3.
Maak je keuze. Je kan je vorm opvullen met: a. Een kleur b. Een afbeelding c. Een kleurovergang d. Een patroon
2.4.2.6
De omtrek van de vorm aanpassen
De omtrek van de vorm kan je aanpassen via de knop ‘Omtrek van vrom’.
1.
Klik op de vorm
2.
Klik op de knop ‘Omtrek van vorm’.
3.
Maak je keuze. Je kan kiezen uit: a. De kleur van de lijn. b. De dikte van de lijn. c. Streepjes.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 5: Het tabblad ‘Start’ 1 - 12
2.4.2.7
Effecten toevoegen aan je vorm
Je kan effecten aan je vorm toevoegen via de knop ‘Vormeffecten’.
1.
Klik op de vorm
2.
Klik op de knop ‘Vormeffecten’.
3.
Maak je keuze. Je kan kiezen uit: a. Schaduw b. Weerspiegeling c. Gloed d. Vloeiende randen e. Schuine rand f.
3D-draaiing
Let op: een effect past niet altijd even goed bij een vorm!
2.4.3
Vormen schikken
Dankzij deze functie kan je vormen ordenen, groeperen en plaatsen.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 5: Het tabblad ‘Start’ 1 - 13 2.4.3.1
Vormen ordenen
Wanneer meerdere vormen op je dia staan is het mogelijk om deze in een bepaalde volgorde te plaatsen. Zo kan je bijv. tekst over een afbeelding plaatsen. Aan de hand van deze illustratie kan je het verschil merken:
Hier zit de zon achter de wolk
Hier staat de zon voor de wolk
Om vormen te ordenen maak je gebruik van de knop ‘Schikken’. Je kan vormen: a. Naar de achtergrond verplaatsen: de vorm komt helemaal achteraan te staan. b. Naar de voorgrond verplaatsen: de vorm komt helemaal vooraan te staan. c. Naar achteren verplaatsen: de vorm schuift 1 plaats naar achteren op. d. Naar voren verplaatsen: de vorm schuift 1 plaats naar voren op. We illustreren dit met een voorbeeld. 1.
We voegen vier vormen in op onze dia: een zon, een maan, een ster en een wolk.
2.
We maken de vormen groter en plaatsen de vier vormen over elkaar. Eerst de zon, dan de wolk, dan de maan en als laatste de ster.
3.
We veranderen nu de volgorde van de vormen. We plaatsen de ster helemaal op de achtergrond. Selecteer de ster. Klik op de knop ‘Schikken’. Kies voor ‘naar achtergrond’.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 5: Het tabblad ‘Start’ 1 - 14 Het lijkt of de ster verdwenen is. In feite zit ze gewoon achter de maan, de wolk en de zon. 4.
We plaatsen de zon voor de wolk. Selecteer de zon. Klik op de knop ‘Schikken’. Kies voor ‘naar voren’. De zon staat nu voor de wolk maar blijft achter de maan.
2.4.3.2
Vormen groeperen
Met deze functie kan je verschillende vormen los van elkaar toch groeperen. Deze vormen horen dan samen alsof je 1 vorm hebt. We illustreren opnieuw aan de hand van ons voorbeeld met de zon, de wolk, de maan en de ster. Als je vier vormen invoegt, bestaan ze onafhankelijk van elkaar. Je kan de wolk een andere kleur geven, de vorm van de maan aanpassen, de ster draaien, enz.
We gaan nu de vier vormen groeperen. Selecteer alle vormen1. Klik op de knop ‘Schikken’. Kies voor ‘Groeperen’.
1
Alle vormen selecteren kan door je linkermuistoets ingedrukt te houden en rond alle vormen een blauwe rechthoek te slepen.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 5: Het tabblad ‘Start’ 1 - 15
Je kan de vormen afzonderlijk niet meer aanpassen. De wolk, maan, zon en ster worden als 1 nieuwe vorm beschouwd. De groepering kan je altijd opheffen via ‘Groep opheffen’.
2.4.3.3
Objecten plaatsen
In PowerPoint plaats je vormen meestal met het blote oog ergens op een dia. Indien je nauwkeuriger te werk wil gaan, kan je vormen ook gericht plaatsen. Stel bijv. dat je een afbeelding exact in het midden van je dia wil. Je hebt zes mogelijkheden om je vorm uit te lijnen:
Links uitlijnen
De vorm komt tegen de linkerkant van je dia.
Centreren:
De vorm wordt gecentreerd.
Rechts uitlijnen:
De vorm komt tegen de rechterkant van je dia.
Boven uitlijnen:
De vorm komt tegen de bovenkant van je dia.
Midden uitlijnen:
De vorm komt in het midden van je dia.
Onder uitlijnen:
De vorm komt tegen de onderkant van je dia.
Indien je een voorwerp pal in het midden van de dia wil, kies je voor ‘centreren’ en ‘midden uitlijnen’.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 5: Het tabblad ‘Start’ 1 - 16
Inhoud 1. 2.
Inleiding ..................................................................................................................................... 1 Het tabblad ‘Start’...................................................................................................................... 1 2.1 DIA’S ...................................................................................................................... 1 2.1.1 Invoegen nieuwe dia’s.................................................................................... 1 2.1.2 Indeling .......................................................................................................... 3 2.1.3 Verwijderen .................................................................................................... 3 2.2 LETTERTYPE ........................................................................................................... 3 2.3 ALINEA ................................................................................................................... 4 2.4 TEKENEN ................................................................................................................ 5 2.4.1 Vormen selecteren .......................................................................................... 5 2.4.2 Vormen aanpassen ......................................................................................... 8 2.4.3 Vormen schikken .......................................................................................... 12
Katholi eke Hogesc hool Zuid-West-Vl aander en STUDIEGEBIED ONDERWIJS departement PHO Beernegemstraat 10 8700 Tielt tel.: (051)40 02 40 fax: (051)40 89 13 e-mail:
[email protected] url. http//www.katho.be/pho
BALO/BAKO/ZOLO/ZOKO
Basiskennis PowerPoint 2007 Module 6: Het tabblad ‘Invoegen’
academiejaar 2008-2009
Xavier Vandenberghe
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 6: Het tabblad ‘Invoegen’ 1 - 1
1.
Inleiding
In deze module raak je vertrouwd met de belangrijkste functies van het tabblad ‘Invoegen’.
2.
Het tabblad ‘Invoegen’
Elk tabblad is op zijn beurt onderverdeeld in verschillende sectoren. Voor het tabblad ‘Invoegen’ zijn deze: 1. Tabellen 2. Illustraties 3. Koppelingen 4. Tekst 5. Mediaclips Het tabblad mediaclips bespreken we niet in deze cursus.
2.1
Tabellen
Dit onderdeel bestaat uit: Nieuwe tabel invoegen
Klik op de knop om een tabel in te voegen. Een nieuw menu verschijnt waarbij je de grootte van je tabel (hoeveel rijen en kolommen) kan aanduiden. Je ziet ondertussen je tabel verschijnen op je dia.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 6: Het tabblad ‘Invoegen’ 1 - 2 Na het invoegen van je tabel merk je dat er twee nieuwe tabbladen op het lint zijn verschenen onder de noemer ‘Hulpmiddelen voor tabellen’: 1. Ontwerpen 2. Indeling
Via het tabblad ‘Ontwerpen’ kan je het uitzicht van je tabel aanpassen (kleuren, randen, effecten, enz.) Via het tabblad ‘Indeling’ kan je de grootte en positie van je tabel aanpassen.
2.1.1
Ontwerpen
De stijl van je tabel verzorgen op een vlugge manier kan dankzij het keuzemenu onder de categorie ‘Stijlen voor tabellen’. Klik op het pijltje bij Stijlen voor tabellen. Maak je keuze. Je ziet onmiddellijk het resultaat op je dia verschijnen.
Je kan natuurlijk ook zelf de stijl van je tabel bepalen via de knoppen: a. Randen: bepaal welke lijnen van je tabel zichtbaar/onzichtbaar moeten zijn. b. Arcering: bepaal welke kleur de cellen van je tabel moeten hebben. c. Effecten: bepaal welke effecten je wil toevoegen aan je tabel. Het bepalen van de randen en de arcering van je tabel kan je per cel laten verschillen. Je kan bijvoorbeeld cel 1 een groene achtergrondkleur geven met dikke randen, terwijl cel 5 een gele achtergrondkleur krijgt zonder randen.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 6: Het tabblad ‘Invoegen’ 1 - 3 2.1.2
Indeling
In dit tabblad kan je: a. Rijen en kolommen aanpassen b. Cellen samenvoegen 2.1.2.1
Rijen en kolommen aanpassen
Je kan altijd rijen en kolommen uit je tabel verwijderen of bijvoegen. We geven enkele voorbeelden. Voeg een tabel in. Selecteer een willekeurige cel door erin te klikken. Klik op ‘Hierboven invoegen’
Je merkt dat boven je cel een rij is ingevoegd.
Met de knoppen ‘Hieronder invoegen’, ‘Links invoegen’ en ‘Rechts invoegen’ kan je de grootte van je tabel verder aanpassen. Uiteraard kan je via de knop ‘Verwijderen’ ook rijen en kolommen verwijderen uit je tabel.
2.1.2.2
Cellen samenvoegen
Soms kan het handig zijn om cellen samen te voegen in je tabel. Dit doe je als volgt: Selecteer de cellen die je wil samenvoegen.
Klik op de knop ‘Cellen samenvoegen’
De cellen zijn samengevoegd.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 6: Het tabblad ‘Invoegen’ 1 - 4
2.2
Het tabblad ‘Illustraties’
Een PowerPointpresentatie bevat meestal een aantal illustraties. Via het programma kan je de volgende illustraties toevoegen aan je dia: a. Afbeelding b. Illustraties c. Fotoalbum d. Vormen e. SmartArt f.
Diagram
2.2.1
Afbeelding
Om een afbeelding in te voegen in je dia doe je het volgende: Klik op de knop ‘Afbeelding’.
Selecteer een afbeelding.
Klik op ‘Invoegen’. De afbeelding is ingevoegd op je dia.
Bij het selecteren van je afbeelding zal je merken dat ook deze keer een extra tabblad wordt toegevoegd in het Lint namelijk ‘Opmaak’. Via dit menu kan je je afbeelding bewerken.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 6: Het tabblad ‘Invoegen’ 1 - 5 2.2.1.1
Aanpassen
Klik hier om de
Klik hier om je afbeelding te comprimeren. Comprimeren is handig om
helderheid van
je PowerPointbestand niet té groot te maken, zeker als je veel
je afbeelding aan
afbeeldingen gebruikt.
te passen Klik hier om het
Klik hier om een
contrast aan te
andere
passen.
afbeelding in te voegen in de plaats van de huidige.
Klik hier om de kleuren van je afbeelding aan te passen (bijv.: zwartwit)
2.2.1.2
Afbeeldingstijlen
Dankzij dit onderdeel kan je heel gemakkelijk de afbeelding wat extra ‘glans’ meegeven. Afbeeldingsvorm: de vorm
Afbeeldingsrand: de kleur
Afbeeldingseffecten: een
van je afbeelding aanpassen
en dikte van de rand
effect toevoegen (bijv.
(bijv. een pijl).
aanpassen
gloed).
Als je snel de stijl van je afbeelding wil wijzigen kan je hier een keuze maken door een stijl aan te klikken.
2.2.1.3
Schikken
Zie module 5 voor de bespreking van dit onderdeel.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 6: Het tabblad ‘Invoegen’ 1 - 6
2.2.1.4
Grootte
Dankzij dit onderdeel kan je de grootte van je afbeelding aanpassen. Je kan je figuur bijsnijden Je kan manueel de hoogte en de breedte van de afbeelding instellen.
Een figuur bijsnijden betekent dat je letterlijk een deel van een figuur wegsnijdt. Dit doe je als volgt: Klik op de afbeelding Klik in het tabblad ‘Opmaak’ op de knop ‘bijsnijden’. De handvaten van de afbeelding veranderen in strepen. Je kan nu die handvaten verslepen. Versleep het handvat in de linkerbovenhoek naar binnen. Versleep het handvat in de rechterbenedenhoek naar binnen. De figuur is nu bijgesneden. Het meer is grotendeels verdwenen. Klik opnieuw op de knop ‘Bijsnijden’ om het proces te beëindigen. Vergeet dit niet te doen! Anders blijft deze functie geactiveerd. PowerPoint onthoudt welke stukken van de afbeelding zogezegd verdwenen zijn. Als je de handvaten later terug naar buiten sleept, zal je zien dat je oorspronkelijke afmetingen terug zullen verschijnen.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 6: Het tabblad ‘Invoegen’ 1 - 7
2.2.2
Illustratie
Een illustratie invoegen kan zowel een afbeelding, een geluid als een videofragment zijn. In tegenstelling tot afbeeldingen die automatisch worden ingevoegd vanuit je harde schijf (je eigen collectie) zoekt PowerPoint in dit geval automatisch een illustratie binnen de eigen Office-collectie. Op het internet heeft Microsoft immers een ruime bibliotheek aan beelden en geluiden die door de PowerPoint gebruiker gratis kunnen aangewend worden. Klik op de knop ‘illustraties’ Je merkt dat aan de zijkant van je scherm een nieuw menu verschijnt. Klik hier je zoekterm in. Welke afbeelding, geluid, film zoek je precies? Geef aan in welke collectie PowerPoint mag zoeken. Ik laat de standaard aangeduide collecties. Geef aan welk bestandstype je zoekt: een geluid, een video, een foto… In dit veld verschijnen alle gevonden resultaten.
Via de knop ‘Illustraties op Office Online’ kan je gratis illustraties via de site van Office downloaden en gebruiken. Op hun site vind je een uitgebreide bibliotheek van illustraties allerhande.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 6: Het tabblad ‘Invoegen’ 1 - 8
Om een illustratie in te voegen doe je het volgende: Geef een zoekterm in van een illustratie die je wil zoeken. Bijv.: auto’s. Klik op ‘Starten’. Je krijgt een overzicht van alle illustraties die het programma heeft gevonden. Om de illustratie toe te voegen aan je presentatie, sleep je ze gewoon op je witte lege dia.
De illustratie kan je net zoals een afbeelding of een vorm bewerken via het tabblad ‘Opmaak’ bovenaan het Lint.
2.2.3
Vormen
We verwijzen voor dit onderdeel naar module 5.
2.2.4
SmartArt
In een presentatie komt het vaak voor dat je bepaalde resultaten of processen (vooruitgang boeken) moet bespreken. Het is altijd handig als je dit kan uitleggen aan de hand van een passende afbeelding. Met de SmartArt functie kan je op vrij eenvoudige manier mooie objecten toevoegen aan je presentatie. We geven een paar eenvoudige voorbeelden van SmartArt:
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 6: Het tabblad ‘Invoegen’ 1 - 9
Om een SmartArt-object te maken, doe je het volgende: Klik op de knop ‘SmartArt’. Er verschijnt een nieuw menu.
Kies de categorie
Kies de soort afbeelding die je wil
die je wil invoegen.
invoegen.
Klik op de categorie ‘Proces’. Kies voor de optie ‘verticale punthaaklijst’. Klik op ‘OK’. Je bekomt volgend resultaat:
Hier zie je een voorbeeld.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 6: Het tabblad ‘Invoegen’ 1 - 10 Het aanpassen van de tekst kan op twee manier: 1. Ofwel klik je rechtstreeks in je object op de plaats waar je tekst wil invoegen. 2. Ofwel klik je links op de dubbele pijltjes. Er verschijnt een nieuw menu met daarin het overzicht van de tekst.
Je kan nu nog de tekst aanpassen door in dit menu gewoon de titels en ondertitels in te vullen. Klik op de tekst die je wil aanpassen. Voeg de tekst toe. Automatisch zie je dat het rechterdiagram mee verandert.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 6: Het tabblad ‘Invoegen’ 1 - 11
2.3
Het tabblad ‘Koppelingen’
Met de knoppen in dit tabblad kan je aan tekst, afbeeldingen, illustraties, enz. koppelingen toevoegen. Je hebt twee soorten koppelingen:
Hyperlink Actie
2.3.1
Hyperlink
Een hyperlink is een koppeling die je aan een object toevoegd naar: 1. Een ander bestand. 2. Een internetsite. 3. Een nieuw bestand. 4. Een plaats in je eigen document. 5. Een e-mailadres. Zo kan je gemakkelijk tijdens je presentatie naar een andere locatie springen zonder dat je daarvoor je presentatie hoeft af te sluiten. We geven een voorbeeld: In een lege witte dia voegen we een afbeelding in. We selecteren de afbeelding. We klikken op de knop ‘Hyperlink’.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 6: Het tabblad ‘Invoegen’ 1 - 12 Er opent een nieuw menu:
Via dit menu kan je dus een koppeling maken. We geven twee voorbeelden.
2.3.1.1
Koppeling naar een webpagina
Klik op de knop ‘bestaand bestand of webpagina’. Klik in de adresbalk. Voeg het adres toe: http://www.katho.be/pho Klik op OK.
Je hyperlink is nu toegevoegd aan je afbeelding. Bij het klikken op de afbeelding tijdens je presentatie opent de aangegeven webpagina (dit kan enkel tijdens het tonen van je presentatie).
2.3.1.2
Koppeling naar een plaats in je document.
Indien je een koppeling wil aanmaken naar een ‘plaats in je document’ moet je vooraf een aantal dia’s invoegen. Pas als je over meerdere dia’s beschikt, kan je een koppeling aanmaken. Klik op de knop ‘Plaats in dit document’. Klik op de gewenste dia. Klik op OK.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 6: Het tabblad ‘Invoegen’ 1 - 13 Je hyperlink is nu toegevoegd aan je afbeelding. Bij het klikken op de afbeelding tijdens je presentatie zal de gebruiker automatisch terecht komen op de aangegeven dia (dit kan enkel tijdens het tonen van je presentatie). 2.3.2
Actie
Naast het invoegen van een hyperlink kan je ook een actie als koppeling aan een object toevoegen. Voeg een afbeelding in op je dia. Selecteer je afbeelding. Klik op de knop ‘Actie’. Er opent een nieuw menu.
Kies dit tabblad als de
Kies dit tabblad als de gebruiker moet bewegen over
gebruiker moet klikken op je afbeelding om de actie te starten Klik hier om een actie aan je object toe te voegen. Klik hier om een geluid aan je object toe te voegen.
Je merkt dat je bij ‘Hyperlink naar’ een aantal keuzes hebt die je eveneens vindt onder de knop Hyperlink.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 6: Het tabblad ‘Invoegen’ 1 - 14
2.4
Het tabblad ‘Tekst’
Met de knoppen in dit tabblad kan je allerlei soorten tekst toevoegen aan je presentatie.
We beperken ons tot het bespreken van de belangrijkste optie: Tekstvak. Om een tekstvak in te voegen op je dia doe je het volgende: Klik op de knop ‘Tekstvak’. Je muiscursor verandert in een pijltje. Sleep het tekstvak over je dia. De grootte kan je achteraf nog altijd aanpassen. Klik in je tekstvak om tekst toe te voegen.
Je merkt dat ook deze keer een nieuw tabblad aan het Lint is toegevoegd, namelijk ‘Opmaak’. Via dit tabblad kan je de opmaak van je tekstvak grondig wijzigen. Aangezien een tekstvak ook als een vorm wordt beschouwd, hebben we de mogelijkheden van dit tabblad grotendeels besproken in module 5.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 6: Het tabblad ‘Invoegen’ 1 - 15
Inhoud 1.
Inleiding ................................................................................................................1
2.
Het tabblad ‘Invoegen’ ..........................................................................................1 2.1
TABELLEN .................................................................................................................. 1
2.1.1
Ontwerpen ..................................................................................................... 2
2.1.2
Indeling........................................................................................................... 3
2.2
HET TABBLAD ‘ILLUSTRATIES’ ........................................................................................ 4
2.2.1
Afbeelding ...................................................................................................... 4
2.2.2
Illustratie ........................................................................................................ 7
2.2.3
Vormen ........................................................................................................... 8
2.2.4
SmartArt ......................................................................................................... 8
2.3
HET TABBLAD ‘KOPPELINGEN’ ..................................................................................... 11
2.3.1
Hyperlink ...................................................................................................... 11
2.3.2
Actie ............................................................................................................. 13
2.4
HET TABBLAD ‘TEKST’ ................................................................................................ 14
Katholi eke Hogesc hool Zuid-West-Vl aander en STUDIEGEBIED ONDERWIJS departement PHO Beernegemstraat 10 8700 Tielt tel.: (051)40 02 40 fax: (051)40 89 13 e-mail:
[email protected] url. http//www.katho.be/pho
BALO/BAKO/ZOLO/ZOKO
Basiskennis PowerPoint 2007 Module 7: Het tabblad ‘Ontwerpen’
academiejaar 2008-2009
Xavier Vandenberghe
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 7: Het tabblad ‘Ontwerpen’ 1 - 1
1.
Inleiding
In deze module raak je vertrouwd met de belangrijkste functies van het tabblad ‘Ontwerpen’.
2.
Het tabblad ‘Ontwerpen’
Elk tabblad is op zijn beurt onderverdeeld in verschillende sectoren. Voor het tabblad ‘Ontwerpen’ zijn deze: 1. Pagina-instelling 2. Thema’s 3. Achtergrond Een aantal functies van dit tabblad werden reeds besproken in module 2: een nieuwe presentatie openen vanuit een thema. Deze thema’s keren hier terug. Je kan dus altijd, nadat je een presentatie hebt opgestart nog van thema veranderen. Een thema kan je zowel toepassen op alle dia’s als op de geselecteerde dia’s. Klik met je rechtermuistoets op een thema. Maak je keuze.
Katholi eke Hogesc hool Zuid-West-Vl aander en STUDIEGEBIED ONDERWIJS departement PHO Beernegemstraat 10 8700 Tielt tel.: (051)40 02 40 fax: (051)40 89 13 e-mail:
[email protected] url. http//www.katho.be/pho
BALO/BAKO/ZOLO/ZOKO
Basiskennis PowerPoint 2007 Module 8: Het tabblad ‘Animaties’
academiejaar 2008-2009
Xavier Vandenberghe
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 8: Het tabblad ‘Animaties’ 1 - 1
1.
Inleiding
In deze module raak je vertrouwd met de belangrijkste functies van het tabblad ‘Animaties’.
2.
Het tabblad ‘Animaties’
Elk tabblad is op zijn beurt onderverdeeld in verschillende sectoren. Voor het tabblad ‘Animaties’ zijn deze: 1. Voorbeeld 2. Animaties 3. Overgang naar deze dia
3.
Animaties
Elk object (afbeelding, illustratie, tekst, enz.) dat je invoegt op je dia kan je via animaties bewerken. Het animeren van een object kan via de sector ‘Animaties’ die uit twee delen bestaat. Een welbepaalde animatie invoegen. Je kiest gewoon de standaard parameters. Een aangepaste animatie invoegen. Je bepaalt zelf alle parameters: richting, snelheid, enz.
3.1
Een eenvoudige animatie
Om een eenvoudige animatie toe te voegen aan een object, doe je het volgende: Voeg een afbeelding toe aan je dia. Selecteer je afbeelding. Klik naast ‘Animatie’ op het pijltje (dropdownmenu). Selecteer een animatie. We kiezen voor binnenvliegen. Klik op ‘binnenvliegen’.
Bij het selecteren van de animatie zie je altijd onmiddellijk het voorbeeld op het scherm.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 8: Het tabblad ‘Animaties’ 1 - 2 De afbeelding komt van onderuit op je dia terecht. Als je je animatie nogmaals wil bekijken (wat heel handig is als je veel objecten animeert), klik dan op de knop ‘Voorbeeld’.
Indien je een animatie wil verwijderen, selecteer opnieuw je afbeelding en kies in het dropdownmenu voor ‘Geen animatie’. Bij het invoegen van een animatie op deze manier kan je de parameters niet aanpassen. Misschien vind je dat je object te snel op je dia verschijnt, of wil je meer animaties toevoegen. Dit kan via de knop ‘Aangepaste animatie’.
3.2
Aangepaste animatie
Bij het invoegen van een aangepaste animatie bepaal je zelf alle parameters van de animatie. De werkwijze is hetzelfde als bij voorgaande: Voeg een afbeelding Selecteer de afbeelding Klik op de knop ‘Aangepaste animatie’.
Je merkt dat aan de rechterkant van je scherm een nieuw menu opent. We bespreken de belangrijkste opties.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 8: Het tabblad ‘Animaties’ 1 - 3 Via deze knop kan je een animatie toevoegen aan je object. Je hebt de keuze uit vier verschillende soorten: ingang, nadruk, afsluiten en animatiepaden. Je kan ook je animatie verwijderen. Vie dit menu kan je de parameters van je animatie aanpassen: begin, eigenschap en snelheid. Hier krijg je een overzicht van alle animaties die bij deze dia horen.
Je kan de animatie afspelen op je scherm in bewerkmodus (afspelen) of presentatiemodus (diavoorstelling).
We overlopen de belangrijkste opties stap voor stap.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 8: Het tabblad ‘Animaties’ 1 - 4 3.2.1
Soorten effecten
Je hebt de keuze uit vier soorten effecten: 1. Ingang: een object op je dia laten verschijnen 2. Nadruk: een object benadrukken op je dia 3. Afsluiten: een object op je dia laten verdwijnen 4. Animatiepaden: zelf de richting van je animatie bepalen. We geven een voorbeeld van hoe je een effect kan toevoegen en bewerken.
3.2.2
Een effect toevoegen en aanpassen
Om een effect toe te voegen doe je het volgende: Selecteer de afbeelding Klik op ‘Aangepaste animatie’ Klik op ‘Effect toevoegen’ Selecteer ‘Ingang’ Selecteer ‘Dambord’: Klik op ‘Dambord’ Het effect is nu toegevoegd aan je afbeelding. Je kan nu ook de parameters aanpassen: begin, richting en snelheid.
3.2.2.1
Begin
Via deze parameter kan je aanduiden wanneer de animaties moet starten tijdens je presentatie. Standaard staat dit op ‘bij klikken’. Dit betekent dat de animatie pas start als je als presentator op je dia klikt. Wil je dat de animatie automatisch begint, kies dan voor ‘met vorige’.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 8: Het tabblad ‘Animaties’ 1 - 5 3.2.2.2
Richting
Je kan ook de richting van je animatie aanpassen. Je hebt in dit geval keuze uit: opzij en omlaag. Het dambord zal dus ofwel opzij worden gevormd, ofwel omlaag. Afhankelijk van de gekozen animatie kunnen hier andere parameters staan.
3.2.2.3
Snelheid Je kan de snelheid van je animatie aanpassen. Dat kan gaan van zeer snel over gemiddeld tot zeer langzaam.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 8: Het tabblad ‘Animaties’ 1 - 6
4.
Overgang naar deze dia
Een presentatie bestaat meestal uit een aantal dia’s. De overgang van de ene dia naar de andere kan je aanpassen. Je kan de volgende parameters veranderen: 1. Overgangseffect 2. De snelheid van het overgangseffect 3. Het automatisch overgaan naar een volgende dia
4.1
Overgangseffect
PowerPoint biedt een waaier aan overgangseffecten die je op je presentatie kan toepassen.
Indien je met je muiscursor beweegt over een bepaald effect, zie je onmiddellijk het resultaat op je scherm. Normaal wordt het effect alleen toegepast op de overgang tussen de vorige dia en de huidige dia. Wil je dat alle overgangen hetzelfde effect krijgen, klik dan op de knop ‘Op alles toepassen’. Automatisch worden de overgangen tussen alle dia gelijk.
4.2
De snelheid van het overgangseffect
Ook de snelheid van het overgangseffect kan je aanpassen. Je hebt drie mogelijkheden: langzaam, gemiddeld en snel. Dit kan via het dropdownmenu ‘Overgangssnelheid’.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 8: Het tabblad ‘Animaties’ 1 - 7
4.3
Het automatisch overgaan naar een volgende dia
De overgang van de ene dia naar de andere kan je instellen. Je hebt hierbij twee mogelijkheden: 1. Via muisklik 2. Via automatische overgang
Indien je een automatische overgang wil invoegen kan je de tijd ingeven: 00:10 staat voor 10 seconden. Je kan per dia de tijd instellen. Indien je wil dat alle dia’s na dezelfde tijd veranderen, klik dan op de knop ‘Op alles toepassen’.
In het tabblad ‘Diavoorstelling’ – ‘Diavoorstelling instellen’ moet vanzelfsprekend de functie ‘Tijdsinstelling gebruiken’ aangevinkt staan (zie module 9).
Katholi eke Hogesc hool Zuid-West-Vl aander en STUDIEGEBIED ONDERWIJS departement PHO Beernegemstraat 10 8700 Tielt tel.: (051)40 02 40 fax: (051)40 89 13 e-mail:
[email protected] url. http//www.katho.be/pho
BALO/BAKO/ZOLO/ZOKO
Basiskennis PowerPoint 2007 Module 9: Het tabblad ‘Diavoorstelling’
academiejaar 2008-2009
Xavier Vandenberghe
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 9: Het tabblad ‘Diavoorstelling’ 1 - 1
1.
Inleiding
In deze module raak je vertrouwd met de belangrijkste functies van het tabblad ‘Diavoorstelling’.
2.
Het tabblad ‘Diavoorstelling’
Elk tabblad is op zijn beurt onderverdeeld in verschillende sectoren. Voor het tabblad ‘Diavoorstelling’ zijn deze: 1. Diavoorstelling starten 2. Instellen 3. Monitoren
2.1
Diavoorstelling starten
Dit onderdeel bestaat uit: Klik op deze knop als je je voorstelling wil starten vanaf het begin (dia 1). Als je de functietoets F5 indrukt op je toetsenbord dan start je presentatie eveneens. Klik op deze knop als je je voorstelling wil starten vanaf de huidige geslecteerde dia. Bij het starten van je voorstelling vanaf het begin verschijnt de eerste dia in het groot op je scherm.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 9: Het tabblad ‘Diavoorstelling’ 1 - 2 2.1.1
Navigeren doorheen je presentatie
Je kan op verschillende manier navigeren doorheen je presentatie: 1. Via muisklik: klik éénmaal met de linkermuisknop ergens op je dia. Je gaat automatisch over naar de volgende dia. 2. Via de pijltjestoetsen van je toetsenbord. Duw op het rechterpijltje. Je gaat automatisch over naar de volgende dia. Wil je terugkeren, duw dan op het linkerpijltje. 3. Via het navigatiemenu op je dia. Dit vind je links onderaan je dia (zie cirkel op de afbeelding hierboven). Klik op de linker- of rechterpijl om naar een volgende dia over te gaan. 2.1.2
Je presentatie beëindigen
Je kan op verschillende manier je presentatie beëindigen: 1. Klik op de ESC-toets van je toetsenbord. 2. Klik in het navigatiemenu op het scherm en selecteer ‘voorstelling beëindigen’. 3. Klik met je rechtermuistoets ergens op je scherm en selecteer ‘voorstelling beëindigen’.
2.2
Instellen
Dit onderdeel bestaat uit (we bekijken enkel de functie die we in het kader van deze cursus behandelen): Diavoorstelling instellen
Als je klikt op de knop ‘Diavoorstelling instellen’ dan opent een nieuw menu met een aantal mogelijkheden.
Microsoft POWERPOINT 2007 - module 9: Het tabblad ‘Diavoorstelling’ 1 - 3 Stel het type
Kies hier welke
voorstelling in. In
dia je wil
principe hoef je deze
gebruiken in je
optie niet te
presentatie.
veranderen. Je kan een voorstelling
Kies hier of je
eindeloos laten
handmatig (via
afspelen via de optie
muisklik) of via
‘Herhalen’. Dit kan bijv.
tijdsinstelling
op een opendeur erg
naar de volgende
handig zijn.
dia wil. Je kan bijv. instellen dat je om de vijf seconden een nieuwe dia wil. Het instellen van de tijd kan via het tabblad ‘Animaties’.