Postbus 7855 - 1008 CA Amsterdam - Zwaansvliet 3 Telefoon 020 5418418 - www.pensioenfondspgb.nl
Gedragscode Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven Artikel 1
Definities
1.1 PGB Stichting Pensioenfonds voor de Grafische bedrijven en/of rechtspersonen waarvan het PGB enig aandeelhouder is. 1.2 a. b. c. d.
Verbonden personen: leden van het bestuur van PGB, Verantwoordingsorgaan en de Deelnemersraad; werknemers die in dienstverband werkzaam zijn bij PGB, onafhankelijk van de duur waarvoor zij werkzaam zijn; personen die werkzaamheden ten behoeve van PGB verrichten en die niet bij PGB in dienstverband werkzaam zijn c.q. adviseurs van het bestuur; andere (categorieën) personen aangewezen door het bestuur van PGB.
1.3 Insiders: verbonden personen, die direct of indirect bij transacties van PGB in financiële instrumenten zijn betrokken, dan wel anderszins uit hoofde van hun werkzaamheden, beroep of functie over voorwetenschap beschikken of kunnen beschikken. 1.4 a. b. c. d.
Gelieerde derden: Partner (gehuwd, geregistreerd partner, niet geregistreerd partner al dan niet met een samenlevingscontract) van de insider. personen die tot het huishouden van de insider behoren; Lasthebbers en vermogensbeheerders (niet zijnde vrije-hand-beheerders), voor zover handelend ten behoeve van de insider. Rechts- of natuurlijke personen met wie de insider een relatie heeft welke van dien aard is dat de insider een direct of indirect wezenlijk belang heeft bij het resultaat van een transactie in een financieel instrument.
1.5 Persoonlijke transactie: a. een transactie in een financieel instrument, door of in naam van een insider, waarbij onder meer (derhalve niet limitatief): 1. de insider handelt anders dan in de normale uitoefening van zijn beroep of functie; 2. een transactie wordt verricht voor rekening van de insider; of 3. een transactie wordt verricht voor rekening van gelieerde derden; dan wel b. een andersoortige (financiële) transactie, inclusief het anders dan in de uitoefening van zijn beroep of functie verrichten, doen verrichten of bewerkstelligen van enige handeling, ten voordele van de insider of gelieerde derden. 1.6 Financieel instrument: a. effect; b. geldmarktinstrument; c. recht van deelneming in een beleggingsinstelling, niet zijnde een effect; d. derivatencontract, waaronder begrepen maar daartoe niet beperkt een optie, future, swap, valutaen rentetermijncontract; e. overige financiële instrumenten in de zin van de Wet op het financieel toezicht, en voorts al hetgeen naar de opvattingen in het maatschappelijk verkeer als zodanig wordt beschouwd.
1
1.7 Integriteitsrisico: gevaar voor de aantasting van de reputatie, alsmede de bestaande en toekomstige bedreiging van het vermogen of resultaat van PGB. 1.8 Voorwetenschap: de bekendheid met informatie die concreet is en die rechtstreeks of middellijk betrekking heeft op een uitgevende instelling, waarop de financiële instrumenten betrekking hebben, of omtrent de handel in deze financiële instrumenten, welke informatie niet openbaar is gemaakt en waarvan openbaarmaking significante invloed zou kunnen hebben op de koers van de financiële instrumenten of op de koers van daarvan afgeleide financiële instrumenten. 1.9 Compliance: het toezien op de naleving van wettelijke regels en regels die PGB zelf heeft opgesteld met het oogmerk reputatieschade te voorkomen. 1.10 Compliance officer: een niet aan PGB verbonden gekwalificeerde persoon of organisatie die is belast met het gedragstoezicht op de verbonden personen. In die zin wordt hij voor de toepassing van de gedragscode als compliance officer beschouwd. 1.11 Uitvoeringsorganisatie: door het bestuur is een uitvoeringsorganisatie benoemd, die belast is met de uitvoering van het pensioen- en of vermogensbeheer. De met deze opdracht verband houdende werkzaamheden zijn vastgelegd in een uitbestedingsovereenkomst en service level agreement tussen PGB en de uitvoeringsorganisatie. 1.12
Voorzitter
De voorzitter als bedoeld in artikel 16 van de statuten van PGB. 1.13 Persoonsaanduiding Waar in deze gedragscode staat geschreven ‘hij’ of ‘zijn’ moet tevens worden gelezen ‘zij’ of ‘haar’. Artikel 2 Doel 2.1
Het doel van deze gedragscode is het waarborgen en handhaven van het vertrouwen in PGB door belanghebbenden, alsmede het voorkomen van integriteitrisico’s. De gedragscode kent daartoe algemene gedragsregels voor verbonden personen en aanvullende gedragsregels voor insiders.
2.2
De gedragscode bevordert de transparantie rondom gedragsregels en maakt duidelijk aan alle bij PGB betrokken personen – ook voor de bescherming van hun eigen belangen - wat wel en wat niet is geoorloofd. De gedragscode is tevens bedoeld ter bescherming van de bij PGB betrokken personen in hun contacten met zakelijke relaties.
2.3
De gedragscode draagt mede bij aan het integer functioneren van PGB ten behoeve van al diegenen die bij PGB belang hebben en het waarborgen van de goede naam en reputatie van PGB en de pensioensector in het algemeen.
Artikel 3 Normen 3.1
Van iedere verbonden persoon wordt verwacht dat hij zich onder alle omstandigheden zal gedragen volgens de hoogste normen van de bedrijfsethiek: • ter voorkoming van verstrengeling van belangen van PGB en zijn privébelangen; • ter vermijding van het gebruik van voorwetenschap of andere vertrouwelijke (markt)informatie c.q. van misbruik en oneigenlijk gebruik van bij PGB en/of de uitvoeringsorganisatie voorhanden zijnde vertrouwelijke informatie; • ter voorkoming van koersmanipulatie en andere misleidende handelingen. Alle verbonden personen moeten voorkomen dat hun privébelangen in conflict komen c.q.
2
verstrengeld raken met de belangen van PGB, dan wel dat de schijn hiervan wordt opgewekt. 3.2
Het is verbonden personen niet toegestaan gelieerde derden te betrekken bij handelingen die in strijd zijn met de gedragscode.
3.3
Het bestuur van PGB zal zich ervan vergewissen dat de uitvoeringsorganisatie over een gedragscode beschikt, die ten minste gelijkwaardig is aan die van PGB en voert een due diligence uit op de naleving.
3.4
Het bestuur van PGB is verantwoordelijk voor het naleven van de verplichtingen die voortvloeien uit enige wettelijke bepaling of de gedragscode.
Artikel 4 Vertrouwelijkheid Verbonden personen mogen geen informatie over zaken - inclusief individuele pensioengegevens en beleggingen - van PGB waarvan hij weet of redelijkerwijs behoort te weten dat die informatie vertrouwelijk is, aan derden bekend maken of ten eigen voordele of ten behoeve van anderen dan PGB gebruiken. Artikel 5 Relatiegeschenken, nevenfuncties, financiële belangen in zakelijke relaties en eigendommen van de uitvoeringsorganisatie van PGB 5.1 Aanvaarden van relatiegeschenken, uitnodigingen e.d. Verbonden personen dienen terughoudend en transparant om te gaan met de aanvaarding van een relatiegeschenk of uitnodiging van een zakelijke relatie of aspirant relatie, ten einde te voorkomen dat ze in een situatie geraken waarin het accepteren van een relatiegeschenk of uitnodiging hun beslissingen kan beïnvloeden. Voor kleine attenties kan een uitzondering worden gemaakt. 5.2 Waarde van relatiegeschenken Het in ontvangst nemen van relatiegeschenken dient in ieder geval beperkt te blijven tot kleine attenties waarvan de commerciële waarde niet meer dan € 75,- bedraagt. Het in ontvangst nemen van relatiegeschenken boven een commerciële waarde van € 75,- is bij uitzondering toegestaan, mits dit vooraf is gemeld aan, en goedgekeurd door, de voorzitter van het bestuur. 5.3 Aanvaarden van giften In aanvulling op het voorgaande is het niet toegestaan geld, goederen of diensten in welke vorm dan ook te accepteren van derden, behoudens het in de artikelen 5.2 en 5.4 bepaalde. Een dergelijk aanbod dient onmiddellijk gemeld te worden aan de compliance officer en voorzitter. Voorbeelden van giften zijn onder andere: a. reizen (vliegtickets, treinkaartjes, passagebiljetten voor reizen per schip, hotel-, appartement- of vakantieverblijf, huurauto’s); b. kostenvergoedingen voor partners; c. leveranties van goederen of diensten met ongebruikelijk hoge kortingen of tegen nietmarktconforme tarieven; d. leningen van zakelijke relaties. 5.4 Uitnodigingen Uitnodigingen voor reizen, seminars, bedrijfsbezoeken en andere bijeenkomsten worden slechts aanvaard na goedkeuring door de voorzitter. Seminars, bedrijfsbezoeken en andere bijeenkomsten in Nederland, die louter tot doel hebben het onderhouden van reguliere contacten en/of kennis, hoeven niet te worden goedgekeurd. Desgevraagd wordt per jaar een overzicht verstrekt van de seminars, bedrijfsbezoeken en andere bijeenkomsten. Voor reizen geldt bovendien dat het alleen om groepsreizen mag gaan. Meereizen van partners (anders dan op eigen kosten) is niet toegestaan, tenzij het doel van de reis dat vraagt en ook andere participanten partners kunnen meenemen. Teneinde de onafhankelijkheid ten opzichte van derden te waarborgen zijn de reis- en verblijfskosten van de verbonden persoon (en diens partner) steeds voor rekening van PGB. Naast goedkeuring van de voorzitter voor het aanvaarden van uitnodigingen worden deze tevens steeds gemeld bij de compliance officer.
3
5.5 Geven van relatiegeschenken Relatiegeschenken worden nimmer gegeven, behalve voor zover de commerciële waarde niet meer dan € 75,- bedraagt. Het geven van relatiegeschenken boven een commerciële waarde van € 75,- is bij uitzondering toegestaan, mits dit vooraf is gemeld aan, en goedgekeurd door, de voorzitter. 5.6 Nevenfuncties Nevenfuncties worden gemeld aan de compliance officer en door hem vastgelegd. Het aanvaarden of continueren van een nevenfunctie bij bedrijven en instellingen (waaronder in ieder geval begrepen maar niet gelimiteerd tot: commissariaten, adviseurschappen en lidmaatschappen van beleggingscommissies) waarmee PGB zakelijke contacten onderhoudt, is toegestaan, mits vooraf toestemming is verleend door de voorzitter . Bij de afweging of goedkeuring zal worden verleend, zal als leidraad dienen dat nevenfuncties welke de schijn hebben of kunnen opwekken van een conflicterend belang, niet worden aanvaard. Nevenfuncties samenhangend met een investering of deelneming van PGB waarin de verbonden persoon uit hoofde van zijn functie door het bestuur formeel is benoemd, dan wel voorgedragen, en waarvan volledig duidelijk is op grond waarvan de verbonden persoon deze namens PGB vervult, vallen niet onder het verbod. 5.7 Financiële belangen in zakelijke relaties Indien een verbonden persoon financiële belangen heeft in een bedrijf of instelling, welke voorkomt op de lijst van bedrijven en instellingen waarmee PGB zaken doet, of waarmee waarschijnlijk PGB zaken zal gaan doen, kan sprake zijn van een (potentieel) belangenconflict en daarom dienen deze belangen onmiddellijk gemeld te worden bij de compliance officer en de voorzitter. Deze financiële belangen worden vastgelegd. 5.8 Leveranciers en dienstverleners Het is verbonden personen niet toegestaan in privé transacties aan te gaan of privé gebruik te maken van diensten van leveranciers, aannemers, makelaars in onroerend goed, onderhoudsdiensten en/of andere zakelijke dienstverleners waarmee PGB direct of indirect zakelijke contacten onderhoudt, behoudens als dit algemeen gebruikelijk is, de diensten tegen marktconforme voorwaarden worden uitgevoerd en geldelijk privé-voordeel is uitgesloten. 5.9 Eigendommen van de uitvoeringsorganisatie van PGB Zonder voorafgaande toestemming van PGB is gebruik van eigendommen van PGB, dan wel haar uitvoeringsorganisatie voor privédoeleinden niet toegestaan. Voor het intellectuele eigendom van specifieke, door PGB, dan wel haar uitvoeringsorganisatie ontwikkelde en niet openbaar gemaakte beleggingsinstrumenten of analysemodellen geldt hetzelfde, inclusief het openbaar maken daarvan. Nadere uitwerking van de voorwaarden waaronder privé of thuis van de eigendommen van het pensioenfonds dan wel haar uitvoeringsorganisatie gebruik kan worden gemaakt, kan geschieden door middel van een ‘Regeling pensioenfondseigendommen’. 5.10 Goedkeuring lid/voorzitter van het bestuur Indien een bestuurslid toestemming nodig heeft wordt toestemming gevraagd aan de voorzitter. Indien de voorzitter dan wel plaatsvervangend voorzitter toestemming nodig heeft, dan wordt die gevraagd aan respectievelijk de plaatsvervangend voorzitter, voorzitter alsmede het bestuurslid dat compliance als primair aandachtsgebied in zijn portefeuille heeft. Artikel 6 Melding van (potentiële) belangenconflicten 6.1
6.2
Iedere verbonden persoon is verplicht elk (potentieel) eigen belangenconflict te melden aan de compliance officer en de voorzitter. Indien het de voorzitter betreft wordt het belangenconflict gemeld bij de compliance officer en de plaatsvervangend voorzitter. Indien de verbonden persoon twijfelt omtrent de uitleg of de toepassing van de gedragscode, is hij verplicht het advies van de compliance officer in te winnen. Pogingen van een (aspirant-)relatie tot beïnvloeding dienen eveneens onmiddellijk te worden gemeld. Iedere verbonden persoon is verplicht om onverwijld persoonlijke transacties aan de compliance officer en de voorzitter te melden, voor zover bij deze transacties op enigerlei wijze een verband kan worden gelegd met transacties of relaties van PGB.
4
Artikel 7
Regeling voorwetenschap
7.1
De verbonden persoon mag geen gebruik maken van voorwetenschap. De verbonden persoon dient verder uiterste zorgvuldigheid te betrachten bij de behandeling van informatie waarvan hij weet of redelijkerwijs behoort te weten dat deze informatie moet worden aangemerkt als vertrouwelijke (markt)informatie. Het gebruik van voorwetenschap en het verspreiden van andere vertrouwelijke informatie is slechts toegestaan indien een zorgvuldige uitoefening van zijn functie dat vereist.
7.2
De verbonden persoon die met betrekking tot financiële instrumenten beschikt over informatie als bedoeld in artikel 7.1, onthoudt zich van het verrichten van transacties of het aanzetten tot het verrichten van transacties, zowel rechtstreeks als middellijk, in die financiële instrumenten, dan wel van het daarover te adviseren, anders dan van hem bij een zorgvuldige uitoefening van zijn functie mag worden verwacht.
7.3
Het is de verbonden persoon verboden om binnen vierentwintig uur opdracht te geven tot zowel een aan- als verkooporder voor een transactie in een financieel instrument van dezelfde uitgevende instelling, rechtspersoon of vennootschap. Het is de verbonden persoon tevens verboden om transacties in een financieel instrument te (laten) verrichten naar aanleiding van of vooruitlopend op effectenorders van PGB; daarbij wordt een termijn gehanteerd van twee maal 24 uur voor én na het tijdstip waarop de effectenorder door de uitvoeringsorganisatie plaatsvond.
7.4
De verbonden persoon, anders dan de insider, die beschikt over informatie als bedoeld in artikel 7.1, rapporteert dit aan de compliance officer. De compliance officer deelt onverwijld aan de betrokken verbonden persoon mee of hij als insider wordt aangemerkt, en stelt hem op de hoogte van de gevolgen van de aanwijzing als insider.
7.5
Iedere verbonden persoon is desgevraagd gehouden alle informatie aan de compliance officer te verschaffen in het kader van de strikte naleving van de gedragscode.
Artikel 8
Algemene uitgangspunten persoonlijke transacties (insiderregeling)
8.1
Er mag nooit een verband bestaan tussen de transacties in financiële instrumenten die PGB tot stand brengt of doet komen en een persoonlijke transactie van de insider of een gelieerde derde.
8.2
De insider dient zich te onthouden van elk handelen met gebruik van voorwetenschap of met anderszins vertrouwelijke informatie. Hij dient voorts iedere vermenging van zakelijke en privé belangen respectievelijk de redelijkerwijs voorzienbare schijn daarvan, te vermijden.
8.3
De insider, die anders dan in de normale uitoefening van zijn functie andere personen adviseert over transacties in financiële instrumenten, dient er voor zorg te dragen dat die personen niet handelen in strijd met het verbod op het gebruik van voorwetenschap of enige andere wettelijke bepaling. Tevens is de insider gehouden naar beste vermogen te bevorderen dat gelieerde derden geen transacties (laten) verrichten die strijdig zijn met het bepaalde in de gedragscode.
8.4
Iedere verbonden persoon die als insider wordt aangemerkt wordt daarvan onverwijld door de compliance officer op de hoogte gebracht. De betreffende verbonden persoon wordt tevens geïnformeerd over de gevolgen van de aanwijzing als insider. De insider wordt verder in kennis gesteld van de procedures en maatregelen gericht op het toezicht op de persoonlijke transacties.
Artikel 9
Toezicht op persoonlijke transacties van betrokkenen (insiderregeling)
9.1
PGB houdt gegevens bij van aan haar gemelde of door haar onderkende persoonlijke transacties en vermeldt daarbij in voorkomend geval tevens of de desbetreffende transactie is goedgekeurd of verboden is.
9.2
De insider onderschrijft dat de compliance officer bevoegd is een onderzoek in te (doen) stellen
5
naar enige beleggingstransactie verricht door, in opdracht van of ten behoeve van de insider. De insider is verplicht jaarlijks te bevestigen aan de compliance officer, dat hij de uitgangspunten van de insiderregeling onderschrijft en heeft nageleefd. 9.3
De compliance officer is bevoegd over de uitkomst van dit onderzoek schriftelijk te rapporteren aan de voorzitter van het bestuur van PGB. Alvorens de compliance officer schriftelijk rapporteert over de voorlopige uitkomst van het onderzoek dient de insider gelegenheid te hebben gehad te reageren op die uitkomst van het onderzoek. De insider wordt door de voorzitter van het bestuur van de definitieve uitkomst van het onderzoek in kennis gesteld.
9.4
De insider is in het kader van een strikte naleving van de gedragscode gehouden desgevraagd alle informatie met betrekking tot een door hem of ten behoeve van hem verrichte persoonlijke transactie aan de compliance officer te verstrekken.
9.5
De insider is verplicht desgevraagd opdracht te geven aan PGB, een andere instelling, lasthebber, beleggingsinstelling of andere derde, om aan de compliance officer alle informatie omtrent enige ten behoeve van hem of in zijn opdracht verrichte persoonlijke transactie te verstrekken.
9.6
Van het toezicht op de persoonlijke transacties van de insider zijn vrijgesteld: • transacties in obligaties uitgegeven door de Staat, andere overheden en supranationale instellingen; • transacties in financiële instrumenten waarvan het beheer is overgedragen aan een professionele vermogensbeheerder, op zodanige voorwaarden dat insider geen invloed heeft op de fondsselectie of op afzonderlijke transacties; • transacties in indexfondsen of in ter beurze genoteerde rechten van deelneming in (semi)openended-beleggingsfondsen, mits de insider binnen die instelling geen functie vervult. Desgewenst overlegt de insider aan de compliance officer de overeenkomst welke ten grondslag ligt aan de overdracht van het beheer van zijn vermogensbestanddelen.
Artikel 10
Compliance officer en onderzoek
10.1
Een niet aan PGB verbonden gekwalificeerde persoon of organisatie wordt voor de toepassing van de gedragscode als compliance officer aangemerkt. De compliance officer vervult een onafhankelijke rol binnen PGB De compliance officer rapporteert rechtstreeks aan de voorzitter van PGB. Als de bevindingen betrekking hebben op een der voorzitters van het bestuur, dan zal de compliance officer rapporteren aan de voorzitter van de organisatie die de betreffende voorzitter heeft benoemd.
10.2
Het bestuur van PGB dient te waarborgen dat de compliance officer over voldoende bevoegdheden beschikt voor het uitoefenen van toezicht op de naleving van relevante wettelijke bepalingen en de gedragscode en dat hij een onafhankelijke rol kan vervullen ten opzichte van degenen die zijn onderworpen aan zijn toezicht. De compliance officer houdt toezicht op de deugdelijkheid en effectiviteit van interne regels en procedures. Hij rapporteert ten minste jaarlijks aan het bestuur van PGB over zijn werkzaamheden en doet aanbevelingen op basis van de resultaten van zijn werkzaamheden.
10.3
Het bestuur van PGB legt vast welke acties het heeft ondernomen naar aanleiding van de bevindingen van de compliance officer.
10.4
De compliance officer is belast met het toezicht op de naleving van de op grond van deze gedragscode geldende bepalingen. Indien de compliance officer daartoe aanleiding ziet kan hij insiders verplichten op eerste verzoek alle informatie te (laten) verstrekken omtrent enige door of ten behoeve van hen verrichte persoonlijke transacties. De compliance officer controleert of die transacties aan de toepasselijke regels, voorschriften en aanwijzingen voldoen.
10.5
De compliance officer adviseert en informeert, gevraagd én ongevraagd, verbonden personen over de uitleg en toepassing van bepalingen zoals die zijn opgenomen in deze gedragscode.
6
10.6
De compliance officer en de voorzitter van het bestuur waaraan hij rapporteert zijn gehouden tot geheimhouding van informatie verstrekt door verbonden personen of derden. De geheimhouding kan worden doorbroken in het geval een goede uitoefening van zijn functie daartoe noodzaakt.
10.7
De compliance officer documenteert zijn werkmethoden en werkzaamheden en administreert en archiveert alle informatie die hem door verbonden personen (de meldingen van persoonlijke transacties inbegrepen) of derden is verstrekt. Hij bewaart afschriften van alle overeenkomsten en de jaarlijkse verklaringen die verbonden personen hem moeten verstrekken (waarin zij verklaren zich aan de gedragscode te zullen houden). Tevens administreert en archiveert de compliance officer alle door hem verleende autorisaties, verrichte controles en onderzoeken en de genomen acties, alsmede overige van belang zijnde informatie, memoranda en correspondentie. De gegevens worden tenminste zeven jaar bewaard.
10.8
De compliance officer legt een lijst aan van alle verbonden personen die als "insider" worden aangemerkt. De compliance officer deelt onverwijld aan de op de lijst opgenomen verbonden personen mee dat zij als insider zijn aangemerkt en hij stelt hen op de hoogte van de gevolgen van de aanwijzing als insider.
10.9
De compliance officer stelt eveneens een lijst op met alle bedrijven en instellingen waarmee de stichting zaken doet en actualiseert deze regelmatig; deze lijst wordt aan de verbonden personen ter beschikking gesteld.
Artikel 11
Overeenkomst en jaarlijkse verklaring van naleving
11.1
Iedere verbonden persoon dient een overeenkomst met PGB aan te gaan, waarin hij zich verbindt alle gedragsregels uit deze gedragscode die voor hem gelden strikt na te leven. De overeenkomst blijft gelden tot zes maanden nadat de betrokkene niet meer aan PGB is verbonden. De gedragsregel zoals vastgelegd in artikel 4 blijft voor verbonden personen voor onbepaalde tijd gelden na beëindiging van de overeenkomst.
11.2
Aan het eind van ieder kalenderjaar, bij tussentijds vertrek of bij het niet langer verbonden zijn aan PGB, dient iedere verbonden persoon een verklaring te ondertekenen omtrent de juiste naleving van de voor hem geldende bepalingen in de gedragscode over het afgelopen jaar.
Artikel 12 12
Handelen door de verbonden persoon in strijd met deze gedragscode wordt beschouwd als een ernstige inbreuk op het vertrouwen dat PGB in de verbonden persoon moet kunnen stellen, en kan op grond daarvan leiden tot een sanctie door de voorzitter, waaronder afhankelijk van de ernst van de overtreding of de activiteiten van de verbonden persoon, een waarschuwing, het ongedaan maken van het door de verbonden persoon behaalde voordeelof andere disciplinaire maatregelen. Indien de ernst van handeling daartoe aanleiding geeft kan het bestuur besluiten de verbonden persoon te schorsen, als bedoeld in de statuten. Verbonden personen anders dan bestuurders kunnen worden ontslagen, dan wel het contract met hen wordt opgezegd. Een overtreding kan door de voorzitter gemeld worden aan AFM of DNB en indien van toepassing bij het Dutch Securities Institute (DSI). Het voorgaande laat onverlet een vordering door PGB tot schadevergoeding en/of aangifte bij de justitiële autoriteiten. In geval van een overtreding door de voorzitter van het bestuur, zal de organisatie die de voorzitter heeft aangewezen beslissen of, en zo ja, welke maatregelen getroffen zullen worden.
Artikel 13 13
Sancties
Advies en bezwaar
Indien de verbonden persoon twijfelt omtrent de uitleg van de op hem van toepassing zijnde artikelen is hij verplicht het advies van de compliance officer in te winnen. De compliance officer is bevoegd een voor de verbonden persoon bindende uitspraak te doen. Tegen de uitspraak van de compliance officer kan de verbonden persoon bezwaar maken bij de voorzitter van het bestuur. Het maken van bezwaar heeft geen schorsende werking ten aanzien van de uitspraak
7
van de compliance officer. Artikel 14 14
Onvoorziene gevallen
In kwesties waarin deze gedragscode niet voorziet beslist de voorzitter van het bestuur van PGB.
Artikel 15
Slotbepaling
15.1
Het bestuur van PGB kan deze gedragscode wijzigen.
15.2
Deze gedragscode is door het bestuur vastgesteld in de op 15 maart 2012 gehouden vergadering en vervangt per 1 januari 2012 de vorige gedragscode. Het verantwoordingsorgaan heeft hierna op 8 mei 2012 een oordeel over de gedragscode gegeven. Deze gedragscode kan worden aangehaald als ‘Gedragscode PGB’.
8