OEPS !
ANTICONCEPTIE Dagelijks? Wekelijks? Maandelijks?
www.voeljevrij.be
Deze brochure bevat een overzicht van de bestaande anticonceptiemethodes en geeft extra informatie over de meest recente anticonceptiemethodes. Indien u meer informatie wenst hieromtrent, gelieve uw arts te raadplegen.
I N H O U D S TA F E L Inleiding
Hormonale gecombineerde anticonceptiemethodes................................................................17
De timing onder controle ..............................................................................................................18-20
Een zwangerschap voorkomen.......................................................................................4-5
Is het mogelijk de maandstonden uit te stellen? .........................................................................21
De verschillende vormen van anticonceptie
De hormonale methodes ................................................................................................6-8
De maandelijkse anticonceptie .....................................................................................9
Inbrengen en verwijderen van de maandelijkse ring....................................................10-12
De wekelijkse anticonceptie ...........................................................................................13
Kleven en verwijderen van de contraceptieve pleister .................................................14
De dagelijkse anticonceptie ...........................................................................................15
Welke zijn de verschillen tussen de ring, pleister en pil? ................................................16
Kan er toch iets misgaan? .............................................................................................................22-26 Bescherming tegen seksueel overdraagbare aandoeningen ...................................................27 Bewaring van hormonale anticonceptie .....................................................................................28 De barrièremethodes .....................................................................................................................29 Intra-uteriene methode ..................................................................................................................29 Definitieve methodes .....................................................................................................................30 Natuurlijke methodes ..................................................................................................................... 31
3
INLEIDING
EEN ZWANGERSCHAP VOORKOMEN En dan zijn er twee mogelijkheden:
JE KIEST VOOR ANTICONCEPTIE, WAT BETEKENT DAT JE OP EEN BETROUWBARE MANIER EEN ZWANGERSCHAP WIL VOORKOMEN. Anticonceptie is echter een vlag die vele ladingen dekt, een verzamelnaam voor tal van technieken en methodes die tot doel hebben de bevruchting van de vrouwelijke eicel door de mannelijke zaadcel te voorkomen. Verder in deze brochure lees je meer over alle bestaande vormen van anticonceptie. De meest veilige methode om zwangerschap én seksueel overdraagbare aandoeningen te voorkomen is de combinatie van een condoom met een andere anticonceptiemethode zoals de pil, de ring, het implantaat (anticonceptiestaafje), de contraceptieve pleister,… Zowel bij de vrouw als bij de man wordt de vruchtbaarheid geregeld door een subtiel samenspel van hormonen. 4
Bij de vrouw stuurt de hypofyse, een kleine klier onderaan de hersenen, op een gegeven ogenblik een bepaald hormoon, dat werkzaam is als een soort boodschapper, naar de eierstokken. Dit hormoon zet de eierstokken aan om één van de vele follikels die daar sinds de geboorte aanwezig zijn, te doen rijpen. Deze follikel maakt op haar beurt oestradiol aan. Na gemiddeld 2 weken is er ter hoogte van één van de eierstokken een eicel klaar voor de eisprong of ovulatie. Zodra deze eicel de eierstok verlaten heeft, geven de circulerende hormonen een boodschap aan de hypofyse om te melden dat de eisprong heeft plaatsgevonden. Na de ovulatie begint de aanmaak van progesteron, dat het baarmoederslijmvlies voorbereidt om de eventuele innesteling van een bevruchte eicel mogelijk te maken. Het eitje zelf begint aan een tocht van enkele dagen door de eileider naar de baarmoeder.
• De eicel wordt onderweg niet bevrucht door een mannelijke zaadcel. Ze lost op en ongeveer 2 weken na de eisprong volgt een bloeding: de maandstonden of menstruatie. Deze volledige cyclus van gemiddeld 28 dagen herhaalt zich tijdens de gehele vruchtbare levensfase van de vrouw, vanaf haar eerste maandstonden tot aan de overgang of menopauze. • De eicel wordt na geslachtsgemeenschap wel bevrucht door een mannelijke zaadcel. Het bevruchte eitje nestelt zich in de baarmoederwand. De menstruatie blijft uit, de zwangerschap begint. Anticonceptie (ook contraceptie genoemd) is een techniek of methode die ergens in dit natuurlijke proces ingrijpt om te voorkomen dat een eicel bevrucht raakt en er een zwangerschap optreedt.
Dit kan door: •D e productie van rijpe eicellen te voorkomen zoals bij hormonale anticonceptie het geval is; • Te verhinderen dat de zaadcellen via de baarmoeder de eileiders bereiken door wijzigingen in het baarmoederhalsslijmvlies te veroorzaken (zoals bij de minipil); •D oor onder andere effecten op de baarmoeder en de zaadcellen te veroorzaken door de afgifte van koper of progestageen van een spiraal; • Te verhinderen dat de zaadcellen de eicel bereiken door een barrière te creëren zoals gebeurt bij een condoom, maar ook bij sterilisatie; • Tijdens de vruchtbare periode geen geslachtsgemeenschap te hebben. Niet al deze anticonceptiemethodes zijn even betrouwbaar.Tot de zeer betrouwbare methodes behoren - naast de sterilisatie, die een definitieve methode is – de anticonceptiering, de combinatiepil, de pleister, het hormoonspiraal en het implantaat, vijf methodes die gebaseerd zijn op de werking van hormonen. 5
DE VERSCHILLENDE VORMEN VAN ANTICONCEPTIE DE HORMONALE METHODES Globaal genomen mogen hormonale anticonceptiemethodes als zeer betrouwbaar beschouwd worden. De hormonen van de ring, pil, pleister of staafje voorkomen dat er een eicel rijpt en een eisprong plaatsvindt. Bovendien heeft het progestageen een invloed op de dikte van het slijm van de baarmoederhals, waardoor zaadcellen de baarmoeder moeilijk kunnen binnendringen. Om deze betrouwbaarheid maximaal te houden, is vooral een correct gebruik van de gekozen methode van groot belang. En dat correcte gebruik heb je als vrouw grotendeels zelf in handen.
6
A. Combinatiepillen: bevatten twee vrouwelijke hormonen: oestrogeen en progestageen. Er bestaan verschillende varianten van de combinatiepil. Het verschil wordt bepaald door de hoeveelheid oestrogeen en progestageen per tablet en het aantal fasen. a. Eénfasepil: de meest courante combinatiepil. Alle tabletten in de strip bevatten dezelfde hoeveelheid van beide hormonen. Deze pil wordt gedurende 21 dagen ingenomen, waarna een pauze van 7 dagen volgt (N.B.: er zijn enkele preparaten die afwijken van dit schema). b. Meerfasenpillen: Er zijn heel wat verschillende schema's van pillen beschikbaar op de markt gaande van 2 fasen, 3 fasen en zelfs pillen met 5 verschillende kleuren in de strip. Tabletten moeten altijd in de juiste volgorde ingenomen worden. Sommige preparaten hebben een pilvrije periode van 7 of 6 dagen, andere hebben geen pilvrije periode meer. Lees daarom aandachtig de bijsluiter van uw pil voordat je met dergelijk schema start. Vraag ook altijd raad aan uw arts of apotheek als je nog vragen hebt.
B. Pillen met alleen progestageen: worden voornamelijk gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven of door vrouwen die geen oestrogeen mogen of willen gebruiken. Er bestaan verschillende types met verschillende betrouwbaarheidsmarges.Vraag daarom steeds informatie aan uw arts wanneer jou dergelijke pil voorgeschreven wordt. C. De prikpil: is een inspuitbare vorm van anticonceptie die een werkingsduur van ongeveer 3 maanden heeft. Daarna moet de inspuiting worden herhaald. D. Het implantaat (of anticonceptiestaafje) is een klein, buigzaam staafje van kunststof dat door een arts onderhuids in de bovenarm wordt ingebracht. Het staafje bevat slechts één actieve stof, namelijk een progestageen. Elke dag wordt een kleine hoeveelheid van dit progestageen afgegeven. Na maximaal 3 jaar moet het staafje worden vervangen.
7
DE HORMONALE METHODES E. Het hormoonhoudende spiraal geeft continu een hoeveelheid progestageen af in de baarmoeder. Dit zorgt voor de vorming van een slijmprop ter hoogte van de baarmoederhals die de doorgang van het sperma verhindert. Het baarmoederslijm wordt ook dunner wat ongunstig is voor de innesteling van de bevruchte eicel. F. De contraceptieve pleister (of patch) is een pleister van 4,5 x 4,5 cm die op de huid aangebracht moet worden. Hij bevat dezelfde hormonen als de gecombineerde anticonceptiepil nl. oestrogeen en progestageen. Elke pleister geeft een week (7 dagen) lang zijn actieve stoffen vrij die via de huid rechtstreeks in de bloedbaan terecht komen. Er wordt 3 weken na elkaar elke week een nieuwe pleister op een andere plaats gekleefd. Na 3 weken volgt een week zonder pleister. In deze week volgt de menstruatie.
8
G. De maandelijkse ring (anticonceptiering) is een flexibele ring die de vrouw zelf inbrengt in de vagina. De ring stelt continu een lage dosis oestrogeen en progestageen vrij. Deze hormonen komen via de vaginawand rechtstreeks in de bloedbaan terecht. De anticonceptiering blijft drie weken ononderbroken in de vagina, waarna een pauzeweek volgt. Daarna wordt een nieuwe ring geplaatst. Geneesmiddelen, toegediend via de vagina, worden onmiddellijk in de bloedbaan opgenomen en dienen niet eerst via de lever te gaan. Dit verklaart de lage dosis oestrogeen bij de maandelijkse ring, namelijk slechts 15 microgram.
DE MAANDELIJKSE ANTICONCEPTIE De maandelijkse anticonceptiering De maandelijkse anticonceptiering is een nieuwe anticonceptiemethode, een flexibele ring die je vier weken lang even doeltreffend beschermt tegen zwangerschap als een klassieke combinatiepil. Je brengt de ring zelf in de vagina in en na drie weken verwijder je hem. Na een ringvrije periode van een week breng je een nieuwe ring in. De ring geeft continu een lage dosis oestrogeen en progestageen vrij, dezelfde vrouwelijke hormonen als deze die verwerkt zijn in een orale gecombineerde anticonceptiepil. Deze hormonen komen via de vaginawand in de bloedbaan terecht en voorkomen, net zoals de pil, dat er een eitje rijpt en er een eisprong plaatsvindt. Bovendien hebben deze vrouwelijke hormonen ook een invloed op de dikte van het slijm in de baarmoederhals. Dit slijm maakt het de zaadcellen een stuk moeilijker om de baarmoeder binnen te geraken. Verder belemmert de ring de innesteling van een eventuele eicel in het slijmvlies van de baarmoeder. De ring is geschikt voor vrouwen van elke leeftijd die een zwangerschap willen voorkomen. Met de ring hoef je niet meer dagelijks aan je anticonceptie te denken maar slechts éénmaal per maand. 9
INBRENGEN VAN DE anticonceptiering De maandelijkse anticonceptiering is een anticonceptiemethode die je zelf onder controle hebt. Je hoeft niet naar een arts om de ring in te brengen of te verwijderen, je doet het zelf! Het inbrengen en verwijderen is heel makkelijk. De meest eenvoudige manier om de ring in de vagina in te brengen is in staande positie met één voet op de rand van het toilet of op een stoel. Je kan de ring ook in hurkzit of liggend op je rug inbrengen. Je kiest gewoon wat je zelf het gemakkelijkst en het aangenaamst vindt. De manier om de ring in te brengen is in alle houdingen dezelfde. Je neemt de
10
ring uit het hersluitbare zakje en knijpt hem samen tussen duim en wijsvinger. Je brengt de ring in de vagina en duwt hem verder tot je hem niet meer voelt zitten. Indien de ring een oncomfortabel gevoel geeft, volstaat het meestal hem nog een stukje verder te duwen. De baarmoederhals is ondoordringbaar voor de ring en dus kan de ring niet in het lichaam verloren geraken. De precieze plaats van de ring in de vagina heeft geen enkele invloed op de werking van de ring en zal de betrouwbaarheid ervan dus zeker niet beïnvloeden. Het enige criterium is jouw persoonlijk comfort. Als de ring goed zit, zal je hem in de meeste gevallen helemaal niet voelen.
De ring blijft drie weken ter plaatse. Na drie weken verwijder je de ring op dezelfde dag van de week en rond dezelfde tijd als het inbrengen. Om dat niet te vergeten, zitten er bij elke ring discrete stickertjes die je in je agenda kan kleven. Je arts kan je bovendien een elektronisch geheugensteuntje bezorgen, dat speciaal ontwikkeld werd voor ringgebruiksters om hen te helpen zich te herinneren wanneer ze de ring moeten verwijderen of een nieuwe ring moeten inbrengen.
11
VERWIJDEREN VAN DE anticonceptiering De ring verwijderen doe je door je wijsvinger achter de rand van de ring te haken of deze rand met je wijsvinger en je middelvinger vast te nemen. Ook dit doe je in de houding waaraan je de voorkeur geeft: staande met één voet op een verhoogje, gehurkt of in rugligging. Je trekt de ring zachtjes uit de vagina, steekt hem in het lege, hersluitbare zakje en gooit hem weg met het huishoudelijke afval. Elke ring kan slechts één maal gebruikt worden. Dankzij zijn vorm en flexibiliteit blijft de ring op zijn plaats zitten in de vagina. Er bestaat geen enkele kans dat de ring dieper in je lichaam zou gaan en in de baarmoeder zou terechtkomen. Na een ringvrije periode van precies één week, breng je op dezelfde dag en hetzelfde uur een nieuwe ring in.
12
DE WEKELIJKSE ANTICONCEPTIE DE CONTRACEPTIEVE PLEISTER (OF PATCH) De contraceptieve pleister (of patch) is een dunne huidkleurige pleister van 4,5 x 4,5 cm. De contraceptieve pleister bevat hormonen die gelijkaardig zijn aan die gebruikt in de combinatiepil of de ring: een oestrogeen en een progestageen. Gedurende een week geeft de pleister, doorheen de huid, zijn actieve bestanddelen af die rechtstreeks worden opgenomen in het bloed. De eierstokken worden daardoor niet gestimuleerd en er vindt geen eisprong plaats. Ook het baarmoederhalsslijm verdikt en daardoor wordt de doorgang van de zaadcellen naar de baarmoeder bemoeilijkt. De contraceptieve patch is geschikt voor vrouwen van elke leeftijd die een zwangerschap willen voorkomen, met uitzondering van vrouwen met een lichaamsgewicht hoger dan 90kg. Met de contraceptieve patch hoef je niet dagelijks aan je anticonceptie te denken. Het is een wekelijkse vorm van anticonceptie. 13
KLEVEN EN VERWIJDEREN VAN DE CONTRACEPTIEVE PLEISTER Je kleeft de pleister best op je billen, buik, de buitenkant van je bovenarm of op je bovenlichaam (niet op je borsten). Opgelet: welke plaats je ook kiest, de pleister moet daar 7 dagen blijven zitten. Verander de pleister tijdens de week dus niet van plaats! Kleef de pleister nooit 2 weken na elkaar op dezelfde plaats. Kleef hem altijd op een reine, droge, onthaarde en gezonde huid zonder huidolie of -crème. Kleef de pleister nooit op een stukje huid dat geïrriteerd is of op een snijwonde.
14
Tien seconden hard op de patch duwen tot alle hoekjes mooi op de huid kleven volstaat. Toch even los? Druk er dan zo’n 10 seconden stevig met je handpalm op. Blijft de patch lossen, dan breng je een andere aan. Als je denkt dat de patch meer dan 24 uur geheel of gedeeltelijk loszat, consulteer dan de bijsluiter. Na een week verwijder je de pleister en kleef je een nieuwe pleister op een andere plaats. Dit doet u ook op het einde van de tweede week. Na drie weken volgt een week zonder pleister. Alleen op die manier is de doeltreffendheid van de pleister verzekerd!
DAGELIJKSE ANTICONCEPTIE Zo werkt de pil
DE COMBINATIEPIL
Ook de pil bevat een combinatie van vrouwelijke hormonen. Na inname van de pil komen de hormonen in het bloed terecht. De hypofyse wordt daardoor in feite misleid en denkt ofwel dat het eitje zich niet meer hoeft te ontwikkelen, ofwel dat de eisprong heeft plaatsgehad. Ze stuurt niet langer prikkels naar de eierstokken om een eitje te doen rijpen.
Tijdens de pauzeweek (7 dagen zonder pil na 21 dagen pilgebruik) daalt de hoeveelheid hormonen in het bloed. Het baarmoederslijmvlies dat tijdens de cyclus werd opgebouwd, wordt afgestoten en je krijgt je regels. Neem je een pil met een ander schema, lees dan aandachtig de bijsluiter of raadpleeg je arts of apotheek.
Het gevolg: er vindt geen eisprong plaats, er is geen eicel die kan worden bevrucht en een zwangerschap is uitgesloten. Verder belemmert de pil de innesteling van een eventuele eicel in het slijmvlies van de baarmoeder en maakt het slijm in de baarmoederhals taai zodat de zaadcellen er moeilijk doorheen raken, net zoals bij de anticonceptiering en de pleister.
De pil neem je niet bij gelegenheid, maar wel elke dag!
15
WELKE ZIJN DE VERSCHILLEN TUSSEN DE RING, PLEISTER EN PIL? De doeltreffendheid is dezelfde, maar wat de dosis betreft, is er wel een verschil tussen de orale gecombineerde anticonceptiepil, de pleister en de ring. De meest courante anticonceptiepillen bevatten 20 tot 30 microgram oestrogeen; de pleister geeft dagelijks 35 tot 40 microgram oestrogeen af, de ring 15 microgram. De continue vrijstelling van een lage hormoondosis heeft het voordeel van een stabiele hormoonconcentratie. Daardoor heb je met de ring een optimale cycluscontrole en komt onregelmatig bloedverlies veel minder vaak voor. Hormonale anticonceptie zoals de combinatiepil, de patch of de ring geven je een voorspelbaar bloedingspatroon. De meeste vrouwen hebben tijdens de ringvrije, patchvrije of pilvrije week normale maandstonden. Treedt er in uitzonderlijke gevallen toch bloedverlies op tijdens de drie weken dat de ring in je vagina zit, of de patch gebruikt wordt, of tijdens het pilgebruik, 16
VOORDELEN VAN GECOMBINEERDE HORMONALE ANTICONCEPTIE
dan kan je probleemloos tampons of maandverband gebruiken. Zoals met elke hormonale anticonceptie raadpleeg je best wel je arts als het bloedverlies blijft aanhouden. De hormonen die de ring en de pleister vrijgeven, gaan niet door de maag zoals bij de pil wel het geval is. Is je maag dus een keertje van streek, dan heeft dat geen enkele invloed op de betrouwbaarheid van je ring of contraceptieve pleister. En het meest duidelijke verschil is natuurlijk dat je niet meer dagelijks aan je anticonceptie moet denken!
ware grootte: 54mm dikte 4mm
Het grootste voordeel van gecombineerde hormonale anticonceptie (gecombineerde pil, de ring en de patch) is dat je je anticonceptie zelf in de hand houdt: Je bloedingspatroon wordt zeer voorspelbaar, je kan ook je regels uitstellen als dit je beter uitkomt en je kan op elk moment stoppen zonder de tussenkomst van je arts als je zwanger wil worden. Verder kunnen deze methodes je helpen een eventuele onregelmatige cyclus te normaliseren. Ze helpen ook de pijn tijdens de maandstonden te verlichten of zelfs volledig te doen verdwijnen. Moderne hormonale anticonceptie zoals de anticonceptiering, laag gedoseerde pillen en de pleister hebben een neutrale invloed op het lichaamsgewicht. Toch is voldoende beweging en een evenwichtige voeding belangrijk op elke leeftijd.
17
DE TIMING ONDER CONTROLE Wanneer start je met hormonale gecombineerde anticonceptie (de ring, pleister of combinatiepil)? 1. Als je de voorbije maand geen hormonale anticonceptie gebruikt hebt. De eerste dag van jouw maandstonden is dag 1. Je start met je hormonale anticonceptie tussen de eerste en de vijfde dag, maar uiterlijk op dag 5, ook al zijn je maandstonden op dat ogenblik nog niet voorbij. Tijdens de eerste 7 dagen moet je nog een extra anticonceptiemethode zoals een condoom gebruiken, tenzij je op de eerste dag gestart bent. 2. Als je overstapt van een gecombineerde orale anticonceptiepil. Start met de anticonceptiering of de pleister op om het even welk ogenblik gedurende de eerste zeven dagen na je laatste pil. Dit betekent dat de ring of de pleister ten laatste ingebracht of aangebracht wordt op de dag waarop je anders een nieuwe strip pillen zou beginnen. Je bent meteen beschermd tegen zwangerschap. 18
Als je pil 28 tabletten per strip bevat, dan start je de dag na de inname van de laatste tablet uit je pilstrip met de nieuwe methode. Denk er wel aan dat het inbrengen of aanbrengen en verwijderen steeds op dezelfde dag en hetzelfde tijdstip moet gebeuren. 3. Als je overstapt van een anticonceptiemethode met uitsluitend progestageen • Als je voorheen een progestageenpil nam, dan start je met de ring, de pleister of de combinatiepil op om het even welke dag van de maand. Start wel onmiddellijk na de laatste tablet van je progestageenpil met je nieuwe hormonale gecombineerde methode. • Als je een implantaat had, begin je met je nieuwe hormonale gecombineerde methode op de dag dat het staafje verwijderd wordt.
• Als je een inspuitbaar anticonceptivum gebruikte (prikpil), begin je met je nieuwe hormonale gecombineerde methode op de dag waarop je normaal een volgende inspuiting zou krijgen. • Als je een hormoonspiraal gebruikte, start je je nieuwe hormonale gecombineerde methode op de dag dat het spiraal verwijderd wordt.
Bij de overstap van één van deze methodes naar de ring, combinatiepil of pleister moet je tijdens de eerste zeven dagen na het starten van je nieuwe hormonale gecombineerde methode een bijkomende barrièremethode gebruiken zoals een condoom.
4. Als je overstapt van een ring of pleister naar de pil. Start met je combinatiepil op om het even welk ogenblik gedurende de eerste zeven dagen die volgen op de verwijdering van de ring of pleister. Je bent meteen beschermd tegen zwangerschap. Hoe snel na een bevalling kan je met hormonale gecombineerde anticonceptie (de ring, pleister of combinatiepil) starten? Het gebruik van hormonale gecombineerde anticonceptie kan gestart worden tijdens de vierde week na de bevalling. Je nieuwe hormonale gecombineerde methode is meteen werkzaam en je hoeft geen bijkomende voorzorgsmaatregelen te nemen.
Begin van het gebruik van de ring
Week zonder ring
3 weken
1 week
bv: maandag
bv: maandag
Nieuwe ring 3 weken bv: maandag
19
IS HET MOGELIJK DE MAANDSTONDEN UIT TE STELLEN? Indien je na de vierde week start, moet een nieuwe zwangerschap eerst uitgesloten worden en moet je gedurende de eerste zeven dagen na het starten van je nieuwe hormonale gecombineerde methode een bijkomende barrièremethode (vb. condoom) gebruiken. Hormonale anticonceptiemiddelen die oestrogenen bevatten (anticonceptiering, combinatiepil en pleister), mogen niet gebruikt worden tijdens de borstvoeding. Daarvoor bestaat een pil die alleen progestageen bevat. Zij is speciaal ontworpen voor anticonceptie tijdens de maanden waarin de vrouw borstvoeding geeft aan haar baby.
20
DAG 1
PATCH 2 DAG 8
PATCH 3 DAG 15
(1ste aanbrengen)
(2de patch aanbrengen)
(3de patch aanbrengen)
tot DAG 8
tot DAG 15
tot DAG 22
(=vervangdag van 1ste patch) Week 1
(=vervangdag van 2de patch) Week 2
Indien je besloten hebt dat je zwanger wil worden, kan je op om het even welk ogenblik stoppen met je hormonale anticonceptie. Wacht wel best tot het einde van je cyclus. Je normale ovulatie zal dan snel hernemen. Hoewel je meteen kan proberen zwanger te worden, is het raadzaam te wachten tot je je eerste normale maandstonden hebt gehad. Op die manier kan je ook de voorziene geboortedatum gemakkelijker berekenen.
Patchvrije week
Dag 22 tot Dag 28
(patch verwijderen)
Week 3
Week 4
Start volgende cyclus (28 dagen)
Start cyclus (28 dagen)
PATCH 1
En wat als je zwanger wilt worden?
Er zijn zo van die momenten dat het je helemaal niet uitkomt om je maandstonden te krijgen bv. op reis. Met de ring kan je je maandstonden probleemloos uitstellen. Dit doe je door meteen na het verwijderen van de ring een nieuwe ring in te brengen, dus zonder ringvrije week. Die tweede ring laat je zoals normaal drie weken in de vagina, waarna je opnieuw een ringvrije week hebt. Je kan de ring niet langer dan drie weken ter plaatse laten. De werkzaamheid is immers berekend op een gebruiksperiode van drie weken. Je maandstonden uitstellen kan dus enkel door meteen een nieuwe ring in te brengen.
Met de combinatiepil begin je met een nieuwe pilstrip. Indien jouw pilstrip meer dan 1 kleur tabletten bevat (meer dan 1 fase), vraag dan raad aan je arts of apotheek hoe je best je regels kan uitstellen. Lees ook steeds aandachtig de bijsluiter.
Met de pleister kleef je onmiddellijk een nieuwe pleister nadat je de vorige verwijderde. Zo kan je je regels iedere keer met één week uitstellen. Je mag niet dezelfde pleister langer dan één week laten kleven om je regels uit te stellen.
21
KAN ER TOCH IETS MISGAAN?
22
Je vergat je combinatiepil in te nemen In de eerste week (pil 1 t.e.m. 7) neem je de pil in zodra je eraan denkt, ook al betekent dat dat je er twee tegelijk moet innemen. Ga gewoon verder met je strip. Gebruik de eerstvolgende 7 dagen wel een bijkomende vorm van anticonceptie zoals een condoom. Heb je de afgelopen week geslachtsgemeenschap gehad, raadpleeg dan wel je arts want je zou zwanger kunnen zijn. In de tweede week (pil 8 t.e.m. 14) neem je de vergeten pil toch nog in en ga je gewoon verder met je strip. De contraceptieve bescherming is niet verminderd. In de derde week (pil 15 t.e.m. 21) stop je met de pil en las je meteen een pauzeweek in. Uiterlijk op de 7de dag van deze week start je met een nieuwe strip. Een andere mogelijkheid bestaat erin de vergeten pil alsnog in te nemen, de strip verder op te gebruiken en meteen daarna, zonder pauzeweek, met een volgende strip te beginnen. Een beetje tussentijds
bloedverlies is in dit geval wel mogelijk. Indien jouw pilstrip meerdere kleuren van tabletten bevat, lees dan aandachtig de bijsluiter of contacteer je arts of apotheek. Je bent meer dan één pil vergeten Neem dan altijd contact op met je arts want een zwangerschap is dan niet uitgesloten. Hij zal in overleg met jou naar een oplossing zoeken. Je moet braken na je pilinname of je hebt diarree Als je binnen de 4 uur na het innemen van je pil moet braken of diarree krijgt, neem dan meteen een nieuwe tablet in. Die neem je ofwel uit een nieuwe strip, die je als reservestrip houdt, of je haalt de laatste pil uit je strip. Zo blijft de dagaanduiding kloppen. Zijn je maag en/of darmen langere tijd van streek, dan biedt je pil niet meer voldoende bescherming. Gebruik tijdelijk een andere vorm van anticonceptie zoals een condoom. Braken of diarree heeft geen invloed op de
contraceptieve werking van de ring of pleister omdat de hormonen niet via het maag- darmstelsel gaan. Je pleister komt los of valt eraf Breng onmiddellijk een nieuwe pleister aan, maar verander voor de rest niets. Je vaste plakdag (=vervangdag) blijft dezelfde en je cyclus loopt gewoon voort. Je hebt geen extra niet-hormonale bescherming nodig. Als de pleister meer dan 24 uur geheel of gedeeltelijk los zat, breng dan een nieuwe aan. Je begint op dat ogenblik wel een nieuwe vierweekse cyclus met een nieuwe plakdag. Gedurende de eerste 7 dagen van deze nieuwe cyclus moet je tijdelijk een andere vorm van anticonceptie gebruiken zoals een condoom. Je laat de ring tijdens het inbrengen per ongeluk vallen Dan reinig je de ring eenvoudigweg met koud of lauw water en je brengt hem in zoals anders.
De ring valt uit of wordt per ongeluk verwijderd De ronde vorm en de flexibiliteit van de anticonceptiering zorgen ervoor dat de ring zeer goed op zijn plaats blijft en dat het risico dat de ring uitvalt bijzonder klein is. Toch kan het gebeuren dat de ring geheel of gedeeltelijk uit de vagina komt. Dat zou bv. kunnen gebeuren bij het verwijderen van een tampon. In dat geval reinig je de ring met koud of lauw water en breng je de ring meteen weer in. Gebeurt het meermaals dat de ring geheel of gedeeltelijk uit de vagina komt, raadpleeg dan je arts. Indien de ring is uitgevallen en het duurt meer dan 3 uur voor je de ring opnieuw inbrengt, dan moet je gedurende de volgende zeven dagen een bijkomend anticonceptiemiddel gebruiken. Gebeurt dit tijdens de eerste week van het ringgebruik, dan is een eventuele zwangerschap niet uitgesloten. Het is niet zo dat vrouwen die reeds kinderen gehad hebben, de ring gemakkelijker kunnen verliezen dan vrouwen die nog geen kinderen hebben gehad. 23
KAN ER TOCH IETS MISGAAN? Je bent te laat voor de 2de of 3de pleister 1 of 2 dagen te laat: verwijder de gebruikte pleister en kleef meteen een nieuwe. Kleef de volgende pleisters op de normale plakdag. Meer dan 2 dagen te laat: kleef direct een nieuwe pleister. Gebruik gedurende de volgende zeven dagen een bijkomend anticonceptiemiddel zoals het condoom. Je vergat je 3 pleister te verwijderen Verwijder de pleister zo snel mogelijk en kleef je nieuwe pleister op de dag waarop je normaal met een nieuwe cyclus had moeten beginnen. Je stopweek zal dus korter zijn dan anders. Let op: je mag je stopweek alleen inkorten, niet verlengen. Kleef de pleister steeds op een andere plaats maar zeker niet op de borsten. de
24
Je vergat de ring na 3 weken te verwijderen Indien je dit merkt tijdens de eerste week (de vierde week van het ringgebruik en de week die normaal jouw ringvrije week had moeten zijn) dan verwijder je de ring zo snel mogelijk, laat de ring 1 week uit
en breng vervolgens een nieuwe ring in. Er is geen extra barrièremethode nodig. Indien het langer duurt vooraleer je merkt dat je de ring vergat te verwijderen en de ring dus al meer dan 4 weken in de vagina is, moet je eerst een dokter raadplegen vooraleer je een nieuwe ring gebruikt. Je vergat tijdig een nieuwe ring in te brengen, de pil te starten of een pleister te kleven Indien je tijdens de ring-, pleister- of pilvrije periode van meer dan een week geen seksuele betrekkingen had, kan je meteen een nieuwe ring inbrengen, pleister kleven of starten met de pil. Je moet de eerste zeven dagen dan wel een bijkomende barrièremethode gebruiken. Indien je tijdens de ring-, pleister- of pilvrije periode van meer dan een week wel seksuele betrekkingen had, moet je eerst een arts raadplegen om een eventuele zwangerschap uit te sluiten vooraleer je opnieuw begint met je hormonale anticonceptie.
Eventuele nevenwerkingen van hormonale gecombineerde anticonceptie Gezien de lage doses hormonen die bij gebruik van nieuwe vormen van hormonale anticonceptie, zoals de ring, de 20 microgram-pil en de contraceptieve pleister vrijgezet worden, worden deze anticonceptiemethoden bijzonder goed verdragen. Toch kunnen er bij alle vormen van hormonale anticonceptie eventueel nevenwerkingen optreden zoals gevoelige borsten, hoofdpijn, misselijkheid of humeurschommelingen. Het voorkomen ervan blijkt vaak af te hangen van de dosis van het oestrogeen in de anticonceptiemethode. Hier geldt vaak de regel: hoe minder, hoe beter.
Lees toch altijd aandachtig de bijsluiter voor je met je hormonale anticonceptie start.
25
26
Hormonale anticonceptie en andere geneesmiddelen Sommige geneesmiddelen kunnen tot gevolg hebben dat je hormonale anticonceptie minder goed werkt. Dit kan tot vermindering van de contraceptieve werking of tot een onverwacht bloedverlies leiden (spotting of doorbraakbloedingen). Hiertoe behoren onder andere geneesmiddelen voor de behandeling van epilepsie (bijvoorbeeld primidon, fenytoïne, barbituraten, topiramaat, felbamaat) en tuberculose (bijvoorbeeld rifampicine), of HIV infecties (ritonavir), antibiotica (bijvoorbeeld ampicillines, tetracyclines en griseofulvine) en producten die SintJanskruid bevatten. Wanneer een arts je een geneesmiddel wil voorschrijven, moet je hem steeds zeggen dat je hormonale anticonceptie gebruikt. Jouw arts zal je dan zeggen of het nodig is tijdelijk een andere vorm van anticonceptie te gebruiken (zoals het condoom). Vermeld ook altijd alle andere geneesmiddelen die je inneemt (ook deze zonder voorschrift).
Hormonale anticonceptie & roken Hoewel roken geen absolute tegenaanwijzing is voor het gebruik van hormonale anticonceptie, verhoogt roken wel het risico op de vorming van bloedklonters, vooral wanneer je ouder bent dan 35 en meer dan 15 sigaretten per dag rookt. Indien je hormonale anticonceptie wil gebruiken, doe je er goed aan te stoppen met roken omdat ook het gebruik van hormonen een zeer geringe toename van de kans op het ontstaan van bloedklonters met zich meebrengt.
HORMONALE ANTICONCEPTIE BESCHERMT NIET TEGEN SEKSUEEL OVERDRAAGBARE AANDOENINGEN
Alle vormen van hormonale anticonceptie zijn zeer betrouwbare methoden om een zwangerschap te voorkomen, maar ze beschermen je niet tegen seksueel overdraagbare aandoeningen en AIDS, net zomin als tegen chlamydia-infecties die je latere vruchtbaarheid kunnen bedreigen. Om beschermd te zijn tegen deze aandoeningen, moet je een condoom gebruiken. Wil je dus in alle veiligheid geslachtsgemeenschap hebben zonder vrees voor zwangerschap én voor seksueel overdraagbare aandoeningen, dan moet je je hormonale anticonceptie combineren met het gebruik van een condoom.
27
BEWARING VAN
HORMONALE ANTICONCEPTIE
Net zoals alle geneesmiddelen moet je hormonale anticonceptie bewaren onder goede omstandigheden. Kijk vooraleer je met een nieuwe pilstrip, ring of pleister start steeds even op de verpakking of de vervaldatum nog niet verstreken is. Indien dat wel het geval is, mag je deze verpakking niet meer gebruiken. Hormonale anticonceptie mag bewaard worden bij kamertemperatuur. Je vindt alle informatie over het bewaren van je hormonale anticonceptie in de bijsluiter of op de verpakking.
28
DE ARTS, JOUW RAADSMAN Alle vormen van hormonale anticonceptie kan je enkel verkrijgen op doktersvoorschrift. Vooraleer je arts dit voorschrift aflevert, zal hij/zij (samen met jou) bepalen of hormonale anticonceptie geschikt is voor jou. Heb je vragen of twijfels, aarzel dan niet hierover met jouw arts te praten. Maak je je tijdens het gebruik van hormonale anticonceptie ergens zorgen over, zoek je arts dan meteen op. Hij/zij zal je met raad en daad bijstaan.
DE BARRIÈREMETHODES Het condoom is als anticonceptie niet de meest betrouwbare methode, maar is wel het enige voorbehoedsmiddel dat je ook beschermt tegen seksueel overdraagbare aandoeningen en AIDS. Het condoom is een zakje van dun rubber dat aan het uiteinde meestal een klein reservoir heeft en dat over de penis wordt geschoven. Bij zaadlozing komt het sperma in het reservoir terecht, niet in de vagina. Het condoom kan slechts éénmaal gebruikt worden. Er bestaat ook een vrouwencondoom dat in de vagina wordt ingebracht vóór de penetratie. De meest veilige methode om zwangerschap én seksueel overdraagbare aandoeningen te voorkomen is de combinatie van een condoom met een andere anticonceptiemethode zoals de pil, de ring, de pleister,…
INTRA-UTERIENE METHODE Bij de intra-uteriene anticonceptiemethode wordt een spiraal in de baarmoeder ingebracht. Het spiraal is een betrouwbare methode. Het inbrengen van een spiraal gebeurt, liefst tijdens de menstruatie, door een arts. Er bestaan twee soorten spiralen: A. Het koperhoudende spiraal De werking van dit spiraal berust op de aanwezigheid van een vreemd lichaam in de baarmoeder waardoor de eicel zich niet kan innestelen. Daarnaast heeft het koper een zaaddodend effect. B. Het hormoonhoudende spiraal Zet continu een kleine hoeveelheid progestageen in de baarmoeder vrij. Dit zorgt voor de vorming van een slijmprop ter hoogte van de baarmoederhals die de doorgang van het sperma verhindert. Het baarmoederslijm wordt ook dunner wat ongunstig is voor de innesteling van de eicel.
29
DEFINITIEVE METHODES
NATUURLIJKE METHODES
Als je zeker bent dat je geen kinderen meer wil, dan is een sterilisatie een mogelijke oplossing. Deze sterilisatie kan zowel bij de man als bij de vrouw worden uitgevoerd. Een sterilisatie is in principe een definitieve ingreep. Soms is een hersteloperatie mogelijk, hoewel deze niet altijd even succesvol is.
Deze anticonceptiemethodes behoren tot de minst betrouwbare.
A. Bij de vrouwelijke sterilisatie: worden de eileiders afgesloten zodat de eicel en de zaadcellen niet meer met elkaar in contact kunnen komen. B. Bij mannelijke sterilisatie of vasectomie: worden beide zaadleiders onderbroken door er een klein stukje uit weg te halen.
30
A. P eriodieke onthouding is gebaseerd op de vruchtbaarheidscyclus van de vrouw. Deze methode bestaat erin dat het koppel alleen seksuele betrekkingen heeft op de dagen waarop de vrouw niet vruchtbaar is. Er wordt soms geprobeerd om de betrouwbaarheid te verhogen door bijvoorbeeld de temperatuursmethode toe te passen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het feit dat de temperatuur van het lichaam met 0,2 tot 0,3°C verhoogt tijdens de ovulatie en gedurende de 3 dagen volgend op de ovulatie. Aangezien deze berekeningen weinig nauwkeurig zijn, is periodieke onthouding geen betrouwbare methode.
B. Coïtus interruptus is de ejaculatie buiten de vagina. Dit vraagt een perfecte controle van de man over de ejaculatie. Bovendien kan dit seksueel contact toch leiden tot een bevruchting door de aanwezigheid van zaadcellen in het voorvocht. Zelfs wanneer er geëjaculeerd wordt thv. de schaamstreek (buiten de vagina) is een bevruchting nog steeds mogelijk. Bovendien blijft coïtus interruptus een frustrerende methode, zowel voor de vrouw als voor de man.
31
Indien u meer informatie wenst: gelieve uw arts of apotheker te raadplegen
[email protected]
WOMN-1073872-0000
www.voeljevrij.be