!^23>
èS/o
Commissie-advies Naam commissie:
Burgers en Samenleving
Datum commissievergadering:
12 juni 2012
Fracties afwezig bij commissiebehandeling: • W D
DCDA
DPvdA
DDS
DGL
DBBR
DSP
DD66
DSPR
D Nee
D n.v.t.
D
PVDE
DRS Raadsvoorstelnummer: 2012/056/01 OndenA/erp: Verordening voorzieningen Wmo Roermond 2012 Advies commissie: Is dit onderwerp rijp voor behandeling in de gemeenteraad?
D Ja
Wijze van agendering voor de raad: D
hamerstuk
D bespreekstuk
D n.v.t.
Eventuele toelichting bij (afwijkend) advies, desgewenst per fractie aan te geven: Woordvoering vindt plaats door vertegenwoordigers van de fracties van BBR, DS, S P R , W D , C D A , PvdA, G L en S P . Er wordt een veelheid aan opmerkingen gemaakt en vragen gesteld onder meer over art 35 van de Wmo-verordening (mandatering aan c.q. vaststelling van de tarieven door het college), de hoogte van eigen bijdrages (o.a. in relatie tot het -Rijks- besluit maatschappelijke ondersteuning), het karakter en wijze van uitvoering van de zogenaamde keukentafelgesprekken en waarom er niets beschreven is over de begeleiding van 18-minners. Wethouder Kemp en S.Slijpen en F. van der Heide gaan in op de belangrijkste gemaakte opmerkingen en vragen. Er is een specifiek verzoek (PvdA) om (kort) een toelichting op de groene flap te krijgen inzake de mogelijkheden van heffing van eigen bijdrages (duiding van de Rijksregelgeving). Verzocht wordt tevens ( W D ) om een alinea toe te voegen aan de toelichting betreffende de eigen bijdrage bij toewijzing P G B (of financiële bijdrage) afgezet tegen de voorzieningen in natura (rechtsgelijkheid daarin). Afgesproken wordt dat tevens via de groene flap die specifieke vragen en opmerkingen van fracties beantwoord en toegelicht worden die niet aan de orde zijn gekomen in het overleg met de commissie. De fracties achten het stuk rijp voor behandeling in de raad als bespreekstuk.
Standpunt college: zie volgende pagina's.
Nog niet beantwoorde vragen De nog niet beantwoorde vragen worden hieronder beantwoord dan wel nader toegelicht. 1.
Hoe is de samenwerking geborgd tussen de Wmo en de jeugdpeiier, met name bij onder toezichtstellingen en maatregelen? Hoe verhoudt zich dit tot elkaar? Daarover is in de notitie niets vermeld.
In de notitie over de kanteling in de Wmo is inderdaad (bewust) niets terug te vinden over zaken die nu in de peiler Jeugd zijn georganiseerd. Op dit moment zijn de Wmo (verantwoordelijkheid gemeente) en de wet op de Jeugdzorg, inclusief de uitvoering van Bureau Jeugdzorg en maatregelen als Onder Toezichtstellingen (verantwoordelijkheid Provincie, A W B Z , justitie) nog gescheiden domeinen welke zich raken op het gebied van de preventieve jeugdzorg. Met de aangekondigde decentralisatie van de Jeugdzorg zullen deze verantwoordelijkheden gaan schuiven en zal nadrukkelijk gekeken worden naar samenhang en integraliteit. In het licht van deze toekomstige ontwikkelingen wordt in de huidige situatie getracht zo veel mogelijk af te stemmen met o.a. de projectleider Transitie Jeugdzorg. Daarnaast is sinds kort Bureau jeugdzorg toegetreden tot de pilot 'Keukentafelgesprek', zodat over en weer gebruik gemaakt kan worden van eikaars expertise en via een natuurlijke weg de samenwerking tot stand komt. 2.
Hoe worden de gesprekken geregeld voor de 18-minners? Hoe worden de ondersteuningsarrangementen voor 18-minners vormgegeven?
Het voeren van gesprekken met 18-minners in het kader van de huidige compensatieplicht gebeurt samen met de ouder(s) van de betreffende jeugdige door de gemeentelijke Wmo-consulenten. De gesprekken rondom de begeleiding daarentegen worden (door het controversieel verklaren) nog steeds gevoerd door Bureau Jeugdzorg (psychiatrische grondslag) of het CIZ (andere grondslagen) en andere ondersteuningspartijen zoals M E E en C J G . Indien in de toekomst de Begeleiding tóch wordt overgeheveld naar de gemeenten, zal dan bekeken worden waar en op welke wijze de gesprekken met deze specifieke doelgroep en hun ouders gevoerd gaan worden. Mogelijk kan dan gebruik gemaakt worden van de opgedane ervaringen met de keukentafelgesprekken met andere doelgroepen. 3.
Hoe is de eigen bijdrage bij 18-minners geregeld.
Het opleggen van een eigen bijdrage i.v.m. verleende maatschappelijke ondersteuning is voor kinderen onder de 18 jaar bij wet uitgesloten. 4.
Welke activiteiten vloeien voort uit het keukentafelgesprek (zie schema pagina 8). Hoe wordt de inzet vanuit het informele circuit geborgd?
Omdat het keukentafelgesprek uitgaat van brede vraagverheldering en het gezamenlijk bepalen van de te behalen participatie-resultaten, kunnen de oplossingsrichtingen (en dus de samenstelling van de arrangementen) heel divers zijn. Uitgaande van maatwerk kunnen de oplossingen gezocht worden in de breder range van eigen kracht, eigen sociale netwerken, sociale structuren in de wijk, informele ondersteuning door vrijwilligers(-organisaties), mogelijkheden voor dagbesteding en vrijetijdsbesteding, algemene voorzieningen, collectieve voorzieningen en ter afsluiting individuele voorzieningen uit diverse domeinenen (welzijn, wonen, zorg, ondersteuning, opvoeden en opgroeien, werk en inkomen, sport en vrije tijd etc). 5.
Hoeveel keukentafelgesprekken zijn er berekend voor de genoemde € 90.000,-- aan uitvoeringskosten, zoals genoemd op pagina 5 van de notitie?
De genoemde € 90.000,-- betreffen een schatting van de netto-opbrengsten van het invoeren van de eigen bijdragen, nadat de uitvoeringskosten verrekend zijn met de bruto-opbrengsten van de eigen bijdragen. De uitvoeringskosten betreffen de extra werkzaamheden om de nieuwe maatregel van het
opleggen van eigen bijdragen voor woonvoorzieningen en hulpmiddelen te implementeren. Dat staat los van het voeren van de keukentafelgesprekken, zoals wij dit in de genoemde pilot gaan uittesten. De uitvoeringskosten van het implementeren van de keukentafelgesprekken zijn nu nog niet bekend en zijn afhankelijk van de ervaringen en de nog te maken keuzes naar aanleiding van de en/aringen in de pilot (zie pagina 3, laatste bullit en de bijbehorende bijlage 2 van de notitie 'Uitwerking Kanteling Wmo Roermond. De (eventuele meer-)kosten van de keukentafelgesprekken zullen binnen de reguliere begrotingsposten opgevangen worden, rekening houdend met de taakstellende bezuiniging van € 4 0 0 . 0 0 0 , - in 2015. 6.
Indien de gespreksvoering buiten de gemeentelijke organisatie wordt georganiseerd, hoe kan de gemeente dan toch controle houden?
Het voeren van de keukentafelgesprekken wordt buiten de gemeentelijke organisatie geplaatst, om de link met de (huidige) claimgerichte aanvraagprocedure te doorbreken én om de pilot met deelnemende externe organisaties (AMW, Wel.kom, M E E , BJZ) goed vorm te kunnen geven. Dat wil niet zeggen dat de gemeente daarmee geen regie voert op de aansturing, uitvoering en controle. Naast regievoering en controle op het nog verder vorm te geven samenwerkingsverband als 'vooruitgeschoven' post, zullen ook prestaties (op inhoudelijk en financieel gebied) gevolgd worden én zal de klanttevredenheid periodiek gemeten worden. Indien hieruit aanleidingen komen voor aanpassing van de werkwijzen, zal de gemeente aanpassingen initiëren. 7.
Het college stelt nadere regels in het Besluit maatschappelijke ondersteuning Roermond 2012. Hoe kunnen wij kennis nemen van de hoogte van de vergoedingen?
Het (lokale) Besluit zal aan het college van B&W aangeboden worden ter besluitvorming worden nadat de raad de verordening heeft vastgesteld. Het door het college vastgestelde Besluit zal ter kennisname aan de commissie B S worden gezonden.
Specifieke verzoeken Voor wat betreft de specifieke verzoeken is het standpunt van het college het volgende. 1.
In de bijlage 'advisering Gehandicaptenplatform Roermond en Wmo-raad Roermond' is per abuis de naam van de heer Ramakers fout geschreven. In het raadsvoorstel is op pagina 4, een na laatste alinea, een na laatste zin GPR geschreven, terwijl dit 'overiegorgaan GPR' moet zijn. Kan dit nog aangepast worden?
J a , de naar aanleiding van deze opmerking gewijzigde pagina is aan dit document toegevoegd (bijlage 1, horend bij deze 'groene flap', voorlaatste alinea {overlegorgaan
Gehandicaptenplatform
Roermond)). 2.
Er lijkt m.b.t. de eigen bijdrage-inning ongelijkheid te bestaan tussen enerzijds de zorg in natura en anderzijds de PGB's en financiële bijdrages.
Zowel bij zorg in natura als bij een P G B wordt achteraf de eigen bijdrage opgelegd en geïnd door het C A K . De eigen bijdrage moet uit het eigen inkomen voldaan worden. Bij de hoogte van het P G B wordt geen rekening gehouden met de te betalen eigen bijdrage: het P G B is alleen bedoeld voor het venA/erven van de voorziening die geïndiceerd is en niet voor het betalen van de eigen bijdrage. Er zal aan de toelichting van de verordening een verduidelijking worden toegevoegd (zie bijgevoegde gewijzigde pagina in bijlage 2, horend bij deze 'groene flap, artikel 24, 'Bij de hoogte van het persoonsgebonden budget
het betalen van de eigen bijdrage').
3.
Er zijn bezwaren tegen iiet mandateren van bevoegdheden van de raad aan het college m.b.t. het vaststellen van basistarieven Hulp bij het huishouden (artikel 35, lid 2).
De raden van gemeenten moeten in de nabije toekomst basistarieven voor verschillenden vormen van huishoudelijke verzorging vaststellen. Dit staat in het initiatiefwetsvoorstel-Leijten dat op 20 maart 2012 is aangenomen door de Eerste Kamer. De ministerraad heeft op 16 mei 2012 besloten om het initiatiefwetsvoorstel te bekrachtigen. De wet zal drie maanden na publicatie in het Staatsblad in werking treden, te weten per 1 september 2012. Vooruitlopend op deze ontwikkeling is in de verordening artikel 35, lid 2 opgenomen. Vanwege de aangenomen wet is artikel 35, lid 2 overbodig geworden. Artikel 35, lid 2 zal derhalve uit de verordening geschrapt worden. Voorstellen ten aanzien van de genoemde basistarieven zullen, zoals de betreffende wetswijziging beoogd, aan de raad worden voorgelegd. Pagina 14 van de verordening, met daarop het nieuwe, gewijzigde artikel 35 is bijgevoegd in bijlage 3, horend bij deze 'groene flap'). 4.
Graag meer duidelijkheid over de landelijke normen voor de hoogte van de eigen bijdragen, waarvoor is verwezen naar het Besluit maatschappelijke ondersteuning in artikel 24, lid 2 van de nieuwe concept-verordening.
Voor het vaststellen van de maximale periodebijdrage wordt gekeken naar leeftijd, samenstelling van het huishouden en het inkomen. Door het C A K wordt op basis hiervan het verzamelinkomen opgevraagd bij de Belastingdienst. Er wordt onderscheid gemaakt in eenpersoons huishouden of een huishouden met meer personen, jonger of ouder dan 65 jaar. Op basis van deze uitgangspunten zijn bijbehorende begrensde verzamelinkomens vastgesteld. Voor deze begrensde verzamelinkomens zijn maximale periodebijdragen vastgesteld. Een periode is een tijdvak van 4 weken. Ligt het verzamelinkomen boven deze grens dan wordt met het meerdere rekening gehouden door hiervan 15% te nemen. Dit wordt bij de maximale periodebijdrage opgeteld. Met andere woorden: tot een bepaald verzamelinkomen (begrensd) is de maximale periodebijdrage voor iedereen gelijk, heeft men een hoger inkomen dan betaalt men meer Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de eigen bijdrage. Echter: de eigen bijdrage kan nooit meer zijn dan de kosten van de voorziening. Voor een indicatie van de hoogten van de eigen bijdragen en de rekenmethodieken wordt verwezen naar het informatieve schema in bijlage 4 van deze 'groene flap': "Zo wordt door het C A K in 2012 uw maximale periodebijdrage vastgesteld".
Overzicht van gewijzigde teksten: Bijlage 1:
gewijzigde pagina 4 van raadsvoorstelnummer 2012/056/1.
Bijlage 2:
gewijzigde pagina 23, artikel 24 van de toelichting van de verordening.
Bijlage 3:
gewijzigde pagina 14, artikel 35 van de verordening.
Verduidelijking berekening hoogte eigen bijdragen Bijlage 4:
informatief schema 'Zo wordt door het C A K in 2012 uw maximale periodebijdrage vastgesteld".
4
Pagina 4
Raadsvoorstelnummer:
2012/056/1
voorgelegd in reguliere vergadering). Momenteel is er m.b.t. die overheveling grote onduidelijkheid als gevolg van de recente ontwikkelingen in Den Haag. Het is niet duidelijk of het ondenwerp controversieel wordt verklaard en welke gevolgen dit heeft voor de invoeringsdatum en de landelijke beleidskaders en financiële kaders. Ook is niet duidelijk wat de gevolgen zijn voor de burgers en de gemeente. Indien er nadere berichtgeving verschijnt die voor u van belang kan zijn, zullen wij u hierover separaat informeren. Zoals aangegeven zijn de ontwikkelingen rondom de Begeleiding voor de besluitvorming rondom de thans voorliggende verordening niet direct van belang. De kanteling van de Wmo is n.l. een landelijke tendens onder gemeenten (gestimuleerd en gefaciliteerd door de VNG),die uitgaat van de huidige compensatieplicht zoals genoemd in artikel 4 van de Wmo. Met de kanteling zetten gemeenten een ontwikkeling in om de concrete uitvoering meer in overeenstemming te brengen met de filosofie van de Wmo (civil society). Een filosofie die naadloos aansluit bij de visie van de gemeente Roermond, zoals verwoord in de Strategische visie, het coalitie-akkoord, het Kerntakenboek en de Welzijnsvisie. Indien de ontwikkelingen rondom de Begeleiding op termijn gaan leiden tot een wettelijk bekrachtigde overheveling naar de Wmo, zullen te zijner tijd raakvlakken gaan ontstaan met de thans ingezette 'kanteling' en de bijbehorende verordening. Begeleiding zal dan immers als 5^ functie aan de compensatieplicht van de gemeente toegevoegd worden en de gemeentelijke invulling van die functie zal dan ook 'gekanteld' gaan plaatsvinden. Te zijner tijd zult u hierover separaat geïnformeerd worden. Advisering
Wmo-raad en Gefiandicaptenplatform
Roermond
Met de twee relevante formele adviesorganen van het college van B&W zijn in een vroegtijdig stadium (vergadering van 2 februari 2012) afspraken gemaakt over de wijze van advisering. De beide adviesorganen hebben de volgende taakverdeling met elkaar afgesproken: Het Gehandicaptenplatform Roermond (GPR) heeft zich gebogen over de verordening, omdat het G P R meer thuis is in de juridisch technische opzet van de verordening en de mogelijke gevolgen daarvan voor de burger. Een afvaardiging van het G P R heeft zich in een ambtelijk vooroverleg op 13 maart met een aantal medewerkers van het Wmo-team inhoudelijk verdiept in de bijgevoegde verordening. Door het G P R zijn suggesties gedaan welke zijn overgenomen. In haar vergadering op 14 maart heeft het overlegorgaan Gehandicaptenplatform Roermond de uitgangspunten van de kanteling en de daaruit voortvloeiende verordening formeel geagendeerd en behandeld. Wat betreft zowel opzet als inhoud is het G P R akkoord met de conceptverordening. Kortheidshalve wordt voor het totale advies verwezen naar de bijlage. De Wmo-raad is meer specialist op het brede vlak van de Wmo, de samenhang tussen de verschillende onderdelen, de gevolgen van beleid voor de burger en de invloed van beleidsvoorstellen op de cultuuromslag naar de civil society en heeft daarom de notitie 'Uitwerking kanteling W m o Roermond; behandeld. Op 12 april en 10 mei j.1. heeft de Wmo-raad kennis genomen van en ingestemd met de bijgevoegde notitie. Hoofdconclusie is dat de geschetste uitwerking in de notitie in lijn is met de visie van de Wmo-raad, n.l. het duidelijk en gestructureerd inzetten op de civil society. Kortheidshalve wordt voor het totale advies verwezen naar de bijlage.
Lidd. In dit lid wordt tot uitdrukking gebracht dat er ook nog andere zwaanwegende, individuele gronden kunnen zijn om het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming af te wijzen. HOOFDSTUK 6. EIGEN BIJDRAGE EN EIGEN AANDEEL Artikel 24. Eigen bijdragen en eigen aandeel. In artikel 24 is bepaald dat het college een eigen bijdrage of eigen aandeel oplegt voor een voorziening die volgt uit de 8 te behalen resultaten. Het college van burgemeester en wethouders legt alle bedragen voorte verstrekken voorzieningen en op te leggen eigen bijdrage/eigen aandeel jaarlijks vast in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond. Voor de hoogte van de op te leggen eigen bijdrage/eigen aandeel wordt aangesloten bij het door het Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vastgestelde Besluit maatschappelijke ondersteuning (Staatsblad 2006, nr. 450) en in de hierin in artikel 4.1 lid 1 vastgelegde bedragen. Deze worden jaadijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zoals vastgelegd is in lid 3 van dit artikel kan het college besluiten geen eigen bijdrage op te leggen indien daarvoor in het individuele geval wegens bijzondere feiten of omstandigheden een belangrijke reden aanwezig is. Een en ander is uitgewerkt in de Beleidsregels. Zowel bij zorg in natura als bij een persoonsgebonden budget wordt achteraf de eigen bijdrage opgelegd en geïnd door het GAK. De eigen bijdrage moet uit het eigen inkomen voldaan worden. Bij de hoogte van het persoonsgebonden budget alsmede bij een financiële tegemoetkoming wordt geen rekening gehouden met de/het te betalen eigen bijdrage/eigen aandeel. Het persoonsgebonden budget en/of de financiële tegemoetkoming is alleen bedoeld voor het verwerven van de voorziening die geïndiceerd is en niet voor het betalen van de eigen bijdrage. Artikel 25. Overgangsrecht In lid 1 van dit artikel is het overgangsrecht opgenomen ten aanzien van het opleggen van een eigen bijdrage. Hieruit is af te leiden dat voor alle nieuwe aanvragen voor een individuele voorziening vanaf 15 juli 2012 een eigen bijdrage kan worden opgelegd zoals in artikel 24 is omschreven. Voor de personen die tot en met 14 juli 2012 een voorziening in bruikleen hebben aangevraagd en/of toegekend hebben gekregen geldt een overgangsperiode van een halfjaar, waarna na deze periode een eigen bijdrage wordt opgelegd, overeenkomstig geldende regels. Artikel 26. Duur van het overgangsrecht In lid 1 is geregeld dat het overgangsrecht geldt tot 15 januan 2013, daarna zijn de bepalingen van de verordening onverkort en in alle gevallen van toepassing. Uitzondenng hierop vormt een als gevolg van een voor 15 juli 2012 aangevraagde en/of verkregen traplift in bruikleen. Voor een traplift aangevraagd op of na 15 juli 2012 wordt wel een eigen bijdrage opgelegd. In lid 2 is bepaald dat als voor 15 januan 2013 het recht op de voorziening eindigt het overgangsrecht niet langer van toepassing is, maar de nieuwe gemeentelijke bepalingen uit deze verordening. HOOFDSTUK 7. BEPERKINGEN EN WEIGERINGSGRONDEN Artikel 27. Beperkingen Er geldt een aantal beperkingen bij het verstrekken van voorzieningen. Lid 1 onder a bepaalt dat het noodzakelijk is dat een voorziening langdung noodzakelijk is. Op deze regel bestaat een uitzondering: hulp bij het huishouden na een ziekte of ziekenhuisopname. Als deze kortdurende hulp bij het huishouden binnen een gemeente niet geleverd kan worden als algemene voorziening, waardoor geen individuele voorziening meer nodig zal zijn, zal deze hulp als individuele voorziening verstrekt moeten worden. Deze uitzondering dient dan in de verordening te worden opgenomen.
6.
met ingang van de dag waarop de ontvanger van een vergoeding voor de l
Artikel 34. Terugvordering 1.
Indien de beschikking tot toekenning van een voorziening is ingetrokken op grond van artikel 32 of 33 van deze verordening, kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.
2.
Ingeval de beschikking tot toekenning van een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken op grond van artikel 32 of 33 van deze verordening, kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is vedeend op basis van onjuiste gegevens.
3.
Ingeval de beschikking tot toekenning van een in bruikleen verstrekte voorziening is ingetrokken op grond van artikel 32 of 33 van deze verordening, kan deze voorziening worden teruggehaald indien de voorziening is vedeend op basis van onjuiste gegevens.
4.
Ingeval niet wordt voldaan aan de voorwaarden zoals vastgelegd in de beschikking kan de financiële tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.
Hoofdstuk 9. Slotbepalingen Artikel 35. Hoogte vergoeding en mandaat Het college stelt de hoogte van de vergoeding voor de te verstrekken individuele voorzieningen vast in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond; Artikel 36. Hardheidsclausule Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van ovenwegende aard leidt. Artikel 37. Indexering Het college kan jaadijks per 1 januan de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond geldende bedragen verhogen of vedagen aan de hand van de prijsindex voor gezinsconsumptie, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning. Artikel 38. Evaluatie Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt periodiek geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt het beleid vervolgens aangepast. Het college zendt hiertoe aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk. Artikel 39. Inwerkingtreding 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 15 juli 2012.
2.
De Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond (beleidskaders vanaf 1 januan 2010) wordt met ingang van 15 juli 2012 ingetrokken.
Artikel 40. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening voorzieningen Wmo Roermond 2012". 14
Zo wordt door het CAK in 2012 uw maximale periodebijdrage vastgesteld V o o r het vaststellen van uw maximale periodebijdrage 2012 wordt gekeken naar uw leeftijd, uw inkomen en de samenstelling van uw huishouden. Kijk in het onderstaande s c h e m a welke situatie op u van toepassing is. Het C A K gebruikt uw (gezamenlijk) verzamelinkomen 2010.
IJ'voert een eenpsrsocns ttuishouden
U bent jonger dan 65 jaar
^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^H
U bent 85 jaar of ouder
U voeri een huistxxxleri n^tnieer personen
Eeii of beiden is jor^ger dan 65 jaar
^^^^^^^^^^^H
U bent beiden 65 jaar
ouder
'"UiMR
Uw maximale periodebijdrage wordt
i«^;:„
vastgesteld op € 18,00
Uw maximale
Uw maximale
Uw maximale
periodebijdrage wordt
periodebijdrage wordt
periodebijdrage wordt
vastgesteld op € 18,00
vastgesteld op € 25,80
vastgesteld op € 25,80 W
Uw maximale periodebijdrage wordt als volgt berekend: • Uw verzamelinkomen minus € 22.905,- = uitkomst • 15% van de uitkomst plus (13 x € 18,00) • delen door 13 (perioden)
Uw maximale periodebijdrage wordt als volgt berekend: • Uw verzamelinkomen minus € 16.007,- = uitkomst • 15% van de uitkomst plus (13 x € 18,00) • delen door 13 (perioden)
Uw maximale periodebijdrage wordt als volgt berekend: • Uw verzamelinkomen minus € 28.305,- = uitkomst • 15% van de uitkomst plus (13 x € 25,80) • delen door 13 (perioden)
Uw maximale periodebijdrage wordt als volgt berekend: • Uw verzamelinkomen minus € 22.319,- = uitkomst • 15% van de uitkomst plus (13 x € 25,80) • delen door 13 (perioden)
= uw maximale periodebijdrage
= uw maximale periodebijdrage
= UW maximale periodebijdrage
= uw maximale periodebijdrage
Bereken uw maximale periodebijdrage O p de website van het C A K www.hetcak.nl bij het kopje: wmo/bereken
uw eigen
bijdrage
de hoogte van uw verzamelinkomen weten. Dit kunt u vinden op de aanslag inkomstenbelasting heeft u dus de a a n s l a g van 2010 nodig.
kunt u zelf berekenen hoeveel u dan moet betalen. U moet dan wel van de Belastingdienst van twee jaar geleden. V o o r 2 0 1 2