Nutsbasisschool Burgst
Schoolplan 2011 – 2015 Nutsbasisschool Burgst Groene Hil 20 Moeraszegge 73 4822 RS Breda 4823 MH Breda 076 543 90 08 076 549 60 65 www.nbsburgst.nl
Inhoudsopgave Schoolplan 20112011-2015 Hoofdstuk
Inhoud
Voorwoord
Pagina 4
1
Inleiding
1.1 1.2 1.3 1.4
Doelen en functie van het schoolplan Procedures opstellen en vaststellen van het schoolplan Verwijzingen Beleidsterreinen
6 6 6 7
2
Schoolbeschrijving
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Kenmerken school Kenmerken directie en leraren Kenmerken leerlingen Kenmerken ouders Prognoses: interne en externe ontwikkelingen
9 10 10 11 12
3
Onderwijskundig beleid
3.1 Missie en visie Bestuursmissie Visie van de school Streefbeelden Visiebeleid
3.2 De visies van de school 3.2.1. Algemeen 3.2.1.1. Levensbeschouwelijke identiteit 3.2.1.2. Lesgeven (pedagogisch-didactisch handelen) 3.2.1.3. Zorg en begeleiding 3.2.2. Onze onderwijskundige speerpunten
3.3 Leerstofaanbod en toetsinstrumenten 3.3.1. Leerstofaanbod 3.3.2. Toetsinstrumenten
14 14 14 15 16
16 16 16 16 17 17
18 18 19
3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14
Taalleesonderwijs Rekenen en wiskunde Pedagogisch klimaat Didactisch handelen Leertijd ICT Cultuureducatie Techniek Actief burgerschap en sociale cohesie Zorg en begeleiding Opbrengstgericht werken / opbrengsten / stappenplan
20 22 23 26 26 27 28 30 31 32 33
Inleiding Visie Doelen Integraal personeelsbeleid Professionalisering De schoolleiding
35 35 36 36 37 38
4
Personeelsbeleid
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
5
Organisatie & beleid
5.1 Organisatie Stichting Nutsscholen Breda 5.2 Medezeggenschapsstructuur SNB
41 41
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
3.1.1. 3.1.2. 3.1.3. 3.1.4.
2
5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10
Communicatie platform Communicatie (extern)) Communicatie (intern) Communicatie (met ouders) Voor- en vroegschoolse educatie Sociale veiligheid Burgst Schooladministratie Plannen en procedures
41 42 43 46 47 49 50 51
6
Financieel beleid
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9
Inleiding Visie Doelen Beoordeling Budget personeel en arbeidsmarkt Relatie andere beleidsterreinen Sponsoring Ouderbijdragen Inzet van middelen
54 54 55 55 57 57 57 57 57
7
Materieel beleid
7.1 7.2 7.3 7.4
Inleiding Visie Materiële doelen Organisatie van het huisvestingbeleid
60 60 60 61
7.5
61 62
Beleid ten aanzien van het onderwijs leerpakket en meubilair
62
7.5.1. Beleid t.a.v. het onderwijsleerpakket en meubilair stichtingsniveau 7.5.2. Beleid t.a.v. het onderwijsleerpakket en meubilair schoolniveau
62 62
7.6
Beoordeling
62
8
Kwaliteitsbeleid
8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8
Inleiding Kwaliteitszorg Wet- en regelgeving Strategisch beleid Analyse inspectierapport Schoolanalyse Tevredenheidspeilingen Analyse Risico inventarisatie en evaluatie.
64 64 65 65 65 66 66 73
9
Terugblik Schoolplan 2007 – 2011
9.1 9.2 9.3 9.4
Terugblik Schoolplan 2007-2011 en zelfevaluatie Verbeterplan 2011-2015 Verbeterpunten 2011-2015 Onderwijsontwikkelingsplan Burgst 2011-2012
75 79 80 82
10
Verklaring van Afkortingen/namen
84
Instemmingsbrief MR
85
BIJLAGE
Zie de aparte inhoudsopgave op bladzijde 88
88-124
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
7.4.1. Organisatie van het huisvestingsbeleid op Stichtingsniveau 7.4.2. Organisatie van het huisvestingsbeleid op schoolniveau
3
Voorwoord Voor u ligt het schoolplan van Nutsbasisschool Burgst voor de periode 2011-2015. Wij zien dit document als een dynamisch plan dat, waar nodig en gewenst, tussentijds bijgesteld en aangevuld zal worden. Om de omvang van dit plan te beperken wordt op meerdere plaatsen verwezen naar bijlagen die op school beschikbaar zijn. Dit schoolplan is tot stand gekomen op basis van de eigen beleidskeuzes die managementteam en team hebben gemaakt binnen de wettelijke regelgeving en de bestuursdoelstellingen van de Stichting Nutsscholen Breda. Hiermee is een document ontstaan dat: • richting geeft aan de activiteiten ter bewaking en bevordering van de kwaliteit van het aangeboden onderwijs. • ambities en verbeterpunten voor iedereen vastlegt. • Burgst in staat stelt om gericht het behalen van gewenste resultaten te evalueren. Mijn dank gaat uit naar alle teamleden, medezeggenschapsraadleden, bestuursleden, ouders en leerlingen die input hebben geleverd om dit schoolplan verantwoord te kunnen schrijven. Het schoolplan 2011-2015 is tot stand gekomen met instemming van de medezeggenschapsraad van Nutsbasisschool Burgst.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Joost Matthee directeur Nutsbasisschool Burgst
4
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Hoofdstuk 1 Inleiding
5
Hoofdstuk 1
Inleiding
1.1. Doelen en functie van het schoolplan Het schrijven van een schoolplan is een wettelijke verplichting die dient als leidraad voor de school en om verantwoording af te leggen aan het schoolteam, het bestuur en de Inspectie op het Onderwijs. Uit het plan wordt de schoolgids afgeleid, een document om de ouders te informeren. Wij laten in het schoolplan de invulling zien die wij geven aan het beleid van de Stichting Nutsscholen Breda. Beide bepalen het kader waarbinnen wij als school richting geven aan het onderwijs met ruimte voor de eigenheid van de school. Ons schoolplan beschrijft in de eerste plaats onze kwaliteit: onze missie, visie en de daaraan gekoppelde doelen. Wij spreken in dit geval van ambities (plan/do). Op basis van de huidige situatie hebben we diverse instrumenten ingezet om grip te krijgen op onze sterke en zwakke punten en daarmee op onze verbeterdoelen voor de komende vier jaar (check). Het schoolplan functioneert daardoor als verantwoordingsdocument (“wat beloven we ?”) naar de overheid en het bevoegd gezag en als planningsdocument (“wat willen we wanneer verbeteren?”) voor de planperiode 2011-2015. Op basis van ons vierjarig Plan van Aanpak (zie hoofdstuk 7) zullen we jaarlijks een uitgewerkt onderwijsontwikkelingsplan opstellen. In een evaluatieverslag inzake de voorgenomen onderwerpen zullen we steeds terugblikken of de gestelde verbeterdoelen gerealiseerd zijn. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren. Aldus samengevat komt u in dit schoolplan tegen: • Visie van de school Hoe ziet Burgst het onderwijs aan haar leerlingen? • Doelstellingen Welke doelen stelt de school op om de visie waar te kunnen maken? • Beoordeling Wie en op welke wijze worden de behaalde resultaten beoordeeld? Welke punten komen vanuit de beoordeling onvoldoende naar voren en • Verbeterpunten dienen te worden verbeterd?
1.2. Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan Het schoolplan is door het managementteam Burgst opgesteld in overleg met het team en de medezeggenschapsraad. De teamleden hebben meegedacht over de invulling van de verschillende hoofdstukken en tevens conceptteksten aangeleverd. De komende vier kalenderjaren zullen we planmatig hoofdstukken van ons schoolplan met elkaar bespreken. Daarnaast zullen we aan het einde van ieder kalenderjaar samen het onderwijsontwikkelingsplan voor het komende kalenderjaar vaststellen.
• • • • • • • • • • •
Schoolgids Schoolspecifiek zorgplan Bestuursdoelstellingen (Strategisch beleid) Stichting Nutsscholen Breda IPB plan, Functiemix, functiehuis, gesprekkencyclus Sociaal jaarverslag stichting Nutsscholen Breda Tevredenheidspeiling “ scholen met succes” RI&E Arbodienst Breda Meerjarenplanning Leermiddelen Procedure versnellen en vertragen Schoolkeuze traject Document Actief Burgerschap en Sociale Integratie [visie, doelen en aanbod]
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
1.3. Verwijzingen Ons schoolplan is een rompplan. Hierin verwijzen we naar de volgende beleidsstukken:
6
• • • • • •
Bijlage “Kenmerken van de leerlingen en de consequenties daarvan” Beleidsplan Plusklas / protocol meerbegaafdheid Stichting Nutsscholen Breda. Bijlage opbrengsten Burgst. Beleidsstuk toelating en verwijdering Dyslexieprotocol Protocol “goed zitten doe je zo”
1.4. Beleidsterreinen In de onderstaande tabel staan de diverse beleidsterreinen uit dit schoolplan gekoppeld aan de competenties afgeleid van de 8 gebieden die zijn beschreven in de bekwaamheidseisen van de wet beroepen in het onderwijs.
(kwaliteitszorg) Levensbeschouwelijke identiteit Leerstofaanbod) Taalleesonderwijs Rekenen en Wiskunde Sociaal-emotionele ontwikkeling Actief Burgerschap ICT Leertijd Pedagogisch klimaat
Onze competenties
Afgeleid van de Wet BIO
(integraal personeelsbeleid) Vakmatige beheersing
Gebruik leertijd Pedagogisch handelen
Didactisch handelen
Didactisch handelen
Actieve rol leerlingen Schoolklimaat Zorg en begeleiding) Passend onderwijs/afstemming Opbrengstgericht werken Opbrengsten Schoolleiding Beroepshouding Professionalisering Integraal Personeelsbeleid Interne communicatie Externe contacten Contacten met ouders Voor- en vroegschoolse educatie Kwaliteitszorg Wet-en regelgeving
Didactisch handelen Zorg voor leerlingen
Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Vakinhoudelijk competent (3) Organisatorisch competent (4) Pedagogisch competent (2) Interpersoonlijk competent (1) Didactisch en vakinhoudelijk competent (3) Organisatorisch competent (4) Interpersoonlijk competent (1) Vakinhoudelijk competent (3)
Communicatie Communicatie Communicatie
Competent in opbrengstgericht werken (8) Competent in opbrengstgericht werken (8) NSA Competent in samenwerken (omgeving) (6) Competent in samenwerken (collegae) (5) Competent in reflectie en ontwikkeling (7) Competent in samenwerken (collegae) (5) Competent in samenwerken (omgeving) (6) Competent in samenwerken (omgeving) (6)
Gerichtheid op kwaliteit
Competent in reflectie en ontwikkeling (7)
Opbrengstgerichtheid Opbrengstgerichtheid
Professionele instelling
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Onze beleidsterreinen
7
Hoofdstuk 2 Schoolbeschrijving
Hoofdstuk 2 2.1.
Schoolbeschrijving
Kenmerken school
Het ontstaan Onze Nutsbasisschool startte op 1 juni 1987 en kreeg de naam “Burgst”, naar de vroegere heerlijkheid en het huidige landgoed Burgst. Op 1 augustus 1989 betrok de school de nieuwbouw aan de Groene Hil. In de periode 1989 - 1994 volgde uitbreiding van deze nieuwbouw met een noodgebouw. Op 1 augustus 1994 kreeg de school een tijdelijke dependance aan ‘t Blok. Vanaf januari 1997 werd op een verdere piekopvang te kunnen opvangen een nieuw gebouw, bestaande uit 4 schoolwoningen, aan de Donkslagen in gebruik genomen. Per 1 augustus 2000 startte Burgst een derde locatie aan de Watermunt 76 in de nieuwbouwwijk Kroeten. Na een tijdelijke voorziening is medio 2002 een permanent gebouw aan de Moeraszegge betrokken. In dat gebouw is ook een gymzaal, een peuterdagverblijf en buitenschoolse opvang gehuisvest. In het dagelijks gebruik wordt er doorgaans gesproken over het schoolgebouw aan de Groene Hil en over “Kroeten”. Per 1 mei 2007 werd een moderne nieuwbouw aan de Groene Hil opgeleverd ter vervanging van de noodlokalen. In augustus 2008 is de locatie Donkslagen gesloten vanwege vergrijzing in het toeleveringsgebied en omdat de genoemde piekopvang niet langer nodig was. Op dit moment huizen we in twee prachtige, moderne schoolgebouwen. Kenmerken Burgst Nutsonderwijs is algemeen toegankelijk onderwijs en wordt gefinancierd door de overheid. Nutsbasisscholen zijn bestuurlijk geen openbare scholen, maar zijn “bijzonder neutraal” van karakter. Dat wil zeggen dat het beleid in handen is van een vereniging of stichting met een eigen (school-) bestuur, meestal bestaand uit ouders van leerlingen. De ouders vormen een onmisbare partner om goed onderwijs te kunnen geven.
Brede school; Burgst en het Stockholm akkoord Doelstelling : de schoolbesturen (INOS, Nutsscholen Breda, OPO Breda en PCPO Midden-Brabant), kinderopvang (Kober kindercentra) en de gemeente Breda, streven ernaar dat in 2015 in iedere wijk c.q. buurt en/of dorp sprake is van een geïntegreerd aanbod van kinderopvang en basisonderwijs. Dit geïntegreerd aanbod omvat een doorlopende ontwikkelingslijn voor 0-13 jaar, opvang tussen 7.00 en 19.00 uur en ontwikkelingsstimulering in de meest brede zin.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Waar staat een Nutsbasisschool voor ? • Onderwijs dat onafhankelijk is van een bepaalde levensbeschouwing en/of maatschappelijke stroming. • Respect voor andere levensbeschouwingen. • Nadruk op kritisch denken en het komen tot een weloverwogen oordeel op basis van vrijwilligheid. • Het bieden van een ononderbroken ontwikkelingsproces, afgestemd op de talenten en mogelijkheden van de individuele leerling. Ontwikkeling van de gehele mens, zowel emotioneel als verstandelijk. • Het verwerven van de nodige kennis en sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. • Onderwijs dat uitgaat van het feit dat kinderen opgroeien in een multiculturele samenlevering.
9
De brede zorgschool Burgst positioneert zich als een brede zorgschool. Dat betekent dat Burgst ook adequaat onderwijs kan bieden aan leerlingen met (zeer) speciale onderwijsbehoeften van meerdere specifieke categorieën (denk aan slechtzienden, ESM en bijvoorbeeld ASS-leerlingen en/of grote delen van andere categorieën SO/VSO). De groepen Ons beleid dat we leerlingenaantallen zo evenredig mogelijk over groepen willen verdelen kan ons, hoewel dat geen beleidsuitgangspunt is, toch noodzaken om kinderen op een andere locatie te plaatsen. De groepsindeling wordt in zo’n specifiek geval aangepast Vanzelfsprekend vindt een dergelijke overplaatsing alleen plaats na overleg met de MR en de ouders. Aangezien Burgst een brede school is, zijn kinderen met speciale onderwijsbehoeften uit verschillende categorieën aanwezig. Door de zorgzwaarte te bepalen per groep wordt steeds duidelijker wat de zorg in de groep is en wat de leerkracht nodig heeft om adequaat onderwijs te kunnen geven aan alle leerlingen. Hiermee garanderen we dat elk kind de aandacht krijgt die het nodig heeft om zich te ontwikkelen.
2.2. Kenmerken directie en personeel Het managementteam van Burgst bestaat uit een directeur, twee locatieleiders en een intern begeleider. Het aantal leraren (excl. het MT) is 47: 6 in voltijd en 41 in deeltijd. De school beschikt daarnaast over twee onderwijsassistentes, twee conciërges, een parttime tuinman en twee parttime secretaresses. De leeftijdsopbouw wordt gegeven in onderstaand schema (stand van zaken per 1-92010). Ons team kent een aantal specialisten zoals specialisaties op bepaalde vak- en zorggebieden, opleidingen Magistrum, opleiding speciaal onderwijs en opleidingen voor akten voortgezet onderwijs. Leerkrachten met een bepaalde specialisatie hebben een kans op een leerkracht B-functie. De eerste LB-functies zijn een zorggedragsspecialist en een ICT onderwijskundige. Het ziekteverzuim is gemiddeld te noemen. Het gemiddelde percentage over de jaren 2007-2011 is 5,7 %.
Ouder dan 50 jaar Tussen 40 en 50 jaar Tussen 30 en 40 jaar Tussen 20 en 30 jaar Jonger dan 20 jaar Totaal
Managementteam
Onderwijskundig Onderwijsondersteunend personeel personeel
3 1
17 11 19
4 2 1
4
47
7
2.3. Kenmerken leerlingen CITO en Inspectie hanteren referentieschoolgroepen, dit wil zeggen dat scholen met een vergelijkbare populatie vergeleken worden. Onze school (die in CITO schoolgroep 1 valt) wordt bezocht door 634 kinderen (stand van zaken 1-10-2010). Slechts 2,8 % van de leerlingen kent een gewicht, inherent aan het opleidingsniveau van (een van de) ouders. Het hierna volgende schema geeft de aantallen leerlingen per leerjaar weer en het aantal en percentage gewogen leerlingen (1-10-2010):
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Per 2010
10
Leerjaar 1 2 3 4 5 6 7 8 Totaal
Aantal 66 99 77 72 81 79 82 78 634
Gewicht 1,5 1 2,6 2,8 5 2,5 1,2 6,4 2,8
Aantal 1 1 2 2 4 2 1 5 18
Vanwege onze postcode krijgt een beperkt aantal leerlingen een wegingsfactor. We leggen extra accent op taal- en rekengebied. Per groep zijn de specifieke kenmerken in beeld gebracht (Zorgzwaarte). Tevens heeft de school te maken met een terugloop van het leerlingenaantal.
2.4. Kenmerken ouders Het opleidingsniveau van de ouders wordt gegeven in onderstaand schema, hetgeen gerelateerd is aan het gewicht en bepalend voor de referentiegroep die gehanteerd wordt door CITO en Inspectie. De kengetallen laten zien, dat onze school te maken heeft met een HBO-populatie. De ouderpopulatie laat geen directe gevolgen zien voor ons beleid m.b.t. actief burgerschap en sociale cohesie.
Aantal 66 99 77 72 81 79 82 78 634
0,0 65 98 75 70 77 77 81 73 616
0,3 1 1 1 2 2 2 1 4 14
1,2
1 2
1 4
HBO+ 53 62 57 48 48 51 49 50
MBO 12 36 18 22 29 26 32 23
< MBO 1 1 2 2 4 2 1 5
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Leerjaar 1 2 3 4 5 6 7 8 Totaal
11
2.5.
Prognoses: interne en externe ontwikkelingen
In het kader van ons nieuwe Burgst schoolplan zien we voor de komende vier jaren een aantal kansen (intern en extern) en bedreigingen (intern en extern) voor wat betreft de school, het personeel en de leerlingen. We willen daarmee nadrukkelijk rekening houden in ons beleid en onze beleidskeuzen.
INTERN
EXTERN
BEDREIGINGEN
• •
LB functies. HGW zorgroute
• •
Ouder wordend team Opleiding leerkrachten niet toereikend voor omgang met gedragsstoornissen leerlingen.
•
Verplaatsing geldstroom i.v.m. keuzes passend onderwijs. Versterking doorgaande lijn met Kober. (0-12 jarigen). Talenten versterkt door lerarenbeurs. Passend onderwijs en grenzen stellen.
•
Terugloop leerlingaantal (prognoses). Subsidie gemeente onderwijsbegeleiding verdwijnt. Groei van aantal gedragsmatig moeilijke leerlingen. Het gebouw Groene Hil is nog onvoldoende geschikt voor BSOopvangmogelijkheden.
• • •
• • •
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
KANSEN
12
Hoofdstuk 3 Onderwijskundig beleid
Hoofdstuk 3 3.1
Het onderwijskundig beleid
Missie en visie
3.1.1 Bestuursmissie In dit hoofdstuk volstaan we met het onderstaande schema, voor een verdere beschrijving van de bestuursmissie verwijzen we graag naar de bijlage, hoofdstuk 10, paragraaf 1.
Missie van de Stichting Nutsscholen Breda
samen werken aan veelzijdig jong-leren 1. samenwerken Vanuit respect en gelijkheid (“Nutsvisie”) werken alle betrokkenen samen: kinderen / leerkrachten / management/bestuur–leerkrachten/management–scholen/scholen–Nutsmensen/externe partners 2. veelzijdig Niet alleen klassieke cognitieve thema’s maar ook de andere ontwikkelingsgebieden van kinderen; sociaal, emotioneel, creatief en motorisch met aandacht voor thema’s als meervoudige intelligentie en coöperatief leren. 3. “jong”-leren Het gaat om het leren van jonge kinderen. De veelzijdigheid daarvan vraagt de vaardigheid van de jongleur om alle belangrijke aspecten aandacht te geven. Het beheersen van dit dynamisch proces vergt veel investeringen.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
3.1.2 Visie van de school Het hierna volgende visieschema is door het gehele team van Burgst gezamenlijk vastgesteld. De “sticker” in het midden is een inmiddels ingeburgerd en bekend PR-item binnen de school:
14
ZORG Middels een leerlingvolgsysteem worden mogelijke problemen op cognitief en sociaal-emotioneel gebied vroegtijdig gesignaleerd en volgt een adequate hulpverlening. Leerkrachtgedrag wordt daarbij afgestemd op de leerling.
PEDAGOGISCH KLIMAAT Wij ontwikkelen zelfvertrouwen binnen een veilige leeromgeving waarin kinderen emotioneel vrij moeten kunnen functioneren en nieuwsgierigmogen zijn. Zelfstandigheid en het nemen van een eigen verantwoordelijkheid speelt daarbij een belangrijke rol.
ADA PTIEF ONDERWIJS Middels differentiatie en diverse onderwij swerkvo rmen wordt het onderwijs afgestemd op de verschillende ontwikkelings niveaus van kinderen. Daarbij wo rdt via de te vo lgen leerlijn en tuss endoelen rekening gehouden met de leers tijl van een kind.
BETROKKENHEID Dooreen professionele enopencommunicatie lerenwij van elkaar endragen weals teameen gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Burgst is een bijzonder neutrale basisschool voor kinderen van 4 t/m 12 jaar. Wij hanteren het leerstofjaarklassensysteem, met veel aandacht voor het individuele kind en we gaan daarbij uit van het concept passend onderwijs. Onze school staat open voor alle leerlingen die aangemeld worden door hun ouders/verzorgers. Het is ons doel om leerlingen cognitief en sociaal te ontwikkelen, zodat ze kunnen doorstromen naar een passende vorm van vervolgonderwijs. Gelet op het eerste willen we leerlingen een breed onderwijsaanbod bieden, waaronder aandacht voor cultuur, creativiteit en levensbeschouwing. Hierbij ligt een duidelijk accent op de vakken taal en rekenen. Burgst besteedt veel aandacht aan het (mede) opvoeden van de leerlingen tot volwaardige en respectvolle burgers.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Op onze school wordt systematisch (gestructureerd) aandacht geschonken aan de sociaalemotionele ontwikkeling (Kanjer- methodiek). Op onze school is er sprake van passend onderwijs, we werken handelingsgericht volgens de HGPD-route. Op onze school werken leerlingen coöperatief samen. Op onze school wordt opbrengstgericht gewerkt. Op onze school wordt goed intern en extern gecommuniceerd. Alle medewerkers werken (samen) aan hun persoonlijke ontwikkeling gerelateerd aan de schoolontwikkeling. De persoonlijke ontwikkeling kan plaatsvinden op 8 competentiegebieden. Iedere leerkracht heeft een eigen up to date BIO-dossier.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
3.1.3 Streefbeelden Voor de komende 4 jaar zijn de volgende richtinggevende uitspraken van belang voor onze activiteiten en prioritering:
15
3.1.4. Visiebeleid Het is belangrijk dat een visie méér is dan alleen een “papieren uitspraak”. De school maakt de visie nadrukkelijk bekend aan (nieuwe) ouders. In elk intakegesprek is de “sticker” en de schoolvisie een belangrijk onderdeel. De visie van de school komt ook tot uitdrukking op de website.
3.2.
De visies van de school
3.2.1.
Algemeen
3.2.1.1. Levensbeschouwelijke identiteit Burgst is een bijzonder neutrale basisschool. De aandacht voor levensbeschouwelijke vorming komt integraal aan bod bij meerdere vakken in ons onderwijs wat inhoudt dat we structureel en expliciet aandacht geven aan geestelijke stromingen. We zien een sterke relatie tussen levensbeschouwelijke vorming, sociaal-emotionele ontwikkeling (o.a. omgaan met de ander en de omgeving – ontwikkeling sociale vaardigheden), actief burgerschap en sociale cohesie. We vinden het belangrijk, dat leerlingen op een goede wijze met elkaar omgaan en dat ze respect hebben voor de mening en visie van anderen. Burgst besteedt beperkt aandacht aan specifieke feesten die gerelateerd kunnen worden aan een bepaalde levensbeschouwing. Onze ambities zijn: 1. Aandacht besteden aan levensbeschouwing bij andere vakken (integraal). 2. Expliciet aandacht besteden aan geestelijke stromingen. 3. Middels de Kanjertraining aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling besteden (waarbij het accent ligt op omgaan met jezelf, de ander en de omgeving). 4. Gericht aandacht besteden aan actief burgerschap. 5. Leerlingen bewust kennis laten maken met de verschillen in de samenleving (geïntegreerd in “De Grote Ontdekking” ). Beoordeling De ambities worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. Dit doen we middels de quickscan.
3.2.1.2. Lesgeven (pedagogisch-didactisch handelen) Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij zijn: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. Belangrijke pedagogische noties zijn: zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, kritische zin, reflecterend vermogen en samenwerking. Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang: 1. Interactief lesgeven; de leerlingen betrekken bij het onderwijs. 2. Onderwijs op maat geven: differentiëren en opbrengstgericht werken. 3. Gevarieerde werkvormen hanteren (variatie = motiverend). 4. Directe instructie verzorgen. 5. Kinderen zelfstandig (samen) laten werken (coöperatief leren).
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Verbeterpunten • Duidelijk in kaart brengen welke onderdelen van levensbeschouwing en geestelijke stromingen geïntegreerd aan bod komen in de diverse vakgebieden. • Hiaten op dit terrein aanvullen. • Duidelijk communiceren met ouders wat het aanbod is van levensbeschouwing en geestelijke stromingen. (aandachtspunt vanuit oudertevredenheidspeiling)
16
3.2.1.3. Zorg en begeleiding Onze school besteedt veel aandacht aan de zorg en begeleiding van de leerlingen. De ontwikkeling van de leerlingen wordt gevolgd met behulp van de Kijk, Cito-toetsen (cognitief) en Pravoo (sociaalemotioneel). Om leerlingen sociaal emotioneel te volgen zijn we op zoek naar een nieuw leerlingvolgsysteem op dit terrein. De zorg richt zich op het wegwerken of verkleinen van onderwijsachterstanden (leerprestaties), het uitdagen van leerlingen die meerbegaafd zijn en het verbeteren van de sociaal-emotionele ontwikkeling. De toetsresultaten beschouwen we als indicatief. Het totaalbeeld van de leerling –zoals dat in het gesprek tussen IB-er en leraar aan de orde komtbepaalt de onderwijsbehoefte van de leerling. De laatste jaren zijn we overgegaan op handelingsgericht werken. Daar waar mogelijk proberen we leerlingen te clusteren, en wordt er gewerkt met groepsplannen. Binnen de groepsplannen houden we oog voor het individuele kind.
3.2.2.
Onze onderwijskundige speerpunten
Onze school heeft een aantal principes vastgesteld voor kwalitatief goed onderwijs. Ten aanzien van ons onderwijs (effectief onderwijs) zoeken we naar een goede balans tussen de aandacht voor de cognitieve ontwikkeling, de creatieve ontwikkeling en de sociaal/emotionele ontwikkeling van de kinderen. Van belang zijn de volgende aspecten:
7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
De leertijd wordt effectief besteed. Het leren van de leerlingen staat centraal. De leerkrachten hebben hoge verwachtingen van de leerlingen en laten dat merken. Leerlingen die dat nodig hebben krijgen extra aandacht. Er wordt gewerkt met het BHV-model (basisstof, herhalingsstof, verrijkingsstof). De leraren passen hun onderwijs aan gelet op de kwaliteiten van een kind, een groepje of de groep als geheel. De leraren werken opbrengstgericht (vanuit heldere doelstellingen). Leerkrachten zorgen voor een ordelijk en gestructureerd klimaat dat geschikt is voor leren en onderwijzen. De communicatie (interactie) tussen de leerkracht en de leerlingen en de leerlingen onderling verloopt open en eerlijk. Het belang van de (bege)leidende en sturende rol van de leerkracht wordt onderkend. De leraren zetten waar mogelijk aan tot het werken met (behulp van) ICT-middelen. De zorg en begeleiding is een onderdeel van het handelen van de leraren. Leerkrachten zijn Kanjergecertificeerd en geven structureel de Kanjertraining. Werken met referentieniveaus taal en rekenen is nieuw in het onderwijs. Hierna volgt een uitleg:
De eerste fase is vooral het verzamelen van informatie. Zie website: www.taalenrekenen.nl In het tweede schoolplan jaar volgt een oriëntatie op de referentieniveaus taal en rekenen. In het onderwijs staan rekenen en taal voortaan centraal. Dat is de ambitie waar de overheid samen met scholen voor staat. Onze kinderen verdienen een goede toekomst. Daarom moet de kennis in de vakken taal en rekenen op een hoger niveau worden gebracht. Om deze slag te kunnen maken, wordt het gewenste niveau van leerlingen in elke fase van hun opleiding in referentieniveaus vastgelegd. Bovendien zorgt dit ervoor dat leerlingen soepel van de ene naar de andere onderwijsvorm kunnen overstappen. Door het vaststellen van referentieniveaus wordt het fundament gelegd voor een structurele verbetering van de basiskennis en –vaardigheden van leerlingen en studenten.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
1. 2. 3. 4. 5. 6.
17
Van globaal naar specifiek De huidige kerndoelen Nederlandse taal en rekenen geven slechts een globale beschrijving van de kwaliteiten van leerlingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden. Daarmee beschrijven kerndoelen vooral de inhoud van het onderwijsaanbod op (speciale) basisscholen. Voor scholen is onduidelijk op welk beheersingsniveau leerlingen zich deze kennis, inzichten en vaardigheden eigen zouden moeten maken. Voor leraren ontbreken heldere en concrete doelen die zij kunnen hanteren en op basis waarvan zij de voortgang van hun leerlingen kunnen evalueren. In de praktijk leidt dit ertoe dat scholen in het voortgezet onderwijs leerlingen binnen krijgen met grote verschillen in beheersing van de basisvaardigheden Nederlandse taal en rekenen. Behoud van ambities De Inspectie heeft al eerder verwoord dat er behoefte is aan een specifiekere beschrijving van de onderwijsinhoud en het objectief vaststellen van het bereikte beheersingsniveau voor een succesvolle overstap naar het vervolgonderwijs. Het referentiekader biedt deze specifiekere beschrijving. Het vaststellen van een referentiekader mag er niet toe leiden dat leerlingen die al eerder voldoen aan het gewenste basisniveau, zich niet verder zouden kunnen ontwikkelen omdat er voor hen onvoldoende uitdaging is. Scholen in het primair onderwijs hebben immers de wettelijke opdracht ervoor te zorgen dat het onderwijs wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Om die reden zijn de referentieniveaus verdeeld in twee kwaliteiten: een fundamentele kwaliteit (F) en een streefkwaliteit (S). De fundamentele kwaliteit hoort door zoveel mogelijk leerlingen te worden bereikt en dat is landelijk gemeten meer dan het huidige aantal leerlingen. De streefkwaliteit is een uitdagend perspectief voor leerlingen die op die leeftijd meer aan kunnen. Aangezien er in het primair onderwijs sprake is van een zeer gedifferentieerde leerlingenpopulatie, heeft het gebruik van een streefniveau, naast een fundamenteel niveau, extra waarde. Recent onderzoek wijst uit dat op meer dan driekwart van de basisscholen als gevolg van verbetertrajecten de prestaties van leerlingen bij taal en rekenen al aanzienlijk verbeterd zijn. Het is belangrijk de aandacht voor deze vakken vast te houden. Vinger aan de pols De referentieniveaus beschrijven welke kennis en vaardigheden leerlingen aan het eind van het (speciaal) onderwijs ten minste dienen te beheersen om met succes door te stromen naar het vervolgonderwijs. Om leerlingen te begeleiden en te ondersteunen richting deze eindniveaus, worden de referentieniveaus uitgewerkt in tussendoelen en leerlijnen. Om na te gaan welk eindniveau leerlingen hebben bereikt, of welke kennis en vaardigheden in taal en rekenen zij beheersen, nemen scholen in het laatste leerjaar een objectieve en valide eindtoets of aparte toetsen voor taal en rekenen af. De scores op deze toets(en) kan de basisschool gebruiken om in de laatste maanden van het schooljaar extra te oefenen in kennis en vaardigheden die leerlingen nog niet volledig beheersen. Vervolgens draagt de school de eindniveaugegevens over aan het vervolgonderwijs.
Leerstofaanbod en toetsinstrumenten
3.3.1. Leerstofaanbod Visie Het leerstofaanbod op Nutsbasisschool Burgst is voortdurend in ontwikkeling. We bieden een leerstofaanbod dat eigentijds en aantrekkelijk is met een brede maatschappelijke achtergrond. Ons leerstofaanbod is dekkend voor de nieuwe kerndoelen. Ons leerstofaanbod vertoont een doorgaande lijn. Aan de hand van ons LVS komen we tot een afgestemd leerstofaanbod. Het leerstofaanbod voorziet in het gebruik van moderne informatie- en communicatiemiddelen. Het sociaal-emotionele aspect wordt preventief ontwikkeld, door het gebruik van de Kanjermethode.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
3.3.
18
Het aanbod in de groepen 1-2 is thematisch en afgestemd op de leerlijnen van onze vakken. Doelen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het voortgezet onderwijs. Onze school voorziet in een breed aanbod van kennis, vaardigheden en houdingen. Het totale leerstofaanbod is dekkend voor de kerndoelen. Het leerstofaanbod vertoont een doorgaande lijn. Het leerstofaanbod wordt afgestemd op onze leerling-populatie. Het leerstofaanbod komt tegemoet aan verschillen tussen leerlingen. ICT heeft een ondersteunende functie. Het leerstofaanbod vertoont samenhang. De basis van ons leerstofaanbod is ontwikkelingsgericht.
Beoordeling Evaluatie aan het eind van een jaarlijks Schoolontwikkelingsplan door team. Eens in de vier jaar, bij het schrijven van het nieuwe schoolplan, wordt het meerjaren vervangingsplan methoden bijgesteld. (zie hoofdstuk financieel beleid). Het jaarlijks onderzoek door inspectie. Middels klassenbezoeken beoordeelt het managementteam of er voldoende tegemoet wordt gekomen aan verschillen tussen de leerlingen en of de doorgaande lijn voor de verschillende vakgebieden gewaarborgd is. Verbeterpunten 1. Keuze en implementatie nieuwe taal / leesmethode. 2. Keuze en implementatie nieuwe reken / wiskunde methode. 3. Invoering nieuwe biologie / techniek methode.
3.3.2. Toetsinstrumenten Visie Wij vinden het belangrijk om kwalitatief goede toetsen en testen te hanteren en deze op de juiste manier af te nemen en te beoordelen.
Beoordeling Al onze LVS-toetsen zijn genormeerd. Wij gaan er vanuit dat het CITO toetsen ontwikkelt die voldoen aan de kwaliteitseisen. Bij de aanschaf van genormeerde toetsen kijken we of ons aanbod aansluit. Verbeterpunten 1. De leerkracht kent de doelen die bevraagd worden in de genormeerde toetsen en stemt daarbij aanbod af op de groep en de individuele leerlingen. 2. De school maakt trendanalyses en stemt leerstofaanbod af. 3. Aanschaf van een nieuw LVS sociaal emotionele ontwikkeling.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Doelen 1. De school gebruikt een gestandaardiseerde eindtoets. 2. De school waarborgt een zorgvuldige afname (procedureafspraken, goede condities: tijdstip, rust en planning). 3. De school waarborgt een zorgvuldige samenstelling van toetsen. 4. De school gebruikt gestandaardiseerde toetsen. 5. De school gebruikt methode gebonden toetsen. 6. De school waarborgt een zorgvuldige normering van de methodegebonden toetsen.(afspraken, bezinning en evaluatie).
19
Als bijlage is de Burgst toetskalender toegevoegd.
3.4.
Taalleesonderwijs
Visie Op Burgst heeft het vakgebied Nederlandse taal veel aandacht in ons curriculum. We willen bereiken dat de kinderen informatie leren verwerven uit gesproken en geschreven taal en op een effectieve manier leren communiceren. Verder leren kinderen om gesproken en geschreven informatie te beoordelen naar inhoud en te beoordelen in discussie/gespreksvormen waarbij het leren beargumenteren en het ontwikkelen van een eigen mening van belang is. Schriftelijk vinden we het van belang dat kinderen in staat zijn om de inhoud van teksten op te nemen en de inhoud daarvan kunnen beargumenteren en in een discussie/gespreksvorm een plaats kunnen geven. Op het gebied van technisch lezen vinden we het belangrijk dat kinderen leesplezier ontwikkelen en lezen als een activiteit leren zien die zowel ontspannend als studerend effectief is. Op het gebied van spelling leren de kinderen regels inzake spellingscategorieën, de spelling van (niet)werkwoorden en de juiste spelling van een gemiddelde woordfrequentielijst van de Nederlandse taal. Ook kunnen zij de geleerde regels toepassen en in praktijk brengen. Taalonderwijs vindt plaats in de groepen 1 tot en met 8.
Beoordeling De doelen worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team. We gebruiken daarbij de Quickscan uit WMK-PO. We beoordelen middels LVS-toetsen, ontwikkeld door het CITO. Om in het laatste schoolplanjaar nog in de gelegenheid te zijn bij te kunnen stellen indien dat nodig is evalueren wij deze kaart in 2013 op de doorgaande lijn technisch lezen en op onze taalmethode. Verbeterpunten - Benoemen LB functie taalspecialist. - Oriëntatie op en vervanging van de taalleesmethode. (taal, spelling, technisch en begrijpend lezen). De doorgaande lijn inzake leesinstructie heeft daarbij nadrukkelijk aandacht. - Oriëntatie op de referentiekaders Taal. - De leesinstructie wordt gedifferentieerd ingezet.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Onze doelen zijn : 1. Onze school beschikt over een up-to-date taalbeleidsplan (Zie doelen opbrengstgericht / handelingsgericht werken). 2. De school werkt vanaf groep 1 met een duidelijk aanbod op basis van doelen. 3. De school beschikt over een goede methode voor aanvankelijk leesonderwijs met veel differentiatiemogelijkheden. 4. We werken opbrengstgericht en gedifferentieerd. 5. De school beschikt over goede methodes voor taal, begrijpend lezen en technisch lezen. 6. De school besteedt voldoende tijd aan taal- en woordenschatonderwijs (minimaal 8.45 uur per week, zie ter aanvulling en info de hierna aangegeven tabel Leertijd). 7. De school besteedt aandacht aan technisch lezen in alle groepen. (ontluikende geletterdheid, aanvankelijk technisch lezen en voortgezet technisch lezen). 8. De school heeft normen vastgesteld voor het technisch leesonderwijs. 9. Kinderen die uitvallen op technisch lezen krijgen 1 uur extra instructietijd. 10. De school beschikt over een Protocol Dyslexie. 11. De school laat kinderen taal beleven door extra activiteiten. 12. De school gebruikt de KIJK en de CITO-toetsen om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen.
20
- Woordenschatonderwijs in de bovenbouw (nieuwsbegrip, inzet schateiland; criterium nieuwe taalmethode: wordt woordenschat voldoende belicht en geautomatiseerd). - Leerkrachten zijn vaardig in het aanleggen van een leesdossier voor mogelijk dyslectische kinderen. - Afname DMT tot en met groep 8 - Werken met groepsplannen technisch lezen.
TABEL LEERTIJD: Ter informatie is hieronder een tabel opgenomen met de door de leerkrachten opgegeven tijd die zij besteden aan het vak Nederlandse taal en de onderwerpen die daarbij aan bod komen: 300 – 480 minuten
3
420 minuten
60 minuten
4
5
6
150 minuten BAVI 60 minuten Extra instructie Risicoleerlingen 60 minuten klassikale instructie 240 – 300 minuten 150 minuten BAVI 60 minuten Extra instructie Risicoleerlingen 60 minuten klassikale instructie
240 – 300 minuten 90 minuten BAVI 60 minuten Extra instructie Ralfi-lezen 60 minuten Stillezen
30 minuten
7 en 8
240 – 300 minuten 90 minuten BAVI 60 minuten Extra instructie Ralfi
Minimaal elke dag een kwaliteitsuur met doelgerichte taalactiviteiten. Belangrijke onderdelen: Beginnende geletterdheid Fonemisch bewustzijn en letterkennis Mondelinge taalontwikkeling Woordenschat Naast de doelgerichte taalactiviteiten in alle activiteiten impliciet aandacht voor taalontwikkeling. Inzet van een geïntegreerde methode voor lezen en taal (Veilig leren lezen) Voorlezen, leesvormen en gevarieerde activiteiten rond boeken in samenhang met woordenschatontwikkeling Tijdleesschema Tijd voor lezen en taal Voortgezet technisch lezen Voorlezen, leesvormen en gevarieerde activiteiten rond boeken in samenhang met leesbegrip en woordenschatontwikkeling Taal; spreken en luisteren, spellen, stellen, woordenschat, taalbeschouwing Voortgezet technisch lezen Methode begrijpend lezen / Nieuwsbegrip / Kidsweek / begrijpend lezen binnen de zaakvakken in samenhang met woordenschatontwikkeling Voorlezen, leesvormen en gevarieerde activiteiten rond boeken in samenhang met woordenschatontwikkeling Taal; spreken en luisteren, spellen, stellen, woordenschat, taalbeschouwing
Voortgezet technisch lezen Methode begrijpend lezen / Nieuwsbegrip / Kidsweek / begrijpend lezen binnen de zaakvakken in samenhang met woordenschatontwikkeling Voorlezen, leesvormen en gevarieerde activiteiten rond boeken in samenhang met woordenschatontwikkeling Taal; spreken en luisteren, spellen, stellen, woordenschat, taalbeschouwing Onderhouden van voortgezet technisch lezen Methode begrijpend lezen / Nieuwsbegrip / Kidsweek / begrijpend lezen binnen de zaakvakken
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
1-2
21
60 minuten Stillezen
30 minuten
in samenhang met woordenschatontwikkeling Voorlezen, leesvormen en gevarieerde activiteiten rond boeken in samenhang met woordenschatontwikkeling Taal; spreken en luisteren, spellen, stellen, woordenschat, taalbeschouwing
240 – 300 minuten
3.5.
Rekenen en wiskunde
Visie Kunnen rekenen is een voorwaarde om goed te kunnen functioneren in onze maatschappij. Ieder kind heeft het recht te mogen werken op zijn of haar eigen niveau. Belangrijk is dat kinderen plezier krijgen en houden in het leren rekenen. Door veel verschillende werkvormen aan te bieden en kinderen een actieve rol in hun eigen leerproces te geven blijven ze gemotiveerd en ervaren ze de leuk kant van die soms zo lastige getallen. Door kinderen zelfstandig gevarieerd te laten oefenen leren kinderen vlot en goed omgaan met rekenopgaven, op basis van inzicht en begrip. Samenwerken zorgt er voor dat kinderen leren van en met elkaar. Onze doelen zijn: 1. We beschikken over een methode die voldoet aan de eisen van deze tijd en die recht doet aan onze visie. 2. In groep 1 en 2 wordt de rekenontwikkeling gevolgd de hand van de Kijk rekenontwikkelingslijnen. 3. De leraren besteden structureel aandacht aan rekenen en wiskunde (rooster groep 1 en 2: 2 uur per week, groep 3 en 4: 4 uur per week, groep 5 t/m 8: 5 uur per week). 4. We volgen de ontwikkeling van de leerlingen m.b.v. de CITO toetsen en de methode gebonden toetsen. 5. Per groep hebben we voor de Cito-toetsen normen vastgesteld. 6. De leraren beschikken over voldoende kennis en vaardigheden t.a.v. de moderne rekendidactiek. 7. De leraren stemmen het aanbod en de didactiek af op de groep. 8. De leraren werken opbrengstgericht. 9. Leraren weten dat het rekenonderwijs in toenemende mate taliger is geworden en spelen daarop in.
Verbeterpunten • Oriëntatie nieuwe methode rekenen en wiskunde inclusief nieuwe rekendidactieken. • Oriëntatie op de referentiekaders Rekenen. • Werken met groepsplannen Rekenen. • Benoemen LB functie de rekenspecialist.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Beoordeling De doelen worden 1 x per vier jaar beoordeeld door de directie en het team d.m.v. de quickscan WMKPO. In 2014 wordt de kwaliteitskaart extra geëvalueerd m.b.t. de verbeterpunten
22
3.6.
Pedagogisch klimaat
Visie De uitgangspunten van basisontwikkeling, (t.w.: nieuwsgierig zijn, emotioneel vrij zijn en zelfvertrouwen) hanteren wij als centraal gegeven. Leerlingen en leerkrachten beschikken dan wel ontwikkelen voldoende sociale kennis, vaardigheden en attitudes met als einddoel een veilige leeromgeving die ordelijk, functioneel en uitdagend is. Wij gaan als school uit van gemeenschappelijke waarden en dragen die ook uit. Als het kind zich in zo’n veilige omgeving bevindt en zich bewust is van de eigen (on-)mogelijkheden, is het in staat om zich een zelfstandige manier van werken en de daarbij horende verantwoordelijkheid eigen te maken (actief burgerschap). De ouders zijn betrokken bij deze visie en de school verwacht van hen hier een actieve rol in. Doelen De leerkrachten scoren voldoende tot goed op alle indicatoren van de kijkwijzer “pedagogisch competent”. Leeromgeving 1. De leraren zorgen voor een ordelijke, functionele en een uitdagende leeromgeving. 2. Leraren bieden de kinderen een duidelijke structuur en passen consequent regels en afspraken toe waarbij zij zich steeds bewust zijn van hun voorbeeldfunctie. 3. Leraren betrekken de meningen van de leerlingen bij de totstandkoming van regels en afspraken. 4. De leraren benaderen de kinderen positief. 5. De leraren stimuleren de leerlingen in de ontwikkeling van zelfstandigheid en het nemen van eigen verantwoordelijkheid. 6. De leraren bieden de leerlingen basale kennis inzake sociale vaardigheden en attitudes systematisch aan. 7. De school zorgt voor een aangename, stimulerende werkomgeving voor leraren en leerlingen. 8. De school gaat uit van de volgende uitgangspunten behorend bij de kanjermethodiek:: • we vertrouwen elkaar • we helpen elkaar • niemand speelt de baas • je bent niet zielig • we lachen elkaar niet uit. 9. De leraren passen doel 1 t/m 8 toe en voorkomen grensoverschrijdend gedrag
Beoordeling De beoordeling van het pedagogisch klimaat vindt jaarlijks één keer plaats bij leerkrachten en vaste invallers aan de hand van een competentiegerichte kijkwijzer, voortkomend uit het doelstellingengesprek (nieuwe gesprekkencyclus; Zie hoofdstuk 4, Personeelsbeleid). Zowel de leerkracht als de leidinggevende geeft aan welke bijbehorende competenties wel of niet beheerst worden. Hieruit wordt een leervraag geformuleerd die sturing geeft aan het persoonlijk actieplan. Deze beoordelingen zijn terug te vinden in de bekwaamheidsdossiers. (Beroepen in het onderwijs BIO). Ten aanzien van onze ontwikkelingen evalueren we, waarna bevindingen richting geven aan bijgesteld denken en handelen. Eén keer per 4 jaar maken we met het team een quick-scan op het gebied van het pedagogisch klimaat. Dit domein wordt tevens bevraagd in de 4-jaarlijkse tevredenheidspeiling van “scholen met succes”.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Communicatie 1. De leraren communiceren op een open en respectvolle manier. (zie kwaliteitskaart interne communicatie) 2. Ouders zijn actief betrokken bij de school.
23
Verbeterpunten 1. Borgen van de kanjertraining door: • 1 ouder-kind kanjerles per jaar. • Controle op doorgaande lijn. • Kanjer opfris cursus bieden. • Dialoog aangaan met Kober inzake doorgaande lijn kanjer. (0-12 jarigen). 2. De lijn sociaal-emotionele ontwikkeling wordt besproken + alle leerlingen van de groep worden vergeleken met deze lijn; waar zit een ieder op deze lijn en wat zijn evt onderwijsbehoeften? Wat moet er in het groepsplan staan en wat in de hulpplannen? 3. Consequent toepassen van het protocol time out en verwijdering. 4. De locatieleider ziet er structureel op toe dat lokalen en gangen ordelijk en opgeruimd zijn. 5. Tijdens pleinwacht en overig toezicht zorgen leraren ervoor dat zij goed zichtbaar zijn en rondlopen, waardoor het plein volledig wordt overzien. 6. Keuze van een nieuw leerlingvolgsysteem voor sociaal emotionele ontwikkeling groepen 3 t/m 8.
3.7.
Didactisch handelen
Visie De leraren observeren, registreren en bepalen de beginsituatie. Een helder zicht op deze beginsituatie geeft de leraren de kans om het leerstofaanbod beredeneerd af te stemmen op het behoefteniveau en interessegebieden van de leerlingen. Hierbij wordt rekening gehouden met de doorgaande lijnen binnen de school. Activiteiten worden betekenisvol gemaakt waardoor motivatie ontstaat en leerlingen actief worden uitgedaagd. Er wordt gedifferentieerd bij instructie en verwerking. De leerkracht laat de leerlingen zelfstandig werken, waarbij vormen van samenwerkend leren worden toegepast. Het zoeken naar eigen oplossingswegen staat daarbij centraal, de leerlingen krijgen hierin een eigen verantwoordelijkheid. Volgend op dit leerproces reflecteert de leerkracht samen met de leerlingen hoe tot oplossingen is gekomen en hoe de werkvorm ervaren werd.
Voorbereiding 1. De leraren brengt een beginsituatie in kaart en biedt een beredeneerd betekenisvol leerstofaanbod. 2. De leraren zorgt voor een duidelijke opbouw in zijn lessen. 3. De leraren hebben zicht op de doorgaande lijn per vakgebied (tussendoelen). 4. De leraren volgen en registreren de vorderingen van de leerlingen (product- en procesmatig). 5. De leraren stimuleren leerlingen zelfstandig gebruik te maken van moderne informatie- en communicatietechnologieën. 6. De leraren stemmen hun taalgebruik af op het niveau van de leerlingen. 7. De leraren plannen het eigen didactisch handelen. Instructie 1. De leraren hanteren het model effectieve instructie op uitvoerend en strategisch handelen inclusief het gebruik van handelingswijzers en het principe van hardop denken. 2. De leraren differentiëren in hun instructie (grote kring, kleine kring, instructietafel, voor- en verlengde instructie).
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Doelen De leerkrachten scoren voldoende en goed op alle indicatoren van de kijkwijzer “vakinhoudelijk en didactisch competent”
24
3. De leraren maken gebruik van concrete, actuele voorbeelden en aanschouwelijk materiaal. 4. De leraren betrekken leerlingen interactief bij de instructie. 5. De leraren onderwijzen in oplossingsstrategieën. Verwerking 1. De leraren differentiëren in werkvormen (actief, uitdagend, tempo-, hoeveelheid, niveau- en belangstellingsdifferentiatie). 2. De leerkrachten differentiëren naar onderwijsbehoefte (minimum stof, basisstof en verrijkingsstof. Afwijking op niveau van de leerlijn van een van de basisvakken). 3. De leraren bevorderen de zelfstandigheid van leerlingen en passen impulsen toe die bij de bemiddelende rol van de leraar horen. 4. De leraren stimuleren samenwerking tussen leerlingen en ondersteuning geven aan elkaar. 5. De leraren begeleiden leerlingen en laten leerlingen hierbij interactief meedenken. 6. De leraren laten leerlingen het geleerde toepassen in andere situaties (transfer). 7. De leraren stimuleren leerlingen tot zelfstandig registreren. Reflectie 1. De leraren maken gebruik van een procesmatige reflectie, samen met leerlingen.
Verbeterpunten 1. De leraren onderwijzen in oplossingsstrategieën en maken daarbij gebruik van de leerstijl van de individuele leerling. 2. De leraren zijn in staat betekenisvolle activiteiten te organiseren om een beoogd tussendoel te bereiken. 3. De leraren plannen hun eigen leerkrachtgedrag (instructie, begeleiding, observatie, meespelen en reflectie). 4. De leraren differentiëren in de instructie (voorinstructie, verlengde instructie en instructie met verschillende intensiteit.) 5. De leraren passen vormen van samenwerkend leren toe. 6. Interactie tussen leerlingen tijdens instructie- en reflectiemomenten, waarbij hun eigen leerproces wordt bespiegeld, wordt versterkt. 7. Taakkaarten moeten meer afgestemd worden op niveauverschillen. 8. Leraren hebben zicht op doorgaande ontwikkelingslijnen op het gebied van taal, rekenen en creatieve vakken. 9. De leraren in de groepen 3 zoeken een goed evenwicht op het gebied van cognitieve en creatieve vakken om de overgang van groep 2 naar groep 3 meer geleidelijk te laten verlopen. 10. De leraren in de hoogste groepen hebben zicht op de afstemming van een doorgaande lijn BOVO. 11. De leraren versterken hun begeleidende en vraagbaakfunctie.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Beoordeling De beoordeling van het didactisch handelen vindt jaarlijks één keer plaats bij leerkrachten en vaste invallers aan de hand van een competentiegerichte kijkwijzer. Tijdens het doelstellingengesprek kan de keus worden gemaakt voor diepgang op het gebied van didactisch handelen met de uitgebreide kijkwijzer behorend bij competenties LA-leerkracht . Zowel de leerkracht als de leidinggevende geeft aan welke bijbehorende competenties wel of niet beheerst worden. Hieruit wordt een leervraag geformuleerd die sturing geeft aan het persoonlijk actieplan. Deze beoordelingen zijn terug te vinden in de bekwaamheidsdossiers. Ten aanzien van onze ontwikkelingen evalueren we, waarna bevindingen richting geven aan bijgesteld denken en handelen. Eén keer per 4 jaar maken we met het team een quick-scan op het gebied van het didactisch handelen.
25
Hoe? • De leraren hebben kennis genomen van hun competenties op het betreffende terrein en hebben hun eigen leervragen geformuleerd. • Op grond van deze leervragen volgt coaching en begeleiding door de locatieleider en/of een onderwijsadviseur.
3.8.
Leertijd
Visie Nutsbasisschool Burgst vindt een adequate en efficiënte planning van de leertijd, afgestemd op de onderwijsbehoefte van onze leerlingen belangrijk. Deze leertijd past binnen de kaders van de wetgeving (minimaal 45% van de leertijd wordt besteed aan taal en reken- en wiskundeonderwijs). De leerkracht houdt zich aan de planning conform aanbevolen leertijden (Inspectie, methodeadvies). Tijdens het onderwijsleerproces bewaakt de leerkracht de effectiviteit van de werkzaamheid van alle leerlingen. Goed klassenmanagement zien wij als basis om de leertijd zo effectief mogelijk te benutten. Directe instructie heeft eveneens een positieve invloed op de leertijd.
Beoordeling De competentie “gebruik leertijd” wordt jaarlijks tijdens een klassenbezoek door het MT beoordeeld. Verbeteraspecten worden besproken in de functionerings / doelstellingengesprekken. (zie interventies behorend bij opbrengstgericht werken). Aan de hand van een overzicht van verbeteraspecten worden leerkrachten gestimuleerd te gaan kijken naar elkaars leerkrachtgedrag. De beoordeling van de doelen vindt één keer per jaar plaats (SOP) gezien het cyclische karakter van ons schoolplan. Dagelijks let het MT erop of leerkrachten zich houden aan de schooltijden en pauzes.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Doelen 1. De onderwijstijd is in overeenstemming met het wettelijk minimum. 2. De leraren hanteren de gemaakte roosters. 3. De leerkracht houdt zich aan geplande lestijden. 4. De directie ziet toe op het correct en effectief gebruik van de leertijd. 5. De school voorkomt structurele lesuitval. 6. De leraren begrijpen en onderschrijven het belang van de factor leertijd. 7. Bij klassenbezoeken is leertijd een belangrijk observatiepunt. 8. Leraren zorgen voor een effectief klassenmanagement. 9. De school heeft gezorgd voor een structureel huiswerkbeleid in de groepen 6 t/m 8. 10. De leraren houden zich aan de begin- en eindtijden van de schooldag als ook aan de pauzetijden. 11. De leraren houden zich aan de adviestijden voor lezen,Nederlandse taal, rekenen en wiskunde. 12. De leerkracht plant de eigen activiteiten, bestaande uit instructie, verwerking, begeleiding, reflectie en observatie waarbij wordt aangegeven met welke leerlingen dan wel groepjes leerlingen dit uitgevoerd wordt. 13. De leraren zorgen voor extra instructie en/of tijd en/of begeleiding voor oefening tijdens schooltijd voor Nederlandse taal, rekenen en wiskunde. 14. De leraren besteden een deel van de tijd aan kanjerlessen om de sociale emotionele ontwikkeling van de kinderen structureel te bevorderen. 15. Meerbegaafde kinderen krijgen aangepaste lessen binnen de schooltijden. 16. De school past inlooptijd toe voor de groepen 1-2. 17. Er is voldoende tijd voor leerlingen om zich het leerstofaanbod eigen te maken. 18. De overgangen tussen de verschillende lessen verlopen zonder onnodig tijdverlies.
26
Verbeterpunten 1. Borging van het houden aan begin, eind- en pauzetijden door toezicht vanuit het managementteam. 2. De leerkracht leert de leertijd beter af te stemmen op de behoefte van de leerlingen. 3. De huiswerklijn voor de groepen 6 t/m 8 borgen. 4. Afstemming beschikbare leertijd en haalbaar gedegen onderwijsaanbod voor rekenen en wiskunde en voor taal.
3.9.
ICT
Doelen 1. De school heeft een visie over het gebruik van ICT in de dagelijkse onderwijspraktijk. 2. De leerlingen beschikken over ICT-vaardigheden en kunnen deze vaardigheden verder ontwikkelen. Leerlingen kunnen: a. informatie opzoeken, verzamelen en opslaan op internet met een webbrowser. b. informatie invoeren, bewerken, opslaan en printen met een tekstverwerker. (Word) c. programma’s starten, gebruiken en correct afsluiten. d. in- en uitloggen op het netwerk van de school. e. mail opstellen, versturen en printen, ook met een bestand eraan toegevoegd met een mailprogramma.(Outlook) f. een eenvoudige presentatie maken. (Powerpoint) 3. Het team beschikt over ICT-vaardigheden en kunnen deze vaardigheden verder ontwikkelen: a. Alles genoemd onder leerlingen. b. Het kunnen begeleiden van leerlingen en collega’s. c. Het leerling volgsysteem kunnen gebruiken en benutten.(Parnassys) d. De learning gateway(LG)kunnen gebruiken en benutten. e. Het kunnen bedienen en benutten van een digibord. 4. De redactie van de website en het MT beschikken over ICT-vaardigheden en kunnen deze vaardigheden verder ontwikkelen: a. Alles genoemd onder team. b. Het kunnen begeleiden van het team. c. Het kunnen beheren van de website, zaken kunnen toevoegen en verwijderen. 5. De school beschikt over een protocol voor de bovenbouwgroepen waarin staat beschreven wat de regels zijn bij het gebruik van internet. De leerlingen ondertekenen een contract, waarin ze verklaren zich aan de regels te houden. 6. De school beschikt over een protocol voor leerlingen en team, waarin staat beschreven hoe we omgaan met sociale netwerken zoals Hyves, Twitter, Facebook, etc. 7. De school beschikt over bij de visie passende software. 8. De school beschikt over een goede infrastructuur en fysieke beveiliging. 9. De school neemt aan de ontwikkelingen van de Learning Gateway en digiborden.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Visie De visie van ICT is gekoppeld aan de visie van Burgst: passend binnen onze zorgstructuur, ons pedagogisch klimaat, onze lerende organisatie en de manier waarop we omgaan met verschillen tussen onze leerlingen. ICT heeft een belangrijke plaats in onze maatschappij en daarom is het van belang dat kinderen op een verantwoorde wijze in aanraking komen met alle facetten die hierbij een rol spelen. Ze hebben dan een aantal vaardigheden als ze de basisschool verlaten.
27
Beoordeling Er vindt ieder jaar een evaluatie plaats op het gebied van het gemaakte schoolplan. Kennis en vaardigheden worden m.b.v. een checklist in kaart gebracht. Verbeterpunten 1. Ieder teamlid handelt naar de geformuleerde visie op het gebruik van ICT. 2. Iedere leerkracht is op de hoogte van de plannen op schoolniveau over het gebruik van de computer in en met de groep en gebruikt de Learning Gateway. 3. Iedere betrokkene draagt bij aan verbetering van het gebruik van de computer in de groep en kan dit op een gevarieerde manier toepassen. 4. Er vindt jaarlijks een evaluatiemoment plaats met betrekking op ICT. 5. Ontwikkelingen op het gebied van computergebruik in de groep worden gevolgd, begeleidt waar nodig en uitgewisseld met en tussen collega’s. 6. De infrastructuur is fysiek beveiligd tegen inbraak. 7. Een redactie (bestaand uit leerkrachten en MT) zal deze site up to date gaan houden. 8. De komende jaren worden leerkrachten opgeleid en begeleid om op een zo 9. rendabel mogelijke manier te gaan werken met alle mogelijkheden van de Learning gateway, digibord en Parnassys. 10. Het schrijven van de protocol voor het gebruik van internet door de bovenbouwgroepen. 11. Het schrijven van een protocol voor het omgaan met sociale netwerken.
Cultuureducatie
Visie In ons basisonderwijs vormen de kunstvakken (beeldend, dans, muziek, drama en audiovisuele vormgeving) de voedingsbodem waarop creativiteit bloeit en waar de vruchten van 'out of the box'denken geplukt kunnen worden. Innovatief denken en het creatief oplossen van problemen zijn belangrijke voorwaarden voor de kenniseconomie, waarbinnen creatief werk een groeiende economische waardering en opbrengst heeft. Voor de ontwikkeling van leerlingen is het van belang om zich te scholen in meerdere symbooltalen. Naast taal en wiskunde zijn dat de symbooltalen van muziek, beeldende kunst, dans,theater en audiovisuele vormgeving. Leerlingen leren mede met deze talen ideeën over zichzelf en de wereld uit te drukken. Zij verwerven kennis en inzicht in de geschiedenis en de actuele betekenis van kunst en cultuur en leren daarop kritisch te reflecteren. Kunstvakken leiden ook tot het ontwikkelen van cultuurhistorisch besef van leerlingen. De kunstvakken ondersteunen en versterken de prestaties in de kernvakken. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de positieve effecten van drama op het taalgebruik, en van muziek en beeldende vorming op het ruimtelijk inzicht en het meetkundig denken. Ze versterken de kernvakken ook doordat ze het plezier in school verhogen, de motivatie voor het leren vergroten en de voor het leren belangrijke voorwaarden zoals exploratie- en doorzettingsvermogen - bevorderen. Ze dragen bij aan algemene cognitieve en sociale vaardigheden, zoals voorstellingsvermogen, divergent denken, een genuanceerde waarneming, omgang met anders denkende en andere culturen, kunnen presenteren en kunnen samenwerken. Kunstvakken bereiden leerlingen voor op een volwaardige deelname aan de maatschappij. Doelen 1. De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. 2. de leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. 3. De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
3.10.
28
Deze doelstellingen zijn algemeen omschreven. Onze school volgt op dit moment het kunstmenu van de Grote Ontdekking. Dit menu is min of meer gebaseerd op de uitgangspunten van het SLO. De SLO ontwikkelt een leerlijn cultuureducatie op basis van onderstaande concepten: • • • •
identiteit en diversiteit inspiratie en vormgeving media en communicatie kunst en maatschappij
Voor het basisonderwijs is die leerlijn al ver ontwikkeld. Zie: http://www.cultuurplein.nl/po/kerndoelen/leerlijnen/kernconcepten http://ko.slo.nl/vakgebieden/00006/00003/ Hoe ? Kinderen komen door deelname aan het kunstprogramma van de Grote Ontdekking in aanraking met de volgende zes kunstdisciplines: - beeldend (2D,3D, audiovisueel) - theater - muziek - erfgoed - literatuur - dans Hier wordt een basis gelegd voor het ontvangen, creëren en doorgeven van kunst- en cultuuruitingen, waardoor verdieping ontstaat. Reflectie stapsgewijs in drie onderdelen toepassen: - kijken en luisteren naar (beschouwen); - nadenken over / een mening vormen; - communiceren, uitwisselen over wat je ziet/hoort en wat je daarvan vindt. Voor de groepen 1-2 zijn met de extra subsidiegelden 6 muzieklessen ingekocht. Voor de groepen 5 15 danslessen, voor de groepen 7 15 theaterlessen en 3 theaterlessen voor groep 8 ter voorbereiding van de musical. In april 2011 is gestart met workshops muziekeducatie aan leerkrachten.
Beoordeling De 2 cultuurcoördinatoren evalueren jaarlijks in april het cultuurbeleidsplan en geven advies op basis van deze uitkomst om de meerjarenplanning bij te sturen. Achterin het beleidsplan is een instrument opgenomen om een kunstdiscipline te kunnen evalueren. Op de website van De Ontdekking (De Cultuurwinkel sept. 2011) zijn evaluaties standaard opgenomen. Verbeterpunten - Er wordt voor elke leerlingen een portfolio voor culturele vorming aangemaakt, bestaande uit een cultuurdossier en cultuurportfolio. - Na elke activiteit worden evaluatieformulieren door de betreffende leerkrachten ingevuld. - Aanschaf en implementatie methode muziek, tekenen en handvaardigheid. - Meer aandacht voor eigen en andere culturen.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Meerdere keren per schooljaar treden klassen op tijdens het Open Podium (literatuur, muziek, dans, drama).
29
3.11.
Techniek
Visie Techniek draagt bij aan de algemene ontwikkeling van kinderen en hun kennis en gevoel met materialen en systemen om hen heen. Burgst wil deze algemene en specifieke ontwikkeling stimuleren. Burgst biedt het vak Techniek aan rekening houdend met haar visie op onderwijs: er is sprake van een goed pedagogisch klimaat, van zorgmogelijkheden, van adaptief onderwijs en er is sprake van betrokkenheid van leerlingen. Doelen Wij willen met techniek de volgende doelen bereiken: 1. Leerlingen leren onderzoek te doen op het gebied van materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. 2. Leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. 3. De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. 4. Techniek werken we uit in de volgende 4 gebieden: • Constructie (construeren van bouwwerken voor wonen, werken, infrastructuur ed.) • Transport en beweging (systemen gericht op vervoer van mensen en goederen) • Communicatie en elektriciteit (gaat over technieken waarbij mensen direct en indirect met elkaar communiceren) • Productie (waar je met behulp van techniek spullen/materialen maakt die het leven voor mensen of dieren eenvoudiger maken) Ter realisatie van deze doelstellingen werken wij met 4 ‘techniekkisten’ die in een techniek leerlijn van Burgst op verantwoorde wijze worden gehanteerd. De nieuw in te voeren biologiemethode heeft Techniek eveneens in haar pakket.
Verbeterpunten 1. Leerkrachten worden geschoold in de techniek leerlijn die Burgst hanteert. 2. Alle leerkrachten volgen de techniek leerlijn en nemen techniek op in hun jaarlijkse lesprogramma. Het MT ziet erop toe dat de kisten worden gebruikt in alle groepen om de doorgaande lijn te waarborgen. 3. Naast kisten voor “constructie” en “communicatie en elektriciteit”, gaat Burgst ook de kisten voor “transport en beweging” en “productie” in gebruik nemen. Alle materialen die benodigd zijn voor techniek zijn daarmee aanwezig op de scholen. Naast de leskisten zijn er diverse onderzoeksmaterialen aanwezig op school. 4. Iedere locatie heeft een plek waar techniek en handvaardigheid kan worden uitgeoefend en waar de materialen centraal beschikbaar zijn 5. Er wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de veiligheid inzake het werken met deze materialen. Intern komt er een instructiemoment door de ploegleider BHV op het terrein van het veilig toepassen van gereedschappen en materialen en het toezicht op leerlingen tijdens deze lessen.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Beoordeling Jaarlijks wordt beoordeeld of de technieklessen in de verschillende groepen feitelijk zijn gegeven. De materialen in de techniekkisten worden periodiek op veiligheid gecontroleerd en jaarlijks op hun (pedagogische) waarden. Ook wordt het didactisch gebruik van de kisten door de leerkrachten geëvalueerd Dit kan leiden tot bijstelling. Na iedere gemaakte opdracht worden kinderen naar hun ervaringen en beleving gevraagd. De leerkrachten hanteren daarvoor verschillende didactische werkvormen.
30
3.12.
Actief burgerschap en sociale cohesie
Visie Onze leerlingen groeien op in een steeds complexere, pluriforme maatschappij. Burgst vindt het van belang om haar leerlingen op een goede manier hier op voor te bereiden. Onze school staat voor dat leerlingen en leerkrachten sociale kennis, vaardigheden en attitudes hebben of zich eigen maken ter bevordering van actief burgerschap en sociale cohesie. Leerlingen, leerkrachten, directie en ouders communiceren open en respectvol met elkaar. Een positieve grondhouding ten opzichte elkaar en de maatschappij zorgt voor sociale integratie. School en ouders zijn gezamenlijk verantwoordelijk. Leerlingen leren vanuit eigen verantwoordelijkheid zelfstandig maatschappelijke verantwoording te nemen. Vanuit onze neutrale identiteit vinden wij het belangrijk dat leerlingen op een bewuste manier in het leven staan, waarbij ze niet alleen respect hebben voor anderen, maar ook naar anderen omzien.
Beoordeling - inzicht in de vorderingen van de leerlingen middels LVS (De KIJK en Pravoo gedragskaart) - Tevredenheidspeiling ouders, leerlingen, leerkrachten “scholen met succes” eens in de twee jaar. - Risico-inventarisatie ARBO. - Inspectietoezicht - De beoordeling van de doelen en de kernkwaliteiten vindt plaats door leden van het managementteam in de vorm van klassenbezoeken en de daaraan gekoppelde evaluatiegesprekken. Tijdens P.O.P-gesprekken en klassenbezoeken middels een kijkwijzer,komt minimaal één keer in de vier jaar deze kernkwaliteiten aan de orde. - WMK gedragscodes leerkrachten en schoolleiding.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Doelen 1. De leraren bieden leerlingen basiswaarden aan die horen bij een democratie. 2. De leraren geven leerlingen inzicht in eigen gedrag en gevoelens en in dat van de ander. Ze leren om te gaan met hun gevoelens, voor zichzelf op te komen, te luisteren naar anderen en conflicten op een goede manier op te lossen. 3. De leraren stimuleren de leerlingen in de ontwikkeling van zelfstandigheid en het nemen van eigen verantwoordelijkheid 4. De leraren bieden de leerlingen basale sociale kennis, vaardigheden en attitudes systematisch aan. 5. De leraren laten de leerlingen kennis maken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten. 6. De leraren bereiden de leerlingen voor op een pluriforme samenleving. 7. Leraren bereiden de leerlingen voor op het nemen van maatschappelijke verantwoording. 8. De leraren corrigeren leerlingen ter voorkoming van pestgedrag, intolerantie, discriminatie en extremistische ideeën. 9. Ouders zijn betrokken bij de school op het gebied van gezamenlijke waarden en normen. 10. Leerkrachten en schoolleiding gedragen zich conform omschreven gedragscodes. 11. De leraren bieden binnen de leerstof voldoende basiskennis inzake de democratische staatsinrichting van ons land en Europa. 12. Leerlingen krijgen binnen de veilige schoolsetting voldoende oefenruimte om zich sociale vaardigheden eigen te maken. 13. De leerlingen krijgen voldoende verkeerseducatie om zich sociaal te gedragen als verkeersdeelnemer. (BVL deelname). 14. We voeden onze leerlingen op tot personen die kennis hebben van en respect hebben voor andere opvattingen en overtuigingen (religies). 15. We leren leerlingen goed samen te leven en samen te werken.
31
Verbeterpunten 1. Ontwikkeling van een kijkwijzer met smart geformuleerde indicatoren. Koppeling aan leerkrachtcompetenties. 2. Leerkrachten borgen de kanjertraining ter preventie. De leerkrachten handelen zelf conform de kanjer doelstellingen: • we vertrouwen elkaar • we helpen elkaar • niemand speelt de baas • je bent niet zielig • we lachen elkaar niet uit) 3. Vaardigheden: zich kunnen voorstellen, positief denken over zichzelf, kunnen zeggen : er zijn mensen die van me houden, niet iedereen is mijn vriend(in) en dat hoort zo, zich kunnen voornemen te luisteren naar kritiek, in vervelende situaties kunnen vertellen wat hen dwars zit en nadenken over hoe dit te veranderen, de schouders kunnen ophalen als iemand met opzet blijft pesten, maatregelen kunnen nemen als ze worden lastig gevallen. 4. Opstellen meldcode kindermishandeling. 5. Effectief en preventief inzetten van schoolmaatschappelijk werk. 6. Het team borgt nieuw vastgestelde waarden. 7. Behouden BVL label per locatie (zie meerjaren BVL plan). 8. Aanschaf nieuw LVS sociaal emotioneel. 9. Vaststellen van een doorgaande lijn: doelen, leerlijn 1 t/m 8 kanjermethodiek; cultuur (levensbeschouwing) in kaart per groep; staatsinrichting in groepen 7 en 8.
3.13.
Zorg en begeleiding
Doelen HGPD-zorgroute is volledig geïmplementeerd; dit is een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. Dit doen we op de volgende wijze: 1. De leerkracht brengt systematisch de belemmerende en compenserende factoren in beeld van iedere leerling + de algemene onderwijsbehoeften die daaruit zijn af te leiden (wat heeft deze leerling nodig om zo optimaal mogelijk te kunnen leren?). Dit staat genoteerd in het groepsoverzicht. Voor de kleutergroepen is dit vastgelegd in de KIJK. 2. De leerkracht noteert de specifieke onderwijsbehoeften w.b. taal/lezen, begrijpend lezen, spelling, rekenen en motoriek in het groepsoverzicht indien dat nodig is voor een bepaalde leerling. Voor de kleutergroepen is dit vastgelegd in de KIJK. 3. De leerkracht evalueert de opbrengsten van de groep; kijkt of de doelen behaald zijn en maakt aan de hand hiervan een nieuw groepsplan in ParnasSys. 4. De leerkracht clustert leerlingen met dezelfde onderwijsbehoeften en maakt daarvoor een gezamenlijk hulpplan in ParnasSys. 5. De effecten van de groepsplannen en hulpplannen worden nagegaan. 3x per jaar bespreekt de leerkracht zijn/haar groep met de IBer/locatieleider/parallelcollega’s in een groepsbespreking en kijken ze naar de doelen en de opbrengsten + maken afspraken voor nieuwe doelen. Individuele
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Visie Wij vinden, dat de zorg en begeleiding voor kinderen ertoe moet leiden, dat ze, ongeacht hun capaciteiten, leerproblemen of handicaps, een optimale kans krijgen binnen de basisschool om zich met hun mogelijkheden en die van de school te kunnen ontwikkelen. Dit proberen wij te bereiken d.m.v. het zorgvuldig en systematisch volgen van de onderwijsbehoeften van iedere leerling en vervolgens daar waar nodig past de leerkracht zijn handelen daarop aan (Handelingsgericht werken). Wij vinden het belangrijk om hierbij leerling + ouders te betrekken, te begeleiden en te steunen.
32
leerlingen waarvan de onderwijsbehoeften niet duidelijk zijn worden besproken met de IBer in een leerlingbespreking. Het doel daarvan is altijd om weer zoveel mogelijk aan te sluiten bij het groepsplan/ hulpplan voor subgroepjes. 6. Nieuwe zorgleerlingen worden besproken volgens de handelingsgerichte procesdiagnostiek (HGPD); hierbij zijn de ouders en de leerling zelf ook betrokken. In enkele gevallen kan het noodzakelijk zijn om een individueel plan te maken, omdat er sprake is van een rugzakje. Heeft een leerling een rugzak SBO en werkt hij/zij op een eigen leerlijn, dan maakt de school een ontwikkelingsperspectief. 7. De school waarborgt de structurele samenwerking met ketenpartners (Edux; Centrum Jeugd en Gezin, GGD) waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden. (Zijn de onderwijsbehoeften onvoldoende duidelijk kan een consultatiegesprek met Edux of een bespreking in het zorgteam/ZAT noodzakelijk zijn) 8. Kan de school onvoldoende tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van een leerling en raakt de school handelingsverlegen, dan wordt besloten om de leerling te verwijzen naar SBO/SO. 9. Bij een plaatsing vanuit het PO/SO/SBO op Burgst gebruikt de school de informatie van de scholen en instellingen waar de leerlingen vandaan komen voor de begeleiding van de kinderen. (zie procedure Toelating) 10. De school maakt een beredeneerde afweging bij de doorstroom van leerlingen binnen de school (zie procedure versnellen/vertragen) 11. De school begeleidt de ouders/verzorgers en de leerlingen bij de keuze voor het vervolgonderwijs (zie het schoolkeuzetraject)
Verbeterpunten 1. Het dossier van de leerlingen wordt zo veel mogelijk gedigitaliseerd in ParnasSys. Leerkrachten voeren in: notities; toetsgegevens; methodetoetsen; onderzoeksgegevens; groeps- en hulpplannen. 2. De ouders/verzorgers worden bij iedere relevante verandering/ evaluatie van hulpplannen door de leerkracht op de hoogte gebracht; in de toekomst kunnen ouders zelf inloggen in ParnasSys om de gegevens van hun kind te kunnen inzien. 3. Middels een vaste enquête via het kwaliteitssysteem van Cees Bos worden ouders van zorgleerlingen gevraagd naar hun ervaringen. 4. De doelen op korte termijn wat betreft de zorg zijn terug te vinden in het Schoolspecifiek Zorgplan. Dit plan wordt minimaal 1x per jaar aangepast aan de actualiteit. 5. De school gebruikt de informatie van scholen en instellingen waar de leerlingen naar toe gaan in het vervolgonderwijs om het onderwijs te verbeteren.
3.14. Opbrengstgericht werken / opbrengsten / stappenplan Hiervoor verwijzen we naar de bijlagen die aan dit Schoolplan zijn toegevoegd.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Beoordeling 1. Tevredenheidspeiling: aandachtspunt is de begeleiding van kinderen met problemen + aandacht voor pestproblematiek. 2. In het Schoolspecifiek zorgplan wordt jaarlijks het totale zorgaanbod van de school geëvalueerd (w.b. doelen en proces) + nieuwe doelen gesteld. 3. Het zorgteam creëert feedback over de geboden zorg door een digitale vragenlijst te sturen aan ouders die met zorg op Burgst te maken hebben/ hebben gehad. 4. Middels de opbrengsten van de toetsen wordt de geboden zorg geëvalueerd en beoordeeld. 5. Jaarlijks wordt de HGPD-zorgroute intern geëvalueerd m.b.v. de auditvragenlijsten (IB-platform Nutsscholen).
33
Hoofdstuk 4 Personeelsbeleid
Hoofdstuk 4
Personeelsbeleid
4.1. Inleiding Het personeel van onze school is in dienst bij de Stichting Nutsscholen Breda. Het personeel van de 5 Nutsbasisscholen in Breda heeft het bestuur van de Stichting Nutsscholen als werkgever. Dit gegeven leidt ertoe dat het personeelsbeleid van de school vorm en inhoud krijgt middels het integraal personeelsbeleid van de Stichting. Het personeelsbeleid staat beschreven in het integraal personeelsbeleidsplan (IPB-plan) van de Stichting Nutsscholen Breda. In ons IPB plan staat competentieontwikkeling centraal. Belangrijke hoofdstukken die in dit plan beschreven staan zijn onder andere: • met betrekking tot loopbaanbeleid: werving & selectie,het functiehuis en de daarin voorkomende functies, competentie-profielen, competentieontwikkeling, gesprekkencyclus, mobiliteit en loopbaanontwikkeling functiemix, functiemixbenoemingsbeleid, taakbeleid. • Op het terrein van welzijn: arbeidsomstandigheden, preventie en bestrijding van ziekteverzuim , communicatie en medezeggenschap, leeftijdsfasebewust personeelsbeleid. • Tevens is het wettelijk verplichte document “Evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in het management” in het IPB-beleidsplan opgenomen. Het huidige IPB-beleidsplan is goedgekeurd door de GMR van de Stichting. Wijzigingsvoorstellen en aanvullingen zullen steeds aan de GMR voorgelegd moeten worden. Dit IPB-plan is een dynamisch document doordat enerzijds onder invloed van veranderende wet- en regelgeving en anderzijds onder invloed van initiatieven op stichtingsniveau bijna jaarlijks delen gewijzigd worden. De omvang van het huidige IPBbeleidsplan is dermate groot dat de tekst niet integraal opgenomen kan worden in dit schoolplan. Voor de volledige tekst verwijzen wij daarom naar het IPB-beleidsplan zelf dat op elke school ter inzage aanwezig is. In dit hoofdstuk gaan wij daarom in op de hoofdlijnen die inzicht geven op de relatie van het personeelsbeleid en de kwaliteit van het onderwijs op onze school. Hoewel het personeelsbeleid op stichtingsniveau vastgesteld wordt is er binnen de thema’s die zich daarvoor lenen ruimte gecreëerd die de afzonderlijke scholen in staat stelt om binnen de centraal afgesproken kaders een schoolspecifieke invulling te geven. Voorbeelden daarvan zijn het taakbeleid en de werktijdenregeling. De kwaliteitskaarten Integraal personeelsbeleid en professionalisering zullen de schoolspecifieke plannen beschrijven.
"Samenwerken aan veelzijdig ‘jong-leren', met passende opbrengsten voor iedere leerling".
4.2. Visie De Stichting Nutsscholen Breda is van mening dat het uitsluitend mogelijk is, om op al haar scholen te streven naar goed onderwijs naar de normen van deze tijd als de medewerkers van de Stichting op een professioneel hoogwaardige, collegiale en betrokken wijze samenwerken aan het realiseren van de missie en de daarvan afgeleide doelen.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Dit personeelsbeleid staat ten dienste van de realisering van de missie , visie en doelstellingen van de Stichting en de daaraan verbonden schoolspecifieke doelen. De missie van de Stichting Nutsscholen Breda luidt:
35
Daarom heeft het bestuur als een van de vijf centrale doelstellingen de navolgende doelstelling geformuleerd: "Positief onderscheidend werkgeverschap".
4.3. Doelen De hoofddoelstelling "Positief onderscheidend werkgeverschap" wordt nagestreefd door middel van de onderstaande subdoelen: • • • • • •
Tevreden medewerkers (leerkrachten, directieleden en ondersteunend personeel). Moderne arbeidsvoorwaarden die goed aansluiten op de CAO-PO. Goed opgeleide professionele medewerkers. Medewerkers met een op samenwerking gerichte grondhouding tussen en binnen de scholen. Gezonde medewerkers. Uitvoering van de beleidsvoornemens uit het Arbo-beleidsplan.
Ter realisering van deze doelen in de komende schoolplanperiode 2011-2015 wil het bestuur de navolgende onderdelen van het Integraal Personeelsbeleidsplan invoeren c.q. aanpassen:
4.4
Integraal personeelsbeleid
Visie Burgst heeft een door het team gedragen consistente onderwijskundige visie, die sturing geeft aan het personeelsbeleid. Professioneel omgaan met het team is de basis voor kwalitatief goed onderwijs. Het functioneren, welzijn en competentieontwikkeling van onze medewerkers wordt besproken in gesprekken passend in de driejarige gesprekkencyclus. Het personeel wordt adaptief benaderd, waarbij persoonlijke ontwikkelingen op het terrein van de 8 competentiegebieden stapsgewijs sturing geven
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
• Een nieuwe 3 jaarlijkse gesprekkencyclus bestaande uit functionerings-, doelstellingen-, voortgangs- en beoordelingsgesprekken voor alle medewerkers. • Het vergroten van de carrièremogelijkheden voor de leraren door het op transparante wijze implementeren van de functiemix. Streven is te komen tot een groei naar 40% LB-functies in de komende 4 jaren. • Aansluitend bij de invoering van de functiemix een nieuw passend functiehuis ontwikkelen en invoeren. • Kansen bieden aan leerkrachten om zich verder te ontwikkelen op het terrein van een of enkele van de 8 competentiegebieden. • Op basis van de medewerkers tevredenheidspeiling en de risico-inventarisatie en evaluatie, het arbo-beleidsplan herformuleren en uitvoeren. • Moderne arbeidsvoorwaarden nastreven die aansluiten bij de geldende CAO-PO en de mogelijkheden die de belastingwetten ons bieden. • Het opleidingsniveau van onze medewerkers versterken door te investeren in zowel collectieve als individuele scholingstrajecten, mede gestimuleerd door de mogelijkheid van de lerarenbeurs (nascholingsplan). • Verder uitbouw van de mogelijkheden tot samenwerking van de medewerkers zowel binnen als tussen de scholen. • Actief uitvoeren van het ziektepreventie- en –verzuimbeleid (inzet verzuimsignaal) • Het jaarlijks zorgvuldig ontwerpen van een formatieplan waarbij op basis van de beschikbare middelen en de aan ons verbonden medewerkers een zo optimaal mogelijke inzet van de beschikbare kwaliteiten en formatie-uren wordt nagestreefd.
36
aan hun ontwikkelproces. Medewerkers zijn zelf verantwoordelijk voor het vullen van het bekwaamheidsdossier. Scholing, intervisie en kijken bij elkaar spelen hierbij een invloedrijke rol. Middels de juiste interventies en teambuilding wordt betrokkenheid van medewerkers verhoogd. De taken binnen de normjaartaak worden evenredig over alle medewerkers verdeeld, rekening houdend met bekwaamheid, wensen, belastbaarheid, en taakomvang. We beperken ziekteverzuim door positief onderscheidend werkgeverschap. We willen steeds samen leren en samen onderwijs maken. (coöperatief leren gebruik makend van elkaars sterke talenten). Mensen voelen zich verantwoordelijk voor onze organisatie. Doelen m.b.t. integraal personeelsbeleid 1. De CAO- primair onderwijs 2009 geeft het kader aan voor IPB. 2. Nbs. Burgst beschikt over een personeelsbeleidplan met de volgende onderdelen: mobiliteitsbeleid, ziekteverzuimbeleid, functioneringsgesprekken, beoordelingsbeleid, scholingsbeleid, deel- en voltijd beleid, taakbeleid, werving- en selectiebeleid, De wijze van introductie en begeleiding van nieuw personeel 3. Ons startpunt is steeds de Burgstvisie. 4. Onderwijskundige streefdoelen zijn helder omschreven. 5. Communicatie is efficiënt door vastgelegde afspraken. 6. Per kwartaal verschijnt er een MARAP met een geïntegreerd sociaal kwartaalverslag voor het bestuur. 7. Persoonlijke ontwikkeling a.d.h.v. competentiegesprekken zijn geïmplementeerd voor schoolleiding en leerkracht (Volgens BIO-wetgeving en gesprekkencyclus). 8. Iedere leerkracht heeft een bekwaamheidsdossier waar hij/zij zich zelf verantwoordelijk voor voelt. Beoordeling Jaarlijks wordt een sociaal jaarverslag geschreven ter beoordeling aan GMR en bestuur. Aan de uitkomsten van dit verslag worden acties verbonden, waardoor het jaarlijks schoolontwikkelplan kan worden bijgesteld. Jaarlijks worden in functioneringsgesprekken de ervaringen van het personeel betreffende personeelsbeleid besproken. Jaarlijks worden bekwaamheidseisen besproken met als basis het bekwaamheidsdossier. Verbeterpunten 1. Nbs. Burgst voert n.a.v. van de analyse tevredenheidspeiling een efficiënt communicatieplan uit i.s.m. de Medezeggenschapsraad. 2. Iedere leerkracht heeft een bekwaamheidsdossier. 3. Leerkrachten werken op basis van hun leervragen samen aan hun ontwikkeling.
Professionalisering
Visie Schoolleiding en teamleden handelen vanuit een gemeenschappelijke visie over ontwikkeling en onderwijs. Iedere leerkracht stelt voor zichzelf een ontwikkelvraag op aan de hand van een gescoorde verdiepingskijkwijzer op een van de 8 competentiegebieden. Doelen m.b.t. professionalisering 1 De teamleden handelen vanuit een gemeenschappelijke visie over ontwikkeling en onderwijs. 2 De teamleden ervaren een grote mate van collegialiteit. 3 Er zijn mogelijkheden voor leraren om samen te werken, elkaar te ondersteunen en feedback te geven. Sturing door gemeenschappelijke leervragen en complementaire talenten.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
4.5
37
4 De schoolleiding ondersteunt en stimuleert de teamleden bij hun werk. 5 De schoolleiding zorgt voor opvang en coaching van beginnende teamleden, stagiaires en LIO’s. Opleiden op de werkplek onder verantwoording van een bovenschoolse stagecoach. 6 De schoolleiding bevordert de deskundigheid van de teamleden door nascholing gestuurd door relevante leervragen op het terrein van coöperatief leren, opbrengstgericht werken, handelingsgericht werken 1 zorgroute en basisontwikkeling. 7 De schoolleiding stimuleert leerkrachten gebruik te maken van de lerarenbeurs. 8 De schoolleiding biedt LB functies aan op diverse onderwijsinhoudelijke terreinen. Beoordeling Het managementteam past de gesprekkencyclus toe beschreven in het IPB-beleidsplan. Het MT scoort alle leerkrachten op het compacte LA-profiel met de hoofdkernindicatoren. Leerkrachten scoren zichzelf op het compacte LA profiel met de hoofdkernindicatoren. Leerkrachten kiezen een competentiegebied waarvan ze de verdiepingskijkwijzer invullen. De intersubjectiviteit wordt vergroot door meerdere mensen dit verdiepingsprofiel in te laten vullen 360% feedback gedachte (collega, ouder, intern begeleider, etc.). De beoordeling cyclus voor invallers en nieuwe tijdelijk aangestelde leerkrachten bestaat uit drie momenten waarbij twee maal door de directeur en één maal door de locatieleider (6 weken, 3 maanden, 6 maanden). Verbeterpunten 1 De schoolleiding stemt coaching en begeleiding af op de leervragen vanuit competentiegericht denken. 2 De bovenschoolse stagecoach hanteert een planmatige aanpak bij de begeleiding van beginnende leerkrachten en LIO’s en stagiaires.
4.6.
De schoolleiding
Doelen m.b.t. de schoolleiding 1. Alle MT-leden zijn/blijven getraind in managementvaardigheden. 2. Actuele onderwijsontwikkelingen worden op de voet gevolgd. 3. MT-leden maken gebruik van elkaars kwaliteiten (intervisie, samenwerking). 4. De betrokkenheid en competentie van teamleden geeft richting aan situationeel leiderschap (CBAM / BIO-wetgeving). 5. De schoolleiding ontwikkelt beleid vanuit een consistente visie. 6. De schoolleiding geeft onderwijskundig leiderschap. 7. De schoolleiding schept voorwaarden voor teamleden om zich te kunnen ontwikkelen en innoveren. (mogelijkheden functiemix en lerarenbeurs). 8. De schoolleiding waardeert initiatieven van leerkrachten mits deze passen binnen de ontwikkelde visie van de school.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Visie Het managementteam van nbs Burgst heeft deskundigheid verworven middels aanvullende opleidingen waaronder Magistrum schoolleidersopleidingen en door ervaring. De deskundigheid wordt middels heren bijscholing en het plegen van intervisie actueel gehouden, c.q. verbeterd. Een door het team ontwikkeld en gedragen visie geeft steeds richting aan strategische keuzes die om worden gezet in praktisch uitvoerbaar beleid. Betrokkenheid en competentie worden consequent in kaart gebracht, waardoor situationeel leiderschap kan worden toegepast. (sturen, begeleiden, coachen en delegeren). We beschouwen een gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid als een factor van essentiële waarde. Er is sprake van een lerende organisatie, waarbinnen professioneel kritische onderlinge relaties en samenwerking, zowel op school- als stichtingsniveau de basis vormen.
38
9.
De schoolleiding ondersteunt teamleden bij hun individuele ontwikkeling en taakuitvoering middels persoonlijke gesprekken en ontwikkelingsplannen evenals groepsbezoeken. (gesprekkencyclus IPB) 10. Er is ruimte voor verschillen tussen teamleden. 11. Er is een heldere organisatiestructuur met als doel een professionele organisatie te zijn. 12. De schoolleiding draagt zorg voor een efficiënte en transparante communicatie met alle geledingen (zie kwaliteitskaart interne communicatie). Beoordeling Tijdens functioneringsgesprekken wordt expliciet gevraagd naar de ervaring van teamleden met het leiderschap van het betreffende lid van de schoolleiding. In de tevredenheidspeilingen van “scholen met succes” zit een onderdeel de schoolleiding. Deze peiling wordt elke 4 jaar gehouden voorafgaand aan de nieuwe schoolplanperiode. De Inspectie beoordeelt middels een PKO dan wel een JO. In een gesprekkencyclus worden leidinggevende competenties besproken. Er worden afspraken gemaakt voor persoonlijke groei op het terrein van de diverse relevante competenties.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Verbeterpunten 1. Het MT heeft als speerpunt voor de komende 4 jaar de interne- en externe communicatie. (zie inhoud kwaliteitskaarten interne- en externe communicatie). 2. Het MT brengt samen met de leerkracht een competentieprofiel in kaart. 3. Het MT houdt meer rekening met verschillen (sterke en zwakke punten) van leerkrachten en laat dit praktisch tot uiting komen in P.O.P.-gesprekken. 4. Er komt een competentieprofiel voor locatieleiders, zorg - coördinatoren en directeur met daaraan gekoppeld een gesprekkencyclus ( functionerings-, doelstellingen- , voortgangs- en beoordelingsgesprek)
39
Hoofdstuk 5 Organisatie en beleid
Hoofdstuk 5
Organisatie en Beleid
5.1. Organisatie Stichting Nutsscholen Breda Nutsonderwijs valt onder het neutraal bijzonder onderwijs en onderscheidt zich onder andere van het openbaar onderwijs door een afwijkende bestuursvorm. Bestuursleden worden gekozen uit de ouders van de leerlingen van de Nutsscholen. Nutsbasisschool Burgst valt samen met vier andere nutsscholen onder het bestuur van de Stichting Nutsscholen Breda. Het bestuur functioneert “op afstand”. Dit houdt in dat het bestuur zich richt op het vaststellen van beleidskaders en deze controleert en evalueert. Het voorbereiden van nieuw beleid en de uitvoering van beleid is gemandateerd aan het management van de Stichting. Binnen deze werkwijze is het mogelijk om ter zake deskundige ouders toe te laten treden tot het bestuur omdat alle bestuursleden immers onbezoldigd zijn en naast hun bestuurstaak eigen werkzaamheden verrichten. De centrale persoon in het gehele bestuurskader is de algemeen directeur. Deze is integraal verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding over de Stichting. De leiding van de scholen is in handen van een integraal verantwoordelijke schooldirecteur. Deze kan leiding geven aan één of twee scholen. De algemeen directeur en de drie schooldirecteuren vormen samen het bovenschools managementteam van de Stichting. Binnen dit managementteam hebben de directeuren aparte portefeuilles voor zaken als Personeel, Huisvesting en ARBO-wetgeving. De dagelijkse leiding op de scholen zelf wordt ingevuld door de locatieleider. Deze heeft de dagelijkse onderwijskundige leiding en is aanspreekpunt voor leerkrachten, leerlingen en ouders. De directeur, de intern begeleider en de locatieleiders van één school vormen samen het managementteam van die school. Dit MT bepaalt binnen de kaders van de Stichting het (onderwijskundig) beleid en voert dit uit. Nutsbasisschool Burgst heeft één directeur, twee locatieleiders en één intern begeleider. Voor een grafisch overzicht verwijzen we naar het organigram van de Stichting op de volgende pagina.
5.3. Communicatieplatform “De samenwerking tussen de scholen onderling wordt binnen onze Stichting op diverse niveaus actief vorm gegeven. De navolgende overlegplatforms functioneren bovenschools: 1. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad 2. Directieberaad 3. Locatieleiders overleg 4. Platform interne zorgcoördinatoren 5. Platform ICT-coördinatoren 6. Platform Hoog- en meerbegaafdheid 7. Platform cultuureducatie- coördinatoren 8. Platform contactpersonen klachtenregeling. De frequentie van bijeen komen wisselt per platform. Het directieberaad is het meest intensief, 2wekelijks. De andere platforms komen minimaal 2 keer per jaar bij elkaar.”
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
5.2. Medezeggenschapstructuur Stichting Nutsscholen Breda. Aan iedere school is een medezeggenschapsraad verbonden bestaande uit ouders en teamleden. Namens het bevoegd gezag is de directeur van de school aanspreekpunt voor de MR. Voor bovenschools beleid heeft de stichting een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad met vertegenwoordigers uit beide geledingen voor elke school. Namens het bevoegd gezag is de algemeen directeur aanspreekpunt voor de GMR.
41
Per 1-01-2011 is de managementstructuur van de Stichting Nutsscholen als volgt:
Bestuur Stichting Nutsscholen Breda
Algemeen directeur s e c r e t a r i a a t
Beleids medewerker ICT
Adjunct alg. directeur (= directeur Hoogakker en Teteringen
Portefeuillehouder Personele Zaken (= directeur Burgst)
Directeur Burgst
Groene Hil o.l.v. locatie leider
Kroeten o.l.v. locatie leider
Intern begeleider Burgst
Portefeuillehouder Huisvesting (= directeur Hoogakker en Teteringen)
Portefeuillehouder ARBO - zaken (= directeur Boeimeer en Dirk van Veen)
Directeur Hoogakker/Teteringen
Wandel akker o.l.v. locatie leider
Blok moeren o.l.v. locatie leider
Teteringen (t.z.t.) o.l.v. locatie leider
Intern begeleider Hoogakker
Directeur Dirk v Veen / Boeimeer
Dirk van Veen o.l.v. locatie leider
Boeimeer o.l.v. locatie leider
Intern begeleider DvVeen/Boeim
Visie Burgst onderhoudt contacten met externe instanties ten behoeve van het samen vormen van een maatschappelijk vlak. We creëren een netwerk om ons heen, waarop we terug kunnen vallen inzake specifieke deskundigheden. Doelen 1. Er is een functioneel contact met voor-, tussen- en naschoolse opvang (Kober-groep) en peuterspeelzalen.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
5.4. Communicatie extern
42
2. 3. 4. 5.
Er is een functioneel contact met opleidingsinstituten. Er zijn contacten met scholen voor voortgezet onderwijs. (BOVO, brugklas coördinatoren) We participeren in een samenwerkingsverband WSNS. Er zijn contacten met onderwijsbegeleidinginstellingen. Afspraken over leerling- en systeembegeleiding liggen vast. 6. Er zijn indien nodig contacten met instellingen voor geestelijke gezondheidszorg. 7. De school beschikt over een verwijzingsoverzicht naar specifieke deskundigheden (sociale kaart). 8. Alle contacten zijn gericht op afstemming. 9. Afspraken met alle genoemde instanties liggen planmatig vast, middels duidelijk geformuleerde doelstellingen. 10. Gemaakte afspraken worden steeds geëvalueerd en bijgesteld. 11. Het contact met voor- en naschoolse opvang en scholen voor voortgezet onderwijs richt zich vooral op overdracht van leerlingen en aansluitingsproblematiek, zowel op het cognitieve als het sociaal emotionele vlak. 12. De school biedt stagemogelijkheden aan leerkrachtstagiairs, LIO-studenten en onderwijsassistenten. (kweekvijveridee) Beoordeling De plannen met genoemde contacten worden aan het eind van ieder schooljaar geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Eens in de vier jaar wordt dit domein in het nieuwe schoolplan aangepast. Verbeterpunten - Heldere afspraken met KOBER groep maken op het terrein van relevante informatie-uitwisseling (zie kwaliteitskaart voor- en vroegschoolse educatie) - Overleg met VO versterken met als doel een betere aansluiting bij de overgang.
5.5.
Communicatie intern
Doelen 1. Alle betrokkenen zijn zich bewust van hun rol in de interne communicatie. Deze rollen zijn expliciet vastgelegd in het communicatie-verbeterplan. 2. Het beleidsmatig overleg tussen school en bevoegd gezag is gericht op optimalisering van de kwaliteit van het onderwijs als kader vastgelegd in de bestuursdoelstellingen. 3. Het overleg in het MT van de school is gericht op de optimalisering van de kwaliteit van het onderwijs. 4. Het overleg binnen het team is gericht op de optimalisering van de kwaliteit van het onderwijs. In vergaderingen en op studiedagen worden werkvormen aangeboden, waarin ruimte is voor open overleg over onderwijskundige ontwikkelingen. 5. Het overleg tussen school en de MR is gericht op beleidsmatige en onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen. De status van de vergaderpunten is duidelijk aangegeven ( meningsvormend, informatief, besluitvormend, adviserend, instemmend).
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Visie “ Op weg naar een goede interne communicatie” Een goede interne communicatie draagt bij aan een gezonde en efficiënte Burgst-organisatie. Door tijdige, duidelijke en wederzijdse informatieverstrekking hebben het bestuur, het MT, het team, de MR en de OC altijd de noodzakelijke informatie beschikbaar voor hun functioneren. De interne communicatie is gericht op het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. De interne communicatie is zorgvuldig afgestemd op de externe communicatie. Om dit te realiseren maken we naast mondeling overleg gebruik van (digitale) nieuwsbrieven, notulen, mailverkeer en de Learning Gateway.
43
6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Het overleg met de OR is gericht op huishoudelijke (meer organisatorische) zaken. Vergaderingen worden tijdig voorbereid. Op vergaderingen hebben alle deelnemers een actieve inbreng. Vergaderingen leiden tot besluitenlijsten, die gecontroleerd worden. Zaken worden door alle betrokkenen steeds op de juiste plaats besproken. In beginsel spreekt iedereen namens zichzelf. We geven elkaar respectvolle feedback en accepteren ook feedback van anderen. Interne communicatie hoort thuis in het proces van besluitvorming. De school hanteert de volgende hulpmiddelen ter ondersteuning van de interne communicatie: email, nieuwsbrief, Learning Gateway, gesprekkencyclus, vergaderstructuur 15. Het managementteam bewaakt de interne communicatie. Interne communicatie wordt ingezet als managementinstrument. De leidinggevende vraagt zich steeds af: “ Wat moeten mensen weten, op welk moment moeten ze het weten, welke communicatiemiddelen ga ik daar voor gebruiken.
Beoordeling Het bestuur beoordeelt aan de hand van de managementrapportages op het terrein van een voorbeeldige interne communicatie drie keer per jaar onze school. De leden van de medezeggenschapsraad bouwen mee aan het communicatie verbeterplan vanuit de optiek “doen we wat we beloven”. De interne communicatie wordt 1 keer in de 4 jaar extern beoordeeld met de leerkrachttevredenheidspeiling. Daarnaast wordt met ons kwaliteitszorgsysteem “werken met kwaliteit” de schooldiagnose “ interne communicatie” afgenomen bij alle teamleden.
Tevredenheidscijfers Groene Hil Interne communicatie 5.9
Vorige peiling 5.8
Referentiegroep 6.6
‘Interne communicatie’ wordt door het personeel van onze school het meest gewaardeerd ten aanzien van ‘Samenwerking met collega's’ (3.24) en ‘Bespreekbaarheid problemen’ (3.00); het meest kritisch zijn onze personeelsleden over ‘Vergaderingen’ (2.38) en over ‘Vastleggen afspraken’ (2.42).
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Tevredenheidscijfers Kroeten Vorige peiling Referentiegroep Interne communicatie 6.2 5.8 6.6 ‘Interne communicatie’ wordt door het personeel van onze school het meest gewaardeerd ten aanzien van ‘Samenwerking met collega's’ (3.21) en ‘Vastleggen afspraken’ (2.83); het meest kritisch zijn onze personeelsleden over ‘Begeleiding nieuwe collega's’ (2.35) en over ‘Vergaderingen’ (2.57).
44
VERBETERPUNTEN 2011-2015 Onderstaande verbeterpunten worden in een kwadrant gezet (makkelijk te realiseren, moeilijk te realiseren, op korte termijn, op lange termijn). Door MT-leden en leerkrachten wordt de voortgang van de verbeterpunten bewaakt. De directeur is eindverantwoordelijk (kijkt steeds door “communicatiebril”: welke informatie wordt gecommuniceerd met welke partij?) en beschouwt dit onderwerp als speerpunt voor de komende 4 jaren. Basis doel: professioneel kritisch naar elkaar zijn. Het MT stelt protocollen op voor alle gangbare communicatiemiddelen. Het MT stelt een beschrijving op van de informatielijnen en middelen tussen de verschillende betrokkenen intern. In dit plan zijn taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden vastgelegd. Om interne communicatie levendig en up to dat te houden wordt er regelmatig aangegeven welke verandering uit het verbeterplan gerealiseerd zijn (borging en regelmatig communiceren in kleine hapjes, waarbij herhaling zorgt dat zaken beklijven). Verbeterpunten komen zichtbaar in de teamkamer te hangen als een afvinkmodel. Mail Het MT stelt een protocol mail(gedrag) op: Groepen aanmaken, namen in mailbox kloppend maken (voorkomt onnodige mail) Een mail een onderwerp geven Info kort en bondig (geen herhalingen) Inhoud: geen discussies/emoties via mail Gebruik CC en BCC Mail naar ouders: Hoe vaak? Wanneer? (gevoelige zaken niet) Contacten (met kinderen) via bv. Hyves, Facebook
Vergaderingen Tijd om te discussiëren over inhoudelijke zaken Voorzitter zorgt voor gelijkwaardige inbreng Voorstellen en voorgenomen besluiten in de week leggen bij team (klankbord), daarna kan MT knopen doorhakken Status punten vergaderingen duidelijk op agenda: adviserend, besluitvormend, mededeling. Aangeven in welk traject een studiemoment past Terugkoppeling MT/MR/OC/zorgteam/commissies: vast agendapunt op teamvergadering Notulen/verslagen via de mail en de learning gateway
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Communicatie teamleden Omgangsnormen (ook in ABC-boek) - Kritiek genuanceerd, opbouwend, bij de juiste persoon - Professioneel kritisch zijn op elkaar (o.a. middels intervisie werkvorm) - Uit de emotie blijven - Uitgaan van ieders goede intentie - Toon interesse in de ander, geef complimenten Plotselinge veranderingen eerder/vooraf informeren (bv. ouderbedankmiddag, rapport, nieuwe functies, toetsen etc.) Notulen, draaiboeken tijdig lezen Samenhang communicatie: Er moet beleid komen, iemand moet verantwoordelijk zijn (MT-lid met communicatiebril: wie moet ik wanneer informeren en welk communicatiemiddel gebruik ik daarvoor?) Lief en leed: Directe mail (voor twee locaties gelijk!): MT is verantwoordelijk. Commissie blijft bestaan voor bloemen, kaartjes etc.
45
Soort vergaderingen: Gezamenlijke vergaderingen combineren met parallel. Parallelvergaderingen moeten terug. Locatievergadering eerder in het schooljaar. ABC-boek (alle schoolafspraken op alfabetische volgorde) Jaarlijks, aan het begin van het jaar, updaten. Inhoud: afspraken/besluiten, genomen tijdens vergaderingen, in commissies. Waar kan ik iets vinden (LG, PS …)? Afspraken borgen, nakomen en elkaar erop aanspreken. Iemand is verantwoordelijk (taakbeleid) Informatiestromen Verschillende informatiestromen werkt verwarrend (LG, PS, mail, postvakken, whiteboard) Zoeksysteem LG is niet gebruikersvriendelijk Format overdracht Een duidelijke communicatielijn bij aanname nieuwe kleuters. “Van intake tot uitnodiging” Invloed/rol ouders Communicatie: eerst met leerkracht, dan met ouders Communicatie met ouders te direct (grotere afstand zou beter zijn) Invloed ouders Commissies Duidelijke taakomschrijving, wat wordt verwacht? Draaiboek: alle info in 1 keer, tijdsafspraken.
5.6.
Communicatie met ouders
Doelen 1 Burgst informeert ouders op een functionele wijze over de kenmerken en de visie van de school tijdens de intakegesprekken en jaarlijks tijdens infoavonden. 2 Burgst stimuleert ouders betrokken te zijn en samen te werken om het functioneren van Burgst te ondersteunen. Dit is geformaliseerd in de oudercommissie en de medezeggenschapsraad. 3 Burgst stimuleert en biedt mogelijkheden aan ouders betrokken te zijn bij schoolactiviteiten. 4 Burgst informeert ouders regelmatig over de actuele gang van zaken op school via de digitale heksenketel, de schoolgids en de website. 5 De leerkrachten zijn regelmatig met ouders in gesprek over de voortgang in de ontwikkeling van hun kind. Hierbij wordt ook de bevindingen van ouders in de thuissituatie meegenomen. 6 De leerkrachten stimuleren onderwijsondersteunend gedrag van ouders in de thuissituatie.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Visie Betrokkenheid van en samenwerking met ouders bij de schoolgang van hun kinderen is belangrijk voor de ontwikkeling en resultaten van hun kind(eren). Ook is hun betrokkenheid van belang bij het creëren bij een sociaal en pedagogisch wenselijk klimaat op Burgst. Burgst streeft naar een optimale betrokkenheid van ouders bij de school.
46
7 De leerkrachten stimuleren ouders ondersteuning te bieden aan het creëren van een prettig sociaal klimaat op de school. 8 De school stelt zich periodiek op de hoogte van de opvattingen en de verwachtingen van ouders middels de ouder tevredenheidspeiling van “scholen met succes” over het functioneren van de school en houdt daar rekening mee. Beoordeling De ouders wordt periodiek gevraagd mee te werken aan de ouder tevredenheidspeiling. Leerkrachten voeren in ieder geval 2 maal per jaar oudergesprekken waarin doel 5 ter sprake komt. Verbeterpunten 1. Per locatie blijft een resonansgroep van ouders actief die de resultaten van het onderzoek analyseert, verbeterpunten vaststelt en daarna de verbetering volgt. 2. Bij inval of ziektevervanging worden ouders op de hoogte gebracht en gehouden gedurende de vervangingsperiode.
5.7.
Voor- en vroegschoolse educatie
Visie Om elk kind dat op Burgst wordt aangemeld een eerlijke start te geven waarbij vanaf de eerste schooldag optimaal zicht is op de doorgaande lijn vanaf 2 jaar en waarbij rekening kan worden gehouden met zijn/haar behoeften en mogelijkheden vinden wij de samenwerking met voorschoolse instanties van groot belang. Met name noemen we KOBER kinderopvang naast mogelijke andere vormen van voorschoolse educatie. Doelen m.b.t. de voorschoolse educatie (peuterspeelzaal en kinderopvang) De samenwerking met KOBER 1) bestaat uit een regelmatig overleg over het aanbod, het educatief handelen en de zorg en begeleiding. - We beschikken over een gezamenlijk (gericht) ouderbeleid. - We beschikken over doorgaande lijnen qua aanbod. - Het handelen, zorg en begeleiding is op elkaar afgestemd. - Er is sprake van een “warme overdracht”. Dit wil zeggen dat er naast uitwisseling van informatie op schrift er ook een gesprek is tussen de opvang, ouders en school, als daar bij betrokken partijen behoefte aan is.
Beoordeling Een keer per 4 jaar middels het schooldiagnose instrument, ontwikkeld door drs. Cees Bos. Verbeterpunten - Er moet een betere afstemming plaats gaan vinden over het format informatie voorschoolse periode van het kind. - Er zal afstemming moeten komen over het sociaal-emotioneel programma Kanjer, zodat ook daar een doorgaande lijn in ontstaat. - Er zal een warme overdracht moeten gaan plaatsvinden als dit wenselijk is: ouders, leidster en leerkracht hebben een gesprek voor aanvang van de schoolse periode.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Hoe realiseren we dit? - Er is regelmatig overleg tussen opvang en school over het ouderbeleid, doorgaande lijn qua aanbod en over handelen, zorg en begeleiding. - Als de schriftelijke overdracht niet compleet is of vragen opwerpt bij ouders en/of school, komt er een warme overdracht; een gesprek met alle partijen.
47
- De gebruikte formulieren moeten beter op elkaar worden afgestemd. - Het inschrijfformulier wordt aangepast met de toevoeging: “Ouders vullen het intakeformulier 4jarigen en overige documenten rondom de aanmelding naar waarheid in. - Formulieren zo digitaliseren dat het in Parnassys gezet kan worden. - Mogelijkheden om ook vanuit de zorg (GGD, Jeugdzorg, logopedie en fysiotherapie) informatie te krijgen over het kind wat van belang is voor de ontwikkeling van het kind. Dit laatste natuurlijk altijd met instemming van de ouders. Doelen m.b.t. de voorschoolse educatie - Burgst voldoet aan de zorgplicht volgens passend onderwijs. - Ouders geven een duidelijk en eerlijk beeld door middel van de vragenlijst. - Begeleiders van PSZ en KDV geven duidelijk aan waar het kind in zijn ontwikkeling zit door middel van de vragenlijst . - Leerkrachten zijn op de hoogte van de voorschoolse ontwikkeling van de nieuwe leerling en kunnen hierop inspelen. - Ieder kind voelt zich binnen de wenperiode veilig om zich goed te kunnen doorontwikkelen. Hoe realiseren wij dit? - Ouders krijgen bij aanmelding een gesprek en een rondleiding met de school/locatieleider - Ouders worden door middel van brieven en schoolgids op de hoogte gebracht van ons onderwijs. Deze middelen geven aan dat er aandacht is voor de nieuwe leerling. - De nieuwe leerling krijgt een prentenboekje waarin wordt uitgelegd wat het kind kan verwachten in de nieuwe groep. In het boekje wordt aangegeven dat het kind welkom is in de groep. - De leerkracht neemt contact op met de ouders om 3 dagdelen af te spreken waarop het kind komt wennen. - Ouders krijgen na zes weken een gesprek met de leerkracht. Hierin wordt ons leerlingvolgsysteem KIJK uitgelegd. In het gesprek wordt de wenperiode geëvalueerd. - Ouders worden op de hoogte gehouden met betrekking tot de ontwikkeling en welzijn van de nieuwe leerling in de wenperiode. - De leerling wordt na een wenperiode van ongeveer zes (5-7) maanden opnieuw gescreend middels KIJK om zo de wenperiode goed te kunnen afronden. Het is hierbij mogelijk dat een kind een in andere kleutergroep wordt geplaatst indien daar noodzaak toe is.
Beoordeling Een keer per 4 jaar middels het schooldiagnose instrument, ontwikkeld door drs. Cees Bos.
Verbeterpunten - Mogelijkheden om ook vanuit de zorg (GGD, Jeugdzorg, logopedie en fysiotherapie) informatie te krijgen over het kind wat van belang is voor de ontwikkeling van het kind. Dit natuurlijk altijd met instemming van de ouders. ) KOBER Kinderopvang wordt hier genoemd omdat zij voor ons verreweg de meest aangewezen gesprekspartner is. Uiteraard kunnen ook andere instanties betrokken zijn indien leerlingen daar vandaan komen.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
1
48
5.8.
Sociale Veiligheid Burgst
Burgst waarborgt de sociale veiligheid van leerlingen, onderwijzend personeel en onderwijsondersteunend personeel. Daartoe is allereerst vastgesteld welke (ernstige) incidenten de school onderscheidt. Voorbeelden hiervan zijn: • fysiek geweld • intimidatie en/of bedreiging met fysiek geweld • intimidatie en/of bedreiging via msn, sms, e-mail of Internet • pesten, treiteren en/of chantage • seksueel misbruik • seksuele intimidatie • discriminatie of racisme • vernieling • diefstal • heling • (religieus) extremisme Incidenten inzake de sociale veiligheid worden gemeld bij het managementteam of bij de contactpersonen klachtenregeling. Afhankelijk van de ernst van het incident worden bepaalde stappen gezet. Bij alle incidenten lichten we de ouders van de betreffende leerlingen in. De school probeert incidenten te voorkomen. Er zijn school- en klassenregels. Deze regels worden ook daadwerkelijk gehanteerd. Schoolbreed werken we vanuit de Kanjerprincipes. We werken methodisch in een doorgaande lijn van groep 1 tot en met 8 met de Kanjermethode. De lessen sociaal-emotionele ontwikkeling staan in het teken van de ontwikkeling van passend sociaal gedrag. Incidenten worden in eerste instantie afgehandeld door de leerkracht. Die vermeldt dit incident in Parnassys. Interventies worden beschreven in het beleidsstuk time out en verwijdering. Als zaken niet opgelost kunnen worden wordt de locatieleider of de intern begeleider betrokken bij de afhandeling. Ook ouders worden betrokken bij de aanpak van incidenten school. Ouders worden telefonisch geïnformeerd en krijgen een uitnodiging voor een gesprek. Waar nodig kan schoolmaatschappelijk werk ingezet worden. Als er sprake is van grensoverschrijdend gedrag wordt contact gezocht met de wijkagent, de leerplichtambtenaar en begeleiders vanuit REC 4.
Om te controleren of leerlingen en leraren zich echt sociaal veilig voelen, bevraagt de school leerlingen, ouders en leraren 1 x per twee jaar m.b.t. het aspect Sociale Veiligheid. Daarvoor worden de vragenlijsten Sociale veiligheid 2009 (WMK-PO) gebruikt. Daarnaast wordt ieder kind jaarlijks 2 x gescoord ten aanzien van sociale vaardigheden m.b.v. de Kijk op sociale competenties. In de groepen 7 en 8 wordt de SAQI afgenomen. De uitslagen worden door de leraren besproken met de IB-er en op basis van de resultaten wordt een leerling of een groepje opgenomen in het groepsplan.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
De school beschikt over een klachtenregeling en een interne vertrouwenscontactpersoon. De school beschikt niet over een specifieke veiligheidscoördinator (taak locatieleider). In de schoolgids en het informatieboekje worden ouders geïnformeerd over de klachtenregeling en de bereikbaarheid van de vertrouwenscontactpersoon en de extern contactpersoon. De school beschikt over een BHV organisatie met één ploegleider en steeds per 50 leerlingen / leerkrachten een BHV-er.. Ieder jaar vinden meerdere ontruimingsoefeningen plaats. Ploegleiders en BHV-ers worden jaarlijks getraind.
49
Beoordeling (zie Evaluatieplan) De doelen worden een 1 x per vier jaar beoordeeld door managementteam, team, ouders en leerlingen door middel van: • de quickscan WMK-PO • scholen met succes • RI&E • Lijs sociale veiligheid uit WMK-PO • SAQI Verbeterpunten Uitslag SAQI groep 7 geeft sturing aan een aanbod in groep 8.
5.9.
Schooladministratie
Visie Burgst wil dat de organisatie binnen de school en de contacten met externen zo efficiënt en effectief mogelijk verlopen. Bereikbaarheid en het uptodate houden van administratie en organisatie staan hoog in het vaandel. Doelen 1. De school voert een overzichtelijke administratie van de inschrijving en van de gegevens van de leerlingen en hun ouders die noodzakelijk zijn voor de bekostiging. Dit gebeurt m.b.v. het programma Parnassys.(Bron/Duo) 2. De school voert een overzichtelijke registratie van het verzuim van de leerlingen. Ook dit gebeurt m.b.v. Parnassys. 3. De school voert een overzichtelijke registratie van de in dienst zijnde leerkrachten en overig personeel.(naw-dossier) 4. De school voert een bio-dossier voor de in dienst zijnde leerkrachten en overig personeel. De verantwoordelijkheid ligt bij het personeel. 5. De school voert een overzichtelijke registratie van de absentie van leerkrachten en overig personeel en hun vervangers. 6. De leerkrachten van de school houden het leerlingvolgsysteem bij in Parnassys. Daarnaast houden ze specifieke informatie over leerlingen bij die relevant is voor de school. 7. De school voert een overzichtelijke administratie van de financiën m.b.t. leermiddelen, meubilair en onderhoud gebouw. 8. De school voert een overzichtelijke administratie voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte.(s.o.-rugzak en s.b.o.-rugzak) 9. De school voert een overzichtelijke administratie t.a.v. uitgaven aan de lerarenbeurs.
Verbeterpunten 1. Parnassys is een ingewikkeld en zeer uitgebreid programma. Het optimaliseren en effectiever inzetten blijft voorlopig nodig. Te meer ook, omdat het programma zelf ook in ontwikkeling is. 2. Het optimaliseren van het gebruik van het bio-dossier.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Beoordeling Eens in de 4 jaar wordt er een nieuw schoolplan ontwikkeld, waarin dit domeinonderwerp opnieuw bekeken wordt. We verwijzen naar de kernkwaliteiten zoals omschreven in de kwaliteitskaart.
50
5.10.
Plannen en procedures
Doelen 1. Het bestuur van de Stichting Nutsscholen Breda heeft een strategisch beleid, dat op de toekomst gericht is. 2. Het schoolplan, waar deze kaart een onderdeel van is, beschrijft het beleid van de school met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. 3. De schoolgids bevat de in de wet aangegeven voor ouders belangrijke kenmerken van de school. De schoolgids is afgeleid van het schoolplan. 4. De school beschikt over een schoolspecifiek zorgplan. Daarin staat hoe de zorg is geregeld op school-, groeps- en kindniveau. In een format vanuit WSNS is ons schoolplan afgestemd op het schoolspecifieke zorgplan. Ontwikkelingsdoelen van de diverse deelnemende scholen in het samenwerkingsverband kunnen vergeleken worden.Dit geeft kansen tot effectieve samenwerking. 5. De school beschikt over een meerjarenplan leermiddelen. ( zie hoofdstuk financiën in dit plan). 6. De school beschikt over een procedure versnellen en vertragen. Hierin ligt vast aan welke voorwaarden dient te worden voldaan om een kind te laten versnellen, dan wel te vertragen en welke stappen worden gezet als een dergelijke beslissing genomen is. 7. De school beschikt over een procedure schoolkeuze. Daarin staan de stappen beschreven die gezet worden om tot een juiste schoolkeuze te komen voor ieder kind. 8. De school beschikt over een plan Actief burgerschap en sociale integratie. Vooral de doorgaande lijn van groep 1 t/m 8 is een aandachtspunt, omdat onderdelen van dit thema geïntegreerd zitten in andere vakgebieden. 9. De school beschikt over een procedure voor toelating en verwijdering. Dit plan helpt ons om te gaan met grensoverschrijdend gedrag. 10. De school beschikt over een beleidsplan voor meerbegaafdheid, gevoed door het protocol meerbegaafdheid van de Stichting Nutsscholen Breda. 11. De school beschikt over een dyslexieprotocol. Daarin staat beschreven wanneer een kind in aanmerking komt voor extra hulp en faciliteiten. 12. De school beschikt over een IPB-plan met daarin o.a. functiemix, functiehuis, gesprekkencyclus, taakbeleid, leeftijdsfasen bewust personeelsbeleid. 13. De school beschikt over een plan om de tevredenheid te peilen bij leerlingen, ouders en personeel. Om de 4 jaar wordt deze peiling gehouden; De analyse van uitslagen is gekoppeld aan het schoolplan. 14. De school beschikt over een plan waarin getoetst wordt hoe en of er voldaan wordt aan de door de Arbowet gestelde eisen. Dit wordt om de 4 jaar gedaan en is ook gekoppeld aan het schoolplan. Middels een RI&E en welzijnsonderzoek wordt beoordeeld. 15. De school beschikt over een protocol voor een goede zithouding bij kinderen en personeel. Jaarlijks wordt iedere klas gescreend en op het juiste meubilair gezet. Het personeel kan dit aangeven bij 14. 16. De school beschikt over een klachtenregeling. Als ouders een klacht hebben, is er een procedure die ze kunnen volgen. We zijn aangesloten bij een landelijke klachtenregeling. 17. De school beschikt over een protocol RT door derden onder schooltijd. 18. De school beschikt over een verlofregeling voor leerlingen. 19. De school beschikt over een gedragscode voor leerkrachten en directie. 20. De school beschikt over de kanjerregels. 21. Plannen en procedures waar ouders bij betrokken zijn, staan op de website.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Visie Op nutsbasisschool Burgst zijn verschillende plannen en procedures aanwezig, die er voor zorgen dat de schoolorganisatie soepel en voor ouders en maatschappij verantwoord draait. De verschillende plannen en procedures moeten transparant en wettelijk verantwoord zijn. Belangrijk hierbij is, dat ze een praktische betekenis hebben en op cyclische basis steeds actueel gehouden worden.
51
Beoordeling Tenminste 1 keer in de 4 jaar worden alle plannen en procedures doorgelicht en herschreven indien nodig.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Verbeterpunten 1. Het consequent toepassen van afspraken binnen bovengenoemde plannen. 2. Het effectief communiceren over het bestaan van bovengenoemde plannen. 3. De procedure versnellen en vertragen herzien. 4. Plannen en procedures waar ouders bij betrokken zijn, zullen beter beschikbaar moeten zijn voor de ouders.
52
Hoofdstuk 6 Financieel beleid
Hoofdstuk 6
Financieel Beleid
6.2. Visie De Stichting Nutsscholen Breda is van mening dat het financieel beleid van de stichting en van de afzonderlijke scholen ten dienste staat van het streven naar goed onderwijs met als maatstaf de normen van deze tijd. Daarmee is het financiële beleid geen doel op zich maar heeft het een belangrijke ondersteunende functie bij de realisatie van de onderwijsdoelen van de scholen. Hierbij hanteert de stichting als uitgangspunt dat de financiële lasten steeds in balans moeten zijn met de beschikbare financiële middelen. Omdat dit streven uitsluitend te realiseren is als er vanuit een meerjarenperspectief beleid geformuleerd wordt, zijn er initiatieven genomen om het financieel beleid door middel van een meerjaren begrotingssysteem vorm en inhoud te geven. Dit meerjarenperspectief stelt de stichting ook in staat om zorg te dragen voor een gezond niveau van noodzakelijke voorzieningen en reserves, die de continuïteit van de stichting en de scholen voldoende garanderen. Het beheer van deze middelen geschiedt conform de richtlijnen die daartoe door het ministerie van OC&W zijn geformuleerd en is derhalve maximaal risicomijdend van aard. Genoemde uitgangspunten geven de kaders aan die het mogelijk maken om jaarlijks door middel van de begroting aan elke school een passend schoolbudget beschikbaar te stellen. Op deze wijze wil de stichting de schooldirecties, als budgethouder, de ruimte geven om op schoolniveau de beschikbare middelen zo optimaal mogelijk in te zetten. Naast de afzonderlijke schoolbudgetten stelt de stichting ook een bovenschools in te zetten budget vast dat ingezet wordt ten dienste van bovenschoolse activiteiten. De budgethouder voor dit budget is de algemeen directeur. Om de uitvoering van het financiële beleid goed te kunnen monitoren wil de stichting beschikken over een financiële administratie die een actueel en betrouwbaar beeld kan geven van de financiële stand van zaken gedurende het boekjaar. Om dit te realiseren is een professioneel hoogwaardige ondersteuning door een kwalitatief goed onderwijs- administratiekantoor noodzakelijk. Voor de communicatie wil de stichting kunnen beschikken over een moderne ict-infrastructuur. Om verantwoording af te leggen over de wijze waarop de middelen besteed zijn wordt er jaarlijks een financieel jaarverslag opgesteld dat door een onafhankelijke accountant wordt gecontroleerd. Een bijzondere positie binnen het financieel beleid wordt gevormd door de vrijwillige ouderbijdragen die de stichting jaarlijks ontvangt. De inning en besteding van deze bijdragen geschieden volgens de richtlijnen die daarvoor zijn opgesteld door het ministerie van OC&W. Dit heeft tot gevolg dat met de GMR en de afzonderlijke schoolmedezeggenschapsraden overleg plaatsvindt over de wijze waarop de ontvangen middelen worden ingezet, de hoogte van de te vragen vrijwillige bijdrage en over de verantwoording die het bestuur achteraf aflegt over de werkelijke besteding van deze middelen. In de financiële boekhouding worden daarom zowel de inkomsten als de uitgaven apart in beeld gebracht.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
6.1. Inleiding Het financieel beleid van de school wordt op stichtingsniveau vastgesteld. Hieraan liggen een aantal overwegingen ten grondslag. Het bestuur van de Stichting Nutsscholen Breda krijgt van diverse instanties middelen toegekend en moet daar vervolgens verantwoording over afleggen. Dit is uitsluitend mogelijk als de financiële administratie op een heldere en uniforme wijze gevoerd wordt. Om tegemoet te komen aan de onderlinge verschillen tussen de scholen wordt gewerkt met schoolspecifieke budgetten die vastgesteld worden door middel van een jaarlijks vooraf op te stellen schoolbegroting. Ook dit wordt op stichtingsniveau voorbereid en vastgesteld. Doordat een grotere vrijheid ontstaat om op basis van eigen overwegingen de inzet van de beschikbare financiële middelen te bepalen zal de invulling van het financiële beleid binnen de lumpsum systematiek nog het nodige overleg vragen binnen onze stichting.
54
In toenemende mate krijgt de stichting ook de beschikking over aparte geoormerkte budgetten. Dat is vooral het geval naar aanleiding van onderhoudsaanvragen in het kader van het beheer van de schoolgebouwen. Deze middelen dienen ingezet te worden voor het doel waarvoor ze toegekend worden en vragen daarom om een nauwkeurige administratie. Om dit te realiseren wordt per toegekend budget een aparte administratie bijgehouden. Daardoor is het mogelijk verantwoording af te leggen aan de subsidiegever en tevens tijdig de eindafrekening van een project in te dienen. In zeer beperkte mate komt het voor dat een school een bedrag ontvangt middels sponsoring. Dit is uitsluitend toegestaan als dit geheel belangeloos is en voldoet aan de kaders van het voor sponsoring geformuleerde beleid van OC&W.
6.3. Doelen De Stichting Nutsscholen Breda heeft als hoofddoel voor haar financieel beleid het handhaven van een gezonde financiële positie. De prestatie-indicatoren en daarbij horende streefwaarden, procedures en betrokkenen worden vermeld in de door het bevoegd gezag opgestelde bestuursdoelstellingen, doel 3, “Een gezonde financiële positie”. Voor de komende periode heeft het management van de Stichting Nutsscholen Breda zich op stichtingsniveau als doel gesteld: • het in beeld brengen van de noodzakelijke investeringen voor korte (2011-2015) en de middellange ( 2015-2025) termijn. • Het in beeld brengen van de mogelijk vrije investeringsruimte. • Het verder optimaliseren van een goed functionerende planning- en controlcyclus. Als financiële doelen op het niveau van de individuele scholen heeft het management zich voor de beleidsperiode 2011-2015 het actueel houden van de schoolspecifieke meerjareninvesteringsplannen ten aanzien van onderhoud van het schoolgebouw ten doel gesteld, alsmede de vervanging van het onderwijsleerpakket en de vernieuwing van het meubilair en de apparatuur. Daarnaast is een doelstelling het uitvoeren van de voornemens als geformuleerd in het meerjareninvesteringsplan.
1. De begroting Voor het einde van een kalenderjaar wordt de begroting opgesteld voor het komende kalenderjaar. De inkomstenzijde van deze begroting is gebaseerd op : • de te verwachten inkomsten die vastgesteld worden naar aanleiding van de toekenning door Rijk en Gemeente Lumpsumbudget • Subsidies ( w.o. financiering rugzakleerlingen, scholing overblijfvrijwilligers, cultuureducatie). • Personeel en arbeidsmarkt-beleidsmiddelen. • Schoolbegeleidingsmiddelen. • Restant zorgformatie vanuit Samenwerkingsverband. • Ouderbijdragen. De uitgavenzijde wordt enerzijds gebaseerd op basis van historische cijfers voor jaarlijks terugkerende posten en anderzijds op basis van incidentele uitgaven in het kader van meerjaarlijkse investeringen. Daarnaast wordt rekening gehouden met de financiële gevolgen van onderwijskundige ontwikkelingen die de scholen voornemens zijn aandacht te geven. Het opstellen van deze begroting geschiedt onder leiding van de algemeen directeur in nauwe samenspraak met het administratiekantoor, de schooldirecteuren, het bestuur en voor wat betreft de
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
6.4. Beoordeling De beoordeling van de doelen vindt jaarlijks door middel van een aantal activiteiten plaats.
55
inzet van de vrijwillige ouderbijdragen, met de GMR. De directeuren stemmen een deel van de begroting af met de Medezeggenschapsraden dan wel met de penningmeesters van de Oudercommissies. 2. De managementrapportages Door middel van het webbased boekhoudprogramma van het administratiekantoor beschikt de stichting over de meest actuele stand van zaken betreffende het lopend boekjaar. Daardoor zijn op elk moment exploitatie- en grootboekoverzichten uit te draaien. Iedere 4 maanden stelt iedere schooldirecteur een financiële managementrapportage op. De algemeen directeur en de controller hebben hierbij een ondersteunende rol. Deze financiële rapportage wordt aangevuld met een beschrijving van de voortgang van de onderdelen van het jaarplan dat aan de begroting is verbonden. De managementrapportage wordt aangeboden aan het bestuur. 3. De jaarrekening Na afloop van het boekjaar wordt door het administratiekantoor, de controller en de algemeen directeur een financiële jaarrekening opgesteld. Het concept wordt besproken met de directeuren en de penningmeester van het bestuur. Vervolgens wordt het definitieve exemplaar ter vaststelling aangeboden aan het bestuur. Tot slot vindt een externe beoordeling plaats van de jaarrekening door een onafhankelijke accountant. Deze jaarrekening wordt als onderdeel van het (electronisch) financieel jaarverslag (EFJ) voor 1 juli toegezonden aan Centrale Financiën Instellingen (CFI). 4. De monitoring van de uitgaven Hoewel de schooldirecteuren binnen de toegekende budgetten een grote mate van bestedingsvrijheid hebben worden alle rekeningen centraal door de stichting betaald. Daartoe dient elke te betalen rekening ondertekend te zijn door de directeur van de school waarop de rekening betrekking heeft en de algemeen directeur als vertegenwoordiger van het bestuur. Managementrapportages bewaken de mate van afwijking van de werkelijke uitgaven ten opzichte van de begroting.
6. De inning, administratie en inzet van de vrijwillige ouderbijdragen Het secretariaat van de stichting is belast met de jaarlijkse inning van de vrijwillige ouderbijdrage. Na overleg tussen bestuur en GMR wordt de hoogte van de aan de ouders te vragen bijdrage vastgesteld. Op schoolniveau worden door de directeur en de Medezeggenschapsraad in overleg percentages van de inkomsten aan de bestedingsdoelen bepaald. Door middel van een brief worden de doelen waaraan het geld besteed zal gaan worden aan de ouders voorgelegd. Met regelmaat vindt vervolgens rapportage plaats aan bestuur, schooldirecties, GMR en Medezeggenschapsraden over wat aan middelen is ontvangen. De besteding van de middelen wordt binnen de boekhouding van de school op een aparte post geadministreerd waardoor het achteraf mogelijk is om aan te tonen of de middelen conform de afspraken zijn ingezet voor de school.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
5. De administratie en afrekening van aparte projectsubsidies Per aanvraag die de stichting indient bij de Gemeente Breda voor het uitvoeren van onderhoudsactiviteiten aan een van onze schoolgebouwen krijgt de stichting van de Gemeente een geoormerkte subsidie. Administratief wordt de besteding van deze subsidie als een apart project behandeld. Hierdoor is het steeds mogelijk om zicht te hebben op de voortgang van de uitvoering van de betreffende onderhoudsactiviteiten en kan kort na afsluiting van de activiteiten een afrekening ingediend worden bij de Gemeente Breda. Ook voor andere zaken kunnen projectsubsidies beschikbaar komen. Ook in dat geval hanteren wij deze wijze van administreren.
56
6.5. Budget Personeel en Arbeidsmarkt Dit budget is bestemd voor de modernisering van de arbeidsverhoudingen, de versterking van het personeelsbeleid en kwaliteitsverbetering, ondersteuning van het management en professionalisering. Het bestuur van de Stichting Nutsscholen Breda heeft in overleg met de GMR verschillende bestedingsdoelen vastgesteld voor dit budget. Een aantal van de op deze manier geoormerkte budgetten wordt bovenschools beheerd, de overigen kan de school naar eigen inzicht aanwenden. De manier waarop de school de middelen vanuit het schoolbudget heeft ingezet is terug te vinden in het jaarlijks vast te stellen formatieplan.
6.6. Relatie met andere beleidsgebieden Het onder 6.3 genoemde hoofddoel van het financieel beleid van de SNB, ‘Een gezonde financiële positie’ is een van de basisvoorwaarden om het beleid op onderwijsinhoudelijk, personeel en materieel vlak uit te kunnen voeren conform de visie van de Stichting Nutsscholen Breda.
6.7. Sponsoring De stichting voert een zeer terughoudend beleid ten aanzien van de aanvaarding van materiële of geldelijke bijdragen. De stichting doet het zeker niet wanneer daar naar de leerlingen toe bepaalde verplichtingen aan verbonden zouden zijn. Het beleid van het bevoegde gezag op het gebied van sponsoring is pragmatisch; initiatieven dienen voorgelegd te worden aan de Medezeggenschap van de school die de plannen toetst aan de hand van de door het in samenwerking met het Ministerie opgestelde convenant.
6.8. Ouderbijdragen Het beleid betreffende de ouderbijdragen (onder meer in relatie tot het overblijven) staat beschreven in de schoolgids.
6.9.
Inzet van middelen
Doelen 1. In ons formatieplan is duidelijk zichtbaar gemaakt hoe de verdeling van ons lump sum budget is op het terrein van management, groepsformatie en onderwijsondersteunende activiteiten. 2. Er is sprake van voldoende inzet van personele middelen voor directietaken. 3. Er is sprake van voldoende inzet van personele middelen voor groepstaken. (LA en LB niveau) 4. Er is sprake van voldoende inzet van personele middelen voor onderwijsondersteunende activiteiten (onderwijsassistent,administratief medewerker en conciërges). 5. Er is sprake van voldoende inzet van personele middelen voor leerlingenzorg, zowel de coördinatie als de uitvoering daarvan (Zorgcoördinator en RT-er). 6. We maken middels managementinformatie op het terrein van inventaris- en leermiddelen een meerjarenplanning. 7. Er is een onderhoud meerjaren plan voor onze gebouwen.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Visie Op basis van meerjarenplanningen zet Nuts basisschool Burgst haar personele en materiële middelen in. Integraal beleid geeft steeds sturing aan die inzet, waarbij continuïteit gewaarborgd moet blijven. De inzet van personele en materiële middelen moet transparant zichtbaar en controleerbaar zijn door derden.
57
8.
9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
ICT wordt gebruikt door alle collega’s voor administratie, planning, voorbereiding LVS, verzuim, evaluatie alsmede als bron voor leerstofaanbod en didactisch handelen van de leraar. (zie kwaliteitskaart ICT). De school beschikt over een ICT-beleidsplan. De beschikbaarheid en kwaliteit van methoden in groepen is goed. De beschikbaarheid en kwaliteit van leer- en hulpmiddelen is goed. De beschikbaarheid en kwaliteit van meubilair is goed. De school beschikt over een actueel goed DOC. De school beschikt over een actuele en goede bibliotheek. De school beschikt over een kwalitatief goede orthotheek.
Beoordeling In een jaarcyclus wordt gewerkt met een begroting, tussentijdse verantwoording middels kengetallen en met een jaarrekening, die door bestuur en rijksaccountant gecontroleerd wordt. Jaarlijks wordt a.d.h.v. de bestaande situatie gekeken of de meerjarenplanningen nog actueel zijn. De inzet van personele middelen wordt jaarlijks geëvalueerd in het meerjarenformatieplan.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Verbeterpunten 1. Oriëntatie op kansen die binnen de vastgestelde kaders van het methodevervangingplan liggen op het terrein van met name biologie/techniek, Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. 2. Het ICT beleidsplan wordt geactualiseerd.
58
Hoofdstuk 7 Materieel beleid
Hoofdstuk 7
Materieel beleid
7.1. Inleiding Het materieel beleid van de school wordt eveneens op stichtingsniveau vastgesteld. Het materieel beleid kan onderscheiden worden in huisvestingsbeleid, beleid ten aanzien het onderwijsleerpakket en beleid ten aanzien van meubilair. Deze beleidsterreinen kennen naast het bestuurlijk beleid, ook beleidsuitwerkingen op schoolniveau.. Het schoolbestuur is degene die de middelen van diverse instanties krijgt toegekend en verantwoordelijk is voor de verdeling van de middelen over de scholen. Op een aantal onderdelen is het beleid nog niet op het gewenst niveau. Naast de verschillende beschrijvingen van de huidige stand van zaken wordt hieronder tevens het te ontwikkelen beleid geformuleerd.
7.2. Visie Het bestuur van de Stichting Nutsscholen Breda is van mening dat goed onderwijs alleen gegeven kan worden met hoogwaardige voorzieningen. Vanuit dit standpunt wil men dat de schoolgebouwen functioneel zijn ingericht en uitgerust. De schoolgebouwen dienen een afspiegeling te zijn van de wijze waarop het onderwijs binnen de muren wordt vormgegeven: kindgericht, inspirerend,veilig, degelijk, en eigentijds. Daartoe wordt nadrukkelijk zorg besteed aan zowel de buiten- als binnenkant van de schoolgebouwen. Aan de buitenzijde zien de schoolgebouwen en terreinen er verzorgd uit: opgeruimd, goed onderhouden qua schilderwerk, aansprekend kleurgebruik en duidelijke herkenbaarheid. Aan de binnenzijde zien we die zelfde zorg terug: goed gebruik van materialen frisse, kindvriendelijke en uitnodigende uitstraling. Het meubilair voor personeel en leerlingen voldoet aan de (Arbo)normen, is kindvriendelijk, degelijk en van goede kwaliteit. De voorzieningen ten behoeve van het onderwijsleerpakket voldoen daar waar nodig aan de kerndoelen, zijn actueel en dagen kinderen uit tot ontwikkeling. De informatie- en communicatiemiddelen zijn modern en voldoen aan de normen om eigentijds onderwijs te kunnen geven en om een hedendaagse organisatie in stand te houden.
Voor de komende periode heeft het management van de SNB zich op stichtingsniveau als doel gesteld: • Het actueel houden van een (tweejaarlijks te herzien) meerjarenonderhoudsplan voor elk gebouw • Het uitvoeren van een jaarlijks onderhoudsplan • Het actueel houden van een goed functionerend meerjareninvesteringsplan. • Het benutten van nieuwe mogelijkheden om kinderopvang binnen de eigen muren dan wel op het eigen terrein onder te brengen.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
7.3. Materiële doelen A. Materiële doelen op stichtingsniveau De Stichting Nutsscholen Breda heeft als hoofddoel voor haar materieel beleid: Het realiseren van eigentijdse huisvesting en voorzieningen. De prestatie-indicatoren en daarbij horende streefwaarden, alsmede de daarbij horende procedures en betrokkenen worden vermeld in de door het bevoegd gezag opgestelde bestuursmatrix, doel 4, Eigentijdse huisvesting en voorzieningen.
60
B. Materiële doelen op schoolniveau Burgst heeft voor de periode van 2011 - 2015 de volgende doelen op materieel gebied: B.1. Materiële doelen op schoolniveau: huisvesting - Nieuwe plafondplaten locatie Groene Hil oorspronkelijke gebouw. - Nieuwe verlichting locatie Groene Hil oorspronkelijke gebouw. - Reparatie vloer locatie Groene Hil nieuwbouw. - Oplossen ventilatie locatie Groene Hil nieuwbouw. - Binnenschilderwerk Kroeten. B.2. Materiële doelen op schoolniveau: Onderwijsleerpakket en meubilair - Nieuwe biologie / techniek methode. - Nieuwe taalmethode. - Nieuwe rekenen- en wiskunde methode. - Vervanging kapotte bureaustoelen.
Organisatie van het huisvestingsbeleid
7.4.1. Organisatie van het huisvestingsbeleid op stichtingsniveau Vanaf de invoering van de Wet op het Basisonderwijs heeft het gemeentebestuur vanuit haar verantwoordelijkheid als lokale overheid voor alle scholen / schoolbesturen de planning van het gebouwonderhoud en de gebouwvoorzieningen opgepakt. Vanaf 1997 is door een wijziging in de wettelijke vergoedingssystematiek en in de vergoedingsstromen tussen Rijk, gemeentebestuur en schoolbesturen er een splitsing in verantwoordelijkheden ontstaan. Grofweg mag gesteld worden dat gemeentes verantwoordelijk zijn voor de buitenkant van het schoolgebouw en schoolbesturen voor de binnenkant. Hier gelden echter wel een aantal uitzonderingen voor. Om zich goed van haar taak te kunnen kwijten maakt de gemeente Breda hiervoor gebruik van de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs. Hierin worden de criteria ten behoeve van het toekennen van voorzieningen ten aanzien van ruimte(n), voorzieningen en onderhoud omschreven. Ten behoeve van de meerjaren onderhoudsplanning hanteert de afdeling SAW het inventarisatieinstrument van Planon. Dit instrument brengt van ieder schoolgebouw in beeld wat de staat van onderhoud op enige peildatum is (nulmeting), welke acties er de komende jaren te behoeve van het onderhoud gepleegd dienen te worden, wat de geschatte bedragen daarvoor zijn en wie (gemeente of schoolbestuur) verantwoordelijk is voor de kosten. Om op adequate en financieel verantwoorde wijze vorm te geven aan haar eigen verantwoordelijkheden op het gebied van onderhoud heeft het bestuur een portefeuillehouder Huisvesting. Dit is een van de directeuren. Ten behoeve van de meerjarenplanning , onderhandelingen met gemeente en begeleiding van grotere onderhouds- en of aanpassingsprojecten wordt hij / zij ondersteund door een extern bouwadviesbureau. Acties ter voorbereiding op het realiseren van een nieuw te vestigen of nieuw te bouwen school vallen onder verantwoording van de algemeen directeur.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
7.4.
61
7.4.2. Organisatie van het huisvestingsbeleid op schoolniveau: De directeur van iedere school is verantwoordelijk voor de uitvoering van de kleinere (jaarlijkse) onderhoudswerkzaamheden die zich voordoen op de school of die voortvloeien uit de onderhoudsplanning. Daarnaast draagt hij / zij de verantwoording ten aanzien van de tijdige aanvraag van (extra) (gym)ruimten.
7.5
Beleid ten aanzien van het onderwijsleerpakket en meubilair
7.5.1 Beleid ten aanzien van het onderwijsleerpakket en meubilair op stichtingsniveau Aanschaffingen of vervangingen van leermiddelen met een langere levensduur (methoden e.d.) en meubilair worden opgenomen in de door het bestuur vast te stellen schoolbegroting. Aanschaf en vervanging van ICT-middelen geschiedt op basis van het door de bovenschools ICTcoördinator, in overleg met de algemeen directeur, opgestelde meerjaren ICT-Beleidsplan. De algemeen directeur en controller zien toe op de omvang van de reserves. 7.5.2 Beleid ten aanzien van het onderwijsleerpakket en meubilair op schoolniveau In overleg met het team, en mede afhankelijk van gebruikelijke afschrijftermijnen en specifieke onderwijskundige uitgangspunten, bepaalt de schoolleiding welke onderwijsleermiddelen en welk meubilair enig jaar te dienen worden aangeschaft of vervangen. Deze uitgaven worden in de schoolbegroting opgenomen.
7.6. Beoordeling De beoordeling van de doelen vindt jaarlijks plaats middels een aantal activiteiten. Ten aanzien van de huisvesting: Controles van het schoonmaakbedrijf en van de locatieleiders maken de staat van schoonmaakonderhoud inzichtelijk; Algehele inspectierondes van de schoolleiding ten aanzien van de staat van onderhoud. Ten aanzien van onderwijsleerpakket en meubilair: Managementsrapportages: per kwartaal rapporteert de directie over geplande dan wel uitgevoerde aanschaffingen of vervangingen die in de begroting zijn opgenomen; Functioneringsgesprekken geven directeuren input ten aanzien van de fysieke werkomstandigheden.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Ten aanzien van de drie te onderscheiden domeinen worden daarnaast periodiek verschillende meet instrumenten ingezet : Tevredenheidsonderzoeken die vierjaarlijks worden afgenomen Planon nulmeting/ eigen herinspecties Risico inventarisatie en evaluatie
62
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Hoofdstuk 8 Kwaliteitsbeleid
63
Hoofdstuk 8
Kwaliteitsbeleid
8.1. Inleiding Burgst onderscheidt kwaliteit en kwaliteitszorg. We streven kwaliteit na (zie de ambities / doelen bij de verschillende beleidsterreinen) en zorgen ervoor dat de kwaliteit op peil blijft. De ambities worden systematisch en cyclisch beoordeelt en op basis van de bevindingen wordt de kwaliteit verbeterd of geborgd. Van belang is ook, dat onze kwaliteitszorg gekoppeld is aan het integraal personeelsbeleid. We streven ernaar, dat onze medewerkers op 8 gebieden competenties ontwikkelen die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen die we belangrijk vinden. Daardoor borgen we dat de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van onze medewerkers parallel verloopt. Wat de gewenste kwaliteit inhoudt, kan Burgst - binnen de wettelijke kaders van regelgeving en toezicht - zelf formuleren. Voor een deel gebeurt dat aan de hand van de visie en de missie. De wet schrijft een minimum voor: een klachtenregeling, een schoolplan en een schoolgids. Binnen de Stichting Nutsscholen Breda is gekozen voor een kwaliteitszorgsysteem. Een kwaliteitszorgsysteem bevat in elk geval de volgende elementen: - kwaliteitsbepaling - kwaliteitsborging (of kwaliteitsbewaking) - kwaliteitsverbetering. Als kwaliteitszorginstrument binnen de Stichting Nutsscholen Breda is gekozen voor “werken met kwaliteitskaarten” van Cees Bos (WMK-PO).
8.2.
Kwaliteitszorg
Doelen 1. De school heeft zicht op de eigen beginsituatie. 2. De school heeft in haar schoolplan naast schooleigen (streef)doelen, (streef)doelen geformuleerd voor de domeinen onderwijs en leren, opbrengsten en beleid en organisatie. 3. De school bepaalt systematisch en regelmatig de kwaliteit van haar onderwijs. 4. De school heeft op basis van een (integrale) kwaliteitsbepaling een verbetertraject voor de langere termijn gepland. 5. De school heeft op basis van recente kwaliteitsanalyse verbeteractiviteiten voor het lopende cursusjaar gepland. 6. De school heeft op basis van analyses tevredenheidspeilingen en onderwijsontwikkeling-evaluatie een plan van aanpak gemaakt om haar sterke punten te behouden en verbeteringen te realiseren. 7. De kwaliteitszorgactiviteiten kenmerken zich door een systematische aanpak. 8. De school legt verantwoording af aan de belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. 9. De school heeft inzicht in de kenmerken van onze leerlingenpopulatie. 10. De school beschikt over ambities/ doelen bij diverse beleidsterreinen. 11. De school beschikt over een evaluatieplan waardoor geborgd is dat de verschillende ambities / doelen (zie dit schoolplan) minstens 1 x per 4 jaar beoordeeld worden. De kwaliteit van onze
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Visie Onze school stimuleert een professionele schoolcultuur; ze ziet zichzelf als een lerende organisatie. Het is belangrijk dat de kwaliteitszorgactiviteiten worden beschreven, beoordeeld, geanalyseerd, verbeterd, geëvalueerd en geborgd. Voor alle belanghebbenden is duidelijk dat er een samenhang bestaat tussen de verschillende componenten van het systeem.
64
12.
13. 14. 15. 16.
school wordt cyclisch beoordeeld door ouders, leerlingen en leraren door middel van een tevredenheidspeiling. De school werkt planmatig aan verbeteringen (vanuit de documenten: schoolplan, onderwijsontwikkeljaarplan, plan van aanpak naar aanleiding van tevredenheids-peiling, RI&E en onderwijsontwikkelingevaluatieverslag). De school evalueert stelselmatig of de verbeterplannen gerealiseerd zijn. De school borgt de kwaliteit (o.a. door zaken op schrift vast te leggen) . De school rapporteert aan belanghebbenden (\inspectie, bevoegd gezag, MR, GMR en ouders). De school waarborgt de sociale veiligheid van medewerkers en leerlingen.
Beoordeling De intern begeleider, de locatieleiders en de directeur bezoeken de leerkrachten 1 keer per jaar tijdens een klassenbezoek. De intern begeleider bespreekt en evalueert de zorgleerlingen en borgt gemaakte afspraken met de leerkracht. In een functionerings/doelstellingengesprek, gevoerd door directeur en/of locatieleider wordt teruggeblikt op persoonlijk welzijn van de leerkracht, wordt aan de hand van toetsresultaten besproken wat leerlingen nodig hebben (aanbod) en worden persoonlijke ontwikkelpunten van de leraren op 8 competentiegebieden uitgestippeld en geëvalueerd. Op deze wijze wordt de kwaliteit van de opbrengsten bewaakt. De locatieleiders en intern begeleider geven jaarlijks in een evaluatieverslag aan wat onderwijskundig is bereikt. Op basis hiervan wordt bepaald wat geborgd dan wel aangepast of verbeterd moet worden en wordt de planning voor het komende schooljaar bijgesteld (zie onderwijsontwikkelingsplan). In het laatste jaar van een schoolplanperiode wordt naast een risico-inventarisatie en evaluatie, een ouder-, leerling- en leerkracht- tevredenheidspeiling gehouden. Verbeterpunten Zie kwaliteitsprofiel – Onze verbeterpunten. Hoofdstuk 7.10 (Volgt nog)
8.3. Wet- en regelgeving Aan de hand van de volgende documenten legt Burgst aan de Inspectie van het onderwijs verantwoording af : • Schoolplan • Zorgplan • Schoolgids • Verantwoording lesgevende uren.
8.5. Analyse inspectierapport Op 16 juli 2009 is het rapport “Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks inspectiebezoek” vastgesteld. Tijdens dit onderzoek heeft Inspectie de kwaliteit van het onderwijs op Burgst beoordeeld aan de hand van indicatoren op grond van 5 hoofd-kwaliteitsaspecten. Deze hoofdgebieden zijn: • opbrengsten • onderwijsleersproces • zorg en begeleiding • kwaliteitszorg • wet- en regelgeving.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
8.4. Strategisch beleid We verwijzen hiervoor naar de bijlage in hoofdstuk 10, paragraaf 1.
65
De Inspectie concludeerde dat de kwaliteit van het onderwijs op Burgst in orde is. Het onderwijs kende geen of nauwelijks tekortkomingen. Op 11 indicatoren scoorde Burgst voldoende, op twee indicatoren scoorde Burgst zwak. In overleg met Inspectie is gestart met de verbetering van deze indicatoren. Het betrof de volgende onderdelen: 1. Voor kinderen met een geheel eigen leerlijn moest een ontwikkelperspectief worden geschreven. Dit is verplicht sinds het nieuwe toezichtskader 2009. Burgst kon inderdaad een ontwikkelperspectief overleggen (Inspectie gaf aan dat er nog maar weinig scholen zijn die dat in orde hebben). Volgens het nieuwe toezichtskader moet een dergelijk ontwikkelperspectief 3 maal geëvalueerd zijn. Deze evaluaties vinden echter per half jaar plaats. Geconcludeerd werd dat het nog maar 1 maal geëvalueerd was, hetgeen veroorzaakt werd door het feit dat het ontwikkelperspectief pas in januari gestart was. Toch was dit de reden voor een zwakke beoordeling. 2. Tijdens het controleren van diverse handelingsplannen bleek dat niet voldoende transparant in kaart was gebracht op welke momenten, welke extra hulp is gegeven. Er moest als verbetering een logboekje komen in ieder handelingsplan met daarin alle behandelmomenten in chronologische volgorde. Dit gaan we zo snel mogelijk invoeren. Bovengenoemde verbeterpunten worden opgenomen in het Plan van Aanpak 2011-2015
8.6. Schoolanalyse Op 11 november 2010 is tijdens een studiemiddag “interne communicatie” de schooldiagnose “interne communicatie “ afgenomen. 41 leerkrachten hebben deelgenomen en de vragen beantwoord. In kleine discussiegroepen hebben leerkrachten aangegeven wat zwakke en sterke punten zijn van onze interne communicatie. Naar aanleiding van die inbreng is een kwaliteitskaart “interne communicatie” opgesteld. Daarin staan verbeterpunten vermeld. De gekozen verbeterpunten worden opgenomen in het Plan van Aanpak 2011-2015 (zie schoolplan).
Tevredenheidspeilingen Burgst
Tevredenheidspeilingen Burgst overzicht: Categorie Burgst Burgst Groene Kroeten Hil Ouders Schoolgebouw Omgeving school 6.3 6.7 Begeleiding 6.7 Sfeer 6.9 Kennisontwikkeling 6.9 Persoonlijke ontw. 6.7 6.8 Schooltijden Schoolregels 6.7 6.7 Leerkracht Contact met school 6.8 6 4 Leerkrachten Schoolgebouw 6.4 Schoolklimaat Pedagog. Klimaat Leerstofaanbod 6.4
Ref. groep
6.2 6.2 7.1 7.2 7.1 7.0 7.3 7.1 8.0 7.1
6.3 7.3 7.4 6.8
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
8.7.
66
Werkklimaat Prim. arbeidsvoorw Secund.arbeidsvw. Loopbaanmanag. Interne communic. Externe communic. Management Organisatie Leerlingen Harde vakken Zaakvakken Expr.vakken-gym De groep De klas Omgang lln onderl. Contact docent-lln Onderst. Docent Schoolgebouw welbevinden
Ouders Lager dan 6.5 6.5 t/m 6.9 7.0 t/m 7.9 8.0 en hoger
6.3
5.9
6.4 6.2
1
5
6.3
6.8 5.6
6.6
5.8
Erg ontevreden ontevreden tevreden Zeer tevreden
6.7 6.7 6.5 7.0 6.7 7.3 7.0 6.9
7.4 6.3 9.2 7.7 7.5 7.2 8.8 7.5 7.2 7.1
Leerkrachten Lager dan 6.0 6.0 t/m 6.4 6.5 t/m 7.4 7.5 en hoger
Erg ontevreden ontevreden tevreden Zeer tevreden
Leerlingen Lager dan 6.5 6.5 t/m 6.9 7.0 t/m 7.9 8.0 en hoger
Erg ontevreden ontevreden tevreden Zeer tevreden
Oudertevredenheidspeiling
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Resultaten NBS Burgst - Groene Hil Tevredenheid Het landelijk gemiddelde rapportcijfer dat ouders aan de school van hun kind geven is 7.5. NBS Burgst Groene Hil scoort een gemiddelde van 7.4. Van de ouders geeft 88 procent aan dat men zich goed thuis voelt op de school (landelijk is dit 86%). 79 % zou andere ouders aanraden hun kind naar deze school te sturen (landelijk zou 75% anderen hun school aanraden). Volgens 71 % van de ouders staat de school goed bekend in de wijk, 6 % van de ouders is het daar niet mee eens. Van de ouders is 84 % tevreden over de vorderingen die hun kind maakt, 13 % is hierover ontevreden. Landelijk is dit percentage 7 %.
67
Satisfactie-Prioriteiten Prioriteiten matrix NBS Burgst - Groene Hil De nummers bij de punten verwijzen naar onderstaande rubrieken: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Schoolgebouw Omgeving van de school Begeleiding Sfeer Kennisontwikkeling Persoonlijke ontwikkeling Schooltijden Schoolregels, rust en orde De leerkracht Contact met de school
Resultaten NBS Burgst - Kroeten Tevredenheid Het landelijk gemiddelde rapportcijfer dat ouders aan de school van hun kind geven is 7.5. NBS Burgst Kroeten scoort eveneens een gemiddelde van 7.5. Van de ouders geeft 87 % aan dat men zich goed thuis voelt op de school (landelijk is dit 86%). 71 % zou andere ouders aanraden hun kind naar deze school te sturen (landelijk zou 75% anderen hun school aanraden). Volgens 66 % van de ouders staat de school goed bekend in de wijk, 11 % van de ouders is het daar niet mee eens. Van de ouders is 88 % tevreden over de vorderingen die hun kind maakt, 9 % is hierover ontevreden. Landelijk is dit percentage 7 %.
1 2 3 4 5
Profileringspunten Burgst Groene Hil Kroeten Uiterlijk van het gebouw (98%) Sfeer en inrichting schoolgebouw (95%) Sfeer en inrichting schoolgebouw (96%) Uiterlijk van het gebouw (94%) Huidige schooltijden (95%) Omgang leerkracht met de leerlingen (94%) Mate waarin leerkracht naar ouders luistert Mate waarin leerkracht naar ouders luistert (89%) (93%) Vakbekwaamheid leerkracht (87%) Vakbekwaamheid leerkracht (93%)
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Profilerings- en verbeterpunten erpunten NBS Burgst In onderstaande tabel wordt onder profileringspunten een overzicht gegeven van de onderwerpen die door veel respondenten positief gewaardeerd worden. Tussen haakjes staat het overeenkomstige percentage. Onder verbeterpunten staan de onderwerpen waarover relatief veel ouders ontevreden waren. Bij een verbeterpunt is meer dan 15% ontevreden. Bij een profileringspunt is meer dan 85% tevreden. In de tabel worden alleen de 10 belangrijksten weergegeven.
68
6 Inzet en motivatie leerkracht (87%) 7 Omgang leerkracht met de leerlingen (86%) 8 9 10
Rust en orde op school (91%) Aandacht voor normen en waarden (90%) Huidige schooltijden (90%) Inzet en motivatie leerkracht (90%) Sfeer in de klas (89%)
Verbeterpunten Burgst Groene Hil 1 Veiligheid op weg naar school (52%) 2 Informatievoorziening over het kind (32%) 3 Hygiëne en netheid binnen de school (30%)
Kroeten Veiligheid op weg naar school (28%) Hygiëne en netheid binnen de school (26%) Aandacht voor godsdienst/ levensbeschouwing (23%) Opvang bij afwezigheid van de leerkracht (23%) Aandacht voor werken met de computer (21%) Speelmogelijkheden op het plein (20%)
4 Begeleiding leerlingen met problemen (25%) 5 Aandacht voor pestgedrag (25%) 6 Aandacht voor godsdienst/ levensbeschouwing (25%) 7 Aandacht voor gymnastiek ek (21%) 8 Rust en orde in de klas (20%) 9 Speelmogelijkheden op het plein (18%) 10 Veiligheid op het plein (18%)
Veiligheid op het plein (19%) Aandacht voor creatieve vakken (18%) Informatievoorziening over het kind (18%)
Satisfactie-Prioriteiten matrix NBS Burgst - Kroeten De nummers bij de punten verwijzen naar onderstaande rubrieken: Schoolgebouw Omgeving van de school Begeleiding Sfeer Kennisontwikkeling Persoonlijke ontwikkeling Schooltijden Schoolregels, rust en orde de De leerkracht Contact met de school Schoolplan Burgst 2011 – 2015
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
69
Leerkrachttevredenheidspeiling Resultaten NBS Burgst - Groene Hil Tevredenheid Het landelijk gemiddelde rapportcijfer dat personeelsleden in vraag 107 aan hun school geven is 7.6. NBS Burgst - Groene Hil scoort een gemiddelde van 7.9. Het gemiddelde rapportcijfer dat de personeelsleden aan hun baan geven is 7.8 (landelijk wordt de waardering voor de baan uitgedrukt met het rapportcijfer 7.9). Van de personeelsleden geeft 100 % aan dat men overwegend met plezier naar het werk gaat (landelijk is dit 96%). Verder zou 62 % andere personen aanraden om op de school te komen werken (landelijk is dit 69%).
Profilerings- en verbeterpunten NBS Burgst - Groene Hil In onderstaande tabel wordt onder profileringspunten een overzicht gegeven van de onderwerpen die door veel respondenten positief gewaardeerd worden. Tussen haakjes staat het percentage tevredenen. Onder verbeterpunten staan de onderwerpen waarover relatief veel personeelsleden ontevreden waren. Bij een verbeterpunt is meer dan 30% ontevreden. Bij een profileringspunt is meer dan 85% tevreden. In de tabel wordt alleen de ‘top 10’ weergegeven. Verbeterpunten hygiëne binnen de school (76%) ontspanningsmogelijkheden personeel (74%) effectiviteit vergaderingen (53%) werkdruk (53%) introductie nieuwe collega's (50%) nakomen afspraken en besluiten (47%) interne informatiestromen (44%) vastleggen afspraken en besluiten (44%) salaris (38%) groepsgrootte (35%)
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Profileringspunten 1. nieuwsbrief (100%) 2. schoolgids (100%) 3. sfeer en inrichting schoolgebouw (100%) 4. uiterlijk van het gebouw (100%) 5. aandacht jubilea (97%) 6. aansluiting werk op opleiding (97%) 7. imago school (97%) 8. informele contacten ouders (97%) 9. voorbeeldgedrag schoolleider/directeur (97%) 10. benutten mogelijkheden ICT (94%)
70
Satisfactie-Prioriteiten Prioriteiten matrix NBS Burgst - Groene Hil De nummers bij de punten verwijzen naar onderstaande rubrieken: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Schoolgebouw Schoolklimaat Pedagogisch klimaat Leerstofaanbod en Leermiddelen Werkklimaat Primaire Arbeidsvoorwaarden Secundaire Arbeidsvoorwaarden Loopbaanmanagement Interne communicatie Externe communicatie Management Organisatie
Resultaten NBS Burgst - Kroeten Tevredenheid Het landelijk gemiddelde rapportcijfer dat personeelsleden in vraag 107 aan hun school geven is 7.6. NBS Burgst - Kroeten scoort eveneens een gemiddelde van 7.6. Het gemiddelde rapportcijfer dat de personeelsleden aan hun baan geven is 7.8 (landelijk wordt de waarderingg voor de baan uitgedrukt met het rapportcijfer 7.9). Van de personeelsleden geeft 96 % aan dat men overwegend met plezier naar het werk gaat (landelijk is dit 96%). Verder zou 62 % anderen aanraden om op de school te komen werken (landelijk is dit 69%). Profilerings- en verbeterpunten NBS Burgst - Kroeten In onderstaande tabel wordt onder profileringspunten een overzicht gegeven van de onderwerpen die door veel respondenten positief gewaardeerd worden. Tussen haakjes staat het percentage tevredenen. Onder verbeterpunten staan de onderwerpen waarover relatief veel personeelsleden ontevreden waren. Bij een verbeterpunt is meer dan 30% ontevreden. Bij een profileringspunt is meer dan 85% tevreden. In de tabel wordt alleen de ‘top 10’ weergegeven. Verbeterpunten hygiëne binnen de school (62%) introductie nieuwe collega's (58%) salaris (54%) werkdruk (50%) beschikbaarheid leermiddelen en materialen (46%) ontspanningsmogelijkheden personeel (46%) waardering voor het werk (46%) effectiviteit vergaderingen (38%) nakomen afspraken en besluiten (38%) ontplooiingsmogelijkheden (38%)
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Profileringspunten 1. contact met de leerlingen (100%) 2. imago school (100%) 3. informele contacten ouders (100%) 4. mogelijkheden voor leerlingen om in eigen tempo te werken (100%) 5. aanpak pestgedrag (96%) 6. aanspreekbaarheid schoolleider/directeur (96%) 7. formele contacten ouders (96%) 8. motivatie leerlingen (96%) 9. nieuwsbrief (96%) 10. schoolgids (96%)
71
Satisfactie-Prioriteiten Prioriteiten matrix NBS Burgst – Kroeten De nummers bij de punten verwijzen naar onderstaande rubrieken: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Schoolgebouw Schoolklimaat Pedagogisch klimaat Leerstofaanbod en Leermiddelen Werkklimaat Primaire Arbeidsvoorwaarden Secundaire Arbeidsvoorwaarden Loopbaanmanagement Interne communicatie Externe communicatie Management Organisatie
Leerlingtevredenheidpelingen Resultaten NBS Burgst - Groene Hil Tevredenheid De enquête geeft een duidelijk beeld van de tevredenheid van de leerlingen over hun scholen. Het landelijk gemiddelde rapportcijfer dat leerlingen aan hun school geven is 8.1. NBS Burgst - Groene Hil scoort een gemiddelde van 7.7. Van de leerlingen geeft 31 % aan dat men het leuk vindt vind om naar school te gaan (landelijk is dit 46%). Verder vindt 72 % dat je veel leert op school (landelijk is dit 79%). Volgens 74 % van de leerlingen zijn hun ouders tevreden over de school, 3 % van de leerlingen denkt dat hun ouders niet tevreden zijn. Van de leerlingen denkt 38 % soms of vaak ‘zat ik maar op een andere andere school’, 63 % denkt dit bijna nooit. De landelijk percentages zijn respectievelijk 27% en 72%.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Profileringspunten
Verbeterpunten
Gymnastiek (88%) Excursies (87%) Werken met de computer (85%) Handvaardigheid/knutselen (82%)
Het vak taal (36%) Extra opdrachten bij snel werken (35%) Zitplaats in de klas (35%) Het overblijven (27%) Het vak geschiedenis (24%) Mate van ruzie in de groep (23%) Rust in de klas (22%)
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Profilerings- en verbeterpunten NBS Burgst - Groene Hil In onderstaande tabel wordt onder profileringspunten een overzicht gegeven van de onderwerpen die door oor veel respondenten positief gewaardeerd worden. Tussen haakjes staat het percentage tevredenen. Onder verbeterpunten staan de onderwerpen waarover relatief veel leerlingen ontevreden waren. Bij een verbeterpunt is meer dan 20% ontevreden. Bij een profileringspunt pr is meer dan 80% tevreden. In de tabel worden alleen de 10 belangrijkste weergegeven.
72
Resultaten NBS Burgst - Kroeten Tevredenheid De enquête geeft een duidelijk beeld van de tevredenheid van de leerlingen over hun scholen. Het landelijk gemiddelde rapportcijfer dat leerlingen aan hun school geven is 8.1. NBS Burgst - Kroeten scoort een gemiddelde van 7.5. Van de leerlingen geeft 35% aan dat men het leuk vindt om naar school te gaan (landelijk is dit 46%). Verder vindt 69% dat je veel leert op school (landelijk is dit 79%). Volgens 67% van de leerlingen zijn hun ouders tevreden over de school, 8 % van de leerlingen denkt dat hun ouders niet tevreden zijn. Van de leerlingen denkt 29% soms of vaak ‘zat ik maar op een andere school’, 70% denkt dit bijna nooit. De landelijk percentages zijn respectievelijk 27% en 72%.
Profilerings- en verbeterpunten NBS Burgst - Kroeten In onderstaande tabel wordt onder profileringspunten een overzicht gegeven van de onderwerpen die door veel respondenten positief gewaardeerd worden. Tussen haakjes staat het percentage tevredenen. Onder verbeterpunten staan de onderwerpen waarover relatief veel leerlingen ontevreden waren. Bij een verbeterpunt is meer dan 20% ontevreden. Bij een profileringspunt is meer dan 80% tevreden. In de tabel worden alleen de 10 belangrijkste weergegeven.
1. Mate waarin leerkracht aardig is (89%) 2. Excursies (86%) 3. Mate van zelf pesten (85%) 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Verbeterpunten Het overblijven (48%) Inval andere leerkracht (45%) Zitplaats in de klas (43%) Het vak taal (37%) Het vak biologie (29%) Leuke dingen op school (29%) Het vak aardrijkskunde (28%) Het vak geschiedenis (28%) Aantrekkelijkheid schoolplein (24%) Rust in de klas (23%)
8.8. Analyse lerarenvragenlijst Risico-Inventariatie (RI&E) In maart 2010 heeft de afname Risico-Inventarisatie en evaluatie (RI&E) plaatsgevonden. Deze schoolgezondheidsmeter is uitgevoerd door de ARBO Breda. 21 april 2010 hebben we de terugkoppeling ontvangen voor beide locaties. Alle leraren hebben de RI&E-vragenlijst kunnen invullen (responspercentage Kroeten:46,4%, Responspercentage Groene Hil 58,5%). N.a.v. de terugkoppeling heeft een gesprek plaatsgevonden met de teamleden per locatie. Daarin zijn de aandachtspunten en de gekozen verbeterpunten besproken. De verbeterpunten zijn opgenomen in meerdere kwaliteitskaarten. Prioriteit ligt bij verbetering van het taakbeleid en de interne communicatie. Daarnaast is er bij teamleden behoefte aan meer positieve feedback vanuit de leidinggevenden. Dus niet alleen feedback op zaken die nog ontwikkeling behoeven. Hier zijn inmiddels verbeterpunten voor gekozen. Tijdens functioneringsgesprekken organiseert iedere leidinggevende zijn eigen feedback vanuit de leerkrachten en vraagt daarbij naar tips voor verbetering. De gekozen verbeterpunten worden opgenomen in het Plan van Aanpak 2011-2015.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Profileringspunten
73
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Hoofdstuk 9 Terugblik 20072007-2011
74
Hoofdstuk 9
Terugblik Schoolplan 2007 - 2011
9.1. Terugblik Schoolplan 2007-2011 en zelfevaluatie 1. Kwaliteitszorg Op 8 competentiegebieden zijn kijkwijzers geformuleerd met bijbehorend leerkrachtgedrag. We hebben in de afgelopen 4 jaar aan de hand van het schoolplan jaarlijks onderwijsontwikkelingsplannen opgesteld, uitgevoerd en geëvalueerd volgens de Deming cirkel (plan, do, check, act). Regelmatig zijn vragenlijsten (tevredenheidspeilingen “scholen met succes”, RI&E welzijn onderzoek, reflectie / evaluatie naar aanleiding van onderwijsontwikkeling) afgenomen, uitkomsten geanalyseerd, verbeterplannen gemaakt en beloftes gevolgd. Deze zaken zijn steeds gerapporteerd. In het BIO-dossier verzamelen leerkrachten bewijzen voor ontwikkelde competenties. 2. Leerstofaanbod & toetsinstrumenten In de afgelopen schoolplanperiode zijn de methodes voor aardrijkskunde, geschiedenis en op sociaal-emotioneel gebied (Kanjer) vernieuwd. Op het terrein van verkeer heeft Burgst voor beide locaties het Brabants Verkeersveiligheidlabel behaald. Voor verkeer is een jaarplan vastgesteld en goedgekeurd door de provincie waarvoor subsidie wordt verstrekt. Het leerstofaanbod voor taal en rekenen is aangepast, omdat er hiaten in de methode werden ervaren. Het ging vooral om een aanpassing bij woordenschat, begrijpend lezen en het automatiseren bij rekenen. Een haalbaar en gedegen programma op het gebied van rekenen en taal is nog niet voldoende gerealiseerd. Dit wordt de komende 4 jaar meegenomen in de keuze voor een nieuwe taal- en rekenmethode. Bij deze keuze zal rekening gehouden worden met de referentieniveaus voor taal en rekenen. De Cito eindtoets wordt jaarlijks gebruikt. We hebben ervoor gezorgd dat toetsen zorgvuldig afgenomen zijn, rekening houdend met procedureafspraken, tijdstip, rust en planning. Er zijn afspraken gemaakt over normering en rapportage van methodegebonden toetsen (80% norm). Aan de hand van toetsresultaten is het aanbod van lessstof afgestemd. De leerkracht past interventies toe om opbrengstgericht te kunnen werken. 3. Actief burgerschap en sociale re-integratie Middels het normen- en waardenspel zijn met het team de waarden opnieuw vastgesteld. Het Kanjercurriculum is toegepast. Schoolmaatschappelijk werk is regelmatig ingezet. Er is een protocol kindermishandeling aanwezig. Het cultuurbeleidsplan is uitgevoerd. We voldoen aan de eisen van het Brabants Verkeersveiligheidlabel. Basiskennis op het terrein van staatsinrichting is aangeboden.
5. Techniek Leerkrachten gebruikten de techniekkisten behorend bij de technieklijn van Burgst. Kisten voor transport en beweging, communicatie en elektriciteit en productie zijn ontwikkeld en in gebruik genomen. Tijdens technieklessen werd aandacht besteed aan veiligheid.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
4. Cultuureducatie Kinderen hebben aanbod gekregen op het vlak van 6 kunstdisciplines: beeldend, theater, muziek, erfgoed, literatuur en dans. Er is gereflecteerd op 3 manieren : 1. beschouwen 2. nadenken over / mening vormen 3. communiceren; uitwisselen over wat je ziet / hoort en wat je daarvan vindt.
75
6. Leertijd Het managementteam heeft consequent toegezien op begin- eind- en pauzetijden. Inlooptijd is afgeschaft voor de groep 3 t/m 8, zodat er direct om 8.30 uur gestart kan worden met het leesonderwijs. Het zwemonderwijs is afgeschaft in de groepen 4, omdat er onevenredig veel tijd verloren ging aan reizen. Vanuit de gedachte opbrengstgericht werken is er meer leertijd gestoken in het automatiseren. 7. Pedagogisch klimaat In de periode 2007-2011 is de Kanjermethodiek succesvol geïmplementeerd. Effecten waren merkbaar. Door direct benoembaar gedrag in de symboliek van de gekleurde petten ging er steeds minder tijd verloren aan het oplossen van pestgedrag en ruzietjes. Ouders waren enthousiast en merken ook thuis dat gedrag met Kanjertermen kan worden gecorrigeerd en voorkomen. We zijn alert op de borging van de Kanjer kind-ouderlessen. Jaarlijks werd een kort terugkom-moment georganiseerd met de Kanjertrainer van Edux, om praktische zaken en vragen te delen. Gangen en lokalen waren ordelijk en gestructureerd door toezicht en het in gebruik nemen van gesloten kasten. Normen en waarden zijn opgefrist binnen het team, hetgeen hernieuwd sturing geeft aan schoolafspraken en -regels. Daarnaast is een protocol “Time-out en verwijdering” ontwikkeld en ingevoerd. 8. Didactisch handelen In de afgelopen 4 jaar is het samenwerkend leren ingevoerd en geborgd. Activerende werkvormen inzetten en leerlingen betrekken bij het onderwijsaanbod motiveerde de leerlingen. Leerkrachten waren zich meer bewust van de invloed van hun eigen handelen. De leerkracht doet ertoe. Er is aandacht besteed aan de stappen van opbrengstgericht werken. Deze stappen moeten we de komende jaren blijven borgen. Leerkrachten pasten gedifferentieerde instructie toe. De instructietafel was in iedere groep terug te vinden. Leerlingen waren in staat om zelfstandig om te gaan met uitgestelde aandacht. Er is veel aandacht besteed aan het afstemmen van doorgaande lijnen binnen de school.
10. Opbrengsten Het managementteam heeft een specifieke training gevolgd bij Cees Bos. De resultaten van de leerlingen lagen aan het eind van de Burgstperiode op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingpopulatie mocht worden verwacht. Dit gold ook voor de sociale vaardigheden, door toepassing van de Kanjermethodiek. In groep 7 is de SAQI (School Attitude Questionnaire Internet) afgenomen. In groep 8 werd het aanbod n.a.v. analyse van de SAQI aangepast. Op tussenmomenten lagen de resultaten voor lezen, Nederlandse taal, rekenen en wiskunde op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingpopulatie mocht worden verwacht. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelden zich naar hun mogelijkheden. Het percentage versnellen en vertragen lag lager dan het landelijk gemiddelde. Burgst heeft nog niet vastgelegd welke leerlingen beredeneerd niet meedoen aan de CITO eindtoets. Trendanalyses hebben sturing gegeven aan het leerstofaanbod op het gebied van woordenschat en automatiseren
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
9. Zorg en begeleiding Het klassenmanagement van onze leerkrachten maakte het mogelijk groepshandelingsplannen uit te voeren in de groep. Er is een nieuw leerlingvolgsysteem ingevoerd: Parnassys. De discussie omtrent passend onderwijs is uitgebreid gevoerd. Er is een nieuw dyslexieprotocol geïntroduceerd. Voor leerlingen met een eigen leerlijn is een ontwikkelingsperspectief aanwezig. Handelingsplannen zijn verbeterd en voorzien van een logboekje. Het bijhouden van het logboekje (wie heeft wat en wanneer met de leerling uitgevoerd) moet worden geborgd. Tijdens doelstellingengesprekken werd structureel gekeken naar opbrengsten. Analyseresultaten werden gekoppeld aan leerkrachtinterventies.
76
rekenen. Er ligt een document “Opbrengsten” met daarin opbrengstgegevens en daaruit voortvloeiende verbeteringen. 11. Professionalisering Er is in de afgelopen jaren een beleidsplan Functiemix ontwikkeld met daarin een nieuw functiehuis, een nieuwe gesprekkencyclus en een set kijkwijzers op LA en LB niveau op het terrein van 8 competentiegebieden. Iedere leerkracht heeft een BIO-dossier. De stagecoach heeft stagières, LIO-studenten en beginnende leerkrachten planmatig begeleid. 12. Interne communicatie De afgelopen jaren is getracht de interne communicatie te verbeteren door de omgeving van de Learning Gateway te gebruiken. Tijdens een evaluatie n.a.v. de tevredenheidspeiling blijkt dat leerkrachten het lastig vinden om daar gebruik van te maken. Men wil graag vergaderagenda’s en notulen via de mail ontvangen. De effectiviteit van de vergaderingen is verbeterd door strakke tijdsplanning en het melden van de status (informerend, meningsvormend, besluitvormend). 13. Externe contacten Er zijn bovenschools platformen gevormd op het terrein van interne begeleiding, informatie- en communicatietechnologie en op het terrein van meerbegaafdheid. Daarnaast is er een structureel contact met scholen van het voortgezet onderwijs en met de KOBER groep (kinderopvang, peuterspeelzaal). We werken samen met de hogeschool Rotterdam op het terrein van zithouding leerlingen en op het terrein van schrijfmateriaal en penhouding. 14. Schoolklimaat De risico-inventarisatie en -evaluatie is door de ARBO dienst uitgevoerd. Daarbij hoorde ook een onderzoek naar het welzijn / welbevinden van de leerkrachten. In een evaluatievergadering is de analyse van het welzijnsonderzoek besproken. Het taakbeleid is bottom-up aangepast. De MR heeft ingestemd met deze nieuwe aanpassing. De GGD heeft een onderzoek gedaan naar de luchtkwaliteit in de diverse lokalen. De conclusie was dat de luchtkwaliteit beneden peil is. Voorlopig is het advies om goed te ventileren.
16. ICT Digitale schoolborden hebben hun intrede gedaan op Burgst in de groepen 3 t/m 8. Software is uitgebreid en sluit aan op de methoden binnen Burgst. Onlangs zijn de servers vervangen. Zodra het kan willen we gebruik maken van glasvezelverbindingen. Op dit moment zijn verbindingen vaak een belemmerende factor in snelheid. Er is een nieuwe huisstijl ontwikkeld die je terugziet in de nieuwe website , op het briefpapier en op de reclameborden van Burgst. Leerkrachten hebben diverse cursussen gevolgd aan de Nuts ICTacademie. 17. Taalbeleid Bij ons taalonderwijs hebben we veel accent gelegd op de woordenschat. Wij zagen dit als hiaat in onze methode. Bij de CITO-eindtoets scoorden we op dit terrein minder. Nieuwsbegrip en Schateiland werden extra ingezet en daarnaast is er meer leertijd aan dit gebied geschonken. Op het terrein van lezen zijn er structureel tijden vastgesteld, waarop gelezen wordt. In de groepen 3
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
15. Contacten met ouders Het trainingsinstituut FIAC heeft een uitgebreide training verzorgd met trainers en toneelspelers op het terrein van communiceren met ouders. Leerkrachten hebben de training als positief beoordeeld en de behoefte uitgesproken om dit soort praktische gespreksoefeningen vaker te trainen, waardoor borging meer kans heeft.
77
wordt in niveaus gewerkt met Veilig Leren Lezen. Ook is de software aangeschaft voor het digibord. In de groepen 4 en 5 wordt instructie gegeven met Leesweg (voor-, koor- en doorlezen). Teksten van Nieuwsbegrip worden ingezet voor vlot lezen op tekstniveau. Groepen 6 t/m 8 lezen op de RALFI-wijze, met als doel motivatie en vlot lezen op tekstniveau. In de bovenbouw wordt op woordniveau geflitst. Nieuwsbegrip wordt wekelijks gebruikt om het niveau van en de motivatie voor het begrijpend lezen te verhogen. 18. Levensbeschouwelijke identiteit In de afgelopen 4 jaar bleek er te weinig naar ouders gecommuniceerd te worden over wat wij geïntegreerd aanbieden op dit terrein. We willen graag per groep aangeven wat er aan bod komt en deze doorgaande lijn helder schetsen naar onze ouders middels een themanieuwsbrief. 19. Inzet van middelen Er zijn nieuwe methodes aangeschaft, digiborden, nieuwe servers en relevante software. Er is verstelbaar meubilair aangeschaft. Er is geïnvesteerd in ontwikkeling van leerkrachtgedrag. Er is extra talent ingezet op groepen met een grote zorgzwaarte. Ook zijn er nieuwe cv ketels geplaatst. 20. Schoolleiding De schoolleiding is getraind in het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken. De schoolleiding heeft bij Cees Bos cursussen gevolgd op het terrein van BHV, omgaan met agressie, opbrengstgericht werken en werken met kwaliteit primair onderwijs. De schoolleiding heeft functionerings- c.q. doelstellingengesprekken gevoerd met alle leerkrachten. Er hebben klassenbezoeken plaatsgevonden aan de hand van kijkwijzers. De schoolleiding legt verantwoording af aan het bestuur middels MARAP managementrapportage volgens de structuur: goed onderwijs, positief onderscheidend werkgeverschap, gezonde financiële positie, moderne huisvesting en een goede interne en externe communicatie.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
21. Schooladministratie en procedures Burgst beschikt over een klachtenregeling. Binnen de school zijn twee opgeleide contactpersonen. Het ziekteverzuim van leerlingen en leerkrachten werd structureel bijgehouden (in Parnassys, Verzuimsignaal ARBO Breda). Jaarlijks verschijnt een nieuwe schoolgids en schoolkalender voor de ouders. Er is een nieuwe moderne website ontworpen, die goed wordt bijgehouden en waarop de nieuwe huisstijl zichtbaar is. Burgst heeft de leerling-administratie volgens DUO op orde. We maken een analyse van bereikte resultaten.
78
9.2 Verbeterplan 2011-2015
Onderwijs en leren Pedagogisch klimaat en schoolklimaat Didactisch handelen Leerstofaanbod Rekenen en wiskunde Taallezen Burgerschap en sociale integratie Cultuur Techniek Informatie- en communicatie technologie Zorg en begeleiding Leertijd Voor- en vroegschoolse educatie Beleid en organisatie Intern persoonsbeleid Professionalisering De schoolleiding Interne communicatie Externe communicatie Contact ouders Inzet middelen Financieel beleid Schooladministratie Plannen en procedures Zorg voor kwaliteit Kwaliteitszorg Toetsinstrumenten Opbrengsten Opbrengsten
2011
2012
2013
X X
X
X
X
X
X
2014
Actie door:
X
MT
X X
X
X X X
X X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
TEAM MT TEAM TEAM TEAM TEAM TEAM TEAM TEAM IB TEAM TEAM MT MT TEAM MT TEAM MT TEAM MT TEAM MT MT MT MT MT TEAM MT IB TEAM MT IB TEAM IB TEAM
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Kwaliteitskaarten
79
9.3 Verbeterpunten 2011-2015 2011-2015 •
•
Didactisch handelen
•
Leerstofaanbod
•
Rekenen en wiskunde
•
•
Taallezen
•
•
Burgerschap en sociale integratie
•
Cultuur Techniek Informatie- en communicatie technologie Zorg en begeleiding
•
We borgen de kanjermethode. De lessen uit het curriculum worden volgens rooster gegeven in alle groepen, inclusief de kind-ouderles. Leerkrachten ervaren succes door toepassen van de kanjer methode. Aan het eind van schooljaar 20122013 is de doorgaande lijn gewaarborgd. We schaffen een nieuw leerlingvolgsysteem aan voor sociaal emotionele ontwikkeling, dat aansluit op de kanjermethode. Leerkrachten vinden het belangrijk te meten, analyseren en het aanbod op maat aan te passen. Het nieuwe LVS is beschikbaar vanaf augustus 2012. We vinden het belangrijk voor de motivatie van onze leerlingen dat er een doorgaande lijn geborgd wordt in het toepassen van samenwerkend leer werkvormen in alle groepen. In augustus 2012 is deze borging gerealiseerd. We willen ons gaan oriënteren op de referentieniveaus van taal / lezen en rekenen / wiskunde in het schooljaar 20112012. Afhankelijk van de inspectievoorschriften wordt het werken met referentieniveaus geïmplementeerd in de jaren 2012 tot 2015. We gaan een LB functie rekenspecialist aanbieden per 1 augustus 2012. Vanuit de functiemix gedachte is er draagvlak binnen het team. We behalen het streefpercentage van 21% LB functies. We oriënteren ons op een actuele methode voor rekenen en wiskunde, die aansluit bij de kerndoelen en haalbare referentieniveaus. Het team heeft behoefte aan vervanging van de verouderde methode Pluspunt. Per augustus 2013 wordt de nieuwe methode in alle groepen ingevoerd. We gaan een LB functie taalspecialist met WTF 1 aanbieden per 1 augustus 2011. Vanuit de functiemix gedachte is er draagvlak binnen het team. We behalen het streefpercentage LB functies van 14 %. We oriënteren ons op een actuele methode voor taal / lezen, die aansluit bij de kerndoelen en haalbare referentieniveaus. Het team heeft behoefte aan vervanging van de verouderde methode Taalleesland. Per 1 augustus 2012 wordt de nieuwe methode ingevoerd in alle groepen. We borgen de kanjermethode. De lessen uit het curriculum worden volgens rooster gegeven in alle groepen, inclusief de kind-ouderles. Leerkrachten ervaren succes door toepassen van de kanjer methode. Aan het eind van schooljaar 20122013 is de doorgaande lijn gewaarborgd.
We vinden het belangrijk dat alle toetsgegevens, onderzoeksgegevens en groeps- en hulpplannen digitaal
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Kwaliteitskaarten Onderwijs en leren Pedagogisch klimaat en Schoolklimaat
80
Leertijd
•
Voor- en vroegschoolse educatie
•
Beleid en organisatie Intern persoonsbeleid
•
We voeren het tweede jaar uit van de driejarige gesprekkencyclus. Functionerings-, doelstellingen- en voortgangsgesprekken worden gevoerd met alle medewerkers. Er wordt een nieuwe LB functie aangeboden in augustus 2011.
Professionalisering De schoolleiding
•
Interne communicatie
•
We vinden het belangrijk dat iedere leerkracht middels de ontwikkelingsgerichte gesprekkencyclus zicht krijgt op sterke en zwakke kanten in de diverse competentiegebieden. In aug. 2013 hebben alle leerkrachten de 3 jarige cyclus volledig doorlopen. We vinden het belangrijk dat collega’s professioneel constructief kritische feedback geven en ontvangen. Dit steeds in het belang van verdere ontwikkeling v an ons onderwijs. In het schooljaar 2011-2012 wordt deze houding getraind. In schooljaar 2012-2013 geïmplementeerd. In het schooljaar 2013-2014 is sprake van borging.
Externe communicatie Contact ouders Inzet middelen Financieel beleid Schooladministratie
•
We willen de leertijd optimaal benutten door ons exact te houden aan een gepland rooster, aan begin-, eind- en pauzetijden. In augustus 2011 is effectieve leertijd geborgd. We vinden een betere afstemming inzake informatie over de voorschoolse periode tussen Peuterspeelzalen, Kober en Burgst belangrijk. Einde schooljaar 2012-2013 hebben we een eenduidig format. Alle betrokkenen zetten zich hiervoor in.
We vinden het belangrijk dat de mogelijkheden die Parnassys biedt optimaal worden gebruikt. Het team streeft naar een efficiënte gebruiksvriendelijke uitvoering. In augustus 2013 is het werken met Parnassys geborgd.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
•
geregistreerd staan in Parnassys. We werken efficiënt op het terrein van administreren. In augustus 2012 is het dossier per leerling in Parnassys up to date en compleet. We vinden het belangrijk dat de belemmerende en compenserende factoren van alle leerlingen in kaart zijn gebracht. Vooral aandacht voor factoren binnen het kind (lichamelijk, gedrag, leren).Het groepsoverzicht wordt gevuld. De Leerkrachten maken een start met het omschrijven van compenserende en belemmerende factoren. Dit is een logisch vervolg op het groepsoverzicht zoals we het hadden; iedereen krijgt uitleg door een adviseur van Edux over het waarom van het groepsoverzicht. Er moet een heel jaar tijd voor zijn; ieder mag hier op eigen niveau aan werken met evt hulp van een collega. Einde van dit schooljaar zijn voor alle kinderen de belemmerende + stimulerende factoren + de algemene onderwijsbehoeften op een acceptabel niveau ingevuld.
81
Plannen en procedures Zorg voor kwaliteit Kwaliteitszorg Toetsinstrumenten
•
We vinden het belangrijk dat leerkrachten de stappen van opbrengstgericht werken kennen en in staat zijn deze toe te passen, waardoor afstemming op maat ontstaat. In augustus 2014 is opbrengstgericht werken geborgd.
Opbrengsten Opbrengsten
•
We vinden het belangrijk dat leerkrachten de stappen van opbrengstgericht werken kennen en in staat zijn deze toe te passen, waardoor afstemming op maat ontstaat. In augustus 2014 is opbrengstgericht werken geborgd.
9.4 Onderwijsontwikkelingsplan Burgst 2011-2012 2011-2012 •
Leerstofaanbod
•
Taallezen
•
•
Zorg en begeleiding
•
•
We vinden het belangrijk voor de motivatie van onze leerlingen dat er een doorgaande lijn geborgd wordt in het toepassen van samenwerkend leer werkvormen in alle groepen. In augustus 2012 is deze borging gerealiseerd. We willen ons gaan oriënteren op de referentieniveaus van taal / lezen en rekenen / wiskunde in het schooljaar 2011-2012. Afhankelijk van de inspectievoorschriften wordt het werken met referentieniveaus geïmplementeerd in de jaren 2012 tot 2015. We gaan een LB functie taalspecialist met WTF 1 aanbieden per 1 augustus 2011. Vanuit de functiemix gedachte is er draagvlak binnen het team. We behalen het streefpercentage LB functies van 14 %. We oriënteren ons op een actuele methode voor taal / lezen, die aansluit bij de kerndoelen en haalbare referentieniveaus. Het team heeft behoefte aan vervanging van de verouderde methode Taalleesland. Per 1 augustus 2012 wordt de nieuwe methode ingevoerd in alle groepen. We vinden het belangrijk dat alle toetsgegevens, onderzoeksgegevens en groeps- en hulpplannen digitaal geregistreerd staan in Parnassys. We werken efficiënt op het terrein van administreren. In augustus 2012 is het dossier per leerling in Parnassys up to date en compleet. We vinden het belangrijk dat de belemmerende en compenserende factoren van alle leerlingen in kaart zijn gebracht. Vooral aandacht voor factoren binnen het kind (lichamelijk, gedrag, leren).Het groepsoverzicht wordt gevuld. De Leerkrachten maken een start met het omschrijven van compenserende en belemmerende factoren. Dit is een logisch vervolg op het groepsoverzicht zoals we
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Kwaliteitskaarten Onderwijs en leren Didactisch handelen
82
Leertijd
•
We willen de leertijd optimaal benutten door ons exact te houden aan een gepland rooster, aan begin-, eind- en pauzetijden. In augustus 2011 is effectieve leertijd geborgd.
Beleid en organisatie Intern persoonsbeleid
•
Interne communicatie
•
We voeren het tweede jaar uit van de driejarige gesprekkencyclus. Functionerings-, doelstellingen- en voortgangsgesprekken worden gevoerd met alle medewerkers. Er wordt een nieuwe LB functie aangeboden in augustus 2011. We vinden het belangrijk dat collega’s professioneel constructief kritische feedback geven en ontvangen. Dit steeds in het belang van verdere ontwikkeling v an ons onderwijs. In het schooljaar 2011-2012 wordt deze houding getraind. In schooljaar 2012-2013 geïmplementeerd. In het schooljaar 2013-2014 is sprake van borging.
Zorg voor kwaliteit Kwaliteitszorg
•
We voeren de plannen uit die zijn gepland in het 1e jaar van ons nieuwe schoolpan.
Opbrengsten Opbrengsten
•
We vinden het belangrijk dat leerkrachten de stappen van opbrengstgericht werken kennen en in staat zijn deze toe te passen, waardoor afstemming op maat ontstaat. In augustus 2014 is opbrengstgericht werken geborgd.
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
het hadden; iedereen krijgt uitleg door een adviseur van Edux over het waarom van het groepsoverzicht. Er moet een heel jaar tijd voor zijn; ieder mag hier op eigen niveau aan werken met evt hulp van een collega. Einde van dit schooljaar zijn voor alle kinderen de belemmerende + stimulerende factoren + de algemene onderwijsbehoeften op een acceptabel niveau ingevuld.
83
Verklaring van afkortingen / namen
GGD GLG HGPD IB IC ICT KDV KOBER LIO LVS MARAP MT OSG Parnassys PSZ RALFI RI&E SLO SO/VSO SOP Verzuimsignaal
Arbeidsomstandigheden autisme spectrum stoornis Bedrijfs hulp verlening Basisstof, herhalingsstof en verdiepingsstof Beroepen in het onderwijs CD-rom Centraal Instituut Toets Ontwikkeling Dienst uitvoering onderwijs (ministerie onderwijs /Financieel) Onderwijsadviseurs ernstige spraak taal moeilijkheden Instituut dat opleidingen ten behoeve van het management en ondersteunend personeel in het onderwijs verzorgd. Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Gecorrigeerd leerlingengewicht Handelingsgerichte proces diagnostiek Interne begeleider Individuele correctietabel Informatie- en communicatie technologie Kinderdagverblijf Kinderopvang organisatie Leerkracht in opleiding Leerling volgsysteem Managementrapportage Managementteam (Burgst: 1 directeur, 2 loc.leiders en 1 int.begel.) Onderwijs service groep (administratiekantoor) Schooladministratie- en leerlingvolgsysteem Peuterspeelzaal repeated assisted level feedback interaction and instruction. Risico inventarisatie en evaluatie Stichting Leerplan Ontwikkeling Speciaal onderwijs / voortgezet speciaal onderwijs. School Ontwikkelings Plan Ziekteverzuim programma webbased ARBO en OSG
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
ARBO ASS BHV BHV model BIO CD CITO DUO EDUX ESM FIAC
84
85
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
86
Schoolplan Burgst 2011 – 2015
Hoofdstuk 10 BIJLAGE
BIJLAGE
Inhoudsopgave Bijlage
blz
Paragraaf 1 Algemeen 1.0 Missie bestuur SNB 1.1 Ambities m.b.t. opbrengsten 1.2 Quickscan 1.3 Het leerlingenaantal 1.4 Kindkenmerken 2010-2011 1.5 Het leerlingengewicht 1.6 Analyse 1.7 Verbeterpunten
90 90 91 92 93 93 95 95 96
Paragraaf 2 Eindopbrengsten 2.1 Stand van zaken 2.2 Tabel Cito-eindtoets 2.3 Tabel Cito LVS groep8 2.4 Analyse 2.5 Verbeterpunten
97 97 97 98 98 99
Paragraaf 3 Sociale Vaardigheden 3.1 Stand van zaken 3.2 Tabel Sociale vaardigheden en interventies 3.3 Analyse 3.4 Verbeterpunten
100 100 101 101 102
Paragraaf 4 Tussenresultaten 4.1 Stand van zaken 4.2 Tabel Rekenen en wiskunde 4.3 Tabel Begrijpend lezen 4.4 Tabel Technisch Lezen 4.5 Analyse 4.6 Verbeterpunten
103 103 103 104 104 105 105
Paragraaf 5 Specifieke behoeften 5.1 Stand van zaken 5.2 Tabel Onderzoek door extern deskundigen 5.3 Tabel Leerlingen met specifieke behoeften 5.4 Tabel Uitstroom naar het speciaal basisonderwijs 5.5 Analyse 5.6 Verbeterpunten
107 107 107 108 108 108 108
Paragraaf 6 Doorstroming 6.1 Stand van zaken 6.2 Tabel: Langer dan 8 jaar 6.3 Tabel: Verlenging 6.4 Tabel: Zittenblijven groep 3 t/m8 6.5 Tabel: Versnellen groep 1 t/m 8
109 109 110 110 110 110
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
Hoofdstuk 10
88
Analyse Verbeterpunten
110 110
Paragraaf 7 Adviezen Voortgezet Onderwijs 7.1 Stand van zaken 7.2 Tabel: Adviezen voortgezet onderwijs 7.3 Analyse 7.4 Verbeterpunten
111 111 114 115 115
Paragraaf 8 Functioneren in Voortgezet Onderwijs 8.1 Stand van zaken 8.2 Uitstroomgegevens 8.3 Analyse 8.4 Verbeterpunten
116 116 116 121 121
Paragraaf 9 Verbeterplan HGW
122
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
6.6 6.7
89
Paragraaf 1
Algemeen
Burgst is een school met een Nuts-identiteit. Op Burgst willen we goed onderwijs geven waarbij we uitgaan van wetgeving en datgene wat aansluit bij de visie van de Stichting Nutsscholen Breda. Deze visie is vastgelegd in het beleidsstuk “Identiteit van de Nutsscholen anno 2000” en in de bestuursdoelen “ Samenwerken aan veelzijdig ‘jong’-leren”.
1.0 Missie van het bestuur SNB Goed onderwijs • Er is sprake van een hoogwaardig en breed onderwijsaanbod. Prestatie indicatoren: • Hoogwaardig = planmatig, moderne inzichten, vaardige leerkrachten. • Breed = kerndoelen nastrevend, met onderscheid tussen de kernvakken: taal, rekenen en lezen en de andere vakgebieden. • Er is sprake van, gezien de leerling-populatie, hoge resultaten Prestatie indicatoren: • Resultaten kernvakken te meten met Cito. • Resultaten sociaal emotionele ontwikkeling, zijn vastgelegd in een eigentijds leerlingvolgsysteem voor groep 1 t/m 8. • Er is sprake van een positief pedagogisch klimaat, dat bijdraagt aan een evenwichtig sociaalemotioneel welbevinden
Positief onderscheidend werkgeverschap • Tevreden medewerkers (leerkrachten, directieleden en onderwijs ondersteunend personeel) • Moderne arbeidsvoorwaarden die goed aansluitend op de CAO PO • Goed opgeleide professionele medewerkers (meten a.d.h.v. competentieprofiel) • Medewerkers met een op samenwerking gerichte grondhouding tussen en binnen scholen. • Gezonde medewerkers • Uitvoering beleidsvoornemens Arbobeleidsplan • Werkgever biedt mogelijkheden om opbrengstgericht te werken
Ad Doelstelling 2 Meerjarig ontwikkelingsplan, aansluitend op de WET BIO: met aandacht voor talentontwikkeling Kwaliteit: voldoende LA
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
Prestatie indicatoren: • Positieve beoordeling 'pedagogisch klimaat' van elke leerkracht • Aandacht voor sociale emotionele ontwikkeling, door middel van een gericht onderwijsaanbod. • Er is sprake van een ordelijk, functionele en kindvriendelijke leeromgeving. • Ouders en leerlingen zijn tevreden over het onderwijs. • Het onderwijs wordt verzorgd door deskundige leerkrachten. • Inspectieoordeel : basisarrangement + hoge /goed /4-score kwaliteitszorg en opbrengsten.
90
Aanvullen • Doordacht IPB beleid in de drie lagen instroom : sterk op alle competenties doorstroom : goed functioneren uitstroom : verplichtingen / einde carrière • •
Externe specialisatie co-teaching payrolling detachering outplacement
Bestuurlijke samenwerking platform IB / ICT
Gezonde financiële situatie • Jaarlijkse accountantscontrole met een positieve beoordeling van de financiële kengetallen in het jaarverslag. (Kapitalisatiefactor) • De noodzakelijke investeringen op korte en middellange termijn worden onderbouwd door meerjarenplanningen. • Een zorgvuldige besteding van de beschikbare middelen streeft na, dat de investeringsplannen zo optimaal mogelijk kunnen worden uitgevoerd. Tussentijdse managementrapportages bewaken dit. (3 per jaar)
Voorbeeldige interne en externe communicatie. • Tevredenheidspeilingen behouden • Uitbreiding perspectief deze tweedaagse • Professionele houding leerkrachten • Leerkrachten zijn gespreksvaardig • Open communicatieve houding van leerkrachten • Communicatiekader o calamiteitenplan
1.1 Ambities m.b.t. opbrengsten. Het instrument “ werken met kwaliteitskaarten Primair Onderwijs” brengt de kwaliteit van nbs Burgst in kaart. Het domein opbrengsten wordt verantwoord in de kaart opbrengsten. Op deze kaart staan verschillende kwaliteitsaspecten. Jaarlijks worden de indicatoren beoordeeld door het MT van Burgst. In dit document wordt verantwoording afgelegd over de resultaten.
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
Eigentijdse huisvesting & voorzieningen • Een gebruiksvriendelijk gebouw • Gebouw: • gezond & schoon • veilig o.b.v. RIE • geen achterstallig onderhoud • Meubilair dat voldoet aan de ARBO-norm • Leermiddelen en apparatuur die recht doen aan het onderwijsaanbod dat de school nastreeft.
91
Een verbeterplan met acties wordt bepaald door de analyse van uitkomsten uit afgenomen quickscans, schooldiagnose en de tevredenheidspeiling.
1.2. Quickscan Ambities van de school m.b.t. de afgenomen quick-scan: Nr
Indicator
1.1
De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat mag worden verwacht De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde liggen op tussenmomenten tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van acht jaar De adviezen van de leerlingen voor het vervolgonderwijs zijn in overeenstemming met de verwachtingen op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie De leerlingen functioneren naar verwachting in het vervolgonderwijs
1.2 .3
1.4 1.5 1.6
1.7
Score -1
2
3
++ 4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
De inspectie van het onderwijs richt zich op het beoordelen van de basisvaardigheden (technisch en begrijpend lezen, taal en rekenen en wiskunde), de leerprestaties van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en een deel van de sociale competenties van leerlingen. Bij de beoordeling van de leerresultaten hanteert inspectie de volgende uitgangspunten: - De school moet gebruik maken van betrouwbare, valide en adequaat genormeerde toetsen. - De leerresultaten moeten gemeten worden met behulp van de vernieuwde toetsen van CITO. - De resultaten van alle leerlingen worden gevolgd vanuit methode gebonden toetsen en landelijk genormeerde onafhankelijke toetsen. - Bij leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften vraagt het om het meten van het leerrendement. - De resultaten worden vergeleken met andere scholen die een vergelijkbare leerlingpopulatie hebben met een gelijk aantal gemiddeld gewogen leerlingen. - De inspectie hanteert relatieve normen bij beoordeling toetsresultaten. - De school dient zich jaarlijks te verantwoorden aan de hand van dezelfde toetsen.
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
Norm Indicatoren die gemiddeld 3,0 of lager scoren, vormen een actiepunt. Burgst kan voor de gemiddelde leerling op al deze indicatoren positief antwoorden, daarom is een 4 ingevuld; dat wil niet zeggen dat er geen verbeteringen mogelijk zijn. We blijven hieraan werken.
92
De prestaties van de leerlingen op nbs Burgst zijn in kaart gebracht in de volgende paragrafen waarin de gegevens zijn opgenomen in de tabellen, waarbij de notitie “analyse en waardering van opbrengsten”, van de inspectie van onderwijs ,maart 2009 ,is gevolgd. NBS Burgst wil hiermee jaarlijks de opbrengsten van het onderwijs verantwoorden aan inspectie, algemeen directeur, de medezeggenschapsraad , ouders en onderwijzend personeel.
1.3 Het leerlingenaantal Jaar 2001-2002 2002-2003 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011
Aantal leerlingen 847 859 855 852 841 801 741 723 666 634
Saldo
+ 12 -4 -3 -11 -40 -60 -18 -57 -32
Kenmerken Aantal leerlingen 2008-2009 Aantal leerlingen 2009-2010 Aantal leerlingen 2010-2011 Aantal jongens 2008-2009 Aantal jongens 2009-2010 Aantal jongens 2010-2011 Aantal meisjes 2008-2009 Aantal meisjes 2009-2010 Aantal meisjes 2010-2011 Aantal leerlingen met een gewicht 2010-2011 Aantal allochtone llingen 2008-2009 Aantal allochtone llingen 2009-2010 Aantal allochtone llingen 2010-2011 Andere thuistaal dan Nederlands 2008-2009 Aantal andere thuistaal 2009-2010 Aantal andere thuistaal 2010-2011 Aantal rugzakleerlingen 2008-2009 Aantal rugzakleerlingen 2009-2010 Aantal rugzakleerlingen 2010 -2011 Aantal leerlingen extern onderzoek over alle jaren 2008-2009 Aantal leerlingen extern onderzoek over alle jaren 2009-2010
G1 84 71 77 52 38 33 32 33 34
G2 77 91 99 46 56 53 31 35 46
G3 91 79 77 49 48 47 42 31 30
G4 93 87 72 45 46 42 48 41 30
G5 91 79 81 50 39 41 41 40 40
G6 85 84 79 48 43 37 37 41 42
G7 93 84 82 51 47 45 42 37 37
G8 109 91 78 52 51 44 57 40 34
TOT 723 666 634 393 368 341 331 298 293
1
1
2 2
11
2 3
2 2 2 4 9
4 3 2 4 3
2 2 3 1 6
1 2 2 2 3
5 1 2 2 7
18 11 11 26 30
1 1
5 2 2 1 5
3 3 2 4 1+1 11(2)
9 3 1 2 3+1 13
3 5 2 4 1+2 16
6 3 1 4 4+1 12
3 24 6 35 2 7 2 18 3+2 14+7=21 12 70
1
4
12(4)
11
15
17
12
10 1
72
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
1.4 Kindkenmerken
93
Aantal leerlingen extern onderzoek over alle jaren tot 2010-2011 Huidig schooljaar: 2010-2011 Totaal: Aantal leerlingen met LWOOindicatie 2008-2009 Aantal leerlingen met LWOO indicatie 2009-2010 Aantal leerlingen met LWOO indicatie 2010-2011 Aantal leerlingen met dyslexieverklaring 2008-2009 Aantal leerlingen met dyslexieverklaring 2009-2010 Aantal leerlingen met dyslexieverklaring 2010-2011 Waarvan een CODE: Aantal leerlingen met dyscalculie 2008-2009 Aantal leerlingen met dyscalculie 2009-2010 Aantal leerlingen met ADHD 20082009 Aantal leerlingen met ADHD 20092010 Aantal leerlingen met ADHD 20102011 Gedragsstoornis gediagnosticeerd 2008-2009 Gedragsstoornis gediagnosticeerd 2009-2010 Gedragsstoornis gediagnosticeerd 2010-2011
•
7 2
2(2)
2
14 3
4(5) 4(2) 3(1)
15 0
64 36 100
2 6
19
8
8
10
4
34
1
8
9
8
10
36
4
3(2)
2
2
10
5
4
2
2
13
1
3
6
4
2
17
1
4
2(1)
2
2
1
3
2
2
4
14
3
2
5
4
2
2
20
1 1
13 5
4
1
1
11 9
9
De cijfers tussen haakjes geven aan dat deze leerlingen nog in onderzoek zijn op moment van invullen Rugzakleerlingen is LGF + SBO
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
•
13
4 4
94
1.5 Het leerlinggewicht Burgst maakt gebruik van de gewichtenregeling op basis van postcodegebied.
Gewicht 0,00 0,3 0,00 0,00 0,3 0,00 0,00 0,3 1,2 0,00 0,6 0,00 0,00 0,6 2,4 0,00 0,6 0,00 0,00 0,3 0,00 0,00 1,2 1,2
Gemiddeld gewicht 0,003
0,003
0,019
0,008
0,037
0,007
0,003
0,030
1.6 Analyse (risicoanalyse) Wat valt op aan de scores (getallen): • In groep 2 lijken er plotseling 11 allochtone leerlingen te zijn; deze zijn echter in de voorgaande jaren niet geteld. De definitie van wie er een ‘allochtone leerling ‘ is was niet duidelijk. • Het aantal kinderen met een andere thuistaal groeit (naar 5,5 %) • Het aantal kinderen met een rugzak groeit (naar 3,3%) Aan een kant komt dat door de mogelijkheid van een rugzak eerder te gebruiken, om zo meer ondersteuning te kunnen bieden in de groepen en aan de andere kant is Burgst steeds beter in staat om kinderen met specifieke behoeften voor het basisonderwijs te behouden. Vooral kinderen met een SBO indicatie kunnen steeds beter begeleid worden. • Het aantal kinderen die extern onderzocht zijn in hun schoolloopbaan is gestegen naar 15,8%. Opvallend hierbij is de hoeveelheid kleuteronderzoeken (2,1%) We zijn steeds beter in staat om risico’s bij kinderen op tijd op te sporen. Het risico van deze explosieve groei van onderzoeken dat er steeds meer ‘gelabeld’ wordt en dat de werkdruk voor de collega’s hiermee stijgt. • Het aantal kinderen met dyslexie (CODE of officiële verklaring) stijgt langzaam; hieronder vallen ook de kinderen met ernstige dyslexie, die recht hebben op een vergoede behandeling. • Op Burgst zijn nog geen leerlingen gediagnosticeerd op het vlak van dyscalculie.
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
2010 -2011 Schoolgroep 1 Groep Aantal leerlingen 1 76 x 0,00 77 1 x 0,30 0 x 1,20 2 98 x 0,00 1 x 0,30 99 0 x 1,20 3 75 x 0,00 1 x 0,30 77 1 x 1,20 4 70 x 0,00 2 x 0,30 72 0 x 1,20 5 77 x 0,00 2 x 0,30 81 2 x 1,20 6 77 x 0,00 2 x 0,30 79 0 x 1,20 7 81 x 0,00 1 x 0,30 82 0 x 1,20 8 73 x 0,00 4 x 0,30 78 1 x 1,20
95
• Het aantal leerlingen met ADHD of een andere gedragsstoornis is gestegen van 2,6% in 20082009 naar 5,8% in 2010-2011 • Er is een toename op alle gebieden, echter het leerlingenaantal neemt af. Dit heeft te maken met een betere signalering aan de ene kant en het beleid in Nederland dat er alleen extra ondersteuning in de vorm van vergoede therapie, rugzak e.d. te verkrijgen is als er een diagnose is gesteld.
1.7 Verbeterpunten 2010-2011: Algemeen: Bovenstaande tabel met kindkenmerken gaan we gebruiken om de zorgzwaarte per groep nog beter in kaart te brengen om de ondersteuning op maat te verdelen. Er wordt op dit moment een SWOT analyse gemaakt op het terrein van zorg. Deze analyse geeft naast de uitkomsten van de discussie Passend Onderwijs sturing aan de organisatie van de zorg binnen Burgst. Gezien de bovenstaande tabel kunnen we concluderen dat Burgst een grote diversiteit heeft aan leerlingen met specifieke behoeften. De specifieke behoeften van een groot deel van deze kinderen is gedurende de schoolloopbaan door steeds betere signalering bekend geworden. Enkele kinderen uit bovenstaande tabel zijn als 4-jarige kinderen bewust in overleg met ouders en leerkrachten toegelaten op onze school vanuit de gedachte ‘brede zorgschool’. In het kader van passend onderwijs willen we onze kwaliteiten gaan benoemen; waar zijn we goed in en wat hebben we nodig om de andere categorie leerlingen optimaal te kunnen begeleiden?
Verbeterpunten: • Extra aanbod woordenschat (schateiland intensiveren); bij de keuze van de nieuwe taalmethode wordt het criterium woordenschat extra zwaar gewogen. • We gaan steeds sneller en steeds meer inspelen op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen. Handelingsgerichtwerken = verbetertraject in het nieuwe schoolplan 2011-2015; efficiëntie zoeken in het werken met groepsplannen. • T.a.v. de ernstige dyslectische leerlingen zijn de verwachtingen van externe instanties en ouders dat er extra RT gerealiseerd wordt op school voor deze kinderen. De school gaat deze extra zorg steeds meer in de groep realiseren; individuele RT is niet te realiseren. Een heldere communicatie met de ouders van deze kinderen is van groot belang. • In deze schoolplanperiode 2011-2015 oriënteren wij ons op een protocol dyscalculie. • De hoeveelheid gedragsproblematiek in de groepen geeft een stijgend gevoel van werkdruk en sterk de behoefte om beter grenzen aan te geven en de tools die leerkrachten nodig hebben om deze kinderen te begeleiden te versterken (lerarenbeurs; master-SEN, interne training enz.)
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
De realisering van het aanbod voor deze zorgleerlingen laat wel een verschil zien. We hebben o.a. veel ervaring in het begeleiden van kinderen met dyslexie; meerbegaafde leerlingen; leerlingen met spraak- taalproblematiek; leerlingen met motorische beperkingen en leerlingen met cognitieve achterstanden. Onze leerkrachten moeten nog beter toegerust worden om de uitdaging bij gedragsproblematiek aan te gaan; zoals kinderen met AD(H)D; ASS-problematiek; ODD enz.
96
Paragraaf 2
Eindopbrengsten
2.1 Stand van zaken We meten de eindopbrengsten met de CITO eindtoets. Daarbij kijken we naar de IC Standaardscore tabel GLG. De toets wordt in een rustige setting afgenomen, een individuele opstelling, met voldoende toezicht. De tijd wordt exact nageleefd. Incidenteel wordt er gebruik gemaakt van de CD versie en de vergrote versie. Op dit moment doen nog alle leerlingen van groep 8 mee. We nivelleren de uitslagen en maken trendanalyses. In de schoolgids worden de uitslagen gepubliceerd. De eindopbrengsten worden formeel aan de MR verantwoord. In het team worden de trendanalyses besproken tijdens het evaluatiemoment einde schooljaar. Uitslagen worden gerefereerd aan de schoolgroep. Tevens wordt er vanuit de trendanalyse per onderdeel van ieder vakgebied gekeken naar effecten van leerkrachtgedrag/ werkvormen/ invoering nieuwe methodes. In 2010 zijn de IC tabellen met GLG school niet meer beschikbaar. Wel is het schoolrapport correctie LG beschikbaar waarin een schatting wordt gegeven van de gemiddelde standaardscore en de gemiddelde score op onderdelen wanneer alle scholen die aan de eindtoets meedoen gelijk zouden zijn geweest wat betreft het percentage gewichtenleerlingen.
2.2. Tabel CITO-Eindtoets Ondergrens
Gemiddeld GLG
2006 2007 2008 2009
532.3 533.6 533.7 533.2
534.6 534.8 534.9 535.2
Tabel CITO-Eindtoets Jaar
Ondergrens
Gemiddeld LG
2010
535,1
535,2
2011
533,7
535,3
GLG school (IC-tabel) 535 534,1 537,2 534.5
bovengrens
LG school Gecorrigeerde standaardscore 536,6 Ongecorrigeerde standaardscore 538,6 535,3 gec stsc LG 536,9 Ong Stsc
bovengrens
536.9 536.0 536.1 535.8
538,1
536,9 BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
Jaar
97
2.3. Tabel CITO LVS groep 8 (school = categorie 1) Norm Norm 2007 2007 2008 M% D+E 2008 2008 2009 onder M% D+E Monder onder
2008 2009 %DE
2009 2010 Monder
2009 2010 %DE
RWm 8
116
25%
122.4 7
3.05
117
17.4
121
2.31
BLm8
55
40%
63
4,88
61.1
13.8
63
9.35
2010 2011 MOnder Nieuw e toets 111 (norm 105) 61
2010 2011 %DE
6
13
Beoordeling De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht
4,00
De school verantwoordt zich over de (eind)opbrengsten van het onderwijs
4,00
4
4
0,00
De school zorgt ervoor, dat de resultaten aan het eind van de schoolperiode op het juiste niveau liggen
4,00
4
4
0,00
De school gebruikt genormeerde, methode-onafhankelijke toetsen
4,00
4
4
0,00
De school heeft zicht op de kenmerken van de leerlingenpopulatie
4,00
4
4
0,00
De school heeft vastgesteld welke leerlingen (beredeneerd) niet meedoen aan de eindtoets
3,00
3
3
0,00
2010-2011 De school kan zich verantwoorden over de eindopbrengsten van de leerlingen van groep 8. De school heeft nog niet vastgesteld welke leerlingen niet mee doen met de CITO eindtoets. Tot dit jaar hebben alle kinderen meegedaan aan de eind-cito. In 2010-2011 heeft 1 leerling niet mee gedaan en 1 leerling heeft de niveautoets gemaakt. 1 Leerling die al is aangenomen in het VSO + 1 leerling die op meerdere gebieden op niveau eind groep 6 presteert (heeft een ontwikkelingsperspectief) Burgst kan voor de gemiddelde leerling op al deze indicatoren positief antwoorden, daarom is een 4 ingevuld; dat wil niet zeggen dat er geen verbeteringen mogelijk zijn. We blijven hieraan werken. De schoolrapportages zijn miv schooljaar 2009-2010 gewijzigd. De IC-tabel is vervangen door het schoolrapport correctie LG en het schoolrapport B is vervangen door het schoolrapport zonder correctie Het schoolrapport correctie LG bevat de gecorrigeerde standaardscore (LG score) de schoolscore die gecorrigeerd is voor het percentage gewogen leerlingen op de school. Het schoolrapport zonder correctie bevat de ongecorrigeerde standaardscore. Wat valt negatief op in de scores: • Spelling werkwoorden • Spelling niet-werkwoorden (deze scoort het meest negatief) • Kaartlezen
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
2.4. Analyse
98
•
Verhoudingen, breuken en procenten
Wat valt positief op in de scores: • Begrijpend lezen en hanteren van studieteksten • Woordenschat is vooruit gegaan Deze positieve vooruitgang is te verklaren door o.a. de inzet van Nieuwsbegrip en extra aandacht voor woordenschat.
2.5. Verbeterpunten:
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
2009-2010 • Aanpassen van de leerstof n.a.v. de trendanalyses. • Bewustmaking effecten van opbrengstgericht werken bij leerkrachten middels studiemomenten. • Beredeneren welke leerlingen niet meedoen met de cito eindtoets: LGF leerlingen; PRO- en VSO-leerlingen; Leerlingen met een SBO verwijzing. • Deze leerlingen doen mee met de Niveau+toets van CITO.
99
Paragraaf 3 Indicator
Sociale vaardigheden De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat mag worden verwacht
Beoordeling De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat mag worden verwacht
4,00
De school beschikt over een aanbod m.b.t sociale vaardigheden
4,00
4
4
0,00
4,00
4
4
0,00
4,00
4
4
0,00
4,00
4
4
0,00
Het aanbod omvat in ieder geval zelfbeeld, kunnen samenwerken, zelfstandigheid en zelfredzaamheid, omgang met leraren en omgang met leerlingen De school ervoor, dat de leerlingen goede resultaten behalen m.b.t. de sociale vaardigheid De school beschikt over een (landelijk genormeerd) instrument om de resultaten m.b.t. sociale vaardigheden te meten
School Attitude Questionnaire Internet, www.saqi.nl De SAQI school attitude questionnaire internet meet bij de leerlingen 4 (hoofd)kenmerken, te weten: 1. Motivatie = attitude t.o.v. schooltaken. - leertaakgerichtheid. lg - concentratie in de klas. ck - huiswerkattitude. ha 2. Welbevinden = attitude t.o.v. schoolleven. - plezier in school. ps - sociaal aanvaard voelen. sa - relatie met leerkrachten. rl 3. Zelf-conceptie = attitude t.o.v. eigen competenties. - uitdrukkingsvaardigheid. uv - zelfvertrouwen bij proefwerken. zp - sociale vaardigheid. sv 4. Algemene aanpassing aan school. - doet zijn/haar best voor het schoolwerk. mot - is tevreden met het schoolleven. sat - denkt het schoolwerk aan te kunnen. Zelf Sociale wenselijkheid Ontwijkende antwoorden weet niet Onduidelijke antwoorden, tegenstrijdigheid
sw wn ts
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
3.1 Stand van zaken Burgst beschikt over een doorgaande lijn sociale vaardigheden: De kanjermethodiek. Kanjerlessen zijn ingeroosterd. Er wordt systematisch aandacht besteed aan het zelfbeeld van de leerlingen, het kunnen samenwerken, de zelfstandigheid en zelfredzaamheid inclusief de eigen verantwoording hierbij, de omgang met andere leerlingen en de omgang met de leraar. De resultaten worden gemeten met “DE KIJK”en de PRAVOO. Resultaten worden na analyse ingezet in een groepshandelingsplan. Het eindniveau in groep 7-8 halen we uit de SAQI. Tevens wordt een leerlingtevredenheidspeiling afgenomen van “scholen met succes”. Inzet schoolvragenlijst in groep 7. School Attitude Questionnaire Internet, www.saqi.nl Op onze rapportage naar ouders staan de sociale vaardigheden beoordeeld.
100
Toets is adaptief, auditief en heeft pestschaal pest de ander / wordt gepest. Afname zowel in 7 als 8. Leerkracht vergelijkt zijn beeld van het kind met de uitslag van het kind zelf. Aanbod wordt waar nodig aangepast. Referentie gemiddelde normscores per schooltype.
2009 2010 2010
Gr7 Gr8 Gr7
lg
ck
ha
ps
sa
rl
uv
zp
sv
mot
sat
zelf
saqi
sw
wn
ts
pa
gw
6 5,5 5
6 5,3 4,7
6.1 4,9 4,8
5.8 4,9 4,1
5.5 5,5 4,4
6 6,1 5,1
5.6 5,4 4,3
5.2 5,2 5,1
5.2 5,7 5
6.2 5,3 4,8
6.2 5,3 4,2
5.3 5,8 4,7
6.1 5,5 4,9
5.7 5,8 5,8
2.9 3,5 3,3
4 4,9 5,6
5,4 5,1
5,4 4,9
Verklaring scores: Stanine komt van het Engelse "standard nine". Staninescores representeren een interval, en niet zozeer een exacte waarde op een schaal. Een schaal waarop staninescores gescoord worden bestaat uit negen gelijke intervallen, elk een halve standaarddeviatie breed, 'geprojecteerd' op een normaalverdeling. De relatieve frequentie van de negen intervallen is: stanine 1 : 4% = "zeer laag" stanine 2 : 7% = "laag" stanine 3 : 12% = "tamelijk laag" stanine 4 : 17% = "(zwak-)middelmatig" stanine 5 : 20% = "middelmatig" stanine 6 : 17% = "(goed-)middelmatig" stanine 7 : 12% = "tamelijk hoog" stanine 8 : 7% = "hoog" stanine 9 : 4% = "zeer hoog" Behaalt men bijvoorbeeld op een test een stanine 7, dan betekent dit dat men "tamelijk hoog" scoort en nog 11% (7+4) van de proefpersonen moet laten voorgaan. In het vijfde stanine ligt het middelpunt van de normale verdeling. Dit vijfde stanine bevat dus de 'middelste' scores.
Tabel Sociale vaardigheden en interventies
Jaar 2008-2009 Handelingsplannen 2009-2010 Handelingsplannen 2010-2011 Handelingsplannen
Interventies
1
2
3
4
5
6
7
8
TOT
Groepsniveau Leerlingniveau
7
7 3
4 3
5 8
4 2
4 1
4
4 2
39 19
Groepsniveau Leerlingniveau (rugzak)
8
8
4 2
4 3
3 2
3 3
3 2
4 1
37 13
Groepsniveau Leerlingniveau
3.3. Analyse • De leerkrachten van de groepen 1-2 kunnen vanuit hun observatie-instrument de KIJK goed de sociale vaardigheden in kaart brengen als interventies plegen. • Het meten van de eindresultaten met de PGK-lijst in groep 7-8 is te subjectief. Er zijn veel handelingsplannen gedrag in de onderbouw met name in groepen 4. • De volgende scores zijn zwak-middelmatig (lage 4): - Ps: plezier in school - Sa: sociaal aanvaard voelen
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
3.2
101
-
Uv: uitdrukkingsvaardigheid Sat: tevreden met het schoolleven
• Beter scoren de volgende onderdelen (5 en hoger): - Lg;leertaakgerichtheid - Rl; relatie met leerkracht - Zp: zelfvertrouwen bij proefwerk - Sv: sociale vaardigheid Het valt op dat er weinig hogere scores zijn. Wij denken dat dit te maken heeft met de SAQI zelf; deze vragenlijst is nieuw voor leerlingen en leerkrachten; zijn alle vragen wel duidelijk genoeg voor de leerlingen? De instructie voor het afnemen moet verbeterd worden. Ook al zijn deze scores gemiddeld laag, hebben de laagste scores wel degelijk aandacht nodig. Deze aandachtspunten moeten worden besproken met de betreffende leerkrachten, die dat verwerkt in het groepsplan SEO.
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
3.4 Verbeterpunten • In 2010 heeft iedere groep een groepsplan sociaal – emotioneel, waarin de kinderen met gedragsproblematiek zoveel mogelijk geclusterd worden om de hulp zo effectief mogelijk te maken. • Analyse maken van uitslag SAQI en aanbod curriculum Kanjer aanpassen in de groepen 8. • In de komende schoolplanperiode wordt een nieuw LVS SEO uitgekozen • Er moet kritisch gekeken worden hoe de leerlingen de SAQI invullen; begrijpen ze goed wat er met iedere vraag bedoeld wordt?
102
Paragraaf 4
Indicator
Tussenresultaten
De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde liggen op tussenmomenten tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht
Beoordeling De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal, rekenen en wiskunde liggen op tussenmomenten tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de populatie mag worden verwacht. De school verantwoordt zich over de (tussen)opbrengsten van het onderwijs.
4,00
4,00
4
4
0,00
De school zorgt ervoor, dat de resultaten op tussenmomenten op het juiste niveau liggen
4,00
4
4
0,00
De school gebruikt genormeerde, methode-onafhankelijke toetsen
4,00
4
4
0,00
De school heeft zicht op de kenmerken van de leerlingenpopulatie
4,00
4
4
0,00
4.1 Stand van zaken De school gebruikt de volgende genormeerde toetsen om de tussenopbrengsten te meten: TvK, Ordenen, Kleuter Letter- en kleurentoets,AVI, DMT, Leestechniek en Leestempo, TBL, SBR, SVR,R&W, Tempotoets rekenen, SVS. De leerkracht voert de resultaten in het digitaal LVS. De ouders worden op de hoogte gesteld van de toetsuitslagen door een apart blad in het rapport en het wordt toegelicht in een oudergesprek. De leerkracht analyseert de toetsresultaten en bespreekt die met de IB. Er is een vast systeem van bespreken volgens de 1-zorgroute. Na aanleiding van de groepsbespreking worden groepsplannen opgesteld en kunnen leerlingen worden aangemeld voor de leerlingbespreking in het zorgteam. De volgende leerlingen worden besproken: A+; D/E, lage C en grote terugval leerlingen.
norm
RWm3 Rwe3 RWm4 Rwe4 RWm5 Rwe5 RWm6 Rwe6 RWm7 RWe7 RW m8
49 49 69 69 82 84 94 96 112
2007 2008
2007 2008 % D+E
50 59 ?
17% 15%
97 102 79 75
19% 27% 18% 17%
2008 2009
2008 2009 % D+E
50
17%
72
15%
85
15%
2009 2010 34 46 52 63 73 80,5 84 93 96 106
2009 2010 % D+E 7.5% 8,1% 13.2% 6,2% 7.7% 6,7% 12% 4,9% 6.75% 5,5%
2010 2011 36
2010 2011 % D+E 12%
53
16%
74
10%
86
11%
98
19%
111
6%
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
4.2 Tabel Rekenen en wiskunde (school = categorie 1) Let op: er is uitgegaan van de versie (2006) Norm = inspectienorm in vaardigheidsscores Alle toetsen die vermeld moeten worden volgens de inspectie staan hier weergegeven.
103
4.3 Tabel Begrijpend lezen (school = categorie 1)
BLm5 BLm6 BLm7 BLm8
Norm
2007 2008
20 28 43 54
27 41 52
2007 2008 % D+E 15% 5% 8%
2008 2009 34 39 50 61
2008 2009 % D+E 2% 9% 12% 14%
2009 2010 26 34 46 63
2009 2010 % D+E 9.24% 9.84% 10.14% 9.35%
2010 2011 27 35 50 61
2010 2011 % D+E 11% 11% 10% 13%
4.4. Tabel Technisch lezen (school = categorie 1) 2007 2008
2008 2009
2009 2010
2010 2011
33
41
45
30
34
46 39 43 40
67 72 83 83 85 90
39 53 42 43
37
42
45 63 62 55
52
51
78
57 54 45
60
Tabel CITO-toetsen groep 5 (school = categorie 1) Norm 2007 2007 2008 2008 2008 2009 % D+E DMTmk3 67 61 20% 61 RWm5 69 ??? 72 BLm5 20 28 15% 34
82 90 90 95
2008 2009 % D+E 11% 15% 2%
2009 2010 68 75 26
2009 2010 % D+E 16.94% 7.7.% 9.24%
2010 2011 60 74 27
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
3MK1 3MK2 3EK1 3EK2 3 E K12 3 E K123 4MK1 4MK2 4MK3 4EK1 4EK2 4EK3 5MK3 5EK3 6MK3 6EK3 7MK3 7EK3
Norm:
104
Tabel Cito toetsen spelling (school=categorie 1) 2009 2009 2010 2010 2010 2011 % D+E SVSm3 111 5.32% 112 SVSe3 116 4% SVSm4 118 17.64% 121 SVSe4 122 19,5% SVSm5 128 13.09% 128 SVSe5 132 11,9% SVSm6 139 18.86% 134 SVSe6 137 17,1% SVSm7 142 13,9% 140 SVSe7 143 17,9% SVSm8 149 6,8% 150
4.5 Analyse 2008-2009 De school verantwoordt zich op individueel niveau over de opbrengsten naar de ouders; op groepsniveau kan de verantwoording nog verbeteren 2009-2010 Bij technisch lezen en begrijpend lezen zijn nieuwe toetsen gebruikt. De normering van de nieuwe toetsen lijkt strenger. De hoeveelheid tijd die aan lezen wordt besteed is in vergelijking met groep 3 minder. 2010-2011 • Alle groepen scoren boven de norm bij R&W en BL (groep 8 scoort bij R&W net iets eronder) • Groep 5 scoort onder de norm op kaart 3 van technisch lezen. Wat zijn hiervan de oorzaken? • Bij Rekenen en Wiskunde + begrijpend lezen zien we over de jaren een lichte stijging. • Spelling is niet genormeerd volgens de inspectie; we zien hier ook een lichte stijging, behalve in groep 6. • De toetsresultaten geven niet in alle gevallen een juiste weerslag van wat de leerlingen beheersen; dit komt omdat er toetsen zijn die vaardigheden en strategieën en kennis vragen die pas later in de methode aan bod komt.
2008-2009 • Trendanalyses maken van de tussenresultaten per groep • Vaste agenda bij de groepsbesprekingen: Leerlingen (zorg, groepsplan, handelingsplan C + G); Methode (relatie uitslagen en aanbod); Leerkrachtvaardigheden (voldoende aanbod + actief + Automatiseren, tijd, instructie, afstemming, taakgerichtheid) 2009-2010 • Technisch lezen in groep 4 en 5 wordt meer klassikaal geautomatiseerd. • Verschuiving van tijdsinvestering van begrijpend lezen naar technisch lezen. • Er wordt gekeken naar mogelijkheid in groep 4 om de technisch leestijd uit te breiden met ruim een uur.
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
4.6 Verbeterpunten
105
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
2010-2011 • Technisch lezen groep 5; observaties + aanpassingen van de werkwijze • Kennis van de leerlijnen en de toetsen moeten een grotere rol gaan spelen in het aanbod.
106
Paragraaf 5 Indicator
Specifieke behoeften Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden
Beoordeling Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden Voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften is een ontwikkelperspectief opgesteld Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften wordt passend onderwijs geboden Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich conform het opgestelde ontwikkelingsperspectief Het ontwikkelingsperspectief van leerlingen met een rugzak is vastgelegd in handelingsplanning Het ontwikkelingsperspectief van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften is vastgelegd in een handelingsplan De school realiseert passende opbrengsten bij leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
3,00 4,00
4
4
0,00
3,50
3
4
0,71
3,00
3
3
0,00
4,00
4
4
0,00
4,00
4
4
0,00
3,00
3
3
0,00
5.1 Stand van zaken Leerlingen met specifieke behoeften zijn op Burgst: Lln. met een LGF en SBO-rugzak, lln met een praktijkonderwijsindicatie, lln met een VSO indicatie en lln. die korter dan 4 jaar in Ned. zijn met een taalprobleem. Leerlingen met een specifieke behoefte kunnen een eigen leerlijn hebben en worden extern getest. Zorglln. hebben een individueel handelingsplan of maken gebruik van een groepshandelingsplan en worden intern getest. Op onze school werken leerlingen vanuit een eigen leerlijn. Bij deze leerlingen is op basis van een onderzoek (inclusief iq-test) bepaald wat het ontwikkelingsperspectief is. Het eindniveau op het terrein van rekenen, lezen en begrijpend lezen is voorspeld. Handelingsplannen worden tussentijds geëvalueerd om de 8 -10 weken.
5.2 Tabel Onderzoeken door externe deskundigen
Aantal 1 5 13 13 16 12 12 72
2009-2010 Groep 1 2 3 4 5 6 7 8 Totaal
Aantal 1 4 16 11 15 17 12 76
2010-2011 Groep 1 2 3 4 5 6 7 8 Totaal
Aantal 13 8 9 20 18 17 15 100
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
2008-2009 Groep 1 2 3 4 5 6 7 8 Totaal
107
5.3 Tabel Leerlingen met specifieke behoeften + een eigen leerlijn
2007-2008 Groep Gr. 1 Gr. 2 Gr. 3 Gr. 4 Gr. 5 Gr. 6 Gr. 7
N
2008-2009
Vak
Test
N
1 2 1
tb r
ja ja ja
1 2 1 1
3 3
Rtb/tb/r Rtb/tb/t
Vak
2009-2010
Test
N
Vak
Test
1
rtbs
ja
ja ja ja ja
ja
1 2 5 2
1
Gr. 8 N Vak Test G
s s r r
ja ja 2 1
2010- 2011 N
Vak
Test
1
rtbs
ja
1
s
ja
2 5
S r
Ja 2
= aantal = R – T – B - S (Rekenen – Taal – Begrijpend lezen - Spelling) = ja - nee = Gedrag
5.4 Tabel Uitstroom naar speciaal basisonderwijs (norm .. %)
2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 P= plaatsing
Aantal leerlingen Totaal 801 741 747 666 634
Aantal leerlingen sbao 4 5 3p + 7r 2r 2r +2p
Norm 2% 0,49 % 0,67 % 1,34 % 0,30 % 0,63%
R= rugzak
5.5 Analyse • Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften hebben niet allemaal een eigen leerlijn. • Enkele leerlingen in de bovenbouw hebben wel een eigen leerlijn voor rekenen, wat niet extern onderzocht is, maar wat op basis van interne toetsresultaten en observaties is afgesproken met de ouders. • Het aantal leerlingen met een verwijzing SBO zijn in 2008-2009 fors toegenomen, vanwege de mogelijkheid om een rugzak SBO aan te vragen. Deze kinderen krijgen de extra ondersteuning op de basisschool. 5.6 Verbeterpunten • Er wordt een format ontwikkeld om het ontwikkelingsperspectief te bepalen. • We maken een duidelijk onderscheid tussen lln. met een specifieke behoefte en zorglln. • We laten een orthopedagoog die de leerlingen toetst ook het OP schrijven. 2010: We zijn gestart met het schrijven van ontwikkelingsperspectieven volgens een nieuw format + het evalueren. Dit wordt voortgezet.
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
Jaar
108
Paragraaf 6 Indicator
Doorstroming De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van acht jaar
Beoordeling De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van acht jaar De school neemt beargumenteerde besluiten m.b.t. de verlengde kleuterperiode (groep 1 en 2) De school beschikt over beleid voor de overgang van leerjaar 1 naar leerjaar 2 De school beschikt over beleid voor de overgang van leerjaar 2 naar leerjaar 3 Het percentage zittenblijvers in de groepen 3 t/m 8 is weinig lager (of hoger) dan het landelijk gemiddelde De school beschikt over beleid m.b.t. de doorstroming vanuit leerjaar 8
3,00 4,00
4
4
0,00
3,00
3
3
0,00
3,00
3
3
0,00
4,00
4
4
0,00
4,00
4
4
0,00
6.1 Stand van zaken Volgens de wet op het PO dienen leerlingen een tijdvak van 8 aaneensluitende jaren te doorlopen binnen het primair onderwijs. Het percentage zittenblijvers moet hiermee binnen het landelijk gemiddelde blijven. Wanneer de leerlingen een verlengd kleuterjaar krijgen dient de school dit goed te beargumenteren en er beleid op te hebben geformuleerd. Het percentage kinderen dat langer in groep 2 blijft mag niet boven de 12% liggen(landelijke beeld) Het percentage wordt berekend door de groep late leerlingen( deze leerlingen zijn op1 oktober in groep 3 al 7 jaar en doen groep 3 voor de eerste keer) te delen door het totaal aantal leerlingen in groep 3 exclusief de kinderen die voor een tweede keer in groep 3 zitten.
Op nbs Burgst is een procedure “vertragen/ versnellen” ontwikkeld. Deze procedure wordt gehanteerd als een document in ontwikkeling. Wij doen er dit schooljaar als vorig schooljaar ervaringen mee op. Het zorgteam van nbs Burgst hoopt hierdoor beter zicht te krijgen op het aantal leerlingen dat vanaf groep 2 t/m 8 vertraagt/versnelt. In het schooljaar 2010-2011 zal er geëvalueerd worden en indien nodig de procedure bijgesteld worden. Daarnaast worden alle individuele situaties van vertragen/versnellen besproken in het zorgteam. Bij de overgang naar groep 3 worden de leerlingen die minder dan twee jaar kleuteronderwijs krijgen opgenomen in de procedure vertragen/versnellen. In principe kan een leerling niet zomaar een leerjaar overslaan omdat deze zich “verveelt” of te weinig uitdaging vindt in de leerstof van dat leerjaar. Ook hier zal de procedure vertragen/versnellen van toepassing zijn. Hiermee proberen wij de motivatie om leerlingen eventueel versneld door te laten gaan ook goed te onderbouwen.
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
Het blijkt dat het hanteren van percentages over zittenblijven en kleuterverlenging in het onderzoek rapportage van de inspectie leidt tot verwarring. Daarom is besloten geen percentages meer als referentiegetallen op te nemen in de rapportage. Om zicht te blijven houden op aantallen neemt Burgst deze getallen wel op in de onderstaande tabel.
109
6.2 Tabel: Langer dan 8 jaar (norm 5%) Jaar Aantal Aantal 1 oktober leerlingen leerlingen
norm%
School%
Afwijking
5% 5% 5%
2,48 1,35 2,05
-2,52 -3,65 -2,95
ouder dan 12
723 666 634
6.3 Tabel: Verlenging (2) Jaar Aantal Aantal LLGr3 ZB 08-09 91 2 09-10 79 0 10-11 77 3
18 9 13
Totaal
1-10 7 jaar 8 3 5
89 79 74
6.4 Tabel Zittenblijven groep 3 t/m 8 Jaar Aantal Gr3 Gr4 Gr5 LL 08-09 723 2 09-10 666 3 2 10-11 634 2 2 2
6.5 Tabel Versnellen groep 1 t/m 8 C.B. Jaar Aantal Gr1 Gr2 Gr3 LL 0809 723 1 0910 666 1 2 1011 634 2
Gr6
1
Norm 12% -3,1 -8,2 -5,2
8,9 3,8 6,8
Gr7
1 1
Gr4
%
Gr8
3
Gr5
1
Gr6
Gr7
TT
%
2 5 10
0,27 0,75 1,57
Gr8
TT 1 5 2
Norm 2% -1,73 -1,25 -0,43
% 0,13 0,75 0,31
6.6 Analyse • De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van acht jaar. • De school voldoet in hoge mate aan deze indicator. Het aantal zittenblijvers is met 1,57% onder de norm van 2%. Er is wel een verdubbeling t.o.v. schooljaar 2009-2010. We denken dat er jaarlijks schommelingen zullen zijn. • In schooljaar 2010-2011 was het aantal leerlingen ouder dan 12 jaar 2,05%. Dat laat een positieve afwijking van -2,95% van de norm 5% zien. • Ook op het gebied van kleuterverlenging scoort Burgst beduidend onder de norm ( norm is 12%, Burgst is 6,8%) Ook in groep 3 zien we een laag percentage zittenblijvers. We denken dat we m.b.v. de KIJK en ervaren leerkrachten in de kleutergroepen de leerlingen goed in beeld hebben. 6.7 Verbeterpunten: • Een jaarlijkse analyse maken van de zittenblijvers en versnellers. • Het op termijn aanpassen van het beleid ‘vertragen / versnellen’ door onderzoeken van: o de kindkenmerken van kinderen die de procedure doorlopen • Het publiceren van het percentage zittenblijvers in de schoolgids.
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
08-09 09-10 10-11
110
Paragraaf 7 Adviezen voortgezet onderwijs Indicator
De adviezen van de leerlingen voor het vervolgonderwijs zijn in overeenstemming met de verwachtingen op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie
7.1 Stand van zaken De begeleiding van de overgang van de Burgstleerlingen naar het voortgezet onderwijs. Informatie voor het advies Om tot een verantwoorde schoolkeuze te komen, is er informatie nodig. Die informatie halen we uit: - het leerlingvolgsysteem(LVS) - de methodetoetsen - School Vragenlijst (SAQI: wordt digitaal afgenomen) - het Drempelonderzoek - en eventueel het schoolkeuzeonderzoek (NIO=Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau) - observatie van de groepsleerkracht(en) Het leerlingvolgsysteem Dit systeem bestaat uit een aantal toetsen op het gebied van taal en rekenen. Het zijn landelijke toetsen die niet bij een bepaalde leermethode horen, meestal van het Cito (Centraal Instituut voor ToetsOntwikkeling), waarbij de uitslagen landelijk vergeleken kunnen worden. De toetsen worden de hele schoolloopbaan afgenomen, dus van groep 1 t/m 8. Daarnaast wordt een kind gevolgd met een leerlingvolgsysteem voor gedrag.
SAQI De SAQI (School Attitude Questionnaire Internet) is een interactieve test die gebaseerd is op de SchoolVragenLijst (SVL). De SAQI geeft informatie over hoe een leerling de school ervaart: de motivatie voor de schoolvakken, de tevredenheid met de school en het zelfvertrouwen waarmee de schooltaken worden uitgevoerd. Het is een test waar het kind niet voor hoeft te leren, de test wordt individueel en digitaal afgenomen en zal ongeveer 30 minuten in beslag nemen. De auditieve aanbieding: Bij de auditieve aanbieding kunnen de leerlingen het ‘luidsprekertje’ aanklikken om de teksten en vragen ook te horen. Zij hebben dan geen last van beperkingen van de leessnelheid. De instructie en de vragen/stellingen zijn zo beter te begrijpen. Het antwoorden gaat sneller en de kwaliteit van de antwoorden wordt daardoor hoger. De adaptieve aanbieding: Bij de adaptieve aanbieding berekent het programma na ieder antwoord van een leerling de score om vervolgens het best passende item aan te bieden. Items die niet van toepassing zijn op een leerling worden niet meer aangeboden. Iedere leerling krijgt a.h.w. zijn/haar eigen test, die het best is toegesneden op zijn/haar houding. De SAQI is goedgekeurd door de Cotan, een commissie die de kwaliteit van tests en testgebruik in Nederland beoordeelt. De SAQI wordt eind groep 7 voor het eerst afgenomen .
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
Methodetoetsen Bij de methoden die op school gebruikt worden, horen toetsen waarmee de leerkracht kan meten wat de vorderingen zijn. Ze worden gebruikt voor rekenen, taal en de zaakvakken zoals aardrijkskunde, biologie en geschiedenis. Het zijn voornamelijk de toetsen uit groep 7 en 8 die in het schoolkeuzeproces betrokken worden.
111
N.a.v. de analyse van de uitslag wordt planmatig gehandeld middels het groepsplan werkhouding en sociaal-emotioneel. Eind groep 8 wordt de SAQI eventueel weer afgenomen en worden de plannen geëvalueerd. Het schoolkeuzeonderzoek (wordt na overleg bij een aantal kinderen afgenomen in groep 8) Als de 3 bovengenoemde informatiebronnen niet voldoende zekerheid geven, wordt er voor die kinderen een schoolkeuzeonderzoek aangevraagd. Het kan zijn, dat de betrokken leerkracht het nog niet (zeker) weet, maar ook de ouders kunnen aangeven, dat ze het niet met het voorlopige advies eens zijn of flinke twijfels hebben. Het is een groepsgewijs afgenomen intelligentietest waarmee de psycholoog, die de test afneemt, een schoolkeuzeadvies uitbrengt. Het onderzoek wordt rond de herfstvakantie afgenomen in groep 8. Het Drempelonderzoek (wordt bij alle leerlingen afgenomen in groep 8) Het Drempelonderzoek 678 geeft aan welke leervorderingen er zijn op de onderdelen spelling, begrijpend lezen, technisch lezen, inzichtelijk rekenen en woordenschat. Onze basisschool heeft aangegeven mee te willen doen aan de collectieve afname, waarbij de leerlingen in hun eigen schoolomgeving de toets kunnen maken. Het Regionaal Samenwerkingsverband Breda e.o. biedt aan om de toets op de basisschool bij alle schoolverlaters af te nemen. Het zwaartepunt van de afname ligt tussen herfstvakantie en Kerst. Het Drempelonderzoek wordt gebruikt door scholen voor voortgezet onderwijs in de maanden voor de zomervakantie om aangemelde leerlingen vanuit het basisonderwijs zorgvuldiger te kunnen plaatsen.
Aanmelding bij het voortgezet onderwijs De ouders moeten zelf hun kind aanmelden bij een school voor voortgezet onderwijs. U wordt hiervoor uitgenodigd door het voortgezet onderwijs. Zij nodigen u op 2 dagen uit om de aanmelding te doen en de bijbehorende formulieren af te leveren. Deze dagen zullen op tijd aan u worden doorgegeven. (zie ook pagina 5 van deze brief) De ouders krijgen het onderwijskundig rapport , samen met de uitslag van de Eind Citotoets, in een envelop aangeleverd. Dit leveren zij zelf in bij de school van aanmelding. Daarna krijgt de school bericht. De Eind Citotoets Deze toets wordt op de meeste scholen in Nederland gebruikt om te meten wat het kind nu eigenlijk heeft geleerd op de basisschool. De score die uit de toets komt, noemen we de standaardscore en is voor alle kinderen in Nederland, die hebben meegedaan, vergelijkbaar. De score ligt tussen 500 en 550. Hoe hoger de score, hoe beter de toets is gemaakt. Een kind in Groningen met een score van 538 heeft het net zo goed gedaan als een kind in Breda met dezelfde score. Sommige scholen voor voortgezet onderwijs in Breda hechten veel waarde aan de uitslag en vragen een bepaalde score om aangenomen te kunnen worden. Toch blijft het advies van de basisschool het belangrijkst. Als de leerkracht van de basisschool kan aantonen of verklaren waarom de score op de
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
Het onderwijskundig rapport (OKR) Als de school weet welk advies er zal worden uitgebracht, worden de ouders hiervan op de hoogte gesteld. Dit gebeurt in een gesprek met de ouders. Dit gesprek gebeurt aan de hand van een onderwijskundig rapport (OKR). Dit wordt door de leerkracht gemaakt en hierin staan de bevindingen van de school en het advies voor een schooltype in het voortgezet onderwijs. De ouders kiezen vervolgens een school, die dat schooltype heeft. Wat gebeurt er als ouders het niet eens zijn met het schooladvies? De ouders krijgen de ruimte om hun eigen mening toe te voegen aan het OKR. De ouders ondertekenen het OKR altijd voor gezien.
112
Eind Cito wat lager is uitgevallen, zal de school voor voortgezet onderwijs meestal het advies van de leerkracht/school overnemen. De score van deze toets wordt door Burgst dan ook gezien als een bevestiging van het eigen schooladvies. In de meeste gevallen klopt dit ook; als er toch een verschil is, wordt dit alsnog bekeken en besproken. Meestal wordt de toets in februari afgenomen. Een paar weken ervoor wordt een oefentoets afgenomen; daarvoor wordt meestal de toets van het jaar ervoor gebruikt. De kinderen kunnen dan wennen aan de vraagstelling en er is al een indicatie voor de te verwachten uitslag op de echte toets. Informatie voor de ouders Om ouders te informeren over de mogelijkheden in het voortgezet onderwijs, zijn er een aantal informatiemomenten: - de informatieavond van Burgst aan het begin van het schooljaar. - de gesprekken n.a.v. (voorlopig) adviesgesprekken en evt. schoolkeuzeonderzoek. - de Centrale Voorlichtingsdagen en de open dagen in het voortgezet onderwijs. De informatieavonden van groep 8 op Burgst Op de informatieavond van groep 8 wordt niet alleen algemene informatie over de groep gegeven, maar de leerkrachten geven ook informatie over de verschillende schooltypen die er bestaan in het voortgezet onderwijs. (Praktijkonderwijs, VMBO, HAVO en VWO) Er zal in grote lijnen worden verteld hoe dit onderwijs eruit ziet en waar het gegeven wordt, want geen school biedt alle typen aan. Adviesgesprekken op school Aan het eind van groep 7 wordt het eerste en voorlopig schooladvies gegeven. Het voorlopig schooladvies wordt door de ouders voor gezien ondertekend. Het definitieve schooladvies wordt pas in de loop van groep 8 gegeven. In groep 8 volgen er nog gesprekken met de leerkracht, b.v. met de ouders waarvan de kinderen het schoolkeuzeonderzoek hebben gemaakt. Ook daar rolt weer een voorlopig advies uit en is niet het definitieve advies. Voor alle ouders zijn er gesprekken in november en februari. Het gesprek in februari is het definitieve adviesgesprek. Het kan alleen nog beïnvloed worden door een sterk afwijkende uitslag bij de Eind Citotoets. Tijdens al deze gesprekken wordt u in de gelegenheid gesteld om vragen te stellen, die betrekking hebben op advies, schooltypen en scholen.
Procedure bij afwijkende prestaties Eind-Citotoets: • Er zijn 2 toetsmomenten; de proef-Cito en de officiële Eind Citotoets. Op het moment dat de resultaten van de officiële eind CITO toets opvallend afwijkt van de verwachtingen zien we de proef CITO als een second opinion. • Tevens zien we het afgenomen Drempelonderzoek als extra informatie die gebruikt kan worden op het moment dat het resultaat van de eind CITO toets sterk afwijkt van de verwachtingen. • In incidentele gevallen (bijv. een leerling wordt tijdens de afname ziek) kan de Eind CITO toets opnieuw worden afgenomen en handmatig gescoord worden. Dit wordt apart vermeld. De Centrale Voorlichting en de open dagen in het voortgezet onderwijs Het voortgezet onderwijs biedt ouders de mogelijkheid om informatie te halen en doet dat op 2 manieren. Allereerst zijn er de Centrale Voorlichtingsdagen voor leerlingen uit groep 8 en hun ouders. Meestal wordt deze voorlichting op een dinsdag- en woensdagavond in januari gegeven in het gebouw van het Florijncollege aan de Wilhelminasingel.
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
Advies stemt niet overeen met de toetsgegevens: Op het moment dat het advies niet overeen stemt met het beeld vanuit het LVS, de Eind Citotoets en het Schoolkeuzeonderzoek wordt dit onderbouwd in het onderwijskundig rapport (OKR).
113
Behalve dat er algemene voorlichting gegeven wordt zal er ook een informatiemarkt van de deelnemende Bredase scholen van het voortgezet onderwijs zijn. Zij presenteren zich dan naast elkaar en ouders kunnen alle vragen stellen die zij hebben en dat aan meerdere scholen tegelijk. Ook zijn er 2 open dagen (zaterdagen) waarop ouders zelf naar de scholen toe kunnen. Zij mogen vrij door de school lopen en meestal worden er ook rondleidingen verzorgd. Ook dan kunt ouders weer alle vragen stellen die zij hebben. De leerlingen van groep 8 gaan ook in klassenverband onder schooltijd op bezoek bij verschillende scholen. Hierbij kunnen ouders als begeleider meefietsen Daarnaast is er voor ouders veel informatie te halen op internet. Enkele websites met informatie zijn: http://www.vobreda.nl http://proto.thinkquest.nl/~jrc040/ http://www.kennisnet.nl/ http://www.cito.nl/po/ouders/eind_fr_dvd.htm
7.2 Tabel Adviezen VO Advies 20042005 PRO VSO VMBO-BB VMBO-KB VMBO-GL VMBO-TL VMBO-T/Havo Havo Havo/VWO VWO Totaal lln.
3
3,4 % 13 14,9% 4 4,6% 15 17,2% 7 8,1% 18 20,7% 14 16,2% 13 14,9% 87
20052006
20062007 2
8 7,6% 4 3,8% 3 2,9% 15 14,3% 24 22,8% 4 3,8% 26 24,8% 21 20% 105
20072008
20082009
20092010
2% 12 11,8% 5 4,9% 3 2,9% 19 18,6% 22 21,5% 7 6,8% 15 14,7% 17 16,6% 102
3 3,3% 6 6,6% 1 1,1% 12 13,2% 25 27,5% 8 8,8% 16 17,6% 20 22% 91
5 4,6% 6 5,5% 10 9,2% 12 11% 22 20,2% 8 7,3% 30 27,5% 16 14,7% 109
4 4,4% 2 2,2% 3 3,3% 15 16,6% 10 11,1% 11 12,2% 28 31,1% 17 18,9% 90
20102011 1 1,3% 1 1,3% 7 9%
19 24,4% 8 10,3% 16 20,5% 12 15,4% 14 17,9% 78
Beoordeling De adviezen van de leerlingen voor het vervolgonderwijs zijn in overeenstemming met de verwachtingen op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie
4,00
De school beschikt over een overzicht met de verwachtingen t.a.v het 4,00 vervolgonderwijs De uitstroom van leerlingen naar het vervolgonderwijs past bij de geformuleerde 4,00 verwachtingen
4
4
0,00
4
4
0,00
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
-
114
7.3 Analyse 2010-2011 Drie groepen hebben deelgenomen aan de eindtoets CITO. In de uitslag van de drie groepen zitten opvallende verschillen. Een groep scoort gemiddeld landelijk niveau 535,1, een groep onder dit niveau 533,7en een groep ruim boven dit niveau 537. De groep die 533, 7 scoort valt tegen op de volgende terreinen: • spelling van niet-werkwoorden -0,4 • Spelling van werkwoorden -1 • Woordenschat -1,4 • Getallen en bewerkingen • Verhoudingen breuken en procenten • Meten, meetkunde, tijd en geld De groep die 535,1 scoort valt tegen op de volgende terreinen: • Schrijven • Spelling van niet-werkwoorden -1 De groep die 537 scoort valt tegen op de volgende terreinen: • Spelling van niet-werkwoorden -0,4 Deze drie groepen gaan we vergelijken op gegevens LVS niet-werkwoorden voorgaande jaren. Daarnaast consultatie met de drie leerkrachten, Intern begeleider en directeur om eens te vergelijken welke interventies leerkrachten hebben toegepast met welk effect. Leren van elkaar.
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
7.4 Verbeterpunten Afname SAQI eind groep 7 en groep 8 analyseren, interventies plegen en borgen.
115
Paragraaf 8
Functioneren in het voorgezet onderwijs
8.1 Stand van zaken Er is overleg tussen leerkrachten groep 8 van Burgst en onderbouwcoördinatie V.O. inzake afstemming onderwijsaanbod. (bijvoorbeeld op het terrein van Engels, Het V.O. denkt met ons mee bij de keuze van een nieuwe methode, het V.O. is op de hoogte van de zelfstandigheid van onze leerlingen). Er is overleg tussen de mentor van de V.O. en de groep 8 leerkrachten op het terrein van voortgangsresultaten van onze uitgestroomde leerlingen. Burgst ontvangt uitdraaien van de resultaten van uitgestroomde leerlingen. Dit gebeurt nog niet consequent vanuit alle VO scholen. Om dit beeld van al onze oud-leerlingen helder te krijgen hebben wij een beroep gedaan op de verschillende scholen van VO in Breda en hen gevraagd naar de situatie van onze oud-leerlingen die nu bij hen op de VO-school zitten. Nog niet van alle scholen krijgen we die gegevens. Eenzelfde vraag naar gestandaardiseerde aanlevering van gegevens is bij het platform Basis Onderwijs Voortgezet Onderwijs (Bovo) neergelegd. Hiervan hebben we nog geen antwoord gekregen. Deze resultaten worden door de groep 8 leerkrachten bekeken, vooral naar de balans in advies en schoolloopbaan leerling. De groep 8 leerkracht volgt bij oud-zorgleerlingen of zij het volgens verwachting doen in het V.O. op het cognitieve en sociaal emotionele terrein.
Beoordeling De leerlingen functioneren naar verwachting in het vervolgonderwijs
3,75
De school onderhoudt systematische contacten met VO-scholen
4,00
4
4
0,00
De school ontvangt rapportages m.b.t. haar oud-leerlingen van de vervolgscholen
3,00
3
3
0,00
De school analyseert regelmatig de resultaten i.r.t. het vervolgonderwijs
4,00
4
4
0,00
4,00
4
4
0,00
4,00
4
4 0,00
De school analyseert regelmatig de plaatsing van de leerlingen i.r.t. de verwachtingen en de resultaten De school beschikt over gegevens waaruit blijkt, dat de oud-leerlingen zich goed handhaven in het vervolgonderwijs
Leerlingen
Gestart op:
Afdeling
Groep 8
Zit nu in:
Leerling 1
Berkenhof
svo
08MO
Leerling 2
Cambreur Dongen
havo/vwo
18SM
havo 3
Leerling 3
Cooth v
vmbo
08SH
vmbo bl 3
Leerling 4
Florijn
vmbo
18SM
vmbo kl 3
Leerling 5
Florijn
vmbo
18SM
uitgeschr.
Leerling 6
Florijn
vmbo
08SH
vmbo kl 3
Leerling 7
Florijn
vmbo
18SM
vmbo gl 3
Leerling 8
Florijn
vmbo
18MB
uitgeschr.
Leerling 9
Florijn
vmbo
18MB
vmbo kl 3
Wijziging1
Wijziging2
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
8.2 Tabel: Uitstroom 2006-2007
116
Florijn
vmbo
08SH
vmbo gl 3
Leerling 11
Florijn
vmbo
18SM
uitgeschr.
Leerling 12
Florijn
vmbo
G8ES
vmbo kl 3
Leerling 13
Graaf
havo/vwo
18SM
havo 3
Leerling 14
Graaf
vmbo
18MB
havo 3
Leerling 15
Graaf
vwo
18SM
ath 3
Leerling 16
Graaf
vmbo
18MB
vmboTL 3
Leerling 17
Graaf
vmbo/havo
08SH
vmboTL 3
Leerling 18
Graaf
vmbo/havo
18SM
havo 3
Leerling 19
Graaf
havo/vwo
G8ES
havo 3
Leerling 20
Graaf
vmbo/havo
18SM
havo 3
Leerling 21
Graaf
vmbo
08SH
vmboTL 3
Leerling 22
Graaf
havo/vwo
18SM
ath 3
Leerling 23
Graaf
vmbo
18SM
vmboTL 3
Leerling 24
Graaf
vmbo
18MB
havo 3
Leerling 25
Graaf
vmbo/havo
G8ES
havo 3
Leerling 26
Graaf
vmbo
18MB
vmboTL 3
Leerling 27
Graaf
vmbo
18MB
vmboTL 3
Leerling 28
Graaf
vmbo/havo
08SH
uitgeschr.
Leerling 29
Graaf
vmbo/havo
G8ES
havo 3
Leerling 30
Graaf
vmbo/havo
08MO
vmboTL 3
Leerling 31
Graaf
vmbo/havo
08MO
havo 3
Leerling 32
Graaf
vmbo
08SH
vmboTL 3
Leerling 33
Graaf
havo
18MB
havo 3
Leerling 34
Graaf
havo/vwo
G8ES
havo 3
Leerling 35
Graaf
vmbo/havo
G8ES
havo 3
Leerling 36
Graaf
vmbo/havo
08SH
ath 3
Leerling 37
Graaf
vmbo/havo
18MB
havo 3
Leerling 38
Graaf
vmbo
18MB
vmboTL 3
Leerling 39
Luzac
havo/vwo
08SH
mavo 3
Leerling 40
Markenhage
havo/vwo
18SM
havo 3
Leerling 41
Markenhage
havo/vwo
18SM
vwo 3
Leerling 42
Markenhage
vmbo/havo
08MO
havo 3
Leerling 43
Markenhage
vmbo
08SH
vmbo GL 3
Leerling44
Markenhage
havo/vwo
G8ES
havo 3
Leerling 45
Markenhage
vmbo/havo
08MO
havo 3
Leerling 46
Markenhage
vmbo/havo
08MO
havo 3
Leerling 47
Markenhage
vmbo/havo
18MB
mavo 3
Leerling 48
Markenhage
vmbo/havo
G8ES
mavo 2
Leerling 49
Markenhage
havo/vwo
18SM
havo 3
Leerling 50
Markenhage
vmbo/havo
08SH
havo 3
Leerling 51
Markenhage
havo/vwo
08MO
havo 3
Leerling 52
Markenhage
vmbo/havo
18MB
9B vrije school
Leerling 53
Markenhage
vwo
18SM
ath 3
hoger
hoger
hoger
lager Nassau Prinsentuin
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
Leerling 10
117
Markenhage
havo/vwo
18SM
ath 3
Leerling 56
Markenhage
vwo
G8ES
ath 3
Leerling 57
Markenhage
havo/vwo
08SH
havo 3
Leerling 58
Markenhage
vmbo/havo
18SM
mavo 3
Leerling 59
Markenhage
vmbo/havo
18SM
havo 3
Leerling 60
Markenhage
havo/vwo
08SH
havo 3
Leerling 61
Markenhage
vmbo/havo
08MO
vmbo TL 3
Leerling 62
Markenhage
vwo
08MO
havo 3
Leerling 63
Mencia
havo/vwo
08SH
gym 3
Leerling 64
Mencia
havo/vwo
G8ES
ath 3
Leerling 65
Mencia
havo/vwo
08SH
gym 3
Leerling 66
Mencia
havo/vwo
08MO
ath 3
Leerling 67
Michael
vmbo
08SH
vmboTL ?
Leerling 68
Nassau
vwo
18MB
havo 3
Leerling 69
Newman
havo/vwo
08SH
havo 3
Leerling 70
Newman
havo/vwo
08MO
ath 3
Leerling 71
Newman
havo/vwo
18SM
mavo 3
Leerling 72
Newman
havo/vwo
08SH
uitgeschr.
Leerling 73
Newman
havo/vwo
08SH
ath 3
Leerling 74
Newman
havo/vwo
18MB
ath 3
Leerling 75
Newman
havo/vwo
18MB
ath 3
Leerling 76
Newman
havo/vwo
08MO
havo 3
Leerling 77
Newman
havo/vwo
08SH
havo 3
Leerling 78
Newman
havo/vwo
18MB
havo 3
Leerling 79
OLV
havo/vwo
08SH
ath 3
Leerling 80
OLV
havo/vwo
G8ES
gym 3
Leerling 81
OLV
havo/vwo
08SH
ath 3
Leerling 82
Orion
havo/vwo
18MB
vwo 3
Leerling 83
Princentuin
vmbo
18MB
vmbo Gl 3
Leerling 84
Princentuin
vmbo
18MB
vmbo GL 3
Leerling 85
Princentuin
vmbo
08SH
vmbo GL 3
Leerling 86
Princentuin
vmbo
18MB
vmbo GL 3
Leerling 87
Princentuin
vmbo
G8ES
vmbo BL 3
Leer;ing 88
Princentuin
vmbo
08SH
vmbo BL 3
Leerling 89
Rotonde
vmbo
18SM
vmbo TL 3
Leerling 90
Stedelijk gym
vwo
G8ES
gym 3
Leerling 91
Stedelijk gym
vwo
08SH
gym 3
Leerling 92
Stedelijk gym
vwo
18MB
gym 3
Leerling 93
Stedelijk gym
vwo
18SM
gym 3
Leerling 94
Stedelijk gym
vwo
G8ES
gym 3
Leerling 95
Tessenderland
vmbo
G8ES
vmboBL 3
Leerling 96
Tessenderland
vmbo
08SH
vmboBL 3
Leerling 97
Tessenderland
vmbo so
G8ES
uitgeschr.
Graaf lager
lager
lager
Graaf
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
Leerling 54 Leerling 55
118
Leerling 98
Tessenderland
vmbo
08SH
vmboKL 3
Leerling 99
Tessenderland
vmbo
G8ES
uitgeschr.
Leerling 100
Tessenderland
vmbo
18MB
vmboKL 3
Leerling 101 hoger dan uitstroom lager dan uitstroom
Tessenderland
vmbo
08MO
vmboBL 3
3% 4%
Tabel: Uitstroom 2007-2008 Gestart op:
Afdeling
Groep 8
Zit nu in:
Leerling 1
Florijn
vmbo kbl
08MO
vmbo kl 3
Leerling 2
Florijn
vmbo kl
18ES
vmbo kl 3
Leerling 3
Florijn
BBL/Lwoo
08MO
vmbo kl 3
Leerling 4
Graaf
vmboTL
18SH
havo 3
Leerling 5
Graaf
vmbo/havo
08MB
havo 3
Leerling 6
Graaf
vwo
18ES
ath 3
Leerling 7
Graaf
vmboTL
08MO
havo 3
Leerling 8
Graaf
vwo
18ES
ath 3
Leerling 9
Graaf
vmbo TL
18ES
mavo 2
Leerling 10
Graaf
vwo
18SH
ath 3
Leerling 11
Graaf
vmbo TL
18ES
vmboTL 3
Leerling 12
Graaf
vwo
18SH
ath 3
Leerling 13
Graaf
havo/vwo
18SH
havo 3
Leerling 14
Graaf
havo
08MB
havo 3
Leerling 15
Graaf
vmbo/havo
08MO
havo 3
Leerling 16
Graaf
vwo
08MO
ath 3
Leerling 17
Graaf
vmbo TL
08MB
vmboTL 3
Leerling 18
Graaf
havo
18ES
havo 3
Leerling 19
Graaf
vmboTL
18ES
vmboTL 3
Leerling 20
Graaf
havo
08MB
ath 3
Leerling 21
Graaf
vmbo/havo
18SH
mavo 2
Leerling 22
Graaf
vmbo/havo
08MO
ath 3
Leerling 23
Graaf
vmboTL
18ES
vmboTL 3
Leerling 24
Graaf
vmboTL
18ES
vmboTL 3
Leerling 25
Graaf
vmbo kbl
08MO
vmboKL 3
Leerling 26
Graaf
vmbo/havo
18SH
havo 3
Leerling 27
Graaf
vmbo/havo
08MO
havo 3
Leerling 28
Graaf
havo
18ES
vmboTL 3
Wijziging1
Wijziging2
hoger
hoger
hoger hoger
Florijn
lager
Leerling 29
Graaf
havo
08MO
havo 2
Leerling 30
Graaf
vmboTL
18SH
havo 3
hoger
Leerling 31
Graaf
vmbo TL
08MB
havo 3
hoger
Leerling 32
Graaf
vwo
08MO
ath 3
Leerling 33
Graaf
vmbo/havo
18SH
havo 3
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
Leerlingen
119
Graaf
vwo
18ES
ath 3
Leerling 35
Graaf
vmboTL
18SH
vmboTL 3
Leerling 36
Graaf
havo
08MO
havo 3
Leerling 37
Graaf
havo
08MO
havo 3
Leerling 38
KSE Etten-Leur
havo/vwo
18ES
ath 3
Leerling 39
Markenhage
havo/vwo
08MB
uitgeschr.
Leerling 40
Markenhage
vmbo/havo
08MB
mavo 2
Leerling 41
Markenhage
havo
18ES
havo 3
Leerling 42
Markenhage
vmbo/havo
18ES
havo 3
Leerling 43
Markenhage
vmbo/havo
18SH
havo 3
Leerling 44
Markenhage
havo
08MO
havo 3
Leerling 45
Markenhage
havo/vwo
18SH
havo 3
Leerling 46
Markenhage
vwo
18SH
ath 3
Leerling 47
Markenhage
vwo
18SH
havo 3
Leerling 48
Markenhage
havo/vwo
18SH
ath 3
Leerling 49
Markenhage
vwo
18SH
ath 3
Leerling 50
Markenhage
havo/vwo
08MB
havo 3
Leerling 51
Markenhage
vmbo/havo
18SH
mavo 2
Leerling 52
Markenhage
havo
18ES
havo 3
Leerling 53
Markenhage
vwo
18SH
ath 3
Leerling 54
Markenhage
havo/vwo
18SH
havo 3
Leerling 55
Markenhage
vmbo/havo
08MB
mavo 3
Leerling 56
Mencia
havo/vwo
08MO
ath 3
Leerling 57
Mencia
havo
08MO
ath 3
Leerling 58
Mencia
vwo
08MO
gym 3
Leerling 59
Mencia
vwo
18ES
ath 3
Leerling 60
Mencia
havo/vwo
18ES
gym 2
Leerling 61
Mencia
havo/vwo
08MB
havo 2
Leerling 62
Michael
vmbo GL/TL
18SH
havo/vwo
Leerling 63
Nassau
vwo
08MB
vwo tt 3
Leerling 64
Nassau
vwo
08MO
vwo tt 3
Leerling 65
Nassau
vmbo TL
08MB
mavo 3
Leerling 66
Newman
vmboTL
08MO
havo 3
Leerling 67
Newman
vmboTL
08MO
mavo 3
Leerling 68
Newman
havo/vwo
08MO
gym 3
Leerling 69
Newman
havo
18ES
havo 3
Leerling 70
Newman
havo
18ES
gym 3
Leerling 71
Newman
vmboTL
08MO
uitgeschr.
Leerling 72
Newman
vwo
08MB
gym 3
Leerling 73
Newman
vmboTL
08MO
mavo 3
Leerling 74
Newman
vmboTL
08MO
havo 3
Leerling 75
Newman
vwo
08MO
gym 3
Leerling 76
Newman
havo
18ES
havo 3
Leerling 77
Newman
vmboTL
08MO
mavo 3
Nassau
lager
hoger
hoger
hoger
hoger
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
Leerling 34
120
Leerling 78
Newman
vmbo/havo
08MO
havo 3
Leerling 79
Newman
vmboTL
08MO
mavo 3
Leerling 80
OLV
havo/vwo
08MB
ath 3
Leerling 81
OLV
havo/vwo
08MB
ath 3
Leerling 82
OLV
havo/vwo
08MB
ath 3
Leerling 83
Princentuin
vmbo KL
08MB
vmbo kb 3
Leerling 84
Princentuin
vmbo kl
18ES
vmbo kb 3
Leerling 85
Princentuin
vmbo gl
18SH
vmbo kb 3
Leerling 86
Rotonde
vmboTL
18ES
vmbo TL
Leerling 87
Stedelijk Gym
vwo
18SH
gym 3
Leerling 88
Stedelijk Gym
vwo
08MO
gym 3
Leerling 89
Tessenderlandt
BBL/Lwoo
08MO
vmboBL 3
Leerling 90
Tessenderlandt
vmbo kl
18ES
vmboKL 3
Leerling 91 hoger dan uitstroom lager dan uitstroom
Tessenderlandt
vmbo bbl
08MB
vmboBL 3
9,10% 1,82%
8.3 Analyse Burgst ontvangt van het VO rapportages gedurende een aantal jaren. Wanneer de leerling de overstap naar een andere afdeling of naar een andere school gaat of de school vroegtijdig verlaat, wordt dat niet als zodanig gerapporteerd aan de basisschool van herkomst. Alleen met een hoge mate van scherpzinnigheid valt dat op te maken uit eventuele vervolgoverzichten. Op dit moment is het voor Burgst eenvoudiger gegevens bij te houden volgens bovenstaande tabel. Uit deze tabellen mogen wij concluderen dat :
2007-2008 • leerlingen van de zijn overgestapt naar een hoger niveau = 9,1 % • leerlingen van de zijn overgestapt naar een lager niveau = 1,82 % • leerlingen van de zijn gebleven op hetzelfde niveau = 89,08 % Dat betekent dat 98,08 % van onze oud leerlingen op het adviesniveau of hoger zitten na drie jaren Voortgezet onderwijs 8.4 Verbeterpunten Verzoek aan de scholen voor voortgezet onderwijs om de basisschool te rapporteren over de plaats van de oud-leerlingen na drie jaar VO te hebben gevolgd. Hier ligt een mogelijke taak voor de BOVO commissie. Op dit moment moet je er als basisschool nog te veel achteraan.
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
2006-2007 • leerlingen van de zijn overgestapt naar een hoger niveau = 3% • leerlingen van de zijn overgestapt naar een lager niveau = 4% • leerlingen van de zijn gebleven op hetzelfde niveau = 93 % Dat betekent dat 96 % van onze oud leerlingen op het adviesniveau of hoger zitten na drie jaren Voortgezet onderwijs
121
Paragraaf 9
Verbeterplan HGW
Stappenplan 1. November 2010: Specifiek: Wat zijn belemmerende en compenserende factoren van een leerling. Vooral aandacht voor factoren binnen het kind (lichamelijk, gedrag, leren).Het groepsoverzicht wordt gevuld. Meetbaar: Leerkrachten maken een start met het omschrijven van compenserende en belemmerende factoren. Acceptabel: Dit is een logisch vervolg op het groepsoverzicht zoals we het hadden; iedereen krijgt uitleg door een adviseur van Edux over het waarom van het groepsoverzicht. Realistisch: Er moet een heel jaar tijd voor zijn; ieder mag hier op eigen niveau aan werken met evt hulp van een collega. Tijd: Einde van dit schooljaar zijn voor alle kinderen de belemmerende + stimulerende factoren + de algemene onderwijsbehoeften op een acceptabel niveau ingevuld.
3. Oktober/November 2011: S: De leerlijn ontluikende geletterdheid/aanvankelijk lezen/voortgezet lezen wordt besproken + alle leerlingen in de groep worden vergeleken met deze leerlijn; waar zit een ieder op deze lijn en wat zijn evt. specifieke onderwijsbehoeften? Wat moet er in het groepsplan staan en wat in de hulpplannen? Hoe maak je gebruik van de algemene onderwijsbehoeften? Hoe pas jij je handelen aan naar de onderwijsbehoeften van een leerling? M: Leerkrachten omschrijven de specifieke onderwijsbehoeften w.b. ontluikende geletterdheid /aanvankelijk lezen/voortgezet lezen. A: Adviseur van Edux + zorgteam begeleidt het team in het proces; het zorgteam bekwaamt zich in oplossingsgerichte gesprekstechniek; alle voorgaande stappen worden geborgd. R: Tot einde schooljaar kan hieraan gewerkt worden T: Einde schooljaar zijn de specifieke doelen voor lezen ingevuld in het groepsoverzicht + zijn de groepsplannen aangepast. 4. Maart/april 2012: S: De leerlijn begrijpend luisteren/begrijpend lezen wordt besproken + alle leerlingen in de groep worden vergeleken met deze leerlijn; waar zit een ieder op deze lijn en wat zijn evt. specifieke onderwijsbehoeften? Wat moet er in het groepsplan staan en wat in de hulpplannen? Hoe maak je gebruik van de algemene onderwijsbehoeften? Hoe pas jij je handelen aan naar de onderwijsbehoeften van een leerling?
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
2. Maart 2011: S: Vervolg invullen groepsoverzicht; bepalen algemene onderwijsbehoeften; naast factoren binnen het kind (lichamelijk, gedrag, leren) vooral aandacht aan factoren binnen de school (leerkracht, groep, school) en buiten de school (gezin, vrije tijd, zorg). Hoe stem je af op ouders en leerlingen; wat heb je nodig om ouders/leerlingen als partner te zien? Hoe pas jij je handelen aan naar de onderwijsbehoeften van een leerling? M: leerkrachten vullen het groepsoverzicht aan met nieuwe informatie. A: adviseur van Edux + zorgteam begeleidt het team in het proces; het zorgteam bekwaamt zich in oplossingsgerichte gesprekstechniek.(zie werkplan zorgteam) R: Tot einde schooljaar is er tijd om hieraan te werken. T: Einde van dit schooljaar zijn voor alle kinderen de belemmerende + stimulerende factoren + de algemene onderwijsbehoeften op een acceptabel niveau ingevuld.
122
M: Leerkrachten omschrijven de specifieke onderwijsbehoeften w.b. begrijpend luisteren/begrijpend lezen A: Adviseur van Edux + zorgteam begeleidt het team in het proces; het zorgteam bekwaamt zich in oplossingsgerichte gesprekstechniek; alle voorgaande stappen worden geborgd. R: Tot einde schooljaar kan hieraan gewerkt worden T: Einde schooljaar zijn de specifieke doelen voor begr.lezen ingevuld in het groepsoverzicht + zijn de groepsplannen aangepast. 5. Oktober 2012: S: De leerlijn auditieve vaardigheden / spellen / werkwoordspelling/ wordt besproken + alle leerlingen in de groep worden vergeleken met deze leerlijn; waar zit een ieder op deze lijn en wat zijn evt. specifieke onderwijsbehoeften? Wat moet er in het groepsplan staan en wat in de hulpplannen? Hoe maak je gebruik van de algemene onderwijsbehoeften? Hoe pas jij je handelen aan naar de onderwijsbehoeften van een leerling? M: Leerkrachten omschrijven de specifieke onderwijsbehoeften w.b. auditieve vaardigheden / spellen / werkwoordspelling A: Adviseur van Edux + zorgteam begeleidt het team in het proces; het zorgteam bekwaamt zich in oplossingsgerichte gesprekstechniek; alle voorgaande stappen worden geborgd. R: Tot einde schooljaar kan hieraan gewerkt worden T: Einde schooljaar zijn de specifieke doelen voor spelling ingevuld in het groepsoverzicht + zijn de groepsplannen aangepast.
7. Oktober 2013: S:De leerlijn ontluikende gecijferdheid/rekenen &wiskunde wordt besproken + alle leerlingen in de groep worden vergeleken met deze leerlijn; waar zit een ieder op deze lijn en wat zijn evt. specifieke onderwijsbehoeften? Wat moet er in het groepsplan staan en wat in de hulpplannen? Hoe maak je gebruik van de algemene onderwijsbehoeften? Hoe pas jij je handelen aan naar de onderwijsbehoeften van een leerling? M: Leerkrachten omschrijven de specifieke onderwijsbehoeften w.b. ontluikende gecijferdheid/ rekenen& wiskunde A: Adviseur van Edux + zorgteam begeleidt het team in het proces; het zorgteam bekwaamt zich in oplossingsgerichte gesprekstechniek; alle voorgaande stappen worden geborgd. R: Tot einde schooljaar kan hieraan gewerkt worden T: Einde schooljaar zijn de specifieke doelen voor rekenen ingevuld in het groepsoverzicht + zijn de groepsplannen aangepast. 8. Maart/april 2014: S: De leerlijn grove en fijne motoriek wordt besproken + alle leerlingen in de groep worden vergeleken met deze leerlijn; waar zit een ieder op deze lijn en wat zijn evt. specifieke
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
6. Maart/April 2013: S: De leerlijn woordenschat/stellen/taalbeschouwing wordt besproken + alle leerlingen in de groep worden vergeleken met deze leerlijn; waar zit een ieder op deze lijn en wat zijn evt. specifieke onderwijsbehoeften? Wat moet er in het groepsplan staan en wat in de hulpplannen? Hoe maak je gebruik van de algemene onderwijsbehoeften? Hoe pas jij je handelen aan naar de onderwijsbehoeften van een leerling? M: Leerkrachten omschrijven de specifieke onderwijsbehoeften w.b. woordenschat /stellen/taalbeschouwing A: Adviseur van Edux + zorgteam begeleidt het team in het proces; het zorgteam bekwaamt zich in oplossingsgerichte gesprekstechniek; alle voorgaande stappen worden geborgd. R: Tot einde schooljaar kan hieraan gewerkt worden T: Einde schooljaar zijn de specifieke doelen voor spelling ingevuld in het groepsoverzicht + zijn de groepsplannen aangepast.
123
onderwijsbehoeften? Wat moet er in het groepsplan staan en wat in de hulpplannen? Hoe maak je gebruik van de algemene onderwijsbehoeften? Hoe pas jij je handelen aan naar de onderwijsbehoeften van een leerling? M: Leerkrachten omschrijven de specifieke onderwijsbehoeften w.b. grove en fijne motoriek A: Adviseur van Edux + zorgteam begeleidt het team in het proces; het zorgteam bekwaamt zich in oplossingsgerichte gesprekstechniek; alle voorgaande stappen worden geborgd. R: Tot einde schooljaar kan hieraan gewerkt worden T: Einde schooljaar zijn de specifieke doelen voor spelling ingevuld in het groepsoverzicht + zijn de groepsplannen aangepast.
schoolplan NBS Burgst-Breda 2011-2015 augustus 2011
BIJLAGE Schoolplan Burgst 2011-2015
9. Oktober 2014: S: Groepsoverzichten en groepsplannen worden in paralleloverleg besproken; doelen worden vastgesteld en in ParnasSys vastgelegd. Iedere parallel wordt volgens een vaste volgorde ingedeeld (groepsoverzicht-lezen/taal/begr.lezen/spelling/rekenen/motoriekgroepsoverzicht enz.) M: in PS staan de doelen omschreven voor de komende periode. A: Het managementteam in samenwerking met het zorgteam begeleidt het team in dit proces R: Dit overleg kan ook al in eerdere jaren starten, afhankelijk van het draagvlak binnen het team. T: dit wordt een vast traject voor overlegmomenten binnen parallel- en bouwvergaderingen.
124