4.8.1 Voedingsbeleid dagopvang en buitenschoolse opvang Directie Juni 2012 Juni 2014
KWALITEITS DOCUMENT
Nummer Titel Verantwoordelijk Versiedatum Evaluatiedatum
Inleiding Kinderopvang Langedijk draagt zorg voor het welbevinden van het kind, vanuit de opvoedingsdoelen zoals vermeld staan in het pedagogisch beleid (document nummer 4.8). Binnen de kinderopvang speelt voeding een belangrijke rol; kinderen eten en drinken om te groeien, gezond te blijven en om er van te genieten. Kinderopvang Langedijk vindt het belangrijk hierbij een ontspannen en gezellige sfeer te creëren. Daarin is geen plaats voor dwang en starre regels, maar stimuleren de pedagogisch medewerkers de kinderen wel tot het proberen van nieuwe producten en het eten van bijvoorbeeld korstjes. Door eten en drinken in alle rust op, een creatieve en flexibele manier, aan te bieden, scheppen de pedagogisch medewerkers de voorwaarden waarin de kinderen optimaal kunnen genieten. Uit pedagogisch oogpunt eten pedagogisch medewerkers met de kinderen mee. De pedagogisch medewerkers dragen door hun eigen voorbeeld normen en waarden over, rond het eten. Zij dragen ook bij aan de sfeer in de groep. De pedagogisch medewerkers eten dezelfde producten als de kinderen. Eten en drinken is ook bij uitstek een sociaal moment. Kinderen leren rekening houden met elkaar en voeren gesprekjes aan tafel. Een kind wordt niet verplicht om te eten of drinken wat hij of zij echt niet lekker vindt; overleg met de ouders/verzorgers is hierbij van groot belang omdat niet alle kinderen in staat zijn dit zelf aan te geven. Kinderen kunnen kiezen uit een bepaald aanbod van voedingsmiddelen. Zo worden zij ook betrokken bij wat ze eten, dit stimuleert de zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Het aanbod van de verschillende producten varieert. Als een kind bepaalde voeding niet mag eten, worden de instructies van de ouder gevolgd. In de werkinstructies die bij dit voedingsbeleid horen, worden handvatten gegeven voor pedagogisch medewerkers om kinderen hierin te ondersteunen en te begeleiden. Tevens wordt in de pedagogische werkplannen de uitvoering van het voedingsbeleid uitvoerig beschreven. Doel Het bieden van een veilige, gezellige, aantrekkelijke en gezonde eetomgeving voor de kinderen, die bijdraagt aan de ontwikkeling van een gezond en gevarieerd eetpatroon. De eetmomenten dragen bij tot de kernwaarden van Kinderopvang Langedijk, namelijk structuur en veiligheid, het ontwikkelen van normen en waarden en het ontwikkelen van sociale en persoonlijke competenties. Het beleid is gebaseerd op de adviezen van het voedingscentrum en geldt voor zowel de kinderdagopvang als de buitenschoolse opvang. Het aanbod voor dagopvang en
Voedingsbeleid 4.8.1 Pagina 1 van 5
buitenschoolse opvang is verschillend. Dit voedingsbeleid is tevens een leidraad voor de gastouders. Onderwerpen 1. Dagritme 2. Samenstelling en variatie 3. Ontwikkeling en zelfstandigheid 4. Presentatie 5. Tafelmanieren 6. Diëten 7. Cultuurgebonden of andere voedingsgewoonten 1. Dagritme Het handhaven van steeds dezelfde structuur op elke willekeurige dag, geeft veel duidelijkheid bij de kinderen; het sluit aan bij hun gevoel van veiligheid. Op deze manier weten kinderen wat er komen gaat; dit geeft veel rust op een dag. Dit geldt ook voor de tijdstippen waarop eten en drinken wordt aangeboden. Globaal komen deze tijdstippen op de kamers binnen de kinderdagverblijven van de SKL overeen. Uitgangspunt daarbij is dat aan het dagritme zodanig is ingesteld, dat er voldoende gelegenheid is om de diverse activiteiten op elkaar aan te laten sluiten. Bij baby’s wordt rekening gehouden met het ritme wat thuis aangehouden wordt. Op deze manier wordt de structuur van thuis doorgevoerd op het kinderdagverblijf. Buitenschoolse opvang Bij de buitenschoolse opvang wordt er in de vakantieperiodes gewerkt met een vakantieschema. Dit betekent dat er kan worden afgeweken van het normale dagritme, bijvoorbeeld bij uitstapjes. 2. Samenstelling en variatie Binnen Kinderopvang Langedijk wordt gekozen voor gezonde voeding; voeding met veel vezels, minder verzadigd vet, minder zout, goede voedingsstoffen, vitamines en zoveel mogelijk zonder suiker en kunstmatige toevoegingen. De kinderen wordt een gevarieerd menu aangeboden dat gebaseerd is op de richtlijnen van het Voedingscentrum. Aanbod van voeding in de verschillende leeftijdscategorieën: Over het algemeen geldt dat het aanbod van eten aan het individuele kind altijd in overleg gaat met de ouder/verzorger. -
0-6 maanden Baby’s van 0-6 maanden wordt Friso 1 flesvoeding aangeboden. Mocht het kind van huis uit andere voeding aangeboden krijgen, levert de ouder dit zelf aan in een juiste portie en in een daarvoor bestemd voedingscontainertje. Dit in verband met de hygiëne en houdbaarheid van de voeding. De ouder wordt verzocht ook een reserve portie mee te geven. Als het kind borstvoeding krijgt, dient dit koel aangeleverd te worden, om bederving te voorkomen. Bij ontvangst plaatsen de pedagogisch medewerkers de borstvoeding direct in de koelkast. De voeding wordt opgewarmd in een
Voedingsbeleid 4.8.1 Pagina 2 van 5
flessenwarmer om zoveel mogelijk voedingsstoffen te behouden. De pedagogische medewerkers volgen hierbij het protocol borstvoeding (document nummer 1.2.10). De ouder kan er ook voor kiezen zelf het kind te voeden op het kinderdagverblijf. -
6-12 maanden Vanaf 6 maanden biedt Kinderopvang Langedijk de kinderen Friso 2 aan en bijvoeding in de vorm van vers gepureerd fruit, rijstebloempap/granenpap en licht bruinbrood. Er is gekozen voor lichtbruin brood omdat dit beter verteerbaar is. De kinderen wordt naast flesvoeding ook water of diksap aangeboden. Vanaf 8 maanden wordt het aanbod van eten wat uitgebreider, in de vorm van een tarwebiscuittje, een kinderkoekje, een soepstengel, rijstwafel, of rozijntjes. Vanaf 10 maanden worden de kinderen gestimuleerd melkproducten te drinken in plaats van flesvoeding. Alleen op verzoek van of in overleg met de ouder wordt Friso 3 aangeboden.
-
12 maanden tot 4 jaar Vanaf 12 maanden krijgen de kinderen bij de lunch een bekertje halfvolle melk (minder vet) of karnemelk. Kinderen die geen melk of karnemelk mogen of lusten wordt diksap of water aangeboden. Vanaf de leeftijd van 12 maanden zal het aanbod van broodbeleg worden uitgebreid en zal er naast het broodje een ruimere keuze zijn uit volkoren crackers en beschuit. Vanaf de leeftijd van ongeveer 18 maanden krijgen de kinderen volkorenbrood, omdat daar meer voedingsvezels, ijzer en vitamine B in zitten dan in lichtbruin brood.
-
4 jaar en ouder Een kind is niet verplicht om te eten of drinken wat het echt niet lekker vindt. Daarom kunnen de kinderen kiezen uit een bepaald aanbod van voedingsmiddelen. Kinderen worden zo ook betrokken bij wat ze eten, dit stimuleert de zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Met het aanbod wordt flexibel omgegaan. Uitgangspunt is dat het kind aan het einde van de dag uit het aangeboden menu, voldoende gevarieerde voeding heeft gekregen.
Bij het kennismakingsgesprek worden de eetgewoonten van het kind met de ouders besproken. Voor het kennismakingsgesprek ontvangt de ouder/verzorger informatie over het voedingsbeleid en de bijbehorende voedingslijst. Hierdoor is de ouder/verzorger op de hoogte van wat er in het kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang aan voeding wordt aangeboden. Tijdens dit gesprek wordt ook de hoeveelheid die een kind nodig heeft besproken. Het voedingsbeleid staat op de website, achter de ouder-inlog. Een enkele keer wordt afgeweken van het vertrouwde aanbod. De aanleiding om bijvoorbeeld een keer pannenkoeken te bakken, tosti’s te maken, of iets extra’s te doen, kan bijvoorbeeld een verjaardag zijn, of gewoon als verrassing. Er kan ook afgeweken worden omdat dit past bij een thema of als activiteit bij bijvoorbeeld open deuren beleid. De kinderen maken dan met elkaar iets lekkers. Voedingsbeleid 4.8.1 Pagina 3 van 5
3. Ontwikkeling en zelfstandigheid Jonge baby’s kunnen alleen drinken als ze daarbij lichamelijk worden ondersteund. Iets oudere baby’s kunnen eten in een (kinder-)stoel en maken kennis met voedsel dat ze kunnen afhappen van een lepel of afbijten en kauwen. Vanaf het moment dat de jongste kinderen een broodje mee-eten, krijgen ze een vorkje aangeboden. Hierdoor wordt de hand-oog coördinatie en de algehele motoriek gestimuleerd. Kinderen leren vanaf de leeftijd van één jaar uit een beker te drinken. Onderzoek heeft uitgewezen dat de spraakontwikkeling gebaat is bij het gebruik van een echte beker. De grotere kinderen worden in de gelegenheid gesteld om zelf een broodje met een eigen (kinder)mes te smeren. In het kader van Startblokken worden kinderen ook betrokken bij de voorbereiding en het afronden van de eetmomenten. Door duidelijk de handelingen en producten te benoemen wordt op deze manier goed taalgebruik bevorderd. Buitenschoolse opvang Bij de buitenschoolse opvang worden de kinderen zoveel mogelijk betrokken bij wat ze eten, dit stimuleert de zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Met het aanbod wordt flexibel omgegaan. Als de situatie daarom vraagt, wordt er zo nodig afgeweken van de regels. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de leeftijdontwikkeling van het kind. Uitgangspunt is dat het kind aan het einde van de dag uit het aangeboden menu, voldoende gevarieerde voeding heeft gekregen. 4. Presentatie De maaltijden en de tussendoortjes worden samen in de groep genuttigd. Er wordt aan de tafel in de groep gegeten. De kinderen krijgen een eigen bord, (kinder)bestek en een beker. In het kader van Startblokken (kinderdagverblijf) eten kinderen ook zelfstandig, in een klein groepje aan tafel, ter bevordering van zelfstandigheid en zelfontwikkeling. Als het lekker weer is, wordt ook wel eens buiten gegeten of, indien het past in een activiteit, op een andere speelse manier; hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een (fantasie) picknick, of met een paar kinderen aan een kleine lage tafel. Buitenschoolse opvang Bij de buitenschoolse opvang wordt de tafel gedekt; brood en vleeswaren e.d. worden gepresenteerd op een schaaltje of in een mandje. 5. Tafelgewoontes Eten is een gezamenlijke activiteit. Het oefenen met bestek, vork en lepel, wordt ook bij de jongste kinderen aangemoedigd. De pedagogisch medewerkers leren de kinderen om te vragen als ze iets willen hebben; op deze manier wordt ook aandacht besteed aan beleefdheidsvormen tijdens de maaltijd. In het kader van startblokken wordt ook tijdens de maaltijd aandacht besteed aan het taalgebruik. Dit komt tot uiting in het specifiek benoemen van producten en handelingen en namen. Er wordt pas gegeten of gedronken als alle kinderen en pedagogisch medewerkers aan tafel zitten. Elke maaltijd binnen het kinderdagverblijf wordt begonnen na een vast ritueel (bijv. het zingen van een “eetlied”). De maaltijd wordt ook weer gezamenlijk afgesloten met een passend ritueel. Voedingsbeleid 4.8.1 Pagina 4 van 5
Buitenschoolse opvang Binnen de buitenschoolse opvang vragen de pedagogisch medewerkers de kinderen op elkaar te wachten met eten. Ieder kind wordt gestimuleerd zijn eigen boterham te smeren. Omdat er op de verticale groepen een groot leeftijdsverschil is, wordt aan de kinderen gevraagd om te wachten met eten totdat iedereen zijn broodje heeft gesmeerd. Zo wordt voorkomen dat oudere kinderen na de maaltijd nog lang moeten wachten op de jongere kinderen. 6. Diëten of allergieën Wanneer een kind bepaalde producten vanwege allergie niet mag eten, zal de pedagogisch medewerkers de instructies van de ouders/verzorgers volgen. Heeft een kind dieetvoeding nodig, dan zal deze voeding door de ouders/verzorgers meegenomen worden. De ouders/verzorgers instrueren de pedagogisch medewerkers over het gebruik daarvan. De pedagogisch medewerkers zal deze instructies volgen. 7. Cultuurgebonden- ,geloofsgebonden- of andere voedingsgewoonten Ouders kunnen andere (cultuurgebonden) voedingsgewoonten gewend zijn dan op het kinderdagverblijf en bij de buitenschoolse opvang gebruikelijk is. Als de ouders willen dat hun eigen voedingsgewoonten voortgezet worden bij de maaltijden van hun kind tijdens de opvang, zullen de pedagogisch medewerkers dat respecteren en uitvoeren, zolang dit praktisch uitvoerbaar is. Bijzondere voedingsmiddelen worden door de ouders meegegeven.
Relevante documenten: 1.2.4.a Werkinstructie voedingsbeleid KDV 1.2.4.b Werkinstructie voedingsbeleid BSO 1.2.4.a Bijlage productenlijst voedingsbeleid KDV 1.2.4.b Bijlage productenlijst voedingsbeleid BSO
Voedingsbeleid 4.8.1 Pagina 5 van 5