Bio 7Yj_[\ Maart 2012 / nummer 15
j_`ZiY^h_\jleehZ[X_ebe]_iY^[edZ[hd[c[h
15.
Belgische biokazen in de prijzen Waarom bio? Resultaten enquête Bio? om in te bijten! Bioweek 2012 Voorstelling QuickWin projecten
Driemaandelijks magazine Maart - April - Mei BioForum Vlaanderen vzw Quellinstraat 42, 2018 Antwerpen v.u. Leen Laenens
Wedstrijd: Op koffie-tour!
Editoriaal
pag 3
Standpunt van de voorzitter
pag 3
Belgische biokazen in de prijzen
pag 4
Waarom bio? Resultaten enquête
pag 6
Is bio rendabel?
pag 8
Hoe bedrijfscontinuïteit verzekeren?
pag 10
Clustering of schaalvergroting
pag 12
Biobedrijfsnetwerken, voor en door boeren
pag 14
Nieuwe wetgeving voedingsclaims
pag 16
Bio? om in te bijten! Bioweek 2012
pag 18
Biogarantieverkooppunt, méér dan bio …
pag 20
QuickWin projecten goedgekeurd
pag 23
Wedstrijd: een heerlijk kopje biokoffie …
pag 24
Stem uit de sector
pag 27
Wat betekent BioForum voor jou? BioForum Vlaanderen is de koepel- en ketenorganisatie van de Vlaamse biologische landbouw- en voedingssector. BioForum vertegenwoordigt en ondersteunt alle ondernemers die in de biologische sector actief zijn. Hiertoe beschikt BioForum over drie afdelingen: afdeling boeren, afdeling verwerkers/verdelers en afdeling verkooppunten die elk een eigen werking ontplooien naar hun respectievelijke achterban. Voor food services (catering, horeca en dergelijke) bestaat nog geen afzonderlinge afdeling; toch wordt voor hen reeds een minimum aan dienstverlening voorzien. Elk van de afdelingen wordt aangestuurd vanuit de sector via stuurgroepen. Ook de Raad van Bestuur bestaat voor het grootste deel uit bedrijfsleiders uit de biosector. Interesse om ook jouw stem te laten horen? Neem contact op met BioForum!
[email protected] of 03 286 92 78.
Colofon
Bio Actief 15 | pag 2
Inhoud
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
Tijdschrift voor de biologische ondernemer
Lay-out: Ogly Doglin’
is een uitgave van BioForum Vlaanderen vzw. Het blad verschijnt 4 keer per jaar.
Foto’s: BioForum, Jan Beddegenoodts, Stefan Jacobs
Redactie: Quellinstraat 42, 2018 Antwerpen
Coverfoto: Jan Beddegenoodts
03/286 92 63,
[email protected] Eindredactie: Geertje Meire en Adje Van Oekelen Werkten mee aan dit nummer: Petra Tas, Marijke Van Ranst, Esmeralda Borgo, An Jamart, Paul Verbeke, Elke Denys, Martine Van Schoorisse, Gert Van Thillo, Koen Dhoore, Lies Couckuyt, Kurt Sannen en Rolle De Bruyne
Cover: Bart en Kathelijne De Beck - De Clercq Druk: Drukkerij De Bie, Duffel Deze publicatie kwam tot stand met de steun van de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling, departement Landbouw en Visserij.
Editoriaal Blijven groeien Op de Algemene Vergadering begin februari ging onze voorzitter ‘bruggenbouwer’ Kurt Sannen officieel van start. Kurt wilt verder kijken dan de grenzen van zijn eigen bedrijf en mee bouwen aan een ijzersterke Vlaamse biosector. BioForum wilt, samen met hem, niet stilzitten. Bio groeit wereldwijd, maar de productie loopt achter. Daarom moeten we nog meer bruggen bouwen, zowel binnen als buiten de sector. Biobedrijfsnetwerken, Bio zoekt Keten, Bio zoekt boer, Bioweek 2012 … het is maar een greep uit onze projecten die kunnen zorgen voor een sterkere bioketen van boer tot consument. Daarnaast worden we overspoeld met frisse ideeën die de duurzame toekomst van bio een steun in de rug geven: Biogrondfonds, QuickWin projecten, vernieuwingen in het Biogarantielastenboek, biologische kaasmakers op internationale wedstrijden … veelbelovende en waardevolle initiatieven die we hier graag in de kijker zetten. Bouw jij mee? het BioForum-team
Standpunt van de voorzitter Een frisse start! Als kersverse voorzitter van BioForum Vlaanderen ben ik zeer dankbaar voor het vertrouwen dat ik gekregen heb van de leden en bestuurders. Ik wil me dan ook ten volle inzetten om de belangen van al onze aangesloten leden te verdedigen en de maatschappelijke rol als koepelorganisatie van de biologische landbouw en voeding waar te maken. Onze Vlaamse biosector heeft nog een enorm groeipotentieel. We staan ver achter op het Europees gemiddelde en moeten hierin ambitieus durven zijn. Deze mogelijkheid om te groeien is goed voor de biosector zelf, maar zeker ook voor een duurzamere samenleving. Het grote pijnpunt, te weinig productie van eigen bodem, moeten we samen met andere landbouworganisaties aanpakken: door de drempels die boeren beletten om te schakelen weg te werken enerzijds én door in te zetten op de ontwikkeling van een sterke keten anderzijds. We zijn hierin goed op weg met onze projecten Bio zoekt Boer en Bio zoekt Keten en willen op deze weg verder gaan. Ook kennisontwikkeling en -verspreiding zijn van groot belang. Uiteraard moeten we de consument blijven warm maken voor de kwaliteiten van bio. De komende tijd staan enkele belangrijke punten op de agenda van BioForum. Vooreerst is er het nieuwe Strategisch Plan Biologische Landbouw. Dankzij dit plan hebben we met de biosector een belangrijke stap voorwaarts kunnen zetten. We moeten op deze ingeslagen weg zeker verdergaan. Maar we mogen daarbuiten ook niet blind zijn voor wat beter kan. Vandaar dat we aan de administratie en het kabinet Peeters stelden dat we liever een nieuw strategisch plan hadden, dan nog voor een jaar het huidige plan verder te zetten. Een ander belangrijk agendapunt is de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de Europese Commissie. Dit zal een grote impact hebben op alle landbouwers. Er heerst voorlopig nog veel onduidelijkheid. Vooralsnog is er weinig visie terug te vinden in de voorstellen van de Europese Commissie voor een echte toekomst voor duurzame landbouw. Als BioForum willen we dat het GLB leidt tot meer agro-ecologische landbouw en socioeconomisch veerkrachtige landbouwbedrijven. Het GLB moet zorgen dat zoveel mogelijk boeren kunnen blijven boeren. Het moet bovendien zorgen voor een versterking van de biologische landbouw. We zullen al het nodige doen om dit waar te maken.
De komende maanden wil ik graag de ganse biosector nog beter leren kennen. Daarom plan ik enkele bezoeken aan BioForumleden en diverse instanties waarmee we te maken hebben of zullen krijgen. Als bioveehouder en thuisverkoper ken ik een deel van het bioverhaal maar lang niet alles. Daarom wil ik zeker de bioverwerkers, distributeurs en verkopers beter leren kennen. Ik denk dat mijn rol van voorzitter te vergelijken is met een ‘brug’, zowel extern: bruggen bouwen naar andere organisaties, instanties, het brede publiek, als intern: bruggen bouwen binnen de sector en tussen de bestuurders en de leden. Het is daarin de kunst te focussen op de gemeenschappelijke belangen. Ik wil open staan voor al onze leden. Wie dat wenst kan mij altijd contacteren. Kurt Sannen Voorzitter BioForum Vlaanderen
[email protected]
| pag 3
Binnenkort is het ook weer Bioweek. Elk jaar willen we hiermee de biosector in de kijker plaatsen. Een warme oproep aan iedereen om hieraan deel te nemen!
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
Portret
Belgische biokazen winnen internationa Een portret van de winnaars en hun kazen In december 2011 vond de zesde editie van de internationale kaaswedstrijd BioCaseus plaats. In deze wedstrijd met faam won kaasmakerij Capra de eerste prijs met Merlijn Madrid in de categorie ‘zachte kaas met witschimmelkorst’. Kaasmakerij De Volle Maan won de derde prijs met de kaas Geta in de categorie’ zachte kazen zonder korst’. Een uitzonderlijk mooie prestatie waarvoor we deze kaasmakerijen en hun kazen graag in de kijker zetten.
Merlijn Madrid ‘à la louche’
| pag 4
Merlijn Madrid van kaasmakerij Capra won terecht de eerste prijs in de categorie ‘zachte kaas met witschimmelkorst’. Het gaat om een geitenkaas van ongeveer 1,8 kg in taartvorm van gepasteuriseerde melk. De korst is mooi belegd met een jasje van voornamelijk rode peperbolletjes die de kaas een uniek en mooi uiterlijk geven met een zachte smaak. Typisch is dat de kaas ‘à la louche’ wordt gemaakt. Dit is een ambachtelijke techniek waarbij de wrongel handmatig en laag per laag met een pollepel in de vorm wordt geschept. Deze ambachtelijke en arbeidsintensieve werkwijze resulteert in een unieke smaak. “De samenhang tussen een industriële omgeving en een ambachtelijke bereiding is vrij uniek en vormt de basis van het succes van de Merlijn”, vertellen Hilde Peeters en Koen Vanswijgenhoven van Capra. Merlijn Madrid is vrij groot en leent zich niet makkelijk tot voorverpakking. Daarom is Merlijn vooral geschikt voor verkoop in de verstoog van de betere speciaalzaak
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
de Merlijn Madrid (kaas- of biowinkel). Omdat het om een verse kaas gaat met korte houdbaarheid (25 dagen), is een goede verkoopsrotatie aanbevolen. De smaak van Merlijn evolueert. Naarmate de tijd vordert komt de korst enigszins los van het deeg en wordt
Bart en Kathelijne De Beck - De Clercq het deeg zacht vloeibaar. De smaak wordt alleen maar beter naarmate de rijping vordert. Naast Merlijn Madrid bestaan ook de varianten met Provençaalse kruiden en natuur. Capra is een grote kaasmakerij in het Limburgse Halen, die jaarlijks 33 miljoen liter geitenmelk verwerkt tot kaas. Zo’n 3 miljoen liter daarvan is biologische geitenmelk, de rest is gangbare melk. De biologische geitenmelk kopen ze bij de Nederlands-Belgische Organic Goat Milk Coöperatie (OGC). In 1982 richtte Fred Verlinden, die toen van zijn eigen geitenmelk kaas maakte, het bedrijf op. Snel bleek de eigen melkproductie onvoldoende en begon hij extra melk aan te kopen. In 2005 nam Armand Schellens, oprichter van het zuivelbedrijf Debic, het bedrijf over. In 2006 nam Capra het bedrijf De Midgard uit Werchter over. Het is dit bedrijf dat het recept voor de Merlijn ontwikkelde en op de markt bracht. In 2007 kwam daar nog eens een kleine kaasverwerker uit Visé bij. Via deze weg kon Capra het assortiment geitenkaasjes met spek rond en geitenkaas in olie verder aanvullen. In 2009 kocht de Franse zuivelcoöperatie Eurial het volledige bedrijf op. Bij Capra werken zo’n 80 mensen in vast dienstverband. De biologische kazen worden vooral in gespecialiseerde kaas- en biowinkels verkocht in Duitsland en België.
Geta ‘gepekeld in de eigen wei’ Geta van de Volle Maan is een biologische geitenkaas, afgeleid van Griekse fetakaas en volgens hetzelfde recept. De
bereiding gebeurt op basis van rauwe melk. De kaas wordt bovendien gemaakt in pekel van eigen wei, die telkens opnieuw vers is. Dit is een unieke werkwijze, waardoor Geta zich onderscheidt van andere kaassoorten waarbij niet met verse pekel wordt gewerkt. Het familiale geitenbedrijf De Volle Maan in Sint-Lievens-Houtem wordt gerund door Bart en Kathelijne De Beck – De Clercq, samen met drie medewerkers. Ze houden er ongeveer 210 (winter) tot 250 (zomer) melkgeiten. Deze zijn gehuisvest in een mooie stal met een open zijde naar het zuiden gericht. In de lente en zomer gaan de geitjes maximaal naar buiten op de wei. Om problemen met grondgebonden dierziektes tegen te gaan, grazen de dieren regelmatig en volgens een vaste rotatie in een andere wei. Het voeder voor de geiten telen ze zelf
Geta op 22ha grond, waarvan 16ha grasklaver, 3ha maïs en 3ha triticale. Krachtvoeder kopen ze verder ook aan bij een erkende voederhandelaar. Om de productie van de melk het hele jaar rond te garanderen, is het bedrijf sinds een drietal jaar
Tekst: Paul Verbeke
BioCaseus De BioCaseus-wedstrijd is aan haar zesde editie toe. Sardeense melkveehouders en kaasmakers die een middel zochten om hun kazen te promoten, liggen aan de basis van dit initiatief. Ondertussen is de wedstrijd uitgegroeid tot een internationaal gebeuren met deelnemers uit Frankrijk, Nederland, België, Duitsland, Italië, Spanje, Zwitserland en Denemarken. 140 Kazen werden ingeschreven in tien verschillende categorieën. Een internationale jury beoordeelt de kaas naar geur, smaak, textuur, vorm en deeg. Vijf Belgische kaasmakers namen deel en zonden in totaal acht verschillende kazen in voor de verschillende categorieën. In 2010 vielen al meerdere biokazen uit België in de prijzen, waaronder een tweede prijs voor het Keiems Bloempje van Kaasmakerij ’t Dischhof uit Diksmuide, een tweede prijs voor de Dobbelkaas en de Source de l’Oise van BioMelk Vlaanderen en een derde prijs voor de Saint Servais van de Fromagerie des Ardennes. Meer informatie: www.biocaseus.eu - www.capra.be www.devollemaan.be - www.organicgoatmilkcooperation. com.
De Benelux produceert naar schatting 14 miljoen liter biologische geitenmelk. Sinds 2011 is er een algemeen tekort aan biologische geitenmelk. Dit uit zich in een onregelmatige aanvoer van diverse geitenkazen. Dit tekort is het gevolg van de toename van de inlandse vraag en van de stijging van export naar Europa. Vooral in Frankrijk stijgt de vraag naar biologische geitenmelk heel sterk. Ondanks toegenomen productie dankzij de omschakeling van een aantal geitenboeren, blijft de vraag groter dan het aanbod. We merken ook een grotere belangstelling voor geitenzuivel, o.a. door meer koemelkallergie bij kinderen. Om aan de stijgende vraag te voldoen, heeft een belangrijk aantal Belgische en Nederlandse biologische geitenproducenten zich verenigd in de Organic Goat Milk Coöperatie (OGC). Deze coöperatie haalt de melk van haar leden op en verkoopt ze aan diverse zuivelverwerkers in binnen- en buitenland. Als marktleider van biologische geitenmelkhandel in Europa, beseft OGC dat deze gunstige conjunctuur in de prijsvorming van geitenmelk, ook verantwoordelijkheid van hen vraagt. Zij nemen die ten volle op door de beschikbare melk zo eerlijk mogelijk te verdelen onder verwerkers die de continuïteit van biologische zuivelproductie kunnen verzekeren. In de nabije toekomst zal de geitenmelkproductie een beetje stijgen, wat hen gunstig stemt om in de bevoorrading van hun klanten te blijven voorzien. Dit voorbeeld van goede ketenvorming zorgt ervoor dat de kloof tussen prijs en kostprijs van biologische geitenmelk wegsmelt: een duurzaam economisch effect. Dit bevordert duurzame bedrijfsvoering wat op zijn beurt dan weer de basis van een gezonde en sterke keten in de geitensector vormt. Dit hele verhaal staat in schril contrast met de dalende prijzen en dalende rendabiliteit die de gangbare geitenhouderij moet ondergaan in gans Europa. Ook interesse om biologische geitenmelk te produceren? Contacteer Paul Verbeke: 03 286 92 68 –
[email protected] of Sofie Hoste 01 628 61 34 –
[email protected]
zoekt keten
[[dfhe`[YjlWdX_e\ehkclbWWdZ[h[d _diWc[dm[ha_d]c[jWb][c[[dXe[h[diodZ_YWWj[dXe[h[dXedZ
bio
ZOEKT * BOER * een gezamenlijk initiatief van Boerenbond, ABS en BioForum
| pag 5
overgeschakeld naar een systeem van ‘duurmelken’. In dit systeem kan je de geiten het hele jaar door melken en is er geen droogstand meer in de winter, zoals voorheen gebruikelijk was. In de winterperiode zakt de melkgift wel in beperkte mate, maar na februari neemt deze spontaan weer toe. Op die manier worden de geiten ook niet meer jaarlijks gedekt, met minder nieuwe geboortes van lammetjes tot gevolg. Alleen de geiten met het beste genetisch potentieel laten ze opnieuw dekken om de natuurlijke aangroei van de kudde te verzekeren. Gemiddeld geeft elke geit zo’n 850 kg melk per jaar. Die verwerken Bart en Katelijne zelf tot een breed assortiment biologische zuivel in de eigen kaasmakerij: verse melk, platte kaas, verse kaas, kaas in spek, gerijpte witschimmelkaas, vaste kazen, crottins en natuurlijk ook Geta. Al deze producten, behalve de yoghurt, zijn van rauwe melk gemaakt. Boter van geitenmelk maken ze niet omdat de geitenmelk relatief vetarm is; de vetdeeltjes zijn eerder klein en klitten daarom moeilijker in elkaar. De diverse zuivelproducten verkopen ze in de eigen bedrijfswinkel, op zes markten in de regio, aan de horeca, enkele Belgische groothandels (Vajra, Ecodis, DeliBio en Sinature) en aan BioPlanet. Bart en Kathelijne zijn erg enthousiast over bio. Vooral op het vlak van diergezondheid scoort het bedrijf zeer hoog. “Toch is het niet altijd makkelijk”, volgens Bart. De productie van diervoeders loopt niet altijd van een leien dakje: kraaien die de pas ingezaaide maïs systematisch uitpikken of klaver die zich slechts met moeite in het gras wil vestigen. En deze klaver is juist nodig om luchtstikstof te binden en de groei van het gras te stimuleren. De BioCaseus-prijs is dan ook een beloning voor hun inspanningen.
Tekort aan biologische geitenmelk
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
ale prijs
Foto's: Jan Beddegenoodts, Capra
Onderzoek
Grafieken: Marijke Van Ranst
‘Waarom bio?’ Analyse van online enquête onder bioconsumenten Een inzicht hebben in de beweegredenen van consumenten en in hun aankoopgedrag of profiel, is erg belangrijk voor jouw bedrijf. Op basis hiervan kan je immers keuzes maken voor je assortiment of je communicatie afstemmen op hun verwachtingen. Meer nog, het kan vormgeven aan de strategie die je bedrijf kan doen groeien of verbeteren. Daarom lanceerde BioForum Vlaanderen op www.biomijnnatuur.be de ‘Waarom kies jij bio?’ enquête voor bioconsumenten. Ze is ook een aanvulling op de jaarlijkse GfK-cijfers en gaat dieper in op de motivaties en het koopgedrag van bioconsumenten.
Vlaanderen, behalve de provincie Limburg, deze is ondervertegenwoordigd (4,5%). Oost-Vlaanderen topt af met 27,7%. Qua type omgeving is er gelijkmatige verdeling: 37,5% stedelijk, 36,8% landelijk en 25,7% tussenin. Het publiek dat de enquête beantwoordde heeft duidelijk het profiel van een echte bioconsument. De meerderheid van de respondenten geeft aan vaak (65%) tot altijd (20%) biologisch te kopen. Het gemiddelde aankooppercentage van biovoeding dat ze zelf opgeven is 58,3%.
Welke tendensen stellen we vast?
18,33% vaak). Ook melk is zo een uitverkoren product waarbij 45,39% van de bevraagden altijd kiest voor bio. Dan volgen in het rijtje een aantal droogwaren: thee, pasta en rijst. Deze producten zijn duidelijk toegankelijk voor veel mensen. Kaas, broodbeleg en fruitsap volgen. Producten als brood en tussendoortjes zijn zaken waarin klanten vaker afwisselen. Koffie is een product waaraan ze meer getrouwheid geven: 31,2% koopt het altijd bio, 25,52% nooit bio. Bij de dierlijke producten zien we een groot onderscheid tussen vlees en vis. De aankoopgradatie van vlees is heel
De enquête liep van 10 januari tot 20 februari 2012. Wel 2269 bioconsumenten hebben tijdens die periode hun mening gedeeld. De enquête maakten we bekend met een consumentenmailing en op onze facebookpagina ‘Lekker Bio’. Ook enkele biowinkels en thuisverkopers, en organisaties als VLAM, Velt, Eva en Netwerk Bewust Verbruiken hielpen bij de verspreiding.
Wie hebben we kunnen bereiken?
| pag 6
Dat vrouwen het meeste instaan voor de aankopen, blijkt uit vele onderzoeken en kunnen winkeliers vast ook merken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de meeste respondenten vrouwen zijn (76,2%). Qua leeftijd hebben we een mooie spreiding, met de grootste groep tussen 35 en 54 jaar (53,5%), 20,1% jonger dan 35 en 26,4% ouder dan 55. De gemiddelde leeftijd van de bioconsument is 46 jaar.
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
Tekst: Marijke Van Ranst
Omdat we hoopten profielverschillen vast te stellen in aankoopgedrag, hebben we ook gevraagd naar opleidingsniveau, gezinssituatie en stedelijke of landelijke woonplaats. Qua opleidingsniveau stellen we vast dat de meerderheid hoger onderwijs heeft gevolgd: 48,8% niet-universitair, 30,3% universitair. In de gezinssituatie zagen we volgende verdeling: 38,3% heeft kinderen, 39,2% woont samen zonder kinderen, 22,5% is alleenstaand. Er is een redelijke spreiding over heel
Aankoopkanalen De meest gebruikte aankoopkanalen voor bio zijn de biowinkels en de supermarkten. 42,9 % combineert beide kanalen. 27,2% koopt bio overwegend in de biowinkel, 21,6% koopt meestal in de supermarkt. 16,3% koopt regelmatig op de boerderij, 49,6% maakt nooit gebruik van dit kanaal. De meerderheid consumeert bio thuis. Bio consumeren op café of op de werkplek moet nog ingang vinden. Producten Groenten & fruit zijn duidelijk de meest voor de hand liggende bioproducten. Vooral van groenten zijn er veel kopers (38,7% altijd en 43,4% vaak) en ook fruit doet het goed (31,8% altijd en 43,0% vaak). Een unieke positie is weggelegd voor eieren: ze worden niet alleen meer gekocht dan biofruit, ze scoren bovendien het beste in de categorie van producten die altijd bio gekocht wordt (59,5% altijd;
gespreid, voor vis is het overwegend negatief: 37,73% koopt nooit biologische vis, 34,64% wel soms. Ook ontbijtgranen, voedingsupplementen en bereide maaltijden kopen de respondenten zelden bio.
Drempels Met de open vraag “wat zou je motiveren om bio te kopen?” peilden we naar de drempels die mensen ervaren om meer bio te kopen. Het grootste knelpunt blijft de prijs. Maar liefst 48% maakt spontaan een verwijzing naar ‘prijs, duur, budget of loon’. Hierbij moeten we wel meegeven dat er ook zijn die hun antwoord duidelijk nuanceren. Prijs speelt wel degelijk een rol, maar het is vooral het prijsverschil met gangbare producten dat een drempel vormt. Andere spontane reacties gaan o.a. over nabijheid, bereikbaarheid, assortiment… Actief inspelen op deze drempels kan een stimulans zijn om de biosector te doen groeien.
Welk soort consument ben jij?
CERTISYS
®
Meer dan 25 jaar ervaring op het vlak van
CONTROLE EN CERTIFICERING van de Bio-landbouw en -voeding n 1450 Meer da leerde o gecontr che i Belg s mers eelne marktd
Biogarantie® en EU-label Met de komst van het nieuwe EU-label en de vernieuwing van het privélastenboek voor Biogarantie is het ook nuttig te weten in welke mate het EU-label al gekend is en welke biolabels het meeste vertrouwen krijgen.
Ongeveer een jaar na de introductie van het nieuwe Europese label stellen we vast dat het vrij goed gekend is: 43% herkent het als een label dat verwijst naar gecertificeerd bio. De bekendheid van Biogarantie scoort een uiterst hoge 94%. Het Franse AB en Nederlandse EKO zitten op respectievelijk 87% en 50%. Opgelet, de respondenten zijn natuurlijk uitsluitend liefhebbers van bio, wat deze hoge scores voor een deel kan verklaren. Wanneer we vragen in welk label ze het meeste vertrouwen hebben, komt ook hier Biogarantie er met een duidelijke voorsprong uit, met een gemiddelde waarderingsscore van 8,66/10. Over de inhoud van het Biogarantielabel zijn de antwoorden wat uiteenlopend: 41% haalt duurzame bedrijfsvoering eruit als meerwaarde, voor 38% verwijst het label ook naar een eerlijke prijs voor de boer en 32% koppelt het aan bio uit België. BioForum Vlaanderen gaat verder aan de slag met deze resultaten en hoopt dat ze ook van nut kunnen zijn in jouw winkel of in jouw communicatie. Meer weten? Contacteer Marijke Van Ranst:
[email protected] of 03/286 92 67
•••••••••••••
CERTI
bio
®
•••••••••••••
Producten met bio-certificaat, uw vertrouwen gewaarborgd. Nieuw 011 slag 2 jaarver website e op onz
www.certisys.eu TEL 32(0)9 245 82 36
Onderzoek
Is bio rendabel? Resultaten van het project 'Bioboekhouding'
De biologische sector heeft het soms moeilijk om nieuwe mensen te motiveren over te schakelen. De gangbare landbouwers denken dat er met biologische teelt minder te verdienen valt en dat het risico op teeltmislukkingen groter is. Maar is dat wel zo? In opdracht van ADLO werd een analyse gemaakt op basis van bedrijfseconomische gegevens. Zowel in de melkveehouderij als in de groenteteelt werden boekhoudkundige cijfers van bio en gangbare bedrijven met elkaar vergeleken. Hoewel bio vaak een andere visie of een andere inspanning vraagt op je bedrijf, blijkt uit de cijfers dat bio genoeg perspectieven te bieden heeft om rendabel te zijn.
investering. Zo moet de bioboer investeren in de ontwikkeling en de promotie van nieuwe teelttechnieken of rassen die beter geschikt zijn voor de biologische teelt. Kennis vergaren en ervaring opdoen is hierbij van essentieel belang.
“
Voor knolselder, wortelen, prei en bloemkool zijn ook cijfers verzameld, deze waren niet representatief genoeg voor statistisch gebruik. Bij knolselder en wortelen is het bekomen arbeidsinkomen per hectare merkelijker groter dan in de
Ik wil graag een leefbaar bedrijf hebben zonder gedwongen te worden tot verdere schaalvergroting”
Een rendabele biologische groenteteelt is zeker mogelijk. Het arbeidsinkomen van telers van biologische aardappelen
Het vinden van de goede afzetmarkt, het juiste zaaigoed, het goede grondtype, enz. spelen een rol in de verhoging van jouw rendement. De biologische telers merkten bij de resultaten op dat het behaalde aantal kilo’s aardappelen per hectare in belangrijke mate de resultaten bepaalt. Ook gaven ze aan dat de consument de biologische rassen onvoldoende kent en ze hierdoor links laat
is vergelijkbaar met dat van gangbare telers. Belangrijke kostenveroorzakers in bio zijn zaaigoed, afschrijvingen en seizoens- en loonwerk. Het behalen van een hoog rendement in de biologische aardappelteelt vraagt vaak een grotere
liggen. Deze rassen zijn nochtans veel rendabeler in de biologische teelt dan bijvoorbeeld het gekende bintje. Grotere naamsbekendheid van de biologische rassen zou dus tot betere rendementen kunnen leiden.
| pag 8
Kansen voor voldoende rendement in bio
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
gangbare teelt. Ook voor de biologische pompoenteelt werden cijfers verzameld. Er was echter geen gangbaar vergelijkingsmateriaal beschikbaar. Ook in de melkveehouderij zijn er zeker kansen voor boeren die willen overstappen naar bio. Het atrbeidsinkomen op biobedrijven ligt meer dan 20% boven dat van gangbare. Uit het onderzoek blijkt ook dat bio melkveehouders beduidend meer ruwvoedermelk per jaar per koe produceren dan de gangbare collega’s. Volgens specialisten komt dit door een uitgekiend voeder- en eiwitmanagement. Ook de hoge gezondheidscijfers van de dieren vallen op. Het duurzame karakter van bio komt in de cijfers duidelijk naar voor. In bio liggen de variabele en vaste kosten wel hoger. Zo wordt er bijvoorbeeld meer stro gebruikt dan in de gangbare landbouw. Bio melkveehouderij is ook vaak extensiever en gemiddeld genomen minder productief per dier dan gangbaar. Ook hebben de bioboeren dikwijls een meerkost door advisering, controles en lidgelden. De biologische melkveehouderij vergt daarom een andere werkwijze en visie dan de gangbare. Niettemin bleek uit de vergelijking van het arbeidsinkomen met gangbare collega’s dat de biologische bedrijven er vaak als één van de beste uitkwamen. Bovendien is er in Vlaanderen zeker voldoende en gespecialiseerd advies beschikbaar voor de biologische melkveehouder, waardoor omschakelen geen probleem mag zijn.
Tekst: Gert Van Thillo, Boerenbond Foto: BioForum
Zijn omschakelingsplan werd opgesteld door de Proeftuin voor Biologische Teelt (PCBT) en bijna volledig terugbetaald door de overheid. De geïnterviewde is ook tevreden over de dienstverlening van PCBT. “In mijn buurt zijn weinig vergelijkbare biologische bedrijven. Daardoor is PCBT mijn belangrijkste bron voor teeltinformatie en -kennis. Door hun praktijktesten kunnen ze erg nuttige informatie aanbieden.” De biologische tuinbouwer levert zijn biologische groenten aan een andere veiling dan vroeger. “Dat was de moeilijkste en meest onderschatte stap. Daarnaast is het toch een andere manier van produceren. Vroeger verkocht ik wat ik had staan. Nu verkoop ik meer vraaggericht. Daardoor zijn er ook meer pieken in arbeid.” Tijdens de omschakelingsjaren moest de ondernemer een deel van zijn omschakelingsgroenten verkopen aan de gangbare prijs. Heeft hij dan nooit spijt gehad van zijn beslissing om over te schakelen? “Nee, en zeg nooit ‘nooit’, maar ik zou toch niet teruggaan naar de gangbare teelt. Ik geloof in de toekomst van de biologische teelt. Uiteindelijk is de biologische markt nog relatief klein en kan ze nog flink groeien.” Johan Broekx, bio melkveehouder, is tevreden dat in de resultaten de biologische bedrijven qua arbeidsinkomen bij de betere zijn in vergelijking met gangbare bedrijven. Het toont volgens
“
verder finetunen”, vertelt Johan. In relatieve cijfers is Biomelk Vlaanderen een kleine groep. “We zijn al sinds de beginjaren op elkaar aangewezen als het gaat over afzet, teeltervaringen en vertegenwoordiging. Dat zorgt ervoor
Uiteindelijk is de biologische markt nog relatief klein en kan ze nog flink groeien.”
van collega’s van Biomelk Vlaanderen geeft Johan een aantal zaken mee waar een nieuwkomer zeker op moet letten. Als eerste speelt de mineralisatie
dat we een zeer collegiale groep zijn. We kunnen elkaar motiveren en we hebben veel aan elkaar.” Tot slot wil Johan ook nog meegeven dat nieuwe biologische bedrijven ten zeerste welkom zijn bij Biomelk Vlaanderen. “Onze coöperatie is na de beginjaren gegroeid naar een sterke groep waar alles in de plooi gevallen is en die nieuwkomers verwelkomt. We hebben onze plaats in de zuivelwereld gevonden en trachten verder te bouwen aan de toekomst. Met meer volume kunnen we alleen maar sterker worden.” Bio rendeert, daar kan je van op aan.
en vruchtbaarheid van de grond een rol. Natuurlijk speelt ook de mate van intensivering mee. Voor zeer intensieve bedrijven is omschakelen moeilijker. Ook je sturingsmechanismen zijn bij bio beperkt. “Je bent gevoeliger voor weers- en teeltexcessen. Je dient hier als landbouwer mee om te gaan, maar ook ervaring speelt een grote rol. Daarnaast kunnen ook een aantal andere kleine elementen een rol spelen in je rendement. Zo is onkruidbestrijding moeilijker dan in gangbare landbouw. Daarom zijn bedrijven met kleinere verkaveling of verre weiden in het nadeel.” Ondanks de hoopgevende cijfers uit deze studie, moet je wel een aantal zaken afwegen als je de overstap maakt. “We hebben het geluk dat er degelijke en gespecialiseerde begeleiding bestaat. Door hun ervaring kunnen we het verschil maken en de bedrijven
Dit onderzoek kwam tot stand binnen het project “Bioboekhouding” en werd uitgevoerd door Boerenbond met steun van de Vlaamse Overheid. Wens je meer info over de omschakeling naar bio? Contacteer dan Sofie Hoste of neem een kijkje op de website van Bio zoekt Boer: Sofie Hoste -
[email protected] 0494/98 23 69 – www.biozoektboer.be
bio
ZOEKT * BOER * een gezamenlijk initiatief van Boerenbond, ABS en BioForum
Voor meer informatie over dit onderzoek kan je terecht bij Gert Van Thillo (Boerenbond) op 016 28 61 31.
| pag 9
Een starter die omschakelde in 2008 en net zijn eerste biogroenten verkocht na twee omschakelingsjaren getuigt. “Ik wil graag een leefbaar bedrijf hebben zonder verder gedwongen te worden tot verdere schaalvergroting. Ook milieuredenen spelen een rol.” Met de omschakeling hoopt deze starter in de eerste plaats een eerlijkere prijs te krijgen voor zijn producten.
hem dat bio wel rendabel is en voor een aantal bedrijven misschien een strategische keuze naar meer rendement. “Bio kan zeker rendabel zijn, maar is daarom niet de kip met de gouden eieren.” Uit zijn eigen ervaring en die
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
Stemmen uit de praktijk
Interview
Hoe bedrijfscontinuïteit verzekeren in de biolandbouw? Geert Iserbyt van Landwijzer aan het woord Landbouw ligt aan de basis van onze beschaving. De bedrijfsopvolging en vererving van gronden en landbouwbedrijven is een eeuwenoud vraagstuk. Vruchtbaar land vereist zorg over de generaties heen: culturen die dit vergaten, bestaan niet meer. Het succes van een goede overdracht van kennis, grond en gebruiksrecht, bepaalt het succes van een samenleving. Verscheidene pioniers uit de biolandbouw denken na over bedrijfsovername, maar dit is niet altijd evident. Daarom volgde BioForum met grote interesse de werking van Landwijzer en het project BD-beroepsontwikkeling van de biodynamische vereniging in Vlaanderen en Nederland.
geen momentopname, maar een onderdeel van een continuïteitsstrategie: van bedrijfsorganisatie, van gezonde grond, van contact met klanten en van overdracht van kennis. Uit de Nederlandse studie blijkt dat je moet inzetten op continuïteit van kennis, continuïteit van grond en continuïteit van geld. Om het verdere bestaan van de Vlaamse biosector te garanderen, gaat BioForum Vlaanderen een samenwerking aan met Landwijzer, ervaren op dit vlak. An Jamart ging hiervoor in gesprek met Geert Iserbyt, medewerker bij Landwijzer en bedrijfscoach in het project BD-beroepsontwikkeling.
| pag 10
Er blijken heel wat vragen te leven onder de bioboeren (en misschien de hele biosector) over verzekerde continuïteit. Dit probleem is evenwel niet eigen aan de biosector. We hebben in Vlaanderen geen gegevens over leeftijd, overnameplannen of de verschillende bedrijfsstructuren in de biosector. Daarom gaat BioForum dit jaar onderzoeken waar het concreet vastloopt. Want omschakeling naar bio stimuleren, zonder dat de biobedrijven continuïteit kennen, druist in tegen ons basisprincipe dat bioboeren het goed moeten hebben, nu en later.
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
We ervaren dat landbouwers, zeker degenen die zich richten op de korte keten, een nieuw aanpak nodig hebben. Er is een toename merkbaar van niet-familiaire opvolging, een stijgende kans dat geldvermogen de overname bepaalt, een onderwaardering van bodemvruchtbaarheid, een ontwikkeling naar meerdere bedrijfstakken of schaalvergroting én een modern arbeidsethos. Zo stelden de boeren, die werden bevraagd in het Nederlandse project ‘Opvolging gezocht’ van Land en co, dat een moderne boer ook wel eens een sabbatjaar of een welverdiende vakantie wil. Uit ditzelfde project bleek eveneens dat de opvolging voor je bedrijf in termen van 'continuïteit' moet gezien worden. De opvolging is
Geert, kan je toelichten waarom en hoe Landwijzer werkt rond bedrijfscontinuïteit? Geert Iserbyt: Landwijzer legt zich al vijftien jaar toe op het opleiden van nieuwe boeren in de biologische en biodynamische landbouw. Onze cursisten komen veelal niet uit een landbouwfamilie en hebben dus niet het perspectief om van continuïteit vanuit de landbouw zelf te kunnen genieten. Als ze een nieuw bedrijf
opstarten, is dit vaak met beperkte financiële middelen. Slechts enkelen kunnen instappen in een bestaand bedrijf. Onze zorg voor bedrijfscontinuïteit vormde de basis voor enkele studiedagen die we in 2008 en 2009 organiseerden. In 2008 lag de focus op het sociale vraagstuk. Wat komt er kijken bij bedrijfsoverdracht binnen en buiten de familie? Welke gevoeligheden spelen daarbij een rol en welke communicatie is van belang? Het is duidelijk dat één van de grootste problemen bij bedrijfscontinuïteit zit in 'kapitaal', dat grotendeels bestaat uit de grond van het bedrijf. Daarom lag in 2009 de klemtoon van de studiedag op ‘grond’ en mogelijke nieuwe eigendoms- en rechtsvormen Eind 2009 nodigden we de stichter van het Franse Biogrondfonds ‘Terre de Liens’ uit.
In 2010 dachten we verder na rond de mogelijkheid om ook in Vlaanderen zo’n Biogrondfonds op te richten. Met resultaat, want in 2011 startte het project ‘Blauwdruk voor een coöperatief Biogrondfonds’. Door dit project dat loopt van 1/10/2011 tot 30/09/2012, kunnen we de opstart van een coöperatief Biogrondfonds ‘grondig’ voorbereiden. Dat fonds zal toelaten landbouwgronden met investeringsgeld aan te kopen en ze blijvend voor biolandbouw te bestemmen. Dit kan de toegang tot grond voor jonge en bestaande bioboeren aanzienlijk verbeteren alsook de continuïteit op biobedrijven versterken. De focus ligt op het uit de markt halen van landbouwgrond en te bestemmen voor bio, rekening houdend met het belang van pensioen bij bedrijfsoverdracht. Landwijzer werkt ook al geruime tijd nauw samen met de BD-vereniging in Nederland. Daar speelt dezelfde problematiek rond bedrijfscontinuïteit en is vorig jaar het Praktijknetwerk ‘Opvolging gezocht’ opgestart. Beide projecten vullen elkaar aan en we wisselen regelmatig kennis en ervaringen uit.
Tekst: An jamart Foto's: Landwijzer
Geert Iserbyt: Dat is niet helemaal duidelijk. In Nederland vonden ze van niet en voorzien ze via het praktijknetwerk en het project BD-beroepsontwikkeling begeleiding op maat van ondernemer en starter. Er is ook openheid nodig. Er blijkt toch een soort van taboe op bedrijfscontinuïteit te rusten. Vermoedelijk heeft dit te maken met het feit dat werk en leven op een landbouwbedrijf zo nauw verweven zijn. Ook het bekende verlangen van de boer om oud te worden op de grond die hij heel zijn leven heeft bewerkt, speelt een rol. Er is nood aan het bespreekbaar maken van die gevoelens.
Geert Iserbyt: Zeker, de diversiteit tussen bedrijven is zo groot dat pasklare antwoorden niet bestaan. Er is maatwerk nodig en de begeleiding vergt kennis van de diverse oplossingen. Eigenlijk heb je een team nodig met specialisten op vlak van fiscaliteit en technische kennis ener-
Hoe zie jij jouw rol vanuit Landwijzer? Geert Iserbyt: Landwijzer blijft zich toeleggen op de beroepsopleiding van nieuwe bioboeren en de begeleiding van actieve bioboeren. Omwille van onze zorg voor beide doelgroepen zullen we ook blijven werk maken van de ondersteuning van bedrijfscontinuïteit. Welke rol zie jij weggelegd voor BioForum?
Het lijkt me ook een emotionele zaak: afscheid nemen is nooit makkelijk … Geert Iserbyt: Bedrijfscontinuïteit is zeker een emotioneel gebeuren. De boer vereenzelvigt zich met het bedrijf. Voor een bioboer die zijn grond opgebouwd en bewerkt heeft in functie van bodemvruchtbaarheid, is dit moeilijk. Het is noodzakelijk voor een goede bedrijfsovername dat de boer zelf een visie ontwikkelt en die duidelijk communiceert naar de nieuwkomer. Nieuwe en oude boeren moeten elkaar vinden op een manier die voor beiden past. In die zin gaan ze ook een emotionele band aan. Bedrijfscontinuïteit is dus eigenlijk maatwerk?
begeleider moet in staat zijn de onderliggende noden van beide partijen te doorgronden en boven water te krijgen om vervolgens het geheel tot een goed einde te brengen. In het Nederlandse praktijknetwerk ‘Opvolging gezocht’ pakken ze dit integraal aan: er is een databank aangelegd met kennis over de diverse aspecten van bedrijfscontinuïteit en met specialisten. Ze trainen coaches die dit proces kunnen begeleiden. Naast mijn taken binnen Landwijzer ben ik bedrijfscoach in het project BD-beroepsontwikkeling. Zo begeleid ik in Vlaanderen een aantal bedrijven. De BD- vereniging heeft voor haar leden al jaren geïnvesteerd in coaching en intervisie. Om dit op grotere schaal aan te bieden in Vlaanderen, is er op dit moment onvoldoende capaciteit én financiering.
De boodschap is met andere woorden: praat erover en wissel ervaringen uit? Geert Iserbyt: Zeker, het is contradictorisch dat we in de biolandbouw, waar duurzaamheid voorop staat, dit thema niet vroeger hebben aangepakt. Het is noodzakelijk dat we de sociale aspecten van bedrijfsvoering meenemen in vorming en uitwisseling in de biosector, ook in de Biobedrijfsnetwerken (zie artikel p. 14). Bij wie kunnen ze momenteel terecht? Geert Iserbyt: Op dit moment is er in Vlaanderen weinig. Er bestaan wel boekhouders en juristen die advies over bedrijfscontinuïteit geven. Maar zoals eerder aangegeven is er maatwerk, procesbegeleiding en coaching nodig. Zo’n
Geert Iserbyt: BioForum kan als koepelorganisatie structureel werk doen en ondersteunend werken via haar contacten met o.a. de gangbare landbouw. Bijkomend zou ze ook in Vlaanderen moeten bekijken hoe je bedrijfscontinuïteit mee kan opnemen in de ondersteuning van de biosector. BioForum zou mee kunnen helpen structurele coaching uit te werken en kenbaar te maken. Zo kunnen boeren aan de hand van voorbeeldverhalen zien hoe anderen het aanpakten en vooral dat ze niet alleen staan met hun vragen. Meer info over dit thema kan je terugvinden op de website van Land en co: http:// www.landco.nl/ en dan doorklikken naar bedrijfscontinuïteit. BioForum houdt je via de nieuwsbrieven op de hoogte van verdere stappen. Wens je jouw ervaringen te delen? Contacteer
[email protected] of 03/286 92 65.
| pag 11
Geert Iserbyt: Kapitaal is inderdaad een heikel punt. Meer bepaald omdat het binnen het bedrijf een steeds grotere factor vormt bij continuïteit. Dit heeft grote gevolgen voor de huidige startende bioboeren, die meer dan in de gangbare landbouw van buiten de landbouw afkomstig zijn. Maar ook het feit dat de bestaande biobedrijven zich ontwikkelden tot multifunctionele bedrijven met diverse takken maakt bedrijfscontinuïteit niet makkelijk. Bureaucratie is hier niet op voorzien; ook de financiële instrumenten zijn eerder ingesteld op éénmans landbouwbedrijven. Het vinden van oplossingen voor jouw specifieke situatie vergt grondige kennis op vlak van fiscaliteit en wetgeving. En ja, meestal bouwt de boer tijdens de loopbaan nauwelijks pensioen op en is hij op het moment van de overdracht effectief afhankelijk van inkomsten uit de vastgoedoverdracht, om erna een fatsoenlijk leven te kunnen leiden. Het is duidelijk dat bedrijfscontinuïteit een lang proces is dat eigenlijk mee moet uitgebouwd worden tijdens de bedrijfsvoering: hoe bouw ik pensioen op, hoe zie ik mijn bedrijf verder evolueren na mij, …
zijds, en coaches die het hele proces begeleiden, het geheel van op een afstand overzien en de boer in het maken van zijn keuzes ondersteunen anderzijds. Weet de boer vandaag de juiste info te vinden? Voldoen de bestaande structuren?
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
Kan je stellen dat gebouwen en grond bij overdracht vaak dienst doen als pensioensspaarpot?
Actueel
Clustering of schaalvergroting? Creatieve denkpistes voor duurzame groei Vlaamse biosector De biosector in Vlaanderen kent de laatste jaren een stijgende trend op vlak van consumptie. Ondanks de inspanningen van Bio zoekt Boer en Bio zoekt Keten blijft biolandbouw nog steeds achter op deze vraag. Tijdens de Plenaire Vergadering van 8 februari in het Vlaams Parlement bleek nog maar eens de interesse vanuit diverse politieke partijen voor de uitbouw van de biosector. Een aantal politici gaven aan dat schaalvergroting in biolandbouw nodig is om deze groei te verzekeren. BioForum is het er uiteraard mee eens dat de sector moet vergroten en versterken. Toch is louter individuele schaalvergroting en specialisatie in de biosector niet dé zaligmakende optie. We hebben immers nood aan socioeconomisch veerkrachtige bedrijven. Ook risicospreiding en diversificatie zijn daarbij van essentieel belang, dat werd ondermeer bewezen dankzij het onderzoek van Jan Douwe van der Ploeg, hoogleraar Rurale Sociologie aan de Landbouwuniversiteit van Wageningen.
| pag 12
Wat betekent schaalvergroting voor de individuele bioboer?
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
Als biologische ondernemer moet je rekening houden met een aantal zaken. Biolandbouw moet immers de samenhang tussen mens, dier, plant en natuur in stand houden. Schaalvergroting verandert het totaalplaatje van jouw bedrijf. Vaak moet je hiervoor specifieke aspecten van biolandbouw, zoals ruime vruchtwisseling, versterken van biodiversiteit, grondgebondenheid of weerbaarheid van dieren, een nieuwe invulling geven. En dit alles zonder aan de basisprincipes van bio te raken. Bovendien is bio maatwerk. Om bijvoorbeeld jouw vee antibioticavrij te houden, is individuele opvolging en zorg nodig. Hoe groot je bedrijf ook is, dit aspect mag zeker niet verloren gaan.
Verder kom je nog een hele reeks knelpunten tegen wanneer je jouw biobedrijf wil uitbreiden: dure grond, verplichte omschakelingsperiode of beschikbaarheid van biovoer, mest, uitgangsmateriaal en rassen.
Hoe kunnen we toch op een duurzame manier komen tot de door de markt gewenste schaalvergroting? Twee Nederlandse projecten zijn alvast een interessante bron van inspiratie. We hebben het hier over ‘Duurzame schaalvergroting: kansen en dilemma’s’, LEI-rapport van Wagening UR, en ‘Clustering van biobedrijven, 1+1=3 voorwaarden voor een BioValley in Nederland’, initiatief van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (WUR).
Duurzame schaalvergroting: kansen en dilemma’s In ‘Duurzame schaalvergroting: Kansen en dilemma’s’ staat schaalvergroting niet alleen voor intensievere productie. Expansie vindt ook niet per definitie plaats op één bedrijf: samenwerken met bedrijven in een regio of met terreinbeherende organisaties zijn ook mogelijk. Er zijn immers vele vormen
van schaalvergroting én vele vormen van duurzaam ondernemen. Je hebt als biologische ondernemer ruimte nodig om te doen wat bij jou past. Zo kan je schaalvergroting en groei benutten om nog beter te kunnen voldoen aan de biologische basisprincipes (quote). De uitdagingen waarvoor je als bioproducent staat, vragen om ondersteuning van de beleidsmakers als deze duurzame groei willen garanderen. Zij kunnen de gevraagde integrale duurzaamheid (milieu, dierenwelzijn,…) vormgeven door bijvoorbeeld een systeem van beloning voor duurzaamheidsprestaties in het leven te roepen. Het thema duurzaamheid moet daarbij worden uitgebreid met de aspecten duurzame financiering en bedrijfsopvolging, aldus de onderzoekers. Een belangrijke rem op de uitbouw van de biosector is de verstedelijking en de dure grondprijs, niet alleen in Nederland maar zeker ook in Vlaanderen. BioForum heeft de overheid al gevraagd om op zoek te gaan naar creatieve oplossingen. We verwijzen hiervoor naar Landwijzer en het ‘Biogrondfonds project’ (lees ook interview met Geert Iserbyt p. 10), dat een deel van dit probleem kan oplossen.
Tekst: An Jamart Foto: BioForum
Clustering als middel voor een duurzame groei
Voorwaarden voor clustering biolandbouw
Het rapport ‘Clustering van biobedrijven, 1+1=3 voorwaarden voor een BioValley in Nederland’ is ook een goede inspiratiebron voor gemeenten, provincies, Vlaams beleid en politici die bio in Vlaanderen effectief op de kaart willen zetten en ondersteunen.
De belangrijkste voorwaarde voor clustering is een goed beleidsplan dat de toegevoegde waarde van een bepaald gebied in rekening brengt. Dit kan alleen maar met een robuust beleidsmodel voor ruimtelijke ordening. Daarnaast heb je natuurlijk een groep bereidwillige ondernemers nodig met vertrouwen in elkaar en in de voordelen van samenwerking. De ondernemers organiseren en realiseren, de overheid ondersteunt.
Clustering bevordert de samenwerking tussen bedrijven, zowel tussen primaire bedrijven als tussen de verwerkende bedrijven. Als praktijkvoorbeeld kijkt het rapport naar Agriboard in Noord-Holland, dat hard op weg is om dé biologische provincie van Nederland te worden. De regio rond Harenkarspel moet uitgroeien tot BioValley, dé biologische groentetuin van Nederland. Een aantal biologische ondernemers heeft besloten om nauwer samen te werken op het gebied van afzet, productinnovatie, promotie en schaalvergroting. De Provincie NoordHolland, Agriboard, het Ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie en de Wageningen UR dragen dit initiatief.
Wederom blijkt de schaarse en dure grond in Nederland, maar zeker ook in Vlaanderen, het grootste knelpunt. In Vlaanderen is reeds gebleken dat het voor bioboeren nog moeilijker is dan voor gangbare boeren om grond bij te krijgen. Als bioboer ben je immers niet goed ingebed in het
akkerbouwbedrijven en bio veehouderijbedrijven kan tenslotte een andere mogelijke oplossing zijn.
Duurzame groei bio: een kans voor Vlaanderen Vlaanderen en de Vlaamse provincies willen verdere stappen zetten in de richting van duurzaam en klimaatneutraal. Bio past perfect in dat plaatje. De biosector vraagt daarom een stimulans om duurzaam te kunnen groeien. Ook de beleidsmakers zien hier het belang van in. Uit de Nederlandse rapporten blijkt dat je als ondernemer vooral nood hebt aan duidelijke beleidskeuzes en goede ondersteuning van verschillende partners. Op die manier kan de sector groeien, steeds met dezelfde doelstelling voor ogen: leefbaar platteland, duurzame landbouw voor mens, maatschappij en economie.
Als we de Vlaamse situatie bekijken, zien we dat van schaalvergroting via clustering of samenwerking absoluut nog geen sprake is (zie figuur).
gangbaar netwerk waar grondverkoop eerder op informele wijze gebeurt. In dit Nederlandse rapport kunnen we inspiratie vinden voor oplossingen. Zo kan de overheid zelf grond aankopen en omschakelen om bioboeren aan te trekken. Het oprichten van een grondendatabank kan bovendien zorgen voor meer transparantie in het systeem van grondenverkoop. Grondruil tussen bio tuinbouw- of
Meer weten? ‘Duurzame schaalvergroting: kansen en dilemma’s’: http://www.lei.wur.nl/NL, doorklikken naar publicaties en producten ‘Clustering van biobedrijven, 1+1=3 voorwaarden voor een BioValley in Nederland’: http://edepot.wur.nl/192851
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
Wanneer je wil uitbreiden zal je vaak beroep doen op de veelal gangbare buren. Dit betekent dat jouw biobedrijf naast aankoop ook met omschakelingskosten en -tijd zit. Veel bedrijven kiezen daarom eerder voor intensivering of verbreding binnen het bedrijf dan voor aankoop van extra grond. De spreiding in het Vlaamse biolandschap betekent ook dat grond van bedrijven die stoppen vaak overgaat naar gangbare bedrijven. Clustering van biologische bedrijven kan deze versnippering tegengaan.
| pag 13
Enerzijds kan deze spreiding van bio positief zijn; we zien immers een dooradering van bio in het ganse Vlaamse landbouwland. Anderzijds maakt dit de uitbouw van de biosector ook moeilijker. Een Vlaamse BioValley is wellicht niet aan de orde. Toch kan die dooradering van bio doorheen het Vlaamse landschap een andere insteek mogelijk maken.
Project
Biobedrijfsnetwerken, voor en door boeren Deelnemers blikken terug en vooruit bedrijven van anderen kennen. Ook de uitstap naar Nederland was boeiend.”
In 2009 gingen Landwijzer en BioForum van start met de Biobedrijfsnetwerken (BBN). De basis van het netwerk zijn bioboeren die in een specifieke sector actief zijn. BBN kunnen jou als bioboer ondersteunen. Je krijgt een platform aangeboden waar nuttige uitwisseling plaatsvindt. Het netwerk heeft een korte contactlijn met voorlichters en praktijkcentra. Alle elementen voor kennisuitwisseling worden dus actief gebruikt in het netwerk. Een bedrijfsnetwerk is op die manier het fundament van een heus ‘biokennisnetwerk’.
Johan Devreese (BBN geitenhouderij) vat samen waarom hij BBN zo belangrijk vindt: “Het is een proces voor én door boeren. De methodiek is gebaseerd op de inbreng van de boeren, zij bepalen zelf de inhoud. In de netwerkbijeenkomsten is er een goede combinatie tussen het uitwisselen van ervaring en het krijgen van voorlichting.”
De ‘oudste’ netwerken – melkvee, geiten, vollegrondsgroenten en kleinfruit - gaan nu hun derde werkjaar in, en vorig jaar gingen ook in de vleesveehouderij en de pluimveehouderij bedrijfsnetwerken van start. Dit nieuwe en vernieuwende instrument in de ontwikkeling van een sterke biosector kan in 2012 opnieuw rekenen op een stevige ruggensteun van de Vlaamse Overheid. Naar aanleiding van het nieuwe werkjaar blikken we samen met enkele deelnemers terug en vooruit.
| pag 14
Kennis en ervaring uitwisselen, onderzoek aansturen
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
Erwin Mertens (BBN geitenhouderij) was er vanaf het begin bij. Al in de Vlaamse Beroepsgeitenhouderij (studieclub van gangbare en bio geitenhouders) had Erwin ervaren waarom netwerkbijeenkomsten belangrijk zijn: “Ik leerde de andere geitenhouders kennen, en door met elkaar te praten geraak je van je eiland af.” Door het netwerk zijn thema’s opengetrokken en durven geitenhouders, ook in de studieclub, als maar meer communiceren en elkaar raad geven. “In het Biobedrijfsnetwerk is die houding nog sterker omdat het om een kleine groep gaat waar iedereen elkaar kent en waar iedereen ondertussen op elkaars bedrijf is geweest.” Ook Stephanie De Visscher (BBN groenteteelt en kleinfruit) is heel enthousiast over BBN. Een combinatie
Concreet toepasbare ervaringen
van factoren maakt het zo boeiend voor haar: “Op locatie gaan waardoor je een ander bedrijf leert kennen, het thema van de bijeenkomst, een eventuele externe spreker die een andere invalshoek biedt, en het ‘netwerken’ waarbij telers met elkaar in discussie treden, elk hun inbreng hebben en informatie en kennis uitwisselen.” Voor de melkveehouders blijkt ook het contact met de collega’s een belangrijke drijfveer. Dirk Mouton: “Je komt samen met collega’s die je anders niet zou zien, er vindt uitwisseling plaats en het zijn telkens boeiende onderwerpen. Het is ook interessant om op andere bedrijven te komen, zo krijg je nieuwe inzichten.” Melkveehouder Filip Synnaeve beaamt dat het bedrijfsnetwerk een manier is om samen te komen met collegamelkveehouders, die hij anders niet zou zien. “Het is ook interessant om op verplaatsing te gaan, zo leer je de
Voor Stefanie is de directe toepasbaarheid van een aantal dingen die ze opstak, bv. rond thuisverkoop, van groot belang. Sommige thema’s zijn niet direct inzetbaar, zoals niet-kerende bodembewerking of zaadvaste rassen, maar zetten wel aan het denken om ze in de toekomst op het bedrijf toe te passen. Voor Erwin is daarin open communicatie erg belangrijk. De geitenhouders overleggen nu over melkprijzen of krachtvoerkosten. Dit maakt dat ze als landbouwers sterker staan tegenover voerleveranciers of melkverwerkers. Filip wil vooral concrete thema’s op de agenda, en liefst inspirerend gebracht. Een voorbeeld: John Arink, een Nederlandse collega-melkveehouder, kwam een voorstelling geven over hoe hij de overstap naar antibioticavrije productie heeft gemaakt. Cindy Declercq en Krist Hamerlinck (BBN kleinfruit) hebben heel wat ervaring in biogroenten, maar in kleinfruit zijn ze nieuwkomers. Hoewel sommige info
Tekst: Koen Dhoore, Interviews: Lies Couckuyt Foto: BioForum
Sneller opvolgen, boeren mee aan het stuur De voorbije twee jaar lag in de werking van BBN de focus vooral op aansturing van onderzoek. Voor Johan is dit slechts één van de vele aspect die aan bod moeten komen: “Onderzoek is één iets, uitwisselen van ervaring en bedrijfseconomie is minstens even belangrijk.” Volgens hem is een vlotte en heldere communicatie over onderzoek een aandachtspunt voor de toekomst. Ook in de aanpak zijn er nog wel verbeterpunten. Stefanie: “Het verslag van een bijeenkomst laat soms op zich wachten en er is weinig zicht op de planning van de volgende bijeenkomst. De continuïteit mag sterker.” Johan is overtuigd dat we met een betere doorstroming naar BioForum en een betere interne communicatie rond BBN als geheel nog meer kunnen realiseren. “Hoe leeft dit bij de overheid? Hoe leeft dit bij BioForum? Het zou goed zijn om niet alleen verslag uit te brengen bij de overheid, maar ook af en toe naar de boeren toe. Wat zijn de sterke en de zwakkere kanten? Wat zijn de perspectieven? Waar willen we naartoe? … Zo kunnen de boeren zelf beter mee sturen.”
Het unieke ligt in het netwerken “Het unieke aan BBN is dat we aan ‘netwerking’ doen”, vindt Stefanie. “We leren andere telers kennen en wisselen kennis met elkaar uit.” Filip ziet vooral een sterke kant in het feit dat boeren bepalen wat op de agenda komt, en dat ze via de netwerken zelf onderzoeksthema’s aanbrengen en aansturen.
Bereikbaarheid en verplaatsing Belangrijke problemen zijn de bereikbaarheid en de verplaatsing. In het netwerk van de geitenhouders is daarom vorig jaar de ‘telefoonconferentie’ ingevoerd. Erwin vindt dit nog steeds ‘een geweldig goed idee’, ook al moet je elkaar natuurlijk regelmatig blijven zien. Dirk vindt het vergaderritme van het koeiennetwerk ideaal: “Vier keer per jaar samenkomen is perfect. Meer zouden sommige boeren teveel vinden, met minder samenkomen verlies je de band met elkaar.” Anneleen vond de combinatie in het voorbije netwerkbijeenkomst van de groentetelers erg sterk: “Een thema uitdiepen met behulp van een externe spreker en dat vervolgens bespreken aan de hand van de ervaringen van de boeren.”
De boeren moeten het zelf waarmaken De boeren en boerinnen die we om hun mening vroegen, hebben ook duidelijke ideeën over de verdere ontwikkeling van BBN. Stefanie ziet wel wat in themagroepen: “Het is goed dat het algemeen netwerk breed blijft maar daarnaast kunnen ook kleinere groepjes bestaan. Zo kan je dieper ingaan op een specifiek thema.” Zelf wil ze graag meer uitwisselen met andere boeren over thuisverkoop. Johan ziet een valkuil voor BBN in een te sterke opdeling: “Er zou meer contact mogen zijn met de bioboeren van de andere sectoren. Alle bioboeren samen zijn niet echt meer verenigd, en dat is een gemis.”
Biobedrijfsnetwerken in 2012 – 2013 Concreet - 21 netwerkbijeenkomsten en conference calls - buitenlandse excursie voor de melkveehouders - sectoroverschrijdende seminars rond algemene sectorwerking Inhoudelijke focus - sector- en netwerkanalyse - biobedrijfsnetwerken in meerjarig perspectief Begeleiding - coaching-traject netwerkbegeleiders - workshops “Lerend netwerk” - verantwoordelijke teler per netwerk Afstemming met Bio zoekt Boer en Bio zoekt Keten
Hij vindt ook dat Landwijzer zich meer als procesbegeleider mag profileren. “De methodiek bewaken en ervoor zorgen dat het voor en door de boeren gebeurt, is bij Landwijzer in goede handen. Het resultaat geven ze door aan BioForum, die op haar beurt dingen kan aankaarten bij beleid of onderzoek.” Filip ziet ook kansen in de verbreding van inhoudelijke thema’s. “Het was goed om samen een standpunt in te nemen over de hervormingen van het Europees landbouwbeleid. Het is boeiend om het met collega’s over wetgeving te hebben want daar bestaat veel onduidelijkheid over.” Dirk benadrukt wel de nood aan begeleiding, ook in de toekomst: “Er is zeker nog een tijd lang een goede trekker nodig.” Johan stelt dat veel zal afhangen van de bereidheid van de boeren zelf. “Een begeleider kan het proces ondersteunen, maar de boeren moeten het zelf waar maken.”
| pag 15
Ook Anneleen Van den Bossche (BBN groenteteelt), relatief nieuw in de landbouw, woonde recent voor het eerst een netwerkbijeenkomst bij. Als jonge boerin vindt ze de BBN erg zinvol. Het samenkomen met tuinders die al langer ervaring hebben, is voor haar een meerwaarde. Ze leerde veel bij door te luisteren naar hun ervaringen.
Erwin herinnert eraan dat BBN meer in hun mars hebben dan alleen uitwisseling en aansturen van het onderzoek. “Zo zijn er de laatste jaren al een paar realisaties op vlak van beleid geweest, die hun ingang vonden via de netwerken en door BioForum met goed resultaat zijn opgepikt. Denken we maar aan het gebruik van vaste mest op grasland, de aanpak van para-tbc …”
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
wat moeilijk te volgen was, hoorden ze door de bijeenkomsten ervaringen van andere boeren met praktische tips voor hun start in de kleinfruitteelt.
Wetgeving
Vezelrijk, caloriearm, natuurlijk, ‘light’… maar vooral lekker! Toelichting bij nieuwe wetgeving voedingsclaims Wat zijn voedingsclaims? Als verwerker wil je de consument wijzen op bijzondere eigenschappen van je product. Ze zijn in de eerste plaats een verkoopsargument maar het is ook nuttige informatie voor de consument die op zoek is naar voeding met bepaalde kenmerken. Dergelijke beweringen worden ook wel claims genoemd. Voorbeelden van claims zijn ‘verlaagd vetgehalte’, ‘light’ of ‘cholesterolverlagend’. Maar ook ‘natuurlijk’ of ‘van nature’ zijn claims die je niet zomaar mag gebruiken. Claims horen gebaseerd te zijn op wetenschappelijk aangetoonde feiten, maar soms treffen we op de verpakkingen ook pure verzinsels aan. Aangezien verkoopcijfers -helaas- vaak primeren op eerlijke informatie, is er wel degelijk wetgeving nodig rond claims. In dit artikel werpen we ons licht op dit ingewikkelde dossier en leggen we de link naar biovoeding. Wat mag er op de verpakking van een bioproduct staan? En bovenal, hoeft bio wel iets te claimen?
| pag 16
Europese wetgeving
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
Het was dus hoog tijd toen er in 2007 een Europese wetgeving kwam die paal en perk stelde aan de ongebreidelde verbeelding van de fabrikanten en de overvloed aan claims op verpakkingen. Daarnaast moest de wetgeving zorgen voor eerlijke concurrentie. In de hele EU gaan immers dezelfde regels gelden. De Europese verordening over voedingsclaims geldt voor alle voorverpakte producten die in de winkel liggen, maar ook voor levensmiddelen in restaurants, ziekenhuizen, scholen en andere instellingen. Ook voedingssupplementen vallen onder de wetgeving. De regels voor voedingsclaims gelden voor tekst op de verpakking, voor logo’s, illustraties en de merknaam. Zo is het verboden een afbeelding op je product te plaatsen van een dokter of van een ander figuur in een witte jas. De wetgeving stelt dat je claims wetenschappelijk moet bewijzen met eigen onderzoek en/of research van anderen. Een claim mag in geen geval onjuist of misleidend zijn. Hij mag evenmin twijfel
doen rijzen over de veiligheid of de voedingskwaliteiten van andere voedingsproducten. Een voedingsclaim mag ook niet aanzetten tot overmatige consumptie van het product noch de indruk wekken dat een evenwichtige of gevarieerde voeding een bepaalde voedingsstof in onvoldoende mate bevat. De stof die zorgt voor het positieve effect waarnaar de claim verwijst moet bovendien in voldoende mate aanwezig zijn in het product. De precieze hoeveelheid moet op de verpakking staan.
Voedingsclaims Een voedingsclaim zegt iets over de samenstelling van het product. Ook een vergelijkende claim is een voedingsclaim:’verhoogd gehalte aan…’ of juist ‘verlaagd gehalte aan…’. Een claim mag je pas gebruiken als hij voorkomt op een goedgekeurde lijst.(1) Deze lijst van voedingswaardeclaims wordt wel continu geactualiseerd; er wordt rekening gehouden met de wetenschappelijke en technologische vooruitgang. Zo was er recent een discussie over het toelaten van de claim ‘no added salt/ sodium’. Uiteindelijk heeft het Europees Parlement de claim verworpen. Als je een voedingsclaim met betrekking tot suikers, verzadigde vetten, vezels of natrium vermeldt op je product, moet je het gehalte aan eiwitten, koolhydraten, suikers, vetten, verzadigde vetzuren, voedingsvezels en natrium vermelden alsook de energiewaarde. Deze inhoudsstoffen worden ook ‘de grote 8’ genoemd. Bij andere voedingsclaims moeten de ‘grote 4’ worden vermeld: energie, eiwitten, koolhydraten en vetten.
Gezondheidsclaims
voeding aan te geven. Ook moet je vermelden hoeveel van het product moet worden gegeten of gedronken om het effect te bereiken. Zonodig moet je waarschuwen voor een ‘overdosis’. Er zijn drie soorten gezondheidsclaims • Generieke gezondheidsclaims • Ziekterisico beperkingsclaims • Claims gericht op kinderen
Generieke gezondheidsclaims Generieke gezondheidsclaims zijn gebaseerd op algemeen aanvaarde kennis, bijvoorbeeld dat calcium goed is voor de botten. Alle lidstaten in Europa hebben ten laatste op 31 januari 2008 lijsten met claims overgemaakt aan de Commissie, vergezeld van de voorwaarden die erop van toepassing zijn én de bijhorende wetenschappelijke bewijzen voor de claims. Er werden meer dan 4000 claims ingediend. De EFSA (European Food Safety Authority) heeft deze lijst bekeken maar keurde het merendeel af: nauwelijks één vijfde van de ingediende claims kreeg een positief advies. Zowel duidelijkheid voor de consument als de wetenschappelijke onderbouwing telden hierbij mee. De werkzame stof moet voldoende concreet gedefinieerd zijn. Heel wat claims voor voedingsvezels in het algemeen en voor productcategorieën als zuivel en groenten & fruit zijn daarom afgewezen. Ook het negatieve advies voor gezondheidsclaims rond pre- en probiotica is vooral te wijten aan een onvoldoende specifiek karakter van de gezondheidsbevorderende micro-organismen. Gezondheidsclaims die wel een positief advies kregen, zijn onder meer over vitaminen en mineralen, plantensterolen en -stanolen en levende culturen in yoghurt.
Een gezondheidsclaim zegt iets over de gezondheidsbevorderende effecten van een product. Deze claims moeten aan extra voorwaarden voldoen. Het is bijvoorbeeld verplicht om op alle producten met een gezondheidsclaim het belang van een gevarieerde en evenwichtige
De lijst met goedgekeurde claims(2) ligt nu in het Parlement. Verwacht wordt dat de lidstaten en de Commissie ze nog dit voorjaar goedkeuren. Eenmaal de lijst definitief gepubliceerd is, kan iedereen vrij gebruik maken van de claims. Je moet wel kunnen aantonen dat de inhouds-
(1) Verordening (eg) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen, bijlage 1.
(2) Het advies van het EFSA op de ingediende claims kan je bekijken op deze website http://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/ pub/2302.htm
Tekst: Elke Denys
Voedingsprofielen
Bio en claims
In deze ganse claimwetgeving schuilt er één grote adder onder het gras. Er ontbreekt immers een belangrijke hoeksteen in de gebruiksvoorwaarden voor voedings- en gezondheidsclaims: de voedingsprofielen. Voedingsprofielen zijn in de wetgeving voorzien en zouden in principe de voorwaarden moeten bepalen voor het gebruik van claims. Toch zijn de voedingsprofielen nog steeds niet gedefinieerd in de wetgeving. Concreet garanderen ze bijvoorbeeld dat je niet de aandacht kan trekken met een claim over het lage cholesterolgehalte van een voedingsproduct als datzelfde product te veel verzadigde
Uiteraard is de verwijzing naar bio geen voedings- of gezondheidsclaim. Een vermelding van bio is mogelijk van zodra je aan de Europese biowetgeving voldoet.
De beweringen die claimen de kans op een ziekte te verkleinen, zoals bijvoorbeeld levensmiddelen die de bloeddruk verlagen, en de claims die betrekking hebben op kinderen vormen een aparte categorie. Het voedingspatroon is immers slechts één van de factoren die invloed heeft op het ontstaan van bepaalde ziekten. Daarom zijn specifieke etiketteringvoorschriften nodig. De toelatingsaanvragen voor deze categorie moeten voorgelegd worden aan de lidstaten, die ze doorsturen naar EFSA voor grondige wetenschappelijke evaluatie. Op basis van dat advies is de claim al dan niet op Europees niveau toegelaten. Voor deze claims is ook al een lijst beschikbaar.(4) (3) Individueel goedgekeurde claims kan je bekijken op deze website http://ec.europa.eu/nuhclaims /?event=claimsBeingProcessed (4) De lijst met toegelaten en verworpen claims kan je bekijken op deze website http://ec.europa. eu/nuhclaims/index.cfm?event=search&status_ ref_id=4
vetzuren bevat. Bij producten die zeer veel suikers bevatten, zal je dus niet kunnen verwijzen naar het gehalte aan vitaminen, mineralen en voedingsvezels. Voedingsprofielen zullen rekening houden met: • de kwantitatieve samenstelling van het voedingsproduct in verschillende voedingsstoffen (o.a. vetstoffen, verzadigde vetten of zout en suikers) in verhouding tot de aanbevelingen; • de rol en de plaats van het levensmiddel in de eetgewoonten van de bevolking in het algemeen of van bepaalde groepen die meer risico lopen (bv. de kinderen); • de aanwezigheid in het levensmiddel van voedingsstoffen waarvan wetenschappelijk erkend is dat ze effect hebben op de gezondheid.
Indien jouw bioproduct aan de voorwaarden voldoet, kan je voedingsclaims gebruiken. Een voedingsclaim waarvan je veelvuldig gebruik kan maken op biovoeding is de claim ‘van nature’ of ‘natuurlijk.’ Als een voedingsmiddel van nature voldoet aan eender welke goedgekeurde voedingsclaim, mag je die gebruiken. Zo heeft biovoeding door de weinige toevoegingen een uitgesproken puur karakter, en komt het dus voor een aantal claims in aanmerking. Bepaalde biovoeding is bijvoorbeeld van nature vezelrijk, zonder dat er extra vezels aan toegevoegd zijn. En natuurlijk hoeft bio niets te claimen om te verkopen. Bioproducten zouden zich net op een andere manier moeten profileren op de markt. De ingrediëntenlijst zegt genoeg, ze is vaak veel korter dan de gangbare tegenhanger. Je vindt er dan ook nauwelijks toevoegingen in terug. Daarnaast is er nog de verwijzing naar de biologische landbouwmethodes en biologische productieprocessen. De zin op een pakje vanillesuiker die stelt ‘dat de er geen enkele chemische raffinage gebruikt werd’, is voor een bewuste consument vaak duidelijker dan welke claim ook. Met al deze claims negeren we misschien wel het grootste verkoopsargument voor bio… De bioconsument is een meerwaardezoeker. Het totaalpakket van het bioproduct is van belang: eerlijk voedsel, zonder toevoegingen, ‘proper’ geproduceerd, en vooral puur van smaak. Als dat geen waardevol en eerlijk verkoopsargument is…
| pag 17
Ziekterisico beperkingsclaims en claims gericht op kinderen
Het is verboden op je product te vermelden dat het ‘biologisch en dus gezonder is’. Voor bio is er immers geen goedgekeurde gezondheidsclaim. In een vorig artikel (Bio Actief 13) meldden we al dat de invloed van bio op gezondheid een zeer complex vraagstuk is dat een genuanceerde kijk vraagt. Maar als je product voedingsstoffen bevat met een bepaald effect op de gezondheid waarvoor een gezondheidsclaim is goedgekeurd, kan je die wel gebruiken.
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
stoffen waarnaar de claim verwijst, in voldoende mate aanwezig is in het product. Na de officiële publicatie mag je claims die niet zijn goedgekeurd nog zes maanden gebruiken. Ook van de verworpen claims is een lijst beschikbaar. De lijst van goedgekeurde claims kan nog uitbreiden. Een individueel bedrijf kan een claim die niet op de lijst voorkomt, aanvragen. Het gaat dan om een claim gebaseerd op nieuw vastgestelde wetenschappelijke bewijzen of waarvan de wetenschappelijke bewijzen niet zomaar openbaar mogen en eigendom zijn van de aanvrager. EFSA behandelt deze dossiers individueel en uiteindelijk beslissen de lidstaten of ze de claim toelaten. Ook van deze claims is er al een positieve lijst beschikbaar.(3) Alle bedrijven kunnen gebruik maken van deze claims indien de wetenschappelijke gegevens ervan niet beschermd zijn. Er is echter nog een heel belangrijke groep stoffen die EFSA niet heeft bestudeerd: de botanicals of de kruiden. Het is de bedoeling om dat nog dit jaar te doen. Omdat het hier niet om toegevoegde stoffen gaat, maar stoffen die van nature aanwezig zijn, zou uitgerekend deze groep heel belangrijk kunnen zijn voor biovoeding.
BioForum Vlaanderen
Bio? om in te bijten! Publiekscampagne Bioweek 2012 in de steigers: doe mee! BioForum heeft een jaarlijkse afspraak met het grote publiek en de pers: de Bioweek. De Bioweek gaat dit jaar door van 2 tot 10 juni en focust op het thema smaak. Vaste ingrediënten zijn ook dit jaar: een mediageniek openingsevenement, een biomagazine, de uitreiking van de Bio Award, activiteiten op biobedrijven in heel Vlaanderen en een wedstrijd op de winkelvloer. Nieuw dit jaar is een online wedstrijd voor het hippe volkje en een extra Bio Award ‘20 jaar voor bio’. Ook bijzonder is het biomagazine: geen krantje over de bioweek, wel een heus lifestylemagazine over bio dat boeit!
Een Bioweek zou geen Bioweek zijn zonder de medewerking van jou als ondernemer! We roepen alle biologische ondernemers op om tijdens de Bioweek een activiteit te organiseren op hun bedrijf. Een picknick op het erf, een rondleiding in de koekjesfabriek, een blik achter de schermen bij een distributeur: doe met ons mee! Wij vragen dat je activiteit voor publiek toegankelijk is, over bio gaat en focust op smaak. Vergeet dus niet te vertellen hoe jij zorgt voor een heerlijke smaak. Wij ondersteunen je door je activiteit bekend te maken op onze eigen online kalender (www.bioweek.be) en door je communicatiemateriaal te bezorgen (affiches, uitnodigingen, infobrochures).
Bio? om in te bijten! Dat is de baseline van de bioweek dit jaar. Smaak, daar draait het om. En hoe die heerlijke smaak van bioproducten tot stand komt. BioForum sluit met dit thema aan bij de drie jaar durende campagne van VLAM. Zo kunnen we mee surfen op de TV-campagne voor bio die VLAM voert tijdens de Bioweek.
Voor de winkeliers onder jullie drukken we duizenden wedstrijdloten met unieke code. Je kiest zelf of je meedoet. Wie meedoet, gunt zijn klanten een kans om één van de vele mooie prijzen te winnen.
| pag 18
Smaak zal de rode draad zijn voor de hele campagne.
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
Tekst: Petra Tas Foto's: BioForum
We organiseren een mediageniek openingsevent in Hasselt op zaterdag 2 juni. We rekenen op een 20-tal biobedrijven die hun bioproducten laten proeven. We voorzien in een zomerbar, een bioBBQ en muziekoptredens om er een gezellig plein van te maken. We nodigen minister Peeters uit om zijn beleid rond bio toe te lichten en de Bioweek officieel te openen. En we reiken de beide Bio Awards uit. Een dag om naar uit te kijken! Het lifestylemagazine (440.000 exemplaren) wordt gratis verspreid samen met Libelle en met De Standaard op 31 mei; het zal ook te vinden zijn op alle activiteiten en in vele bibliotheken doorheen Vlaanderen. Het tijdschrift doet goesting krijgen in bio door kleurrijke feel good fotografie, frisse schrijfstijl en thema’s die aanspreken. Bio met een heerlijke kwinkslag!
De Bioweek is er ook om de biosector in de bloemetjes te zetten: we belonen graag het biobedrijf dat smaak hoog in het vaandel draagt. Heb jij jaren geselecteerd om je aardbeien zo voortreffelijk te laten smaken? Heb jij een heerlijk koekje waar geen mens aan kan weerstaan? Heb jij een geheim recept voor je brood waardoor het ronduit hemels smaakt? Stel jezelf kandidaat en maak kans op de Bio Award! Dit jaar blikken we eenmalig terug: de biosector is niet vanzelf gegroeid tot een sector die terecht trots mag zijn op haar principes en kritische reflecties, op haar heerlijke producten en krachtige uitstraling. Wie trekt al 20 jaar mee aan de kar, als bedrijfsleider, als onderzoeker, als voorlichter? We horen het graag ook uit jouw mond: draag de kandidaat van jouw keuze voor zodat we een bijzondere Award ‘20 jaar voor bio’ kunnen uitreiken aan de man of vrouw die de sector waardeert! Tot slot spreken we ook jongeren aan met een online wedstrijd die hen uitdaagt creatief te zijn en zichzelf onder andere via facebook als bio lover te tag-
gen. In de aanloop naar de bioweek lanceren we telkens één van de vijf redenen waar zij mee aan de slag kunnen. We belonen de meest originele inzending. Een Bioweek kan natuurlijk niet zonder héél véél communicatie: de website www.bioweek.be zal online zijn van april tot eind juni; we schrijven redacties aan van TV, radio, dagbladen, vakpers en magazines. We sporen provincies en
andere organisaties aan de Bioweek mee bekend te maken. En uiteraard rekenen we ook op jou! Doe mee en maak er een schitterende Bioweek van! Ben je geïnteresseerd om een activiteit te organiseren of om een proefkraam uit te baten op ons openingsevent, meld je aan via onze website www.bioforumvlaanderen. be/bioweek
Wil je producten leveren voor het openingsevent of voor één van de vele prijzen, contacteer marc.
[email protected] of via 03 286 92 70. Wil je adverteren in het biomagazine of op de bioweek.be website, ook dan kan je terecht bij Marc. Heb je vragen of nood aan een goeie tip, neem contact op met Adje Van Oekelen via
[email protected] of 03 286 92 60.
B I O V A N B I J O N S ,
Op www.biovanbijons.be vind je de volledige lijst van producten, verkooppunten, deelnemende bioboeren en alle nieuws over onze werking.
Contacteer ons op
[email protected]!
| pag 19
DICHT BIJ JOU
Ben je als winkelier geïnteresseerd om Bio Van Bij Ons-producten te verdelen?
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
VOOR JOU
Heb je als bioboer ideeën om zelf producten te (laten) verwerken?
Biogarantie
Tekst: Martine Van Schoorisse, Marijke Van Ranst Foto: Stefan Jacobs
Biogarantie®verkooppunt, nieuwe opportuniteit! Word méér dan bio…
Eind februari verscheen het Biogarantie®- lastenboek versie 2012. In de rubriek verkooppunten voerden we de belangrijkste verandering door. Het vroegere systeem was immers aan een grondige vernieuwing toe. Na overleg met de sector (o.a. op Vitasana 2011) kwamen we tot nieuwe richtlijnen.
Vernieuwing geeft jouw winkel een profiel Tot nu toe was het vaak moeilijk om je als verkooppunt met een zeer uitgebreid bio gecertificeerd gamma te profileren tegenover andere verkooppunten met een veel kleiner gamma. BioForum Vlaanderen wil met deze vernieuwing in het Biogarantielastenboek jouw verkooppunt de kans geven om zich duidelijker te profileren naar consumenten toe. De consument vraagt dat bioproducten beter beschikbaar zijn, makkelijker herkenbaar, en vooral ook op herkenbare plaatsen te verkrijgen zijn. Het Biogarantielabel voor jouw verkooppunt is hiervoor het instrument bij uitstek.
| pag 20
Wie onder biocontrole staat, geeft vertrouwen aan de klanten. De klant weet dan zeker: wat aangeduid is als bio, ís ook bio! Bovendien biedt het Biogaran-
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
Voor de Biogarantieverkooppunten gecertificeerd voor 31/1/2012 voor het vroegere systeem, is een overgangsperiode voorzien tot 30 juni 2013 om hun Biogarantiecertificaat te behouden. Vanaf 1 juli 2013 moeten zij voldoen aan de nieuwe criteria om gecertificeerd Biogarantieverkooppunt te blijven. Alle verkooppunten kunnen vanaf maart 2012 bij de controleorganisaties een certificaat volgens het nieuwe systeem aanvragen.
tielabel garanties voor een breed assortiment. Met het concept ‘Biogarantiewinkel’ willen we tegemoetkomen aan de verwachtingen van klanten. Wie op zoek is naar een biowinkel verwacht een breed assortiment biologische voedingswaren: zowel brood, kaas, groenten, fruit, zuivel als een divers aanbod droogwaren. In een Biogarantiewinkel kan een klant met een gerust hart winkelen, zeker zijn dat hij bio koopt en ook voldoende producten vinden voor een gezond en gevarieerd voedingspatroon. Een Biogarantiewinkel mag bovendien
“
duurzaamheidnormen. Deze zijn bepaald in het algemene gedeelte van het lastenboek en zijn dus geldig voor alle Biogarantiegebruikers. Hiertoe ondertekent de uitbater het ecologisch duurzaamheidcharter. (In bijlage van het lastenboek maar ook te downloaden via www.bioforum.be, bij basisinfo voor verkooppunten, doorklikken naar ‘waarom Biogarantie’.) Zo rekenen we er bijvoorbeeld op dat je in jouw verkooppunt ook bewust omgaat met verpakking of ‘oververpakking’. Ook vragen we speciale aandacht voor de ggo-problematiek bij compos-
In een Biogarantiewinkel kan een klant met een gerust hart winkelen!”
het label opnemen in zijn communicatie: een sterke troef! Het label is gekend en geeft het vertrouwen dat je verdient. Je leest er meer over in de resultaten van onze ‘Waarom kies jij bio?’ enquête (zie p.6). We geven je alvast een overzicht van de belangrijkste criteria van het nieuwe lastenboek. Voor producten in jouw assortiment die niet vermeld staan in het lastenboek, rekenen we op jouw redelijkheid en verantwoordelijkheid om deze te verkopen met het oog op duurzame consumptie.
Biogarantie voor duurzaamheid Biogarantie gaat verder dan de minimale wettelijke normen voor bio. Waarom? De consument van bio vraagt erom. De biosector speelt bovendien een belangrijke rol als pionier van duurzaamheid en wil daar in de toekomst ook duidelijker mee naar buiten komen. Het vernieuwde lastenboek brengt jou een stapje dichter bij een duurzaam label. Biogarantieverkooppunten moeten immers voldoen aan een aantal
teerbare zakjes, en vragen we om aan te dringen op een ggo-vrij attest van de leverancier.
Maak Biogarantie zichtbaar! Speciaal voor deze vernieuwing ontworpen we een mooie, grote sticker met het Biogarantielabel. Vanaf het moment dat je het nieuwe Biogarantiecertificaat krijgt, kan je de raamsticker aanbrengen op een goed zichtbare plaats. Ander promotiemateriaal met Biogarantielabel dat je bij BioForum kan bestellen, is ook enkel voor jouw Biogarantieverkooppunt beschikbaar. BioForum Vlaanderen neemt bovendien de communicatie naar consumenten over de nieuwe Biogarantiewinkels voor zijn rekening. Wij stellen onder meer info over Biogarantie ter beschikking zodat je deze naar jouw klanten kan verspreiden. Biogarantie, dat betekent méér bio en méér duurzaamheid. Biogarantieverkooppunten worden dus ook méér dan bio. Dat zal de consument graag horen.
Criteria voor voedingsmiddelen
Criteria voor nietvoedingsmiddelen
- alles in de winkel verwijst zoveel mogelijk naar voeding: etalage, affiches, … - minimum 70% zijn voedingsmiddelen (= ook voedingssupplementen) in assortiment - 90 % van voedingsmiddelen is gecertificeerd bio - volgende productgroepen zijn 100 % gecertificeerd bio: • vers brood • groenten & fruit • vlees en vleesvervangers • zuivelproducten en eieren • vers bereide gerechten • alle onverpakte goederen (bv. losse granen) - producten in omschakeling krijgen vermelding ‘product in omschakeling naar bio’ - niet-bio voedingsmiddelen (max. 10%) zijn in geen geval verkregen door ggo-technieken, of producten afkomstig van aardolie zoals paraffineolie - deze niet-bio voedingsmiddelen zijn altijd duidelijk gescheiden van bio of met duidelijke vermelding: afbeelding van NIET-BIO
- petfood moet voldoen aan lastenboek of heeft Animabio- of Skalcertificaat - textiel moet voldoen aan lastenboek of lijst met erkende buitenlandse labels - cosmetica en verzorgingsproducten: Ecogarantie of lijst met erkende buitenlandse labels - hout: FSC-label - papier: gerecycleerd of FSClabel - leerproducten en schoenen: natuurlijk gelooid (zonder gebruik van chroomhoudende producten), ook de afwerking is ecologisch verantwoord - reinigingsproducten: met Ecogarantie of indien niet beschikbaar het Ecocertlabel (Frankrijk) producten
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
- alle visproducten hebben MSC-label - zout heeft een erkend label - elke productgroep heeft ruim aanbod aan Biogarantiegelabelde producten - duidelijke voorrang voor regionaal geproduceerde producten - info die transparantie verhoogt is altijd beschikbaar, zoals kistkaarten bij groenten & fruit of herkomst van losse producten
| pag 21
niet-bio
+h[Z[d[decb_Zj[mehZ[dlWd8_e<ehkcLbWWdZ[h[d
7bib_ZlWd8_e<ehkc^[X`[[[dX[j[a[d_ilebb[_dlbe[Z$Edp[ijWdZfkdj[dXWi[h[dm[ef`ekmc[d_d]$ >[j^[b[`WWhZeeheh]Wd_i[h[dm[cec[dj[dmWWhef`ekmij[clWdj[b_i;da[bWbib_ZaWd`[eeap[j[b[d_dedp[ HWWZlWd8[ijkkhe\7b][c[d[L[h]WZ[h_d]$
DWWhZ[el[h^[_Z[ddWWhWbb[hb[_cWWjiY^Wff[b_`a[eh]Wd_iWj_[ije[_i8_e<ehkcZ[][ifh[aifWhjd[hX_`k_jij[aZ_[ `ekmX[bWd][dl[hZ[Z_]j$M_`p[j[b[dleeh`ek_dLB7C"LB?<"?<E7C[dde]l[[bc[[h$PeedZ[hij[kd[dm[ edZ[hd[c[hiZ_[_dZ[X_ei[YjehWYj_[\p_`d$
Edp[c[Z[m[ha[hiijWWd`[X_`c[jWWd][fWijWZl_[i$Eeaakdd[dp[`[_dYedjWYjXh[d][dc[jYebb[]W#X[Zh_`l[d" e\c[jedZ[hpe[a[hi"el[h^[_Zif[hied[[b"WZl_i[khi$$$Edid[jm[hamehZj`ekmd[jm[ha
7bib_ZlWd8_e<ehkc][d_[j`[lWdaehj_d][defijkZ_[ZW][d"Yecckd_YWj_[cWj[h_WWb[dWZl[hj[dj_[i$ Leehedp[b[Z[deh]Wd_i[h[dm[]he[fiijWdZ[defX[bWd]h_`a[X[khp[d$Eea^[j][Xhk_alWd^[j8_e]WhWdj_[bWX[b_i leehX[^ekZ[dWWdedp[b[Z[d$8_e<ehkc_iij[[ZiWb[hjefce][b_`a[fhWaj_iY^[leehZ[b[dleeh^WWhb[Z[d$
IWc[d[[d]bWiZh_da[ddWW\beeflWd[[dijkZ_[ZW]"aWdieci_dj[h[iiWdj[_Z[[defb[l[h[d$8_e<ehkc^[Y^jl[[b X[bWd]WWd^[j_d\ehc[b[edZ[hb_d][YedjWYj$M_`Xh[d][dedp[b[Z[d]hWW]iWc[d_d[[ded][Zmed][di\[[h$
Bio Zoekt Keten
Tekst: Paul Verbeke
QuickWin fonds als stimulans voor ketenontwikkeling Voorstelling goedgekeurde projecten
‘Kortweg Natuur’ gaat Bio
samenwerken voor de vermarkting van biologische fijne vleeswaren. Zo kunnen biobedrijven reforme koeien, schapen en varkens zelf op de markt brengen als fijne vleeswaren, in plaats van deze tegen een minder aantrekkelijke prijs aan de groothandel te verkopen. Initiatiefnemers zijn bio vleesveehouders Kurt Sannen en Jos De Clercq (resp. Bolhuis en Natlandhoeve) en bioslager Bielen. Zij willen hun producten afstemmen op de vraag, een gezamenlijke marketingstrategie ontwikkelen, de fijne vleeswaren onder een gezamenlijk merk op de markt brengen en nieuwe verkooppunten zoeken in de detailhandel, om op die manier een omzetverhoging te realiseren. De uitstraling hierbij is: ‘bio, authentiek, lekker en gezond’, ‘eet je landschap’ en ‘lokaal, fair trade en recht van bij de boer’.
BioVarken Het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren gaat een biolijn opstarten binnen ‘Kortweg Natuur’. Dit is een Limburgs samenwerkingsverband doorheen de volledige graanketen: van akker tot bakker. Sinds 2010 is het B.Akkerbrood te koop bij talrijke Limburgse bakkers en ze verkopen als ‘zoete broodjes’. Zowel het aantal geïnteresseerde bakkers als klanten neemt toe. Voor de biolijn gaan ze een samenwerking aan met drie Limburgse biolandbouwers, een molenaar, een biobakker en een distributeur. Streefdoel is om een biobrood te ontwikkelen op basis van regionaal geteeld biograan. Op die manier biedt Kortweg Natuur producten aan die de lokale fauna en flora een handje helpen, die lokaal geteeld, verwerkt & verkocht worden én bovendien biologisch zijn. De natuur pikt hier letterlijk een biograantje mee.
Korte Keten Biocharcuterie Dit project wil biologische veehouders, een bioslager en verkooppunten laten
NoordVlees Van Gool uit Kalmthout slacht sinds vele jaren biologische varkens voor derden. Sedert de zomer van 2011 slachten en verhandelen ze ook voor eigen rekening. Zij zijn pioniers op vlak van het aanvaarden en op de markt brengen van intacte beren. Wegens het tekort aan biovarkens, zowel op de Belgische als de internationale markt, wil NoordVlees Van Gool gangbare varkenshouders aanmoedigen om de stap naar biologische varkenshouderij te zetten. Onder dit project vallen informatiebijeenkomsten, individuele begeleiding van geïnteresseerde gangbare varkenshouders alsook de uitbouw van een afzetketen voor biovarkens.
Camelina Olieslagerij Oleum gaat op zoek naar biologische telers van Camelina. Het is een kruisbloemig oliehoudend gewas. De olie heeft toepassingsmogelijkheden als o.a. biobrandstof, spijsolie of bij de
productie van cosmetica. De perskoek die overblijft na de oliewinning is geschikt als veevoeder. In 2012 streeft men naar 10ha Camelina. In het project wordt een teeltbrochure opgemaakt, worden informatiebijeenkomsten georganiseerd en wordt de teelt in de praktijk gebracht. Oleum perst en commercialiseert de olie.
Life Biobakkerij Dietmar Vanbergen gaat een Life Biobakkerij opstarten in het Gentse. Hiermee wil hij de consument terug in rechtstreeks contact brengen met het ambacht. Door hoofdzakelijk overdag te produceren, kan de consument meekijken in het atelier waar Dietmar het brood bereidt. Door dit directe contact kan de bakker inspelen op bestellingen van consumenten. Een ‘brood op maat’ kan tot de mogelijkheden behoren. De initiatiefnemer volgde stage bij diverse buitenlandse bakkerijen om hun lokale specialiteiten te verweven in het assortiment. Er is vandaag een groot tekort aan lokaal geproduceerd biobrood in de regio Gent/Oost-Vlaanderen. Heel wat biobrood komt uit Nederland. Dit project streeft naar een korte keten tussen de boer en de gebruiker door samen te werken met lokale boeren die kwaliteitsvol biograan en andere grondstoffen kunnen leveren. Meer informatie over de projecten en het QuickWin fonds kan je bekomen via Paul Verbeke (0497/42 93 68 of info@ biozoektketen.be) of op www.biozoektketen.be Het project ‘Bio zoekt Keten’ is een project van BioForum in samenwerking met Boerenbond en Algemeen Boerensyndicaat, met steun van de Vlaamse overheid.
zoekt keten
[[dfhe`[YjlWdX_e\ehkclbWWdZ[h[d _diWc[dm[ha_d]c[jWb][c[[dXe[h[diodZ_YWWj[dXe[h[dXedZ
| pag 23
Het QuickWin fonds van Bio zoekt Keten werd in 2010 in het leven geroepen om nieuwe initiatieven die de bioketen stimuleren, een duwtje in de rug te geven. Het QuickWin fonds lanceerde in 2010 en 2011 telkens een oproep aan bedrijven om projectvoorstellen in te dienen. Bij elke projectoproep werden vijf voorstellen weerhouden. De projectuitvoerders ontvangen een financiële tegemoetkoming van maximaal 20.000 euro met minimaal 50% eigen financiering om het project tot een goed einde te brengen. Eind 2011 werden opnieuw vijf veelbelovende projecten goedgekeurd. Een korte voorstelling.
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
Product in de kijker
Een heerlijk kopje biokoffie… wat is dat? Van koffieboer tot koffiebrander Een lekker kopje koffie… of ‘een bakje troost’ voor onze noorderburen. Bij heel wat mensen maakt het een essentieel onderdeel uit van hun ochtendritueel. Velen gaan de deur niet uit zonder. Maar is dit ook zo bij bioconsumenten? En is biokoffie al een vaste waarde in het koffieassortiment? Wat maakt biokoffie zo uniek?
Een bakje troost…bio? Uit onze bevraging bij bioconsumenten (zie p.6) blijkt alvast dat koffie minder bio wordt aangekocht dan thee. 25,52%
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
| pag 24
van de bioconsumenten koopt nooit biologische koffie; 31,20% doet dit dan weer altijd. Biokoffie scoort dus zeker niet slecht maar het blijft toch eerder een atypisch product voor sommige bioconsumenten. Dat neemt niet weg dat biokoffie net een heel toegankelijk bioproduct kan zijn voor het brede publiek. België staat immers in de top tien van landen die het meeste koffie verbruiken, met goed 7,3 kg koffie per inwoner per jaar. (BKB-ICO) Over het aandeel bio in het hele koffiegamma zijn er jammer genoeg geen exacte gegevens, zeker niet van België. Er zijn wel algemene schattingen. De laatste tien jaar is het aandeel gecertificeerde koffie explosief gestegen tot naar schatting 8% in 2010. Let wel: het betreft een overkoepelende schatting voor bio, fair trade, Utz, Rainforest Alliance en C4. Voor België ligt de hoogste schatting op 30% van de geïmporteerde koffie die één van de vermelde certifi-
caten draagt. Correcte cijfers bekomen over bio op zich blijkt moeilijk. Koffie draagt immers vaak meerdere certificaten. Koffie met Max Havelaarlabel heeft bv. 1,74% marktaandeel in België en ongeveer de helft van de fair trade gelabelde koffie zou ook bio zijn (en omgekeerd geldt hetzelfde). Het probleem met correcte cijfers heeft ook te maken met het complexe traject dat koffie aflegt vooraleer het tot bij de klant geraakt. Je hebt de telers, al dan niet in coöperatie, lokale handelaars, importeurs, stockage, koffiebranders die verschillende origines mengen, verpakkers, verdelers, … Een deel van de koffie wordt onder eigen merk verkocht en een groot deel onder private labels (o.a. huismerken). Ondanks dit gebrek aan cijfermateriaal, is België zonder enige twijfel wel een koffieland dankzij het grote aantal koffiebranders (groot en klein) en dankzij de Antwerpse haven. We verhandelen, branden, verpakken en exporteren heel wat geïmporteerde koffie.
Waar komt biokoffie vandaan? In heel de wereld zijn er ongeveer 70 koffieproducerende landen, allemaal tussen de Kreefts- en de Steenbokskeerkring. Naar schatting 25 hiervan produceren ook biologische koffie. De meeste biokoffie komt uit Zuid-Amerika (46%); gevolgd door Centraal-Amerika en Mexico (31%), Azië staat in voor 14% van de biokoffie en 9% komt uit Afrika, voornamelijk Ethiopië.(1) Sommige koffielanden hebben geen biologische koffie omdat controle er minder evident is. De controlekost is voor de kleinste koffieboeren in het Zuiden niet vanzelfsprekend. (1) FiBL/IFOAM ,“Worldwide supply of Organic coffee in 2008”, The World of Organic Agriculture, 2010.
Wat maakt biokoffie uniek? Eerst en vooral staat biokoffie voor kwaliteit. Er vielen al meerdere in de prijzen en ze worden geprezen voor hun smaak. Maar koffie blijft natuurlijk koffie. Het smaakverschil tussen biokoffie en ander koffie is moeilijk te definiëren. Smaak hangt immers ook af van de variëteit, kwaliteit en branding. Daarnaast heeft biokoffie natuurlijk een belangrijke meerwaarde voor het milieu in de landen van herkomst. En ook sociaal is er een meerwaarde: het product
Tips voor je klanten
Bewaring • droog en eerder koel • gemalen koffie gebruik je binnen de maand na openen • bonenkoffie gebruik je binnen de 3 maanden • in afgesloten bokaal, liefst aardewerk • mag desnoods ingevroren worden Hoe zet je koffie? • gebruik verse koffie – liefst vers gemalen • reken 7 à 15 gram per kop koffie • gebruik neutraal helder water • gebruik heet water net onder kookpunt • opgieten geeft het beste resultaat • nooit opwarmen of warm houden wordt meer gevaloriseerd in prijs. Niet voor niets gaat het vaak samen met andere sociale standaarden, zoals fair trade. Koffie biologisch verbouwen betekent: geen kunstmest, noch chemische bestrijdingsmiddelen. Om de teelt te optimaliseren is oordeelkundige aanplanting, organische bemesting en wieden uiteraard nodig. In de verwerking verschilt biokoffie op één punt met gangbare. Om decafeïné te maken wordt in gangbare koffie dichloormethaan als extractiemiddel gebruikt. Dit is binnen bio niet toegelaten omdat het om een chemisch proces gaat. In bio gebeurt het proces dan ook [lees verder pag 26]
Tekst: Marijke Van Ranst
Koffiebrander
Biokoffies
Beyers Koffie NV
Bio fair trade decaf 250g Bio fair trade dessert 250g
- Origine: Oost-Afrika en Centraal-Amerika - Blend: kan variëren naargelang beschikbaarheid. - Soort: 100% arabica - Bio en fair trade - Smaak: subtiele aciditeit en verfijnd aroma - Verdeling: via supermarktketens of rechtstreeks aan overheden
Oxfam Fairtrade
Bio Aymarakoffie Bio Goldkoffie Bio Highlandkoffie Bio instantkoffie Bio oploskoffie Bio decafkoffie Bio decafkoffiepads Bio Highland koffiepads
- Origine: Oeganda, Ethiopië, Tanzania, Peru, Honduras, Bolivië, Ecuador en Mexico. - Aymara en Gold: 100% arabica - Highland: met laag percentage van een robusta van hoge kwaliteit - Bio en fair trade - Verdeling: Supermarkten; speciaalzaken, biowinkels, horeca, ... - Focus op: lange termijn relatie met kleine producenten, directe relatie en transparantie
Miko Koffie
Bio Puro Fairtrade Coffee 250g (gemalen of bonen)
- Origine: Peru en Honduras - Soort: 100% Arabica - Bio en fair trade - Verdeling: verdeeld in oa biowinkels, bakkers en bepaalde horecazaken. - Aanvullende info: financiële bijdrage aan natuurbeschermingsorganisatie World Land Trust
Koffie Kàn
Bio (gemalen/bonen) Bio Decaf (gemalen) Bio Pachamama (gemalen) Bio Crema(pads)
- Origine: Latijns-Amerika, Mexica, Peru, Nicaragua - Soort: 100% arabica - Verdeling: in biowinkels en gespecialiseerde voedingskleinhandel (bakkerij, delicatessen, ed) - Focus op: zachtheid, lichte verteerbaarheid en laag cafeïnegehalte
Koning Leopoldlaan 3 2870 Breendonk www.beyerskoffie.be
[email protected]
Ververijstraat 15 9000 Gent www.oft.be
[email protected]
Steenweg op Mol 177 2300 Turnhout www.miko.be
[email protected]
Kerkstraat 84 8420 Wenduine www.koffiekan.be
[email protected]
Java
Wingepark 10 3110 Rotselaar www.java.eu
[email protected]
Info
- Biocertificatie in opstart voor koffie in Peru. - Soort: 100% arabica - Verdeling: ‘out-of-home’ sector, speciaalzaken, online
Maes Koffie
Antwerpsesteenweg, 136 2630 Aartselaar www.rombouts.com
[email protected]
Sas nv
Dennenlaan 10 2340 Beerse www.sas-koffie.be
[email protected]
AKC nv / Coffeeroots
Hogenakkerhoekstraat 11 9150 Kruibeke www.coffeeroots.com
[email protected]
Ook bij dit productartikel geven we je de kans om jouw productkennis bij te schaven. Stuur een mailtje naar
[email protected] en vertel ons waarom jij moet winnen. Je maakt kans op: • Een rondleiding voor 20 personen bij Koffie Kàn, inclusief 1 proefpakket van 3 biokoffies voor de winnaar. • Een rondleiding voor 6 personen in de nieuwe koffiebranderij van Java inclusief training 'maak je eigen koffie-blend'. (bio-aanbod in opstart)
| pag 25
Koffie F. Rombouts NV
WEDSTRIJD: Op koffie-tour! BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
Luikersteenweg 244-F 3500 Hasselt www.maeskoffie.be
[email protected]
met water als extractiemiddel. De groene bonen worden langdurig met water gespoeld, waardoor de cafeïne oplost in het water. Het water, met de daarin opgeloste cafeïne, wordt vervolgens door een bed van actieve kool gepompt. De actieve kool neemt de cafeïne uit het water op. De bonen worden met warme lucht gedroogd, met koude lucht gekoeld en vervolgens op de gebruikelijke wijze gebrand, gemalen en verpakt. Een andere veelgebruikte methode in bio is op basis van CO2. De koffie krijgt een ‘bad’ van natuurlijke CO2 in vloeibare vorm, aan lage temperaturen en onder lage druk. Mede door de hoge gevoeligheid van CO2 voor cafeïne, krijgen aroma en smaak hierdoor weinig te verduren.
Koffie, wat is dat eigenlijk? Koffie groeit in bessen aan een struik. De eigenlijke koffiebonen zitten als tweelingen in hun bes. Pas na vijf jaar levert een koffieplant zijn eerste vruchten af. De oogst brengt ongeveer 2,5 kg bessen op per struik, wat zo'n halve kilo gebrande bonen oplevert. Dat is amper genoeg om een veertigtal koppen koffie van te maken. Wereldwijd zijn zo'n 25 miljoen mensen actief om koffie van de plant tot een lekkere drank in jouw kop te krijgen.
Smaken verschillen ... Koffie is één van de belangrijkste handelsproducten ter wereld. Koffiebranden is eigenlijk karameliseren: de natuurlijke suikers en vetten die elke koffieboon bevat, worden 'gebakken'. De brandgraad bepaalt de smaak van de koffie: hoe donkerder gebrand, hoe sterker de smaak. Een goudbruine, licht gebrande koffie is zachter van smaak en beter verteerbaar. Smaakvoorkeuren variëren per regio: In Nederland en Duitsland is er een voorkeur voor zachte koffie, in Italië verkiest men pittige koffie. België ligt net op de scheidingslijn tussen de noorderse en de zuiderse smaak. Zo komt het dat koffie in Brussel en Wallonië donkerder kleurt, terwijl hij in Vlaanderen lichter gebrand wordt.
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
| pag 26
Arabica versus Robusta? Er zijn twee belangrijke families onder de koffieplanten: Robusta en Arabica. Arabica staat voor velen gelijk aan kwaliteitskoffie en maakt 75% uit van de wereldproductie. Het gros van de biokoffie is ook Arabica. Toch kan een goede Robusta soms beter zijn in smaak dan een slechte Arabica. Een goede koffie is bovendien vaak een samenstelling (blend) van verschillende origines. De smaak van koffie hangt trouwens niet alleen af van de variëteit, maar ook van het klimaat en de kwaliteit van de bodem. Misschien maakt biokoffie daarin wel het verschil… Op zoek naar meer info over koffie? www.koffiebureaucafe.be
Importeurs van biokoffie Coffee Team NV
[email protected]
BIO
Efico nv
[email protected] www.efico.com
BIO
Phoenix Trading nv
[email protected] www.phoenixtrading.be
Rucquoy Frères nv
[email protected]
BIO
Supremo nv/sa
www.supremo.be
BIO
Generaal Lemanstraat 74 2600 Antwerpen Tel: +32 3 285 39 06 Fax: +32 3 285 39 27 Ververijstraat 15 9000 Gent www.oft.be
[email protected] Van Putlei 14 2018 Antwerpen Tel: +32 3 218 56 71 Fax: +32 3 218 53 96
Van Meterenkaai 4 bus 14 2000 Antwerpen Tel: +32 3 237 84 23 Fax: +32 3 216 40 95 Oosterlingenhuis Oosterlingenplein 8000 Brugge Tel: +32 50 44 20 60
Winnaars Kaaswedstrijd Bio Actief 14. • De Reigaert - Roel Van Hove (BioShop Shilde). • De Damse kaas - Annemie Cornelissen (de Maretak) • De Keiemtaler - Kurt Bruynsteen (Mulder Natural Foods NV)
BioFlash Wereldwijde verkoop bio bereikt 44,5 miljard euro
De wereldwijde markt van bioproducten heeft in 2010 in totaal 44,5 miljard euro bereikt. Op tien jaar tijd is de markt voor bio drie keer zo groot geworden. Dit stelt de jaarlijkse studie van FiBL en IFOAM. De sector groeide aanzienlijk in de VS en vele Europese landen. De meest indrukwekkende stijging kan opgetekend worden in de Verenigde Staten. Terwijl voor gangbare voeding de stijging slechts 1% bedroeg, steeg bio in de VS met 7,7%. Ook in Europa zien we een groei van ongeveer 8% in 2010, wat beduidend sneller is dan het jaar voorheen. In België, Oostenrijk, Frankrijk, Italië en Nederland steeg de omzet zelfs met meer dan 10%. In totaal werd op 37 miljoen hectare biologische grond gewerkt, een kleine daling ten opzichte van 2009 (37,1 miljoen hectare). Het aantal producenten is ook licht gedaald, tot 1,6 miljoen. De meeste producenten zijn gevestigd in India, Oeganda, Mexico en Ethiopië. De eerste cijfers voor 2011 voorspellen volgens IFOAM een verdere groei, hoewel deze vertraagd zal worden door de economische crisis in Europa en de VS. Daarom roept de organisatie op tot verdere inspanningen om de biologische landbouw wereldwijd te stimuleren. Bron: FiBL and IFOAM, ‘The World of Organic Agriculture, Statistics and Emerging Trends 2012’.
Stem uit de sector Koopmanskloof en Waterkloof Fair trade en biodynamische wine estates Al mijn biowerk ten spijt plantte ik alweer een grote ecologische voetafdruk op Moeder Aarde neer: een vliegreis naar Zuid-Afrika… Gelukkig heb ik een goede reden: mijn oudste zoon Bram woont daar met echtgenote Margaux en de kindjes Julian en Nathan. Ze hebben er een guesthouse aan de Kaap met zicht op 6000 km water tot aan Antarctica. Ronduit indrukwekkend. En ik mocht mijn kleinzoon van drie en een halve maand eindelijk in mijn armen nemen. Het geeft me bovendien de kans om het eens niet over groenten te hebben maar over wijn. Sorry collega’s, ik laat jullie in de kou achter en ga lekker wijn proeven. Maar daar heb ik een goed alibi voor: het is fair trade én biodynamische wijn. En daarbij, ik hou van wijn. Koopmanskloof nabij Stellenbosch is al goed gekend dankzij hun relatie met Oxfam. Ze produceren fair trade wijnen op een geïntegreerde manier. Hun filosofie is de levensomstandigheden van hun werkers en de kwaliteit van het milieu te verbeteren in dezelfde mate als ze de kwaliteit van hun product verbeteren. Op de ‘wine estate’ is er ook een crèche waar de kinderen van de werkers worden opgevangen en onderwijs krijgen. Ook de biodiversiteit krijgt ruime aandacht, en niet alleen die van planten maar ook die van de kleine wilde dieren. De 220 ha grote farm omvat ook 98 ha natuurgebied. De eerste wijnstokken werden er al in de jaren 1700 geplant. Waterkloof, eveneens in de Stellenbosch regio, in Somerset West, met zicht op de False Bay, gaat nog een stap verder. Het is een biodynamische wijngaard die uiteraard de kaart trekt van de ‘sustainable agriculture’. Zoals de Slow food beweging staat tegenover de fast food, maken zij ook ‘slow wine’. “We jagen de wijn niet op”, zeggen ze. “We gebieden niet maar begeleiden de wijn in ‘haar’ proces.” Ikzelf zeg ‘haar’ omdat ik denk dat wijn vrouwelijk is, als je deze sommeliers er zo over bezig hoort…en de mannen zullen wel verstaan wat ik bedoel! Als je hen hoort vertellen over hun wijngaarden of als je de website bekijkt, word
je automatisch enthousiast over de vele principes van duurzame landbouw in hun wijnbouw. Uniek is ook dat ze de grond tussen de wijnstokken bewerken met paarden én dat alle vervoer met paardentrekkracht gebeurt. Mocht je er nooit zelf geraken: op de website kan je een virtuele toer maken doorheen de estate! In de keuken kan je trouwens nog heel wat opsteken over hun ‘organic cooking’ … Jeroen Meus moet daar ook zeker eens gaan kijken. Hun keuken, en de Zuid-Afrikaanse keuken in het algemeen, is subliem. Mijn favoriete Zuid-Afrikaanse wijn? Pinotage! Surfen is altijd een beetje reizen! www.koopmanskloof.co.za www.waterkloofwines.co.za www.guesthouseafricanqueen.com Rolle De Bruyne | De Hogen Akker, tuinbouwbedrijf en winkel in Oedelem (Brugge) | Reageren?
[email protected]
Abonneren | Adverteren
Als je actief bent in de biosector, krijg je Bio Actief automatisch toegestuurd. Andere geïnteresseerden kunnen een jaarabonnement (4 nummers) nemen. Maak hiervoor 25 euro over op rekeningnummer 523-0801253-11 met vermelding ’Abonnement Bio Actief’. Buitenlandse abonnees betalen 30 euro. Bic TRIOBEBB; IBAN: BE 30523080125311. Wil je adverteren in Bio Actief om zo de volledige professionele biologische sector te bereiken? Informeer naar prijzen en mogelijkheden via 03 286 92 70 of
[email protected].
TÜV NORD INTEGRA
BE-BIO-02
| pag 27
Certificatie in landbouw en voeding en vele anderen...
international® featured standards
IFS
Food Safety System Certification 22000
Food
Statiestraat 164, 2600 Antwerpen T + 32 3 287 37 60 - F + 32 3 287 37 61 www.tuv-nord-integra.com
adv_bioactief_2011_2.indd 1
INTEGRA
27/04/11 09:57
BIO ACTIEF nr 15 | Maart 2012
Méér dan bio FheZkY[dj[dc[j8_e]WhWdj_[bWX[bedZ[hd[c[dWbb[ileeh[[dX[j[h[ m[h[bZ$P_`]WWdd_[j[da[bleehX_e"cWWhZe[deea^kdX[ijleeh ieY_Wb["[Yebe]_iY^[[d[Yedec_iY^[ZkkhpWWc^[_Z$ Be]_iY^ZWjYedikc[dj[d^[jc[[ij[l[hjhekm[d^[XX[d_d 8_e]WhWdj_[
Alles voor een betere wereld.
[email protected] H[ikbjWj[dlWdYedikc[dj[dedZ[hpe[a"8_e<ehkcLbWWdZ[h[d(&''