Numéro Zéro presenteert
PERS/ PROMOTIE
[email protected] 02 514 74 98
PERS MUZIEK Valérie Weill 00 33 6 85 22 74 66
[email protected] DISTRIBUTIE Numéro Zéro
Koninginnegalerij,26, 1000 Brussel
[email protected]
NUm(z)ero
Numéro Zéro presenteert
Een film van Philippe Béziat
Vanaf 19 juni 2013 in de cinema
France / 1h52 / 1.85 / 5.1 / visa n° 129 426
Persdossiers en foto’s downloadbaar via: www.numerozero.be
syNoPsis
Voorjaar 2011. in Aix-en-Provence regisseert JeanFrançois sivadier La Traviata met het London symphony orchestra onder leiding van Louis Langrée. Natalie Dessay is Violetta. Gedurende twee maanden volgt een filmploeg hun repetities in de repetitielokalen en de coulissen van het Théâtre de l’Archevêché van dichtbij. Hoe wordt men La Traviata ?
Hoe komt het verhaal over op een podium? Hoe komt de emotie tot stand onder leiding van een regisseur, via het orkest en het koor? Hoe wordt de magie van de opera overgebracht en hernieuwd? Hoe vindt deze incarnatie plaats?
Elk van ons heeft op zekere dag afspraak met deze vrouw/ opera/ mythe : LA TrAViATA.
interview met Philippe Béziat
Wat is uw relatie met Verdi en met La Traviata? Verdi is een passie die ik al lang koester. Enerzijds heb ik een grote voorliefde voor de italiaanse taal, het land, de cultuur en anderzijds hou ik bij opera erg van de relatie tussen tekst en woorden. in het geval van Verdi zit er een uitstekend dramaturg verstopt achter de muzikant. soms fantaseer ik, wat als Verdi niet in 1813 maar in 1900 zou geboren zijn? Dan zou hij films gemaakt hebben in plaats van opera! Hij lijkt maar één doel te hebben: op scène het bruisende van het leven, het woord overbrengen. Als we in de partituur duiken, zien we hoe de noten aan de woorden vastplakken en de spreektaal voortkomt uit de noten. Dat is het mysterie en de kracht van deze muziek. Er is een buitengewoon realisme en voor het eerst zijn personages zo menselijk als bij Zola of Balzac. Violetta is al een gelijkaardig personage als die van ozu of Mizoguchi.
Bij het bekijken van de film moeten we automatisch terugdenken aan italienne avec orchestre, de vorige productie van Jean-François Sivadier. Heeft u het stuk gezien en kan u er iets meer over vertellen ? Voor dit unieke stuk werden de toeschouwers uitgenodigd om de muzikale repetities van La Traviata bij te wonen. Het publiek kwam binnen langs de artiesteningang, doorkruiste de loges en werd vervolgens naar de orkestbak gebracht. Daar stonden evenveel stoelen als voor de muzikanten van een orkest, klaar om La Traviata te spelen. Je bevindt je voor een lege zaal, toevallig op de stoel van de eerste viool of van de klarinettist. JeanFrançois sivadier speelde zelf de rol van dirigent. Hij dirigeerde de toeschouwers, deed hen spelen, praatte tegen hen als tegen muzikanten, gaf uitleg bij de repetities. De regisseur stond op het podium, een van de hoofdrolspelers kwam te laat, de jonge debuterende zangeres zit nog vol met grootse ideeën en naïviteit. Het is heel bijzonder om theater vanuit zo’n radicaal ander standpunt te kunnen presenteren.
Hoe werd het project Traviata et nous geboren ? Philippe Martin en ik hebben Italienne avec orchestre verschillende keren gezien en we wilden heel graag met Jean-François sivadier samenwerken. Na Italienne illustreerde Jean-François sivadier zijn passie voor de lyrische kunst in de opera van rijsel. in Wozzeck, Butterfly, Les Noces de Figaro en Carmen konden we hem aan het werk zien als acteursregisseur en hoe hij zich de operamaterie eigen maakte. En dan bood zich de kans aan om in Aix-en-Provence La Traviata te maken, net die opera die aan de basis lag van Italienne avec orchestre. Het uitgangspunt van het stuk van Jean-François zou voor een stuk realiteit worden in Aix-en-Provence en we wilden er heel graag bij zijn wanneer de fictie van het stuk aan de realiteit zou getoetst worden.
Hoe verliep de draaiperiode? Hoelang hebben jullie kunnen filmen ? We kregen een unieke kans aangeboden, zowel van het festival als van Jean-François sivadie, Natalie Dessay, Louis Langrée en de hele ploeg. Vanaf de tweede dag waren we welkom en tijdens het volledige repetitieproces werd onze aanwezigheid getolereerd. Vooraf hadden we geen idee van naar wat we juist op zoek waren of wat we zouden te zien krijgen. De gesprekken die we met elk van hen hadden, hebben uiteraard onze kijk en onze reflecties wel gestuurd maar ter plaatse het was een echt documentair proces. Dagelijks beleefden we zij aan zij de repetities, zowel de goede als de minder goede. Het was een lange gemeenschappelijke tocht waarvan we met 90 uren rushes terugkeerden. Wij hebben de kans gehad om elke stap van het werkproces te volgen, vanaf het begin in de studio tot de première op het podium. Alleen het werk ter voorbereiding van de repetities, dat soms meer dan twee jaar tijd in beslag kan nemen, komt niet aan bod in de film. En omdat Don Kent reeds voor Arte een captatie realiseerde van de opera, kon ik mij volledig toeleggen op een film rond het werkproces, de research-momenten en een ‘tranche de vie’, een constructie, een in wordingsproces van La Traviata tonen.
Uw film houdt rekening met wat we de ‘Sivadier-methode’ zouden kunnen noemen. op de operapodia van Jean-François sivadier kunnen we een groot spel- en zangplezier en een grote eenvoud ontwaren als ook, zoals hij zelf stelt, een soort originaliteit in de zin van ‘het originele’, de basis terugvinden. Er is ook het politieke idee om artiesten en publiek op gelijke voet te zetten en op scene tracht Jean-François sivadier alles zo in te richten dat de zangers zoveel mogelijk contact met het publiek kunnen voelen. Hij biedt hen zowel een speelkader, een werkkader, als een kader om zich in te verplaatsen aan.
De volledige film neigt naar een soort uitgepuurdheid van de mise en scene van Jean-François Sivadier. Het is een reflectie van de gedachten van de regisseur. Hij gaat op zoek naar een niet te zware scenografie waarin de acteurs/zangers zichzelf niet voorbijlopen. Het hart van een operastructuur is de zanger, er is geen andere ‘kernreactor’. in het gesprek dat we met Natalie hadden en dat niet in de film werd opgenomen zegt ze: ‘ik ben het genre decors met zware dingen die ons belemmeren om te acteren beu’. ik weet niet of ze het er ooit met Jean-François sivadier heeft over gehad maar ik geloof dat ze er exact hetzelfde over denken: een kale scene, een stoel, dat is het paradijs voor de acteur omdat hij in deze context alles moet representeren.
Voor ons was deze uitgepuurdheid van de decors iets extreems cinematografisch. Het liet ons ook toe om dichter te komen. Er zijn slechts enkele mooie doeken, horizonten en een paar prachtige lampen. De camera wordt het ideale instrument om deze spelmomenten vast te leggen.
En nog eens filmt u het werk dat zich aan het verwezenlijken is. Zoals Natalie en Jean-François zeiden: ‘We zouden graag willen dat het altijd repetities blijven. Het zou ideaal zijn om louter te repeteren.’ ik film de muziek via de muzikanten. ik breng de muziek in beeld maar aan de hand van de muzikanten die aan het werk zijn. of het nu over zangers gaat of mensen die een instrument bespelen, voor mij zijn het allemaal mooie filmpersonages. Zelfs als we het belang van het muzikale werk niet helemaal begrijpen of niet vatten wat Jean-François juist wil, hebben we toch instinctief het gevoel iets bijgeleerd te hebben, zelfs meer dan indien we enkel het resultaat zouden hebben bijgewoond. Jean-François sivadier heeft geaccepteerd om constant een microfoon te dragen, los van de perche die we in de documentaire cinema gebruiken. Wij beschikken de hele tijd over de klank van de regisseur in de eerste persoon, naturel en eenvoudig, alsof de hele film vanuit een subjectief camerastandpunt werd gedraaid. ik zie mezelf een beetje als een tolk, zoals de muzikanten ook tolken zijn. Een documentaire film brengt mijn kijk over maar is vooral een weergave van de persoonlijkheden van de mensen die ik film. Daarom is de film over Pelléas et Mélisande met olivier Py en Marc Minkowski heel verschillend van La Traviata met Jean-François en Natalie. ik denk dat de film altijd lijkt op de personages die men in beeld brengt. Het was heel bijzonder om Natalie Traviata te zien worden en vervolgens terug Natalie te zien worden… Becoming Traviata zoals in de Engelse titel.
La Traviata is inderdaad in de eerste plaats Violetta, en voor u de kans om een operaster, Natalie Dessay, aan het werk te zien. Voor iemand die ervan houdt om artiesten aan het werk te zien was het een zegen om met Natalie Dessay te kunnen werken. La Traviata is een sterpersonnage en wanneer Natalie op het podium verschijnt wordt de scene haar territorium. Ze is een vrouw van het theater en een zangeres. Wanneer ze op scene zich zachtjes richting het publiek beweegt om La Traviata te interpreteren is alles aanwezig. Er is geen behoefte om Traviata te herconstrueren. of zoals Jean-François sivadier zelf zegt, er is geen behoefte om haar in een groot korset te steken of om haar met 25 schouwen en 14 lusters te omringen of om champagne in overvloed te laten vloeien. De theatersituatie met enkel de operaster is al typisch Verdi : de lyrische situatie.
Op welk moment heeft de film zijn vorm gevonden? in de montage. ondanks de aanwezigheid van andere zeer aangrijpende zangers zoals de jonge Charles Catronovo (een Amerikaans tenor met een ongelofelijk parcours) of Ludovic Tézier (een belangrijke zanger in Frankrijk) is er heel natuurlijk een koppel naar voor gekomen: dat van Natalie Dessay en Jean-François sivadier.
Door de beste momenten te kiezen, wordt de film in de richting van een resultaat gestuwd: in het begin is er niets en op het einde hoogstwaarschijnlijk een opera. Dit ligt aan de basis van de structuur. We volgen de verschillende etappes van het werkproces en parallel volgende we de verschillende etappes van akte i, ii, iii... Het is geen strikte matrix maar wel iets dat we voelen dat het er is. De dramaturgie van La Traviata, zelfs al volg je ze maar vaag, is heel nauwkeurig. samen met Cyril Leuthy, mijn monteur sinds vele jaren, zijn we er in geslaagd om een contrapuntische verhaalstructuur te ontwikkelen. Bij muziek is het contrapunt er om de instrumenten, de woorden of de noten met elkaar in dialoog te laten gaan, zoals in een opera bijvoorbeeld. Wij trachten de muzikale- en levensmomenten met elkaar in relatie te brengen en de film zoals een partituur op te bouwen en de sequenties te activeren aan de hand van documentaire en visuele elementen en geluidsmaterie. Voor mij sluit dit erg nauw aan bij de compositie van een suite of een rapsodie: er zijn trage bewegingen, snelle bewegingen, adagio’s, presto ‘s, effecten, …. ik hoop dat de film ook ‘Verdisch’ is in zijn opbouw. Verdi is een bijzondere wetenschap van theatereffecten. De film bestaat uit verschillende energiemomenten die op elkaar aansluiten. Muzikale films laten ons toe om een opbouw te handteren die in pure fictie niet zou werken. Er zijn sequenties die echte documentaire cinema zijn, ‘cinéma vérité’, waarin we getuige zijn van dingen die gezegd worden, die zich eenmalig hebben voorgedaan. Daarnaast zijn er ook meer cinematografische aspecten in die zin dat de muziek de eerste plaats inneemt en echte ‘filmmuziek’ wordt. De cinematografische contrapunten zijn ook momenten waarop we één ding horen maar er een ander ding in het beeld gebeurt. Dit is het juist wat muzikale films mij toelaten te doen. Hoe ziet u Traviata et nous in relatie tot uw twee andere films? in Pelléas et Mélisande le chant des aveugles werd het parcours van de film bepaald door de ervaringen van de russische muzikanten bij hun kennismaking met het stuk. initiatie en ontdekking vormden belangrijke elementen. Noces, Stravinsky/ Ramuz is als een echt tweeluik opgebouwd: het eerste deel verzamelt de benaderingen van een stuk dat we integraal in het tweede deel zullen te horen krijgen. Traviata et nous is anders, vooral in de manier waarop de film eindigt. We vermoeden dat de voorstelling zal plaatsvinden maar de film eindigt met een oneindige beweging. in de montage is het patroon van de repetitie een belangrijk element geworden. We genieten het meest van het stuk als we het kunnen hernemen, overdoen, heruitvinden, onderzoeken,… Het is oneindig. Met Traviata et nous, bevinden we ons in een vorm die het oneindige karakter van het werk wil verenigen met de filmkunst doormiddel van het patroon van de variatie en de repetitie. De film is een vertaling van deze wantrouw voor het eindresultaat.
In Traviata Et Nous is het orkest minder aanwezig dan in uw vorige films. in verhouding tot de totale duur van de film kreeg het orkest de reële plaats in nodig voor het repeteren van een opera. Het London symphony orchestra komt er pas op het laatste moment bij, er zijn maar heel weinig repetities met de dirigent. De film had in inderdaad ook in een meer musicologische richting kunnen evolueren. Het prachtige symfonisch orkest had weinig ervaring met de lyriek, het was hun eerste keer in Aix-en-Provence en in een orkestbak. Tegelijk denk ik dat de film rekening houdt met de buitengewone reactiviteit van de muzikanten die samen instant de indicaties van Louis Langrée kunnen volgen alsof ze één persoon zijn.
Waarom de titel Traviata Et Nous? om te beginnen is het al niet ‘La Traviata et nous’, de titel van de opera is LA Traviata. Dus hier gaat het niet over het stuk. Het is een ietwat complexe vorm om ons dit personage, dit verhaal eigen te maken. in de nota’s die ik de eerste dagen in Aix-en-Provence optekende, noteerde ik dat we gedurende twee maanden met een mythe zouden samenleven. Dat stond op het programma. Elke dag zouden we ons in het gezelschap van een mythe bevinden die tegelijk een personage, een œuvre, een partituur en muziek is. Net zoals bij Carmen, de meest opgevoerde en bekende opera ter wereld. Het stuk is zo gekend dat we niet meer goed weten of het een werk is of een personage, net zoals bij alle grote mythes als icarus, orfeus, Traviata of Don Juan. En wat doet die ‘wij’/nous daar dan bij? « et nous » dat zijn wij allen, Natalie, Jean-François sivadier, Louis Langrée, maar ook elkeen die in aanraking komt met deze mythe. En het is deze confrontatie die, of we nu de acteur of een toeschouwer zijn, altijd persoonlijk is. Herwerkt door Florian Môle op 2 augustus 2012.
Biografie Philippe Béziat
Philippe Béziat regiseerde Noces (2012), Pelléas et Mélisande (2009) en ook Passions d'opéra – 60 ans d'art lyrique à Aix-en-Provence (2008, 55', in opdracht van het ina, Arte en France 2), Rinaldo Alessandrini enregistre les Concertos Brandebourgeois (2005, 43' in opdracht van Naïve, Mezzo en Classica), De mémoire d’orchestre (2004, 2 x 43' met het Nationaal orkest van Frankrijk in opdracht van Arte), Trois Falstaff (2002, 26' in opdracht van Mezzo) en Mozart, Ligeti et Le Banquet (2001, 52' in opdracht van Mezzo). Zijn documentaire werk gaf hem de kans om voor twee hernemingen samen te werken met Marc Minkowski voor Les Musiciens du Louvre - Paroles d'orchestre (2003, 52' pour France 2) en Marc Minkowski répète La Belle Hélène, (2000, 26' pour Mezzo). Philippe Béziat is ook regisseur van verschillende fictiekortfilms waaronder Musica da camera d'après Madrigals 3 van Georges Crumb, Le JT, petit opéra d'après Fearful Symmetries van John Adams en 5 heure 5 vanop Hungarian rock, een stuk voor clavesimbel van Ligeti. Voor de editie in 2007 van het Verbier Festival regisseert Philippe Béziat de eerste live uitzending op internet van 11 concerten (vijf van deze captaties zullen vervolgens ook op televisie getoond worden). Daarnaast maakte hij ook de captaties van La pietra del paragone van Gioacchino rossini, regegisseerd door G.B.Corsetti en Pierrick sorin (waarvan de DVD een Diapason d’or heeft gewonnen), Des Ring des Nibelungen van richard Wagner regisseerd door robert Wilson, Tourbillons van Georges Aperghis en olivier Cadiot, Ta Bouche van Maurice yvain, door het gezelschap Les Brigands, Docteur Ox van Jacques offenbach door Les Brigands en tenslotte Les Contes d’Hoffmann geregisseerd door olivier Py. Philippe Béziat heeft ook portretten geregisseerd van Jean Dubuffet, James Ensor, Albrecht Dürer, Giorgio Morandi en Jean Tinguely in het kader van de serie Une vie, une œuvre op France Culture.
Biografie Jean-François sivadier
Jean-François sivadie is oud student van het Théâtre National in straatsburg en acteur, auteur en regisseur. in het theater speelt hij onder andere onder de leiding van Didier-Georges Gabily, Laurent Pelly, stanislas Nordey, Jacques Lassalle, Daniel Mesguich, Christian rist, Alain Françon, Dominique Pitoiset, serge Tranvouez en yann-Joel Collin. in 1996, in het Cargo van Grenoble schrijft, regisseert en vertolkt hij Italienne avec Orchestre. Het stuk wordt meer dan 200 keer opgevoerd in o.a. l’odéon, het Théâtre du Châtelet, de opéra-Comique, de opera van Lyon... Datzelfde jaar voltooit hij de onvoltooide mise en scene van Didier-Georges Gabily van Dom Juan de Molière en Chimères van Gabily in het Théâtre National van Bretagne. Vervolgens in 1998, ter gelegenheid van het Festival Mettre en scène schrijft en regiseert hij een eerste versie van zijn stuk Noli me tangere en herwerkt het vervolgens voor France Culture op het festival van Avignon. in 2000 wordt hij verbonden aan het Théâtre National van Bretagne waar hij Le mariage de Figaro van Beaumarchais regisseert dat vervolgens hernomen wordt in het Théâtre des Amandiers in Nanterre en op nationale tournee gaat in 2001 als ook La vie de Galilée van Brecht dat gepresenteerd wordt in het Théâtre de Gennevilliers,tijdens een nationale tournee en op het festival van Avignon. Hij schrijft en regiseert op TNB in 2003 een nieuwe versie van zijn stuk Italienne scène et orchestre. Het stuk wordt hernomen in de opéra-Comique, de opera van Lille, in de Amandiers van Nanterre, op tournee en wint le Grand prix du syndicat de la Critique. Hij vormt ook het onderwerp van een documentaire van Lucie Caries, La place du chœur, geproduceerd door Arte. Jean-François sivadier ontvangt in 2005 een Molière voor de mise en scene van La mort de Danton van Büchner. op het festival van Avignon toont hij in 2007 Le Roi Lear van shakespeare op de Cour d’honneur van het palais des papes en eveneens in Avignon speelt en regisseert hij mee in 2008 in de Partage de Midi van Claudel. Hij creëert in 2009 La Dame de chez Maxim van Feydeau in het Théâtre National in Bretagne en vervolgens het Théâtre National van l’odéon. in 2011 schrijft en regisseert hij de tweede versie van zijn stuk Noli me tangere voor het Théâtre National van Bretagne, vooraleer het op tournee in het Théâtre de l’odéon te vertonen. in de opera van rijsel regisseert hij in 2004 Madame Butterfly van Puccini, vervolgens in 2006 Wozzeck van Berg, Les Noces de Figaro van Mozart in 2008 en Carmen van Bizet in 2010. op het festival van Aix-enProvence toont hij La Traviata van Verdi in 2011. Het stuk maakt ook deel uit van het repertoire van de Weense staatsoper. opnieuw voor de opera van rijsel creeërt hij in 2012 Le Couronnement de Poppée van Monteverdi (Dir Emmanuelle Haim), gefilmd door Philippe Béziat voor een live uitzending op Arte Web en op DVD.
Biografie Natalie Dessay, sopraan (www.natalie-dessay.com)
Na haar carrièredebuut met rollen als coloratuursopraan (la Reine de la Nuit, Lakmé, Zerbinette, Olympia), breidt sopraan Natalie Dessay met de jaren haar repertoire uit en dichter te komen bij belcanto heldinnen. Ze vertolkt voor het eerst Lucia (Lucia di Lammermoor van Donizetti) in Chicago en vervolgens La Somnambule van Bellini in de Metropolitan opera in New york. Ze is ophélie (in Hamlet van Ambroise Thomas) in het Grand Théâtre van Genève, in het Théâtre du Capitole in Toulouse en debuteert, in deze zelfde rol, in het Londense Covent Garden en in het Liceu in Barcelona. Ze herneemt Lucia di Lammermoor in de Nationela opera van Parijs en in de Metropolitan opera. Ze vertolkt Manon (Manon van Massenet), een rol die haar erg nauw aan het hart ligt, in het Grand Théâtre van Genève, kruipt vervolgens in de huid van Juliette (Roméo et Juliette van Gounod) in de Metropolitan opera, Marie (La Fille du Régiment van Donizetti) in Londen, Wenen en New york vooraleer Manon te hernemen in Barcelona in een mise en scene van David McVicar. in 2009, debuteert ze als Mélisande (Pelléas et Mélisande van Debussy) in het Theater an der Wien, en als Violetta (La Traviata) op het Festival de santa Fe, een rol die ze in Japan zal hernemen tijdnes een tournee van het Teatro regio de Turin. in 2011 zingt ze Cleopatra (Jules César de Haendel) in de Nationale opera van Parijs. in april 2010, is ze de eerste Française die de titel van “Österreichische Kammersängerin” krijgt bij de opera van Wenen. Nu hernam ze de rol van Violetta in de opera van Wenen (in een productie van Jean-François sivadier), in het Liceu in Barcelona en in de Metropolitan opera in New york.
Artiesten
Violetta Valéry regie Dirigent
Alfredo Germont Giorgio Germont Annina
Natalie Dessay Jean-François sivadier Louis Langrée Charles Castronovo Ludovic Tézier Adelina scarabelli
en London symphony orchestra Estonian Philharmonic Chamber Choir
Technische ploeg Een film van Geproduceerd door Beeld
Philippe Béziat Philippe Martin raphaël o’Byrne Hichame Alaouié Ned Burgess Matthieu Poirot-Delpech Geluid Laurent Gabiot Montage Cyril Leuthy Geluidsmontage François Méreu Montage/premix muziek Thomas Dappelo Mixage Emmanuel Croset Coproductie
Les films Pelléas Le Festival d’Aix-en-Provence Jouror Développement Met de steun van La région Provence-Alpes-Côte d’Azur du CNC Verdeeld door Numéro Zéro internationale verkoop Films Boutique
'soazig petit
NUm(z)ero