MAGAZINE 44 e jaargang / december 2010 / nr. 9
”B iet enq uo t u m s t e r ke ba s i s ” B iet enz a a d t i j di g be s t e l l e n C a la mi t e i t e n re ge l i n g
2
december 2010 nr. 9
In dit nummer
Contact Cosun hoofdkantoor Postbus 3411 4800 MG Breda
076 - 530 32 22
[email protected] www.cosun.nl
Secretariaat raad van beheer T: 076 - 530 33 07 F: 076 - 530 33 00
[email protected] www.cosun.nl/agrarisch
Suiker Unie secretariaat agrarische dienst Postbus 100 4750 AC Oud Gastel T: 0165 - 52 52 52
[email protected] F: 0165 - 52 50 28 www.suikerunie.nl/agrarisch
CSV COVAS-voorzitter Jan Voncken en zijn zoon Jan-Willem
Bietenadministratie John Ernest Hans van Hassel
’Substantieel bietenquotum sterke basis onder bedrijf’
4
Bestel bietenzaad tijdig en via internet
6
Calamiteitenregeling voor vorstbieten
7
Oostenrijk half november klaar met rooien
8 10
Bietenvervoer wordt duurzamer
11
Rassenkeuze: resistentie staat voorop
12
Bijzonderheden uit de bietenkliniek
14
Heb ik speciaal pillenzaad nodig?
15
Vraag & Antwoord en Kort Nieuws
16
Cosun Magazine is een uitgave van Koninklijke Coöperatie Cosun U.A. voor leden van Cosun Vormgeving en druk
Financiële administratie Piet Santbergen
0165 - 52 51 23
Teeltzaken Sjaak Kolff
0165 - 52 52 65
Suikersysteem Helma Braat
Loonwerkers hebben handen vol aan moeizaam oogstjaar
Colofon
0165 - 52 52 74 0165 - 52 52 70
0165 - 52 52 73
Management agrarische zaken Rik Gengler (gebied Noord) Arno Huijsmans (gebied Zuid) Pieter Brooijmans (centrale agrarische dienst)
050 - 556 14 22 0165 - 52 52 67 0165 - 52 52 78
Agrarische dienst in de regio’s Gebied Noord Robert Verberg Peter Koopmans
06 - 51367564 06 - 51244830
Kees Geschiere Alex Kroon Peter Roelfsema Harry Visser
06 - 53725231 06 - 53342619 06 - 53963367 06 - 53308161
Wim Schrijvers Jan Albert te Velde
06 - 53912813 06 - 22204649
VAN AS, Oud-Beijerland
Noord-Holland en Holland midden Oostelijk en Zuidelijk Flevoland Noordoostpolder Groningen west en noord, Friesland Groningen noordoost en -oost Drenthe noord, -midden en -west, Friesland zand Drenthe oost en -zuidoost Drenthe zuid, Overijssel, Gelderland noord en midden
Gebied Zuid
Redactieraad Jan Willem van Roessel hoofdredacteur PRLT Communicatie eindredactie Pieter Brooijmans Ynego Brouwers Jan Hazen Dirk Jan Kemp Hakkert Gert Sikken
Fotografie in dit nummer
Jurgen Michielsen 06 - 51505371 René van den Eijnden 06 - 51545273 Ynego Brouwers
06 - 20369834
Teun Kleinjan Johan Mol
06 - 22396239 06 - 22371515
Arno Huijsmans
06 - 53963368
CSV COVAS
0493 - 34 89 89 Gelderland-Zuid, Oost-Brabant en Limburg
Royal Cosun, Suiker Unie, IRS en Twan Wiermans © Koninklijke Coöperatie Cosun U.A., 2010
West Zeeuws-Vlaanderen Oost Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Beveland Walcheren, Noord-Beveland, Schouwen Duiveland en Goeree Overflakkee West-Brabant en Tholen Midden-Brabant, Betuwe, Utrecht en Veluwe Zuid-Hollandse Eilanden en Zuid-Holland vast
december 2010 nr. 9
Van de voorzitter
Een coöperatieve oplossing Als akkerbouwers weten we dat we meer dan andere grond gebonden agrarische sectoren, afhankelijk zijn van de weersomstandigheden. Het bepaalt onze werkbare dagen, onze opbrengsten, de kwaliteit van onze producten, onze capaciteit, onze markten, ons gemoed en de toekomst verwachtingen. In 2010 zijn alle facetten wel aan de orde gekomen. De markten lijken zich positief te ontwikkelen, mede dankzij de vroeg ingevallen vorst. En dan is het heel bepalend of je alles hebt kunnen oogsten of slechts een deel. En welk deel. Product dat in de grond blijft zitten, roept de vraag op hoe daarmee om te gaan. 10-20% niet geoogst is nog op te vangen binnen de marge van ’de huidige betere markt’. Meer kan voor het individuele bedrijf een probleem worden, afhankelijk van de ontwikkelingsfase (Startend? Beëindigend? Overdracht aan de opvolger?) en de financiële resultaten in voorgaande jaren. Een totaalbeeld geven is moeilijk. Maar de conclusie dat 2010 een moeilijk jaar voor de akkerbouw is, is zeker gerechtvaardigd. Is het niet financieel, dan geldt dit toch zeker voor de oogst.
Vorstbieten De suikerbieten kunnen we meestal buiten beschouwing laten. De oogstmachines kunnen onder bijna alle omstandig heden hun werk doen. Maar ook hierin is 2010 een uit zondering. Ruim 4.000 ha bieten zat nog in de grond op het moment dat het ging vriezen. We moeten terug naar 1998 voor vergelijkbare omstandigheden. Toen hebben we als coöperatie achteraf (in februari) gezocht naar acceptabele oplossingen voor door deze uitzonderlijke omstandigheden getroffen telers. Ditmaal zoeken we voor alle partijen van meet af aan een acceptabele en werkbare oplossing. De 4.000 ha zijn zodanig door vorst aangetast dat ze op basis van de leveringsvoorwaarden niet geaccepteerd zouden kunnen worden. Bij de beoordeling in het tarreerlokaal krijgen dergelijke partijen vorstcode 2 of 3. Als ze gaan ontdooien, zijn ze voor de fabriek niet meer te verwerken. Meer dan 10% rottende bieten maakt dat de filters dichtslaan, waardoor er helemaal geen suiker meer kan worden geproduceerd. Daarnaast vormen ze een te zware belasting voor het waterzuiveringssysteem. Een dergelijke partij kan dus niet worden geaccepteerd. Zolang de bieten bevroren zijn, zijn ze nog verwerkbaar. Zij het tegen extra kosten. Zo moet het logistieke systeem
worden aangepast. Ook komt de fabrieks capaciteit onder druk te staan. Als vorstbieten beginnen te ontdooien moet bovendien Jos van Campen dextranase, een duur middel, worden gebruikt om de fabriek aan te gang te houden. Onder deze omstandigheden wordt het rendement van de fabriek stukken minder.
Calamiteitenregeling We hebben gezocht naar een oplossing die voor alle partijen aanvaardbaar en voordelig is. • Zolang de bieten nog bevroren zijn, worden ze met voor rang opgehaald. De teler wordt niet geconfronteerd met vorstcodes. Wel wordt 10 euro per ton bieten in rekening gebracht. De bewaarvergoeding wordt niet uitbetaald. Het voordeel voor de teler is dat het risico wordt weggenomen van te bewaren bieten, die mogelijk ontdooien en rotten voordat ze op het afgesproken tijdstip worden opgehaald. Dit soort partijen wordt niet afgenomen. • De telers die moeten wachten, omdat de afhaalschema’s worden vertraagd, krijgen naast de reguliere bewaarpremie 50 eurocent extra per ton. • Suiker Unie heeft zo in het laatste deel van de campagne minder problemen met ontdooide bieten en kan meer suiker maken, die op een aantrekkelijke wereldmarkt kan worden verkocht. De extraopbrengst zien alle telers terug in de bietenprijs. We hebben door de jaren heen een systeem ontwikkeld dat voor iedereen herkenbaar en aanvaardbaar is en is geaccepteerd. Slechts bij hoge uitzondering moet je daarvan afwijken. De raad van beheer vindt de omstandigheden van afgelopen periode zeer uitzonderlijk en doet daarom dit voorstel aan de telers met bevroren bieten. Toch is het aan de individuele ondernemer om een keuze te maken. Het afgesproken systeem blijft de basis. Er wordt een extra mogelijkheid gegeven om grote schade te voorkomen, zolang deze bieten te verwerken zijn. Een coöperatieve oplossing. Ik wens u goede feestdagen en voor 2011 een gelukkig en voorspoedig jaar.
3
4
december 2010 nr. 9
CSV COVAS-voorzitter Jan Voncken
’Substantieel bietenquotum sterke basis onder bedrijf’ Melkveehouders die met hun bedrijf volledig o verschakelen op akkerbouw, zijn een zeldzaamheid. De nieuwe CSV COVAS-voorzitter Jan Voncken (54) uit Trintelen bij Eys deed het in 2006. Hij heeft er geen spijt van.
Europa dicht gingen, wist ik dat er perspectief was. Een fabriek opstarten is zeer kapitaalintensief. Dat doe je niet na een paar jaar zo maar weer opnieuw. Dat gaf me een goed gevoel over de toekomst. Ook, omdat Europa niet meer zelfvoorzienend zou zijn in de suiker.”
Heuvellandschap Het besluit om over te stappen is genomen in turbulente tijden. In de melkveehouderij speelde de discussie over de a fschaffing van de melkquotering in 2015. In de akkerbouw zorgden de hervormingen van de suikermarktordening voor zorgelijke blikken. ”De overstap is uiteindelijk een rationele, zakelijke afweging. Ik moest een keuze maken”, vertelt Jan Voncken. ”En mijn plannen om het bedrijf uit te breiden en te verplaatsen liepen vast in de ruimtelijke ordening. In vijf jaar was ik nog geen stap verder gekomen. Ik was groot genoeg, vond men. Voor de levensvatbaarheid van het bedrijf op de langere termijn was groei noodzakelijk.” De doorslag gaf uiteindelijk Jans zoon, Jan-Willem (toen 15), die aangaf dat van hem de koeien ”niet per se” hoefden. Voncken, destijds kampend met h artproblemen, verkocht zijn 95 melkkoeien en investeerde in b ietenquotum, zoals hij dat eerder ook om de basis onder zijn bedrijf te versterken in melkquotum had gedaan. Inmiddels teelt hij 18 hectare bieten en verder graan, maïs en (16 hectare) fritesaardappelen. ”Om in de akkerbouw s tappen te kunnen zetten moet je een substantieel bietenquotum hebben. Suikerbieten is een basisgewas. Het is financieel goed renderend”, vertelt Jan. ”De overstap is achteraf bezien een goede keuze geweest. Toen ik zag hoeveel suikerfabrieken in
Het bedrijf van Voncken (70 hectare) ligt op de lössgrond in een zeer idyllisch deel van het Zuid-Limburgse heuvellandschap. ”Löss is mooie grond. Wij hebben de iets zwaardere variant”, vertelt Jan. ”In enkele percelen zit kleefgrond. Die is minder geschikt voor de aardappelteelt, maar bieten gaat prima.” In verband met de bijzondere natuurwaarde mag niet alle grasland omgezet worden in akkerland. Voncken heeft langs sommige percelen bovendien grasstroken ingezaaid. Deels verkoopt hij het gras aan melkveehouders die wel konden uit breiden en voer moeten bijkopen. ”De natuurlijke omstandig heden maken het wat complexer om economisch verantwoord bezig te kunnen zijn, maar het kan. Het is iets meer zoeken”, aldus Voncken. ”Je hebt hier veel ecologische verbindingszones met graften en struiken. De natuurgrond ligt op amper vijftig meter van je akker.” Jan: ”Er liggen hier nogal wat natuurclaims op landbouwgrond. Voor sommige percelen moet je dan de bedrijfskansen zien in natuurbeheer. Als ik natuurbeheer kan doen tegen een redelijke vergoeding, heb ik daar weinig moeite mee. Maar ik heb er ook geen moeite mee dat staatssecretaris Bleker de natuurontwik kelingsambities tempert. Bij de recente herinrichting in dit gebied zijn natuurstroken van de landbouw overgegaan naar de gemeente. Die zit er nu mee in zijn maag vanwege het onder houd.”
Ploegen
Om erosie tegen te gaan past Voncken niet-kerende grond bewerking toe. ”Ploegen mag alleen nog onder bepaalde omstandigheden. Bijvoorbeeld als je in het najaar graan inzaait.” Als het aan de provincie ligt, is het ploegen vanaf 2013 helemaal verboden. ”Dat is een stap te ver”, vindt Voncken. ”Waar het op aankomt, is dat je de juiste bewerkingsmethode op het juiste tijdstip doet. Dat is cruciaal. Je moet kunnen blijven werken met gezond boerenverstand. Het probleem met het overheidsbeleid is dat de natuur niet altijd te sturen is. Die leg je niet vast in regels. Als ploegen op een bepaald moment beter is, moet je de vrijheid hebben om te kunnen ploegen.” Overigens zijn de erosiemaatregelen, zoals die nu zijn genomen effectief, zo blijkt uit berichtgeving van de provincie naar aanleiding van de hevige regenval in november.
Jülich of Dinteloord In de stal staan nu koeien van een ander melkveebedrijf
Voncken zaait zijn bieten (Arrival, Fernanda, Emilia) in na mosterd. ”Dat maak ik eerst kort. Meestal klap ik het.” Daarna
december 2010 nr. 9
Jan en Jan-Willem Voncken: Keuze voor de akkerbouw
volgt een nietkerende grondbewerking. De bieten worden deels verwerkt in de suikerfabriek in Jülich, deels in Dinteloord. ”Dat bepaalt Suiker Unie. Naar Dinteloord is zes uur heen en weer met de vrachtwagen. Jülich is twee uur. Waar ze naartoe gaan wordt in goed onderling overleg bepaald. Dat werkt prima. Wat mij betreft, mag de situatie, zoals die nu is, zo blijven. Het enige dat telt is hoe en waar de bieten het meeste opbrengen.” Over het suikerpercentage van zijn bieten is Voncken zeer te spreken: ”16,12% in de vroeglevering. De laatste levering zat op 18%. Dat had ik niet verwacht.”
Regionaal akkerbouwplatform
CSV COVAS organiseert zelf het bietenvervoer. Jan Voncken: ”Zolang wij als coöperatie voor onze leden door een eigen organisatie logistiek toegevoegde waarde kunnen leveren, moeten we dat zeker blijven doen”, gaat Voncken verder. Die toegevoegde waarde gaat overigens verder dan alleen maar het gladjes organiseren van het bieten en perspulptransport en de verkoop van Betacal en bietenafdekzeil. De coöperatie is onder meer ook actief in de bemiddeling in aardappelen, het cichorei transport en als intermediair voor brouwgerst voor Gulpener. Jan: ”Wij zijn ook een regionaal akkerbouwplatform van waaruit
Jan Voncken: ’Bietenteelt is perspectiefrijk’
allerlei specifieke, regionale akkerbouwzaken worden georga niseerd en gefaciliteerd. Wij kijken onder andere of we via dit platform ook voor andere teelten een verbindende schakel kunnen zijn. Bijvoorbeeld in de logistiek. Maar de suikerbiet is de hoofdzaak.” Zo zet de coöperatie de tanden onder meer in een regionaal biovergistingsproject. Het project zit ”in een aftastende fase”. Jan Voncken: ”Je hebt bij dit soort projecten te maken met overheden en energiebedrijven. Bij een deelname gaat het dan bijvoorbeeld over de vraag: Ben je slechts toeleve rancier of deel je als een gelijkwaardige partner mee in de toe gevoegde waarde?”
Ervaren bestuurder
Voncken, in juni tot voorzitter gekozen van de Cosunkring, is geen onbekende in het CSV COVASgebied. Bij Campina was hij kringvoorzitter van de kring Limburg en OostBrabant. Ook was hij vijftien jaar lid van de raad van commissarissen. Voncken: ”De telers voelen zich zeer betrokken bij CSV COVAS. De opkomst bij de vergaderingen is goed. Die is zeker zo goed als bij Campina, waar de leden voor hun inkomen voor tachtig, negentig procent afhankelijk zijn van het resultaat van de coöperatie. Dat zegt wel wat over de betrokkenheid van bietentelers bij hun coöperatie.” Voncken is een fervent voorstander van de coöperatieve samen werkingsvorm. ”De coöperatie is de prijszetter. Ook voor particuliere bedrijven. De kracht van een coöperatie is dat ze marktmacht opbouwt. Dat kun je als enkeling niet. Als boer heb je er bovendien belang bij dat de verwerking en afzet van je product gewaarborgd blijft. Een coöperatie doet dat. Een particulier bedrijf is alleen eurogedreven. Daar maakt het niet uit waarmee het geld verdiend wordt.” Hij vervolgt: ”We zitten in een steeds verder liberaliserende markt. Daarvoor heb je als primaire sector een gezonde, sterke coöperatie nodig, mede aangestuurd door professionals uit de primaire sector. Daar moet je met zijn allen in investeren. Het zou voor de landbouw een geweldig gemis zijn als er geen mensen tussen de 30 en 50 meer te vinden zijn die willen mee besturen. Gelukkig zijn we nog steeds in staat ze te vinden.” Over Cosun zegt hij verder: ”Cosun is niet een van de grootste, maar qua rendement wel een van de beste suikerbedrijven van Europa. Voor de akkerbouw is het een toonaangevende coöpera tie die voor de sector echt stappen vooruit kan maken.” Ton Schönwetter
5
6
december 2010 nr. 9
Ook reactie van vroegbestellers vereist
Bestel bietenzaad tijdig en via internet December is voor iedereen de maand van de definitieve areaalplanning, de perceelkeuze, de bijhorende rassen keuze en de zaaizaadhoeveelheid. Reageren via internet gaat het snelst.
Half december heeft u een mailing ont vangen met de leveringsovereenkomst 2011 en de zaadbestellijst. Daarbij zat ook informatie over de beschikbare r assen in 2011. Als de percelen en het areaal bekend zijn, is het belangrijk eerst het areaal met de bijbehorende ligplaats(en) in te vullen op de leveringsovereenkomst. De leveringovereenkomst moet inge vuld en verzonden worden naar Suiker Unie ook als u al in september de totale hoeveelheid bietenzaad heeft besteld.
Rhizoctoniarassenproefveld
en Kathrina KWS behaalden een iets beter resultaat dan het gemiddelde van de A- en N-rassen van vorig jaar. Nieuwe rassen met resistentie tegen aaltjes zijn Constantina KWS en Bever. Een nieuw rhizoctoniaresistent ras is Isabella KWS. Bij deze dubbelresistente rassen geven de nieuwe wel een betere financiële opbrengst. Van aaltjesresistente rassen wordt ook de vermeerdering van de aaltjes onderzocht. Van rhizoctoniaresistente rassen wordt de mate van aantasting bepaald.
Vroegbestelling
Het aantal door u in september bestelde pakken bietenzaad en het ras staan op het bestelformulier, zodat hiermee bij een eventuele aanvullende bestelling rekening gehouden kan worden. Te laat binnengekomen vroegbestellingen zijn hierin niet opgenomen. U moet dan nog een volledige bestelling plaatsen. U heeft hierover eerder al bericht ontvangen. Wijziging van de vroegbestelling is niet mogelijk.
Rassenkeuze
Kijk voor een keuze van de meest geschikte rassen voor uw percelen in het IRS-artikel: ’Rassenkeuze: resistentie staat voorop’. Onder ’Vermelde rassen’ op het bestelformulier is een voorselectie gemaakt op basis van uw resultaten in het verleden. Behalve de rassen uit de rassenlijst worden ook Piranha en Silotta aangeboden, evenals (op beperkte schaal) enkele rassen die voor het derde jaar in beproeving zijn. Deze laatste staan op de nominatie om volgend jaar opgenomen te
Rassenonderzoek 2010
De resultaten van de rassenproeven van de afgelopen drie jaar zijn verwerkt tot de rassenlijstcijfers. Hoewel dit jaar relatief veel rassen goed gepresteerd hebben, zijn er maar enkele in geslaagd het assortiment echt te verbeteren. De nieuwe rhizomanieresistente rassen Heron, Bernadetta KWS, Cellina KWS
Rassen- en zaadsoortkeuze vroegbestelling september 2010 Rhizomanieresistent
% Zaadsoort
Emilia KWS 20 Standaard Shakira 11 Insecticide Fernanda KWS 19 Sabrina KWS 5 Silotta 10
Aaltjesresistent (wbca) Theresa KWS
34
% 21 79
worden op de rassenlijst. Voor informatie hierover kunt u terecht bij de agrarische dienst. Of lees het rassenbulletin op de website van het IRS.
Reageer snel!
Op de mailing van half december dient u te allen tijde te reageren. Ook als u geen bietenzaad nodig heeft. U kunt dit op twee manieren doen. De eenvoudigste methode is via http://agrarisch.suikerunie.nl/ (login leden/telers). Vul eerst de leveringsover eenkomst in. Daarna kunt u de bieten zaadbestelling invoeren. Van beide ont vangt u een bevestiging in uw mailbox. Op het bestelscherm staat ook wat u al heeft besteld. De snelle manier van online gegevensverwerking vergroot de kans dat het gewenste ras nog in voorraad is. Per post bestellen kan ook, maar die ver werking verloopt met vertraging. Uiterlijk 5 januari moet de bestelling bij Suiker Unie binnen zijn. Na deze datum kunnenalleen nog leveringen vanuit depot plaatsvinden. Hiervoor wordt een toeslag van vijf euro per eenheid in rekening gebracht. Bovendien is de rassenkeuze uit depot zeer beperkt.
Beperkt leverbare rassen
Van een aantal rassen is mogelijk niet voldoende zaad beschikbaar. Ze zijn dus beperkt leverbaar. Als de internetbestel ling van een ras wordt bevestigd, bete kent dit dat dit ras ook geleverd wordt. Bij een bestelling per post dient u voor de volgende rassen een alternatief in te vullen: Shakira, Emilia KWS, Fernanda KWS, Kathrina KWS, Cellina KWS, Constantina KWS. Sjaak Kolff
december 2010 nr. 9
Winterse weer zorgt voor oogstproblemen
Calamiteitenregeling voor vorstbieten Cosun/Suiker Unie heeft een calamiteitenregeling ingesteld om toch nog zoveel mogelijk bieten met vorstschade te kunnen verwerken. De regeling voorziet in een zo groot mogelijke beperking van de financiële risico’s voor de totale keten. Op 27 november zat nog 4.400 ha bieten in de grond.
De oogstproblemen zijn ontstaan door een combinatie van overvloedige neerslag, gevolgd door matige tot strenge vorst. Een deel van de telers heeft daardoor niet tijdig kunnen rooien. De bietenoogst verliep de hele herfst in veel regio’s al moeizaam. Eind november viel er vooral in Zuidwest- en West-Nederland veel neerslag, waardoor de oogst van veel gewassen ernstige vertraging opliep of zelfs helemaal niet mogelijk was. Ook de bietenoogst, die normaliter toch ook onder minder goede omstandigheden nog doorgang kan vinden, werd op veel percelen onmogelijk. In 2010 was de bietenoogst aanzien lijk later dan in de voorgaande jaren. Detailcijfers per regio en de kwaliteits cijfers van de bieten staan op www.suikerunie.nl/agrarisch. Bij het intreden van de vorst, in het week einde van 27 en 28 november, moest er
nog zo’n 4.400 ha worden gerooid. In de daarop volgende twee weken is tijdens de vorst en in korte periodes van dooi nog c a 3.000 ha geoogst.
Calamiteitenregeling
Omdat bij de intrede van de vorst nog veel bieten in de grond zaten heeft Cosun/Suiker Unie een calamiteiten regeling ingesteld. Telers die door neer slag en vorst niet tijdig konden rooien en vervolgens bevroren bieten hebben geoogst, kunnen hier een beroep op doen. Voor de bieten die onder de regeling vallen, zijn de premies en vorstcoderingen komen te vervallen. Suiker Unie laadt deze bieten met voorrang op en brengt een bijdrage in de verwerkingskosten in rekening van 10 euro per ton bieten. De verwerking van vorstbieten leidt namelijk tot extra kosten, verminderde verwerkings capaciteit en hogere suikerverliezen.
Veel telers, vooral die in het zuidwesten, maken gebruik van de regeling. Het alter natief (bieten laten liggen tot de normale afnamedatum) is veel te risicovol en de kans op afkeuring is zeer groot.
Reguliere leveringen
Om ruimte te maken voor de afname van deze bieten is de planning aangepast en is de reguliere afname vertraagd. Hiervoor ontvangen alle telers van reguliere leve ringen vanaf 4 december een compensatie van 50 eurocent per ton netto bieten. Suiker Unie heeft in regio’s waar veel bieten in de calamiteitenregeling vallen extra oplaad- en vervoerscapaciteit inge zet. In de tweede week van december is de capaciteit in Zeeland zelfs verdubbeld om na de vorst gerooide bieten snel op te kunnen laden. De komende weken blijft het van groot belang om de kwaliteit van de bieten die aan de hoop liggen goed te volgen. Dat geldt ook voor bieten die voor de vorst gerooid zijn. Houd ze vorstvrij maar ver mijd ook een te hoge temperatuur. Kijk regelmatig onder het afdekmateriaal en gebruik een insteekthermometer.
Surplusbieten
Suiker Unie schat de totale suiker productie nu in op 860.000 ton suiker. Daarbij is rekening gehouden met een verlies van enkele honderden hectares door vorst en teruglopende bieten kwaliteit. Door de slechtere kwaliteit zal er minder suiker en juist iets meer melasse geproduceerd worden. Maar er is nog één maand campagne te gaan, met onzekerheid over capaciteit en rende ment. In ieder geval zullen alle surplusbieten tegen de afgesproken prijs van 25 euro per ton (basisprijs) uitbetaald worden. Niet alle telers zullen hun toewijzing vol kunnen leveren. Door deze onderschrijding zal er voor de bepaling van de hoeveelheid af te rekenen quotumbieten een herverde ling komen. De omvang hiervan is pas na afloop van de campagne bekend. Bevroren bieten in de grond
Gert Sikken
7
8
december 2010 nr. 9
Bieten opgeslagen in decentrale opslagcentra
Oostenrijk half november klaar met rooien Bij Oostenrijk denk je eerder aan bergen dan aan bietenteelt. Toch worden er in dat land 45.000 hectare bieten verbouwd. Doorgaans zijn ze half november gerooid in verband met de vroeg invallende vorst.
De Oostenrijkers telen bieten vooral in het noorden en oosten, in het lager gelegen deel van het land. 80% van de bieten groeit in een straal van 60 km rondom Wenen. De bieten worden ver werkt in twee fabrieken van Agrana: in Tulln, 40 km noordwestelijk van Wenen, en Leopoldsdorf, 20 km ten oosten van Wenen. Beide hebben een verwerkings capaciteit van 12.500 ton per dag.
Agrana
Agrana is de enige suikerfabrikant in Oostenrijk. Het bedrijf heeft fabrieken in Oostenrijk, Hongarije, Tsjechië, Slowakije en Roemenië. Ook is Agrana medeeigenaar van een suikerraffinaderij in BosniëHerzegovina. In de suiker activiteiten wordt ongeveer een derde van de omzet gerealiseerd. De rest komt uit zetmeelactiviteiten en fruitverwerking. Het bedrijf heeft een ingewikkelde eigendomsstructuur. Van de aandelen is 24,5% vrij verhandelbaar op de beurs. De rest is in handen van een onder neming die voor 50% eigendom is van Südzucker. De andere helft is
Zowel aanvoer per vrachtwagen als per trein
grotendeels eigendom van Raiffeisen holding. De bietentelers hebben hierin een belang van bijna 22%. Omgerekend hebben ze zo een belang van ruim 8% in Agrana. De telers hebben daarnaast een belang van 25,1% in een bioethanol fabriek die eigendom is van Agrana.
Vergelijkbare ontwikkeling
De bietenteelt in Oostenrijk heeft vergelijkbare ontwikkelingen door gemaakt als Nederland: minder telers, minder hectares en een stijgende opbrengst. Sinds 1999 is suiker quotum verhandelbaar zonder grondtransactie. Nu zijn er in Oostenrijk nog 8.000 telers met in totaal 45.000 hectare bieten. De opbrengsten variëren onder
invloed van de neerslag (soms is het te droog). De gemiddelde opbrengst over de laatste drie jaar is 11,3 ton suiker per hec tare. Dit met een gemiddeld suikergehalte van 16,6%. Dit jaar wordt een opbrengst van 11,7 ton suiker per hectare verwacht (69 ton bij 17% suiker). De telers zaaien tussen eind maart en begin april. De kans op vorstschade in het voorjaar is groter dan in Nederland. Eind april kan het nog heel koud worden, waardoor de bieten sneuvelen. De Oostenrijkers zijn er aan gewend dat een deel van het areaal vanwege de vorst opnieuw gezaaid moet worden. De bieten worden verbouwd in een 1 op 4 of 1 op 5rotatie met verder vooral granen. Net zoals in Nederland zijn rhizomanie resistente rassen standaard. Verder is vooral cercospora een grote bedreiging. De suikerfabriek in Leopoldsdorf
december 2010 nr. 9
Monstername bij de aanvoer
Grote opslagplaats bij de fabriek
Decentrale opslag
heeft een capaciteit van maximaal 50.000 ton. Van hieruit gaan de bieten naar de fabrieken. De fabriek geeft de telers op hoeveel bieten ze naar de o pslagplaatsen of de fabriek kunnen brengen in een leveringsperiode. Vanaf 6 november mogen ze alle overige bieten afleveren. De telers hoeven de bieten dus niet lang op het bedrijf te bewaren. Ruim de helft van de bieten wordt vanuit de ontvangstcentra per trein vervoerd
De vorst komt vroeg in het najaar. Op 9 november was dan ook al 80% van de bieten gerooid. Normaal zijn vrijwel alle bieten half november uit de grond. In Oostenrijk rijden ongeveer zeventig 6-rijige bietenrooiers. Veel telers rooien hun bieten zelf. Een groot deel van de bieten wordt opgeslagen bij de twee fabrieken en op een van de 62 decentrale ontvangstcentra. Zo’n ontvangstcentrum
Afschaffen bepaling koptarra? De technische en ontvangstcontrolecommissie van CIBE (de Europese organisatie van bietentelers) vergaderde op 9 en 10 november in Wenen. Een belangrijk onderwerp was de bepaling van de koptarra van de bieten. Zowel in Frankrijk als in Duitsland is er discussie over de overgang naar een systeem, waarbij de koptarra niet meer gemeten wordt, maar de gehele biet wordt betaald, met een standaard aftrek voor koptarra. In Zweden wordt een dergelijk systeem al jaren gehanteerd. Ook Pfeifer & Langen in Duitsland werkt al een aantal jaren met dit systeem. Door de bieten alleen maar te ontbladeren kan er meer van de gegroeide massa tot waarde gebracht worden. Belangrijk is wel dat voorkomen wordt dat bieten worden aangeleverd met teveel blad op de biet. Hiervoor moet een goed controlesysteem opgezet worden. Het systeem met de bepaling van koptarra met behulp van een camerasysteem heeft nergens in Europa navolging gekregen.
Langere campagnes
Overal in Europa zijn de campagnes langer geworden. Campagnes tot half januari zijn inmiddels in veel landen standaard. In Engeland gaat de campagne door tot eind februari. Wat dit betekent voor de telers, verschilt van land tot land. De situatie in Finland is uiteraard anders dan in België of Nederland. In Zuid-Duitsland wordt meestal afgedekt met fleecedoek. Onder de Nederlandse omstandigheden biedt fleecedoek onvoldoende bescherming tegen vorst, vooral bij wind. Naast vorstvrij bewaren is het ook zaak om het suikerverlies tijdens de opslag zoveel mogelijk te beperken. Belgisch onderzoek liet grote verschillen zien onder invloed van het rooiwerk (beschadiging en tarra), de b uitentemperatuur en het bietenras.
naar de fabrieken. De telers voeren zelf 15% aan. De rest gaat per vrachtauto. Bij de ontvangst van de bieten worden boven uit de vracht een aantal bieten gepakt (handmatig of met een bakje). Tarra en koptarra worden geschat bij het lossen van de bieten. De analyses vinden plaats in het centrale laboratorium in Leopoldsdorf.
Late analyse
Vanwege de korte aanvoerperiode worden niet alle bietenmonsters direct geanalyseerd. Het lab heeft daarvoor niet voldoende capaciteit. Van de aan gevoerde monsters wordt een brij monster ingevroren dat later wordt onderzocht. Eind december zijn alle monsteruitslagen bekend. Achteraf vindt er nog wel een verrekening plaats van het s uikerverlies tijdens de opslag. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de theoretische hoeveelheid suiker die in de bieten gemeten werd op het moment van levering en de werkelijke s uikerproductie. Het gemiddelde suikerverlies wordt ver rekend in de bietenprijs die de telers ontvangen.
Biologische suiker
136 Oostenrijkse bietentelers leveren biologische suikerbieten (746 ha). De 35.000 ton biologische bieten worden verwerkt in een kleine fabriek net over de grens in Hongarije, met een capaci teit van zo’n 5.000 ton bieten per dag. De b iologische bieten worden verwerkt tussen 15 en 22 oktober. Voor en na de verwerking van de biologische bieten moet de fabriek helemaal schoon gemaakt worden om vermenging met andere suiker te voorkomen. Jaarlijks wordt ongeveer 4.500 ton biologische suiker geproduceerd. Jan Willem van Roessel
9
10
december 2010 nr. 9
Grote werkdruk door beperkt aantal rooibare dagen
Loonwerkers hebben handen vol aan moeizaam oogstjaar 2010 was een uitzonderlijk oogstjaar met veel neerslag en slecht oogstweer. Voor de loonwerkers was het alle zeilen bijzetten in dit lange en moeizame oogstseizoen. Onder hen Wim van Nieuwenhuizen en Jan Tamminga.
overleg verliep ook dit jaar weer naar volle tevredenheid. Natuurlijk is het ook belangrijk achteraf de gang van zaken nog eens te evalueren. Ik ben bijvoorbeeld erg geïnteresseerd in de t arrapercentages van de diverse partijen”, vertelt Van Nieuwenhuizen. ”We kunnen daar veel van leren om ons werk te optimaliseren.”
Reservemachine Jan Tamminga (l) in gesprek met Peter Roelfsema van Suiker Unie
”Het was een jaar waarin je het juiste moment optimaal moest benutten om te oogsten”, schetst Wim van Nieuwenhuizen van Loonbedrijf Van Nieuwenhuizen in Uithuizen de situatie. ”Hollen en stilstaan dus. En veel overleg met de teler en de agrarische dienst om tot een goede afstemming te komen. Wij rooien in een brede strook langs de Waddenkust met drie bietenrooiers: een 12-, een 9- en een 6-rijige machine. Dat geeft in het veld extra mogelijkheden”, vertelt hij.
Jan Tamminga van Loonbedrijf Tamminga in Harkstede en Zijldijk beaamt het moeizame verloop van de oogst dit jaar. ”Normaliter hebben we de beschikking over drie Vervaetrooimachines, maar dit jaar hebben we de tweefase reservemachine weer ingezet om op de lichte zand- en dalgronden te rooien”, zegt Jan Tamminga. ”Alle hens aan dek dus op de momenten dat het kon. De druk was groot, maar wij proberen daar flexibel mee om te gaan.” Tamminga heeft door zijn grote werk gebied te maken met diverse kraanroutes van Suiker Unie. ”Dat kan in de sprei ding van de rooidata een voordeel zijn, maar evengoed een nadeel. Dat laatste is
het geval als er in ons werkgebied op de drie routes gelijktijdig bieten opgeladen worden.” Suiker Unie probeert daar op in te s pelen door de startplekken in de route zo goed mogelijk op elkaar af te s temmen. Bovendien is er altijd overleg m ogelijk over het rooien van de percelen. ”De ’mannen in het veld’ zijn daarop goed aanspreekbaar”, is de ervaring van Tamminga. ”Soms is het handig om met een collega te overleggen en de rooiers over en weer in te zetten. Zo kun je over en weer de rustige momenten beter benutten.” Voor de toekomst ziet Tamminga mogelijkheden om het trans port van de bieten naar de opslag nog verder te optimaliseren. Jan Tamminga: ”Grote kippers voorzien van meerdere assen en goede banden geven minder structuurbederf, zeker in een herfst als deze. We kunnen dan een nog completer pakket aanbieden voor de bietenoogst en zo nog beter inspelen op de wensen in het veld.” Alex Kroon & Peter Roelfsema
Rooiplanning
Van Nieuwenhuizen is zeer gehecht aan overleg met de agrarische dienst om tot een optimale rooiplanning in zijn bedrijf te komen. ”We krijgen in augustus een overzicht van de route voor de nieuwe campagne. Voor ons is dat van belang, want we kunnen zo daarmee rekening houden in onze rooiplanning.” Hij vervolgt: ”Natuurlijk blijft de teler zelf verantwoordelijk voor de r ooiafspraak, maar we kunnen wel meedenken en het zo goed mogelijk op elkaar a fstemmen”. Het loonwerk stond dit jaar op de rooi bare dagen flink onder druk door het grote aantal telers dat tegelijkertijd wilde rooien. ”Dat gaat dus zo maar niet. Op zo’n moment is goed overleg met Suiker Unie belangrijk. ’Waar is de kraan? En wanneer is welke teler aan de beurt?’ Het
Vlnr: Be Oosterhuis, Marcel van Kempen, Alex Kroon (Suiker Unie) en Wim van Nieuwenhuizen bespreken de rooiplanning
december 2010 nr. 9
Maatregelen Suiker Unie in convenantafspraak effectief
Bietenvervoer wordt duurzamer De maatregelen om het totaalgewicht van vrachtwagens die suikerbieten vervoeren terug te dringen, hebben effect. De vermindering is onderdeel van een convenant dat vorig jaar is afgesloten met de inspecteur-generaal van het ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Als Suiker Unie en de vervoerders de doelstellingen van het convenant realiseren, wordt het bietenvervoer niet langer systematisch en doelgericht gecontroleerd. Voor de inspectie betekent dat tijdwinst. Ervoor in de plaats komt een systeemcontrole. Suiker Unie rapporteert dan periodiek over de genomen maatregelen en de bereikte resultaten. De Inspectie Verkeer en Waterstaat gaat Suiker Unie dan jaarlijks auditeren. Suiker Unie heeft met alle vervoerders overlegd over de realisering van de doelstelling.
Maximale betaling
In 2010 is onder meer de maximale betaling verlaagd van de vervoerde suikerbieten per vracht. Belading boven het afgesproken totale gewicht van de vrachtwagen plus lading heeft daardoor geen zin meer, omdat deze extra tonnen per vracht niet worden uitbetaald. Te zwaar beladen vrachtwagens zijn niet goed voor de wegen. Overbelading is bovendien concurrentievervalsend. De betalingsregeling is voor alle vervoerders gelijk. Met de kanttekening dat vervoer ders die geïnvesteerd hebben in lichter materieel een betere marge kunnen behalen. Immers binnen het totaalgewicht (treingewicht) is er meer ruimte voor lading. Vervoerders die zich nog niet goed houden aan de maximale belading, worden rechtstreeks aangesproken door de agrarische dienst. Na de campagne volgt met iedere vervoerder een evaluatie. Bietenvervoer met lichte trailer
Stimuleringspremie
Als onderdeel van de vervoersovereen komst is met de vervoerders afgesproken, dat de vervoerder een stimuleringspremie ontvangt, indien hij deze campagne met nieuw en lichter materieel bieten rijdt. Een groot deel van de vervoerders gaf afgelopen voorjaar aan deze campagne nieuwe lichtgewicht trailerkippers in te willen zetten. Op dit moment rijden er al zo’n vijftig nieuwe trailerkippers naar de fabrieken. Dit is ongeveer een kwart van alle wagens. De nieuwe trailers wegen leeg zes ton, de oudere types negen ton. Een aantal vervoerders reed al met lichter materieel. Met deze miljoeneninvestering geven vervoerders er blijk van, dat ze serieus omgaan met het verlagen van het toegestane totaalgewicht. Voor de vervoerders bieden de nieuwe trailerkip pers de mogelijkheid toch het gewenste tonnage te halen ten opzichte van combi naties die een te hoog eigengewicht heb ben. Met de aanschaf van de nieuwe trailer kippers is de trend gezet naar lichter materieel. Voor het gecombineerd vervoer van bieten en perspulp, wordt doorgaans het type walking floor ingezet. Deze trai lers lossen horizontaal. Het is niet goed mogelijk lange trailerkippers in te zetten voor perspulp, omdat de losplaatsen niet
altijd vlak zijn. Dit levert bij het lossen risico’s op.
Lichter materieel beter
Suiker Unie vervoert jaarlijks acht miljoen ton grondstoffen en eindproducten over de weg. In de campagne wordt jaarlijks meer dan een half miljoen ton perspulp vervoerd als retourvracht op bieten. De auto’s met walking floor zijn doorgaans zwaarder dan de nieuwste lichtgewicht trailers. Daarom zoeken de transport bedrijven actief naar een vervanger voor de walking floor. Tijdens de campagne is geëxperimenteerd met een bandlos systeem dat in Amerika is ontwikkeld. In dat land rijden al tienduizenden wagens met dit systeem, onder andere voor agri grondstoffen. Dit type trailer is lichter en ook veiliger bij het lossen dan een trailer kipper. Dit nieuwe type lichtgewicht trailer kan allerlei soorten los gestort product vervoeren. Ook bijvoorbeeld grondstoffen voor vergisters. Hiermee worden de trailers breder inzetbaar en worden ook de mogelijkheden van retour vracht vergroot. In de komende jaren gaat Suiker Unie samen met de vervoerders ook bespreken of het rijden op een combinatie van bio gas en dieselolie de bedrijven voordelen oplevert en bijdraagt aan een duurzamere productieketen. Bert Weegenaar
11
12
december 2010 nr. 9
Rassenkeuze: resistentie staat voorop De nieuwe rassenlijst biedt de teler meer keuze dan vorig jaar. Bij de rhizomanierassen zijn er vier nieuwe bijgekomen en bij de witte bieten cysteaaltjesresistente rassen twee. De lijst van rhizoctoniaresistente rassen telt er nog steeds drie, w aarvan er één nieuw is. Bij de keuze voor het volgende teeltseizoen is de r esistentie van het ras het belangrijkste. Vervolgens kan binnen de categorie worden gekozen voor de hoogste financiële opbrengst of voor een van de andere eigenschappen. Figuur 1. Beslisboom voor de keuze van de benodigde resistentie.
Welke resistentie is nodig?
Alle rassen die momenteel worden aan geboden, zijn resistent tegen rhizomanie. Deze resistentie is niet volledig, dat wil zeggen niet in alle planten aanwezig. Het is normaal dat er op elk perceel een klein aantal planten voorkomt met de ouder wetse rhizomaniesymptomen: geel, stijl opgaand blad, insnoering van de wortel en baardvorming. Dit zijn de zogenaamde blinkers. Rassen die alleen resistent zijn tegen rhizomanie, zijn bedoeld voor per celen waar geen problemen te verwachten zijn met rhizoctonia of witte bietencyste aaltjes. Zijn die wel te verwachten, dan is het verstandig te kiezen voor een ras met resistentie hiertegen (zie figuur 1).
Neem geen risico met rhizoctonia Waren er op uw bedrijf al eens proble men met rhizoctonia, kies dan voor een rhizoctoniaresistent ras. Ook als in de regio rhizoctonia voorkomt en de voor vrucht was maïs, grasland of een andere waardplant van rhizoctonia, kies ook dan
i n f o r m at i e Rubriek onder verantwoordelijkheid van IRS Postbus 32, 4600 AA Bergen op Zoom Telefoon: 0164 274400 Fax: 0164 250962 E-mail:
[email protected] Internet: www.irs.nl Eindredactie: Jurgen Maassen
Figuur 2. Relatieve financiële opbrengst van de (partieel) bietencysteaaltjesresistente rassen in vergelijking met vatbare rassen op proefvelden met en zonder besmetting met witte bietencysteaaltjes. Gemiddelden van de rassenproeven in de periode 2007-2010.
een rhizoctoniaresistent ras. Een daad werkelijke aantasting door deze schimmel is moeilijk te voorspellen. In sommige jaren is de aantasting minder erg, maar als de bodemschimmel voorkomt zijn de gevolgen groot (foto 1). Bij meer dan 10% geheel of gedeeltelijk rotte bieten is de partij niet leverbaar. Als de besmet ting ernstig is kunnen overigens ook bij rhizoctoniaresistente rassen rotte bieten voorkomen. De resistentie is namelijk partieel en dus niet volledig. Ook zijn de
rassen niet resistent tegen vroege plant wegval door rhizoctonia. De resistentie wordt pas na het zes- tot achtbladstadium effectief.
Schade door witte bietencyste aaltjes
Zijn er op een perceel witte bietencys teaaltjes aanwezig, dan zullen de wortels van de bietenplanten worden aangeprikt. De aaltjes voeden zich met voedingsstof fen uit de wortel en vermeerderen zich.
december 2010 nr. 9
A
Foto 1. Rot als gevolg van aantasting door rhizoctonia. Bij meer dan 10% rotte bieten wordt de partij bieten geweigerd. Dit risico is te verkleinen door een rhizoctoniaresistent ras te zaaien.
Dit kan zich in gunstige seizoenen met voldoende hoge temperatuur enkele (drie tot vier) keren herhalen. Bietenplanten ondervinden hiervan schade, vooral door dat de opname van voeding en water door de wortel is verstoord (foto 2). In droge jaren is de schade het grootst. De aaltjesresistente rassen op de lijst zijn beter bestand tegen schade door witte bietencysteaaltjes. Onder niet-besmette omstandigheden leveren deze rassen een lagere opbrengst dan vatbare rassen, maar bij een besmetting zijn ze juist veel beter (zie figuur 2). In droge jaren kan het ver schil met de vatbare rassen meer dan 20% zijn. Het advies is om bij een besmetting vanaf 150 eieren en larven per 100 ml grond een bietencysteaaltjesresistent ras in te zetten.
Aaltjesdruk blijft bestaan
Een andere eigenschap van de resistente rassen is dat de witte bietencysteaaltjes zich er minder goed op vermeerderen. Jaarlijks wordt in een klimaatkamer bij de resistente rassen en een aantal vatbare rassen het aantal cysten dat is gevormd op de wortel, geteld. Cysten zijn het uitge groeide achterlijf van een aaltje (met het blote oog als speldenknop zichtbaar op de wortel; zie foto 2C). Hierin bevinden zich enkele honderden jonge eitjes en larven.
Bij de resistente rassen is het aantal cysten ruim 25% lager en bovendien bevattendeze cysten 50% minder eieren. De vermeerdering is dus minder dan bij de vatbare ras sen, maar is zeker geen nul. Daarom spreken we ook over een partiële resistentie. Bij een een-op-vier-teelt met vatbare rassen zal de aaltjesdruk fors toenemen, met resistente rassen zal deze in stand blijven. Om de aaltjesdruk te verminderen zijn aanvullende maat regelen nodig (zie kader ’Maatregelen om bietencysteaal tjes aan te pakken’).
B
C Foto 2. Beeld van symptomen van witte bietencysteaaltjes: A. valplek, B. veel zijwortels aan de biet en C. cysten op de zijwortels. Bij meer dan 150 eieren en larven per 100 ml grond is een witte bietencysteaaltjesresistent ras aan te bevelen.
Ruime keus in overige kenmerken
Binnen elke resistentiegroep is een keuze mogelijk uit meerdere rassen. Het belang rijkste kenmerk is de financiële opbrengst. Daarin Maatregelen om bietencysteaaltjes zijn suikergehalte, aan te pakken grondtarra en win baarheid meege Voor het aanpakken van witte bietencysteaaltjes zijn naast nomen op dezelfde rassenkeuze aanvullende maatregelen nodig: manier als waarop • bemonster op witte bietencysteaaltjes om de besmetting dat bij de uitbe te volgen; taling door de • teel kruisbloemige resistente groenbemesters. Zij lokken suikerindustrie de bietencysteaaltjes uit de cysten, maar deze kunnen zich gebeurt. Doordat vervolgens niet vermeerderen. Dit verlaagt de populatie; bij de berekening • kies voor een zo ruim mogelijk bouwplan. Doordat ieder uitgegaan is van jaar een deel van de bietencysteaaltjes in de grond sterft, gemiddelde leve neemt de populatie af. ringsgegevens,
kan het cijfer voor financiële opbrengst bij sterk afwijkende kwaliteit iets verschil len. Om voor iedere uitgangssituatie de financiële prestatie van de rassen te kun nen vergelijken, kan men gebruik maken van de Betakwik-module ’Rassenkeuze en optimaal areaal’ (www.irs.nl). Tenslotte zijn er kenmerken die voor som mige telers interessant kunnen zijn. Een hoog cijfer voor de vroegheid grondbe dekking kan gunstig zijn bij de onkruidon derdrukking. Het effect moet men echter niet overschatten. De kophoogte kan van belang zijn in verband met de rooibaar heid. Een H betekent dat de biet vrij hoog boven de grond staat en een L dat de biet vrij diep in de grond zit. Noud van Swaaij
informatie
13
14
december 2010 nr. 9
Heeft u ze wel eens gezien?
Bijzonderheden uit de bietenkliniek Bij de bietenkliniek zijn dit jaar ruim 230 bietenmonsters onderzocht. Daarbij ging het onder andere om plantwegval, slechte groei, bladvlekken en wortelrot. Net als in voorgaande jaren zaten er ook dit jaar opmerkelijke ziekten en plagen tussen. Hieronder volgt een overzicht van de meest bijzondere.
2). De schade trad vooral op rondom een rij essen langs een bietenperceel. Na determinatie door PPO Lisse bleek het te gaan om de rups van de bruine herfstuil. Deze leeft normaal gesproken van maart tot juni op diverse loofbomen, zoals iep, populier en es. Ze laten zich soms ook op de grond vallen en eten dan van kruidachtige planten totdat ze zich in de grond verpoppen. In dit geval stonden er alleen bieten en hebben de rupsen hieraan gevreten. Gelukkig zijn rupsen in bieten goed te bestrijden en kon het probleem worden aangepakt.
Grijze bolsnuitkever Foto 1. Late aantasting door de schimmel aphanomyces.
Late aphanomyces
Eén van de monsters bevatte bieten met onregelmatige knobbels aan de bovenkant van de biet (foto 1). Dit is veroorzaakt door een late aantasting van de schimmel aphanomyces. In Nederland zijn alle bietenzaden behandeld met het fungicide Tachigaren (hymexazool). Deze fungicide geeft gedurende circa vier weken bescher ming aan de kiemplant tegen deze schim mel. Doordat de bieten dit jaar traag van start zijn gegaan, heeft aphanomyces na vier weken toch nog kunnen toeslaan. Gelukkig leidde dit niet meer tot wortel brand, maar deze bieten hielden daar wel misvormingen aan over.
Rups van de bruine herfstuil
Normaal gesproken zien we rupsenvraat alleen in de zomer. Dit jaar kwam er al vroeg in het groeiseizoen een melding van schade door rupsen aan kiemplanten (foto
Foto 2. Rupsenvraat aan kiemplanten door de rups van de bruine herfstuil.
informatie
De grijze bolsnuitkever (foto 3) vreet planten al aan in het jonge plantstadium. Deze snuitkever lijkt veel op de taxus kever, maar is kleiner (5-8 mm groot). Hij vreet voornamelijk aan de bladeren. Foto 4. Koprot veroorzaakt door het stengel aaltje. Op foto 5 is te zien hoe dit er aan de binnenkant uitziet.
Foto 3. De grijze bolsnuitkever (5-8 mm groot) vreet aan de bladeren van jonge bietenplanten.
De kevers kruipen eind april/begin mei uit de poppen en beginnen dan te vreten aan diverse gewassen, zoals bieten, bonen, grassen en naaldbomen. Deze kever is niet te bestrijden. Speciaal pillenzaad (pillenzaad met insecticiden) werkt onvol doende tegen snuitkevers. Waartegen speciaal pillenzaad wel en hoe het werkt, vindt u in het artikel ’Heb ik speciaal pillenzaad nodig?’ op pagina 15.
Foto 5. Is een biet door het stengelaaltje aangetast en niet te rot, dan zijn er als men een stukje van de kop afsnijdt bruine verkurkte plekjes terug te vinden.
Stengelaaltje
Herken problemen
Ook in het najaar kwamen enkele bieten monsters binnen met koprot, veroorzaakt door het stengelaaltje (foto 4). Bij een lichte aantasting is dit moeilijk te zien. Bovenaan de kop ontstaat verkurkt weef sel met verticale scheurtjes. Snijdt men een dun plakje van de biet af, dan zijn bruine vlekjes in de biet te zien (foto 5). Bestrijden van het stengelaaltje is moei lijk. Schade in bieten is te beperken door
het granulaat Vydate met het zaaien in de zaaivoor toe te dienen. Voor een goed rendement van de bietenteelt is het belangrijk problemen zoveel en zo snel mogelijk aan te pakken. Twijfelt u over de oorzaak van een p robleem, neem dan altijd contact op met uw teeltadviseur. Hij of zij kan een m onster insturen naar de afdeling diagnostiek van het IRS. Elma Raaijmakers
december 2010 nr. 9
Een overzicht van de werking van speciaal pillenzaad
Heb ik speciaal pillenzaad nodig? Bij de rassenkeuze dient u aan te geven of u standaard of speciaal pillenzaad wilt bestellen. Standaard pillenzaad heeft geen insecticiden. Speciaal pillenzaad bevat een insecticide (Poncho Beta of Cruiser). Welke dat is, is afhankelijk van het ras dat u bestelt. In proeven hebben wij geen verschillen aangetoond tussen deze twee middelen. Dit artikel geeft een overzicht tegen welke insecten speciaal pillenzaad effectief is en aan de hand van voorbeelden kunt u lezen hoe het werkt.
Foto 1. Het effect van standaard (rechts) en speciaal (links) pillenzaad op de zwarte bonenluis.
Insecticiden werken tien weken
De insecticiden in speciaal pillenzaad werken tot ongeveer tien weken na zaai. In figuur 1 is de werking van speciaal pillenzaad te zien. De insecticiden uit de pil lossen op in de bodem. Vervolgens nemen de wortels deze insecticiden op en transporteren ze door de plant. Zodra een insect aan de plant vreet of zuigt, krijgt deze de insecticiden binnen en gaat dood. Een insect dat niet vreet of zuigt aan de bietenplant, gaat dus ook niet dood.
Vroege aantasting zwarte bonenluis Figuur 1. Werking van speciaal pillenzaad. Het insecticide uit de pil lost op en wordt door de wortels opgenomen en in de pijlrichting getransporteerd.
Speciaal pillenzaad werkt gedurende tien weken goed tegen aardvlooien, bieten vliegen, bladluizen, schildpadtorretjes, wantsen en bietenkevertjes (tabel 1). Het heeft een redelijke werking tegen ritnaal den, springstaarten, wortelduizendpoten en miljoenpoten. Bij zeer zware druk van deze vier laatst genoemde insecten kan er dus toch nog schade ontstaan.
Bij een vroege aantasting door de zwarte bonenluis kan schade ontstaan, omdat de luizen aan de bladeren z uigen. Als spe ciaal pillenzaad is gebruikt, gaan de luizen dood. Echter, bij s tandaard pillenzaad zullende bladeren kroezen en omkrul len als gevolg van de zuigschade (foto 1). Speciaal pillenzaad zorgde er in 2009 tot zeker half juni voor dat de hoeveelheid zwarte bonenluizen op onze proefvelden beneden de bestrijdingsdrempel lag.
Larven van bietenvlieg gaan dood Speciaal pillenzaad werkt ook tegen de bietenvlieg. Deze legt haar eitjes op de bietenbladeren. Zijn de eieren bol, dan
zit hierin nog een levende larve (foto 2). Deze larven kruipen na een tijdje uit deze eieren en veroorzaken dan schade aan bieten (foto 3). Bij gebruik van speciaal pillenzaad gaan ze zodra ze aan de biet vreten dood door de opname van insec ticiden (foto rechts).
Meer informatie
Meer informatie over speciaal pillenzaad en voor welke gebieden het wordt aan bevolen, vindt u in Betatip hoofdstuk 5.2.5 ’Speciaal pillenzaad’ op www.irs.nl. Elma Raaijmakers
Foto 2. Als de eieren van de bietenvlieg bol zijn, dan zit hierin nog een levende larve (links). Bij platte eieren, is de larve er al uit (rechts). Of ze bol zijn is te zien met een loep.
Tabel 1. Werking van standaard en speciaal pillenzaad tegen insecten.
werking tegen:
standaard speciaal pillenzaad pillenzaad
aardvlo, bietenvlieg, bladluizen (en daardoor vergelingsziekte), schildpadtorretje, wantsen en bietenkevertje
0
ritnaalden, springstaarten, wortelduizendpoten en miljoenpoten
0 ++
0 = geen werking; + = matige werking; ++ = redelijke werking; +++ = goede werking.
+++
Foto 3. Schade aan de kiembladeren door de larve van de bietenvlieg.
informatie
15
16
december 2010 nr. 9
VRAAG & ANTWOORD
Hoe ontvang ik automatisch actuele bietenberichten? Suiker Unie plaatst op de website regelmatig nieuwsfeiten over de bietenteelt. Meldt u aan voor het attenderingssysteem hiervoor. Zodra er een nieuw bericht wordt geplaatst, ontvangt u een mailtje. Gemakkelijker op de hoogte blijven van de actualiteit, kan niet. Ga naar www.suikerunie.nl/agrarisch en klik op ‘Aanmelden voor het laatste nieuws’.
Hoe doe ik mee met Unitip? Deelnemen aan Unitip levert gemiddeld een meeropbrengst op van 200 euro per hectare dankzij onder andere perceelgerichte tips. Laat die kans niet liggen. Hebt u een persoonlijke toegang tot het voor u afgeschermde deel van de Suiker Unie-site? Kies dan na het inloggen ‘Unitip’. Vervolgens kunt u uw teeltgegevens registreren. Lukt het niet direct? Bel dan met (0165) 52 52 70 of met uw buitendienstmedewer-
ker. Als u nog geen persoonlijke toegang tot de site hebt, moet u zich eerst hiervoor aanmelden via: www.suikerunie.nl/agrarisch. Maakt u gebruik van een eigen bedrijfsmanagementsysteem? Dan kunt u de teeltregistraties rechtstreeks doorsturen naar Unitip. De rapporten en analyses van de teelt kunt u bekijken via de site van Suiker Unie.
Rassenkeuze en areaalopgave 2011
KORT NIEUWS
Alle telers hebben vorige week de leveringsovereenkomst en de bietenzaadbestelling ontvangen. Daarop is ook de toewijzing in quotumbieten vermeld. Niet vermeld is dat Cosun in 2011 gegarandeerd 7% surplusbieten afrekent. In oktober is aan alle telers een toewijzing gestuurd waarop beide hoeveelheden zijn vermeld. De basisprijs voor de surplusbieten in 2011 is 25 euro per ton. Surplusbieten boven 7% zullen
waarschijnlijk doorgeschoven moeten worden van 2011 naar 2012. Doorschuiven kost 5 euro per ton. Baseer het areaal 2011 op de toewijzing + 7% surplusbieten en de gerealiseerde hectareopbrengst van de laatste drie jaren. Stuur de zaaizaadbestelling met de gewenste eenheden zaaizaad en het areaal zo snel mogelijk in. Doe dit bij voorkeur via internet. Dat gaat het snelst. U loopt bovendien geen risico dat uw formulier via
de post vertraagd binnenkomt bij Suiker Unie.
Data subkringvergaderingen 2011 Ook in 2011 zijn er subkringvergaderingen. Het gespreksthema is de teelttechniek. Daarnaast is er een terugblik op de campagne en een vooruitblik op uitzaai 2011. Leden, contractanten, bedrijfsopvolgers en loonwerkers zijn bij deze van harte uitgenodigd. Datum dinsdag woensdag donderdag donderdag maandag maandag dinsdag dinsdag woensdag woensdag donderdag donderdag donderdag maandag maandag dinsdag
4 5 6 6 10 10 11 11 12 12 13 13 13 17 17 18
januari januari januari januari januari januari januari januari januari januari januari januari januari januari januari januari
Tijd 19.30 19.30 19.30 19.30 19.45 19.30 19.30 19.30 13.30 19.30 13.30 19.30 13.30 13.30 19.30 19.30
Locatie Golfpark Almkerk Wouwse Tol Hotel Het Gemeentehuis De Schakel De Oude Duikenburg Gasterij Smits Schier Stee De Halle Hotel Braams De Rendering De Hongerige Wolf Zaal Meursinge Mauritshof Best Western/de Giraf De Schaapsberg Dorpshuis Ons huis
Plaats Almkerk Wouw Uithuizen Dirksland Echteld Midwolda Wehe den Hoorn Axel Gieten Vlagtwedde Stegeren Westerbork Yzendijke Emmen Zandberg St. Annaparochie