Magazine voor liefhebbers van klassieke polyester zeiljachten Nr 5, jaargang 1, November 2013
Help! “De KNRM verzuipt” Victoire 22 “Zet er maar een kajuitje op” Trintella’s in de PolyClassic Cup Met een Albin Vega langs de Opalen kust
Hoe een “outlaw” haar mast verspeelde
OPTIMA 830
Wat had Cor Vader met Art-deco?
Verdwijnt de papieren zeekaart “oude stijl”? Trintella 38 refit
En verder in dit magazine: Met de Marieholm IF van Zweden naar België • Vega nostalgia • Nieuwe kaartenset Duitse Bocht • “Zeilen blijft” • Het Scheepvaartmuseum en PolyClassics • en meer...........
Inhoud IN DIT NUMMER Federatie PolyClassic Zeiljachten Ben Verhaaf praat bij
PolyClassic Cup 2013
PolyClassic Cup 2013
Happening in Middelharnis
Nabeschouwing van een Trintellazeiler
Help de KNRM verzuipt!
Rechtszaak tegen de hulpverlener
Albin Vega nostalgia Uit de beginperiode
Met de Vega langs de Opalen kust
Optima 830
Fred Avezaat en zijn “Sundance Kid”
De reis langs Franse havens
Optima 830
De “outlaw” verspeelt haar mast tijdens de Driehoek Noordzee
Victoire 25
Cor Vader en Art Deco
Victoire 22
“Zet er maar een kajuitje op”
Scheepvaartmuseum Amsterdam Ook PolyClassics!
Trintella 38
Onder handen genomen
Marieholm IF Tjip
De reis van een Antwerpenaar Foto HISWA
Art Deco aan boord
De voormalige Klassieke Boten Beurs Enkhuizen wordt per 2014 “HISWA Klassieke Schepen”, onderdeel van HISWA Amsterdam Boat Show.
Een bezoek is ook voor PolyClassic liefhebbers een “must”.
Oceaanclub Nederland
Bijeenkomst in Uitwellingerga
RUBRIEKEN
Blik uit het kraaiennest
Verdwijnt de zeekaart oude stijl?
Recht door Zee
Een PolyClassic kopen of verkopen?
Wat doen wij met oude noodsignalen?
Datema Amsterdam
Uw bedrijf adverteren? Vraag naar de uitzonderlijk lage tarieven bij
[email protected]
Nieuwe kaartenset Duitse Bocht Scheepsvaria
PolyClassics in Het Scheepvaartmuseum Amsterdam
Publiciteit verzorgen voor uw PolyClassic Zeiljacht “De Polyclassic Zeiler” verschijnt 6 keer per jaar en is een Nederlandstalig e-magazine voor liefhebbers van klassieke polyester zeiljachten, ontworpen vóór 1975. Het magazine beoogt lezers te interesseren voor polyclassic zeiljachten en hun belangenorganisaties. Ontwikkelingen op dit gebied worden gevolgd. Ook wordt aandacht gegeven aan algemene watersport onderwerpen, van belang voor Polyclassics. Nieuws van de Federatie Polyclassic Zeiljachten en de aangesloten organisaties vormt een integraal onderdeel van dit magazine.
Publiciteit verzorgen voor uw eigenaren vereniging Plaatsing van uw clubnieuws Betaalbare advertentie-ruimte
Artikelen zijn door de redactie geschreven, tenzij anders vermeld. Old Salt Watersport Publicaties Graaf Willem de Oudelaan 70; 1412AW Naarden Redacteur: Rob Kloosterman Tel: 035/6910562 ; 06/12454986 E-mail:
[email protected] www.oldsaltwatersport.nl Overname van artikelen alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden OldSalt Watersportpublicaties en de auteurs geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de gevolgen hiervan. Adverteren: E -mail:
[email protected] Tel: 035/6910562 ; 06/12454986 www.oldsaltwatersport.nl E -mail:
[email protected]
Stuur ons uw polyclassic verhalen Stuur ons uw interessante tips Adverteer in ons blad Promoot dit blad bij PolyClassic liefhebbers
Ben Verhaaf,
Federatie
PolyClassic Zeiljachten
Federatie voorzitter en Trintella schipper, praat bij.
“Er is al veel bereikt in betrekkelijk korte tijd. Dank daarvoor aan al diegenen die daar zoveel uren in hebben gestoken!” De Federatie Polyclassic Zeiljachten is medio 2012 opgericht met als doel samenwerkende belangenbehartiging van eigenarenorganisaties en hun polyclassic schepen. Onder Polyclassic zeiljachten wordt verstaan polyester kajuitzeiljachten ontworpen vóór 1975 of een latere doorontwikkeling van het ontwerp. De Federatie is al voor de officiële oprichting actief geweest op beurzen en heeft enige workshops op het gebied van elektra en polyesterreparatie voor aangesloten leden georganiseerd. Ook zijn in Stavoren in 2012 wedstrijden voor de eerste “PolyClassic Cup” gevaren. Aangesloten eigenarenorganisaties zijn: Contessaclub NL; Ecume de Merclub NL; NL Marieholm Vereniging; Oceaanclub NL; Pion Klasse-Organisatie; Trintella Vriendenkring; Kring van VEGA-Zeilers; Vindöclub NL. Dagelijks bestuur In het dagelijks bestuur hebben zitting genomen: Ben Verhaaf, voorzitter (Trintella Vriendenkring) Jeroen Groenendijk, secretaris (Contessa Club Nederland) Rien Mussert, penningmeester (Vindöclub Nederland) Voorts levert elke aangesloten organisatie een algemeen bestuurslid De adviesraad, gevormd door afgevaardigden van aangesloten organisaties, ondersteunt het bestuur. Contact: Secretariaat: Jeroen Groenendijk Tel: 070/3749464 E-mail:
[email protected]
Organisatie op orde!
De Stichting “Federatie Polyclassic Zeiljachten” heeft inmiddels haar organisatie op orde. Er is een bestuur, een dagelijks bestuur en een adviesraad. Jaarlijks voert het bestuur het goedgekeurde beleid en activiteitenprogramma uit volgens bijbehorende begroting. Nu is de weg vrij voor aansluiting door nieuwe clubs want er zijn nog veel polyclassics die nog niet bij de Federatie zijn aangesloten. Wij nodigen belangstellende clubs van harte uit met ons in contact te treden.
HISWA Klassiek, keurmerk en workshops
Het was een genoegen om aan de klassieke botenbeurs in Enkhuizen deel te nemen. Klassiek varend Nederland verdient een dergelijk platform. Wij zijn van mening dat de Hiswa als rechtsopvolger van de beurs er alles aan moet doen om het karakter van die beurs te handhaven. Financieel gezien dient daarbij niet vergeten te worden dat de clubs die de doelgroep vertegenwoordigen geen commerciële instellingen zijn. Helaas is het ons nog niet gelukt om onze visie m.b.t. de eventuele ontwikkeling van een keurmerk voor polyclassics te toetsen aan de visie van de marktpartijen in deze. Hier is naar onze mening een kernrol weggelegd voor een of meerdere verzekeraars en de clubs. Wij hopen binnen 6 maanden duidelijkheid over de haalbaarheid te hebben. Het aanbod aan workshops in de winter van ’12-’13 bleek te voorzien in een behoefte. De workshops waren een groot succes. Voor sommige workshops hadden we een wachtlijst, die zullen we daarom herhalen. Het is duidelijk dat een winterprogramma een goede aanvulling is op hetgeen de clubs zelf voor haar leden organiseren. Ons gezamenlijk grote volume maakt het makkelijker e.e.a. te organiseren, bedrijven vinden ons een interessante doelgroep. Voor ’13-’14 staan weer interessante programma’s op de rol. Te beginnen met een workshop over smeerolie, dieselolie en motoren op 14 december a.s.
Polyclassic Cup
We hebben nu tweemaal om de PolyClassicscup gevaren. De eerste op het IJsselmeer en afgelopen zomer op het Haringvliet. Polyclassics vaarders zijn geen wedstijdzeilers bij uitstek een kleine groep daargelaten. Toch is gebleken dat de deelnemers veel plezier beleven aan zo’n Regatta. Duidelijk is wel dat de keuze om deel te nemen vooral afhangt van de uitvoeringslocatie en de vraag of het past in de tijd. Dat valt ook op te maken uit het feit dat relatief veel deelnemers zich (te) laat aanmelden of zelfs onaangekondigd verschijnen. We waarderen hun aanwezigheid maar het is wel lastig voor de organisatie. In 2014 zullen we weer op het IJsselmeer zijn voor de derde PolyClassicscup.
PolyClassic Cup 2013
Ervaringen van een Trintella zeiler
Aangekomen in Middelharnis werden we uitgenodigd voor een eerste briefing over de Regatta, door de wedstrijdcommissaris van de WSV Middelharnis.
Op de website van de Federatie PolyClassic Zeiljachten staat een uitgebreide lijst met 19 tips hoe je hard kan zeilen. Deze lijst heb ik goed bestudeerd en waar mogelijk gehanteerd. Onder anderen is het belangrijk dat het onderwaterschip glad, en het roerblad zeer glad is. Daarnaast moet het roerblad goed aansluiten aan de scheg.
Onder genot van de nodige drankjes , blokjes kaas en worst werden de “tactics” voor de volgende dag besproken. Eenmaal aan boord nog wat flessen leeggemaakt omdat de volgende dag de boot zo licht mogelijk moest zijn. (Tip nummer 15 uit eerder genoemde lijst)
Aan dat laatste hadden Anne Wever en Ricus van de Stadt al gedacht dus daar kon ik niet zoveel meer aan veranderen. Het roerblad een extra polijstbeurtje geven vond ik wel wat. Na een paar onderwater manoeuvres heb ik het blad extra gepolijst met een slijpmiddel volgens een geheim recept.
Peter van der Waa
Op 20 Juli 2103 is op het Haringvliet ter hoogte van Middelharnis voor de tweede maal de Poly Classics Regatta gezeild. In totaal deden 20 polyester zeiljachten mee aan de wedstrijd, waarvan twee Trintella’s: de Scheldemeeuw, de 2a van Loet Geldhoff en de Tellina, de 1a van ondergetekende.
“ree” uitriepen. Ook hadden we tijd om de boot te poetsen, tuigage te controleren en de uitgebreide (?) trimmogelijkheden van de 1a uit te proberen.
Voor ons was dit weekend en deelname aan een heuse Regatta een afsluiting van een fantastische zeilvakantie in de Zeeuwse Delta. Hierdoor hebben we ons uitstekend kunnen voorbereiden op de overstag manoeuvre en zodanig vaak dat we regelmatig in onze slaap “klaar om te wenden, “
Het was in meerdere opzichten een bijzondere ervaring. Immers het was voor mijn vrouw en mij de eerste keer dat wij aan een dergelijk evenement meededen. En dus door alle stappen van het wedstrijdzeilen zijn heengegaan. De voorbereiding van de boot, de geestelijke voorbereiding van de bemanning , de aanbrengtocht, het strijken (met de bout) van de TVK vlag, het luisteren naar de weerberichten. En, het als laatste binnenkomen in de haven van Middelharnis op vrijdagavond, waardoor alle overige deelnemers ruimschoots onze prachtige gelakte Trintella’s konden bewonderen en we uiteindelijk helemaal vooraan lagen in de haven.
In de aanloop naar Middelharnis op de vrijdag middag hadden we afgesproken met Loet eerst nog een fotosessie te organiseren voor de Haringvlietbrug. Komend vanuit de Volkerak sluizen, zagen we al snel de Scheldemeeuw uit de thuishaven, Numansdorp komen. Eenmaal dichterbij gekomen werden al snel een paar specifieke kenmerken van deze Trintella 2a duidelijk. Een keerfok, wat erg handig is wanneer je solo zeilt, maar ook het Trintella zeilteken welke niet helemaal, laten we zeggen “comme il faut” was. Maar daar heeft waarschijnlijk alleen iemand oog voor die met een boek over de Trintella bezig is. Voor de rest was de TVK voorzittersboot in concours staat. Eenmaal dichterbij gekomen werden al snel een paar specifieke kenmerken van deze Trintella 2a duidelijk. Een keerfok, wat erg handig is wanneer je solo zeilt, maar ook het Trintella zeilteken welke niet helemaal, laten we zeggen “comme il faut” was. Maar daar heeft waarschijnlijk alleen iemand oog voor die met een boek over de Trintella bezig is. Voor de rest was de TVK voorzittersboot in concours staat. Enfin, de tocht zij aan zij met de Scheldemeeuw langs Tiengemeten naar Middelharnis was perfect bezeild en een prima gelegenheid wat fraaie foto’s te maken van een 2a met de TVK voorzitterswimpel in top.
Een koppositie die we de volgende dag in het wedstrijdveld helaas snel af moesten geven, maar daarover later meer.
Trintella 2a Scheldemeeuw
‘s Morgens op de grote dag was Loet al druk in de weer bovendeks zijn keerfok te wisselen voor een hele grote genua. Immers hij kreeg versterking van Ben Verhaaf (oud-voorzitter en inmiddels bekend Trintella wedstrijdzeiler) als fokkemaat. Hij had toch wat minder geslapen
in de wetenschap dat mijn 1a de dag ervoor met ruime wind (4Bft) ongeveer 2 knopen harder liep dan de Scheldemeeuw. Na het palaver om 09.30 uur, vertrok de vloot om ca. 11.00 richting startschip naast de haveningang van Middelharnis. Na de nodige kanonschoten en vlagwisselingen door de wedstrijdcommissaris aan boord van zijn “Marretje” vertrok de vloot met een 2 Bft uit het NW over de startlijn in noordelijke richting. Er was een interessante tocht uitgezet waarbij alle zeilstanden aan bod kwamen. Meest interessant was het ‘melkmeisje’, waarbij de voordekkers speciale taken kregen om de te korte pikhaak als fokkeboom toe te passen. Al snel werd duidelijk dat de Trintella’s nooit op snelheid bij weinig wind zijn ontworpen, maar op vele andere prachtige kwaliteiten.
In combinatie met enige onoplettendheid , of zo je wilt eigenwijsheid, pakte mijn tactiek helemaal verkeerd uit waardoor ik achteraan in het veld kwam. We hadden zodoende wel een prachtig overzicht op het wedstrijdveld en hoefden niet steeds achterom te kijken. Na een paar uur zeilen kwamen we in windstiltes terecht, waarna een lichtelijke wanhoop zich ons meester maakte. Na marifoon contact met de wedstrijdleiding werd duidelijk dat we in de bekende “dolldrums” op het
Haringvliet waren beland. We kregen permissie om met andere achterblijvers een verkorte baan naar de “Marretje” te varen om af te melden.
Tijdens de prijsuitreiking werd duidelijk dat ook nu weer de Marieholms de snelste ( op handicap) waren. Zo zie je maar waar rank, slank en licht toe kan leiden. Tijdens het diner hebben we nog uitgebreid met Loet en andere bemanningen na kunnen praten over onze
ervaringen van die dag, maar ook gelukkig nog over andere onderwerpen. Want dat is waar “sailor friends are for”. (met dank overgenomen uit het verenigingsblad van de Trintella Vriendenkring) Meer over de Trintella Vriendenkring op www.trintella.org
Zoekt U een PolyClassic? John Vigor, Amerikaan van Engelse geboorte, schreef dit boek al weer enige jaren geleden. In dit fascinerende werk behandelt Vigor 20 zeewaardige polyclassic zeiljachten van 6 tot 10 meter lengte. Wilde U altijd al een oceaan oversteken? Dan is dit een uitgave waar uit 20 klassieke polyester jachten kan worden gekozen. Uitgave: Paradise Cay Publications, Californië/ USA. ISBN 0939837-32-3 Paperback 130 blz.
Vaarwel papieren zeekaart oude stijl? Observaties vanuit het kraaiennest
O
nlangs besloot de Hydrografische Dienst in de Verenigde Staten (NOAA) per 2014 geen papieren zeekaarten meer uit te geven. Actuele kaartgegevens zullen ter beschikking worden gesteld aan z.g. “Printing on Demand” (POD) agenten die de papieren kaart “op aanvraag” aan het publiek zullen leveren. Daarnaast heeft de watersporter in de V.S. ook nog steeds de mogelijkheid digitale kaarten gratis te downloaden en wat nieuw is, ook in pdf formaat, ook gratis! Wat een luxe, vergeleken met de mogelijkheden in Nederland! Voor een vakantiereisje naar de Oostzee zijn wij al vlug zo’n duizend euro aan nieuwe papieren- en digitale kaarten kwijt! En dan heb je nog maar kaarten, slechts bijgewerk tot de datum van uitgifte en dus niet actueel. Laat staan de digitale kaarten, waarvan het al helemaal onduidelijk is hoe actueel zij zijn. Wij vroegen kaartenhandelaren Datema Amsterdam en L.J. Harri, ook uit de hoofdstad, om hun commentaar op deze ontwikkelingen in de V.S., met het oog op de toekomstige situatie in Nederland. Qua marktgrootte niet te vergelijken met de V.S., maar toch een groot watersportland, terwijl de Europese markt die van de USA wellicht zelfs evenaart. Bottom line zien beide kaartverkopers de voordelen voor de consument wanneer ook hier het “POD” systeem zou worden ingevoerd, zei het minstens onder condities zoals gesteld door de Amerikaanse overheid. Dit zijn condities zoals maximum prijzen, kwaliteitseisen en gegarandeerde actualisering. Ook op het gratis ter beschikking stellen van pdf’s en digitale kaarten wordt niet afwijzend gereageerd. Wel bestaan vraagtekens over de haalbaarheid in ons land qua investeringen voor potentiele POD agenten. “Onderlinge samenwerking zou hiervoor een oplossing kunnen zijn. Wie durft de eerste stap te zetten? Vooral in crisistijd”, zo vraagt Datema zich af. Wij vragen ons af wat het beleid van onze eigen Hydrografische Dienst is. Van voortvarendheid is deze zomer niet veel gebleken. Kijken wij alleen maar naar het mondjesmaat uitgeven van de toch zo populaire 1800 serie. En wat kunnen wij van grote clubs als ANWB, HISWA en KNWV verwachten? Portemonnaie en veiligheid van watersporters zijn elkaar versterkende en verzwakkende zaken, ook wanneer het gaat om de zo noodzakelijke papieren zeekaarten. Zoals zo vaak getuigen Amerikanen van een pragmatische aanpak. Vaak onterecht wordt gezegd dat hier alles 50 jaar later gebeurt dan in de V.S. Hopelijk geldt dit ook niet voor de papieren zeekaart nieuwe stijl!
Help! De KNRM verzuipt! Rechtszaak tegen de KNRM. Gekker moet het niet worden! De Terschellinger rederij Noordgat spant een rechtszaak aan tegen de vrijwilligers van de KNRM. Zij zouden aan hun broodwinning komen! Elke marifoonkanaal 16 uitluisterende watersporter kan er vaak van “meegenieten”. De discussies tussen de Kustwacht, KNRM, ongelukkige schippers en “beroepsredders” over “Wie gaat er redden?” De indruk bestaat dat de Kustwacht enigszins neutraal probeert te blijven, het erop lijkt dat beroepsredders op een prooi uit zijn en de KNRM vrijwilligers uit empathie handelen. Altruïstisch zeemansvolk zogezegd. En de ongelukkige jachtschipper? In de meeste gevallen is hij/zij aan de grond gelopen, heeft motorstoring of een ander technisch letsel. Soms slaat vervolgens Murphy toe en ontstaat hierdoor een ernstiger situatie. Paniek in de tent! De beroepsredders, zo noem ik die maar even, houden hun slachtoffer voor dat “de verzekering toch betaalt” en stuurt gepeperde nota’s. En de in nood verkerende watersporter denkt “in Gods’ naam dan maar”. Dat daardoor de verzekeringpremies skyhigh worden, daar heeft de reder geen boodschap aan. Slangenkuil DE KNRM zit midden in deze slangenkuil en probeert het beste van deze onmogelijke situatie te maken. Getuige het kennelijk onwerkbare convenant dat zij sloten met Noordgat. Onwerkbaar, omdat de noodsituaties zeer gevarieerd zijn.En het lijkt of er steeds meer “professionele” redders bij komen.
De rol van verzekeraars. De vraag rijst hoe verzekeraars tegen deze problematiek aankijken. Verhogen zij simpelweg te premies om het hoofd te bieden aan de hoge “bergingskosten” of limiteren zij de uitkeringen? Vooralsnog is er slecht zicht op hun “bergingsbeleid”. Bestaansrecht? Afgezien daarvan kunnen wij ons afvragen of onze KNRM in zijn huidige vorm nog lang bestaansrecht heeft . In de meeste gevallen vallen de incidenten onder “pech onder weg”. Nu is watersport qua omvang uiteraard niet te vergelijken met het wegverkeer, maar toch... De ANWB Wegenwacht vervult daar een cruciale rol. En onlangs is samenwerking ontstaan tussen de ANWB en de Botenwacht, een professionele water variant van de wegenwacht.
Samengaan?
Het laat zich dus aanzien dat een samengaan van KNRM, beroepsredders, ANWB en de Botenwacht zou moeten worden onderzocht. Het zou voor alle betrokken partijen economisch zeer efficient kunnen blijken. Tenslotte is de ANWB er ook allang niet meer alleen voor wielrijders.
Heeft U ook een fluitje aan uw zwemvest?
1972
Albin Vega Nostalgia
Volendam Albin Vega importeur Joosten was nog maar net in Weesp begonnen Albin Vega’s uit Zweden te importeren of de haven van Volendam lag in 1972 al vol met de gloednieuwe zeiljachten. De pas opgerichte Kring van VEGA-Zeilers hield daar haar eerste zomerevenement met een groot aantal Vega’s. Sindsdien is er wel wat veranderd in Volendam, zo te zien. Langs de kade is nu meer beroepsvaart te vinden, die op de foto kennelijk nog een plaats kreeg tegenover de palingrokerij, grenzend aan het IJsselmeer. Het Markermeer ontstond later in 1976, toen de Houtribdijk van Lelystad naar Enkhuizen het water in tweeen deelde.
Vega zeiler Roskam viste zomer 1974 de Duitse watersporter Seebold uit de Waddenzee, nabij Griend. Seebold had toen 5 uur lang in het water gelegen, nadat zijn jachtje was vastgelopen. Roskam’s aandacht werd getrokken doordat de Duitser hard op het aan zijn reddingvest bevestigde fluitje blies. Of hij 5 uur had liggen blazen is niet bekend.
Tom Rose, Vega schipper uit de USA, in Yahoo Vega group: “A good sailboat friend confided that he calls my Vega “Griffin” ... “the wasser panzer” ... well - they are built like a tank!”
Medemblik 1976 Vega’s maken een uitstapje van Enkhuizen naar Medemblik tijdens de internationalke bijeenkomst 1976. Op de achtergrond de “Vischafslag”, bekend van de 24 uurs finale.
De Vegakring (ca. 220 leden-eigenaren) is sindsdien nog vele malen voor hun evenementen teruggeweest in Volendam, de laatste jaren uiteraard in de nieuwe Marina Volendam, ten zuiden van de oude haven. Links: Gloednieuwe Vega’s verzameld in de haven van Volendam tijdens het 1e zomerevenement in 1972 Onder: Vega’s in de sluis van IJmuiden 1984. Gele zeilpakken waren ïn”. Productiehall Albin Vega in de jaren ‘70. Kristinehamn, Zweden. Er werden 3.450 Vega’s gebouwd, die wereldwijd hun weg vonden.
Dover
Met Albin Vega “Andromeda” langs de Opalen kust Gerrit Faber
Vega zeiler Gerrit Faber vaart graag over zee met zijn Vega Andromeda. De 63-jarige Amsterdamse onderwijs-directeur van de Universiteit Utrecht en kunstschilder begon zijn zeilloopbaan met een Friendship 23. In 2002 nam hij een Vega over van een Zweedse eigenaar uit Stockholm en nu, 10 jaar later, corresponderen die twee nog steeds met elkaar. De Vega verbindt! En nu eens niet genoemd naar Lyra, maar naar een ander sterrenbeeld, Andromeda, wel beiden in het Noorden aan te treffen. Of verwijst Andromeda hier naar een mythologische prinses, ooit gered door haar held uit de klauwen een zeemonster? Zo’n associatie zou deze Vegaschipper goed van pas komen op zee! Gerrit zeilt ook het liefst naar het Noorden, hoewel hij af en toe langs de Belgische- en Franse kust scharrelt.
Boulogne sur Mer
St. Valery sur Somme
Duinkerken
Pilots te somber voor dit gebied? Vervolgens ben je veroordeeld om in Boulogne sur Mer aan te leggen, want in de wijde omgeving is er geen andere haven. "Ook al lig je in een stampvolle haven waar het riool vlakbij uitkomt en zijn aroma verspreidt, ook al is het duur en vol, er is geen alternatief", lees ik bij Ben Hoekendijk. De schrijver van de Channel Guide geeft evenmin een aanlokkelijk beeld van deze haven. "Om de stank buiten te houden sloot ik alle luiken hermetisch af, en kookte voor mijn vrouw een curry windkracht 10. Zij klaagde de volgende morgen dat ze het gevoel had aan de rand van de snelweg te hebben geslapen door de vissersboten die met veel geronk en boeggolven de hele nacht heen en weer leken te varen." Dertig mijl verderop stroomt de Somme in zee, en heeft daar een brede baai gevormd. Er ligt daar een mooi plaatsje als je de gidsen mag geloven, St. Valéry sur Somme. Maar hier is weer een ander probleem, namelijk het navigeren door de verraderlijk geulen van de baai om in de veilige haven te komen. Op de zeekaarten staat een onduidelijk stippellijntje met alleen de vermelding dat er een beboeid geultje loopt. In de Channel Guide lees ik dat de geul door de baai voortdurend verandert. “Als je één boei mist loop je gegarandeerd vast. Je kunt de GPS net zo goed afzetten, je moet de boeien met eigen ogen zien. Kijk ook over je schouder, soms ligt de volgende boei onder een hoek van meer dan 90 graden. Als je weer weg wil zijn er twee hobbels in de eerste paar honderd meter vanaf de marina die tot een hartstilstand kunnen leiden als je een zwak gestel hebt.
De vloed is er zo sterk, dat je zijdelings wordt weggezet en op een vreselijke wijze vast komt te zitten. Dus wacht rustig je tijd af, en bestel een Ricard”. De Reeds waarschuwt vooral geen boeien over te slaan om een stukje af te snijden. Het gevolg is dat er per seizoen slechts dertig Nederlandse zeilers aanleggen. Ik kocht kaarten tot en met de Kanaaleilanden, om voorbereid te zijn op een vlucht naar het Zuiden. Met vier weken voor de boeg leek dat ook niet onmogelijk. Natuurlijk wist ik al vele jaren dat je langs de Franse kust kunt zeilen, en dat zeilers er ook met mooie verhalen van terugkomen. Al vroeg in het jaar had ik mijn ingeboren neiging altijd noordwaarts te gaan bedwongen. Een enthousiaste bemanning was ook geen probleem. Zoals vaker was de boot al vroeg in het seizoen goed op orde, maar kwam ik er pas in de laatste weken voor vertrek aan toe mij in de aan te lopen havens en routes te verdiepen. Naast de Reeds Almanac van 2013 beschikte ik over een al wat oudere gids van Ben Hoekendijk, en de meer recente (Britse) Channel Guide van Imray. De algemene indruk die ik hieruit kreeg was dat het pas in de Seine Baai echt mooi zou worden, met veel natuur, kleine dorpjes aan zee en mooie steden. Ook al tooien de kusten van Noord Frankrijk zich met tot de verbeelding sprekende namen, zoals de Opalen kust, je kunt er beter zo snel mogelijk langs varen leek het. de eerste Franse haven die je tegenkomt is Duinkerken, een grote industriehaven. Ben Hoekendijk: "Vanaf zee zie je de oranje rook uit de schoorstenen komen en wolken stoom uit de koeltorens". En de Channel Guide heeft het vooral over de heldendaden die in 1940 verricht zijn om de in het nauw gebrachte geallieerde troepen uit Duinkerken te evacueren. Overigens is de grote held van Duinkerken een kaper, Jean Bart, die veel schade heeft toegebracht aan de huiswaarts kerende Oost-Indië vaarders. De Slag bij Nieuwpoort (inderdaad, in 1600) mag dan in onze nationale herinnering een succes zijn geweest voor de Verenigde Zeven Provinciën, aan de plaag van de Duinkerker kapers veranderde er niets, want men deinsde ervoor terug om het kapersnest in te nemen.
Genoeg over de voorbereidingen, nu de harde werkelijkheid. Na een week hoppen langs de Nederlandse en Belgische kust varen we de Franse wateren binnen. Het is al dagen schitterend weer, en vandaag moet de motor erbij omdat de wind en het tij te weinig voortgang leveren om tijdig in Duinkerken aan te komen. Van ver zien we industriële complexen van Duinkerken met de aangekondigde vette rookwolken. Niet echt een vakantiebestemming. Maar wat blijkt: de haven van de stad wordt alleen nog maar gebruikt door jachten en visboten. De industrie heeft een paar mijl verder langs de kust een gigantische eigen haven waar jachten niets te zoeken hebben. Eenmaal in Duinkerken zie je niets meer van de industriële complexen. Van de jachthaven is het wel even lopen naar de stad.
We komen langs een lege havenkom waar historische schepen liggen afgemeerd, waaronder een schitterende vierkant getuigde driemaster, de Duchesse Anne. In de binnenstad is veel vernoemd naar Jean Bart: cafés, winkels, straten en pleinen. Maar dat negeren we gewoon. We gaan ook nog naar het strand. Een deel van de boulevard heet ‘Digue des Alliées’, daar zal zich de evacuatie hebben afgespeeld. Nu spelen er vooral kinderen in het zand en herinnert niets meer aan die historische gebeurtenis.
Twee dagen later zetten we onvermijdelijk koers naar Boulogne sur Mer, ons voorbereidend op stank en herrie. Ook hier vinden we een haven die ooit veel grote schepen ontving, maar waar zelfs de terminal van de veerdienst naar Engeland is veranderd in een meeuwenkolonie. De jachthaven blijkt gemoedelijk te zijn, en niet duurder dan elders. We krijgen een box toegewezen en liggen er prima.
Pas aan het begin van de avond wordt het drukker met grote jachten, die aan de buitenkant langszij moeten liggen. Aan de overkant van de rivier liggen inderdaad een groot aantal kleurige vissersscheepjes, waar je de vis direct van de vissers kunt kopen. De stad is levendig en druk. De middeleeuwse ommuurde stad is een oase van rust met trappen, poorten en bastions. Met de verse vis maken we een heerlijke maaltijd. En ’s nachts hoor ik inderdaad het geronk van vertrekkende vissers. Ik draai me om en denk met een glimlach aan de lekkere vis die ze gaan vangen. Oh ja, en het riool? Niets van geroken! De volgende dag vertrekken we om negen uur om tijdig 30 mijl verderop de aanloopton van de route naar St.Valéry sur Somme op te pikken. Daar moeten we 2 uur voor hoog water zijn, om met de laatste vloed mee via de kronkelende geul de jachthaven te bereiken. Vanaf de aanloopboei zien we twee mijl verderop het eerste boeienpoortje liggen. Een jacht dat al een stuk naar binnen was gezeild komt terug naar open zee, gaat achter ons overstag en vaart op volle snelheid weer de geul in, ons de weg wijzend. Handig, want soms ontbreekt een boei van een poortje.
Wij houden zelf ook zeer nauwkeurig de boeien in de gaten, want je weet maar nooit of de locals niet een stukje afsnijden. Het is mooi zeilen, want ondanks alle slingers van de geul is het helemaal bezeild. Na anderhalf uur hebben we de verraderlijke baai bedwongen. In de jachthaven spreken we onze ‘gidsen’, die ons een compliment geven dat we hele afstand door de baai gezeild hebben. St. Valery blijkt een charmante combinatie van historie, natuur en gezelligheid te zijn. Op een hoger gelegen deel ligt een oud ommuurd stadje met poorten, een middeleeuwse kerk en een schitterend uitzicht over de baai. In 1066 vertrok hier Willem de Veroveraar naar Engeland waarvan hij nog hetzelfde jaar koning werd. Beneden langs het water loopt een wandelpromenade met 19e-eeuwse villa’s waar het je niet zou verbazen als je er een groepje dames met lange jurken en grote hoeden zou zien flaneren. We maken een lange wandeling naar een vissersdorp aan de monding van de baai langs kwelders met veel vogels en velden lamsoor. Pas na 6 dagen maken we ons klaar voor de laatste uitdaging: via de geulen weer
Het advies om eerst een hartversterker te nemen slaan we in de wind en een uur voor hoog water verlaten we de marina. Er staat voldoende water, maar de d maar de dwarsstroom direct na het verlaten van de jachthaven is enorm. We kruipen langs het stadje en genieten voor de laatste maal van de promenade. Als we weer op open zee zitten en een noordelijke koers gaan voorliggen richting Nederland, maak ik de balans op. Aan de Opalen kust hebben we mooie en interessant plaatsen bezocht en fantastisch gezeild. Van de voorspelde herrie, stank en drukte hebben we niets gemerkt. En de lastige navigatie door de Somme-baai was juist een mooie uitdaging!
OPTIMA 830
Paspoort Optima 830 L.o.a. 8.30m Breedte 2.48m Diepgang 1.30m Waterverpl. 2.000k Ballast 800k Materiaal polyester Ontwerp E.G. van de Stadt Eerste gebouwd 1968 Aantal gebouwd ca. 400 Werf Dehler
Sundance Kid op het IJmeer, NO 6
W
illy Dehler vond het midden jaren zestig tijd om na zijn succesvolle Varianta een zeegaand jacht te bouwen. Uiteraard moest E.G. van de Stadt het schip weer tekenen. Evenals de Varianta trailerbaar maar nu met een binnenboordmotor. Ook moest een nieuwe naam worden gevonden. Na het uitschrijven van een prijsvraag werd uit de duizenden inzendingen de naam Optima gekozen en ziehier de geboorte van een zeer succesvolle nieuwe lijn schepen.
Vergroot vaargebied
De afmetingen van de boot zijn geheel afgestemd op de toen geldende eisen voor transport op een trailer. Daarom werd ook de mast zelfstrijkbaar gemaakt en de kiel demontabel. Er werd een systeem van “leenkielen” opgezet. De bedoeling was dat de eigenaar op de plaats van bestemming een kiel kon “huren” en weer inleveren. Heel knap bedacht door Dehler, maar het heeft nooit naar behoren gewerkt.
Extra stuurstand
In de kajuit werd een extra stuurstand ingebouwd, compleet met houten stuurwiel. Curieus is dat die stand zich aan stuurboordzijde bevindt en niet, zoals bij de meeste motorjachten toentertijd, aan bakboordzijde. Ook weer inventief van Willy, want op deze manier is het eenvoudiger stuurboordswal te houden. Het “binnenroertje” is geen succes. Er is niet mee te zeilen en op de motor is het ook al niet eenvoudig varen. Maar ja, nooit geschoten is altijd mis!
Veel “caravan” in het ontwerp
De trailerbaarheid, het stuurboord stuurwiel, de demontabele kiel en het interieur lijken geinspireerd door het caravan concept. Zeer praktisch maar niet altijd geschikt voor een zeiljacht, zoals wij al zagen. Het geheel doet echter geen afbreuk aan een degelijk zeegaand zeiljacht. In tegendeel, volgens eigenaren en andere experts heeft het schip zeer goede zeil- en zee eigenschappen en het feit dat er na 45 jaar nog steeds lange zeereizen mee worden gemaakt spreekt boekdelen.
Sundance Kid
Fred Avezaat, voorheen schipper van een Wibo, schafte medio 2004 een Optima 830 aan. Sindsdien heeft de 61 jarige sportinstructeur met zijn “Sundance Kid” zeereizen gemaakt naar Groot-Brittannië, België en Frankrijk en in 2007 de befaamde “Driehoek Noordzee” gevaren.
Ricus van de Stadt in een interview: “De overgang van hout naar polyester was de leukste tijd”.
Sundance Kid, de nu 43 jarige
Optima 830 liep medio 1970 in Duitsland bij Dehler van stapel. Sinds die tijd heeft het jacht heel wat meegemaakt en aanpassingen ondergaan. Het maakte zeereizen van de Scillies tot Zuid Noorwegen, verspeelde haar mast bij windkracht 7 onder Noorwegen en vaarde vele succesvolle bij wedstrijden. Het z.g. “binnenstuurwieltje” werd als overbodig verwijderd, de Faryman moest plaats maken voor een nieuwe Vetus diesel en state of the art navigatie-, stuur en veiligheidsapparatuur werd aangebracht. Fred spaarde kosten nog moeite en werkte meestal zelf aan zijn boot. Op de volgende pagina’s zijn spannende verslag van de “Driehoek Noordzee”, volgens Fred een geweldige ervaring met zijn schip waarbij ook veel werd afgeleden. Lees maar!
Kirkwall
Farsund
Fred Avezaat kocht “Sundance Kid” als derde eigenaar, nadat het jacht 7 jaar opgelegd was geweest door ziekte van de vorige schipper. Waarom deze voor het jacht de naam van een outlaw koos is onbekend. Fred, begonnen met zeilen in 1997, is met Sundance Kid een zeer succesvolle wedstrijdzeiler. Ook vaart hij veel jachten overzee voor derden.
Den Helder
Hij pleegt zelf veel onderhoud aan het schip. Zo heeft is eigenhandig de oude Faryman vervangen door een gloednieuwe Vetus diesel.
Woensdag 13 juni 2007 vertrokken wij uit onze thuishaven Strand-Horst met een z.zo wind na een lange voorbereiding naar Den Helder om mee te doen aan de Drie Hoek Noordzee. Al met de inschrijving bleek dat ons scheepje de benjamin van de vloot was. Om 9.30 uur werd het zeil gehesen en met een heerlijk zonnetje gingen wij naar de brug van Elburg . Vanaf de haven stond de spinaker op en wij zeiden tegen elkaar dat het een prachtige start was en met zo’n start kon er toch niets mis gaan! Wel dat hebben wij geweten! Bij de brug de zeilen eraf en de brommer aan, de brug was nog niet open dus een klapje in zijn achteruit, dit gaf een knal en een hoop lawaai vanuit de boot.Schrikken! wat is dit, langzaam door
Driehoek Noordzee Challenge de geopende brug en gelijk stuurboord uit naar Elburg en het luik los gehaald. Wat bleek !de schroefasrubberkoppeling bleek nog maar met één bout zonder moer vast te zitten aan de keerkoppeling. Hoe is het mogelijk? Hij hoort vast te zitten met vier bouten. Ik had de boot toch echt op zijn kop gezet. Er kwam wat water in de bilge onder de brommer wat ik maar niet kon vinden en nu vond ik dat opeens, het bleek een scheurtje te zijn in een rubber stuk uitlaatslang. Wij hebben dat ook gelijk gerepareerd en na 2 uurtjes oponthoud konden wij weer verder. Op, richting Roggebotsluis. Bij de sluis aan gekomen een klapje in zijn achteruit om bij de steiger aan te leggen, klapje in zijn vooruit maar er was geen beweging in zijn vooruit : wat nu weer? De sluismeester even gemeld dat wij voorstuwingsproblemen hadden en of we aan de steiger konden blijven liggen om kijken wat er aan de hand was. Bleek de bout van 6 mm die door de hendel en de as loopt van de keerkoppeling finaal te zijn afgebroken. Hup nieuwe bout er in en varen maar weer. Wij wilden in Medemblik overnachten maar dit werd bij gesteld tot Enkhuyzen. De wind was gedraaid naar z.w. en wij hadden de brommer op het Ketelmeer bijstaan zodat wij wat scherper aan de wind wat tijd konden inhalen. Echter toen Jacques na .15 min nadat wij onder de Ketelbrug door waren in de boot keek, bleek het water boven de luiken uit te komen! Wij gaan naar Urk riep ik en begon op dat moment de Drie hoek Noordzee uit mijn hoofd te zetten. In Urk de luiken weer open om te kijken waar dat water vandaan kwam. Het bleek de watergesmeerde schroefaskeeringslang te zijn die door al dat gesleutel los was geraakt en onder de waterlijn aan het hevelen was. Ook weer gemaakt en met de moed in de schoenen naar bed om de stress die bij mij aanwezig was weg te slapen. Zou het wat te maken hebben met de dertiende?
Donderdag richting Denhelder en na een heerlijke dag zeilen kwamen wij in Den Helder aan. Onderweg bleek er iets niet te kloppen met de stroomvoorziening en besloot ik de hoofdaccu in Den Helder te vervangen en dat was maar goed ook want de accu liep zonder afname van 12.65 volt terug naar 9 volt in 5 uurtjes tijd. Verder waren er geen problemen meer en haalde ik opgelucht weer adem. Vrijdag alles nog eens extra nagelopen en had weer een goed gevoel over de boot. Zaterdag 16 juni de start, Om 11.05 uur waren wij als tweede boot de haven uit richting het Molengat en Kirkwall. Wij gingen als de brandweer en op zondag 17 juni klokte wij na 24 uur zeilen 131 mijl op het log! Daarna kakte de wind in en moest de brommer bijgezet worden. De andere dagen waren van halfwinder erop en eraf, brommer bij, brommer uit, en dat ging tot dinsdagmiddag door. Op de muziek van Santana kregen wij bezoek van 10 witsnuit dolfijnen en dat was een heerlijke onderbreking. Nog even een bypas aangelegd om de plunjerpomp van de diesel weer opgang te brengen, op dinsdagmorgen het weerbericht van Aberdeen gehoord en die gaf noord tot noordwest 5/6 bft. op. Eindelijk gingen wij met een goede vaart richting de haven en hebben de laatste 40 mijl schat ik opgevaren met de Stella, een Sadler 32.
Woensdagmorgen vroeg om 01.15 uur in de haven van Kirkwall op de Orkneys afgemeerd, een flinke borrel en nog eventjes rond gelopen om de zwaaibenen te laten wennen aan de vaste grond. 465 mijl op het log en 30 brommer uren waardoor er 24 ltr. diesel getankt moest worden. Woensdag hebben wij gebruikt om de boot weer in goede conditie te krijgen en in de stad rond te kijken. Donderdag met de bus over het eiland getoerd en na het feest dat in de plaatselijke zeilclub werd gehouden vroeg het mandje in om vrijdag richting Noorwegen te zeilen. Vrijdag 22 juni om 11.45 Nederlandse tijd waren wij weer als een van de eersten weg. De voorspellingen waren gunstig n.n.o. 3 tot 4 bft. en wij gingen net als de eerste etappe in het begin hard richting Farsund. In de avond konden wij lange tijd het gevecht volgen van de Watermaat een Dehler 43 en de Bluenose een Elan 40. De Watermaat zou uiteindelijk het gevecht winnen. Helaas ging de ventilator weer uit en moest de brommer weer bij. Zaterdag, bijna geen wind, muziek aan en daar waren de dolfijnen weer. Ik heb mijn visplankje overboord gekieperd en na een klein uurtje konden wij genieten van een paar heerlijke makrelen. Zondag 25 juni in de namiddag kwam er land in zicht en onder spinaker voeren wij rap op de haven aan. De aanloop naar Farsund is oppassen maar was goed te doen, zeker omdat wij met daglicht aankwamen. Om 20.00 uur lagen wij afgemeerd in de haven van Farsund. 331 mijl op de klok en veel brommeruren. Maandag de boot weer op orde gemaakt, inkopen gedaan en dinsdag een flinke wandeling gemaakt langs de fjorden . Voor de avond was er in het stadhuis een diner voor ons allen.
De drank kon je zelf meenemen en dat betekende dat ik wat rossig mijn mandje instapte. Woensdag 27 juni vertrek naar Den Helder. De windvoorspellingen waren niet zo best. De wind kwam uit het noordwesten 7 / 8 bft. In de haven ging het er kalmpjes aan toe maar buiten ging het er behoorlijk ruig aan toe. Ik besloot te wachten tot de avond want de voorspellingen waren dat de wind zou afnemen. Om 17.35 gingen de trossen los en om 20.15 uur gingen de trossen weer vast. Waarom? Toen wij buiten kwamen zaten er al gauw 2 riffen in en de reefbare rolgenua tot een zakdoekje opgerold. Wij kleunde van de ene golf in de ander en gingen 8 knopen over de grond. Na een kwartier dit aan de helmstok te hebben volgehouden en aangekeken besloot ik terug te gaan. Ik had geen zin om dit samen met Jacques de hele nacht vol te houden. 30 en soms 35 knopen wind boven in de mast maakte dat wij een speelbal waren van de golven die richting 3 meter gingen en dat aan de hoge kant.
Ik heb toen besloten om de boot 10 augustus naar huis terug te varen met dat eerste stuk mast er weer op. Voor de verzekering scheelt het aanzienlijk als ik de boot met de brommer terug zou varen en heb dat dan ook gedaan. Op 11augustus met een ander zeilmaatje, Willem Hannen, vertokken richting Skagen in Denemarken. De wind was gunstig en om 14.30 uur gingen de trossen los. Helaas was ik mijn furlex rolreefsysteem kwijt, die was in de haven gejat. De expert had alles van boord gehaald en aan elkaar gelegd om foto’s te maken maar heeft niks meer teruggelegd aan boord maar in een hoekje gedumpt. De wind klopte van geen kant, de richting was goed maar het aantal knopen was aanzienlijk meer dan dat er was opgegeven. Wij ging met 5 en af en toe 6 bft met de wind in de rug op Skagen af. En zondag middag om 17.00 uur kwamen wij daar veilig aan.
Op de terugweg naar de haven hoorden wij op de marifoon dat Simon den Danser, een Defender 32 die vroeg in de middag was vertrokken, zijn roer was kwijtgeraakt en assistentie vroeg aan de Noorse reddingdienst. Gelukkig zijn zij donderdagmorgen vroeg aangekomen in Farsund. Zij hadden veel sleepschade opgelopen, de bolders waren uit het dek getrokken. Ook voor donderdag was het weer voor ons niet goed om uit te varen. Heeeeel veeel wind terwijl de voorspellingen een 5 bft gaven! Vrijdag 29 juni om 11.00 uur gingen de trossen weer los en voeren wij met een zuidoosten wind het Skaggerak op richting Den Helder. Door de zuidoosten wind (voorspellingen waren 4 /5 bft) wilden wij eerst een koers varen van 210 graden en wij liepen met een rif in het grootzeil over de grond 5.5 tot zes knopen. Na ongeveer 28 mijl uit de kust en een toenemende wind richting 22 knopen ben ik mijn mandje ingegaan. De golven hadden besloten om het ons behoorlijk lastig te maken, zij kwamen van alle kanten op ons af. Na een kwartiertje hoorde ik een klap en dacht, wat een kreng van een golf maar gelijk daarop een nog hardere knal waarbij ik dacht, nou dat is snel op elkaar. Helaas bleek het de mast te zijn die finaal bij de zaling was afgebroken, dit gebeurde in een bui waarbij de wind toe nam tot 29 knopen. Ik ben in mijn overlevingspak gesprongen en wij hebben rustig allesweer aan boord gebracht. Ik liep al tezwaaien met mijn draadtang maar gelukkig heb ik alleen wat vallen doormoeten snijden en hebben wij alles geborgen. Na een uurtje konden wij de brommer starten na eerst goed gekeken te hebben of er geen lijnen meeroverboord dreven. Om 22.15 uur toen ik samen met Jacques de boot weer inFarsund had vast gemaakt was ik ineens totaal op en was er kapot van. Zaterdag 30 juni is Jacques met de StandfastII meegegaan richting Den Helder, die had de vorige dag ook problemen en is toen ook teruggegaan. Ik ben daar gebleven om de verzekering en andere dingen te regelen. En op dinsdag 3 juli vroeg ben ik naar huis terug gevlogen met de hoop om de boot met een nieuwe mast op 10 augustus op te kunnen halen. Helaas hebben de Noren ook vakantie en vlot liep het allemaal niet. De expert is op dinsdag 3 juli bij de boot geweest en heeft de schade opgenomen. De plaatselijke zeilmaker was voor mij druk in de weer geweest evenals Arno Spierings die als gastheer van Farsund de deelnemers van de Drie hoek Noordzee begeleidde. De prijs van een mast was daar toren hoog en ik hoorde niets van de verzekering.
De reis naar huis was zwaar. Twee dagen verwaaid gelegen en ieder keer kwam de wind uit de verkeerde hoek vanaf Skagen. Via het Kielerkanaal , Ottendorfkanaal zo noem ik het maar, richting Bremerhaven en het Eemsjade kanaal zijn wij na 12 dagen Delfzijl binnen gevaren en waren vrijdag 24 juni weer thuis. Terugvaart in 14 dagen niet slecht dacht ik zo!! De trip van Farsund via de oostkust van Denemarken was 664 mijl de totale afstand van de trip Driehoek Noordzee tot thuishaven 1601 mijl daar zitten ook de mijlen van het heen en weer varen naar Farsund bij. Het onderste deel van de mast had ik weer op de boot gezet en met een grootzeil tot de mast had ik 4 m2 zeil en een stormfok van 6 m2 vliegend gehesen. Zo hadden wij tot aan de Elbe 10 m2 zeil bij staan en dat ging best. Het was een zeer leerzame tocht!
De Driehoek Noordzee wordt georganiseerd door de Nederlandsche Vereeniging van Kustzeilers. De volgende Driehoek wordt in juni 2015 gevaren.
!
(PZ Redactie)
Volgend jaar naar Duitse Bocht en Oostzee? Opgelet!! In plaats van de gebruikelijke twee sets BSH 3014/3015 (Bundesamt für Seeschiffahrt und Hydrografie) komt de Duitse NV. Verlag met een gecombineerde set van Borkum tot Brunsbüttel. Deze set, NV Serie 15, houdt in: Papieren kaarten, een CD voor laptop navigatie en een navigatie app voor smartfone en tablet. En de Duitse “gründlichkeit” gaat verder met een maandelijkse correctie e-mail service. Wat willen wij nog meer?
Stilte na de storm!
Veranderingen BTW Verklaring Geen BTW verklaring meer nodig voor jachten, gebouwd voor 1985? Volgens een schrijven van het Douane Landelijk Team Jachten achten zij dat ten aanzien van pleziervaartuigen, gebouwd vóór 1985, de BTW binnen de Europese Gemeenschap is voldaan. Derhalve wordt dan ook geen BTW Verklaring voor dergelijke pleziervaartuigen meer afgegeven zo schrijven zij. Toch is er verwarring en schijnt het dat deze verklaringen nog wel worden afgegeven. Lijkt ons toch nodig, vooral voor niet E.G. landen. Zeker weten? Bel even met 0118-484624, of e-mail: douane.landelijk.team.jachten@
Workshop
Daags nadat op 28 oktober j.l. een storm met windkracht 10 door jachthaven Naarden trok, ziet het er weer rustig uit. Een massa water was vanuit de jachthaven het Gooimeer op geblazen, zodat sommige jachten letterlijk in de touwen kwamen te hangen. Gevolg: Landvasten schavielden door en deze afgebroken meerpaal is stille getuige van wat er daarna gebeurde. Hij zag er ook wel erg verrot uit. Zelfs deze betrekkelijk lichte jachten kon hij niet meer aan!
Waterkampioen een eigen TV net? Nee, ze doen zeker veel daar op het gebied van promotie, maar die aspiraties hebben wij nog niet kunnen bespeuren. Wél staan op waterkampioen.tv tientallen instructiefilmpjes accu onderhoud tot bijliggen. Of wordt het eigenlijk toch een TV Net? Wie zal het zeggen!
“gebruik van brandstoffen en smeermiddelen in zeiljachtmotoren” De Federatie PolyClassic Zeiljachten biedt leden van aangesloten organisaties deze workshop aan op 14 december a.s. Locatie: Jachthaven Noordschans. Inlichtingen en kosten: www.polyclassics.nl/pages/nieuws.php
“We vertrekken met stroom mee, werd er gezegd!”
Kelt Club Nederland opgeheven! Onlangs is besloten de Kelt Club Nederland na 35 jaar op te heffen. Van 1975 tot 1985 bouwden de Franse Keltfabrieken dit door Gilles LeBaud ontworpen populaire schip. Rob Krijgsman in Drimmelen verkocht er honderden van, die vaak ook in Drimmelen een ligplaats vonden. Vandaag is de club meer verspreid en vonden de schippers van deze polyclassic elkaar niet meer in voldoende mate. Kan een gesprek met de Federatie Polyclassic Zeiljachten aanleiding zijn voor een “renaissance”?
“Zeilen” blijft, aldus hoofdredacteur Cees van Dijk en zijn team. Duimen omhoog!
Naar aanleiding van recente reorganisatieberichten van uitgever Sanaoma, vertelt Cees ons op website www.zeilen.nl dat zij gewoon doorgaan met Zeilen. “Ons prachtige blad blijft dus bestaan en daar zijn we uiteraard zeer verheugd over. Wel is de verwachting dat we in de loop van 2014 ondergebracht worden bij een andere partij”, aldus van Dijk. foto: Zeilen/fotobank NH
Navigatie update 2013/2014
Het Nederlands Instituut voor Navigatie organiseert 29 november a.s. in samenwerking met het Watersportverbond en Correct Marine voor de elfde achtereenvolgende keer dit tweejaarlijkse Watersport Seminar Navigatie Update. Programma, kosten en inschrijving: http://www.navnin.nl/NIN/Downloads/NAVREC%202013.pdf
Art-deco Ruud Geritz, schipper van deze prachtige Victoire 25 is Art-deco liefhebber en zocht daar een zeiljacht bij. Hij vond in 2004 deze Victoire uit 1969 en mag zich de derde eigenaar noemen van de “Nimo”.
Om alles nog even compleet te maken heeft Geritz de zeerailing met zwart plastic draad bespannen. Kom daar maar eens op. En aan!
Gelukkig hadden de vorige eigenaren alle art-decoraties in ere gehouden, zodat Ruud het schip verder kon perfectioneren. Toen ik het onlangs zag staan in de overdekte winterstalling vielen al direct de originele navigatielicht ornamenten op en ook de kajuitingang is op zich een plaatje. De gecombineerde handgreep/sluiting op de deurtjes, de lieren en de naam en merkplaatjes van C.N.P. Vader, alles wijst op de zorg die de Alkmaarse jachtbouwer ook toentertijd aan zijn jachten besteedde.
Onlangs heeft overigens een Victoire 25 in het Duitse Maasholm de “Sneeuwwitje” prijs gewonnen in een soort “Concours d’Elegance” van Duitse Polyclassics. (Polyclassic Zeiler van september j.l.) Nota bene aan de schipper overhandigd door Willy Dehler himself, die het gebeuren sponsorde. Jammer voor Willy, geen “van de Stadt” ditmaal.
Paspoort Victoire 25 L.o.a.
7.66 m
Breedte 2.50 m Diepgang 1.15 m Waterverplaatsing
1.900 kg
Ballast
800 kg
Romptype Rondspant Ontwerp
D. Koopmans sr.
Gebouwd 1968-1973 Werf
Jachtwerf Victoria Alkmaar
Helemaal wég is Marcel Brandenburg van zijn Victoire 22 “Aloha”. 4 jaar geleden kocht Brandenburg het schip als 3e eigenaar. En de 35 jarige werkvoorbereider bij een bouwbedrijf had het niet van een vreemde! Zijn ouders varen in een Victoire 933. Wat wil je anders als je in Alkmaar woont! Samen varen zij dan jaarlijks het door de Victoireclub georganiseerde “Rondje Noord-Holland”. In IJmuiden “eruit” en bij Den Helder weer “naar binnen”. “Ook met veel wind voel je je veilig op deze boot”, aldus Marcel. Dat moet wel, want behalve zijn partner vaart ook regelmatig hun nog niet zo lang geleden geboren dochtertje mee. Alvorens Marcel zijn “V22” aanschafte had het jacht 3 jaar verwaarloosd op een parkeerterrein gestaan. Hij “haalde het helemaal kaal”. Nieuw kookstelletje gemonteerd, hier en daar het electrische systeem wat gemoderniseerd en verder achterstallig onderhoud gepleegd. En nu mag bouwnummer 988 weer gezien worden. Een plaatje met zijn marineblauwe romp en wit dek. Men staat versteld hoe met relatief weinig kosten een legendarisch jacht, een “Koopmans” nota bene, is aan te schaffen waarmee zowel op de ondiepe binnenwateren als op zee met vier man veel plezier is te hebben. Er zijn er toentertijd dan ook 1.500 van gebouwd!
Kaskraker
In 1961 werd de V22 als dagzeiler ontworpen voor een Watersportverbondsprijsvraag, maar winaar werd van der Stadt’s Randmeer. Jachtbouwer Cor Vader zag er toch wel wat in als er een kajuit en vaste kiel op kwamen. Duizend gulden voor Koopmans en het jacht werd een kaskraker! Voilá la Victoire 22!
Rondje Noord Holland
Paspoort Victoire 22 L.o.a. 6.60 cm Breedte 2.20 cm Diepgang 0.95 cm Waterverplaatsing 1.150 kg Ballast 450 kg Motor BB in bun Ontwerp 1961 Dick Koopmans sr. Jachtbouw C.N.R. Vader Alkmaar Aantal gebouwd ca. 1.500 stuks
Recht
door zee
Wat doen wij met onze oude noodsignalen? Vraag het de watersportzaken en vrijwel allen zullen zeggen er niets meer mee te maken willen hebben! Verkopen? Ja graag, maar dit soort aftersales? Nooit van gehoord. En de politie schijnt er ook niet happig op te zijn. Sommige schippers denken de oplossing te weten en steken de signalen af met oud en nieuw. Lijkt ons gevaarlijk en verboden. Temeer omdat het hier gaat om gedateerd spul, terwijl die signalen eerder te kenmerken zijn als munitie dan vuurwerk. In vroeger jaren is hierdoor al eens een jachtenstalling in Medemblik in vuur en vlam geschoten. Maar wat dan? Elke drie jaar schaft de grootwater jachtschipper weer een nieuw voorraadje aan. Jachthavens met het internationale milieukeurmerk “de Blauwe Vlag” moeten o.a. voldoen aan de eis opslagmogelijkheden te hebben voor “vuurpijlen”. Nemen wij aan dat hiermee noodsignalen bedoeld worden, dan zijn wij er uit. En inderdaad, wij vonden onze jachthaven bereid de gedateerde spullen in te nemen. De zaak blijft ons toch bevreemden. Waarom niet, zoals bij zoveel milieubelastende producten, een verwijderingsbijdrage-regeling getroffen voor noodsignalen en deze innemen van de gewaardeerde klanten? Fabrikant en detailhandel zouden hier hun verantwoordelijkheid moeten nemen!
Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam en PolyClassics
H
et is niet altijd overal bekend, maar in Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam is een schat aan informatie te vinden over polyclassic zeiljachten, zowel op nationaal- als internationaal gebied. Naast de expositie De Jachtmodellen, met 81 modellen van zeil- en motorjachten, is in de bibliotheek ongekend veel informatie te vinden over de jachten, ontwerpers, bouwers en tal van overige relevante aspecten. En zoekt U bijvoorbeeld een Waterkampioen uit de jaren ‘60? Het is er allemaal te vinden! De bibliotheek herbergt een van de belangrijkste maritiem-historische collecties ter wereld, in te zien in de leeszaal en studiezaal.
Polyclassic schippers op hun wenken bediend!
Op internet zijn op “Maritiem-Digitaal” alle boeken uit de bibliotheek terug te vinden. Het trefwoord “polyester”levert meer dan 100 hits op! Erg handig is ook de bibliotheek pagina van de website. Zo zijn daar handleidingen te vinden hoe te zoeken naar een bepaald type schip of een bepaalde persoon. Is er dan nog niet uit te komen, dan kan een mailtje gestuurd worden naar een medewerker van het kennisentrum. (
[email protected]) Onlangs bezochten wij het museum, gehuisvest in een voormalig zeemagazijn van de Koninklijke Marine. Op het eiland Kattenburg staat het, midden in het oude hart van de voormalige V.O.C. werven.
Conservator schepen en techniek
Wij spraken daar met conservator schepen en techniek Elisabeth Spits, gespecialiseerd in de geschiedenis van pleziervaart en watersport. Zij heeft verscheidene geronommeerde watersportwerken op haar naam staan. Zo verscheen in 2007 van haar hand de titel “Nederlandse jachten 1875 - 1975, ontwerp en bouw van zeil- en motorjachten”.
Geen tentoonstelling Nederlandse seriebouw.
Spits vertelde dat wegens het gespecialiseerde karakter, in de nabije toekomst geen aparte tentoonstelling “Nederlandse polyester seriebouw” is te verwachten. Wel is “waterrecreatie” één de vier onderzoeksonderwerpen van Het Scheepvaartmuseum. Popularisering van de watersport in de twintigste eeuw, met nadruk op de watersportcultuur is daarbij een van de belangrijkste onderzoeksvragen.
Adres: Kattenburgerplein 1, 1018KK Amsterdam Tel: 020-5232222 Website: www.hetscheepvaartmuseum.nl foto links: bibliotheek. foto Het Scheepvaartmuseum foto rechts: E. Spits in de houten Scyth “Zoutrif”. foto Theo Kampa
Refit Trintella 38 “Ami” door Ben Verhaaf Paspoort Trintella 38 L.o.a. 11.50m Waterlijn 9.00m Breedte 3.70m Diepgang 1.90m Ontwerp E.G. v.d. Stadt Jaar ontwerp 1975 Bouw Anne Wever Het ontwerp is ontleend aan v.d. Stadt’s eerdere ontwerp “Zeehond”
S
inds enige tijd mag ik mij schipper van de “Ami” noemen. Voor aanschaf heb ik een uitgebreide aankoopkeuring laten uitvoeren. Hierover was ik heel tevreden, het opgeleverde keuringsrapport was een prima leidraad om een refit te realiseren. Behalve zaken die volgens het rapport aandacht en/ of om vervanging vroegen hadden we zelf ook enkele wensen. Wij wilden in de achterhut graag een centraal geplaatst dubbel bed in plaats van de gescheiden kooien aan SB en BB. Verder wilde ik de hydraulische stuurinrichting wat directer maken. Er waren nu wel erg veel slagen nodig om van SB naar BB te draaien. In de afgelopen winter hebben we de eerste stappen gezet. Hieronder volgt een beknopt overzicht van de werkzaamheden met enkele bijzonderheden.
Verbouwing achterhut. Ben Verhaaf, de huidige schipper van de “Ami”, kocht het jacht in 2012. Het liep van stapel in 1977 als 7e Trintella 38.
Op hangkastjes na alle binnenbetimmering weggenomen.
Voorheen was Ben eigenaar van een Trintella II. De 67 jarige directeur in ruste voortgezet onderwijs vaart met zijn echtgenote in Zeeland en langs de Hollandse Noordzeekust.
de zijwanden een kuipstoeltje ingetimmerd.
Verwarming en warmwater voorziening
Geiser en defecte gasverwarming verwijdert. Diesel verwarming/warmwater voorziening ingebouwd. De kachel levert warm water aan de boiler en aan een drietal apart te schakelen warmtewisselaars (warm water>warme lucht). Hierdoor hoefden er geen convectoren geplaatst te worden. De boiler is ook apart te schakelen en kan ook op 220V. Alle slangen zijn vervangen.
Het roer
Op de plaats waar het roer door de huid naar buiten gaat was er sprake van kleine lekkage. Leek een kwestie van de flens aandraaien maar nadere inspectie leerde dat er sprake was van een structureel probleem. De bus waar de stopbuspakking in zit bleek een asymmetrische boring te hebben waardoor er aan 1 kant slechts 2,5 mm materiaal zat. We hebben besloten een steviger bus te plaatsen. Daarvoor moest wel het roer zakken. We moesten toen constateren dat het roer aan de bovenzijde gescheurd was en er dus ook water (weinig) in het roer zat. Dit was bij de inspectie niet gezien maar is nu op een stevige manier verholpen.
De motor
Om het bed voldoende groot en laag genoeg in te timmeren hebben we de afsteuning van de roeras ingekort en extra stevig in dwars en langsrichting opnieuw afgesteund. Scheepsvlak geschilderd en afvoer van eventueel lekwater verbetert. Achterwand motorruimte deels opgeschoven om meer lengte voor het bed te realiseren. Accu’s van motorruimte naar onder het bed verschoven. Verder daar een 20 liter boiler geplaatst. Aan bei
De motor heeft een grote beurt gehad en het uitlaatsysteem is verbeterd met o.a. een nieuwe RVS uitlaat in de scheepsromp.
Hydraulische stuurinrichting
De bestaande enkel werkende cilinders met koperen leidingen vervangen door een dubbel werkende cilinder en hoge druk slangen. Gevolg is een lekvrij systeem met een directere sturing.
Berghout
Het berghout met daarop de RVS strip was in slechte staat. Toplat verwijdert en het systeem opgedikt waardoor de bouten waarmee de strippen gemonteerd zitten meer steun hebben bovendien een toplat over het geheel gelijmd. Het geheel geeft een robuuster effect. Huiddoorvoeren. In de loop van de tijd waren er een andere dieptemeter, kachel en motoruitlaat geplaatst. Oude huiddoorvoeren had men laten zitten. Die zijn verwijdert (dieptemeter en kachel) en de motoruitlaat is pasgemaakt.
Zeerailing
De scepters van de zeerailing waren nog goed maar de scepterpotten waren zwaar geoxideerd en ¾ zat los op de voetrail. Vastdraaien bleek geen optie. Nu staan er RVS scepterpotten en RVS scepters op. Het plaatsten van de scepterpotten bleek een lastige klus. Voor elke scepter moest ik een kunststof vulplaatje passend maken.
Mast en doorvoer kabels
De mast is voorzien van nieuwe lopend want en nieuwe voedingskabels voor alle daar aanwezige apparaten en lampen. Hoewel alles werkte was de aansluiting van de draden van toplicht, radar enz. een grote oxydatie bende. Het geheel (kastje en stekkers) verwijdert, dek aangeheeld en RVS zwanenhals gemonteerd. Onderdeks is in het plafond een apart luik gemaakt waardoor alle verbindingen daar (droog) geplaatst zitten en te inspecteren zijn.
Kitwerk
Op diverse plaatsen waar zaken of door het dek gingen of op het dek gemonteerd stonden, was de kit slecht en was er sprake van lekkage. Bijna alles losgenomen en opnieuw met nieuwe kit herplaatst.
Gasinstallatie.
De leidingen verwijdert en alles opnieuw volgens de laatste richtlijnen aangelegd. Waar voorheen koken, verwarming en warmwater via gas van energie voorzien werd, wordt er nu uitsluitend nog op gas gekookt.
Elektriciteit
De aanwezige walaansluiting is verbeterd. 12 V aansluitingen waar nodig verbetert. Begin gemaakt met het verwijderen van alle nog aanwezige oude kabels Bij alle vervangingen is het oude blijven zitten
Onderwaterschip
Het onderwaterschip was voorzien van een epoxylaag over de gelcoat. Dit is kennelijk niet goed gebeurd want er zat op diverse plaatsen water achter het epoxy. Het vochtpercentage van de romp viel mee. Alle plekken hebben we open gewerkt, laten drogen en daarna op advies van een expert van International, de hele romp afgewerkt met Primocon. Een 1 componenten systeem. Zoals ik aan het slot van mijn vorig stukje aangaf heb ik afgelopen winter weer gewerkt aan de Ami, onze Trintella 38. Deze keer twee klussen die mij meer tijd hebben gekost dan ik verwachtte.
Watertank
Allereerst de watertank. Nadat ik de beide toegangsdeksels verwijderd had schrok ik van wat ik aan zwarte aanslag aantrof. Aanslag die zich ook alleen mechanisch liet verwijderen. Tevens constateerde ik dat de coating hier en daar barstjes vertoonde. Hierdoor sis inwateren van de romp van binnenuit niet onwaarschijnlijk. De afmeting, positie en de aanwezigheid van slingerschotten maakten het moeilijk om te werken. Sommige plekken waren slechts met zeer veel moeite of met hulpstukken bereikbaar. De harde coating van de tank was lastig op te ruwen. Op de moeilijkst te bereiken plaatsen was een kwartier werken voor mij het maximum, dan ging ik maar weer wat anders doen. Ik heb de wanden gereinigd en grof geschuurd en vlak voor het te water laten, dus na een winter drogen, heb ik de tank voorzien van 3 lagen rolcoating, een twee componenten product. Waar ik nog niet aan toegekomen ben is het vervangen van de vulslang. Voor wie dit ook wil doen. Dek alles goed af. Het is ongelooflijk hoeveel stof er bij vrij komt. Ik heb het als een lastige arbeidsintensieve klus ervaren maar ben wel blij het gedaan te hebben. Vanaf nu ga ik elke winter de tank openen en reinigen en drogen.Teakdek Op het dek was zichtbaar dat op een aantal plaatsen het rubber niet meer aansloot op het teak. Ik had daar nog geen merkbare problemen mee totdat na een periode van zeer warm en droog weer er regen kwam. Ik telde zeker 9 lekkages. Waarschijnlijk waren die er eerder ook wel maar drong het nog niet door tot het interieur van de boot. Ik heb na weer een paar droge dagen noodreparaties uitgevoerd. Rubber er uit en een tamelijk flexibele langzaam drogende kit er in.
Daarmee kon ik de lekkages stoppen. In de winter heb ik het dek (excl. Kajuitopbouw) aangepakt. Ik heb daarbij gekozen om alleen daar waar dit onvermijdelijk was beslag te verwijderen. Immers onder het beslag zaten de rubber naden beschermd en daar zat dan ook nog kit tussen beslag en dek. Dit vraagt wel om extra aandacht voor de aansluiting van oud op nieuw rubber. Ik heb eerst met een Fein (een machine), met daarin een speciaal U-vormig mesje al het rubber uitgesneden. Daar waar de machine er niet bij kon deed ik het met de hand. Stanley mes voor de opstaande kanten en dan met een op maat geslepen krabber de naad er uit. Toen kon het dieper frezen van de naden beginnen. Dit was noodzakelijk omdat er op sommige plaatsen geen of te weinig naaddiepte voor het nieuwe rubber was. Daartoe heb ik een kantenfrees aangeschaft. Daar heb ik twee hulpstukjes op gemaakt om de frees te leiden. Dat werkte uitstekend maar het moest heel gecontroleerd en geconcentreerd gebeuren want anders vloog de frees alsnog uit de naad. Ondanks dit besef gebeurde dit uiteraard toch nog wel eens. Sommige latten waren naar mijn mening te slecht. Die heb ik geheel of gedeeltelijk verwijderd en nieuwe latten rechtstreeks met epoxy op het dek gelijmd. Na het frezen heb ik alle naden met de hand nageschuurd en toen kon het primeren en rubberen beginnen. Er gingen uiteindelijk 60 bussen op.
Verder heb ik honderden schroeven die bloot lagen, of bloot kwamen te liggen, verwijderd. Ik heb ze niet terug geplaatst. Ik heb het gat uitgediept tot op het polyester, daarna epoxy er in en een prop er op. De totale klus kostte de nodige uren maar over het resultaat was ik zeer tevreden.
De helft van die bus inhoud zit echter op en naast de naad (je wilt er zeker van zijn dat de naad tot onderop gevuld is) en moet na droogtijd er af gekrabd en geschuurd worden.
Overgenomen uit Trintella Vriendenkring nr 2013 II
.
De werf heeft in het geheel een positieve rol gespeeld. Hun adviezen en ook arbeid hebben bijgedragen aan het resultaat. Van hen heb ik vooral ook geleerd hoe je dek beschadigingen kunt repareren. Komende winter staan wat kleine klusjes op mijn lijstje maar vooral het vervangen van de rubbernaden van het teakdek op het kajuit dak. Daarnaast is de aanpak van de vaste buiskap aan de orde. Hierbij gaat het m.n. om het vervangen van de rubbers waar het gebogen perspex deel in zit. Indien er lezers zijn die dit al gedaan hebben en weten waar deze rubbers te krijgen zijn dan hoor ik dat graag maar ik vermoed dat dit profiel niet meer te krijgen is. Echter, ik heb van de werf begrepen dat tegen aanvaardbare kosten er een matrijs gemaakt kan worden waarna het juiste rubberprofiel te leveren is. Mochten meer leden plannen in die richting hebben dan kunnen de kosten gedrukt worden door gezamenlijke aanpak. Neem daartoe contact met mij op via
[email protected]
van Zweden naar België deel 3
Jan Willems
Over mijzelf: ik ben een 47 jarige vader 3 kinderen, Jasper (15), Anke(14) en Seppe (13) en gelukkig getrouwd met Els. Wij wonen in Antwerpen op de Linkeroever. Sinds januari 2013 ben ik met een sabbatical bezig. Vorig jaar heb ik gewerkt in Valdemarsvik, Zweden en heb me daar de IF gekocht om in de weekends te gaan zeilen in de prachtige archipel. We hebben op het Galgenweel in Antwerpen een Snipe liggen en voor de jeugd een RS feva. Jasper gaat deze zomer zijn eerste zeillessen geven als hulpmonitor. Ik ben ook yachtsman en zeilde vooral op de Noordzee en Zeeland mee als bemanning. De laatste 3 jaren hebben we ook zeilcharters gedaan met de hele familie in Kroatië in een eigen flottielje samen met enkele vrienden. Het water is zowat de rode draad door mijn leven. De IF was nieuw voor mij maar ik vond het zo een leuk bootje dat ik heb besloten om het naar onze regio te brengen. Aangezien zeilen leuker is dan op een trailer te zetten koos ik voor het eerste.
Maandag 5/8/2013 Precies een maand verder en hier zijn we weer! Op 5 juli hebben we onze Tjip achtergelaten in de jachthaven van Ystad. Het is niet dat we niet verder wouden varen maar we hadden nog een ommetje gepland naar Maleisië. De 3 weken in Maleisië waren fantastisch: regenwoud, bounty stranden, oosterse keuken. Over dat land kan ik meer dan een pagina vullen maar als jullie dit willen horen dan zal je eens naar Antwerpen Linkeroever moeten afzakken (best als we terug zijn in België). De bemanning is weer wat veranderd. Vanaf nu zal ik met mijn jongste zoon, Seppe (die er vorige keer ook al bij was) maar zonder Jasper varen. Jasper is nu hulpmonitor op het Galgenweel voor de zeillessen. Anke is met Kazou naar Italië en Mama moet werken (gelukkig dat er nog iemand de kost verdient. Dank u mama!) We zitten nu op de luchthaven van Eindhoven om met Transavia naar Kopenhagen te vliegen. Vandaar uit nemen we de trein naar Ystad (over The Bridge!). Er zijn nog zo een 600 zeemijl af te leggen. Afhankelijk van windrichting en windsterkte hopen we dat op een 2 tal weken af te werken. De tocht zal via Denemarken (eiland Mon), Duitsland (Kiel kanaal en Deutsche Bucht), de waddeneilanden, het IJselmeer gaan.
We voelden ons beide zo slecht dat geen een van de 2 nog naar binnen wou om de pilletjes tegen de zeeziekte te gaan zoeken. Er zijn geen vissen gevoederd maar het heeft niet veel gescheeld. Eta voor Gislövs hamn was 1300. Varen we door of niet? De havens voorbij Trelleborg waren geen beter optie want van daar uit naar het eiland Mon in Denemarken is ongeveer even ver. Naar Roedvig zou ons een pak verder brengen maar dat was nog 30 mijl. Bovendien was de wind gaan liggen en de voorspelling was dat de wind nog geen draaien naar het westen (wat ’s avonds ook gebeurd is). Op de koop toe voelden we ons beiden belabberd dus zijn we om 1330 Gislövs Hamn maar binnen gevaren. Gislövs hamn stelt niet zo veel voor. Vrij groot maar niets te doen. Z als de meeste haventjes in Zweden uiteraard weer een prentje. In de namiddag hebben we nog wat aan boord gerommeld. Gezien het weer zeer goed was (zo een 24 graden en zon) zijn we op een terasje een ijsje gaan eten. ’s Avonds zijn we nog naar de naburige camping gewandeld (zo een 2km) en daar hebben we lekker BBQ kunnen eten. Onderweg passeerden we nog een klein natuurgebied waar het vreselijk stonk naar beer. De geur kwam eigenlijk uit de zee. Het water ziet hier bruin van de turf en tegen de kust zet zich dat allemaal af, hetgeen deze typsche organische geur voortbrengt. Allez, weer heel mooi allemaal. Het is de eerste keer dat ik op deze reis wat last had van zeeziekte. Als je dan toch een namiddag tijd hebt, begin je wat zaken te overdenken. Aan wat ben ik toch begonnen. We hebben al een hel eind afgelegd maar we zijn nog heel ver van huis. We zullen de komende dagen toch een tandje moeten bijsteken als we deze reis op een redelijke termijn kunnen uitvoeren.
In Ystad moet ik nog eens kijken of we de batterij kunnen opladen. Ik heb ook een extra verdeelstekker meegenomen. Met een verloopstekker (Blauwe stekker naar normaal 220 en een extra verlengdraad, daar nog te kopen) hoop ik wat meer te kunnen gebruik maken van de elektriciteitsvoorzieningen in de jachthavens om computers en telefoons op te laden. Het plan is om morgen zo snel mogelijk te vertrekken en overmogen al in Denemarken te zijn. We proberen weer onze dagelijkse verslagjes te maken, zodat jullie kunnen volgen waar we zijn en hoe we het stellen (als dat interessant is natuurlijk) Tot morgen Jan en Seppe
Nog een dag of 4 in Denemarken, een dag of 3 in Duitsland, en dan heel Nederland door. Die 2 weken zullen snel voorbij zijn. Er is deze namiddag even twijfel geweest maar na de studie van de kaarten zie ik het weer zitten. We gaan proberen grotere afstanden per dag te gaan varen en dan nog hopen dat het wind ons een beetje gunstig gezind is. Morgen willen we rechtstreeks naar het eiland Mon oversteken. Een overtocht van zo een 30nm. Doel is Klintholm of zelfs een van de volgende haventjes. Het is dus vandaag onze laatste dag in Zweden. De wind zou uit het noordwesten komen maar wel vrij zwak zijn. Hopelijk moeten we niet te veel op motor. Hej då!
6 augustus 2013 door Jan. Trelleborg, Zweden Eerste keer zeeziek
7 augustus 2013 door Jan Klintholm Havn, Denemarken
Dinsdag 6/8/2013: De jetlag van Maleisië is er precies nog altijd. Om half 7 waren Seppe en ik al zo wakker dat we maar opgestaan zijn. De boot klaar maken om te vertrekken heeft nog een uurtje geduurd en rond 8 uur zijn we al uitgevaren. Het doel was Givlövs Hamn, zo een 22 mijl. Voor de eerste dag zou dat genoeg moeten zijn. Omdat we zo vreog konden vertrekken hadden we in onze gedachten om eventueel direkt door te varen naar Denemarken (Roedvig). De wind kwam uit het noordoosten dus lekker halve wind.
Woensdag 7/8/2013: Eindelijk in Denemarken. Deze morgen om 7 uur op, om kwart voor 8 al aan het varen. Er stond een overtocht op het programma van een dikke 30 mijl. De wind uit het westen, 2Bft, (ik heb geen windmeter, dus dit is een schatting), weinig golven, ideaal voor een licht bootje als de marieholm IF. We waren de snelste vandaag. Zelfs de grotere boten moesten passen. Voor hen was er te weinig wind. Enkel op motor konden ze ons voorbij. Wij hebben de eerste 4 uur continu meer als 5kn kunnen varen. Halverwege was het echter gedaan.
Vanaf het begin hadden we zo een 4bft. Het ging dus snel vooruit, bijna continu rond de 6kn. Halve wind varen heeft ook zo zijn nadelen. De golven komen meestal uit dezelfde richting en dat wil zeggen dat de boot heel tijd goed aan het rollen is. Zolang er snelheid is valt het nogal mee, alhoewel Seppe toch wel heel stil werd. Na een uurtje of 2 is de wind dan gaan liggen. We haalden met moeite nog 3kn. Het rollen werd des te heviger. Seppe voelde zich niet goed en een beetje later begon ik er zelf ook van te krijgen.
De wind viel weg en de motor moest aan voor de volgende 4 uren. Enkel op het laatste konden we nog even zeilen. Zweden verdween uit het zicht en de krijtrotsen van Mon verschenen aan de horizon.
Die krijtrotsen zijn een beetje zoals deze van Dover, best indrukwekkend als je er onder vaart. Achter de bocht ligt Klintholm. Even hebben we overwogen om nog verder te varen maar dan kwamen er zo een 15mijl bovenop de 38mijl die we vandaag al gedaan hebben. De 4 uur motor en de stilvallende wind lieten ons beslissen dat het genoeg was voor vandaag. Rond 1630 zijn we Klintholm binnen gevaren. Klintholm is een rustig vakantiedorpje rond het visserhaventje. In Denemarken betekent rustig ook heel rustig. Eigenlijk is er hier niet veel te beleven. Morgen gaan we verder. Nu nog even douchen, onze neus insmeren want serieus verbrand en een kleinigheid gaan eten. Dag 9 augustus 2013 door Jan Gedser, Denemarken Een rotslechte dag en een superdag! Vrijdag 9/8/2013: Mijn excuses voor de trouwe volgers maar gisteren was zo een rotdag dat ik niet meer tot het schrijven van een verslag gekomen ben. Vandaag heeft dat echter ruimschoots goed gemaakt. Donderdag 7/8 morgen waren we al om 7 uur op. Om 7:30 waren we klaar om te vertrekken. Ik had de dag ervoor al gelezen over een mogelijke stormwaarschuwing maar het leek mij niet zo gevaarlijk. Winden tot 15m/s hebben we al eerder gehad. Er was echter niemand die de haven verliet, dus ben ik in het havenkantoor toch nog maar eens gaan informeren.
In de voormiddag toch een paar regenbuien gehad, maar tegen de middag begonnen er toch wat boten uit te varen. We zijn dan ook maar vertrokken. In het begin ging het redelijk hoewel de typische hoge, korte en steile golven er toch weer waren. We moesten ook wat opkruisen maar de wind zou later naar het westen ruimen en dan zouden we beter op koers blijven. Wat er daarna volgde was niet zo plezant. Dat stormpje dat voorspeld was begon door te komen. We kregen wind van 5 à 6 Bft en de golven werden als maar hoger. De boot hield dat wel maar we kwamen geen meter vooruit. Na enkele uren zwoegen waren we toch een mijl of 10 opgeschoven. Het werd van langs om lastiger en we hebben de zielen gestreken en op moter proberen verder te gaan. Het was nipt met een buitenboordmotor, Veel snelheid zat er niet in maar we gingen tenminste in de juiste richting. Stubbekoebing was het doel om dan de volgende dag binnendoor verder te varen. Bij het binnenvaren van de baai hebben we ook nog een bocht afgesneden wat met onze geringe diepgang 1.2m mogelijk zou moeten zijn. Er was op de kaarten wel een nota dat er meldingen waren van geringere dieptes. Op een plaats waar we tussen de 2 en de 3 meter zouden moeten hebben, hebben we wel eventjes het zand geraakt. De dieptemeter gaf toe 1.3m aan, maar met de zeegang is dit wel mogelijk. Spannend! Uiteindelijk zijn we in Stubbekoebing aangekomen, nat, koud en te weinig gegeten (was niet mogelijk op de woelige zee). We zijn gauw iets gaan eten in het centrum (triest en leeg trouwens) en zijn dan maar gaan slapen. Net voor het slapen gaan kregen we nog van onze buur in de jachthaven die van daar was dat het geen goed idee was om binnendoor te gaan omdat er nog steiler golven ons te wachten zouden staan. Terug naar zee en naar Gedser zou veel beter zijn en wie ben ik om een lokale zeeman tegen te spreken. Vrijdag 9/8 Deze morgen om 7 uur er weer uit en om half acht weg. Voor de wind terug naar zee en dan bij de wind naar Gedser. Zo goed als geen golven. Ideaal voor Tjipke. Continu hadden we snelheden van 6kn en meer. De rompsnelheid van de Marieholm IF is 6,5kn hetgeen we de hele voormiddag uitgetst hebben. 4Bft en op het einde 5bft, volle zeil, kort onder de kust. Tjip lag bijna continu op zijn oor, het water kwam regelmatig over het vrijboord, maar we gaven niet af. Seppe en ik hebben intens genoten van deze super zeildag. Om 14 uur waren we al in Gedser, 30mijl!
Ze waren niet zeker maar het zou kunnen dat er iets stormachtig ging passeren maar inde namiddag zou het weer mooi worden. Als onkundige van deze regio en met donkere wolken boven ons hoofd dan toch maar beslist om even te wachten. Gedser zou dus nog moeilijk gehaald kunnen worden. Er bestaat nog een mogelijkheid om binnendoor te varen via Stubbekoebing en het eiland Femoe. Een klein beetje om maar omdat het meer inland is waarschijnlijk minder golven, hoopten we.
Deze namiddag hebben we kunnen genieten van het zonnetje, een wandelingetje gemaakt naar het centrum en iets gaan eten in een zeer goed restaurant in de haven bij een prachtige zonsondergang. Gedser city is zo dood als een pier, niets te zien, geen bank , 1 ijsbar, 1 bodega (?) maar vooral de haven met de overzet naar Rostock. Vandaag was een superdag. Morgenvroeg geven ze op dit ogenblik een weervenster met zuidenwind maar dan zullen we vroeg moeten opstaan. Vertrek om 6 uur? Heiligenhaven in Duitsland is het volgende doel. Zeilgroetjes uit Denemarken Seppe en Jan
Oceaanclub Nederland
De Oceaanclub Nederland bestaat uit een groep enthousiaste
eigenaren van zeiljachten van het type Oceaan.
Van dit door Cees van Tongeren van E.G. van de Stadt design ontworpen jachten zijn drie types: de Oceaan 18, 22 en 25. De boten zijn van 1974 t/m 1982 gebouwd bij Poly Boats in Ossendrecht. De club organiseert jaarlijkse bijeenkomst in de wintermaanden, een voorjaar en een zomeractiviteit, met onderlinge wedstrijden. Uiteraard worden ook veel ervaringen met de Oceaan uitgewisseld. De zomeractiviteit vond dit jaar plaats in het Friese Uitwellingerga. Lees op de volgende pagina’s hoe het daar toeging. Meer over de Oceaan en de Oceaanclub op www.oceaanclub.com De Oceaanclub Nederland is aangesloten bij de Federatie Polyclassic Zeiljachten.
De Oceaan 22 “Escape” van Eric Schipper arriveert met een enthousiaste bemanning in Medemblik, na de 49e Delta Lloyd 24 uurs Zeilrace 2013.
Paspoort Oceaan 22 L.o.a. 6.65m Lengte waterlijn 5.50m Breedte 2.37m Diepgang ca. 0.65/075 en 1.10/1.30m Waterverplaatsing 1.250/1.350k Ballast 460/570kg Ontwerp Cees van Tongeren Bouw Polyboats Jaar 1974 t/m 1982
Noordelijke bijeenkomst Oceaanclub in Uitwellingerga (zomer 2013)
door Vincent Drubbel
Traditiegetrouw hebben de goden er plezier in het Oceaanclub weekend te voorzien van net dat beetje extra. Het is alsof Zeus en Poseidon bij een biertje overleggen hoeveel wolken wind en golven ze nu weer gaan loslaten op de Oceaantjes. Ook de noordelijke bijeenkomst, deze keer in de alom bekende metropool met internationale allure ‘Uiterwellingerga’ georganiseerd, was rijkelijk voorzien van cumuluswolken, vlagerige wind, regen en opstuwend water. In de volksmond ook wel kutweer genoemd. Desalniettemin was een flinke groep dappere leden op 7 boten present om een serieus potje te knokken om de cup zonder oren. De zeewaardigheid van Oceaans, ongeacht welk formaat, is vaker beschreven. Ik kan het echter niet laten hier toch weer even bij stil te staan. Bij goed getrimde zeilen zijn de rust, voorspelbaarheid, veiligheid, snelheid en stabiliteit van een Oceaan zo’n genot om mee te varen. De extreme elementen maken het des te leuker om mee te spelen en met een enorme adrenaline kick aan boord te zitten. De Speedy Chiquita moest helaas in Loosdrecht achterblijven, dus ik mocht als opstapper aan boord van de Escape van Eric plaatsnemen. Eric deed de zeiltrim en ik fungeerde als stuurman.Bij het wedstrijdveld aangekomen na twee proefstartjes toch maar besloten een extra rifje te zetten. De vlagen 7 maakten dat het weinig toevoegde om meer zeil te voeren en zo hadden we wat meer marge, zonder gelijk het hele grootzeil te moeten vieren om de druk te lozen. Dit bleek een tactisch juiste beslissing bleek later.
Tactisch minder voordelig was dat we het veld tegemoet zeilden, wij vrolijk naar druk zwaaiende mensen terugzwaaiden, en pas bij het passeren vernamen dat het laatste startsein al had geklonken en iedereen reeds in competitie was. Na een snelle U-turn lagen we alsnog redelijk goed in het veld en met name hoog. Wat gunstig was aangezien het eerste rak strak aan de wind lag en verlijeren onvermijdelijk was.
Normaal ben ik niet zo van de clichés. verhalen over huurboten en hun capriolen zijn er legio en vaak wat gezocht. Bij deze kunnen we echter een nieuw hoofdstuk aan deze strapatsen toevoegen. Direct na de start werd vanaf rechts de nachtmerrie van iedere watersportliefhebber zichtbaar. Een aangezicht dat je niet direct verwacht op een kolkend Sneekermeer. Inderdaad, een ‘Le Boat’. De welbekende iris-breuk veroorzakende witte varende caravan met niet-verwijderbare stootwillen zag het wedstrijdveld op zijn koers opdoemen.
De evolutieremmer achter het roer besloot om geen besluit te nemen en stoomde niet gehinderd door enige kennis van vaarregels met een flink gangetje het wedstrijdveld in. De totaalmalloot vond zichzelf plots omringd door Oceaans die op hoge snelheid door de golven sneden, verbeten blikken van de stuurlui afketsend op de enorme spreekwoordelijke plaat voor zijn hoofd. Wat moest hij nu doen? Omdat de zaken buiten de lauwwarme omgeving van de Le Boat stuurhut zich nu in snel tempo ontwikkelden, werd het de levende natuurfout toch wat klam in de bilnaad. De drie aanwezige hersencellen maakten sluiting, wat het woord STOP in zijn hoofd vormde. Jawel, met windje 6 lekker in de rug op enkele meters van de dichtstbijzijnde Oceaan, was de gekozen oplossing een ferme slinger aan de gashendel in z’n achteruit. Dames en heren; wij hebben proefondervindelijk kunnen vaststellen dat van alle mogelijke opties dit niet per se de beste keuze was. Al hobbelend en kolkend als een dronken dromedaris probeerde de mishandelde Le Boat alles uit haar treurige vermogen te halen om de voorwaartse snelheid te beperken, om maar niet tegen die flitsende knappe Oceaantjes te klappen. Kwiek en wendbaar als Oceaans zijn, bereden door bekwame cowboys, werd de le Boat letterlijk omzeild. Het arme Le Boat scheepje eenzaam achterlatend met de SBS6 tokkie familie onvrijwillig in haar binnenste. Weemoedig kijkend naar de souplesse waarmee het wedstrijdveld z’n weg vervolgde, dansend over de golven. Een Tango die niet aan haar was besteed. (als ik te ver ga in deze verbale diaree hoor ik het graag). Na de eerste ronde over het parcours waren Ruud met beschadigde verstaging en Harry met beschadigd zelfvertrouwen afgehaakt, waardoor 5 boten de 2e ronde invlogen op weg naar eeuwige roem. Dit was de eerste Oceaan wedstrijd die op SW werd gevaren, aangezien de afgelopen wedstrijden allemaal door 25’s werden gewonnen. Dit maakte het extra leuk, want de positie in het veld betekende niet dat je die in de eindscore ook had. Met gepaste trots mag ik melden dat wij met de Escape de eerste plaats op SW hebben bemachtigd (2e in het veld) met de line honors voor Jens met de OC25 Femke.
Speciale vermelding voor de OC22 Pardoes die voor het eerst aanwezig was en tot vlak voor het einde kans maakte op de eindoverwinning Met het prachtige plaatje van het hele veld dicht bij elkaar hoog aan de wind op het eerste rak nog op het netvlies werd koers gezet naar jachthaven ‘De Watervriend’. In het gezellige clubhuis werd een uitstekend verzorgd diner geserveerd en na de doornatte dag klaarde het weer zowaar op. De afsluiting van de dag kon dus traditiegetrouw buiten bij de tent met passende versnaperingen plaatsvinden. Wederom een ervaring om niet te vergeten. We nodigen alle leden uit om vooral eens een keer mee te doen met of zonder boot. . Het record aantal boten staat op 10! Het zou mooi zijn als we dat in het voorjaar weten te verbreken. Veel plezier met de laatste nazomerdagen voordat de boten weer de kant op gaan voor de winterslaap.
CLOSED