Nr 29 1 november 2015
THE COMMANDO DAGGER
Foto: Alexis Layoff
V.Z.W. "MUSEUM DER COMMANDO’S" Kazerne Olt Thibaut Rue Joseph Durieux, 80 ■ 5020 FLAWINNE (Namur) - BELGIUM Nr van bedrijf : BE-0456 808 038
www.cdomuseum.be
THE COMMANDO DAGGER.
Nr 29 1 Nov 2015
Zesmaandelijks tijdschrift van verbinding tussen de leden van de V.Z.W. « Museum der Commando’s ».
Redactie:
Jacques RINGLET Hubert PAUWELS
Vertaling:
Oscar BRAECKMAN Joseph LEYSEN Hubert PAUWELS Freddy VAN DE WEGHE
Tekening: Verantwoordelijke Uitgever:
Bankrekening:
Frédéric LINOTTE Luitenant Kolonel Stafbrevethouder Kazerne Onder Luitenant THIBAUT B-5020 FLAWINNE
001-2895806-44 IBAN: BE55 0012 8958 0644 BIC: GEBABEBB
INHOUD. Editoriaal. De nieuwe voorzitter. Training in KITONA. Getrokken lessen na de survie. Organigram survie school BAKI. Uitrusting survie. Uitreiking certificaat brevet A Para. Herinnering van een ancien. Bewapening en optiek. Eerste sprong te Schaffen. Ze hebben ons verlaten. Nieuws van het Museum. Woord van de penningmeester Aquarel
1
blz. 2 blz. 2 blz. 3 blz. 9 blz. 13 blz. 14 blz. 15 blz. 16 blz. 17 blz. 20 blz. 21 blz. 22 blz. 24 blz. 25
EDITORIAAL. Om een niet te verwaarlozen aantal van onze lezers tevreden te stellen hebben we een gedeelte van de Dagger Nr 29 besteed aan de oudgedienden van de verschillende detachementen Afrika. Het verblijf, de training en de tussenkomsten van de Commando’s in Congo en Rwanda tussen 1952 en 1962 vertegenwoordigen een voorname periode van onze geschiedenis. In deze uitgave van de Dagger zullen onze oudgedienden zich de oefeningen en survie herinneren en herleven, en die zeker niet moeten onderdoen voor de recente tussenkomsten van de Commando’s in Afrika. Deze uitgave zal de jongere generatie toelaten deze Afrikaanse ervaring, gehecht aan de doeltreffendheid van de eenheden Para Commando beter te begrijpen. Dit exemplaar van de Dagger zal de laatste volledige uitgave op papier zijn. Om economische redenen, de personen die over de mogelijkheden beschikken kunnen ons tijdschrift vinden op onze site internet van het Museum. De personen die de mogelijkheid niet hebben of de elektronische versie niet willen zullen steeds hun tijdschrift per post in hun brievenbus ontvangen. NB: de teksten van de artikelen behoren uitsluitend tot de verantwoordelijkheid van de auteurs. Voor de Hoofd Redacteur. Het secretariaat.
*********** DE NIEUWE KORPSOVERSTE VAN HET 2 BN CDO.EN ONZE NIEUWE VOORZITTER. Luitenant Kolonel Ingenieur Stafbrevethouder Frédéric LINOTTE. 28
Ste
KORPSOVERSTE VAN DE COMMANDO’S.
Na het hoger middelbaar volbracht in de Koninklijke Cadetten School – 104 Promotie (19871990 ), vervolgt de Luitenant Kolonel Ir Stafbrevethouder LINOTTE zijn studies in de Koninklijke Militaire School en is voortgekomen uit de 145 Polytechnische Promotie (1990 – 1995). Op het einde van zijn CPSLI in de Infanterie School (1995 – 1996) vervolgt hij zijn opleiding in de School Compagnie Para Commando in januari 1997 en vervoegd einde juni van het zelfde jaar het 2 Bataljon Commando. Successievelijke functies: Chef Peloton B van de 16 Compagnie (1997 - 1999), tweede in bevel (1999 – 2001) en daarna commandant van de 12 Compagnie (2001 – 2004) en Officier Inlichtingen van het Bataljon (2004 - 2005). De Luitenant Kolonel Ir Stafbrevethouder LINOTTE neemt deel aan verschillende operaties en opdrachten volbracht door het Bataljon: - 1999: AFOR in ALBANIE en in KOSOVO. - 2002 - 03: BELUKROKO 11 in KOSOVO. 2
-
2004: AVENIR te KISANGANI in RDC 2004: Opdracht inspectie in BUNIA van de 1 Geïntegreerde Brigade waarvan het bataljon de manschappen had opgeleid gedurende de opdracht AVENIR.
Na deze mooie periode doorgebracht in de schoot van het 2 Bataljon Commando volgt de Luitenant Kolonel Ir Stafbrevethouder LINOTTE de 2 Cyclus (2005 – 2006) en vervult gedurende drie jaar de functie van Officier Project voor Bewapening en Optiek van het programma BEST (BElgian Soldier Transformation) in de Generale Directie Materiele Mogelijkheden in EVERE. Na zijn 3 Cyclus in de schoot van de 124 Division ( Schooljaar 2009-2010), doet hij mutatie naar de 7 Brigade als Officier Training en Operaties om daarna de functie van Officier Training en Operaties te vervullen in de Lichte Brigade vanaf haar oprichting te Marche-enFamenne in januari 2011. Sinds 30 Sep 2013 is de Luitenant Kolonel Ir Stafbrevethouder LINOTTE belast met de concepten en de Verandering in de schoot van de sectie Synthese van het Operationeel Commando van het Land Component. Hij is er verantwoordelijk voor de inplanting van de nieuwe materialen en systemen bewapening voor de Manœuvre troepen en Officier inplanting van de DINGO, de PIRANHA en de NH-90 voor het Land Component. Gedurende deze periode heeft hij deel genomen aan een opdracht van twee maand in de schoot van een Operationeel Hoofd Kwartier gedurende de operatie EUFOR RCA te LARISSA in Griekenland als raadgever in Speciale Operaties van de Commandant. Hij komt nu met veel plezier terug in de schoot van ons Bataljon. De Luitenant Kolonel Ir Stafbrevethouder LINOTTE is gehuwd met Virginie en vader van twee kinderen: Eva (15 jaar) en Nathan (13 jaar). Vrije vertaling: Hubert PAUWELS. *****
HET WOORD VAN DE VOORZITTER. Bij het drukken van dit nummer van de DAGGER hebben we het woord van de voorzitter nog niet ontvangen. We begrijpen dat de korte termijn tussen de overgave van bevel en het vertrek van het volledige bataljon voor de oefening TRIDENT JUNCTURE NRF 16 in Spanje het hem niet heeft toegelaten zijn woord in optimale omstandigheden op te stellen. UNITED WE CONQUER De redactie. Vrije vertaling: Hubert PAUWELS.
**********
DE GEVOLGEN VAN HET KLIMAAT IN NEDER-CONGO OP DE COMMANDO OEFENINGEN EN DE BEPROEVING ONDERGAAN DOOR DE SOLDATEN. EEN EXPERIMENTELE OEFENING VAN OVERLEVING IN HET WOUD VAN MAYUMBE.
3
Artikelen hernomen uit het boek geschreven door Luitenant Kolonel V. BRUNEAU: ( Eerste Korpsoverste ): “ Vijftiende Detachement van het 4 Bataljon Commando, Afrika 1959 – 1960 “. Dit hoofdstuk heeft tot doel een gedacht te geven van de bijzonder moeilijke omstandigheden waaronder de soldaten van het vijftiende detachement, juist ontscheept op de Afrikaanse bodem, een training moesten ondergaan in de streek van KITONA. Gedurende die acht maanden doorgebracht in Neder-Congo, heeft ons Bataljon zes maanden warm seizoen gekend. Een juiste weergave geven van dit verblijf is zeer moeilijk, men dient het te hebben meegemaakt. Ik zal me dan ook beperken U enkele gegevens te geven die de toestand van onze levensomstandigheden kenmerkten in deze periode. Na vier maanden aanvangsopleiding in België, moesten we onmiddellijk na onze bewogen aankomst in KITONA, beginnen nadenken om de opleiding van de troepen en het reservekader te vervolledigen, gezien die mensen onvoldoende opleiding gekregen hadden. We bevonden ons nu voor een nieuw probleem. Tot heden en voor het vertrek naar KAMINA volstond het hen te oefenen voor de sprongen vanuit de DC3, en over te gaan naar de opleiding in tropische toestand ter plaatse. Het opleidingsprogramma was goed geregeld en omvatte drie fasen. Eerste Fase. Met een duur van 6 weken heeft deze fase tot doel het personeel opgeleid in België aan te passen aan de fysische en morele Afrikaanse eisen. Deze fase bevat namelijk de omschakeling van de valschermsprongen vanuit DC3. De oefeningen, de bivakken en de “ Safaries “ in de brousse, evenals zekere oefeningen met de eenheden van de Publieke Krijgsmacht. Tweede Fase. Gedurende 10 weken, nemen de pelotons en de compagnies deel aan oefeningen, tactische valschermsprongen en de befaamde “ overlevingsproef die de opvoeding van de wil aansprak “, waarin de Geallieerde Legers en in het bijzonder de Amerikaanse Mariniers geestdriftig zijn geïnteresseerd. Derde Fase. Bevat vooral Bataljonsoefeningen met valschermsprongen en bevoorrading langs de lucht en een oefening met echte patronen. De laatste grote oefening is beheerd door COMETRO, volgens een thema op punt gesteld met het akkoord van het gouvernement en de Publieke Strijdkracht. Is over het algemeen uitgevoerd in samenwerking met hen, en is gebruikelijk onderbroken door een demonstratie van verschillende valschermsprongen, alsook sprongen in vrije val. Vanaf de eerste dagen na onze aankomst leren we de voorschriften van de drie alarmfasen, een rood, een geel en een groen. Er is geen gebrek aan oefeningen, wij zijn operationeel en steeds klaar om in te grijpen, als men ons roept. Maar gans dat mooie programma, voortvloeiend uit meerdere jaren ondervinding, is volledig te herzien. De Belgische soldaten wennen aan het klimaat dat heerst op de hoogvlakte van KAMINA (1200 m hoogte) en het klimaat van KATANGA. Dit uitvoeren in Neder-Congo, in het klimaat van Leopoldstad en KITONA is iets anders, vooral met de eenheden die hun training nog niet beëindigd hadden, nog geen brevet Para en Commando hadden behaald en die hun fysische weerstand moesten verhogen en vertienvoudigen. Vooral het warm seizoen was niet ver af. Het is om deze redenen dat er beslist werd geen tijd te verspillen, dat twee compagnies 4
opeenvolgend hun commandokamp zouden doen en dat dit kamp een maand zou duren. De andere compagnie zou KAMINA vervoegen om hun Para brevet te vervolledigen. Bij het einde van dit tweede Commando kamp werden er in de tenten tot 63° geregistreerd, het was ten andere 33° in de schaduw. De vochtigheidsgraad naderde de 100% en zakte zeer uitzonderlijk tot 90% in het midden van de dag. Onnodig te zeggen dat bij zulke voorwaarden de recuperatie zeer moeilijk waren van rust en het fysisch vermogen. We bevonden ons dag en nacht in een bad van zweet, slapen was bijna onmogelijk en de nachten brachten geen herstel. Men voelde dat aan de training die zeer moeilijk was, dikwijls hadden de mannen zware hoofdpijn of andere ongemakken ( Buikloop, enz.) Velen onder ons hadden onaangename mycose, een soort van paddestoel, die de huid besmette met grote blaren, het werd wit en viel af, het vlees onder die paddestoel was volledig ontbloot, zoals een wonde. Deze kwaal was vooral te vinden op de onderste ledematen en was zeer besmettelijk. Ze is goed bekend door de militairen en de woudlopers in Afrika die dikwijls met deze kwaal te maken hadden, zelfs gedurende drie jaar. Ze is niet gevaarlijk maar uiterst onaangenaam. Ze maakt daarbij de marsen en de fysische activiteiten zeer pijnlijk, aangezien de aangetaste oppervlakten in aanraking komen met de kledij of de verbanden. Voor en na het verdwijnen van de aangedane huid zat het kwaad vooral in hevige jeuk, moeilijk te verdragen. Het spreekt vanzelf, al deze oefeningen waren onderworpen aan strenge en voorziene controles. Er waren zelfs enkele verrassingen, zoals tijdens een compagnie oefening, uitgevoerd in moeilijke atmosferische omstandigheden. Het medisch examen van de derde dag heeft aangetoond dat voor 80% van de mannen het stopzetten van die oefening een noodzaak was. Dat werd dan ook gedaan. Deze trainingen ondernomen sinds 1954 in KAMINA en tijdens huidige oefeningen in de verschillende streken van Congo, vervolledigden onze ondervinding. Er werd beslist dat het “ Commando kamp “, reeds zeer zwaar in België niet meer zal gedaan worden in Afrika tijdens het droog (warm) seizoen. Bleef ook nog te onderzoeken hoe de oefening overleving, die voorzien is in de basis van KAMINA en die in de nabijheid over een grote streek beschikt zonder enige inlandse bevolking verder uit te voeren. COMETRO vertrouwde deze taak toe aan kapitein MILITIS, die indertijd belast was voor die oefening in KAMINA. Na een voorstudie met de kapitein DELPIERRE voerden deze twee officieren een experimentele oefening overleving uit in het woud van MAYUMBE. Die twee officieren( Proefkonijnen ) leefden gedurende tien dagen van water, zout en planten. Ze slaagden er niet in enig wild te schieten, ze zagen veel af van de muggen en vooral van die kleine muggen “ Maringouins “ genaamd.
5
Kapitein MILITIS MILITIS
Uitermate vasthoudend en die in die bossen krioelden vanaf valavond. Ze hadden dan ook overal muggenbeten, (pikuren). Daarbij kwam ook nog, goed te verstaan, de ongemakken van de warmte en vooral van die fameuze onafgebroken vochtigheidsgraad van 100%.
Het verloop van deze proef “ Overleving “ die hierna te vinden is, is deze die ik uitgaf in Maart1960 aan het adres van onze soldaten die in het kamp van KITONA in opleiding waren. U bent nu in de helft van uw term in Afrika. U hebt het merendeel van de Para Commando oefeningen gedaan, maar er blijft nu noch de overleving over. Deze overlevingsproef, die allen afwachten, sommigen met ongeduld en anderen met schrik, wat is deze proef in feite? Om u een antwoord te geven, zullen we ons richten naar de documenten met betrekking op de ondervinding van de overlevingsproef uitgevoerd door kapitein MILITIS en DELPIERRE in het woud van MAYUMBE .
Die ervaring had tot doel zekerheid te scheppen dat een overlevingsschool mogelijk was in Neder-Congo. Een duur van tien dagen werd vastgelegd. Ze stelt een aanneembaar gemiddelde voor van de tijd die een strandjutter nodig zou hebben, hetzij, terug gevonden te zijn door de luchtdiensten die het zoeken leiden, of te
6
vorderen tot een gebruikte weg.
Enkele woorden betreffende de regio. Het is een deel van het MAYUMBE woud, gekenmerkt door een samenstelling van zeer grote bomen, een vochtig onder bos, een dicht netwerk van lianen, een wisselvallig gebied en een moerassige grond die een grote hoeveelheid muggen aantrekt, verwilderde vliegen, muskieten, mieren, kortom een rijkdom aan insecten. De temperaturen schommelen van de 20° ‘s morgens tot 28° ‘s avonds, met hoogtepunten tot 40° ‘s middags. Na een nauwkeurige voorbereiding breekt de grote dag aan, op 7 december 1959, vertrek uit VANGA, de overleving begint. Eerste Dag. Na een gemakkelijke te volgen weg van drie kilometer, aankomst op de voorziene plek voor het eerste kamp dat zich bij een riviertje bevond. Ontbossing, opslaan kamp. Na de wetenschappelijke vaststellingen van dokter HALKIN, eerste maaltijd bestaande uit zout en water. De nacht valt vlug. Vanaf het morgengloren, agressieve aanvallen van een mengeling van muggen, muskieten en veel andere insecten. Tweede Dag. Het ontdekken van een tros palmnoten en het hart van een palmboom doet onze eetlust eer aan. De kapitein MILITIS gaat op jacht maar komt met lege handen terug. Een verkenning van twee kilometer langs het beekje wordt uitgevoerd maar de vooruitgang is moeilijk. ‘s Nachts, wacht, kampvuur onderhouden en een zwaar gevecht tegen de onvermoeibare muggen om ze van ons weg te houden. Alexis Laykoff
Derde Dag. De kapitein MILITIS doet een verkenning tot een dorpje dat zich op zeven kilometer bevond met de bedoeling inwoners te vinden die hem de eetbare planten zouden leren kennen. Op de gevolgde weg schiet hij op een vogel, maar hij mist hem. Vanaf het begin bestaat het eten uitsluitend uit hart van de palmboom, de palmnoten en enkele wilde vruchten van de MANGEBO-NGEMBO. Men stelt vast dat dit soort overleven volledig anders is dan die in KATANGA, hier, aangezien de aard van het gebied is de overleving meer statisch, de regio van KAMINA leent zich beter aan het vorderen van punt tot punt. Vierde Dag. Om 07.30 Hr opbreken van het kamp, vorderen in de richting N O, en contact opnemen met de jeep van de veiligheid. Opzetten van een kamp in de nabijheid van een weg gebruikt door tractoren. De kapitein MILITIS neemt contact op in een dorp van arbeiders, en legt de hand op twee inwoners die eetbare planten kennen. De beslissing wordt genomen om de vijfde, de zesde en de zevende dag in dit kamp te blijven, ten einde een maximum eetbare planten te leren kennen en om wild te doden. De kapitein MILITIS vindt zes planten waarvan hij zeker is en die nu het menu verzekeren. De muggen, minder talrijk dan in het eerste kamp, zijn evenzeer lastig te verdragen en even vraatzuchtig. 7
Vijfde Dag. Zeer moeilijke (pijnlijke) dag. De twee officieren beginnen tekenen te geven van vijf dagen honger lijden. In de morgen vertrekt kapitein MILITIS op jacht maar komt met lege handen terug. Tegen de middag brengt de Majoor BRUNEAU een bezoek aan de “ proefkonijnen “. Ik vind hen opgesteld in volle brousse, zij bezetten een open plek van enkele vierkante meters. Twee slaapbanken van takken op ongeveer 50 cm van de grond waren hun bedden. Ze bevinden zich in bloot bovenlichaam dat volledig vol staat met muggenbeten. De kapitein DELPIERRE, uitgestrekt op zijn armzalig bed, vraagt me de toelating te blijven liggen om me te groeten, hij lijkt volledig uitgeput. De warmte, de vochtigheid, de honger en de muggenbeten hebben hem zwaar getekend. De kapitein MILITIS stelt me een zoektocht in het woud voor. Gewapend met een geweer en een machete klieven we ons een weg door het woud, centimeter na centimeter. We worden doordrongen door een walm van schimmel, in het hart van dit woud geven we ons rekenschap dat het gevecht voor overleven een regel is. Reusachtige bomen, half opgevreten door de insecten, liggen verspreidt over de grond, overwoekerd door een uitwas van alle soorten planten. De noch opstaande bomen worden door lianen overwoekerd tot in hun kruin. Opeens een schijn van hoop, we zien sporen van Afrikaanse everzwijnen. Helaas! We zien maar alleen hun sporen. Bij het naar omhoog kijken zien we op tien meter hoogte een soort van rode vruchten in een boom, onmogelijk ze te gaan plukken, de boom is te hoog en de schors te glad. We beslissen hem om te hakken, na vijftien minuten van kappen met onze hakmessen lag hij op de grond en konden we de vruchten plukken. Het zijn overrijpe vruchten, half pruimen half kers, met een smaak die ons aan geen van beiden doet denken. Ik heb er mede genomen naar de basis, maar niemand is er in geslaagd een naam te zetten op die toch wel smakelijke vruchten. Zesde Dag. Opnieuw geprobeerd te jagen, maar met hetzelfde resultaat, vordering zoals de vorige dagen. In de namiddag, nemen van een contact met de jeep van de veiligheid die aan de overlevenden een anti-mug product geven met een weinig doeltreffend resultaat. Zevende Dag. In de morgen en de namiddag, opnieuw jacht, steeds zonder enig resultaat. Nochtans zijn er de vorige dag sporen opgemerkt van antilopen en everzwijnen. Enkele uitgevoerde verkenningen geven geen enkel nieuw element. Achtste Dag. Twee onderofficieren vervoegen de kapitein MILITIS en DELPIERRE ten einde het uithoudingsvermogen te vergelijken van deze laatsten met die van mannen die zich normaal hadden gevoed in de voorgaande dagen. Moeilijke vooruitgang in een zwaar 8
golvend en moerassig gebied. Vorderingssnelheid, ongeveer 800 tot 1000 meter per uur. Om 13.30 Hr, aankomst in het bivak en het ontdekken van enkele eetbare vruchten. Negende Dag. Opbreken van het kamp om 07.00 Hr, bezoek van een inboorling (inlander). Uiteindelijk tot 12.30 Hr vorderen tot in het dorp LOSHI, eindstation van de proef in de brousse. Tiende Dag. De dag is besteedt aan de morele test die bestaat uit een mars van 18 Km, zonder water, zonder zout en op een heuvelachtige te volgen weg. Deze proef duurt drie uur. Majoor BRUNEAU bevindt zich bij de aankomst om de “ Overlevenden “ te ontvangen. De moeilijkheden ontwikkeld door deze proef hebben aangetoond dat de voor ons beschikbare volgwegen in Neder-Congo niet toestaan dergelijke oefeningen te organiseren in goede omstandigheden van de opleiding, evenals zonder onverantwoorde risico’s te nemen in vredestijd. Alzo besliste COMETRO dat de overlevingsproef zou plaatsvinden per Compagnie in de basis van KAMINA en niet in Neder-Congo. Daar waren de omstandigheden ook zeer zwaar, maar gaven een meer doeltreffende garantie van veiligheid. De controle uitgevoerd door vliegtuigen en helikopters gaven met zekerheid een veel kortere termijn nodig om eventuele zieken of gekwetsten te evacueren. Helaas, onze mensen waren ontgoocheld deze proef niet te kunnen uitvoeren. Maar de gebeurtenissen gaven ons de mogelijkheid niet. Vrije vertaling: Oscar BRAECKMAN.
********** VOORNAAMSTE LESSEN VOORTVLOEIEND UIT DE EXPERIMENTELE OVERLEVING. “ Uittreksel van het verslag opgesteld door de Kapitein J. MILITIS aangaande de experimentele overleving te BAKI van 7 december tot 16 december 1959 ”.
We hebben bewezen, zonder dat het nodig is aan te dringen, dat personen zonder conventionele hulpbronnen kunnen overleven gedurende 10 dagen in de streek van de Beneden-Congo ( Woud van MAYUMBE ) met als enige voeding ter plaatse gevonden spontane groeiende planten en water. Onze proef bevat echter beperkende factoren en het is nuttig ze te onderlijnen. Aangezien we vrijwilligers zijn voor deze proef levert het een onmiskenbaar psychologisch voordeel. Als “ Vrijwillige schipbreukelingen “ zijn we bespaard van opeenvolgende emotionele schokken die ons eigen zijn of een ware schipbreuk die ons van nabij volgt. (Vliegtuig crash, valscherm sprong, kwetsuren, brandwonden, enz…). Gezien de voorbereiding van de proef en we het naar eigen goeddunken konden leiden, konden we ons gedrag volgens de omstandigheden aanpassen. We kenden onze geografische positie en het systeem van de veiligheid gaf ons vertrouwen in geval van een evacuatie veroorzaakt door een ongeluk of een ernstige ziekte.
9
Bij de uitvoering van mijn derde ervaring van een tiendaagse overleving sinds 1956, te hebben deelgenomen aan een proef overleving in het FRANSE GUINEA en de organisatie en de leiding van de Overleving School van de Basis van KAMINA te hebben verwezenlijkt, beschikte ik over zoals ik het zal noemen: “ De filosofie van de overleving “ in de zin dat ik de meest voorkomende mentale en fysische reacties kon berekenen waaraan ik zou onderworpen worden gedurende het verloop van de proef. De kapitein DELPIERRE waarvan het de eerste proef van overleving was, vormde in het experiment een meer interessant feit en het is zeker dat zijn tekort in de praktijk moest gecompenseerd worden door een overvloedig verbruik van mentale en fysische energie. Over verschillende affectieve factoren die ons dichter bij de realiteit brachten valt er te vermelden. Onze miskenning van de streek en vooral van het woud van MAYUMBE. ( Ik ben te KITONA aangekomen op 17 november en de proef is begonnen op 7 december. De kapitein DELPIERRE verbleef op de Basis sinds einde september maar kende ook het woud van MAYUMBE niet ). De politieke situatie zonder reëel gevaar, veroorzaakte een zekere spanning die dusdanig een klimaat van niet medewerking veroorzaakte onder de inheemse bevolking. Aan de andere kant, hun argwaan en hun opvallende bewaking waaronder we ons gedurende de volledige duur van de proef bevonden veroorzaakte dubbelzinnige reacties. Vrije vertaling: Hubert PAUWELS.
***** SCHOOL OVERLEVING TE KAMINA.
De eerste sessie vorming van de instructeurs voor de school overleving heeft plaats van 21 tot 30 maart 1956, slechts drie weken na het einde van het experiment te KAMINA. Twee ploegen van een vijftiental onderofficieren en soldaten, geleid door de kapitein MILITIS en de adjudant DUMONT.
Ze zijn respectievelijk vergezeld van de spoorzoekers MATABICHE en MOKE. Ze vertrekken vanuit KAMINA voor een mars van 120 kilometers in tien dagen, met als doel de volgende soldaten te encadreren met personeel die goed op de hoogte is van de gevaren en de mogelijkheden van overleven in de brousse. Kapitein MILITIS en Adjudant DUMONT
10
Foto Georges WELSCHEN.
Voor het vertrek, richt majoor van der HEYDEN gedurende zijn toespraak zich tot de deelnemers die vermeld staan in de dagelijkse orders. Hij spreekt de wens uit dat de school overleving van het 3 Bataljon Para Commando een model zal worden in dezelfde aard van deze proef, waaronder de buitenlandse legers hun speciale eenheden opleiden. Deze eerste test laat toe een groot aantal problemen in te winnen in verband met het leven van een groep ingezet in een expeditie van overleving. Zelfs gebrieft en gemotiveerd gedragen de mannen zich soms onbewust, losbandig alsof ze zich naar een pique-nique begaven, waardoor de overtuiging van kapitein MILITIS zich versterkt aangaande de weinige doeltreffendheid van de lessen en academische theorieën van de handleidingen. Alleen telt het terrein en de praktijk. Op de vijfde dag van de proef werpt de majoor van der HEYDEN een bericht af vanuit een vliegtuig aan zijn uitgeputte manschappen, verloren in de brousse. Aan kapitein MILITIS en zijn metgezellen: het zal uw grootste verdienste zijn de eersten te zijn geweest in de schoot van het bataljon die deze belevenis gerealiseerd hebben. De volgenden zullen slechts de weg volgen die u hebt afgebakend. Dank zij u zal ons regiment de voorhoede zijn, zoekend naar en het openen van nieuwe wegen. Ik wens u geluk. Goede voorzetting. Bij hun aankomst werden de deelnemers gefeliciteerd voor het bekrachtigen van de inspanning van de kapitein MILITIS en de adjudant DUMONT, en nieuwe vooruitzichten geopend te hebben in het uitvoeren van koloniale opdrachten van het 3 bataljon. De school die een bepaalde tijd de naam van “ School overleving “ draagt is officieel opgericht met: een organigram, een hiërarchische structuur, een gespecialiseerde sectie, instructeurs, een medische sectie en een sectie training. De kapitein MILITIS, tot directeur bevorderd, zet zich volledig in wat hij als “ Zijn “ school beschouwt. Zijn documentaire productie is indrukwekkend: documenten en militaire verslagen, planning, theoretische lessen, praktische instructies voor de leerlingen, aan de instructeurs, orders, reglementering, aanbevelingen, overwegingen, getuigenissen, conferenties, herinneringen, opzoekingen met een wetenschappelijk karakter ( Opstellen van woordenlijsten plantengroei en herbarium, woordenlijsten van slangen en insecten, enz ).
11
Foto Georges WELSCHEN
In de loop van de verschillende sessies zet de kapitein MILITIS het op punt stellen van de overleving verder om de proef meer en meer veeleisender te maken, vooral op moraal gebied. Gezien de aangeboden faciliteiten aan de leerlingen talrijk en onmisbaar zijn voor het verzekeren van de veiligheid, is het aan de instructeur om moeilijkheden te scheppen door het toepassen van de instructies van demoralisatie. Ofwel door systematisch zeer perverse oplopende frustraties, in de aard van het verergeren van de onbehaaglijkheid van de leerlingen ten opzichte van de vermoeidheid, de dorst, de honger en de lust om te roken. De instructeurs zijn aangespoord om drank te verbruiken, hun bevoorrading te openen, hun maaltijd voor te bereiden, bakken van uien en te roken voor de leerlingen die hun rantsoen niet mogen openen op boete van het mislukken van de proef. Inlandse spoorvolgers worden op het parcours geplaatst om fruit en groenten aan te bieden. Ze moeten eveneens verkeerde inlichtingen geven aangaande de nog af te leggen weg voor aleer de eindbestemming van de overleving te bereiken. Gedurende de cessies van 1956, onder de 1125 deelnemers waren er 249 opgevers, waaronder 217, 19 % voor onvoldoende moraal. De kapitein MILITIS verwijst naar een deel van deze terugtrekkingen door “ Het verspreiden van geruchten door personen die de doeltreffendheid van de proeven overleving betwisten. Men moet onderlijnen dat de deelnemers aan de overleving Para Commando’s zijn met het brevet A Commando en Para en die vooraf in België en zelfs in Congo een fysische en karakteriële opleiding hebben gevolgd op hoog niveau.
12
Foto Georges WELSCHEN
Het einde van 1956 is gekenmerkt door een nooit vorig aantal deelnemers: gedurende de cessie die begint op 14 november worden 300 Para Commando’s gedropt in de brousse, verdeelt in 23 groepen en die in tegenover gestelde richtingen vorderen. Archieven van het Museum. Vrije vertaling: Hubert PAUWELS.
*****
Kapitein J. MILITIS. Vrije vertaling: Hubert PAUWELS.
********** 13
UITRUSTING SURVIE. De uitrusting bevatte de volgende elementen.
Een tentzeil. Een harnas bergham. Een slaapzak. Een Toggle Rope. Een machete met schede. Een reserve drinkbus. Een pull. Een camouflage net. Een muskietennet. Een eetketel. Een lepel. Een zakmes. Lucifers. Olie voor het wapen. Kuisvodjes (wapen). Zout pillen. Chloor pillen.
Foto Georges WELSCHEN
Een «C» rantsoen is eveneens voorzien, rantsoen onschendbaar en strafbaar met een uitsluiting van de survie van belanghebbende. In handbereik is er ook voorzien: Een drinkbus aan de gordel. Een wapen Lee-Enfield met patronen. Een brousse hoed. Een zonnebril. De chef van een groep (15 personen) ontving eveneens: Twee kompassen en een kaart met uitsluitend de woudgalerijen er op aangeduid. Archieven van het Museum. **********
14
UITREIKING CERTIFICAAT BREVET A PARA. 5 januari 1959, de eerste compagnie, sessie juli 1958 van het 2 Bataljon Commando, beëindigd zijn opleiding brevet A Para te Schaffen. Ten gevolge van de onlusten in het begin van januari in Belgisch Congo wordt het alarm “ Quick Reaction “ gelanceerd. De compagnie vervoegt het bataljon en maakt zich klaar. 9 januari, opstijgen vanuit Melsbroek aan boord van een DC 6 van SABENA richting Belgisch Congo. Gedurende de vlucht en voor de tussenlanding te ALGER, ontvangen ze van het kader een brevet A Para (In stof). Door het initiatief nemen van Alexis LAYKOFF (Sergeant milicien peloton B gedurende deze periode) en met de medewerking van Kolonel SBH b.d. Walter MERTENS (Ancien pelotonsoverste van LAYKOFF), hebben de hierna vermelde Commando’s officieel hun certificaat brevet A Para ontvangen uit de handen van de Kolonel SBH Peter DEVOGELAERE, Commandant van de Lichte Brigade, de Luitenant Kolonel SBH Vincent PIERARD, Korpsoverste van het 2 Bataljon der Commando’s en de Kolonel SBH b.d. Walter MERTENS gedurende de plechtigheid overgave van bevel van het Bataljon op 7 oktober 2015 en dit 56 jaar later. Het is nooit te laat om goed te doen.
Lijst van de dienstplichtigen sessie juli 1958 van het peloton A en B: ABELOOS, ABRASSART, ALEWAETERS, BERTRAND, BOGAERTS, BUREAU, COENE, COUTELIER, DELBERGE, DELIENS, DEMUNCK, DOUILLEZ, FRANCOIS, FUSCHS, DERECK, GILLOT, GORGON, JANSEN, KEYSER, LALLEMAND, LAYKOFF, LEGRELLE, LEFEVRE, MATFIEU, NAGEL, NOIRFALISE, PIROT, QUINAUX, SCHAUTERDEN, STORM, VANDERLINDEN, VAN OVERBEEK, VANDERSCHELDEN, VERBRUGGE, VERJANS, WEY. Tekst: Hubert PAUWELS.
15
HERINNERING VAN EEN ANCIEN. Onder Luitenant Thibaut, mooie naam voor een kwartier: vooral voor de Commando’s. Bij mijn eerste kennismaking, zoals al de neofieten van het beroep, hebben we veel nagedacht….Anderen waarschijnlijk minder bewust: eenvoudige kerels, noch anderen op voorhand geblaseerd. Mijn hemel, het is afschuwelijk…De jonge architecten: ze zijn er voor af te breken. Maar een goede Franse spreuk komt steeds naar voor: “ L’habit ne fait pas le moine “. We waren verplicht ons het harde beroep der Commando’s onder ogen te zien. Alles begon natuurlijk met de karweien. Wij als burger, onwetende en naïef aangaande het leger, waren verstomd bij het zien van een sergeant gedurende de demonstratie van het gebruik van een straatborstel…, een aftrekker, en het uitwringen van een dweil. Maar we waren niet bewust van wat er ons te wachten stond. We moesten het uitvoeren voor de duur van onze dienst…. De drill… laat me spreken van de drill, het is een zwart beest voor de volledige compagnie…. Wanneer de sergeant ons een bevel gaf geleken de bevelen op elkaar ( Fonetisch ) ofwel vergisten we ons, of ook door de prikkelbaarheid… Zelfs gedurende een les kreeg ik een opmerking voor mijn flaters en als antwoord volgde: “ U bent een sociaal geval “. Ik heb slechts een maand later de betekenis van het antwoord begrepen, na het zich suf piekeren over de zin. De mars is het oudste middel van verplaatsing van de mens. Eeuw na eeuw verschijnt de mars in alle legers. Wanneer we terugkeerden van een wandeling van 35 Km was iedereen uitgeput, en iedereen dacht aan zijn letsels. De eerste: “ Hebt u mijn blaar gezien? “, jawel, maar die van mij is groter. Ik heb pijn aan mijn benen, het is alsof ik lood moet verplaatsen… Na lange discussie verdwijnt iedereen onder de lakens en na vijf minuten is het een ingeslapen snurkend concerto in si bemol Op een mooie koude dag, ongeveer min 16°, vertrokken we met ons volledige bepakking voor een manoeuvre in de Ardennen. Iedereen in de camion was sprakeloos. Ik had dorst, ik nam mijn drinkbus maar helaas, mijn water was verzwonden, nochtans had ik water, maar het was bevroren en plots had ik geen dorst meer. Ik nam mijn sinaasappel en kon hem verkopen voor 5 frank als een frisco sinaasappel. Deze lijdensweg duurde drie dagen en ten slotte melde de directie van de manoeuvre dat we de operatie TIGRE VERT gewonnen hadden. Het is bewaard in het ijsmuseum van Moskou… En het leven herbegon zijn dagelijks gebeuren. De inspecties, 2 uren kuisen van onze kopers, hebt u zich geschoren deze morgen, u kent het tarief. En u daar! Draag je muts zoals het moet, bent u banketbakker in het burgerleven?…enz… enz. De theoretische lessen werden steeds aandachtig gevolgd…. Friet deze middag! Gaat u verfrissen in de wasplaats, dat zal u wakker houden… De ondervragingen toonden met zekerheid onze bekwaamheid aan….U hebt een slechte ondervraging. U zult een uur langer blijven dit WE. Men moet alles met de glimlach, af en toe verbeten, aannemen (Keep Smiling). Maar het is aan ons dit te verdragen daar we zijn gekomen, en ik denk spijts dit alles, dat we het niet betreuren. Tekst: een ancien. Vrije vertaling: Hubert PAUWELS.
********** 16
Overzicht van het materiaal bewapening en optiek binnen het 2Bn Cdo. Tweede gedeelte en einde. SCAR-H PR FDE*.
FN HERSTAL: Type: Aanvalsgeweer compact Kaliber: 7,62 Gewicht: 3,9 kg Lengte: 770 mm tot 997 mm Lader: 20 patronen Effectieve reikwijdte: 300m -600m-800m
Optiek: SCHMIDT & BENDER: Dag kijker: 3-12 x 50 * Special forces Combat Assault Rifle-Heavy Precision Rifle Flat Dark Earth
AX 338. Accuracy International AX338: Type: Sniper Rifle Kaliber: .338 Lapua Magnum Gewicht: 7.8 kg Lengte: 125 cm Lengte van de loop: 68.6 cm Lader: 10 patronen Effectieve reikwijdte: 1200 m Maximale reikwijdte: 3000 m
Optiek: Schmit & Bender Vergroting: 5x tot 25x
17
BARRET. Type: M107A1 Kaliber: .50 BMG Operation: Half Automatisch Gewicht: 12.4 kg - 13 kg Lengte: 145 cm of 122 cm Lengte van de loop: 73.7 cm of 50.8 cm Lader: 10 cartouches
Optiek: Schmit & Bender Vergroting: 5x tot 25x
MAG 7,62. FN HERSTAL: Type: Mitrailleuse Kaliber: 7,62 Gewicht: 13kg Lengte: 1260 mm Lengte van de loop: 545 mm Lader: 100 tot 200 patronen Effectieve reikwijdte: 800 m met tweepoot 1800 m met driepoot
Minimi MK 2+.
FN HERSTAL: Type: Mini Mitrailleuse Kaliber: 5,56 Gewicht: 8,08 kg met een loop 9,76 kg met twee lopen Lengte: 1040 mm Lader: 200 patronen Effectieve reikwijdte: 400 m
18
FN M2HB-QCB (.50).
FN HERSTAL: Type: Mitrailleuse Kaliber: 12,7 Gewicht: 38 kg Lengte: 1654 mm Lengte van de loop: 1143 mm Lader: Doos van 100 patronen Effectieve reikwijdte: 1850 m Maximale reikwijdte: 7400 m
Mo 60mm.
Mortier M2: Type: Mortier Kaliber: 60 mm Gewicht: 19,05 kg Effectieve reikwijdte: 1815 m
Optiek: SEILER Sight M4
EXPAL 60mm. EXPAL: Type: Mortier Kaliber: 60 mm Gewicht: 18,5 kg Lengte: 1 m Effectieve reikwijdte: 4900 m
19
MATADOR: Man-portable Anti-Tank Anti-DOOR (RGW-90). Dynamit Nobel Defence: Type: Rocket launcher Kaliber: 90 mm Gewicht: 8,9 kg Lengte: 1 m Effectieve reikwijdte: 500 m Optiek: Dag: vergroting 1,5x Nacht: MNV-50
Dossier voorbereid door: Philippe BAWENS, Adjudant (OR-8, Chef Bewapening 2 Bataljon der Commando’s ********** UITTREKSEL ARCHIEVEN DAGBLAD VAN DIEST IN 1924. Luchtmeeting in augustus 1924 (Dus meer dan 90 jaren geleden) op het plein te Schaffen. Lang vooraleer de Para’s hun eerste vliegtuigsprong uitvoerden op het vliegveld van Schaffen (Nog geen dropping zone), is een Franse juffrouw hen voorafgegaan. Het dagblad van Diest van 15 augustus 1924 beschreef uitvoerig het huzarenstukje van deze dame en de luchtmeeting van die dag. Hierna een korte samenvatting van de sprongen van deze juffrouw. De presentator meldt aan het publiek: “ Het is nu de beurt aan juffrouw ROY, een acrobate parachutist, die op een hoogte van 500 meters een vliegtuig zal verlaten “. De angstige toeschouwers volgden het opstijgen van het vliegtuig met oplettendheid. Juffrouw ROY verliet het vliegtuig aangekomen op de gewenste hoogte. Na een vrije val van 300 meters opende het valscherm zich en tekende een mooie paddestoel in de lucht. De daling gebeurde langzaam en ze lande rechtstaand op de grond, toegejuicht door een duizendtal aanwezigen uit de omstreken. Haar tweede sprong was nog acrobatischer. Na een val van 100 meters opende ze haar valscherm waarvan ze zich onmiddellijk losmaakte, en viel terug in vrije val. Haar tweede valscherm ontplooide zich op ongeveer 150 meters van de grond, en zoals haar eerste demonstratie, is het rechtstaande dat ze land op de piste. Gedurende haar ereronde, rechtstaand op een voertuig van de inrichters, kreeg deze Franse acrobate parachutiste een enorme ovatie. Deze demonstratie had een gevolg te Diest. Op het einde van de school vakantie verspreide het nieuws zich als een vuurtje onder de scholieren. Een bericht is verspreid, “ Op donderdag in de namiddag, rond vier uur zal X een sprong uitvoeren met zijn valscherm (Oude lakens aaneen genaaid), vanuit een grote boom op de citadel “. Zeg het verder… X was de zoon van de bakker op de grote markt van Diest. 20
Op het afgesproken uur klom onze jonge acrobaat in de boom, maakte zijn aaneen genaaide lakens vast en werpt ze bij het springen. Mirakel onder een mirakel, het systeem van zijn valscherm remde zijn daling af en dreef naar de Demer. Zijn afdrijving hielp hem over de Veau te drijven en een tiental meters achter het huis van Léonie van de KROL te landen. Ondertussen hadden enkele opmerkzame zielen zijn vader op de hoogte gebracht. Zodra zijn demonstratie beëindigd was kreeg hij een flinke bestraffing door twee krachtige handen. Zeer lang bleef onze artiest de held van de jongeren, maar gelukkig beleefden we geen tweede sprong. Jempy Bonjean. Vrije vertaling: Hubert PAUWELS. **********
ZE HEBBEN ONS VERLATEN.
De Heer Paul DE TROYER
13 augustus 2014
Ancien Commando. Hij was lid van onze vereniging
De Heer Charles DE SOUTER
december 2014
Hij was lid van onze vereniging
De Heer Guido MICHIELS
6 december 2014
Hij was lid van onze vereniging
De Heer Stéphane de LOCHT
28 februari 2015
Ancien Commando Hij was lid van onze vereniging
De Heer Jean-Marie CLEMENT
25 maart 2015
Hij was lid van onze vereniging
De Heer Patrick GERMIAT
07 april 2015
Hij was lid van onze vereniging
De Heer Raffaële EREDDIA
24 april 2015
Ancien 2 Bataljon der Commando’s Hij was lid van onze vereniging
De Heer Gilbert HOUTTAVE
Datum onbekend
Hij was lid van onze vereniging
De Heer Lucien JANSON
29 augustus 2015
Oorlogsvrijwilliger 1944 4 Troop 10 Inter Allied Commando
Commandant b.d. Jacques René LIENARD
02 oktober 2015
Oorlogsvrijwilliger 1944 4 Troop 10 Inter Allied Commando
***** Wij bieden aan de familie ons oprecht rouwbeklag. **********
21
NIEUWS VAN HET MUSEUM. Nieuwe manier verzending van de Commando Dagger. Zoals u het weet, is de kleine bijdrage dat aan onze leden wordt gevraagd amper genoeg om de werkingskosten van het Museum te dekken. Een groot deel van het budget wordt aan de uitgave van ons tijdschrift besteed. In een nabije toekomst zal ons fotokopieerapparaat moeten vervangen worden. Uit de eerste prospectie blijkt het dat de prijs van een huurcontract voor een aangepaste machine niet meer gerechtvaardigd kan worden ten opzichte van ons budget. De aankoop van een nieuw performant fotokopieerapparaat is ook niet mogelijk. De uitgave via een drukkerij zal te veel kosten. Een oplossing is een aanzienlijke vermindering van het aantal exemplaren op papier, hetzij met de publicatie van één tijdschrift per jaar, hetzij met de ter beschikkingstelling van ons tijdschrift via onze website. In dit laatste geval zouden de leden die toegang tot internet hebben en die duidelijk hebben laten weten dat zij de versie op papier niet meer willen ontvangen, dan de Commando Dagger raadplegen of downloaden via de website van het Museum. De vrije toegang naar het exemplaar van de Dagger zal niet meer mogelijk zijn voor de personen die geen lid zijn van onze vereniging. Oproep: Verschillende adressen E-Mail van onze leden opgenomen in onze gegevens zijn niet meer correct. We vragen aan onze leden die hun E-Mail adres veranderd hebben sinds hun aansluiting bij onze VZW het ons te melden met hun mening aangaande het verzenden van de Commando Dagger. Indien bepaalde leden nu over een recent adres E-Mail beschikken en die niet werd medegedeeld aan het secretariaat van het Museum vragen we het te melden aan het secretariaat (
[email protected]) Bij voorbaat dank voor uw begrip en medewerking. Citadel van Namen. Het museum werd geraadpleegd door een geschiedkundige van de beheerploeg Citadel met de vraag om foto’s en herinneringen van de periode vanaf 1945 tot aan de verhuis van het 2 Bataljon Commando einde 1961 terug te vinden. We hebben enkele documenten kunnen bezorgen maar spijtig genoeg zijn de foto’s in ons bezit weinig te exploiteren. We doen dus beroep op anciens Commando’s die op de Citadel hun dienst hebben vervuld en die ons foto’s kunnen bezorgen verwezenlijkt gedurende hun verblijf op de Citadel. Van deze documenten zal dan een kopie genomen worden in het museum en terug overgemaakt worden aan de eigenaar. Indien u ons kan helpen, gelieve contact op te nemen met het museum via adres E-Mail of per telefoon. We bepalen dan de best mogelijke oplossing om uw documenten uit te buiten.
22
Digitalisatie van foto’s. De ploeg van het museum is begonnen met de digitalisatie van de foto’s die zich in onze archieven bevinden. Het werk begint met de juist mogelijke identificatie en klassering van de foto’s. Spijtig genoeg is het moeilijk de juiste identificatie van een groot aantal foto’s te bepalen ( Wie, wat, waar en wanneer…? ). Op dit gebied willen we beroep doen op de ervaring en de herinneringen van onze leden. We zullen de foto’s verspreiden, in groepen van twintig op de site internet van het museum en vragen u een eventuele gekende identificatie van de foto’s te melden aan het museum. Open deurdag van het 2 Bataljon der Commando’s. Spijts de slechte weersomstandigheden in de voormiddag was de opendeurdag van het 2 Bataljon der Commando’s een groot succes. Het museum heeft meer dan vijf honderd bezoekers kunnen begroeten. De volledige ploeg beheer bedankt de vrijwilligers van de Regionale Namen (ANPCV) die ons hebben geholpen bij de onopvallende surveillance van het museum, alsook voor hun bijdrage van kleine onontbeerlijke diensten voor het goed verloop van deze gebeurtenis. Een veteraan van de ploeg zet een stap terug. Iedereen kent Marcel DIMANCHE voor zijn inzet ten voordele van het museum. Pionier van het eerste uur heeft hij zich ingezet sinds 2004 als gids en archivaris van het Museum der Commando’s. Zij die het genoegen hebben gehad het museum met hem te bezoeken weten dat drie uren niet volstaat gezien de uitgebreide uitleg. We moeten hem in het bijzonder danken voor het opstellen en het verwezenlijken van de site internet met de voor hand zijnde mogelijkheden en zijn onvergelijkbare striktheid. De personen die gewoon zijn onze site te bezoeken kunnen opmerken dat niets ontbreekt. We moeten Marcel ook bedanken voor het uitzonderlijk resultaat van zijn opzoekingen aangaande de periode van 1942 tot 1945. Op basis van opgespoorde documenten, met volharding en geestdrift, heeft hij dag na dag de activiteiten kunnen opstellen van onze voorgangers. Hij is erin geslaagd al de namen (Bijna) van de Commando’s tussen 1942 en 1945 terug te vinden. Dank zij hem heeft deze periode voor ons bijna geen geheim meer. Maar bijna is niet voldoende voor de eeuwige ontevredene. Marcel heeft beslist een weinig afstand te nemen ten opzichte van het museum. We weten dat hij zijn opzoekingen bij hem thuis verder zet daar hij pas tevreden zal zijn wanneer hij de volledige juiste lijst en de geschiedenis van de anciens 42-45 zal beëindigd hebben. Maar! Iedere maandag zien we hem niet meer achter zijn bureau! De voltallige ploeg bedankt hem hartelijk voor zijn onafzienbaar werk en verzekerd hem dat hij steeds thuis is in het museum. Vrije vertaling: Hubert PAUWELS.
**********
23
HET WOORD VAN DE PENNINGMEESTER. Beste vrienden(innen) van het Museum. Het jaar 2015 zal binnenkort eindigen. Zoals de vorige jaren heeft de beheerploeg van het Museum zich ingezet om het te verbeteren en het te onderhouden. Ik ben ervan overtuigd dat de ploeg die zich iedere week inzet voor ons mooie Museum haar taak heeft volbracht dank zij uw steun. Ik veroorloof mij op het einde van het jaar 2015 u terug uit te nodigen om ons Museum te steunen. Uw bijdrage zal ook nuttig zijn voor het jaar 2016. Het volstaat de som van 7,00 Euro te storten op de rekening: Nr: BE55-0012-8958-0644 van: A.S.B.L. MUSEE DES COMMANDOS Cas. SLt Thibaut Rue Durieux, 80 B5020 FLAWINNE ( Belgique ) Ter herinnering: vergeet a.u.b. niet in de rubriek mededeling uw naam en voornaam, alsook uw nummer lid te vermelden die zich op uw lidkaart bevindt, links onderaan. “Deze inlichtingen zijn NOODZAKELIJK voor de goede identificatie van elke persoon”
Mag ik u vragen deze betaling uit te voeren voor de 31 januari 2016 ten laatste, dit om bijkomende administratie te vermijden. In de hoop u te kunnen begroeten in ons Museum, aanvaardt beste vriend(in) mijn hartelijke groeten. Jean-Marie GOEDERT. Penningmeester Tel: 081/73.50.21 OPGELET: Art. 9 van de statuten: Elk lid is ontslagnemend in geval hij gedurende twee lopende jaren zijn bijdrage niet heeft betaald.
**********
24
AQUAREL.
25