Editie 26 | juni 2016
Global Asset Management
Voorwoord
Focus
MVB
Pennenstreek
Klankbord
Horizon
In beeld
novum Waar slapeloze nachten al niet goed voor zijn... In dit voorwoord neem ik even de gelegenheid om terug te blikken op de eerste maanden van het jaar en ik kom tot de conclusie dat de financiële markten zeker niet saai waren. Terugkijkend op de laatste drie maanden constateer ik weinig positieve momenten. Iconen als Muhammad Ali, Cruijff en Prince ontvielen ons. Kijk je sec naar de ontwikkeling van de MSCI Wereld over de afgelopen drie maanden, dan zie je daar een lichte stijging. De dagelijkse uitslagen, alsmede ook de regionale verschillen (bijvoorbeeld Europa) zijn echter zeer fors te noemen. Voeg daar de daling van de 30- en 10-jaars swaprente aan toe over de afgelopen 3 maanden en we kunnen weer een aantal slapeloze nachten bijschrijven, met flinke wallen onder de ogen als gevolg (en de wallen zullen nog wel even blijven hangen!) In die slapeloze nachten grijp ik altijd naar kookboeken. De beelden in kookboeken brengen een glimlach op het gezicht van velen. Watertandend blader je door de boeken, maar na een tijdje toch wel enigszins beteutert, omdat je daarna zelf aan de slag moet en zelf combinaties dient te maken. Dit alles riep bij mij associaties op met ontwikkelingen op de financiële markten en in het politieke landschap. Tevens kwam daar de vraag naar boven of wij wellicht ons vak ook niet in kookboek-formaat moeten weergeven: BMO Global Asset Management’s culinary experience – A global taste.
1
Maandmenu BMO Global Asset Management - juni 2016 De ‘mise en place’ wordt verzorgd door ECB: het ruime monetaire beleid, incluis de aankoop nu van bedrijfsobligaties, vormt een ‘mooie’ basis. We larderen het geheel met wat voorgerechten, zoals de Griekse hulp, de Spaanse verkiezingen en het Italiaans referendum. Aangevuld met wat kleine exotische amuses, zoals de politieke en economische perikelen in Venezuela en Brazilië. Voor het hoofdgerecht steken we de Noordzee over voor een gemengd bord ‘Brexit, Bremain’, aangevuld met wat Turks fruit. Als dessert nemen wij dan de Amerikaanse presidentsverkiezingen met een snufje FED-vooruitzichten. Bij de koffie serveren wij friandises in de vorm van stijgende olie- en goudprijzen. Een zeer copieuze maaltijd!
Wel moet ik bekennen dat ik sinds kort enig maagzuur heb; niet vanwege mijn kookkunsten of die van mijn vrouw, maar vanwege de overvloed aan groen(e velden) op de tv-zenders… 25 juni 1988 stond ik huilend (mede ingegeven door de drank) op het plein in Hoorn met een dreadlockpruik… te juichen voor onze kampioenen! Nu heb ik nog geen wedstrijd gevolgd. Ik hou mij maar vast aan de alom geaccepteerde juridische disclaimer: ‘Rendementen uit het verleden…’. Het verleden is een statisch geheel, de toekomst dynamisch, waarbij de dynamiek grotendeels in onze handen ligt. Succes de komende periode. May the Force be with you!
Koken is het verhitten van voedsel om een maaltijd te bereiden. In ons kookboek nemen wij u mee door alle mogelijke ingrediënten en beschrijven wij hoe u deze het beste kunt combineren. Het resultaat dient een smakelijk geheel te zijn, dat voor iedereen toegankelijk is en zeker niet te zwaar op de maag valt. Bestuurders van pensioenfondsen en verzekeraars zijn niet te benijden. Wij dragen graag de (mix van) ingrediënten aan om u in staat te stellen een smakelijke maaltijd voor te schotelen aan de polishouders en deelnemers.
Volgende
Editie 26 | juni 2016
Global Asset Management
Voorwoord
Focus
MVB
Pennenstreek
Klankbord
Horizon
In beeld
novum Het coöperatief pensioenfonds als alternatief consolidatievehikel Binnen de Klantenadviesraad (KAR) van BMO Global Asset Management wordt momenteel nagedacht over de kansen en bedreigingen van zowel het algemeen pensioenfonds (APF) als het coöperatief pensioenfonds (CPF). Het door Houthoff Buruma uitgedachte CPF is in de laatste KAR-vergadering gepresenteerd en kan een uitstekend alternatief bieden voor de reeds bekende consolidatieoplossingen in de pensioensector. Zo biedt het CPF alle voordelen die het APF ook heeft - en eventueel zelfs meer - maar kent het minder nadelen. Voor het CPF maakt het bijvoorbeeld niet uit of de ‘kringen’ (m.a.w. de deelnemende pensioenfondsen) worden gevormd door ondernemingspensioenfondsen of bedrijfstakpensioenfondsen. Het APF staat alleen open voor ondernemingspensioenfondsen. Net zoals het APF kan het CPF bijdragen tot consolidatie en professionalisering in de pensioensector. Met beide vehikels kunnen meer keuze- en schaalvoordelen worden gerealiseerd door bestuurlijke lasten en uitvoeringskosten te beperken. Het CPF kan worden gebruikt als eindoplossing, maar ook als tussenstap naar een APF en kan in het bijzonder interessant zijn voor pensioenfondsen die direct willen beginnen met consolideren, maar een APF of een andere consolidatieoplossing (vooralsnog) een stap te ver vinden. 1. Gradaties van consolidatie Het CPF is – evenals het APF – een vorm van consolidatie van pensioenfondsen. Vormen c.q. gradaties van consolidatie
2
Pensioenfondsen zouden een samenwerkingsverband kunnen aangaan om zodoende schaalvoordelen te behalen. Het is echter lastig om de continuïteit van de samenwerking te handhaven nu het gemeenschappelijk belang van het behalen van schaalvoordelen nauwelijks is geborgd vanwege het ontbreken van centrale aansturing. Van centrale aansturing is wel sprake bij het APF en het CPF. 2. De structuur van het CPF Het CPF is een coöperatie, een bijzondere vorm van de vereniging. Kenmerkend voor een coöperatie is dat zij voor en door de leden van de vereniging bestaat. Ieder lid is vrij zijn of haar lidmaatschap te beëindigen. Aan toetreding tot het lidmaatschap kunnen voorwaarden worden gesteld door de deelnemende pensioenfondsen. Deze voorwaarden kunnen afspraken bevatten ten aanzien van de gewenste samenwerking tussen de deelnemende pensioenfondsen en het te realiseren groeimodel richting schaal- en governancevoordelen. De statuten kennen weinig wettelijke beperkingen, zodat er grote flexibiliteit bestaat om de coöperatie naar eigen inzichten in te richten.
In tegenstelling tot de situatie bij het APF blijven de deelnemende pensioenfondsen in het geval van het CPF in stand. Deze pensioenfondsen zijn de leden van het CPF en hebben als zodanig zitting in de ledenvergadering. De deelnemende fondsen vormen het equivalent van de collectiviteitkringen bij het APF. Er komt een overkoepelend bestuur dat, onder andere, verantwoordelijk zal zijn voor de verschillende schaal- en governancevoordelen. Het CPF 3. Belangrijkste kenmerken van het CPF Hierna schetsen wij de belangrijkste kenmerken van het CPF aan de hand van een aantal thema’s. Werkkapitaal – Het CPF is niet verplicht te allen tijde een minimaal werkkapitaal aan te houden. Het voordeel daarvan is dat er geen sponsor gezocht hoeft te worden die bereid is om het werkkapitaal te financieren dan wel het werkkapitaal te financieren uit de voorzieningen of de bijdragen van de deelnemende pensioenfondsen. Governance – In het geval van een CPF blijven de deelnemende pensioenfondsen bestaan. Daarmee blijft ook de positie van het bestuur en daarmee de zeggenschapsstructuur in stand. Bovendien ontstaat er ook zeggenschap door de pensioenfondsen over het CPF via de ledenvergadering. Voorts komt er een overkoepelend bestuur dat, onder andere, verantwoordelijk zal zijn voor de schaal- en governancevoordelen. Lees verder op de volgende pagina
Volgende
Editie 26 | juni 2016
Global Asset Management
Voorwoord
Focus
MVB
Pennenstreek
Klankbord
Horizon
In beeld
novum Het in stand houden van meerdere pensioenfondsbesturen kan als nadeel worden ervaren omdat het de Nederlandse pensioensector niet drastisch hervormt, maar er zijn evenzeer voordelen aan deze structuur verbonden. Een voordeel op dit vlak is dat indien er besturen zijn die hun termijn nog willen uitdienen, kan het betreffende pensioenfonds niettemin alvast toetreden tot het CPF: de pensioenfondsbestuurders kunnen na toetreding tot het CPF hun functie blijven bekleden en deze op termijn al dan niet afbouwen. Binnen het CPF ontstaat as het ware een ‘bestuurderspool’, waarin bestuurders elkaar kunnen vervangen en kennis kunnen delen. In het geval van een APF is er sprake van een harde deadline waarbij de pensioenfondsbesturen van de toetredende pensioenfondsen direct moeten aftreden. Uitbestedingvoorwaarden – De deelnemende pensioenfondsen in het CPF kunnen profiteren van de sterkere onderhandelingspositie van het CPF ten opzichte van de partijen aan wie werkzaamheden worden uitbesteed (bijvoorbeeld op het gebied van vermogensbeheer en pensioenadministratie). Vergunning – Het CPF is niet-vergunningsplichtig en kan direct worden opgericht. Afgescheiden vermogen – In het geval van een CPF is er sprake van een volledige juridische scheiding van de diverse ‘kringen’ (m.a.w. de deelnemende pensioenfondsen), aangezien de deelnemende pensioenfondsen niet worden opgeheven. 3
Collectief vermogensbeheer / BTW – Het CPF kan mogelijk profiteren van een BTW-voordeel door middel van asset pooling tussen de deelnemende pensioenfondsen in het CPF. Afhankelijk van de opzet, blijft de betreffende poolingstructuur mogelijk buiten de reikwijdte van de AIFM Richtlijn1 (zoals geïmplementeerd in de Nederlandse toezichtwetgeving). Bij een APF is een dergelijk BTW-voordeel in beginsel niet te realiseren. Gemak toe- en uittreden – In het geval van het CPF is toe- en uittreding eenvoudig te realiseren door het lidmaatschap aan te gaan c.q. op te zeggen. Indien een collectiviteitkring wil toe- of uitreden in het geval van een APF, wordt dat beschouwd als waardeoverdracht met toepassing van alle wettelijke voorwaarden van dien. Bovendien zal bij iedere wijziging van het aantal collectiviteitkringen een statutenwijziging noodzakelijk zijn. Ook zal bij toetreding sprake zijn van liquidatie van het achterblijvende pensioenfonds en bij uittreding wellicht van oprichting van een nieuw pensioenfonds. Absoluut behoud identiteit – In het geval van een CPF blijven de pensioenfondsen bestaan, zodat er ook per definitie niets wijzigt in de ‘eigenheid’ van het betreffende pensioenfonds dat toetreedt tot het CPF. Intern toezicht – Bij het APF is een Raad van Toezicht (RvT) voorgeschreven. Voor de pensioenfondsen/leden van het CPF geldt dat minimaal een visitatiecommissie ingesteld moet worden. Daarbij zouden de pensioenfondsen/leden ervoor kunnen kiezen om een gezamenlijke visitatiecommissie in te stellen.
Het CPF zelf kan kiezen om wel of geen intern toezichtorgaan in het leven te roepen, dan wel te kiezen tussen een visitatiecommissie en een RvT (of RvC). 4. Conclusie In deze bijdrage hebben wij getracht in een kort bestek een alternatieve oplossing aan te reiken voor pensioenfondsen die nu willen beginnen met consolideren, maar een APF of ander consolidatieinstrument (vooralsnog) een stap te ver vinden. Wij menen dat het CPF effectief en laagdrempelig kan bijdragen aan de verdere concentratie in de pensioensector. Uiteraard moet in een concreet geval een nadere uitwerking en afweging gemaakt worden.
Wilt u meer weten? Roland de Greef (Advocaat bij Houthoff Buruma)
[email protected] Daan Horsthuis (Advocaat bij Houthoff Buruma)
[email protected]
1
D e Europese richtlijn inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen.
Volgende
Editie 26 | juni 2016
Global Asset Management
Voorwoord
Focus
MVB
Pennenstreek
Klankbord
Horizon
In beeld
novum Fossiele brandstoffen: een beleggersvraagstuk Het onderwerp fossiele brandstoffen lijkt definitief een beleggersvraagstuk te worden, zeker na de uitkomsten van de Klimaattop in december 2015. Het brede publieke verwacht van institutionele beleggers als pensioenfondsen en verzekeraars dat ze een duidelijk standpunt hierover innemen. De door actiegroep Follow This ingebrachte resolutie om Shell te dwingen zich uitsluitend te richten op hernieuwbare energie kon echter niet op de steun van aandeelhouders rekenen. In dit artikel geven we aan hoe BMO Global Asset Management omgaat met dit vraagstuk, geven we wat meer achtergrond over Shell en vatten we tot slot samen wat beleggers zelf kunnen doen om dit vraagstuk in de beleggingsportefeuille te adresseren. BMO Global Asset Management en fossiele brandstoffen In de afgelopen drie jaar zijn wij met zo’n 100 bedrijven in de olie & gas-, mijnbouw- en nutssector in dialoog gegaan over de wijze
waarop bedrijven hun bedrijfsmodel aanpassen aan de uitdagingen die gepaard gaan met klimaatverandering. Ook hebben wij in aanloop van de Klimaattop in Parijs met diverse beleidsmakers gesproken. Beide activiteiten hebben ertoe bijgedragen dat wij de ‘best practices’ ten aanzien van dit onderwerp in kaart hebben gebracht.
Engagement
Onderwerp
“Best practice”
Risicomanagement: Scenario-analyses en stress-testen.
Conservatieve vooruitzichten, exclusief politieke ontwikkelingen, alternatieve energiebronnen en electriciteits-opwekking.
BG Group, Eni SpA, Santos, Statoil en Suncor – publiceren 2°C “stress-testing” in aanvulling op een interne koolstofprijs.
Transparantie en commitment: Publicatie van maatregelen om risico‘s te adresseren
Ontbreken van rapportages over potentiële risico’s ten aanzien van de bedrijfsportefeuille en toekomstige investeringsplannen
Rio Tinto rapporteert dat het “stress-testen” heeft geleid tot een desinvestering in koolstof.
Toezicht door Bestuur: Kennis over dit onderwerp binnen het Bestuur vergroten
Het ontbreken van expertise.
Glencore en ENI SpA heeft een niet-uitvoerend bestuurders met specifieke kennis over dit onderwerp aangesteld.
Politieke lobby: het klimaatbeleid van ondernemingen behartigen
Activiteiten gericht op afzwakking klimaatbeleidinitiatieven. BP en Shell hebben de banden met American Legislative Exchange Council (Alec) verbroken.
Shell’s beleid met betrekking tot klimaatverandering In 2015 heeft de Raad van Bestuur van Shell zijn steun uitgesproken voor de ‘Aiming for A’-resolutie waarin het bedrijf werd opgeroepen meer te doen om de gevolgen van de klimaatverandering te integreren in zijn strategie en toekomstplannen. Eén jaar later heeft het bedrijf net de overname van BG Group voor $ 53 miljard afgerond en moet het hoognodig zijn schuldenlast omlaag brengen door in kosten en werkgelegenheid te snijden om te kunnen blijven concurreren in een periode van langdurig dalende olieprijzen. Er zijn tekenen dat Shell, evenals een aantal andere grote Europese oliemaatschappijen, zijn positie in alternatieve energiebronnen weer begint uit te breiden. Naast kernactiviteiten als “Integrated Gas en Deepwater” heeft het bedrijf een divisie “New Energies” opgericht, die gaat investeren in activiteiten op het gebied van hernieuwbare en koolstofarme energie. Meer details worden bekendgemaakt op een binnenkort te houden beleggersdag, maar de CEO heeft al benadrukt dat de investeringen op dit gebied beperkt zullen blijven zolang de rendementen niet concurrerend genoeg zijn. Shell’s plannen voor nieuwe energie lijken vergeleken met een aantal andere energiebedrijven een stuk minder ambitieus. De Franse energiereus Total heeft bijvoorbeeld na substantiële overnames in zonne-energie en energieopslag de doelstelling bekendgemaakt dat hernieuwbare energie in 2035 verantwoordelijk moet zijn voor 20% van de portefeuille. In reactie op de collectieve dialoog die beleggers zijn aangegaan met betrekking tot de uitvoering van ‘Aiming for A’, waarin wij een leidende rol spelen, heeft Shell ook een aantal zaken gepubliceerd. Lees verder op de volgende pagina
4
Volgende
Editie 26 | juni 2016
Global Asset Management
Voorwoord
Focus
MVB
Pennenstreek
Klankbord
Horizon
In beeld
novum Dit betreft onder meer de uitdaging voor de middellange termijn om de productportefeuille beter bestand te maken tegen de uitdagingen van de energietransitie, alsmede de visie voor de langere termijn op een emissievrije energiesector tegen het eind van de 21ste eeuw. Al met al is het een jaar geworden met veel activiteiten en vele pagina’s aanvullende mededelingen, maar getuigt dat alles van de klimaatgerelateerde “business stress test” waarvoor wij pleiten? Daar blijven we sceptisch over. Hoewel het senior management en de raad van bestuur blijk geven van een beter begrip voor de risico’s en kansen van een transitie naar koolstofarme energie, blijft Shell erg terughoudend bij het nemen van besluiten die het bestaande bedrijfsmodel zouden transformeren. Met name nu het bedrijf krap bij kas zit, blijft het management meer dan ooit gefocust op de winstgevendheid van de bestaande portefeuille in plaats van - schijnbaar riskant - in te zetten op alternatieve energie. Tijdens de laatste Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) van 24 mei jl. hebben wij daarom als co-auteur opgetreden van een zogenaamde investor statement, die aan de Raad van Bestuur is gepresenteerd met het verzoek om meer leiderschap te tonen en duidelijker te maken dat de huidige strategie in overeenstemming is met het streven naar minder dan 2°C opwarming (zoals herbevestigd in het Klimaatakkoord van Parijs). Wij achtten de door de Nederlandse ngo Follow This ingediende resolutie waarin Shell werd gevraagd zich voor 2030 om te vormen tot een bedrijf in uitsluitend hernieuwbare energie, te normatief. Hoewel de resolutie 97% tegenstemmen kreeg, zijn we blij dat wij door voortdurend klimaatresoluties in te dienen een stem kunnen geven aan onze bezorgdheid dat Shell op dit gebied te weinig doet. 5
Als we naar AVA’s in de Verenigde Staten kijken, heeft een recente reeks resoluties waarin werd verzocht om betere afstemming op het 2°C-beleid, ongehoord veel steun van aandeelhouders gekregen (38% bij Exxon, 41% bij Chevron en 49% bij Occidental). In tegenstelling tot de Europese oliereuzen verzette het management van deze bedrijven zich wel tegen de resoluties, waaruit blijkt dat de kwestie van de energietransitie nog geen weerklank vindt in de Amerikaanse bestuurskamers. De vooruitgang gaat misschien langzaam, maar de gestage toename van de steun van beleggers voor dergelijke resoluties is ontegenzeglijk een succes. Vragen over de rol van fossiele brandstoffen in een koolstofarme economie zijn nu niet meer weg te denken. Er bestaan geen gemakkelijke antwoorden en snelle oplossingen. Toch is het bemoedigend te constateren dat sommige bedrijven in deze sector laten zien dat ze in elk geval de uitdaging beginnen aan te gaan.
Wat kunnen beleggers doen om klimaatverandering te adresseren? Er zijn een aantal zaken die institutionele beleggers kunnen ondernemen om het onderwerp klimaatverandering te adresseren. In onderstaande tabel vatten we dit kort samen. BMO Global Asset Management heeft een ‘road map’ ontwikkelt om niet alleen het vraagstuk rondom fossiele brandstoffen, maar ook andere onderwerpen stapsgewijs en goed doordacht te adresseren. Onze klanten bepalen hierbij de snelheid en de reikwijdte!
Mogelijke stappen
Belangrijke vragen
1. Strategische herijking investment beliefs
• Uit welk oogpunt wil je het vraagstuk fossiele brandstoffen adresseren: financieel, ethisch, druk van belanghebbenden? • Komt een meer actieve benadering van dit onderwerp overeen met andere investment beliefs (met name die gericht op passief beleggen)? • Hoe past het onderwerp klimaatverandering in de bredere MVB-agenda?
2. Strategische assetallocatie
• Welke beleggingscategorieën lopen het meeste risico danwel zijn het meest kansrijk op het gebied van klimaatverandering? • Is er een voorkeur voor een allocatie naar categorieën / sectoren met een lage uitstoot?
3. Risicometing op portefeuilleniveau
• Berekening van de carbon footprint - en welk onderdeel van de portefeuille en op basis van welke methodiek? • Wat te doen als er vooral passief wordt belegd?
4. Afbouwen van belang
• Kan er afgeweken worden van een passief beleggingsbeleid? • Indien ja, gaat de voorkeur naar uitsluiting of onderweging? • Wat zijn de kosten- en risico-implicaties?
5. Investeren in kansen
• Welke beleggingscategorieën en welk risico geniet de voorkeur?
6. Engagement
• Bedrijven ten aanzien van hun transitiestrategie • Beleidsmakers • Vermogensbeheerders (integratie van zowel risico’s als kansen in de beleggingsbeslissing)
Volgende
Editie 26 | juni 2016
Global Asset Management
Voorwoord
Focus
MVB
Pennenstreek
Klankbord
Horizon
In beeld
novum Brexit of Bremain? Juni 2016 is voor de Europese Unie (EU) een zeer spannende maand, de Europese Centrale Bank begint met het opkopen van Europese bedrijfsobligaties en start een nieuwe ronde TLTRO’s (targeted longer-term refinancing operations), in Spanje zijn er landelijke verkiezingen, in Italië lokale en last but not least: de Britten mogen in een referendum stemmen of ze bij de EU willen blijven (‘remain’) of dat ze hun toekomst zonder EU-lidmaatschap zullen voortzetten (‘leave’). Werd Brexit maandenlang gezien als de grote zwarte zwaan, met een soort van nek-aan-nek race in de peilingen, de afgelopen weken werd er steeds minder rekening gehouden met een Brexit. De wedkantoren schatten de kans op een Brexit minder dan 30%, al was het eerder al eens minder dan 20%. Het aantal ‘leave’-stemmers ontloopt het aantal ‘remain’-stemmers in sommige peilingen niet veel, maar er is ook een grote groep mensen die het nog niet weet. ‘Leave’- versus ‘remain’-stemmers 60 55 50 45 40 35 30 sep.-15
okt.-15
nov.-15
dec.-15
jan.-16 Leave%
Bron: Bloomberg, 14 juni 2016
6
feb.-16
mrt.-16
apr.-16
mei-16
jun.-16
Uit het verleden blijkt, dat deze groep (en dat is ca. 20% van de stemmers) uiteindelijk in overgrote mate zal kiezen voor handhaving van de status quo. Daarmee is de kans op een Brexit bescheiden. Alleen een terreuraanslag of een ernstig vluchtelingenincident kan hier nog grote verandering in brengen. Veiligheid en migratie zijn voor het ‘leave’-kamp de enige kaarten die ze kunnen spelen. De veronderstelde economische voordelen van Brexit, bijvoorbeeld eigen handelsverdragen meer toegesneden op de Britse economie, vinden wij niet erg overtuigend. Eveneens zijn wij van mening dat de argumenten van het pro-EU kamp ook meer gebaseerd zijn op angst dan op solide analyse. Brexit zou ten koste gaan van 5% van BNP, 4300 pond per gezin, 400.000 banen in de dienstensector. Een degelijke onderbouwing hiervan ontbreekt. Een realistische bandbreedte voor de permanente impact van een Brexit op het Bruto Nationaal Product (BNP) van het Verenigd Koninkrijk (VK) ligt tussen de 0,8% verlies en 0,6% winst … in 2030 .
Geen noemenswaardige schade bij een Brexit, maar wel problemen voor de City en de EU Voor de Nederlandse institutionele beleggers verwachten wij geen noemenswaardige blijvende schade bij Brexit. Het zal zonder twijfel enkele volatiele dagen opleveren, maar voor een wereldwijd beleggend institutiionele belegger verwachten wij geen kleerscheuren. Het Britse pond zal de grootste klappen krijgen en deze wordt door de beleggers afgedekt. De algehele onzekerheid over hoe het nu verder gaat, zal zeker een tijdelijke dip in investeringen, consumentenvertrouwen en daarmee ook het BNP te weeg brengen in het VK, maar we denken dat dit van tijdelijke aard zal zijn. Er zal snel weer worden overgaan tot de orde van de dag op het moment dat blijkt dat er eigenlijk niet zo veel veranderd is. De devaluatie van het Britse pond zal leiden tot een hogere inflatie en een hogere rente in het VK, maar is ook gunstig voor de exportpositie.
Impact Economie Euroland • Negatief want handel kan geraakt worden (m.n. Ierland, NL en België): -0,2/-0,3% GDP Euroland • Negatief voor Oost Europese landen wegens wegvallen financiële bijdrage VK aan EU • Lagere inflatie door appreciatie EUR • Negatieve impact wegens politieke onzekerheid
Remain%
Lees verder op de volgende pagina Volgende
Editie 26 | juni 2016
Global Asset Management
Voorwoord
Focus
MVB
Pennenstreek
Klankbord
Horizon
In beeld
novum Het traject voor het VK om uit te treden zal jaren in beslag nemen, tijd die ze kunnen gebruiken om een (vrij)handelsverdrag te sluiten met de EU en andere landen.
Impact Economie VK • Opzeggen Treaty of Lisbon duurt twee jaar • Negatief: handelsbeperkingen (53 nieuwe verdragen nodig) • Lagere GBP, meer inflatie • Positief: meer export bij depreciatie GBP • Positief: besparing jaarlijkse bijdrage EU (0,2% GDP) • EU exporteert meer naar VK dan omgekeerd • Schatting markt: per saldo negatief GDP effect (-0,5/-1%) en iets hogere inflatie (½%)
Een tweede risico zien we aan onze kant van de Noordzee, waar populistische partijen Brexit zouden aangrijpen voor anti-EU stappen, waaronder referenda. In een recente poll zou 48% van de Italianen voor uittreding stemmen. De EU zal alles uit de kast moeten halen om de eurosceptici de wind uit de zeilen te nemen, wil het de komende jaren ongeschonden doorkomen. Eén moment van onoplettendheid en de toekomst van de EU zal opnieuw wankelen. Kans op Brexit (%)
Conclusie en acties Wij hebben als BMO Global Asset Management de FX-afdekking voor onze klanten aangepast door deze door te rollen naar 2-maands contracten. Daarnaast wordt Britse Pond 100% afgedekt. Desalniettemin zijn wij van mening dat aandelenmarkten de risico’s veelal hebben ingeprijsd (en wedkantoren geven nog aan dat ‘Remain’ de basis is). Bovendien hebben veel van de pensioenfondsen en verzekeraars een staatsobligatieportefeuille van de kernlanden (die positief reageren op een Brexit) en géén of slechts een beperkte exposure naar staatsobligaties van Zuid-Europese landen. Het werkelijke risico is onzes inziens dan ook dat een eventuele Brexit gevolgd wordt door verdere desintegratie van de EU.
23
20
In de risicoscenario’s zien we vooral problemen voor de positie van de City, indien de EU besluit om City-onvriendelijke wetgeving in te voeren waarover de Britten niet langer een veto kunnen uitspreken. Een totale uitholling van de City ligt volgens ons niet in de kaarten, London als financieel centrum is daarvoor te belangrijk. Verder zou Schotland opnieuw kunnen streven naar onafhankelijkheid.
7
17 apr.-16
apr.-16
mei-16
mei-16
jun.-16
Bron: Bloomberg (‘Number Crunchers’), 14 juni 2016
Volgende
Editie 26 | juni 2016
Global Asset Management
Voorwoord
Focus
MVB
Pennenstreek
Klankbord
Horizon
In beeld
novum Solvency II is van kracht! Zijn asset managers Solvency II proof in en na 2016? Solvency II is per 1 januari 2016 van kracht. Verzekeraars hebben in 2015 de laatste voorbereidingen getroffen in de voorbereidende fase (prepatory phase) om te kunnen voldoen aan de eerste Solvency II QRT rapportages (Quantitative Reporting Templates). Een compliant gedreven exercitie waarbij o.a. asset data benodigd is om bepaalde rapportages c.q. templates te kunnen vullen. Meer QRT-rapportages Naast asset data voor de balans, eigen vermogen en een lijst van assets voor Q3 2015 rapportage en de Day One rapportage (Q4 2015), komen er voor de kwartaalrapportages van 2016 en voor FY2016 meer QRTs bij die moeten worden gerapporteerd door verzekeraars. Voor deze rapportages zijn steeds meer en gedetailleerdere gegevens benodigd. Daarnaast worden de rapportagecycli voor verzekeraars de komende jaren korter. Verzekeraars zullen deze eisen doorschuiven in de keten van data-aanlevering en rapportering. De verzekeraars gaan van asset managers uitgebreidere en gedetailleerdere, maar ook robuustere data verlangen waarbij de aanlevering in een korter tijdsbestek plaats moet vinden. Dit zal zijn effect hebben op de huidige onderliggende rapportageprocessen, het IT-landschap en het monitoren c.q. beheren van deze data bij zowel de verzekeraar als de asset manager. Prangende vragen zijn: Zijn asset managers zich ervan bewust wat zij aan verzekeraars aan data dienen te leveren? Zijn asset managers reeds in gesprek zijn met hun clientèle om aan de toekomstige vraag en vereisten van Solvency II data te voldoen? Ofwel; hebben ze kennis van zaken en zijn zij proactief op het gebied van Solvency II? 8
Meer verwachtingen van asset managers Momenteel verzorgen asset managers de investeringen van verzekeraars binnen bepaalde mandaten en zijn zij veelal primair de leverancier van asset data ten behoeve van QRT-rapportages van verzekeraars. De vraag van verzekeraars zal door Solvency II veranderen; er is behoefte aan een business partner, die de risico’s van de verzekeraar identificeert en doorgrondt en meedenkt in het bepalen van de asset-allocatiestrategie en in het actief management van haar toekomstige economische balans. Het is daarom in lijn der verwachtingen dat de huidige rol van de traditionele asset manager het komende jaar transformeert. Veel hangt samen met de datavereisten en de uitdagingen die daarmee gepaard gaan. Generieke aandachtspunten zijn: • D atabeheer: asset managers zullen data-managementprocessen dienen in te richten die ten minste gelijk zijn aan haar klanten. Echter, vanwege proportionaliteitsprincipes varieert de standaard behoorlijk tussen de verschillende verzekeraars. Het zal daarom lastig zijn om aan te tonen dat de ingerichte processen bij de asset manager adequaat zijn voor al haar klanten.
Bij de inrichting van de governance kan onder andere gedacht worden aan taken en verantwoordelijkheden, data policy en het inrichten van een zogenaamde data dictionary en het aanpassen van Service Level Agreements (SLA). • Datalevering: er is een gebrek aan een vaste standaard voor het uitwisselen van data. Dit vergroot de complexiteit met betrekking tot de data-governance, het datamanagement en de data-uitwisseling tussen asset managers en verzekeraars. Overeenstemming dient bereikt te worden ten aanzien van de frequentie, de timing en de deadlines van de aanlevering, maar ook in de format en methode, de mate van vereiste detail en de beveiliging bij het overdragen van data. Tevens zullen processen en “controls” rondom ad hoc dataverzoeken eveneens dienen te worden ingericht. • Datakwaliteit: verzekeraars dienen volgens de Solvency IIregelgeving accurate, complete en geschikte data aan te leveren aan de toezichthouder, ongeacht of de bron van deze data intern of extern is van de verzekeraar. Verzekeraars zullen daarom van asset managers verwachten dat de data die aan hen wordt geleverd voldoet aan deze vereisten en de daarmee gepaard gaande vereiste zogenaamde “assurance” van de datakwaliteit. Lees verder op de volgende pagina
Volgende
Editie 26 | juni 2016
Global Asset Management
Voorwoord
Focus
MVB
Pennenstreek
Klankbord
Horizon
In beeld
novum Een mooi voorbeeld is de data voor de bepaling van de verzekeringstechnische voorzieningen. Onder Solvency II dienen assets te worden afgezet tegen de liabilities van de verzekeraar om vast te stellen of de economische balans de gestelde risicotoleranties (risicobereidheid) en minimum kapitaals- en solvency-vereisten weergeeft. Voor de zogenaamde Interne Modellen en Standaard Formule is data benodigd voor de “stress-testing” van de assets waarmee de Solvency Capital Requirements (SCR) worden bepaald. Daarnaast is investeringsdata benodigd voor de Own Risk and Solvency Assessment (ORSA) voor de ‘forward looking’ capaciteiten van de verzekeraar. Tot slot is er meer granulaire asset data benodigd voor de QRT-rapportages richting de toezichthouder, zodat zowel de verzekeraar als de toezichthouder de ‘down drill’- capaciteiten kunnen toepassen. Het moge duidelijk zijn dat dit heeft een grote impact heeft op de wijze van data-aanlevering. Wat is de impact van Solvency II op Asset managers? Zoals eerder aangegeven zal door de invoering van Solvency II de relatie tussen asset manager en verzekeraar veranderen en in sommige gevallen wellicht onder druk komen te staan. Er wordt meer aandacht besteed aan de besluitvorming rondom de optimale allocatie daar het verschil tussen de assets en liabilities kan leiden tot een extra kapitaalsbeslag. Vice versa zal een reductie in beschikbaar kapitaal leiden tot een vereiste voor het verminderen van risico’s, die vaak snel kan worden bewerkstelligd door een verandering in de assetallocatie. De asset manager zal diepgaande kennis moeten hebben van de verzekeringsrisico’s van de betreffende verzekeraar en de wet-en regelgeving. Daarnaast dient de asset manager een dynamisch balansbeheer en een sneller besluitvormingsproces hieromtrent in te richten. 9
Het is daarom raadzaam om tijd te investeren in het doorgronden van het risicomanagementraamwerk van de verzekeraars, inclusief de specifieke risicomodellen. Immers, elke verzekeraar heeft zijn eigen risicomodellen, gebaseerd op ieders risicobereidheid en dit vraagt om flexibiliteit, inzicht en een adequate interpretatie van de Solvency II wet-en regelgeving. Van dataleverancier naar business partner De traditionele asset manager dient zich te transformeren tot een partner die de verzekeraar tot in de haarvaten begrijpt en meedenkt in de bepaling van risicotoleranties en kapitaalsvereisten in relatie tot de businessmodellen van de verzekeraars. Deze transformatie tot business partner is via een aantal stappen te bewerkstelligen. Stap 1 – datavoorziening op orde: de asset manager zorgt ervoor dat de verzekeraar de benodigde asset data verkrijgt en aan de rapportageverplichtingen kan voldoen. Om dit te bewerkstelligen worden huidige systemen en infrastructuur, rapportageprocessen en businessprocessen verbeterd om data voor de interne en externe rapportageverplichtingen van de verzekeraar, te leveren. Daarnaast reageert de asset manager proactief op nieuwe wet- en regelgeving. Stap 2 – adviseur voor assetallocatie: om gedegen advies te geven over hoe de verzekeraar haar assets kan alloceren, is een goed begrip nodig van het Solvency II-raamwerk en de kapitaalsvereisten van de verzekeraar. Hierbij is risicobewust denken een must. Verder zijn businessprocessen verbeterd om de asset allocatie snel en efficiënt te optimaliseren.
Stap 3 – positionering als business partner: als business partner is het onder andere de taak van de asset manager om de risicomanagementfunctie van de verzekeraar te ondersteunen door advies op het gebied van asset en liability management (ALM). Daarnaast wordt verwacht dat input wordt geleverd voor het (jaarlijkse) Own Risk and Solvency Assessment (ORSA) proces bij de verzekeraar. Om als business partner te fungeren, dient de asset manager ook scenario’s op de beleggingsportefeuilles te genereren en analyses uit te voeren, zodat de verzekeraar keuzes kan maken die in lijn liggen met de uitgezette strategie. Tot slot dient de ALM te worden geoptimaliseerd door monitoring en het beheer van de portefeuille op de lange termijn (voor levensverzekeraars). Van dataleverancier naar business partner Kortom: er ligt een uitdagende toekomst van de asset manager in het verschiet. Wilt u meer weten of van gedachten wisselen over de impact van Solvency II? Marco van Ackooij (Partner, Deloitte Consulting) +31 (0)6 2336 8757
[email protected] Hoa-Lan Hoang (Manager, Deloitte Consulting) +31 (0)6 4675 2974
[email protected]
Volgende
Editie 26 | juni 2016
Global Asset Management
Voorwoord
Focus
MVB
Pennenstreek
Klankbord
Horizon
In beeld
novum De positieve impact van verantwoord beleggen
)QTLEWMWMRKXLITSWMXMZIW
-RZIWXQIRXWMRSYV6IWTSRWMFPI+PSFEP)UYMX]7XVEXIK]EVIGIRXVIHEVSYRHFYWMRIWWIWXLEXEVI TVSEGXMZIP]ERHIJJIGXMZIP]QEREKMRKXLIMVS[RIRZMVSRQIRXEPWSGMEPERHKSZIVRERGI )7+ VMWOWERH STTSVXYRMXMIWEW[IPPEWXLSWILEZMRKETSWMXMZIMQTEGXSRXLI[SVPH
Naast het feit dat wij als BMO Global Asset Management bekend staan om onze toonaangevende engagementactiviteiten, ;IFIPMIZIXLMWTSWMXMZIETTVSEGLMWMQTSVXERXJSVX[SJYRHEQIRXEPVIEWSRW*MVWXXLI[SVPHMW KXLITSWMXMZIW
lanceerden wij in 1984 ook als eerste een duurzaam beleggingsfonds. Inmiddels hebben we (naast € 116 miljard onder engagementadvies) ook € 1,5 miljard onder beheer in duurzame beleggingsfondsen. Eén van die fondsen is Responsible Global Equity (daarvoor bekend als Stewardship International).
GSRJVSRXMRKEVERKISJGVMXMGEPGLEPPIRKIW[MXLKVS[MRKIGSRSQMIWERHTSTYPEXMSRWTYXXMRKWXVIWWSR SYV[EXIVJSSHERHIRIVK]VIWSYVGIWEKIMRKTSTYPEXMSRWTVIWIRXMRKRI[LIEPXLGLEPPIRKIWERHKPSFEP WMFPI+PSFEP)UYMX]7XVEXIK]EVIGIRXVIHEVSYRHFYWMRIWWIWXLEXEVI [EVQMRKEJJIGXMRKSYVGPMQEXI;IJIIPXLEXXLIWSPYXMSRWHSRSXLEZIXSGSQISRP]JVSQKSZIVRQIRXW QEREKMRKXLIMVS[RIRZMVSRQIRXEPWSGMEPERHKSZIVRERGI )7+ VMWOWERH SVTLMPERXLVSTMWXWXLIWITVSFPIQWGERFIXEGOPIHXLVSYKLLEVRIWWMRKXLIYRVMZEPPIHH]REQMWQ LSWILEZMRKETSWMXMZIMQTEGXSRXLI[SVPH ERHGVIEXMZMX]SJFYWMRIWWIWERHQEVOIXWERH[ILEZIIWXEFPMWLIHLSPHMRKWMRGSQTERMIWXLEXEVI TTVSEGLMWMQTSVXERXJSVX[SJYRHEQIRXEPVIEWSRW*MVWXXLI[SVPHMW EHHVIWWMRKXLIWITVSFPIQWLIEHSR GEPGLEPPIRKIW[MXLKVS[MRKIGSRSQMIWERHTSTYPEXMSRWTYXXMRKWXVIWWSR XVIHEVSYRHFYWMRIWWIWXLEXEVI 7IGSRHSYVI\TIVMIRGIMWXLEXHITPS]MRKER)7+JSGYWGERIRLERGIXLITVSWTIGXWSJHIPMZIVMRK ]VIWSYVGIWEKIMRKTSTYPEXMSRWTVIWIRXMRKRI[LIEPXLGLEPPIRKIWERHKPSFEP PWSGMEPERHKSZIVRERGI )7+ VMWOWERH MQTVSZIHPSRKXIVQMRZIWXQIRXTIVJSVQERGI%FEPERGIHHIXEMPIHERHMRXIKVEXIHEWWIWWQIRXSJFSXL QEXI;IJIIPXLEXXLIWSPYXMSRWHSRSXLEZIXSGSQISRP]JVSQKSZIVRQIRXW I[SVPH XLI)7+VMWOWERHSTTSVXYRMXMIWXLEXPMIMRJVSRXSJER]GSQTER]MWXLIGSVRIVWXSRISJLS[[IWIIOXS SFPIQWGERFIXEGOPIHXLVSYKLLEVRIWWMRKXLIYRVMZEPPIHH]REQMWQ FYMPHWXVSRKJSYRHEXMSRWJSVSYVMRZIWXQIRXTSVXJSPMSW%TEVXJVSQXLISFZMSYWEXXVEGXMSRSJMQTVSZIH WERHQEVOIXWERH[ILEZIIWXEFPMWLIHLSPHMRKWMRGSQTERMIWXLEXEVI QIRXEPVIEWSRW*MVWXXLI[SVPHMW TIVJSVQERGI[IEPWSFIPMIZIXLEXER)7+JSGYWMWIRXMVIP]GSQTPIQIRXEV]XSSYVGPMIRXWvPSRKXIVQ WLIEHSR QMIWERHTSTYPEXMSRWTYXXMRKWXVIWWSR MRZIWXQIRXKSEPW7IIRMRXLMWPMKLXFEWMRKETSVXJSPMSEVSYRHWXVSRKP]TIVJSVQMRK)7+WXSGOWXLEXEVI WIRXMRKRI[LIEPXLGLEPPIRKIWERHKPSFEP XLEXHITPS]MRKER)7+JSGYWGERIRLERGIXLITVSWTIGXWSJHIPMZIVMRK KIRIVEXMRKTSWMXMZIVIXYVRWJSVWLEVILSPHIVWQEOIWWSYRHMRZIWXQIRXWIRWI SXLEZIXSGSQISRP]JVSQKSZIVRQIRXW QIRXTIVJSVQERGI%FEPERGIHHIXEMPIHERHMRXIKVEXIHEWWIWWQIRXSJFSXL RIWWMRKXLIYRVMZEPPIHH]REQMWQ -XMWMQTSVXERXXSRSXIXLEX[IWIIXLMWVITSVXEWEJMVWXWXITMREFVSEHIVNSYVRI]XS[EVHWIJJIGXMZIP] MXMIWXLEXPMIMRJVSRXSJER]GSQTER]MWXLIGSVRIVWXSRISJLS[[IWIIOXS WLIHLSPHMRKWMRGSQTERMIWXLEXEVI QIEWYVMRKERHGSQQYRMGEXMRKXLI)7+WXVIRKXLWSJSYVWXVEXIK]ERHXLIMQTEGXMXWLSPHMRKWEVILEZMRK VSYVMRZIWXQIRXTSVXJSPMSW%TEVXJVSQXLISFZMSYWEXXVEGXMSRSJMQTVSZIH SRXLI[SVPH;II\TIGXSYVQIEWYVIQIRXQIXVMGWXSMQTVSZIERHFIGSQIQSVIGSQTVILIRWMZIEW IZIXLEXER)7+JSGYWMWIRXMVIP]GSQTPIQIRXEV]XSSYVGPMIRXWvPSRKXIVQ XLIQEVOIXvWYRHIVWXERHMRKSJERHIQTLEWMWSRMQTEGXQIEWYVIQIRXGSRXMRYIWXSKVS[ XLMWPMKLXFEWMRKETSVXJSPMSEVSYRHWXVSRKP]TIVJSVQMRK)7+WXSGOWXLEXEVI LERGIXLITVSWTIGXWSJHIPMZIVMRK JSVWLEVILSPHIVWQEOIWWSYRHMRZIWXQIRXWIRWI EMPIHERHMRXIKVEXIHEWWIWWQIRXSJFSXL
Hieronder geven we een kijkje in de keuken van deze beleggings oplossing, waarbij we naast de impact ook de carbon footprint onder de loep hebben genomen. Hierbij wordt een vergelijking gemaakt met de benchmark (MSCI World). Een driestaps-benadering Onze Responsible Global Equity Strategie heeft een duidelijke opdracht en focus, gebaseerd op de volgende filosofie:
]MWXLIGSVRIVWXSRISJLS[[IWIIOXS [IWIIXLMWVITSVXEWEJMVWXWXITMREFVSEHIVNSYVRI]XS[EVHWIJJIGXMZIP] SQXLISFZMSYWEXXVEGXMSRSJMQTVSZIH EXMRKXLI)7+WXVIRKXLWSJSYVWXVEXIK]ERHXLIMQTEGXMXWLSPHMRKWEVILEZMRK QTPIQIRXEV]XSSYVGPMIRXWvPSRKXIVQ YVQIEWYVIQIRXQIXVMGWXSMQTVSZIERHFIGSQIQSVIGSQTVILIRWMZIEW WXVSRKP]TIVJSVQMRK)7+WXSGOWXLEXEVI 3YVWXVEXIK]MWFYMPXEVSYRHEXLVIITVSRKIHTLMPSWSTL]SJ KSJERHIQTLEWMWSRMQTEGXQIEWYVIQIRXGSRXMRYIWXSKVS[ IWXQIRXWIRWI
EFVSEHIVNSYVRI]XS[EVHWIJJIGXMZIP] K]ERHXLIMQTEGXMXWLSPHMRKWEVILEZMRK IERHFIGSQIQSVIGSQTVILIRWMZIEW WYVIQIRXGSRXMRYIWXSKVS[ VEXIK]MWFYMPXEVSYRHEXLVIITVSRKIHTLMPSWSTL]SJ
We beleggen in bedrijven die een positieve bijdrage aan de samenleving leveren.
-RZIWX-RZIWXMRGSQTERMIWQEOMRKE TSWMXMZIGSRXVMFYXMSRXSWSGMIX]ERHXLI IRZMVSRQIRX
QEKMRK XMGIW
-QTVSZI9WISYVMRJPYIRGIEWER
SVYRWYWXEMREFPIFYWMRIWWTVEGXMGIW MRZIWXSVXSIRGSYVEKIFIWXTVEGXMGI We vermijden bedrijven met schadelijke of niet-duurzame QEREKIQIRXSJIRZMVSRQIRXEPWSGMEPERH KSZIVRERGIMWWYIWXLVSYKLIRKEKIQIRX ERHZSXMRK bedrijfspraktijken.
%ZSMH%ZSMHGSQTERMIW[MXLHEQEKMRK SVYRWYWXEMREFPIFYWMRIWWTVEGXMGIW
-QTVSZI9WISYVMRJPYIRGIEWER
90
Aanzetten tot positieve verandering We geloven stellig in de toegevoegde waarde van engagement – een proces dat wordt geleid door ons ervaren Governance & Sustainable Investment team (GSI-team). Afgelopen jaar is de dialoog gezocht met 23 van de ondernemingen in de portefeuille, die we hebben gevraagd “best practices” in te voeren. Dit leverde een aantal positieve resultaten op, bijvoorbeeld bij Toyota dat de vertegenwoordiging van onafhankelijke bestuurders in de raad van bestuur verhoogde naar 25%. Een ander voorbeeld is Novartis, dat een nieuw Access to Medicinesbeleid (toegang tot geneesmiddelen) introduceerde in lagelonenlanden. Dit jaar vervolgen we onze inspanningen, waarbij we ons vooral richten op gebieden waar volgens onze analyse de ESG-risico’s substantieel zijn – dit doen we o.a. via een doorlopende dialoog met de vijf achterblijvers op ESG-gebied die in de grafiek worden weergegeven.
80
MRZIWXSVXSIRGSYVEKIFIWXTVEGXMGI Daarnaast werken we aan het bevorderen van “best QEREKIQIRXSJIRZMVSRQIRXEPWSGMEPERH KSZIVRERGIMWWYIWXLVSYKLIRKEKIQIRX ERHZSXMRK practices” op het gebied van ESG (milieu, maatschappij en governance) via het aangaan van de dialoog (oftewel: -QTVSZI9WISYVMRJPYIRGIEWER MRZIWXSVXSIRGSYVEKIFIWXTVEGXMGI engagement) en onze wijze van stemmen. QEREKIQIRXSJIRZMVSRQIRXEPWSGMEPERH KSZIVRERGIMWWYIWXLVSYKLIRKEKIQIRX ERHZSXMRK
F&C Responsible Global Equity Fund - ESG Scores 100
70
Social Score
RKIHTLMPSWSTL]SJ
OMRKE RHXLI
%ZSMH%ZSMHGSQTERMIW[MXLHEQEKMRK
Een nadere analyse van de portefeuille van ons Responsible Global Equity Strategie toont positieve resultaten van onze aanpak, maar geeft tevens een indicatie van de gebieden waarop we onze toekomstige engagement zullen richten. De onderstaande grafiek toont het ESGprofiel van de betreffende portefeuille. Zoals te verwachten viel, toont de portefeuille een ESG-profiel dat de MSCI World benchmark overtreft. Door het ESG-profiel van individuele posities in kaart te brengen, krijgen we een beeld van de relatieve toegevoegde waarde van de bedrijven in onze beleggingsportefeuille. Daarnaast komen de bedrijven met (verhoogde) ESG-risico’s naar voren waarop we onze inspanningen en engagement in de toekomst moeten richten.
Lees verder op de volgende pagina
60
50 MSCI World benchmark
Responsible Fund
40
30
20
10
0
10
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Environmental Score
Volgende
Editie 26 | juni 2016
Global Asset Management
Voorwoord
Focus
MVB
Pennenstreek
Klankbord
Horizon
In beeld
novum
8VIEHMRKWSJXP]zEGEVFSRPMKLXTSVXJSPMS ;MXLXLI9RMXIH2EXMSRW'PMQEXI'LERKI'SRJIVIRGIMR4EVMWQEVOMRKEQMPIWXSRIMRXLIFEXXPIXS GSQFEXGPMQEXIGLERKIMXMWFIGSQMRKIZIVQSVIMQTSVXERXXLEXMRZIWXSVWEVIE[EVISJXLIGEVFSR Focus op bedrijven met een positieve bijdrage aan een aantal “Koolstof-light“ JSSXTVMRXSJXLIMVTSVXJSPMSW duurzaamheidsthema’s Klimaatverandering is één van de belangrijkste uitdagingen
Onze strategie richt zich op een aantal algemene duurzaamheids waarmee de wereld geconfronteerd wordt en de VN-conferentie thema’s. Daarbij gaat het o.a. om technologische innovatie, over klimaatverandering in Parijs (2015), vormde niet alleen een gezondheidszorg, verantwoorde financiering, verantwoorde mobiliteit soort mijlpaal in de strijd tegen de wereldwijde temperatuurstijging, maar ook een katalysator. Het risico van fossiele brandstoffen en efficiënt gebruik van hulpbronnen. Ons doel is te beleggen in wordt een steeds belangrijkere factor om rekening mee te houden. hoogwaardige, aantrekkelijk gewaardeerde ondernemingen met Koolstofintensieve bedrijven voelen de dreiging van steeds striktere producten en diensten die een positief effect hebben op deze thema’s. wetgeving, de kosten in verband met het overschakelen naar Op het gebied van gezondheidszorg springt het Deense Novo Nordisk 8LIIZMHIRGISJSYVGSQQMXQIRXGERFIWIIRMRXLIGLEVXW %TSVXJSPMSFEWIHEVSYRHGEVFSRMRXIRWMZIGSQTERMIWGSYPH koolstofarme technologieën en/of reputatieschade. De strategie van bijvoorbeeld in het oog. Het bedrijf biedt gezondheidszorg voor [LMGLWLS[XLEXXLIGEVFSRMRXIRWMX] XSRRIWSJ'3I7EPIW WIIMXWIPJI\TSWIHXSuGEVFSRVMWOvXLIXLVIEXXLEXLSPHMRKW het Responsible Global Equity product is erop gericht de blootstelling chronische aandoeningen (zoals diabetes). Binnen ons thema efficiënt Q SJXLIWXVEXIK]MW PIWWXLERMXW17'-;SVPH+&4 GSYPHMRXLIJYXYVIWYJJIVJVSQXSYKLIVPIKMWPEXMSRXSGSRXVSP FIRGLQEVOERHMXWGEVFSRIQMWWMSRW XSRRIWSJ'3I EVI GEVFSRIQMWWMSRWI\TIRWIWJVSQEXVERWMXMSRXSPS[GEVFSR aan dergelijke risico’s te beperken. gebruik van hulpbronnen hebben we Suez Environment in portefeuille, PIWWXLERXLIWEQIFIRGLQEVO'EVFSRIQMWWMSRWJSV XIGLRSPSK]EGEVFSRXE\SVWMQTP]VITYXEXMSREPHEQEKIHYI Wij meten dan ook actief de zogenaamde “carbon footprint” van deze met water- en afvalwaterbedrijven die in landen zoals India miljoenen XLIFIRGLQEVOMRHI\EVIEHNYWXIHXSVITVIWIRXIQMWWMSRW XSGVMXMGEPQIHMEGSZIVEKIXLYWLMXXMRKXLITVSJMXEFMPMX]ERH mensen helpen om een beter en gezonder leven te leiden. portefeuille en kunnen concluderen dat deze beleggingsportefeuille VIWYPXMRKJVSQXLIMRZIWXQIRXSJXLIWEQIQSRIXEV]ZEPYI WLEVITVMGISJXLIWIFYWMRIWWIW3YVWXVEXIK]LEW[SVOIH EWXLIWXVEXIK]TSVXJSPMS veel LEVHXSQMXMKEXIXLMWIRZMVSRQIRXEPVMWOF]QSRMXSVMRKERH minder ‘koolstofintensief’ dan de benchmark. VIHYGMRKMXWGEVFSRJSSXTVMRX
Carbon footprint -RXIRWMX]VIPEXMZIXSFIRGLQEVO
Een combinatie van voordelen voor beleggers Naast het sterk ethische aspect dat speelt bij de op drie kernpunten gebaseerde beleggingsfilosofie, is er aangetoond dat bedrijven met een hoge duurzaamheidsscore betere operationele resultaten boeken en minder risico’s met zich meebrengen. Bij BMO Global Asset Management is de beoordeling van ESG-gerelateerde factoren geïntegreerd in de beleggingsprocessen. Het trackrecord van ons Responsible Global Equity Strategie onderstreept dat prioriteit toekennen aan ESG-factoren voordelen kan opleveren en kan leiden tot een lagere CO2 uitstoot. We bespreken graag de mogelijkheden met u. BMO Responsible Global Equity ESG Profile (4 MB – PDF) Performance trackrecord Responsible Global Equity (202 KB – PDF)
7IGXSVGEVFSRMRXIRWMX]
7SYVGI&13+PSFEP%WWIX1EREKIQIRXERH Bron: BMO Global Asset Management en © MSCI ESG Research 7SYVGI&13+PSFEP%WWIX1EREKIQIRXERH Inc. Reproduction by permission. Januari 2016 17'-)7+6IWIEVGL(EXEEWEX.ERYEV] 17'-)7+6IWIEVGL(EXEEWEX.ERYEV]
11
Volgende
Editie 26 | juni 2016
Global Asset Management
Voorwoord
Focus
MVB
Pennenstreek
Klankbord
Horizon
In beeld
novum in de pers
BMO GLOBAL ASSET MANAGEMENT
AGENDA
VASTRENTENDE WAARDEN
Pensioenfonds Beveiliging kiest fiduciair BMO Global Asset Management (169 KB - PDF)
Huidig economisch klimaat aantrekkelijk voor Global High Yield (858 KB - PDF)
MAART
Pensioenfonds Werk en (re)Integratie en Menzis stellen BMO Global Asset Management aan voor beheer Green bonds (279 KB - PDF)
Insurance linked securities for institutional investors (617 KB - PDF)
22-03-2016 – Opleidingsdag (diverse modules)
MACRO-ECONOMIE Populisme leidt tot protectionisme (153 KB - PDF)
JUNI
MPU
Richard Wilson benoemd tot nieuwe CEO-CIO (304 KB - PDF)
MPU
15-03-2016 – Consultantdiner
15-06-2016 – Opleidingsdag (verplaatst naar 20/9) JULI 05-07-2016 – Duurzaam seminar & Zomerborrel SEPTEMBER 20-09-2015 – Opleidingsdag (duurzaam beleggen) OKTOBER 04-10-2016 – Macro-economisch seminar DECEMBER 01-12-2016 – Opleidingsdag (onderwerp n.t.b.)
Dit document is uitsluitend bedoeld voor professionele beleggers en dient niet te worden verstrekt aan niet-professionele beleggers. Artikelen zijn afkomstig van BMO Global Asset Management, maar zijn noch een aanbod noch een uitnodiging tot het kopen of verkopen van specifieke beleggingsproducten of –diensten. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De waarde van beleggingen kunnen fluctueren. Het is mogelijk dat beleggers hun inleg niet (volledig) terugkrijgen. Investeerders dienen niet over te gaan tot het beleggen in financiële instrumenten indien zij niet bereid zijn om de risico’s die hiermee gepaard kunnen gaan te accepteren. Dit document wordt uitgegeven door BMO Global Asset Management, een handelsnaam van F&C Netherlands B.V., in Nederland gereguleerd door de Autoriteit Financiële Markten (AFM). © 2016 BMO Global Asset Management. Alle rechten voorbehouden. CM09523 06/16
12
Contact 020-582 3000
bmogam.nl
[email protected] Terug