W 51674 Nota vooroverleg met betrekking tot het bestemmingsplan Havenkwartier.
In het kader van het wettelijke vooroverleg is het bestemmingsplan Havenkwartier toegezonden aan: 1. 2. 3. 4.
de Provincie Zuid-Holland (door middel van het invullen van het zogenaamde “e-formulier”); het Hoogheemraadschap van Rijnland; de Brandweer Hollands Midden; de Omgevingdienst West- Holland.
Verzocht is – nadat het verzoek daartoe op 22 juli 2015 digitaal is verzonden – om voor 20 augustus 2015 te reageren. Onderstaand worden de ingekomen brieven weergegeven en zonodig van een reactie (de cursieve tekst) voorzien Ad 1. De Provincie Zuid-Holland Uit het ingevulde en toegezonden e-formulier en de automatische aangemaakte reactie daarop is gebleken dat het plan niet strijdig is met het provinciale beleid. reactie: n.v.t. Ad 2. Het Hoogheemraadschap van Rijnland Het Hoogheemraadschap heeft bij bericht van 28 juli laten weten dat ter plaatse geen belang aanwezig is. Er is om die reden een positief advies afgegeven. Er is geen sprake van toename van verhard oppervlak, waardoor ook geen compenserende maatregelen hoeven te worden getroffen. reactie: n.v.t. Ad 3. De Brandweer Hollands Midden De brandweer Hollands midden heeft bij brief van 13 augustus gereageerd. In het kader van het aspect externe veiligheid geeft het bestemmingsplan geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. De bereikbaarheid en de bluswatervoorziening voldoen aan de vigerende praktijkrichtlijnen, mits voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden. Die voorwaarden vertalen zich in een aantal technische eisen (verwoord in een adviesrapport dat als bijlage 1 bij genoemde brief is gevoegd). De essentie daarvan is dat bij de uitwerking voldaan moet worden aan die technische uitvoeringseisen.
Nota vooroverleg m.b.t. voorontwerp bestemmingsplan Havenkwartier
Pagina 1
reactie: Het adviesrapport zal bij de uitwerking worden gevolgd. Ad 4. De omgevingsdienst West- Holland De samenvatting en conclusie van het advies van de omgevingsdienst luidt als volgt: Bodem: Op 11 augustus 2015 hebben wij van u het geactualiseerde onderzoek ontvangen. De beoordeling van dit onderzoek zal separaat aan u worden toegezonden. Wij adviseren om de resultaten van dit onderzoek te verwerken in de paragraaf bodem. Reactie: De resultaten zullen worden verwerkt. Geluid: Inhoudelijk bestaan er geen opmerkingen. Wel adviseren wij om bij de tervisielegging van het ontwerp de zin “wel dienen voor de bouwblokken B en C hogere waarden te worden verleend” te wijzigen in “Voor de bouwblokken B en C worden hogere waarden vastgesteld. Het ontwerpbesluit hogere waarde ligt tegelijk met dit ontwerpbesluit ter inzage”. Reactie: Het ontwerpbesluit zal tegelijk met het bestemmingsplan ter inzage gaan. Vaststelling van hogere waarden is het uitgangspunt. Ecologie: Over de paragraaf ecologie en de natuurtoets bestaan diverse opmerkingen. Kortheidshalve verwijzen wij u voor deze opmerkingen naar de paragraaf ecologie in de “uitwerking per milieuaspect”. Reactie: Verderop in dit stuk wordt op deze uitwerking ingegaan. Besluit milieueffectrapportage, bedrijven en milieuzonering, luchtkwaliteit en externe veiligheid Hierover bestaan geen opmerkingen, c.q. de eerder gemaakte opmerkingen zijn verwerkt. Reactie: N.v.t.
Nota vooroverleg m.b.t. voorontwerp bestemmingsplan Havenkwartier
Pagina 2
Uitwerking paragraaf ecologie Paragraaf ecologie (5.3.) Wij constateren dat, naar aanleiding van ons advies d.d. 2 juli 2015 de toelichting behorende bij het bestemmingsplan is aangepast. Er is geen nieuwe Quick Scan overhandigd. Hierdoor is het niet mogelijk te beoordelen of onze eerdere opmerkingen zijn verwerkt. Aangezien de Quick Scan wordt aangehaald in de 1e alinea van paragraaf 5.3., gaan wij ervan uit dat deze Quick Scan als bijlage wordt toegevoegd aan de plantoelichting. Dit houdt in dat de Quick Scan wel moet worden aangepast n.a.v. onze eerdere opmerkingen. Reactie: De Quick Scan is aangevuld tot Natuurtoets, welke als zodanig de Quick Scan vervangt. Daarin zijn de eerder gemaakte opmerkingen aangepast/verwerkt, en zijn de resultaten uit veldinventarisaties toegevoegd, waarop de conclusies in hoofdstuk 4 zijn aangepast. Deze werkwijze doet geen afbreuk aan het inzicht en beperkt het aantal rapporten. Daarnaast hebben wij over de (aangepaste) paragraaf ecologie (5.3.) de volgende opmerkingen: • •
1e alinea onder paragraaftitel: hier is aangegeven dat er een Quick Scan is uitgevoerd door Groenplan. Dit moet zijn Groenteam; 1e alinea onder paragraaftitel: hier is aangegeven dat in samenhang tussen literatuuronderzoek, veldverkenning en habitatbeoordeling voor het eerste deel van het onderzoek (Quick Scan zonder nadere veldinventarisatie) conclusies kunnen worden getrokken. Deze zin doet vermoeden dat paragraaf 5.3. is opgesteld naar aanleiding van de resultaten van de Quick Scan van maart 2015. Het is daarom vreemd om vervolgens te lezen dat er 2 exemplaren van Klein Glaskruid is waargenomen, aangezien in de Quick Scan van maart 2015 is aangegeven dat deze soort afwezig lijkt te zijn;
Reactie: Eerder in het seizoen, bij de eerste verkenning, waren de bovengrondse delen van de plantjes verdwenen, doch er zijn later (in mei) weer enkele stengeltjes uitgelopen. De onderzoekdata zijn bijgevoegd. •
Onder “Gebiedsbescherming” wordt niet ingegaan op stikstofdepositie in Natura 2000gebieden. Op basis van de gegevens in paragraaf 2.3.1 blijkt dat in het plangebied in totaal 109 zelfstandige woningen en 48 zorgwoonunits worden gerealiseerd. Het dichtstbij gelegen Natura 2000-gebied is Kennemerland- Zuid, gelegen op ca. 5,6 km afstand tot het plangebied. In de paragraaf zal moeten worden gemotiveerd waarom het plan geen significant negatief effect heeft op het Natura 2000-gebied. Dit kan met een kwalitatieve beschrijving of met een stikstofberekening. Naar gelang de resultaten moet er wellicht een Natuurbeschermingswetvergunning worden aangevraagd. Zolang deze nadere motivatie niet is opgenomen, kan geen oordeel worden gegeven over de haalbaarheid van het plan. Overigens merken wij op dat, indien significant negatieve effecten op het Natura 2000gebied niet zijn uit te sluiten, het plan MER-plichtig is;
Nota vooroverleg m.b.t. voorontwerp bestemmingsplan Havenkwartier
Pagina 3
Reactie: De nadere motivatie is aangevuld. •
In de conclusie (pagina 33) is aangegeven dat er nog een onderzoek naar het voorkomen van paarverblijfplaatsen van vleermuizen moet worden uitgevoerd. Naar gelang de resultaten van dit onderzoek is een ontheffing Flora - Faunawet noodzakelijk. Zolang de resultaten niet bekend zijn kan geen oordeel worden gegeven over de haalbaarheid van het plan. Gelet op het voorgaande concluderen wij dat het nu nog niet duidelijk is of het plan haalbaar is, en zijn wij van mening dat het bestemmingsplan nog niet in procedure kan worden gebracht.
Reactie: Indien een dwingende reden van groot openbaar belang van toepassing is, kan de haalbaarheid positief worden beoordeeld, zij het dat wel aan voorwaarden voldaan dient te worden. En een dwingende reden van groot openbaar belang – zie de toelichting van het bestemmingsplan - is hier aanwezig. Voorts kan naar verwachting rond september 2015 het onderzoek m.b.t. de vleermuizen worden afgerond. Wellicht kan die - eventueel noodzakelijke - ontheffing dus nog voor de vaststelling van het bestemmingsplan worden aangevraagd (en wellicht ook zijn verkregen). Noodzakelijk is dit overigens niet mits – indien dus van toepassing - het zicht op het verkrijgen van de ontheffing er maar is. De ontheffing moet in elk geval verkregen zijn voordat de omgevingsvergunning verleend wordt. Natuurtoets (versie 10 juli 2015) •
Ten behoeve van het plan is een natuurtoets uitgevoerd. Over deze natuurtoets hebben wij de volgende opmerkingen: Op pagina 6 is aangegeven dat de Natuurtoets een combinatie is van een Quick Scan en veldinventarisaties. Het is in feite een combinatie van een Quick Scan met een soortgericht onderzoek. Voor de leesbaarheid van de Natuurtoets adviseren wij de QuickScan en de Natuurtoets als twee aparte rapporten op te nemen in het bestemmingsplan. Dit houdt overigens wel in dat hoofdstuk 2 bronnenonderzoek in feite kan worden vervangen door de conclusies uit de Quick Scan;
Reactie: De Natuurtoets vormt een aangevulde versie van de Quick Scan. •
Indien er wordt gekozen om de Natuurtoets in de huidige vorm in stand te laten (waardoor het een combinatie is van de Quick Scan van 15 maart 2015 aangevuld met soortgericht onderzoek), adviseren wij om in de Natuurtoets een apart hoofdstuk op te nemen dat ingaat op de resultaten van de Quick Scan. De resultaten uit de Quick Scan staan namelijk nergens in de Natuurtoets;
Reactie De resultaten staan in paragraaf 2.7 en 3.3. (hierin thans wat uitgebreider).
Nota vooroverleg m.b.t. voorontwerp bestemmingsplan Havenkwartier
Pagina 4
•
Het wettelijk kader op pagina 5 is niet volledig. Er wordt niet aangegeven dat er ook provinciaal natuurbeleid van toepassing is waaraan moet worden getoetst;
Reactie: Er is kennelijk overheen gelezen. “provinciale natuurregelgeving” wordt namelijk genoemd. •
Op pagina 8 wordt ingegaan op de Natuurbeschermingswet, hier wordt niet in gegaan op het wettelijk kader betreffende ruimtelijke ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op Natura 2000-gebieden (bijvoorbeeld stikstofdepositie);
Reactie: Dit beleid is (pas) van kracht sinds 1 juli 2015. Er is thans een formulering aan toegevoegd. •
Op pagina 12 is aangegeven dat in de regio diverse vleermuissoorten zijn geregistreerd. De Laatvlieger ontbreekt in de opsomming. Dit is vreemd aangezien het hier gaat om een gebouw bewonende soort waarvan kolonies zijn gevonden in onder meer de gemeente Hillegom;
Reactie: Bij de Nederlandse databank staat de Laatvlieger niet geregistreerd binnen een straal van 1 kilometer. Uitsluitend op grotere afstand. Thans is dit toegevoegd. •
Paragraaf 3.1., pagina 15: hier wordt niet ingegaan op het provinciale natuurbeleid (zie ook onze opmerking over V.2 in bijlage 1 van de Natuurtoets). Ondanks dat het plangebied niet is gelegen in een provinciaal beschermd gebied, adviseren wij dit wel te benoemen in paragraaf 3.1.;
Reactie: Impliciet stond dit er wel. Thans is het bijvoeglijke naamwoord “provinciale” toegevoegd. •
In paragraaf 3.1 wordt niet ingegaan op stikstofdepositie op het dichtstbij gelegen Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid (gelegen op ca. 5,6 km afstand van het plangebied). Dit is vreemd aangezien plan 109 zelfstandige woningen en 49 zorgwoonunits mogelijk maakt;
Reactie: De paragraaf is aangevuld. •
Paragraaf 3.2.: hier is niet aangegeven wanneer het plangebied is verkend;
Reactie: Is aangevuld. •
Op pagina 19 is aangegeven dat er diverse habitatcondities aanwezig zijn welke vleermuisgebruik mogelijk maken. Echter, er is niet aangegeven welke soorten vleermuizen worden verwacht. Is het terrein geschikt voor alle in paragraaf 2.3 (pagina 12) genoemde
Nota vooroverleg m.b.t. voorontwerp bestemmingsplan Havenkwartier
Pagina 5
soorten? Zo ja dan moet het vleermuisonderzoek worden uitgevoerd in overeenstemming met het vleermuisprotocol 2013 voor alle genoemde soorten. Wij adviseren aan te geven welke vleermuissoorten daadwerkelijk worden verwacht in het plangebied. Overigens zijn wij van mening dat de franjestaart en baardvleermuis niet zijn te verwachten in het plangebied. Dit op basis van de werkatlas verspreiding zoogdieren in Zuid-Holland 2000-2008 (uitgave stichting zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland, 1 december 2008); Reactie: Toegevoegd zijn: dwergvleermuizen. •
Op pagina 20 is aangegeven dat reeds preventief nestkasten en vleermuiskasten zijn opgenomen in de omgeving van het plangebied. In de Natuurtoets wordt vervolgens niet aangegeven of deze kasten zijn geïnventariseerd en wat de resultaten daarvan zijn;
Reactie: De inventarisatie en resultaten kunnen na 1 jaar worden opgemaakt. • •
Op pagina 26 wordt ingegaan op de voorlopige conclusies: Bij conclusie 1 moet worden toegevoegd dat op het plangebied geen provinciaal natuurbeleid van toepassing is;
Reactie: Dit is aangepast. • •
Bij conclusie 1 wordt niet ingegaan op eventuele stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden als gevolg van de planontwikkeling; Bij conclusie 4 is aangegeven dat broedende vogels niet mogen worden verstoord. Wij adviseren hieraan toe te voegen dat werkzaamheden in ieder geval niet mogen worden uitgevoerd in de periode 15 maart t/m 15 augustus, maar dat deze periode afhankelijk is van de soorten broedvogels;
Reactie: De werkzaamheden mogen wel in het broedseizoen worden uitgevoerd mits broedvogelcontrole heeft plaats gevonden en nesten niet worden verstoord. •
In conclusie 7 wordt ingegaan op de haalbaarheid van het plan in relatie tot Klein Glaskruid en vleermuizen. Wij delen de mening dat de aanwezigheid van Klein Glaskruid de haalbaarheid van het plan niet in de weg hoeft te staan. Wel moet er inderdaad een ontheffing Flora- en faunawet (verder: Ffw) worden aangevraagd voor deze soort. Voor wat betreft vleermuizen is de haalbaarheid van het plan nog niet aangetoond omdat het onderzoek nog loopt;
Reactie: De haalbaarheid is wel aangetoond op basis van een geldend wettelijk belang. Alleen, nog niet is duidelijk of ontheffing met mitigatie/ en compensatie nodig is. Nota vooroverleg m.b.t. voorontwerp bestemmingsplan Havenkwartier
Pagina 6
•
Pagina 31 onder III.5: hier wordt aangegeven welke soorten vallen onder de zogenaamde tabel 2. Aangegeven is dat deze tabel 2 een lijst met overige soorten omvat waaronder bijvoorbeeld alle broedvogels en veel beschermde planten. Dit is niet correct aangezien alle inheemse Europese vogelsoorten worden gelijkgeschaard met soorten die voorkomen op tabel 3;
Reactie: Dit staat in de 1e zin onder “uitzonderingspositie broedende vogels”. •
Bijlage 1, pagina 38, V.2: hier wordt ingegaan op het provinciaal beleid. Echter, er wordt alleen gesproken over de EHS-gebieden en niet over overige gebieden die zijn beschermd op grond van het provinciaal beleid. Te denken valt aan karakteristieke landschapselementen, belangrijke weidevogelgebieden en gebieden waarop een strategische reservering natuur rust.
Reactie: Is aangevuld. •
Er een ontheffing Ffw moet worden aangevraagd vanwege de aanwezigheid van Klein Glaskruid. Hoewel het Klein Glaskruid de haalbaarheid van het plan niet in de weg hoeft te staan, is de ontheffing wel noodzakelijk;
Reactie: Dit staat ook in punt 7 (thans iets verduidelijkt) en in punt 8 van hoofdstuk 4 Conclusies. •
Het vleermuisonderzoek is in gang gezet (onderzoek naar paarverblijfplaatsen). Naar gelang de resultaten zal er een ontheffing Ffw moeten worden aangevraagd.
Reactie: Dit is bekend. Als zodanig zal worden gehandeld.
Nota vooroverleg m.b.t. voorontwerp bestemmingsplan Havenkwartier
Pagina 7