Jongeren 1
Hoe word je wie je bent? Noem van je buurman of buurvrouw in de klas twee dingen die zijn aangeboren en twee dingen die zijn aangeleerd. Naam medeleerling: Aangeboren is: • • Aangeleerd is: • • Eigen antwoord leerling. ► Het gaat hier om karakter, gewoonten en gedrag, niet om uiterlijke zaken.
1
2
Streep door en leg uit. Volgens mij is de beste manier van opvoeden GOED GEDRAG BELONEN / SLECHT GEDRAG BESTRAFFEN, want ► Voorbeeld van een goed beargumenteerd antwoord: Goed gedrag belonen, want daarmee stimuleer je kinderen om dat gedrag te herhalen.
3
Een klein kind is erg vervelend en gooit steeds zijn speelgoed door de kamer. Bedenk een positieve en een negatieve sanctie die zijn moeder toe kan passen. ► Voorbeeld van een juist antwoord: Positief: hij krijgt een snoepje als hij stopt met gooien. Negatief: bij herhaling zijn speelgoed afpakken.
4
Noem een overeenkomst en een verschil tussen imitatie en identificatie. Overeenkomst: je volgt in beide gevallen een bepaald voorbeeld. Verschil: bij imitatie doe je alleen iets na, bij identificatie wil je op een persoon lijken; identificatie gaat dus verder.
a
Lady Gaga is een van de populairste artiesten van 2010. Wordt zij door zo’n omstreden videoclip populairder of juist niet? Waarom? Eigen mening leerling. ► Voorbeeld antwoord: POPULAIRDER, want door de censuur worden mensen nieuwsgierig en willen ze de clip juist wel zien en zijn ze ook benieuwd naar de volgende clip. NIET POPULAIRDER, want veel mensen vinden haar te ordinair en ze zou populairder zijn als haar clips wel op tv uitgezonden worden.
Denk je dat de videoclip ook verboden zou zijn als ze in de clip met mannen had gezoend en niet met vrouwen? Gebruik in je antwoord de begrippen ‘imitatie’ en ‘identificatie’. Eigen mening leerling. ► Voorbeeld antwoorden: JA, want de relatie tussen man en vrouw vindt men normaal en homoseksuele relaties niet. De zenders zijn bang dat jongeren zich gaan identificeren met de vrouwen in de clip en hen gaan imiteren. NEE, want dat gedrag is algemeen geaccepteerd. Imitatie en identificatie door kijkers wordt dan niet als een probleem gezien. b
c
Ik vind Lady Gaga WEL / GEEN voorbeeld voor de jeugd, omdat: Eigen mening leerling. ► Voorbeelden van argumenten: WEL, omdat ze veel durft en zich weinig aantrekt van wat iemand van haar vindt. NIET, omdat ze in clips en op het podium vaak te uitdagend gekleed gaat. 26
6 Fifteen
Geef telkens met een voorbeeld aan hoe jij denkt dat Jamie bij zijn project gebruikmaakt van: ► Voorbeeld van een juist antwoord: • belonen en straffen: - Bij goed functioneren krijg je meer verantwoordelijkheid en een baan. - Bij slecht functioneren moet je minder leuke dingen doen, of verlies je je baan. • imitatie:
- Hij doet voor hoe je een gerecht moet maken, dan leer je hoe het moet.
• informatie:
- Hij geeft veel informatie over gerechten, over hygiëne in de keuken en de omgang met gasten. Dat laatste noemen we de etiquette-regels. Het gaat over hoe je mensen aanspreekt, hoe de tafel is gedekt, hoe je eten aan tafel serveert, etc.
7 Gameverslaafd a
b
c
Leg met een voorbeeld uit wat gameverslaving is. Eigen uitwerking leerling. ► Voorbeeld antwoord: Iemand die bijna al z’n tijd besteedt aan gamen en aan niets anders kan denken is gameverslaafd. Zo iemand spijbelt ook veel van school, heeft voornamelijk online vrienden en voelt zich ziek als hij niet kan gamen. Laat zien dat de Jeugdkliniek in Tiel werkt met sociale controle. Na de opname is er ook nog sprake van behandeling en ook de ouders kunnen ondersteuning krijgen. Waarom krijgen ook de ouders van de verslaafden ondersteuning, denk je? Eigen uitwerking leerling. ► Voorbeeld antwoord: De ouders staan het dichtst bij de verslaafde en hebben door de opvoeding en de sociale controle veel invloed op hem of haar.
27
a
Naast de schoolvakken leer je ook andere dingen op school van je leraar of klasgenoten. Geef daarvan drie voorbeelden. Eigen antwoord leerling. ► Voorbeelden zijn: op tijd komen, luisteren, zelfstandig werken, niet afkijken, klasgenoten helpen.
b
Ben jij fan van SpangaS? Leg ook uit waarom je wel of geen fan bent. Eigen mening leerling. ► In 2009 werd bekend dat het eerste seizoen is verkocht aan het Duitse Super RTL, daar heet de serie SpangaS - Das ist das leben. Eind 2009 verscheen de SpangaS-film, getiteld SpangaS op Survival.
c
Noem een overeenkomst én een verschil tussen SpangaS en GTST. Gebruik in je antwoord tenminste één vetgedrukt woord uit de lestekst van dit hoofdstuk. Eigen uitwerking leerling. ► Voorbeeld antwoord: In SpangaS staat de wereld van leerlingen op de middelbare school centraal. Het gaat vooral over opvoeding en het ontwikkelen van een eigen persoonlijkheid. In GTST gaat het meer over belevenissen van (jong)volwassenen die al een eigen persoonlijkheid hebben.
9 Een knuffel of een tik? Je kunt iets leren door sancties (belonen en straffen), door imitatie en door informatie. Kruis telkens aan om welke mogelijkheid het gaat. sancties
imitatie
1. Op vakantie neemt de familie Gerritsen vijf boeken mee. 2. Dirk Kuijt wordt na het scoren van een doelpunt gewisseld.
X X
3. Samira krijgt bijles op school.
X
4. Patrick spiekt en haalt een 7 voor wiskunde. 5. Je ouders vertellen je waarom je om 23.00 uur thuis moet zijn.
X X
6. De gymleraar laat zien hoe je moet dribbelen. 7. Bij Alexa thuis bidden ze voor het avondeten. 8. Klas 3B gaat een week op snuffelstage om het vak te leren kennen.
informatie
X X
X X
X X
28
2 Wat is normaal? 1
Welke norm hoort bij de waarde bescheidenheid? ► Voorbeeld van een juist antwoord: Je moet je eigen prestaties niet overdrijven.
2
Bekijk bron 4. Zoek de drie grootste verschillen tussen jongens en meisjes. Welke zijn dat? Jongens geven meer uit aan snoep/snacks en hobby en minder aan kleding.
3
Lees bron 6 over de gratis garderobe. Vind jij dat het moet kunnen om gedragen kleding terug te brengen? Licht je antwoord toe. ► Voorbeeld van een goed beargumenteerd antwoord: Nee, dan is de kleding niet meer nieuw. Je kunt het beter ruilen met een vriend(in).
4
Normen en waarden verschillen per groep, plaats en tijd. Bedenk een norm die voor iedereen altijd en overal geldt. ► Voorbeelden van een juist antwoord: - Er is geen enkele norm die altijd en overal voor iedereen geldt. - In het algemeen geldt wel: niet liegen, niet stelen, niet doden. Maar er zijn altijd groepen die er anders over denken.
5 Regels zijn regels Bekijk de foto hiernaast. Op het bordje bij de trap staat: ‘Dogs must be carried’. Dat betekent: ‘Honden moeten worden gedragen’. a
Deze man houdt zich aan de regels. Dat doet niet iedereen. Noem drie regels die jij vaak overtreedt. Eigen antwoord leerling. ► Voorbeelden van een juist antwoord: 1. Op de stoep fietsen. 2. Te laat (thuis) komen. 3. Huiswerk niet af hebben.
b
Leg uit waarom jij deze regels overtreedt. Eigen uitwerking leerling. ► Voorbeelden van antwoorden: OP DE STOEP FIETSEN: Fietsen gaat sneller dan met de fiets lopen. TE LAAT (THUIS) KOMEN: Soms is het ergens zo gezellig dat het zonde is om al naar huis te gaan. HUISWERK NIET AF HEBBEN: Ik ben liever vrij, daarom sla ik huiswerk over waarvan ik denk dat het niet zo belangrijk is.
6 Graffiti Lees bron 7 in je lesboek. a
Vind jij dat graffiti de wereld mooier of lelijker maakt? Eigen mening leerling. ► Graffiti was vroeger illegaal en werd gezien als vandalisme. Tegenwoordig zijn er ook bedrijven en instellingen die graffiti-artists vragen om (een deel van) het gebouw ‘aan te kleden’.
b
Wat doen sommige winkeliers om graffiti op hun muren en deuren te voorkomen? ► Voorbeeld van een juist antwoord: Zij installeren rolluiken of tralies voor de winkel of Ze maken de muren verfafstotend. 29
7 Wat mag van jou? Hieronder zie je een aantal situaties. Welke van deze situaties vind jij normaal en welke niet? Noem telkens een waarde of een norm die aan de orde is. Eigen mening leerling. ► Hieronder volgen voorbeelden van een mogelijk antwoord plus een waarde en/of een norm die aan de orde zijn bij de beoordeling van de geschetste situaties. Zie tevens de bladzijden Extra informatie en werkvormen aan het begin van dit thema. NORMAAL NIET NORMAAL WELKE WAARDE OF NORM? 1. Jongens zitten in de bioscoop met elkaar te bellen.
X
N: mobiele telefoon uitschakelen in de bioscoop.
2. Sonja (8) laat haar tong piercen.
X
W: gezondheid (ze is nog erg jong).
X
W: schoonheid (oorbellen kan toch ook?).
X
3. Kasper (11) rookt hasj.
X
4. Je buurman loopt thuis vaak in zijn blootje.
W: gezondheid. W: vrijheid. N: thuis gelden je eigen regels.
5. Je nichtje (9) steelt een rol snoep uit de supermarkt.
X
W: eerlijkheid (met stelen benadeel je een ander).
6. Debby (12) en Kylie (13) gaan elk weekend stappen.
X
N: jonge pubers moeten nog niet (vaak) uitgaan.
7. Je oom (32) laat een tatoeage op zijn wang zetten.
X
N: je mag je aangezicht niet schenden.
X
W: vrijheid (hij doet er niemand kwaad mee).
8. Ans (13) en Bas (21) liggen te zoenen op het strand.
X
W: gelijkheid (hier is het leeftijdsverschil te groot). N: je houdt je in op het strand.
9. Je hoort dat je buurvrouw vreemdgaat.
X
W: trouw (dit is bedrog).
X 10. Samantha (15) koopt een jas voor 750 euro.
W: vrijheid (het is haar keuze).
X
N: op die leeftijd moet een van de ouders nog meebeslissen over zo'n dure aankoop.
Kies met de klas een van de tien situaties uit. Voer er samen een korte discussie over of jullie het normaal of abnormaal vinden. ► Voor het klassengesprek kunt u die situaties uitzoeken die de grootste tegenstelling (normaal of niet) opleveren. Het gaat bij deze vraag om de bewustwording dat niet iedereen hetzelfde vindt en denkt.
8 Dit vind ik! RECHTVAARDIGHEID Dit is voor mij de allerbelangrijkste waarde. Ik kan niet tegen onrechtvaardigheid, dan kom ik in opstand. Dat is wel lastig, want er is veel onrechtvaardigheid in de wereld. Er zijn mensen die stikken van het geld en mensen die niks hebben en
doodgaan van de honger. In een aantal landen is er oorlog of zijn er aanslagen. Gewone mensen en ook vaak kinderen zijn hiervan de dupe. Dat kan ik maar moeilijk accepteren. Toch denk ik dat het mogelijk is om voor meer rechtvaardigheid te zorgen
in de wereld, bijvoorbeeld door het beter verdelen van de welvaart, alle kinderen naar school te sturen, maar ook door gewoon zelf een goed mens proberen te zijn en zelf rechtvaardig te handelen. Yasmina (16)
Schrijf hieronder wat jouw belangrijkste waarde is en waarom je dat vindt. Je kunt naar het voorbeeld hierboven kijken. Eigen mening leerling. ► Sommige leerlingen vinden het lastig om hun waarde van een goede motivatie te voorzien, zoals in het stukje van Yasmina hierboven. U kunt de leerling als alternatief enige leefregels (normen) laten opstellen die bij de door hen gekozen waarde horen.
30
3 Socialisatie 1
Leg uit wat volgens jou het doel is van socialisatie en waarom het goed is dat socialisatie plaatsvindt. Door socialisatie leer je je beter te handhaven in de omgang met anderen. Dit is goed, want je moet in heel veel situaties samen met andere mensen leven en werken. ► Bijvoorbeeld thuis en op school leef je met anderen. Daar zijn afspraken over hoe we met elkaar omgaan, zoals ‘iemand uit laten praten’, instructies opvolgen van ouders of leraar of ‘eerst je vinger opsteken’. Deze regels geven rust en duidelijkheid in de omgang met elkaar.
2
Noem vier personen die betrokken zijn bij de socialisatie van een kind van twaalf jaar. ► Voorbeelden van een juist antwoord: - ouders - leraar of klasgenoot
3
- vriend(inn)en - teamgenoten of trainer - pastoor, dominee of imam
Maak met een voorbeeld duidelijk dat jij meehelpt aan de socialisatie van iemand anders. Eigen antwoord leerling. ► Uit het antwoord moet blijken welke invloed wordt uitgeoefend. Vaak is dat in de directe omgeving: vrienden, klasgenoten, ouders, etc.
4
Lees bron 10 in je lesboek. Beantwoord de vraag en gebruik daarbij een voorbeeld. Eigen mening leerling. ► Voorbeelden van een goed beargumenteerd antwoord: - Ik ben het met de onderzoekers EENS. Mijn vrienden hebben dezelfde hobby’s en interesses, waardoor ik beter met hen kan praten. - Ik ben het met de onderzoekers ONEENS. Ik kan goed met mijn ouders praten, zij kennen mij het beste.
5
Lees bron 11. Welke twee waarden vindt Niels belangrijk? Gezelligheid en veiligheid.
6
Wat heeft socialisatie te maken met waarden en normen? Bij socialisatie leer je normen en waarden die de samenleving belangrijk vindt. ► Bijvoorbeeld bij de waarde respect hoort een norm als ‘opstaan voor anderen in de bus’. Hieraan word je herinnerd door meerdere mensen uit je omgeving: ouders, familie, andere buspassagiers of begeleiders van school of vereniging bij een uitstapje.
7 Van wie leer je het meest? Geef op de lijn hieronder aan hoeveel invloed de volgende socialiserende instituties hebben op jouw gedrag. Zet de nummers van instituties met veel invloed links en met minder invloed rechts. 1. je ouders 2. geloof
3. een (sport)vereniging 4. school
VEEL INVLOED
5. de media 6. je werk
7. je vrienden 8. de overheid WEINIG INVLOED
Vergelijk de volgorde van de cijfers met die van een klasgenoot. Zijn er verschillen? Leg je keuze aan elkaar uit. Eigen antwoord leerling. ► Denk bij de overheid (institutie 8) aan bijvoorbeeld verkeersregels, politie of campagnes tegen vuurwerk of zinloos geweld. Voor de vergelijking van de volgorde laat u de leerlingen in tweetallen werken.
31
8 Kleedgeld a
Waarom vindt het NIBUD kleedgeld beter dan zakgeld? Dan leer je beter om financiële keuzes te maken. Voor iets duurs zul je moeten sparen, en dus niet steeds al je geld direct uitgeven.
b
Waarom geven veel ouders geen kleedgeld, denk je? Ze zijn bang dat jongeren het opmaken aan alledaagse zaken, zoals uitgaan, snoep of roken.
c
Hoe zit dat bij jou? Eigen antwoord leerling. ► Veel jongeren hebben tegenwoordig schulden, en geven (veel) meer geld uit dan dat ze hebben. “Bijna 40 procent van de werkende jongeren onder de 25 jaar heeft een schuld van gemiddeld 900 euro. Van de jongeren die nog bij hun ouders wonen, heeft één op de drie een schuld van 750 euro.”Bron www.nibud.nl. Speciaal voor jongeren onderhoudt het NIBUD de site www.nibudjong.nl.
9 Aardige mensen
a
Leg uit waarom SIRE een socialiserende institutie is. SIRE probeert onze waarden en normen te beïnvloeden.
b
Denk je dat de campagne invloed heeft (gehad)? Leg je mening uit. Eigen mening leerling. ► Voorbeelden van argumenten: JA, want de campagne maakt mensen bewust
van hun gedrag. NEE, want veel mensen vinden van zichzelf dat
ze zich aardig en sociaal gedragen. Ze zien de campagne, maar doen er verder niets mee. 10 Niet beginnen met roken STIVORO hield een campagne tegen roken. Volgens hen is de kans dat kinderen beginnen met roken het grootst als ze naar de brugklas gaan. a
De spotjes waren gericht op de ouders. Waarom? Ouders hebben bij jonge kinderen de meeste invloed en (ouderlijke) macht.
b
Welke andere socialiserende instanties kunnen van invloed zijn op het rookgedrag van kinderen? Vooral vrienden en vriendinnen en de massamedia.
VRAAG Waarom hebben alle opdrachten op deze bladzijde te maken met socialisatie? Alle onderwerpen van de opdrachten op deze bladzijde gaan over het aanleren van normen, waarden, kennis en vaardigheden.
32
4 Ieder zijn stijl 1
Wat is het verschil tussen de dominante cultuur en een subcultuur? De dominante cultuur is die van de grootste groep mensen, een subcultuur is van een kleine groep mensen.
2
Bij welke subculturen hoor jij zelf? Noem drie voorbeelden. Eigen antwoord leerling. ► Denk aan leeftijd, gewoonten, taal, kleding, sport, geloof, muzikale voorkeur.
3
Lees bron 13. Behoort Máxima tot een subcultuur? Waarom wel of niet? ► Voorbeelden van een juist antwoord: - Ja, ze heeft de Argentijnse cultuur als achtergrond. - Ja, ze hoort bij het koningshuis en daar horen bepaalde gewoonten bij.
4
Lees bron 15. Leg met behulp van een voorbeeld aan een medeleerling de ‘socialisatiecirkel’ uit. ► Als voorbeeld van een juist antwoord volgt hier een beschrijving via de ‘socialisatiecirkel’ rond het belang van ‘goed je best doen op school’. Waarde: Norm: Socialisatie: Sociale controle: Sancties: Internalisatie: Cultuur:
5
IJver, inzet. Je moet goed je best doen op school. Presteren op school is belangrijk. Je ouders en leraren helpen je en controleren je schoolwerk. Je wordt beloond met een diploma of gestraft met onvoldoendes. Je vindt het vanzelfsprekend dat je je best moet doen op school. Het is belangrijk om goed je best te doen en een diploma te halen.
Vul aan: mensen kunnen volgens mij WEL / NIET gelijktijdig bij twee subculturen horen, want Eigen antwoord leerling. ► Voorbeeld van een juist antwoord: Je kunt bij twee of meer kleinere culturen horen. Je kunt bijvoorbeeld bij de Antilliaanse cultuur horen én tegelijk bij de cultuur van topsporters.
6
De volgende zin bevat drie fouten. Verander de zin zodat hij wel klopt: Een subcultuur is een overheersende cultuur die op alle gebieden overeenkomt met de normen en waarden van de dominante cultuur.
Een subcultuur is een overheersende cultuur de cultuur van een kleine groep mensen, die op alle gebieden bepaalde gebieden overeenkomt met afwijkt van de normen en waarden van de dominante cultuur. 7 Welk land? Hieronder zie je uitspraken over de cultuur van een land. Koppel de uitspraak aan het juiste land. Werk samen met een medeleerling. Let op: sommige uitspraken passen bij meer landen. Het staatshoofd wordt gekozen – Alcohol is er taboe – Voetbal is de nationale sport – De doodstraf bestaat er niet – Bijna de helft is ongelovig – Drugs zijn streng verboden – Van krantenjongen tot miljonair – De politieagent van de wereld – Bijna iedereen is islamitisch – Het land van duizend meningen – Homo’s kunnen er trouwen – Bekenden groeten elkaar door de hand te kussen – Het land is een multiculturele samenleving. Nederlandse cultuur - Voetbal is de nationale sport. - De doodstraf bestaat er niet. - Bijna de helft is ongelovig. - Het land van duizend meningen. - Homo’s kunnen er trouwen. - Het land is een multiculturele samenleving.
Amerikaanse cultuur - Het staatshoofd wordt gekozen. - Drugs zijn er streng verboden. - Van krantenjongen tot miljonair. - De politieagent van de wereld. - Het land is een multiculturele samenleving.
Marokkaanse cultuur - Alcohol is er taboe. - Voetbal is de nationale sport. - Drugs zijn er streng verboden. - Bijna iedereen is islamitisch. - Bekenden groeten elkaar door de hand te kussen.
33
8 Ich bin Frau Antje a
Welke vooroordelen over Nederlanders herken je in de tekening? Noem er vijf. 1. Nederlanders houden allemaal van tulpen. 2. Ze lopen er op klompen. 3. Ze gebruiken (soft)drugs. 4. Ze drinken bier. 5. Ze zijn heel vrij / open / brutaal.
b
Wat zijn volgens jou twee belangrijke kenmerken van Nederlanders? 1. Eigen mening leerling. 2. Eigen mening leerling. ► Te denken valt aan vrijheid van meningsuiting, tolerantie, direct communiceren, vrije omgangsvormen op school en werk, etc.
9 Zoen of neusje? Lees bron 16 in je lesboek. Elkaar begroeten gebeurt in elk land anders. a
Noem drie verschillende manieren om elkaar te begroeten, met erbij het land waar dit zo gebeurt. ► Een aantal juiste antwoorden zijn: 1. 2. 3. 4.
b
Kussen op beide wangen Hand geven Neuzen tegen elkaar wrijven Buigen, ogen neerslaan
Saoedi-Arabië Nederland Canada, Groenland Japan
Een tijdje geleden ging de koningin op bezoek in een moskee. Uit respect voor de islamitische regels gaf zij de imam geen hand. Ik vind het GOED / NIET GOED dat de koningin zich aanpast aan de gewoontes van de islam, omdat: Eigen mening leerling. ► Voorbeelden van een goed beargumenteerd antwoord: GOED, omdat we in Nederland godsdienstvrijheid hebben en de koningin daarom rekening wil houden met het geloof van de imam. NIET GOED, omdat handen geven een gewoonte is die hoort bij de Nederlandse dominante
cultuur. De koningin had daarom uit respect voor haar eigen cultuur de imam een hand moeten geven. De imam had zich moeten aanpassen. 10 Rellen door voetbalhooligans
a
b
Noem een norm of een waarde van voetbalhooligans die betrokken zijn bij rellen. Waarde: hooligans vinden spanning belangrijk. Norm: vechten is leuk en hoort erbij. Kunnen voetbalhooligans ook behoren tot de dominante cultuur of tot een andere subcultuur? Leg je antwoord uit. Ja, bijvoorbeeld omdat ze een gewone baan hebben (dominante cultuur) of rock & roll-bijeenkomsten bezoeken (andere subcultuur).
34
5 Jongerenculturen 1
Welke jongerenculturen zijn er bij jou op school? Eigen antwoord leerling. ► U kunt de leerlingen een overzicht laten maken van de grootste jongerenculturen op school, een ‘top5’. Ook is het interessant om een vergelijking te maken tussen de verschillende onderwijsniveaus op een brede scholengemeenschap, of tussen de verschillende sectoren op een VMBO-school.
2
3
Waardoor ontstonden de eerste jeugdculturen? De jongeren kregen eind jaren vijftig / begin jaren zestig meer vrije tijd en geld door de toegenomen welvaart. Vraag aan je ouders of aan je leraar hoe ze er vroeger uitzagen, en van welke muziek zij hielden. Vraag of ze een foto uit die tijd willen laten zien. Dat kon je zien aan Mijn MOEDER / VADER / LERAAR / LERARES was vroeger een Hij/zij was helemaal gek van de muziek van . Eigen antwoord leerling. ► Het is leuk om te kijken naar eventuele overeenkomsten tussen ouders en leerlingen. Zie tevens de bladzijden Extra informatie en werkvormen aan het begin van dit thema.
4
Noem drie onderwerpen waarover ouders makkelijk ruzie kunnen krijgen met hun kinderen. Eigen antwoord leerling. ► Voorbeelden van een juist antwoord: - Tijdstip van thuiskomst. - Piercings en tattoos. - Roken en drinken. - Hoogte van het zakgeld en / of kleedgeld. - Kledingkeuze. - Schoolresultaten.
5
Lees de tekst op bladzijde 42 en 43 van je lesboek. Verklaar de woorden rap, breakdance, hiphop en braggin’ ‘n’ boastin’. Zoek de letterlijke betekenis en maak gebruik van een Engels woordenboek of van internet. Rap Breakdance Hiphop Braggin’ Boostin’
6
ritmische vertelling op muziek. acrobatische dans. jeugdcultuur met als kenmerken o.a. rapmuziek, graffiti en breakdance. opscheppen. bluffen, opscheppen.
Leg uit waarom de rapcultuur juist in de arme wijken ontstond. ► Voorbeelden van een juist antwoord: - Voor rap heb je geen dure muziekapparatuur nodig, het is alleen jij, je stem en het (harde) leven om je heen. - In een situatie waarin niemand veel heeft kun je je onderscheiden door te kunnen rappen.
7
Lees bron 20. Vind je dat Ali B. gelijk heeft? Licht je mening toe met twee argumenten. ► Voorbeelden van een goed beargumenteerd antwoord: - Ja, er zijn nog steeds veel vooroordelen over Marokkaanse jongens als groep. - Ja, er zijn nog steeds veel uitgaansgelegenheden die discrimineren bij de deur.
8
Lees bron 23. Vind je dat rappers zich verantwoordelijk moeten voelen voor geweld en seksistisch gedrag onder jongeren? ► Voorbeelden van een goed beargumenteerd antwoord: - Ja, als je in clips doet alsof geweld stoer is en vrouwen alleen laat zien als lustobject, gaan jouw fans dit als normaal beschouwen. - Nee, de stoere praatjes en blote vrouwen zijn er alleen om aandacht te krijgen en veel geld te verdienen. Ze zijn daarmee niet verantwoordelijk voor wat anderen doen.
9
Leg uit waarom juist respect een belangrijk onderwerp is van veel rappers. Rap is ontstaan in de arme wijken. Veel jongeren hebben daar weinig kansen. Toch willen zij met respect behandeld worden. 35
R&B
KAKKER
NAAM: Tony, 16 jaar, 4 vmbo-T. HOBBY: Hockey en waterpolo. MUZIEK: Club, house, dance, ik vind Global deejays wel relaxed. IK BEN EEN … KAKKER: Ik en mijn vrienden zijn dat gewoon een beetje. FAVORIETE KLEDING: Hilfiger, G-star, Gaastra, Diesel. Alles wat stylo heeft. WAT IS IN? Lekker een biertje drinken met zijn allen. Of frituren en met vrienden een filmpje kijken. WAAR HEB JE EEN HEKEL AAN? Gothics. Arelaxte mensen op een feest. En wannabekakkers die een polo van H&M dragen in plaats van Ralph Lauren. Dat doe je niet.
RAPPER
GOTHIC/ALTO
NAAM: Paula, 17 jaar, 4 havo. HOBBY: Slapen en uitgaan met vrienden en zo; lekker doen waar je zin in hebt. MUZIEK: (Gothic)metal, Tristania, In flames. IK BEN EEN ... ALTO EN EEN GOTHIC: We hebben altijd lol met elkaar, ook al dragen we veel zwart. FAVORIETE KLEDING: Liefst iets zwarts of een spijkerbroek, of iets van H&M. Het gaat niet echt om de kleding, maar om de spirit. WAT IS IN? Muziek, bier, vrienden. WAAR HEB JE EEN HEKEL AAN? Uitgescholden worden. Je verft je haar blauw en ze stoppen je meteen in een hokje.
GAMER
SKATER
NAAM: Luc, 15 jaar, 4 havo. HOBBY: Skateboarden. Dat is mijn leven. MUZIEK: Hiphop, maar ook de Rolling Stones. IK BEN EEN … SKATER: Je kan het samen doen en je krijgt respect als je wat vets doet. We skaten vaak voor de kerk. FAVORIETE KLEDING: Wijde broeken, want dat is handig. Carhartt, Nike SB. WAT IS IN? Kickflips, backflips, nollieflips, maar vooral stylisch skaten. WAAR HEB JE EEN HEKEL AAN? Verrotte mensen en dode skateboards.
NAAM: Vivecka, 17 jaar, 4 vmbo-BB. HOBBY: Zingen en dansen. MUZIEK: Alicia Keys, hiphop. IK HOU VAN ... R&B: Ik zing het zelf ook en ik vind het gewoon relaxed. Ik ga ook veel om met mensen die rappen. FAVORIETE KLEDING: Baby Phat, Only, maar ik draag eigenlijk van alles. WAT IS IN? Zingen en dansen. WAAR HEB JE EEN HEKEL AAN? Mensen die liegen of ruzie zoeken.
NAAM: Cerezo, 16 jaar, 3 vmbo-motorvoertuigen. HOBBY: Lekker chillen en een beetje muziek maken. MUZIEK: 2Pac, 50 Cent, gangsterrap. IK BEN EEN … RAPPER: Ik ben sinds mijn dertiende hiphopper. Ik luister alleen naar rap. Oude rap, nieuwe rap. Alles. FAVORIETE KLEDING: Akademik, Ecko, G-Unit, Reebok. WAT IS IN? Grote, gouden kettingen, veel bling bling. WAAR HEB JE EEN HEKEL AAN? Als je ouders of de leraren ook gaan rappen.
NAAM: Rogier, 17 jaar, 5 havo. HOBBY: Gamen en muziek maken. MUZIEK: Reggae en ska, zoals Ten CC en Madness. IK BEN EEN … GAMER: Het is een tweede wereld, waar je niet wordt beoordeeld op je uiterlijk, maar op je skillz. FAVORIETE KLEDING: Ik doe niet aan merken, als het maar lekker zit. Gaten en zo boeit me niet. WAT IS IN? Gezellig hangen, bij de Aldi wat eten halen, weer lekker hangen. WAAR HEB JE EEN HEKEL AAN? Alles wat wannabe is, gewoon kansloos is dat.
36
10 Laten zien wie je bent Lees de bladzijde hiernaast en zoek van iedere groep de kenmerken op. welke muziek
hoe zien ze eruit?
Skater
hiphop
wijde broek, losse kleding
R&B
hiphop, Alicia Keys
stoer en sexy
Gothic
metal
zwarte kleding, wijde mouwen, jurken
Alto
gitaarrock, metal
zwarte kleding, kistjes, legerbroek
Rapper
2Pac, 50 Cent, gangsterrap sportieve kleding en sportschoenen, merken als Akedemik, Ecko, Reebok
Kakker
club, house, dance
vaak ‘nette’, duurdere merkkleding van bijvoorbeeld G-star, Diesel, Ralph Lauren
Gamer
reggae en ska
makkelijke kleding, niet merkgebonden
► De mode is uiteraard altijd aan veranderingen en hypes onderhevig, dus de leerlingen kunnen hier zelf het beste aanvullingen geven. Hoor jij bij één van deze groepen? Of bij een andere groep? Of nergens bij? Zet er bij waarom. Eigen antwoord leerling. ► Bespreek met de klas welke groepen op de school en in de omgeving bestaan en welke niet. Laat leerlingen ook aangeven wat ze een leuke groep vinden: bij welke groep zou je wel een tijdje willen horen?
a
Yes-R is blij dat hij nooit crimineel is geworden. Waarom gebeurt dat soms wel bij jongeren die geen baan hebben en het op school niet goed doen? Net als Yes-R willen die jongeren snel geld verdienen. Dat lukt niet met werken en ze kiezen daarom voor criminaliteit. ► Vaak staan ze onder druk van de groep waar ze bij horen.
b
Vind jij dat criminaliteit bij de rapcultuur hoort? Leg je mening uit.
Eigen mening leerling. ► Voorbeelden van mogelijke antwoorden: JA: Er zijn veel voorbeelden van rappers die crimineel zijn of waren en hun clips en teksten gaan vaak over criminaliteit. NEE: Er zijn veel goede rappers die niets met criminaliteit te maken willen hebben en optredens van rappers zijn vaak leuke feesten zonder geweld of criminaliteit.
37
12 Maak je eigen rap ► Deze opdracht is eventueel mogelijk in combinatie met een les CKV, muziek of Nederlands. Soms is het nodig om leerlingen bij deze opdracht een 'zetje' te geven, maar de resultaten zijn meestal erg verrassend en de moeite waard. Een rap is een rijmende tekst, die je uitspreekt op het ritme van muziek. Veel rappers gaan daarbij flink tekeer. Het lijkt wel of ze schreeuwen. Bijvoorbeeld omdat ze ergens boos over zijn. Opdracht: maak zelf een rap. STAP 1 De meeste rappers zingen over dingen waarover ze kwaad zijn. Bedenk dus allereerst een onderwerp waarover jij je boos maakt en noteer dat hieronder. Eigen antwoord leerling. STAP 2 Noteer vier woorden die horen bij het onderwerp en die je wilt gebruiken. 1. Eigen antwoord leerling.
2. Eigen antwoord leerling.
3. Eigen antwoord leerling.
4. Eigen antwoord leerling.
STAP 3 Je hebt nu een onderwerp en enkele belangrijke woorden. Daar gaat je rap over. Je hebt nu nog twee kleine problemen: het begin en het rijm. Eerst het begin. Veel rappers beginnen door zichzelf voor te stellen, alsof ze echt tegen je praten. Verder is het leuk om meteen iets te zeggen dat de aandacht trekt. Bijvoorbeeld: Jullie weten hoe ik heet, want ik ben Bas, Ik rap alle dag, ook in de klas. Maar weten jullie wel waar ik voor sta? Ik ben tegen oorlog als een echte rasta. Maak nu zelf vier regels waarin je je voorstelt. Eigen uitwerking leerling. STAP 4 Je hebt nu een begin. Nu is het tijd om het rijmprobleem aan te pakken. Je hebt uit stap 2 en 3 een aantal woorden die belangrijk zijn. Neem zo’n woord en schrijf een heel rijtje woorden op, dat daarop rijmt. Bijvoorbeeld op oorlog rijmt: bedrog, toch, nog, maar ook genoeg rijmt er (een beetje) op. Eigen uitwerking leerling. STAP 5 Maak je rap eerst op een kladblaadje. Als je rap klaar is, schrijf je hem netjes over. Je kunt, als je dat wilt, nu muziek of een ritme zoeken waarop je gaat rappen.
38
6 Hoe kijk je tegen anderen aan? 1
In het verhaal is Tim plotseling een populaire jongen bij de anderen geworden. Hoe komt dat? Hij heeft Jessica ten dans gevraagd en daarmee ‘versierd’. ► Daarnaast heeft hij geholpen om een inbreker te ontmaskeren.
2
Leg uit wat wordt bedoeld met ‘etiketten plakken’. Een beeld vormen van mensen door ze te beoordelen op een aantal kenmerken.
3
Tim kiest ervoor altijd zichzelf te zijn. Kun je altijd jezelf zijn, als je dat wilt? Of word je altijd beïnvloed door anderen? Het is lastig om altijd voor 100 procent jezelf te zijn, want vaak moet je toch rekening houden met anderen. Elkaar beïnvloeden gaat vaak ongemerkt.
4
Waarom kun je zeggen dat Tim ook een verkeerde vriend is? Sommigen zullen hem een verrader vinden. ► Anderzijds is het in zo’n situatie juist heel erg moedig om te kiezen voor eerlijkheid.
5
Wat is een nadeel van beeldvorming? Je beoordeelt alleen het ‘etiket’ en leert iemand niet werkelijk kennen.
6
Wat hoort meer bij jou: rolgedrag of roldoorbrekend gedrag? Probeer ook aan te geven waarom. Eigen antwoord leerling. ► Veel jongeren in de puberteit zijn nog op zoek naar hun identiteit. Vaak sluiten ze hierbij aan bij anderen, zodat er sprake is van rolgedrag. Sommige jongeren kiezen er echter voor om met hun gedrag onvoorspelbaar en roldoorbrekend te zijn. Herkennen leerlingen de verschillen hiertussen?
7 In of uit je rol Lees bron 26. Is het verhaal over André Hazes een voorbeeld van rolgedrag of juist van roldoorbrekend gedrag? Waarom? Het is roldoorbrekend gedrag. Hij laat als bekende Nederlander / idool ook zijn gewone menselijke kant in beeld brengen. ► Later volgden er vele real life soaps rond bekende Nederlanders.
a
Wat willen de makers met dit programma bereiken? Gebruik in je antwoord het begrip beeldvorming. Veel jongeren hebben een bepaald beeld van een gehandicapte of iemand met een ziekte. BNN doorbreekt deze beeldvorming door te laten zien dat gehandicapten eigenlijk heel normaal zijn. ► Ook laat het programma zien hoe jongeren omgaan met hun ziekte of aandoening.
Waarom kun je zeggen dat er in het programma roldoorbrekend gedrag plaatsvindt? Veel mensen verwachten van gehandicapten dat zij vooral thuis zitten (hun ´rol´). In de praktijk blijkt echter dat zij veel ‘normale’ dingen doen, zoals uitgaan en op vakantie gaan. Het programma laat dit zien en is dus roldoorbrekend. b
39
7 Hoe we samenleven 1
Leg uit waarom jij afhankelijk bent van andere mensen. In deze samenleving heb je altijd bindingen met andere mensen.
2
Zijn anderen ook van jou afhankelijk? Leg uit. Ja, want jouw gedrag heeft ook gevolgen voor de mensen in jouw omgeving.
3
Bedenk een eigen voorbeeld van een economische binding en een politieke binding die jij hebt. Eigen antwoord leerling. ► Bijvoorbeeld je bijbaantje als vakkenvuller of kinderoppas is een economische binding, en de leerplicht is een politieke binding.
4
Lees bron 28. Vind je dat de uitspraak van Neil Armstrong in de titel is uitgekomen? Zo ja, geef een voorbeeld? Eigen mening leerling. ► Door velen wordt de eerste stap van de mens op de maan als een historisch moment gezien. Aan de andere kant is er met de maan verder weinig gedaan.
5
Waarom kan een samenleving niet voortbestaan als iedereen voor zichzelf leeft? Dan worden de waarden en normen van de dominante cultuur niet meer doorgegeven en verliest de samenleving haar identiteit. ► Bijvoorbeeld: in het verkeer rijden we rechts en geven we verkeer van rechts voorrang. Als deze ‘afspraken’ niet meer worden nageleefd, ontstaat er chaos. Behandel eventueel het begrip ´cohesie´.
6 Mensen hebben elkaar nodig Om te leven heb je anderen nodig. Hieronder zie je in de linkerkolom dingen die je nodig hebt in je leven. Schrijf in de tweede kolom welke bindingen je hebt om in die behoefte te voorzien. Geef rechts drie voorbeelden van mensen of zaken met wie jij zo’n soort binding hebt.
Wat heb je nodig? 1. Kennis en informatie
Welke soort bindingen? kennisbindingen
2. Eten, drinken, kleding en onderdak
economische bindingen
3. Vriendschap, liefde en warmte
gevoelsbindingen
4. Bescherming
politieke bindingen
Drie voorbeelden: - je leraar - internet - de trainer van je sportclub - ouders - supermarkt - baas - woningbouwvereniging - partner - vrienden - familie - huisdier - school - politie - ziekenhuis - brandweer
40
7 Een spijkerbroek-reisverhaal Lees bron 30. Zet het spijkerbroek-reisverhaal in de juiste volgorde. 1. Katoen wordt gesponnen. 2. Een spijkerbroek wordt in elkaar genaaid. 3. Jij koopt de broek. 4. Katoen wordt geweven. 5. Katoenen stof wordt in patronen geknipt.
6
8
1
4
6. Een boer verbouwt katoen. 7. De broeken worden naar een groothandel gebracht. 8. Arbeiders plukken ruwe katoen. 9. Een kledingzaak koopt de broek.
5
2
7
9
3
8 Wat hoort bij elkaar? Maak deze opdracht met een klasgenoot. Hieronder staan begrippen uit het thema Jongeren. Combineer steeds vier begrippen die allemaal horen bij één bepaald kernwoord. VOORBEELD:
Kernwoord: Socialiserende institutie Bijbehorende begrippen: 1. ouders 2. overheid 3. media 4. school Uitleg: Deze vier begrippen horen bij het kernwoord Socialiserende institutie omdat kinderen worden opgevoed door hun ouders, door school, door de media en door de overheid. Je mag ieder begrip uit de lijst maar één keer gebruiken. De woorden uit het voorbeeld mag je wel opnieuw gebruiken. Aangeboren gedrag Aangeleerd Beloning Cultuur Economische bindingen
a
Gevoelsbindingen Imitatie Internalisatie Jongerencultuur Kennisbindingen
Media Normen Opvoeding Ouders Overheid
Politieke bindingen Sancties School Sociale controle Socialiserende institutie
Socialisatie Straf Subcultuur Vrienden Waarden
Kernwoord: Opvoeding Bijbehorende begrippen: 1. 3.
2. 4.
Eigen mening leerling. ► Begrippen die hier mogelijk zijn: aangeleerd, beloning, cultuur, imitatie, normen, ouders, overheid, sancties, school, sociale controle, socialisatie, straf, subcultuur, vrienden, waarden. b
Kernwoord: Jongerencultuur Bijbehorende begrippen: 1. 3.
2. 4.
Eigen mening leerling. ► Begrippen die hier mogelijk zijn: gevoelsbindingen, imitatie, media, school, socialisatie, subcultuur, vrienden.
41
9 Ik wil een piercing Lees de tekst over de ruzie van Suzanne met haar vader in bron 34.
a
CASE
Is er sprake van een belangentegenstelling tussen Suzanne en haar vader? Waarom? Ja, Suzanne wil de vrijheid om zelf over een piercing te beslissen. Haar vader wil haar die verantwoordelijkheid nog niet geven.
b
Welke normen of waarden hebben Suzanne en haar vader allebei? Gezondheid, hygiëne en veiligheid zijn gemeenschappelijke waarden.
c
Welke normen en waarden hebben ze niet gemeen? Voor Suzanne geldt de norm dat zij vindt dat een piercing erbij hoort, en voor haar geldt ook de waarde opwinding/gevoeligheid.
d
Volgens de vader zijn piercings gevaarlijk. Wat is het gevaar van piercen? Gebruik bron 33. Het risico van ontstekingen, abcessen en allergische reacties. Daarnaast is er kans op aantasting van zenuwbanen, bloedvaten en pezen bij ondeskundig piercen.
e
Heeft de vader het recht om een piercing te verbieden? JA / NEE, want: in bron 31 staat dat een minderjarige ‘handelingsonbekwaam’ is. in bron 33 staat dat ‘officieel jongeren onder de achttien geen tatoeage of piercing mogen nemen’.
f
Welke oplossing voor dit probleem vind jij de beste? Kruis aan of schrijf je eigen oplossing op. Piercings zijn dom; niemand moet er een nemen. Suzanne moet wachten tot ze meerderjarig is. Suzanne moet wachten tot ze oud genoeg is om verstandig te beslissen. Suzanne mag zelf beslissen, want ze is al vijftien jaar. Suzanne mag zelf beslissen, want het is haar lichaam. Eigen antwoord leerling. ► Optie 1 is geen mogelijke oplossing, maar een mening. Waarom is het ‘logisch’ dat het recht op autorijden vanaf je achttiende geldt? Gebruik het begrip ‘handelingsonbekwaam’ in je antwoord. Volgens de wet ben je tot je achttiende handelingsonbekwaam. ► De wet denkt dat je te jong bent om goed auto te rijden en om goed met het drukke verkeer om te gaan. a
37
b
Volgens de minister is zijn plan goed voor de verkeersveiligheid. Leg uit. De minister laat jongeren op deze manier wennen aan het verkeer. Zodra ze dan alleen de weg op mogen, hebben ze meer ervaring dan automobilisten die direct na het halen van hun rijbewijs alleen de weg op gaan.
38
KEUZEOPDRACHTEN ONDERZOEKSOPDRACHT: INTERVIEW JE OMA OF JE BUURMAN Een heleboel dingen vind jij nu gewoon. Cd’s, uitgaan, chatten, je mobieltje, enzovoort. Vroeger was dat anders. Om te weten te komen wat jongeren vroeger deden, ga je een interview houden met een van je ouders, je opa of oma, je leraar of je buren. De vraag die jij gaat onderzoeken luidt: Wat is het grootste verschil tussen jongeren vroeger en jongeren nu? STAP 1: DE VOORBEREIDING • Maak een tijdplanning: wanneer ga je vragen maken, wanneer hou je het interview, wanneer maak je het verslag en wanneer moet je het verslag inleveren. • Maak voor je interview een lijstje met vragen. Hieronder staan vragen die je kunt stellen. Bedenk ook zelf vragen. - In welk jaar was u zestien jaar? - Zat u toen op school? Zo ja, wat voor school? - Als u toen al werkte: wat voor werk deed u? - Kreeg u zakgeld? Zo ja, hoeveel was dat dan? - Ging u wel eens uit? Zo ja, waarheen? - Welke muziek vond u toen leuk? - Hoe zag u er vroeger uit (kleding, haar, enzovoort)? Heeft u nog een foto van vroeger? Mag ik die zien? - Had u wel eens ruzie met uw ouders? Waarover ging die ruzie? - Behoorde u tot een jongerencultuur of een bepaalde groep? Hoe werd die groep genoemd? STAP 2: HET ONDERZOEK • Hou het interview. Maak tijdens het interview aantekeningen. Eventueel kun je het interview opnemen. STAP 3: DE PRESENTATIE • Maak een verslag van je interview op de volgende manier: - Werk het interview direct na afloop uit, dan weet je de antwoorden nog goed. - Zet aan het begin de naam en leeftijd van de persoon die je interviewt. - Schrijf de vragen over en zet het antwoord eronder. - Schrijf aan het eind een conclusie: wat is het grootste verschil tussen jongeren vroeger en jongeren nu? - Maak het verslag niet te kort en niet te lang: minimaal één en maximaal twee kantjes A4. - Lever je verslag op tijd in bij je docent.
JONGEREN IN HET NIEUWS Het meeste nieuws dat je in de krant leest gaat over volwassenen. Af en toe gaat het over jongeren. Bijvoorbeeld over scholieren of over jeugdwerkloosheid. Ook zijn jongeren soms zelf in het nieuws. Bijvoorbeeld als ze iets speciaals gedaan hebben, zoals jonge sporters of jonge inbrekers.
39
Wat moet je doen? 1. 2. 3. 4. 5.
Zoek een week lang iedere dag in de krant naar nieuws over jongeren. Knip deze berichten uit. Kies aan het eind van de week de tien leukste berichten, foto’s, advertenties, enzovoort. Plak deze krantenartikelen op een groot vel papier, bijvoorbeeld een A3-papier. Zet er een mooie titel boven. Je hebt nu je eigen jongerenkrant gemaakt. Lever deze krant in bij je docent.
40
BEGRIPPENLIJST Aangeboren eigenschappen zijn heel moeilijk te veranderen. Voorbeelden zijn driftig zijn, verlegenheid en muzikaal gevoel. Sociale controle is de manier waarop anderen je aansporen of dwingen om je aan bepaalde regels te houden. Sancties zijn positieve en negatieve reacties; beloningen en straffen. Identificatie betekent iemand zien als je ideale voorbeeld waarop je wil lijken. Een waarde is een principe dat iemand echt belangrijk vindt in het leven. Fatsoensnormen zijn vaak ongeschreven regels over hoe je je moet gedragen, het ‘hoort’ zo. Bij socialisatie wordt gezorgd voor overdracht van kenmerken van een groep of samenleving. Socialiserende instituties zijn groepen die invloed hebben op jouw waarden, normen, kennis en vaardigheden. Er is sprake van internalisatie als je je min of meer automatisch gedraagt zoals de groep dat verwacht. Je spreekt van een cultuur wanneer een groep mensen dezelfde waarden, normen en gewoonten heeft. Een dominante cultuur is de cultuur van een grote groep mensen die overheersend is. Een subcultuur is de cultuur van een kleine groep mensen. Jongerenculturen zijn ontstaan door meer vrije tijd en gestegen welvaart. Ze zijn herkenbaar aan een eigen stijl, kleding, muziek, etc. Er is sprake van een generatieconflict als de waarden en normen van ouders botsen met die van hun kinderen.
41
Beeldvorming betekent dat je je een beeld vormt van iets of iemand anders. Rolgedrag is hoe jij je volgens anderen moet gedragen in bepaalde situaties. Roldoorbrekend gedrag vindt plaats als je je anders gedraagt dan in je positie verwacht mag worden. Bij gevoelsbindingen heb je vaak te maken met positieve gevoelens als vriendschap, steun en liefde. Bij economische bindingen gaat het om alles wat te maken heeft met je levensonderhoud. Bij kennisbindingen gaat het om alles wat te maken heeft met leren. Bij politieke bindingen gaat het om de overheid die zorgt voor bescherming en regelgeving.
42