Ninette Koning Zon en maan - 2006 Knarbos Lelystad - Eendenweg
Twee cirkels van rietbossen. De diameter van de kleine cirkel is 3 meter, de diameter van de grote cirkel is 7 meter. De binnencirkel van de grote is ook 3 meter. Het gras in de binnencirkel zal gaan groeien en er misschien bovenuit komen. De ondergrond bestaat uit pallets. Dit om lucht onder de rietbossen te laten stromen, bij regen blijft het riet dan niet zo lang nat en wordt het rottingsproces uitgesteld. De onderste laag rietbossen is verankerd in de grond door middel van lange houten haringen. Met ijzerdraad zijn de rietbossen tussen de haringen vastgelegd. Iedere laag rietbossen is met ijzerdraad weer vastgemaakt aan de laag daaronder. In totaal heeft elke cirkel 6 lagen. De plaats die ik heb gekozen voor de objecten is een weitje bij Eendenweg 20, net voor het bos; daar loopt het Pionierspad doorheen. Aan elke kant van het pad heb ik een cirkel gemaakt.Tijdens de uitvoering van het kunstwerk heb ik vooral gekeken naar de verhouding van de twee cirkels ten opzichte van elkaar en de verhouding ten opzichte van het weitje. De grote cirkel was technisch het eenvoudigst om uit te voeren. De uiteinden van de rietbossen waaieren hier uit naar buiten. Bij de kleine cirkel liep ik tegen het probleem aan dat naar binnen toe de rietpluimen weliswaar dunner zijn, maar aan de buitenzijde van de cirkel vielen er gaten die opgevuld moeten worden. Door de rietbossen doormidden te zagen heb ik dat op kunnen lossen. Met de kleinere afgezaagde stukken werden de gaten opgevuld. Oude culturen aanbidden de zon en de maan. Zij zagen het belang van zon en maan voor de oogst, voor voorspellingen, voor wijsheid. Twee cirkels, één dichte vorm, de maan, symbool voor rust en reflectie. De richting van de rietbossen wijst naar binnen, naar een middelpunt. Eén open vorm, de zon, symbool voor actie en ontplooiing, de richting van de rietbossen wijzen naar buiten, het waaiert uit, de stralen schenken leven, liefde en geluk.
Wandelaars zien de restanten van gewoontes van een oud volk, de natuur heeft zich er nog niet mee bemoeid, maar daar gaat verandering in komen….
Pat van Boeckel
De gedroogde vogel - 2009 Lelystad - wandelpad Eendenweg richting Meerkoetenweg
lengte: 8 meter hoogte: 5,5 meter breedte: 4 meter Vanuit de verte lijken de bouwsels doorzichtige dakconstructies, alsof er huizen in aanbouw zijn; en je ziet ook donkere vlekken, waarvan je niet direct ziet wat dat zijn. Als je dichterbij komt, dan zie je voorwerpen hangen. In Scandinavië maakt men nog steeds gebruik van de wind om de vis te drogen en zo te conserveren voor de winter. In het oude Flevoland, op Urk, bijvoorbeeld, werd dat ook zo gedaan, werden vissen opgehangen aan de latten. Maar hier, in dit kunstwerk, hangen geen vissen maar aluminium brokstukken – overblijfselen van een vliegtuig. Niet ver van de plaats waar dit kunstwerk staat, ligt het vliegveld van Lelystad. Hemelsbreed een paar kilometer. Daarvandaan stijgen en landen voortdurend aluminium vogels, glimmend en stralend, goed verzorgd. Het gebrom is regelmatig hoorbaar boven het open landschap. Ook al worden we in het nieuws helaas van tijd tot tijd geconfronteerd met neergestorte vliegtuigen, we zien toch liever die grote vogels intact en vieren het overwinnen van de zwaartekracht. Met de vogel waarvan de brokstukken hier als vissen te drogen hangen, is het echter niet goed afgelopen. Het zijn brokstukken van een bommenwerper die letterlijk en figuurlijk boven water kwam toen de polder werd drooggelegd. De brokstukken hangen te drogen. Het moet tijdens de Tweede Wereldoorlog gebeurd zijn, waarschijnlijk in een luchtgevecht, dat het toestel geraakt werd en onhoudbaar in zee stortte. Of de bemanning het er levend af heeft gebracht, of niet, die vraag blijft onbeantwoord. Dit werk kan worden beschouwd als een herinnering, een gedenkteken, als een monument voor de geschiedenis: de geschiedenis van de gebruiken in de visserij net zo goed als de geschiedenis van de oorlog en die bommenwerper in het bijzonder.
Alex Jacobs
Natuurlijke ruimte - 2010 Lelystad - wandelpad Eendenweg richting Meerkoetenweg
In bergachtige gebieden is vaak goed en duidelijk te zien dat de aarde bestaat uit verschillende lagen, lagen die ontstaan zijn in verschillende langdurende periodes. In het platte Flevoland zijn die aardlagen verborgen. Of zijn ze er gewoon niet? We hebben het in Flevoland vaak over klei, alsof dat het enige is dat we hier hebben. Het beeld dat ik heb gemaakt voor de kunstroute Nieuw Verleden doet denken aan aardlagen, aan de geschiedenis onder de grond. Want hier bestaat de grond natuurlijk ook uit lagen, net zoals elders op de wereld. Het beeld is opgebouwd uit verschillende soorten gips, harde en zachte soorten; de verschillende kleuren zijn het gevolg van verschillende inkten en natuurlijke pigmenten, zoals bietensap. Het beeld zal door de neerslag en natuurlijke omstandigheden uitslijten, precies zoals grote rotsformaties (zoals Monument Valley) in de loop van de tijd zijn uitgesleten, alleen wat sneller. Niet alleen in het verval is het beeld in de kern een proces zoals dat in de natuur plaatsvindt, maar ook in de opbouw is het beeld verwant aan de natuur: ik heb het laagje voor laagje opgebouwd. Zo is ook in de loop van eeuwen en eeuwen de grond onder onze voeten ontstaan. Ik deed het in dagen. Het slijten gaat door de regen, het stromen en sijpelen van water, door wind, door het verschil in temperatuur. Hoe zullen de kleuren zich gaan tonen, hoe zal het beeld gevormd gaan worden? We wachten het af! Hoe snel, wat snel slijt en wat langzaam, hoe de kleuren zich ontwikkelen? De natuur bepaalt. Zij wordt in feite de kunstenaar die enkele jaren aan het kunstwerk gaat werken. En ik, de kunstenaar, heb de omstandigheden gecreëerd waarin de natuur zich uit mag leven.
Willem Hoogeveen
Drie bomen en een stekje - 2011 Lelystad - wandelpad Eendenweg richting Meerkoetenweg
Flevoland is mensenwerk! In het begin was het scheppen van Flevoland zelfs handwerk. Met schoppen werden greppels en sloten gegraven – bijzonder zwaar werk! We mogen die mannen van het eerste uur dan ook echt dankbaar zijn, want dankzij hun zware arbeid kunnen wij wonen en leven. Later werden er gelukkig machines gebruikt, want graven met een schop is wel heel erg zwaar werk. Het voordeel van machines is natuurlijk dat het werken wordt verlicht. Er zit echter ook een nadeel aan: we worden er afhankelijk van. Als de machine een keer kapot is, wordt dat duidelijk: we kunnen dan niks meer. In het computertijdperk is dat effect nog eens versterkt. Computers zijn geweldige gereedschappen! We communiceren ermee, we kijken ermee, we leven ermee. Maar als het ding kapot gaat, dan voelen we ons geamputeerd, blind, machteloos, verlamd. Voor een schop hoef je geen gebruiksaanwijzing te lezen en je kunt hem altijd gebruiken. Dit kunstwerk is een ode aan het handgereedschap! Hoe deze bomen hier hebben kunnen groeien? Op een winterse avond, in het donker, na een lange dag werk, heeft een van de mannen van weleer per ongeluk een schop vergeten mee te nemen. Die bleef er liggen… en schoot wortel toen het voorjaar werd. Dat is lang geleden. Er staan nu drie uit de kluiten gegroeide bomen en een kleintje. Over een paar jaar staat het vast vol met schopbomen, met prachtige nerfvormen. De schop is allereerst bedoeld om mee te graven. Maar de schop kan ook gebruikt worden voor mensen die een schop onder hun kont nodig hebben!
Rob van den Broek
Kijk de tijd - 2010 Lelystad - wandelpad Eendenweg richting Meerkoetenweg
Dit kunstwerk is een markant object dat op verschillende manieren verwijst naar onze verleden tijd. Het 3 meter hoge object is van verre te zien. Op het oude land kom je overal elementen tegen van onze christelijke cultuur: kapelletjes, kruisbeelden, kerktorens, etc. In Flevoland zijn die opvallend afwezig. Dit werk vult die leegte op: het doet denken aan een rozet van een kathedraal, het glas-in-loodraam waardoor het licht gekleurd naar binnen valt. Maar deze rozet is zonder glas. Ons uitzicht wordt gekleurd door het lege Hollandse landschap. De vorm doet ook denken aan een klok: een cirkel verdeeld in 12 delen. Uren, maanden. Maar je kunt niet lezen hoe laat het is, de tijd staat hier stil. Even denk je dat de tijd gestopt is op het moment dat het uurwerk kapot ging, dat je tijd van dat moment kunt zien, maar er is geen tijd om af te lezen. De tijd is oningevuld, wit, leeg, transparant, doorzichtig. Je kijkt er doorheen, hier kun je de tijd vullen. Dan zie je een groot wit wiel dat in de aarde is verzonken. Het is alsof er lang geleden een grote boerenwagen is gestrand, alsof die op een dag in de modder is blijven steken en achtergelaten. Van de wagen is alleen dat ene wiel nog over. Je kijkt om je heen… misschien ligt er in de buurt nog meer? Een tweede wiel dieper begraven, de bok, vermolmde planken, verroeste moeren? Of zou het een schroef van een schip kunnen zijn? Op de bodem van de drooggevallen zee, wit van het zout. Een schijf misschien die uit de hemel is gevallen? Uit de godentijd, een discus door Zeus geworpen vanaf de Olympus. Of wat dichterbij, door Wodan vanaf een Hollandse wolk. Hier ligt het, een stuurloos object, een gigantische bloem, een fossiele roos, het gat van de tijd, het hart van onze cultuur. Het ligt op het pad, op ons pad. We komen het tegen, we kijken er naar, kijken er doorheen, staan er oog in oog mee, we denken van alles …. en lopen weer verder, we kunnen niet anders… de tijd dringt, we moeten verder.
Nout Visser Visarendhorst - 2009 Lelystad - Meerkoetenweg
Deze koker, deze pijp van aarde en grassen, is een wenkende vinger naar de pandion haliaetus, de visarend. Het is een lokroep, zoals een vuurtoren dat is, een uitnodiging gericht aan dit prachtige dier, dat hier in het verleden veel heeft gevlogen, om hier te komen broeden. De toekomst ziet er veelbelovend uit: er komen regelmatig visarenden op de Oostvaardersplassen, in de Biesbosch, op de Weerribben. Het is maar een korte vlucht naar het vlakke landschap bij het Knarbos en het 5 meter hoge nest is vanuit de lucht goed te zien. De visarend komt op alle continenten voor, met uitzondering van Antarctica. Om te zorgen dat de arend zich hier altijd thuis voelt, staan er 5 bomen om het nest heen, uit elk continent een: een atlasceder, een metasequoia, een ginko biloba, een eucalyptus en een eik. Het is een kwestie van tijd, de visarend komt. Tot die tijd mag een ooievaar het nest een beetje warm houden.
Mariël Bisschops Repast - 2011 Lelystad - Meerkoetenweg
Repast. Het is een Engels woord voor maaltijd. Je kunt het woord ook uitleggen als het overdoen van het verleden. Beide betekenissen sluiten goed aan bij de aard van het werk. Drie naar elkaar toe buigende witte zuilen, pilaren; in de top zitten ze aan elkaar vast. Als je er van een afstandje naar kijkt, dan lijkt het een steenachtig bouwwerk, een tempeltje misschien. Pas als je dichter bij komt, dan zie je en voel je het materiaal: vilt. En pas op dat moment valt de opbouw van de zuilen op: stapelingen van pannen. Ze houden elkaar in evenwicht en versterken elkaar. Mijn werk gaat over oude dingen een nieuw leven geven. Het kan gaan om stoffen, voorwerpen of materialen. Bij dit kunstwerk heb ik pannen gebruikt. Oude en gebruikte pannen! Talloze keren werd erin gekookt, talloze keren werden ze afgewassen en opgestapeld op het afdruiprek; de een zou best gebruikt kunnen zijn in een gaarkeuken, de ander wellicht in de keuken van een groot boerengezin, sommige door eigentijdse stadsgezinnen, kleine huishoudens, studenten…. , maar dat was eens, nu niet meer: ze werden weggedaan. Ze hadden hun tijd gehad, ze werden ouderwets of gingen kapot. Afgeschreven. Een gebruiksartikel dat niet meer gebruikt wordt, verliest zijn betekenis. Doordat ik ze heb hergebruikt, heb ik de pannen een nieuw leven gegeven, een nieuwe identiteit, waarbij de oude betekenis door de nieuwe heen straalt. Of misschien meer toepasselijk: de nieuwe betekenis wordt bij de oude betekenis opgeteld – opgestapelde betekenis. Ik heb de pannen opgestapeld en ze samengevoegd tot een nieuw geheel. Ik heb de pannen met vilt omwonden, waardoor er een eenheid ontstaat, in vorm, kleur en materiaal. Het vilt is gemaakt van de wol van Almeerse Romneyschapen. Net als de pannen heeft de wol een geschiedenis en ook die heeft een nieuwe identiteit gekregen. Geen wol meer om het schaap warm te houden, ook geen trui of iets dergelijks zoals je zou verwachten, maar vilt als deel in een kunstwerk. Als je er eenmaal op gaat letten, dan zie je hoeveel dingen er worden weggegooid en hoe onze welvaartsmaatschappij een weggooimaatschappij is geworden. Mijn werk is niet bedoeld als aanklacht tegen
onze eigentijdse maatschappij, maar het weggooien is wel een aspect dat erin meespeelt. Door de kunstwerken die ik maak, laat ik zien dat in principe alles van waarde is, ook al is het oud en niet meer bruikbaar voor het doel waarvoor het gemaakt is. Deze pannen hebben een nieuw leven gekregen.
Hendrike Huijsmans Werkverkeer - 2011 Lelystad - Meerkoetenweg
Een fiets met een schop op het stuur… het kunstwerk voert ons terug naar ruim zestig jaar geleden, naar de werkmannen die Flevoland hebben drooggelegd. Het kunstwerk is als een monument voor hun onvoorstelbare inzet en enorme arbeid. In het huidige collectieve bewustzijn zijn machines, computers en automatisering zo vanzelfsprekend dat we ons nauwelijks kunnen voorstellen dat de werkmannen van het allereerste begin schoppen gebruikten. We geloven het eigenlijk niet. Maar er zijn filmbeelden van, het is echt! Mannen die bivakkeerden in werkkampen en ’s ochtends vroeg op de fiets stapten, schop overdwars op het stuur, om naar het werkgebied te gaan. Kwam de Arbodienst langs om de werkomstandigheden te keuren? Wat waren de werktijden? Waren er eigenlijk wel fietspaden? De fiets van dit kunstwerk is een fiets van mijn opa, ongeveer uit die tijd. Ik heb hem verstevigd en gegalvaniseerd, om hem te beschermen tegen de elementen. Je kunt erop zitten. In 2012 zal langs dit kunstwerk een fietspad worden aangelegd. De fiets is het symbool van de pioniers, de werkmannen zouden zonder hun fiets immers hun werk niet hebben kunnen doen. Nu zestig jaar later is de fiets opnieuw de pionier! De fiets is er eerder dan het fietspad, de fiets staat in het gras en kondigt het fietspad aan.
Merijn Tinga Schokker - 2013 Lelystad - Gelderse Hout
Een schokker van betonstaal, min of meer op ware grote. Schokkers voeren op de Zuiderzee. Dit twaalf meter lange kunstwerk doet denken aan de vissersboten die hier voeren, 3 à 4 meter boven het huidige grondniveau: schokkers en botters. Dit scheepswrak, dit stalen karkas met roestende ribben, lijkt hier eeuwen geleden gestrand. Het werk heeft niet alleen een link naar het verleden, maar ook naar de toekomst: de klimop zal het schip naar verwachting in een paar jaar volledig bedekken. In Flevoland liggen tal van scheepswrakken in de bodem, verzonken in de aarde, wachtend op het moment dat de archeologen de tijd, de techniek en het geld hebben om ze op te graven. Dit scheepswrak zal uiteindelijk ook aan het zicht ontnomen worden. Zo is aard van de natuur, die bedekt. Maar hier geen aarde en modder, maar groen. Klimop, zuring, brandnetels en paardenbloemen. Als de wind aantrekt, dan zal het veld rondom het wrak zich gedragen als een zeestroom.
Ninette Koning Quick Response - 2013 Lelystad - Gelderse Hout
Een Quick Response, beter bekend als een QR-Code, is op het eerste gezicht het medium van de toekomst. Maar de ontwikkeling van de techniek gaat vandaag de dag zo razendsnel dat elke techniek in no time gedateerd is. Hoe het met het systeem van de QR-Codes gaat? De toekomst zal het leren. Er zijn wel heel veel mobiele telefoons, maar slechts een enkeling heeft een app geïnstalleerd waarmee je QR-Codes kunt lezen. De techniek gaat weliswaar razendsnel, de mensen gedragen zich als slakken. De mossen waarmee de QR-Code is gemaakt, stammen uit het verleden. Het echte verleden. De eerste landplant was hoogstwaarschijnlijk een mossoort. Er zijn fossielen gevonden van levermossen van 475 miljoen jaar geleden. Zo oud zijn mossen dus. Verbinden is de kern van dit kunstwerk. Dit kunstwerk verbindt de oertijd met de moderne toekomst. Maar het kunstwerk maakt ook letterlijk verbinding! Richt je smartphone op de code en je telefoon gaat vanzelf naar mijn website. Het werkt! Het mos gaat groeien. Hoe lang de code nog werkt? Moeilijk te voorspellen. Het opvallende aan de QR-Codes is namelijk dat slechts een paar punten van belang zijn. Zolang die punten scherpe contouren houden, blijft de code verbinden. Na verloop van tijd, vermoedelijk van jaren, staat er alleen nog een bemoste en werkeloze muur, een muur waarvan niet duidelijk is waarvoor die is neergezet; niemand weet dan nog welk gebouw hier heeft gestaan, welk dak die muur heeft gedragen. Dan is het een ruïne geworden. Niet een ruïne in oorspronkelijke zin, maar een ruïne van techniek. Deze QR-Code is uniek. Nog wel. Want als het bedrijfsleven dit kunstwerk eenmaal in de gaten krijgt en ondernemers zien welke onverwachte mogelijkheden deze natuurlijke oplossing heeft, dan sluit ik een serie mosmuren niet uit.
Merijn Tinga Entropie - 2008 Dronten - Kamperhoekbos
Een gecrashte straalmotor van keramiek en bloemen; daarachter een ‘impact crater’. Of is het misschien een onderzeeër? Is dit object uit de lucht komen vallen of is het uit de aarde omhoog gekomen? De krater die lijkt te zijn ontstaan door de inslag van de neergestorte straalmotor, of door het naarboven komen van de onderzeeër is in werkelijkheid ook echt verschroeide aarde en klei. Er is brand geweest. De bloemen en planten in het object lijken bij eerste aanblik in contrast te staan met de machineonderdelen die te zien zijn in het opengescheurde deel van de motor, maar wie er oog voor heeft die ziet hoe organisch de machine is en herkent de verwantschap. En de mens? Het object heeft onmiskenbaar onze vingerafdruk - of gezichtsafdruk. Maar naarmate het object er langer ligt, zal het meer en meer gaan integreren met de omgeving: het bos zal oprukken en langzaam zijn handen naar het object uitsteken om het op te nemen.
Michel Bongertman
Weg naar het verleden/ monument voor de Swifterbantman - 2008 Dronten - Kamperhoekbos
Tussen 1962 en 1979 zijn er bij Swifterbant opgravingen gedaan waarbij toen negen graven zijn gevonden - bewoners van het gebied rond Swifterbant die zo’n 6000 jaar geleden hebben geleefd (5300-3400 v Chr). Deze mensen leefden in een landschap van rivierduin en moerassen. De Swifterbantmensen waren jagers, verzamelaars en vissers, maar ze waren ook de eerste landbouwers in dit gebied. De Kamperhoek en het rivierduingebied richting Lelystad - waar ook het Pionierspad langs gaat - was in die tijd hun woongebied. Het ontbreken van duidelijk zichtbare sporen van deze oude tijd bracht mij tot het ontwerp. Wat je ziet is een grindmozaïek dat doet denken aan de keitjesstoepen voor huizen en winkels in de voormalige vissersplaatsen langs de Zuiderzee, zoals in Elburg. Deze keitjesstoepen werken als uithangborden; ze vertellen iets over wat er achter de gevels gebeurt, over het beroep, bijvoorbeeld, of wat er in de winkel wordt verkocht. De mozaïeken zijn voorbeelden van oude volkskunst en ze worden door monumentenzorg gekoesterd en in ere hersteld. Voor de afbeeldingen van het monument voor de Swifterbantman had ik eenzelfde idee: laten zien welk verhaal er schuil gaat achter dit landschap. In het Nieuwland Erfgoedmuseum ligt een afgietsel van het skelet van de Swifterbantman. Op het hoofd draagt hij een sieraad met barnstenen (oranjebruine stenen). Onbewerkt doen deze denken aan grind. Met dit monument wil ik de Swifterbantman terugbrengen naar zijn eigen gebied, het landschap waar hij leefde.
Rob van den Broek Uit de klei getrokken - 2008 Dronten - Kamperhoekbos
Gelaagd glas 100 x 100 cm, 17 mm dik Stalen hoekprofiel 50 x 50 mm, 4 mm dik, gelast Een vierkant blok aarde uit de grond geschept en een meter verder neergezet, “geconserveerd”, in glas en staal ingepakt. Het gat is gat gebleven, maar ook als gat op eenzelfde manier, met glas, geconserveerd (en afgedekt met een rooster om te voorkomen dat er mensen en dieren in kunnen vallen). Het verleden wordt zichtbaar, haast museaal tentoongesteld: veilig achter glas. Zichtbaar maken wat je normaal niet ziet, dat is de kern van mijn object. Het object bestaat uit één kubieke meter uitgegraven aarde. Het geheel is verpakt in gelaagd glas van 17 mm dik. De glazen platen worden door een stalen frame bij elkaar gehouden. De open bovenkant van de staande kubus is precies zoals de bodem van de omgeving, met gras en scheuten. De uitgegraven grond is in dezelfde gelaagdheid teruggestort zoals ik die aantrof in de bodem. Het gat, een net zo belangrijk deel van het beeld, is het negatief van het object boven de grond. De kubus boven de grond staat ook in het gat, enerzijds om het instorten te voorkomen, anderzijds om de uitgegraven plek te conserveren. Het gat is afgedekt door een “veerooster”. Beloopbaar dus en open genoeg om de binnenkant te bekijken. Er loopt een buis door de grond vanuit het gat naar de oppervlakte, zodat kleine dieren die per ongeluk in het gat zijn gevallen de vrijheid kunnen terugvinden. Als ik wil verwoorden wat mijn motivatie voor het maken van dit beeld was, dan is nieuwsgierigheid naar het verleden het eerste dat ik moet noemen, nieuwsgierig naar de oude Flevolandse zeebodem. Ik wist, bijvoorbeeld, dat er veel schelpdieren (nonnetjes) in een laag onder de bovenste kleilaag moesten liggen. Ik was ook op zoek naar mogelijke resten van vroegere bewoners. Zo vond ik een drainagebuis, die al 50 jaar in de grond heeft moeten zitten, maar die kon ik niet gebruiken omdat die net buiten de kubieke meter in de grond zat, en ik wilde niet sjoemelen! De aarde boven de grond is precies zo uit het gat gekomen.
Rosanne van Klaveren Nieuw Verhaal - 2008 Dronten - Kamperhoekbos
Ik werk als kunstenaar met verhalen. Ik ben van mening dat niet alleen de individuele mens maar ook omgevingen en gemeenschappen hun identiteit aan verhalen en herinneringen ontlenen. Om voor het Kamperhoekbos een nieuw verleden te creёeren, lanceerde ik daarom een nieuw verhaal. Bij de wortelpartij van een omgewaaide boom heb ik een houten object ingegraven. Het is zo geёnsceneerd dat het net lijkt alsof het met grote kracht is neergestort. Door haar ronde vormen lijkt de sculptuur wel wat op een reddingsboei of een UFO. Wat is hier gebeurd? Waar komt dit vlieg- of vaartuig vandaan? Mannen in witte pakken hebben sporenonderzoek gedaan. Posters op openbare locaties en huis-aan-huis verspreide flyers roepen op tot getuigenissen van het inslagmoment. De locale krant geeft tijdens drie opeenvolgende weken verslag van de gebeurtenissen en scholieren van een Drontense basisschool laten de fantasie de vrije loop. Op de website www.verhaalprojecten.nl/nvnv komen deze verhaalelementen samen. In mijn manier van verhalen vertellen, bied ik prikkelende ingrediёnten aan zonder een vast verloop te dicteren. Liever stimuleer ik de eigen fantasie en beleving.
Sjef Meijman
Gewichtstoename van een Boom - 2008 Dronten - Kamperhoekbos
In een stellage hangt een rond houten vat gevuld met aarde. In de aarde staat een kleine boom. Het vat met de nu nog kleine boom hangt aan grote trekveren, boven een gat in de grond. Naarmate het gewicht van de boom – door groei – toeneemt, zakt het vat met de boom verder naar de bodem. Na verloop van tijd – waarschijnlijk jaren – zal de boom zo zwaar geworden zijn, dat ze in het gat in de grond gezakt is. De boom heeft dan haar plaats van bestemming bereikt, enkel door te groeien. Het project Nieuw Verleden gaat over verleden en toekomst. De grond waarop we nu kunnen lopen, bestond natuurlijk wel al ergens, maar niet in de hoedanigheid zoals die nu zichtbaar is. Zo is het met de boom ook.: onder invloed van de oude lucht, het oude licht en het oude water zal in de nieuwe grond de boom gaan groeien. Alle zaken die de boom daarvoor nodig heeft – de lucht, het licht, het water – bestonden al, maar krijgen door de boom een nieuwe toekomst.
Henk de Lange Natuurtempel - 2013 Nagele - Ketelmeerweg
La Nature est un temple où de vivants piliers Laissent parfois sortir de confuses paroles; L’homme y passe à travers des forêts de symboles Qui l’observent avec des regards familiers. (eerste vier regels van het gedicht ‘Correspondances’ van Charles Beaudelaire) De natuur is een tempel met bezielde zuilen Die soms hun stemmen in verwarring op doen gaan; De mens doorkruist dit woud waar symbolen schuilen, Die hem met vertrouwde blikken gadeslaan. (vertaling: Petrus Hoosemans) Dit gedicht stond aan de basis van mijn werk op het Pionierspad. Beaudelaire stelt de natuur voor als een woud vol symbolen die een verticale relatie tot stand brengen tussen de dagelijkse, menselijke werkelijkheid en de hogere, metafysische werkelijkheid. Deze vijf turfpilaren doen iets vergelijkbaars. Het zijn restanten uit een verdwenen tijd. Zoals de ruïnes van tempels in Athene ons doen herinneren aan de hoogtijdagen van de Grieken, zo herinneren deze pilaren ons aan de tijd dat de natuur heilig was. De vijf pilaren stralen natuurkracht uit, zoals mythische monumenten als Stonehenge dat doen. Ze maken stil. De mensen zien de heiligheid van de natuur misschien niet meer zoals ze dat vroeger deden, maar de natuur is haar heiligheid geenszins verloren. De turf verbindt ook dit nieuwe land met mijn geboortegrond, Drenthe. Flevoland krijgt daardoor een rijker geheugen– de geschiedenis van het turfsteken, de armoede en het harde werken van de arbeiders is verwant aan de geschiedenis van de arbeiders die Flevoland hebben drooggelegd.
Frea Lenger
Rusten op het verleden - 2013 Schokland - Keileemweg
Wandelen langs Het Pionierspad is behoorlijk inspannend. Het zijn niet alleen de spieren die worden aangesproken en de zintuigen zoals bij alle wandelingen door de natuur, maar hier wordt ook de verbeelding aangeraakt: alle kunstwerken op de route vragen om aandacht, roepen verwarring op omdat ze bedoelen te prikkelen – een plek om ergens gewoon even te zitten is geen overdaad, een bankje om te rusten, om op adem te komen….hier, nu. Als je gedachten weer in evenwicht zijn en je het prachtige landschap dat voor je ligt uitgestrekt helemaal tot je hebt genomen, neem je pas de gelegenheid om je in het bankje waarop je zit te verdiepen. Op de foto’s op de leuning en het zitvlak leken in eerste instantie foto’s van gewone Nederlandse bossen te zijn, maar als je beter kijkt, dan zie je dat je het niet herkent. Het zijn namelijk foto’s van oerbossen. De foto’s heb ik gemaakt op een van mijn reizen in Amerika. Oerbossen in Flevoland. De kunstroute Nieuw Verleden krijgt hier weer een andere wending. Niet alleen de verleden tijd komt zo tot leven, maar ook de plaats vervreemdt. We zijn niet alleen hier en nu, maar ook daar en toen.
Michel Bongertman Pioniersbruid - 2013 Dronten - Kamperhoekbos
Het beste bewijs dat Flevoland eens zee is geweest, vind je onder de grond. Bij het graven kom je die bewijzen steevast tegen: nonnetjes. In die tijd, een eeuwigheid geleden, waarin het schuim van de zee op het nieuwe land opdroogde, moet deze reuzenschelp zijn ontstaan. De schelp doet denken aan het beroemde schilderij van Sandro Botticelli (Galleria degli Uffizi , Florence), ‘De geboorte van Venus’, de geboorte van de godin van de Liefde. Botticelli heeft haar naakt afgebeeld, met lange gouden, wild wapperende haren. Hoe de vrouw in deze Flevolandse nonnenschelp eruitzag, blijft een raadsel. Ze is niet meer hier. Ze zal gevonden zijn door een van de pioniers van de polder. Hij maakte haar tot zijn bruid. De vorm waarin ze lag, in foetushouding, zal zich het verleden gaan herinneren… het regenwater blijft erin staan, het zal vruchtwater worden voor algen. Wie weet wat de toekomst brengt. De wandelaar kan de opengeslagen schelp gebruiken als rustplaats en uitkijken over het prachtige nieuwe land. De openstaande schelp is transparant. Als een raamwerk, als een skelet uit het verleden. Kijk erdoorheen en je ziet Schokland, het oude land.
Tim van den Burg / Lisette Spee Heuvelmeubel - 2010 Kraggenburg - Voorsterbos
Een onnatuurlijke vorm in een natuurlijk landschap. Natuurlijke materialen als gras, aarde en wilgentenen, zo geformeerd dat het geheel oogt als een cultuurlandschap. Is het een groene glijbaan, een golf van groen, de hartslag van het bos, de tegenhanger van de rode conjunctuur van de financiële markt, is het een verstilde beweging, een herinnering aan de zee, of is het een dubbelzijdig bankje voor vermoeide wandelaars, ieder aan een kant zodat ze tegenover elkaar kunnen plaatsnemen, zodat ze elkaar kunnen zien uitpuffen; of is het juist een plaats voor uitgeruste types die willen redetwisten, filosoferen – een twistplaats; of is het een bunker, een gedenkplaats, een begraafplaats? Het werk geeft de indruk dat het een eenduidige functie heeft, omdat de vorm zo specifiek is, maar toch lukt het je niet om die functie te vinden. Je komt niet verder dan ernaar te raden. De titel houdt het raadsel in stand: heuvelmeubel. Het woordenboek biedt geen hulp. Het werk zal in tijd veranderen: de wilgentenen zullen uitschieten, het gras zal groeien en niemand die het golvende pad zal maaien. Het werk zal een steeds natuurlijker uiterlijk krijgen en langzaam maar zeker zal de vorm opgaan in de omgeving. Dan zal het werk doen denken aan de door gletsjers opgestuwde stuwwallen, een miniatuur heuvelrug in het Voorsterbos, ontstaan in de laatste ijstijd.
Rene van der Bruggen / Gea Kuiper Nieuw Heden - 2010 Kraggenburg - Voorsterbos
Bomen groeien twee kanten op: met de takken omhoog in de lucht en met de wortels omlaag de grond in. Alhoewel een boom omgekeerd niet kan leven, bestaat dat symbolische idee wel in oude culturen, het idee van de omgedraaide boom die zijn wortels in de hemel heeft en met vertakkingen groeit naar de aarde. De omgedraaide boom staat dan symbool voor leven vanuit de spirituele wereld. Die symboliek is niet direct het uitgangspunt voor het kunstwerk in het Voorsterbos, maar het is wel een zienswijze die mogelijk is. Als plek om rond het thema Nieuw Verleden een werk te realiseren, sprak ons het Voorsterbos tot de verbeelding. Het verleden ligt hier zichtbaar en voelbaar aan de oppervlakte: schelpen tussen het zand, verhalen van het verleden toen dit hele gebied nog zee was. De omgevallen bomen her en der, met hun enorme blootgelegde wortelstelsel, brengen het verleden letterlijk weer aan het licht. Wat ons daarnaast trof was de (toevallige) bestaansreden van dit bos: het feit dat de grond waarop het geplant is, voor landbouw ongeschikt bleek, omdat de keileem in de bodem het water niet doorlaat. Daar kwamen we dan die twee omgevallen bomen tegen, waarvan de wortels met elkaar vergroeid waren tot een grote, opvallend platte wortelpruik. Dat wortelstelsel is als een plattegrond van de geschiedenis, als een afdruk van de keileem waarop ze werden geplant. Het cirkelvormige gat tussen de wortels zou in dat licht kunnen zijn ontstaan, doordat ze rond een steen in het leem gegroeid zouden kunnen zijn. Door de bomen omgekeerd te herplaatsen, maken we van de ronde gaten tussen de wortels vensters naar de ruimte; dan keert zich het verleden om naar het heden en vormt het beeld een symbolische poort naar de toekomst. Maar het zijn ook monumentale reuzen waarvan de lengte nu meer opvalt dan toen ze gewoon boomlang tussen de andere bomen stonden. Ze lijken samen een gebouw te vormen, twee pilaren met een dak, een natuurlijk tempeltje.
Nadat het lawaai van machines en motoren verstomd is ziet hun staan er makkelijk en vanzelfsprekend uit, in serene stilte; de ruisende bladeren hebben de ruimte weer ingenomen, de top van het kunstwerk nodigt vogels uit met nestdrang en gevoel voor romantiek .
Karin van der Molen De fuik - 2011 Kraggenburg - Voorsterbos
Als je door het Voorsterbos loopt, dan denk je niet aan zee. Het is natuurlijk algemeen bekend dat Flevoland is drooggelegd en dat we hier in feite leven op de zeebodem, maar bossen associëren we nu eenmaal met land – alsof de bomen hier al een eeuwigheid staan, geworteld in het verste verleden. Totdat je deze fuik tegenkomt! Het net hangt op 2 meter hoogte tussen de bomen, op de plek waar het hing toen hier nog zeewater stroomde. Het Voorsterbos ligt zo’n 5 meter onder de zeespiegel en het net moet hier dan 3 meter onderwater hebben gehangen, vastgebonden aan palen. Nu is het een object zonder duidelijke functie. Geen vissen om te vangen. Hooguit bladeren, of blikjes bier, er door jongeren ingegooid. Het net heeft een organische vorm. De knopen doen een beetje aan schubben denken. Het zou ook kunnen gaan om een schimmelachtig organisme dat groeit tussen de bomen. Of gaat het om doorzichtige botten van voorhistorische beesten? Voor wie oog heeft voor tegenstellingen: het wit contrasteert met het groen van de lente en met het rood van de herfst, de transparantie van het object contrasteert met de aaneengesloten vormen van de takken en bladeren en de horizontale richting contrasteert met de verticale richting van de bomen. De fuik contrasteert ook inhoudelijk: het is gemaakt om te vangen, terwijl bossen ons doorgaans het gevoel van vrijheid geven, ons op adem laten komen. Het bos is in bepaald opzicht een vangnet en door de tegenstelling met de fuik wordt dat onderstreept.
Kimberly Clark Zonder titel- 2011 Kraggenburg - Voorsterbos
In de week van 27 november 2011 werd de politie in Emmeloord opgeschrikt door een verontrustende melding. Een wandelaar had een gruwelijke ontdekking gedaan: midden in het Voorsterbos hing het levenloze lichaam van een jonge vrouw in een boom. De recherche kwam meteen in actie en ook de brandweer werd gewaarschuwd, want het lichaam hing op zo’n vier meter hoogte over een tak. Het duurde tot het weekend voordat de juiste persoon haar kon identificeren en de identiteit van de vrouw kon worden vastgesteld: Kimberly Clark. Met de moord in het Voorsterbos is er een bijzonder hoofdstuk aan de kunstroute toegevoegd. Kimberly Clark is een kunstenaarscollectief (dat bestaat uit Iris van Dongen, Eveline van de Griend en Ellemieke Schoenmaker) dat internationaal snel aan bekendheid wint. Ze opereren vanuit Berlijn. Ze maken levensechte figuren die ze plaatsen in een vreemde omgeving en baren opzien door de context, die door sommige mensen als schokkend wordt ervaren. Voor Nieuw Verleden heeft het kunstenaarscollectief een kunstwerk gemaakt: een levensechte figuur van ene jonge vrouw in de boom, over een tak hangend. Er stond nog geen bordje in de buurt van het kunstwerk toen de wandelaar er langs liep. Hij belde 112 en meldde een moord. De recherche van Emmeloord was niet lang daarna ter plaatse, met drie auto’s. De KVF stond daarna voor een raadsel! Wie heeft het kunstwerk gestolen? Enkele dagen erna werden we getipt! Het kunstwerk konden we bij het politiebureau in Emmeloord ophalen.
Liset van Dommelen Poettree Lane - 2011 Kraggenburg - Voorsterbos
Dit bospad heeft van zichzelf al de statuur van een laan in een bos. Het is vanaf het dorp Kraggenburg de hoofdentree van het Voorsterbos en wie zo het bos binnenwandelt, voelt zich bevoorrecht - alsof je op een natuurlijke rode loper loopt. De poëtische zinnen die nu in de bomen hangen, onderstrepen de poëtische sfeer die er al aanwezig was. De naam ‘Poettree Lane’ geeft de laan de naam die het ongenoemd al veel langer had – het is een soort thuiskomen. Romans, verhalen en essays zijn teksten die je vooraan begint te lezen, bij het eerste woord. Bij poëzie gebeurt dat meestal ook, maar het is niet erg als je halverwege in een gedicht valt, of er zinsneden van apart zet. Poëzie heeft een ongrijpbare raadselachtigheid die maakt dat je gaat zoeken. Hoe dat zoeken precies gebeurt, is niet bepaald. Dit gedicht hangt in stukken tussen de bomen. Het zou heel goed kunnen dat een nietsvermoedende wandelaar de eerste zinnen niet opmerkt en pas na de derde, vierde, of misschien wel bij de laatste regel de rode woorden ziet. Hij zal verder lopen en zoeken naar meer woorden. Zal hij teruglopen? Vast. Net zoals je een gedicht leest op papier, waarbij je bij de laatste regel weer vooraan begint en de woorden opnieuw op je laat inwerken, zo wandel je langs de woorden. Hier in het bos word je gedwongen om langzaam te lezen. Waar een de golven beukten, staan beuken fier in het gelid… het verleden is hier ver te zoeken, zo kun je lezen in de laatste regel, maar het gedicht maakt het vindbaar.
WAAR EENS DE GOLVEN BEUKTEN STAAN BEUKEN FIER IN HET GELID IN DEZE GROENE GANG DWALEN GEDACHTEN DEINEND OP MIJN VOETSTAPPEN OMSPOELEN ZE STIL DE WIEGENDE TAKKEN EEN VOGEL VLIEGT OP DE ZEE IS VER TE ZOEKEN